NL8500412A

NL8500412A - Triple head rotary shaver - has outer cutter with hair connecting aperture, and inner cutter in opening or casing

Info

Publication number: NL8500412A
Application number: NL8500412A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-02-14
Filing date: 1985-02-14
Publication date: 1986-09-01

Abstract

The shaver locking mechanism is rotatable w.r.t. the casing using movement parallel to the rotary movement of the internal cutter. The casing (1) has a flat central part (2) with openings (3) for three cutter units. One cutter unit consists of an outer cutter (5) with hair collecting apertures (5'), and an inner cutter (6), rotatable w.r.t. the outer cutter. An inside upstanding wall (7) fits a locking part (8) formed by three resilient arms (9) arranged in a triangular pattern. The arms contact three circular parts (10) which in turn are connected by strips (11) and onto which three legs (12) of the handgrip (13) are fixed.

Description

- - c l PHN 11.274 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.- - c l PHN 11.274 1 N.V. Philips' Incandescent lamp factories in Eindhoven.

. Scheerapparaat.. Shaver.

De uitvinding heeft betrekking op een scheer apparaat voorzien van tenminste een knipeenheid met een uitwendig kniporgaan met haar-vangopeningen en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan met een roterende beweging aandrijf baar inwendig kniporgaan, welke knipeenheid 5 in een opening van een houder is gelegen en met behulp van een aan de houder, bevestigd opsluitorgaan in axiale, richting is opgesloten.The invention relates to a razor provided with at least one cutting unit with an external cutting member with hair-catching openings and an internal cutting member drivable relative to the external cutting member with a rotary movement, which cutting unit 5 is located in an opening of a holder and is locked in an axial direction by means of a retaining means attached to the holder.

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7907946 (PHN 9600). Bij deze uitvoeringsvorm is· voor de bevestiging van het opsluitorgaan aan de houder gebruik ge-10 maakt van een draaibaar aan het opsluitorgaan bevestigde vergrendelknop waardoor de constructie relatief gecompliceerd en kostbaar wordt.Such a shaver is known, for example, from the Dutch patent application 7907946 (PHN 9600). In this embodiment, a locking knob rotatably attached to the locking member has been used to attach the locking member to the holder, whereby the construction becomes relatively complicated and expensive.

De uitvinding heeft tot doel een eenvoudiger en goedkoper constructie te verschaffen en wordt daardoor gekenmerkt, dat het opsluitorgaan ten opzichte van de houder met een beweging in hoofdzaak 15 parallel aan de roterende beweging van het inwendig kniporgaan verdraaibaar is tussen een eerste positie waarbij bevestigingsmiddelen van / opsluitorgaan en houder op elkaar aangrijpen en een tweede positie waarin deze bevestigingsmiddelen van elkaar vrij liggen.The object of the invention is to provide a simpler and cheaper construction and is characterized in that the retaining member is rotatable relative to the holder with a movement substantially parallel to the rotary movement of the internal cutting member between a first position in which fasteners of locking member and holder engage and a second position in which these fasteners are free from each other.

Bijzondere uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de onder-20 conclusies.Particular embodiments are set out in the sub-claims.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.The invention will be explained below with the aid of a description of exemplary embodiments shown in the figures.

Figuur 1 toont een onderaanzicht van een houder van,een scheerapparaat met drie knipeenheden.Figure 1 shows a bottom view of a holder of a razor with three cutting units.

25 - Figuur 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1, alsmede een gedeelte van het huis van het scheerapparaat.Figure 2 shows a section along the line II-II in Figure 1, as well as a part of the shaver housing.

Figuur 3 toont een onderaanzicht van een houder voor twee knipeenheden. .Figure 3 shows a bottom view of a holder for two cutting units. .

Figuur 4 toont een doorsnede volgens de lijn IV-IV in 30 figuur 3. "Figure 4 shows a section according to the line IV-IV in Figure 3. "

De houder 1 van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 omvat een vlak centraal gedeelte 2 met openingen 3 voor drie knipeen-BAD Een knipeenheid bestaat uit een uitwendig kniporgaan 5 metThe holder 1 of the embodiment according to figures 1 and 2 comprises a flat central part 2 with openings 3 for three cutting BAD. A cutting unit consists of an external cutting member 5 with

'ö R Π (1 A 1 O'ö R Π (1 A 1 O

PHN 11.274 . 2 haarvangopeningen 5' en een ten opzichte van het uitwendige kniporgaan met een roterende beweging aandrijf baar inwendig kniporgaan 6. Op hët centrale gedeelte 2 van de houder 1 sluit de opstaande wand 7 aan.PHN 11274. 2 hair collecting openings 5 'and an internal cutting member 6 drivable relative to the external cutting member 6. The upright wall 7 connects to the central part 2 of the holder 1.

Binnen deze opstaande wand 7 is het opsluitorgaan 8 gelegen. Het op-5 sluitorgaan wordt gevormd door drie in hoofdzaak in een driehoekig patroon gerangschikte verende armen 9 welke aansluiten op drie cirkel-vormige gedeelten 10 welke weer zijn verbonden dcor middel van verbindingsdelen 11. Op dé verbindingsdelen 11 sluiten de drie benen 12 van de handgreep 13 aan. Door een cirkelvormig deel 10 kan een qp zich 10 bekende aandrijfas 14 passeren welke schematisch met onderbroken lijnen in figuur 2 is weergegeven en met behulp waarvan een inwendig kniporgaan 6 met een niet weergegeven elektromotor in het huis 15 van het scheer apparaat is gekoppeld. Op deze bekende wijze kan een inwendig kniporgaan 6 met een roterende beweging rond een denkbeeldige 15 rotatie-as 16 worden aangedreven.The retaining member 8 is located within this upright wall 7. The closure member is formed by three resilient arms 9 arranged substantially in a triangular pattern, which connect to three circular parts 10 which are reconnected by means of connecting parts 11. On the connecting parts 11 the three legs 12 of the handle close. 13. A drive shaft 14 known per se can pass through a circular part 10 and is schematically shown in broken lines in Figure 2 and by means of which an internal cutting member 6 is coupled to an electric motor (not shown) in the housing 15 of the shaver. In this known manner an internal cutting member 6 can be driven with a rotational movement about an imaginary rotation axis 16.

Op de cirkel vormige delen 10 sluiten radiaal gerichte veerkrachtige ondersteuningsarmen 17 aan. Elke ondersteuningsarm is aan . het uiteinde voorzien van een nok 18 welke aanligt tegen de rand 19 van een uitwendig kniporgaan 5. Op deze wijze worden de uitwendige knip-20 organen 5 in axiale richting veerkrachtig ondersteund. De nok 18 is ..Radially oriented resilient support arms 17 adjoin the circle-shaped parts 10. Each support arm is on. the end provided with a cam 18 which abuts against the edge 19 of an external cutting member 5. In this way, the external cutting members 5 are resiliently supported in axial direction. The cam 18 is ..

bovendien in een uitsparing 20 in de rand 19 gelegen zodat^ meedraaien van het uitwendig kniporgaan 5 met het inwendige kniporgaan 6 wordt verhinderd.moreover located in a recess 20 in the edge 19 so that rotation of the external cutting member 5 with the internal cutting member 6 is prevented from rotating.

Het opsluitorgaan 8 en de houder 1 zijn voorzien van be-25 vestigingsmiddelen welke worden gevormd döor de wanddelen 21 aan de buitenzijde van de verende armen 9 van het opsluitorgaan en de naar binnen gerichte nokken 22 aan de wand 7 van de houder. In de in de figuren 1 en 2 weergegeven eerste positie grijpen de wanddelen 21. en de nokken 22 op elkaar aan. De ve- 30 rende armen 9 zijn tevens voorzien van arreteringsnokken 23 welke zich in de weergegeven eerste positie in de uitsparingen 24 van de houder bevinden. (¾) deze wijze is het opsluitorgaan 8 ten opzichte van de houder 1 gefixeerd en zijn de knipeenheden 4 in axiale richting door het opsluitorgaan in de houder opgesloten.The retaining member 8 and the holder 1 are provided with fastening means which are formed by the wall parts 21 on the outside of the resilient arms 9 of the retaining member and the inwardly directed cams 22 on the wall 7 of the holder. In the first position shown in Figures 1 and 2, the wall parts 21. and the cams 22 engage each other. The spring arms 9 are also provided with locking cams 23 which are located in the recesses 24 of the holder in the shown first position. (¾) in this way, the retaining member 8 is fixed relative to the holder 1 and the cutting units 4 are locked in the holder in the axial direction by the retaining member.

«· 35 Tussen het opsluitorgaan 8 en de houder 1 is voldoende ruimte S aanwezig om vanuit de eerste positie een roterende beweging van het opsluitorgaan ten opzichte van de houder mogelijk te maken ΒΑΟη9ΜΑιι^β positie welke net onderbroken lijnen als 8* is aange- PHN 11.274 ' 3 ' duid in figuur 1. Deze roterende beweging volgens pijl F vindt plaats in hoofdzaak parallel aan de roterende beweging van een inwendig knip-orgaan 6 of, met andere woorden, rond een denkbeeldige rotatie-as 25 in hoofdzaak parallel aan de denkbeeldige rotatie-as 16 van een in-5 wendig kniporgaan 6 en nagenoeg loodrecht het centrale gedeelte 2 van de houder 1.There is sufficient space S between the retaining member 8 and the holder 1 to allow a rotational movement of the retaining member relative to the holder from the first position. Positieη9ΜΑιι ^ β position which is just broken lines as 8 *. PHN 11.274 '3' is indicated in figure 1. This rotary movement according to arrow F takes place substantially parallel to the rotary movement of an internal cutting member 6 or, in other words, around an imaginary rotation axis 25 substantially parallel to the imaginary axis of rotation 16 of an internal cutting member 6 and substantially perpendicular to the central part 2 of the holder 1.

Voor het verdraaien van het opsluitorgaan 8 kan dit bij de handgreep 13 worden vastgepakt en wordt een voldoende groot moment in de richting van de pijl P op het opsluitorgaan uitgeoefend zodat de 10 arreteringsnokken 23 dank zij de flexibiliteit van de verende armen 9 uit· de uitsparingen 24 glijden. Het opsluitorgaan 8 wordt verdraaid ten opzichte van de houder 1 tot de tweede pos it ie 8' is bereikt, waarin de wanddelen 21 vrij van de nokken 22 liggen. Het opsluitorgaan 8 kan nu van de houder 1 worden verwijderd waardoor de knipeenheden 4 uit de 15 houder kunnen worden genomen, zoals bijvoorbeeld noodzakelijk is voor reinigingsdoeleinden.To rotate the retaining member 8, it can be gripped by the handle 13 and a sufficiently large moment is exerted in the direction of the arrow P on the retaining member so that the latching cams 23 owing to the flexibility of the resilient arms 9 from the recesses 24 sliding. The retaining member 8 is rotated relative to the holder 1 until the second position 8 'is reached, in which the wall parts 21 lie free from the cams 22. The retaining member 8 can now be removed from the holder 1, so that the cutting units 4 can be removed from the holder, as is necessary, for example, for cleaning purposes.

Voor het weer opsluiten van de knipeenheden 4 in de houder 1 wordt het opsluitorgaan 8 in de tweede positie 8' in de houder geplaatst en tegen de richting van de pijl P in ten opzichte van de 20 houder verdraaid tot de eerste positie weer is ingenomen.To lock the cutting units 4 back into the holder 1, the retaining member 8 is placed in the holder in the second position 8 'and rotated against the direction of the arrow P relative to the holder until the first position is occupied again.

De constructie kan ook zodanig zijn dat in de eerste positie de wanddelen 21 en de nokken 22 klemmend op elkaar aangrijpen zodat afzonderlijke arreteringsnokken 23 en corresponderende uitsparingen 24 overbodig zijn.The construction can also be such that in the first position the wall parts 21 and the cams 22 engage clampingly so that separate locking cams 23 and corresponding recesses 24 are unnecessary.

25 De uitvoeringsvorm volgens de figuren 3 en 4 is in principe gelijk aan de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2. Het opsluitorgaan 26 is ten opzichte van de houder 27 weergegeven in de eerste positie terwijl de tweede positie (figuur 3) met onderbroken lijnen als 26' is aangeduid. De houder 27 is bestemd voor twee 30 knipeenheden welke eenvoudigheidshalve niet zijn getekend. De bevestigingsmiddelen worden weer gevormd door de wanddelen 28 op de verende armen 29 van het opsluitorgaan 26 en de nokken 30 van de houder 27.The embodiment according to Figures 3 and 4 is in principle the same as the above described embodiment according to Figures 1 and 2. The retaining member 26 is shown with respect to the holder 27 in the first position, while the second position (Figure 3) is interrupted lines is indicated as 26 '. The holder 27 is intended for two cutting units, which are not shown for the sake of simplicity. The fasteners are again formed by the wall parts 28 on the resilient arms 29 of the retaining member 26 and the cams 30 of the holder 27.

De arretering vindt plaats doordat de wanddelen 28 tevens tussen de nokken 31 van de houder zijn gelegen. Het handvat 32 is met de verende 35 armen 33 aan de verende armen 29 bevestigd. Doer vastgrijpen van het handvat 32 en verdraaien van het opsluitorgaan 26 ten opzichte van houder 27 in de pijlrichting Q kunnen de wanddelen 28 buiten bereik van de nokken 30 en 31 warden gebracht. Het opsluitorgaan neemt dan deThe locking takes place in that the wall parts 28 are also located between the projections 31 of the holder. The handle 32 is attached to the resilient arms 29 with the resilient arms 33. By gripping the handle 32 and turning the retaining member 26 relative to the holder 27 in the arrow direction Q, the wall parts 28 can be moved out of reach of the cams 30 and 31. The retaining member then takes the

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

PR Π Π A 1 0 PHN 11.274 4 tweede positie 26’ in en kan van de houder 27 worden afgenomen.PR Π Π A 1 0 PHN 11.274 4 second position 26 ’in and can be removed from holder 27.

Het hierboven beschreven opsluitorgaan kan eenvoudig enThe above-described retaining member is simple and

"V"V

goedkoop als een enkel vormstuk uit kunststof worden gefabriceerd.inexpensive if a single molding is made of plastic.

Voor het bevestigen van het opsluitorgaan aan de houder 2ijn geen af-5 zonderlij’k te monteren onderdelen nodig.. Omdat de bevestigingsmiddelen zich aan de omtrek van het opsluitorgaan bevinden, waar de verplaatsing bij rotatie om een centrale as het grootst is, kunnen relatief ruime tolerantie-eisen ten aanzien van de fabricagenauwkeurigheid worden toegepast.For securing the retaining member to the holder 2, no separate parts to be assembled are required. Since the fasteners are located on the periphery of the retaining member, where the displacement is greatest when rotated about a central axis, relatively wide tolerance requirements with regard to manufacturing accuracy are applied.

10 Het vastzetten en losmaken van het opsluitorgaan ten opzichte van de houder vindt met een eenvoudige beweging plaats waarbij het opsluitorgaan slechts over een fractie van een omwenteling behoeft te warden verdraaid.The fixing and loosening of the locking member relative to the holder takes place with a simple movement, whereby the locking member need only be rotated by a fraction of a revolution.

15 20 / 25 30 ' . , 3515 20/25 30 '. , 35

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

- Λ a J ^- Λ a J ^

Claims

1. Shaving apparatus provided with at least one cutting unit with an external cutting member with hair-catching openings and an internal cutting member which can be driven with respect to the external cutting member with a rotary movement, which cutting unit is located in an opening of a holder and with the aid of a container-mounted retaining member is enclosed, characterized in that the retaining member is rotatable relative to the container with one movement, substantially parallel to the rotary movement of the internal cutting member, between a first position wherein fasteners of retaining member and holder engage one another and a second position in which these fasteners are free from each other.

A shaving razor according to claim 1, characterized in that the fasteners are formed by wall parts on the periphery of the retaining member and inwardly facing cams on the holder.

Shaver according to claim 2, characterized in that the wall parts are located on resilient arms of the retaining member.

Shaver according to claim 3, characterized in that the resilient arms also contain detent lugs which are located in corresponding recesses of the holder in the first position.

Shaving device according to any one of the preceding claims, with. characterized in that the retaining member also includes a resilient support arm for the external clipping member. 1

Shaver according to any one of the preceding claims, characterized in that the retaining member is provided with a handle.

The shaving razor according to claims 1 to 6, characterized in that the retaining member with the resilient arms, the wall parts, the latching cams, the support arm and the handle forms an integral part of plastic. 30 • WWfi i 35 '