NL8500614A - Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteenergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen. - Google Patents

Description

k ι VO 7080

Titel: Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteênergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen.

Toepassingsgebied van de uitvinding.

De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het verdelen van warmteênergie en/of vloeistoffen en/of gasvormige stoffen in het bijzonder voor het doen ontstaan van gunstige groeiomstandigheden 5 voor cultuurplanten in broeikassen.

Karakteristiek van de bekende technische oplossingen.

Bekende technische oplossingen voor de verdeling van warmte-energie en vloeistoffen en gasvormige stoffen bestaan uit verschillende methodes en technische inrichtingen voor het bereiken van het betreffende 10 effect, waarbij tenminste twee onderling onafhankelijk gedreven technic* sche inrichtingen met een hoge investering en materiaal nodig zijn.

Doel van de uitvinding.

Het doel van de uitvinding bestaat daarin, de werkwijze voor het verdelen van warmteênergie en de methode voor het verdelen van vloeistof-15 en en/of gasvormige stoffen met een technische inrichting te verwezenlijken en daardoor de kosten aan materiaal, investering, bediening en toezicht te reduceren.

Het wezen van de uitvinding.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een technische 20 inrichting voor het toepassen van een werkwijze van de warmteoverdracht en/of voor het toepassen van een werkwijze van de verdeling van vloeistoffen en/of gasvormige stoffen te verwezenlijken. Volgens de uitvinding wordt dit probleem opgelost, doordat een buizennet met de voorkeurs-functie van warmteoverdracht bovendien met uitbrengorganen van de bewate-25 ringsinrichting volgens DDR-patent nr. 158 989 uitgerust wordt. Deze technische inrichting is zodanig uitgevoerd, dat de voor de verdeling aanwezige vloeistof tijdens het functioneren van de technische inrichting voor de warmteënergieoverdracht zich in kringloop via een warmte-uitwisselaar en de voor de warmteënergieafgifte aanwezige buisleidingen 30 bevindt. Tevens is de technische inrichting zodanig uitgevoerd, dat door drukveranderingen in het buizennet een vloeistof verdeling door het in het DDR-patent nr. 158 989 beschreven uitbrengorgaan plaatsvindt, waardoor de hiertoe als warmteënergiedrager fungerende vloeistof naar de planten 8500614 » - 2 - gericht en gedoseerd werkzaam wordt. Tevens is de technische inrichting zodanig uitgevoerd, dat gasvormige stoffen via een afzonderlijke stro-mingsweg toegevoerd kunnen worden en door drukveranderingen in het buizennet, veroorzaakt door een betreffende schakeling van de afsluitorga-5 nen en de transportinrichting, evenzo voor de werking op groeiomstandig-heden van planten verdeeld kunnen worden.

De inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen bestaat doelmatig uit een buizennet met afvoer-organen volgens DDR-patent nr. 158 989, waarin door middel van een 10 transportinrichting de circulatie van een vloeiende stof verkregen wordt en welke een dienovereenkomstige warmtegeleidbaarheid voor het verdelen van de warmteënergie heeft, waarbij de circulatie in dit ring- of af getakte leidingnet ook onderbroken kan worden en drukschommelingen voor het in werking stellen van de functie van de afvoerorganen door middel 15 van een vloeistof transportinrichting verkregen kunnen worden, hetgeen ook door vermogensverandering van een transportinrichting bereikt kan worden, waarbij de toevoer van gasvormige voor de planten werkzame stoffen uit een drukvat via een afzonderlijke stromingsweg kan plaatsvinden, welk drukvat kan worden afgetapt en daaruit vooreerst de gasvormige stof 20 in het buizennet getransporteerd wordt.

Uitvoeringsvoorbeeld.

De uitvinding wordt als voorbeeld van de verzorging van container-culturen in broeikassen met warmteënergie, opgeloste voedingsstoffen en groeibevorderende gasvormige stoffen toegelicht. Een transportinrichting 25 voor vloeistoffen 2 transporteert uit een drukloos vat voor het ter beschikking houden van opgeloste voedingsstoffen en warmteuitwisse-ing 1 getemporiseerde voedingsoplossing met kleine transportsnelheid, hetgeen door een toerentalbesturing van de transportinrichting mogelijk wordt, via beschermende filters 3, magnetiseringsinrichting 4, de ver-30 deelleiding 8, verwarmings- en afvoerleiding 9 en terugvoerleiding 15 weer naar het vat 1 voor het ter beschikking houden van opgeloste voedingsstoffen. Daarbij vindt de afgifte van warmteënergie van de opgeloste voedingsstoffen via de verwarmings- en af voer leidingen 9 aan de planten-container 11 ends de planten 14 omgevende ruimte plaats. De circulatie 35 van de opgeloste voedingsstoffen wordt met het oog op de verdeling van 8500614 > ί - 3 - de warmteënergie naar behoefte zolang voorgezet dat een behoefte aan de toevoer van die oplossing naar de planten bestaat. Alsdan wordt het in de terugvoer leiding 15 zich bevindende magneetventiel 7 gesloten en de transportsnelheid van de transportinrichting 2 door toerentalverandering 5 verhoogd. Deze toestand wordt tot aan het vullen van alle geïnstalleerde afvoerorganen 10 met een gedoseerde hoeveelheid opgeloste voedingsstof gehandhaafd. Voor het doen stoppen van de afgifte van opgeloste voedingsstof door de afvoerorganen 10 via de verdeelslangen 13 naar de planten-containersll wordt het magneetventiel 7 in de terugvoerleiding 15 ge-10 opend en gelijktijdig de transportsnelheid van de transportinrichting weer op het voor de verwarming noodzakelijke niveau teruggestuurd. Vervolgens wordt de circulatie van op tenperatuur gebrachte voedingsstof-oplossing voortgezet dan wel worden naar behoefte andere afvoerprocessen in werking gesteld. Door de magnetiseerinrichting 4 worden bij circulatie 15 van opgeloste voedingsstoffen voor de verdeling van warmteënergie en bij het afvoeren van opgeloste voedingsstoffen aan de planten inwerkingen op die oplossing verkregen, welke het af zetten van bestanddelen van die oplossing in het buizennet tegenwerken en voordelen kunnen betekenen voor de groei van de planten. Tijdens de afvoer van opgeloste voedings-20 stoffen wordt de warmteënergieoverdracht naar de planten niet onderbroken, omdat met elke fasegewijze vulling van de afvoerorganen met opgeloste voedingsstoffen de ten dele of volledige vernieuwing van de op temperatuur gebrachte voedingsoplossing in het buizennet plaatsvindt. Het omschakelen van verwannen op de afvoer van opgeloste voedingsstoffen geschiedt door 25 de stuurinrichting 5 volgens een met de behoefte van de planten overeenstemmend program door besturing van het toerental van de transportinrichting 2 en het schakelen van de magneetventielen 7.

Alnaargelang de behoefte voor het afvoeren van gasvormige stoffen worden deze zonder druk in het drukvat 6 ter beschikking gesteld. Het 30 drukvat 6 kan door een bepaalde schakeling van de magneetventielen 7 in de stromingsweg voor het vullen van de afvoerorganen geschakeld worden. Het vat is zodanig uitgevoerd, dat vooreerst gas in de stromingsrichting in het buizennet treedt en door verandering van de druk in het buizennetr zoals bij de afvoer van opgeloste voedingsstoffen, de verdeling van de 35 gasvormige stoffen plaatsvindt.

8500614 » -u - 4 -

Nadat de gasvormige stof uit het vat 6 volledig over de afvoer-organen verdeeld is, wordt het verwannen of de afvoer van opgeloste voedingsstoffen voortgezet.

De in het vat 6 aanwezige oplossing kan vervolgens naar het vat l 5 teruggevoerd en het vat 6 kan voor een verdere verdeling van gas vormige stoffen voorbereid worden.

85 00 6 1 4 t

Claims (8)

1. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvomnige stoffen, met het kenmerk, dat een buizennet met de voorkeursfunctie van warmteoverdracht bovendien met afvoerorganen voor de bewaterings inrichting volgens het DDR-patent nr. 158 989 uitge-5 rust wordt, waarbij naar keuze de technische inrichting voor het overbrengen van warmteënergie naar de de planten omgevende ruimte door circulatie van een af te voeren vloeistof via een warmteuitwisselaar en een buizennet door middel van een transportinrichting benut wordt en deze technische inrichting door verandering van het drukniveau in het 10 buizennet tevens voor het gedoseerd afgeven van warmteënergieoverdragende vloeistof naar het wortelbereik van planten benut wordt en voorts deze technische inrichting voor het afvoeren en verdelen van gasvormige de plantengroei bevorderende stoffen gebruikt kan. worden.

2. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, 15 vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het warmteoverdragende medium tevens voedingsstoffen en/of de plantengroei bewerkstelligende stoffen bevat en tijdens het circulatietransport voor de warmteënergieoverdracbt een voortdurende stromende beweging een uitvlokken en concentratieverschil van oplosbare chemische bestanddelen 20 van het medium tegenwerkt en/of een doormenging bevordert.

3. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat voor het bewerkstelligen van de warmteënergieoverdracht, vloeistofafvoer en de afvoer van gasvormige stoffen een transportinrich- 25 ting voor vloeistoffen met regelbare transportsnelheid gebruikt wordt.

4. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat voor de af voer en verdeling van de plantengroeibevordecende gasvormige stoffen deze in een drukreservoir zonder druk ter beschikking 30 staan en het drukvat in de stromingsweg voor de af voer geschakeld wordt, waarbij het drukvat zodanig is opgebouwd, dat in de stromingsrichting allereerst gassen in het buizennet treedt en het vat kan worden afgetapt en worden gevuld. 8500614 / - 6 -

5. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1 — 4, met het kenmerk, dat de warmteënergieoverdracht door een in huisleidingén stromend medium op voor de plantengroei optimale plaatsen geschiedt.

6. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de warmteënergieoverdracht tijdens het af voeren door ten dele of volledig vernieuwen van de buizeninhoud met warmteënergiedragende vloeistof tijdens het fasegewijs vullen van de afvoerorganen wordt voort-10 gezet.

7. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat tijdens de warmteënergieoverdracht door circulatie-· of afvoer een voor de plantengroei nuttige magnetisering van het af te voeren \ 15 medium plaatsvindt en tevens een tot vlokken van bestanddelen van de vloeistof en een neerslagvorming in de stromingsweg tegengewerkt wordt, waarbij bij circulatie of warmteënergieoverdracht een meervoudig benutten van geïnstalleerde magnetiseringsinrichtingen gewaarborgd wordt.

8. Werkwijze en inrichting voor het verdelen van warmteënergie, 20 vloeistoffen en gasvormige stoffen volgens de conclusies 1 — 7, met het kenmerk, dat de via afvoerorganen in het wortelbereik van planten af gegeven vloeistof warmteënergie naar het wortelbereik van de planten overbrengt en effectief doet inwerken. 8500614