NL8500138A - Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur. - Google Patents

Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur. Download PDF

Info

Publication number
NL8500138A
NL8500138A NL8500138A NL8500138A NL8500138A NL 8500138 A NL8500138 A NL 8500138A NL 8500138 A NL8500138 A NL 8500138A NL 8500138 A NL8500138 A NL 8500138A NL 8500138 A NL8500138 A NL 8500138A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conductors
coil
antenna conductors
antenna
grounded
Prior art date
Application number
NL8500138A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sebastiaan Jozef Van Stekelenb
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sebastiaan Jozef Van Stekelenb filed Critical Sebastiaan Jozef Van Stekelenb
Priority to NL8500138A priority Critical patent/NL8500138A/nl
Publication of NL8500138A publication Critical patent/NL8500138A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01RMEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
    • G01R33/00Arrangements or instruments for measuring magnetic variables
    • G01R33/20Arrangements or instruments for measuring magnetic variables involving magnetic resonance
    • G01R33/28Details of apparatus provided for in groups G01R33/44 - G01R33/64
    • G01R33/32Excitation or detection systems, e.g. using radio frequency signals
    • G01R33/34Constructional details, e.g. resonators, specially adapted to MR
    • G01R33/34046Volume type coils, e.g. bird-cage coils; Quadrature bird-cage coils; Circularly polarised coils

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Condensed Matter Physics & Semiconductors (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Magnetic Resonance Imaging Apparatus (AREA)

Description

-1- #
I J
Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspin-resonantie-apparatuur.
De uitvinding heeft betrekking op een hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel voorzien is van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal 5 stralende geleiders, in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam, is gepositioneerd met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden.
Een dergelijke hoogfrequente spoel is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0 047 065. Bij deze bekende spoel 10 is een coaxiale kabel in de vorm van een platte toroide rond het spoellichaam aangebracht en de genoemde stralende geleiders worden gevormd door de binnenste windingsdelen van deze toroide, waar de binnengeleiders van de coaxiale kabel ontdaan zijn van buitenmantel en eventuele diëlektrische laag.
15 De spoel is verder ter weerszijden van deze toroide voorzien van op het spoellichaam aangebrachte manchetten uit elektrisch geleidend materiaal. De buitenmanteldelen van de toroide zijn nabij de uiteinden telkens verbonden met deze manchetten.
Het signaal wordt in deze spoel ingekoppeld door middel van •20 een open geleidende draad, die langs een van de stralende geleiders is geplaatst. Verder is rond het spoellichaam onder de stralende geleiders een Faraday-kooiconstructie aanwezig, bestaande uit ringen van elektrisch geleidend materiaal, die rond het spoellichaam zijn aangebracht en waarvan de helft 25 galvanisch is verbonden met de ene manchet en de andere helft galvanisch is verbonden met de andere manchet met behulp van daartoe bestemde geleidende strippen.
Doordat de toroïdevormig gewikkelde coaxkabel gesloten is wordt de lengte daarvan een bepalende factor voor de resonan-30 tiefrequentie, waarmee de spoel gaat zenden en ontvangen.
85 0 0 1 3 8
ί I
-2-
De open stukken van de kabel staan in interactie met de omgeving. De capacitieve en inductieve invloeden van de omgeving, en in het bijzonder van de Faraday-kooi, zorgen dat de reso-nantiefrequentie verder daalt.
5 De uitvinding heeft nu ten doel de homogeniteit van het magnetische veld, dat met een dergelijke spoel wordt opgewekt, over een zo groot mogelijk volume te optimaliseren en tevens de kwaliteitsfactor van de spoel zo hoog mogelijk te maken.
Het magnetische veld van de spoel moet loodrecht staan op de 10 hartlijn van het spoellichaam en kan lineair gepolariseerd zijn maar moet bij voorkeur circulair gepolariseerd zijn.
De homogeniteit moet zowel wat amplitude als richting betreft groot zijn. De reden om te streven naar optimalisatie van zowel de kwaliteitsfactor als de homogeniteit van het magne-15 tische veld in vorm en grootte zijn respectievelijk het verkorten van de meettijd, zodat patiënten, die met magnetische kernspinresonantie-apparatuur worden behandeld, zo min mogelijk ongerief wordt bezorgd, en het verbeteren van de kwaliteit van de met de apparatuur gemaakte opnamen.
20 De uitvinding verschaft nu een hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel voorzien is van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal stralende antennegeleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van 25 het cilindrische lichaam is gepositioneerd met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden, welke hoogfrequente spoel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de antennegeleiders bestaan uit afzonderlijke draden met een lengte ongeveer gelijk aan de halve golflengte van de werkfrequentie van 30 de spoel. Bij voorkeur wordt signaal ingekoppeld via condensatoren aan de uiteinden van twee diametraal tegenover elkaar gelegen antennegeleiders, waarvan de middens geaard zijn.
Verder verschaft de uitvinding een hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, 35 welke spoel voorzien is van een cilindrisch lichaam uit elek- 8500138 * * -3- trisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal antennegeleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam is gepositioneerd, en voorzien is van manchetten van elektrisch geleidend materiaal rond de spoel 5 aangrenzend aan de uiteinden van de antennegeleiders, welke spoel volgens de uitvinding het kenmerk draagt, dat de uiteinden van de antennegeleiders via rond het lichaam verlopende cirkelvormige geleidende draden met elkaar zijn verbonden, waarbij de manchetten beide geaard zijn. Bij voorkeur wordt 10 signaal ingekoppeld via een condensator, die verbonden is met een van de cirkelvormige geleidende draden, waarbij niet noodzakelijk maar wel wenselijk is, dat de condensator op een knooppunt met een van de antennegeleiders verbonden is.
Verder verschaft de uitvinding een hoogfrequente spoel 15 voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel voorzien is van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal antennegeleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam is gepositioneerd, en voorzien is 20 van manchetten van elektrisch geleidend materiaal rond de spoel aangrenzend aan de uiteinden van de antennegeleiders, welke spoel volgens de uitvinding het kenmerk draagt dat de uiteinden van de antennegeleiders via condensatoren zijn verbonden met de respectievelijke aangrenzende manchet, en dat een der man-25 chetten geaard is en de andere niet geaard is. Eventueel kunnen in plaats van condensatoren zelfinducties gebruikt worden, maar condensatoren hebben de voorkeur. Bij voorkeur ook wordt signaal ingekoppeld via een condensator, die aangesloten is op het verbindingspunt tussen een antennegeleider en de daarmee 30 verbonden condensator aan de zijde van de geaarde manchet. Een andere methode is bijvoorbeeld inductief inkoppelen.
Verder verschaft de uitvinding een hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel voorzien is van een cilindrisch lichaam uit elek-35 trisch isolerend materiaal, op de wand waarvan vier antenne- 8500138 -4-
• V
geleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam zijn gepositioneerd, en voorzien is van manchetten van elektrisch geleidend materiaal rond de spoel aangrenzend aan de uiteinden van de antennegeleiders, welke 5 spoel volgens de uitvinding het kenmerk draagt, dat de antennegeleiders de vorm hebben van een rooster van parallele geleidende draden, aan de boven en onderkant met elkaar verbonden door geleidende dwarsverbindingen, dat twee diagonale hoeken van elk rooster via condensatoren met de respectievelijke man-10 chetten zijn verbonden, en dat een der manchetten geaard is en de andere niet geaard is. Het gebruik van condensatoren heeft de voorkeur boven het gebruik van zelfinducties.
Bij voorkeur wordt signaal ingekoppeld via een condensator, die aangesloten is op het verbindingspunt tussen een rooster-15 antennegeleider en de daarmee verbonden condensator aan de zijde van de geaarde manchet.
De uitvinding zal in het volgende aan de hand van uitvoer-ingsvoorbeelden, weergegeven in de bijgaande figuren, nader worden verduidelijkt.
20 Fig. 1 toont schematisch de positionering van de afzonder lijke antennegeleiders bij een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij in de figuur het cilindrische spoellichaam , waarop deze geleiders zijn bevestigd, niet is geïllustreerd.
Fig. 2 toont de positionering van de antennegeleiders en de 25 geleidende manchetten bij een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij ook het cilindrische spoellichaam, waarop deze componenten zijn bevestigd, niet is getoond.
Fig. 3 toont de positionering van de antennegelijders en de geleidende manchetten bij een derde uitvoeringsvorm van de 30 uitvinding, waarbij eveneens het spoellichaam, waarop deze componenten zijn gemonteerd, niet is getoond.
Fig. 4 toont de positionering van de roosterantennegelei-ders en de geleidende manchetten bij een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij eveneens het spoellichaam, 35 waarop deze componenten zijn bevestigd, niet is getoond.
8500138 # i -5-
Fig. 5 toont de positionering van de spoelen uit fig. 1 tot en met fig. 4 binnen een omhullende geaarde afscherming, die met de geaarde manchet of manchetten, als beide geaard zijn, verbonden is langs de gehele omtrek van het spoellichaam.
5 Fig. 6 illustreert meetresultaten, verkregen met de uit voeringsvorm van fig. 3.
Fig. 1 toont schematisch de positionering van antennegelei-ders op een in de figuur niet zichtbaar cilindrisch spoellichaam uit elektrisch isolerend materiaal. De antennegeleiders, waar-10 van alleen al en a2 met een referentienummer zijn aangegeven, verlopen evenwijdig aan de hartlijn van het niet zichtbare spoellichaam en hebben onderling een gelijke tussenafstand.
Het aantal antennegeleiders is even. Signaal wordt in deze spoel ingekoppeld via enerzijds de condensator c2, die verbonden is 15 met één uiteinde van de antennegeleider a2 en anderzijds via de condensator cl, die verbonden is met één uiteinde van de antennegeleider al. De middens van de beide genoemde antennegeleiders al en a2 zijn geaard en het signaal wordt toegevoerd via de klemmen kl en k2. Het ingekoppelde signaal op de klemmen 20 kl en k2 verschilt 180° in fase. Daardoor gaan de antennes al en a2 tegengestelde stromen voeren. De overige antennegeleiders, die dezelfde resonantiefrequentie hebben, worden door deze antennes al en a2 aangeslagen. De stroomverdeling langs de omtrek van de cilinder is een discrete bij benadering sinusvormige ver-25 deling. De resonantiefrequentie wordt bepaald door de lengte van de antennegeleiders en door de onderlinge afstand ervan.
Hoe verder de antennes van elkaar liggen, des te hoger is de resonantiefrequentie. Dat de resonantiefrequentie niet alleen afhangt van de lengte van de antennegeleiders komt doordat de 30 antennes elkaar onderling capacitief en inductief beïnvloeden.
Vanaf de ingang kijkend ziet men als het ware alle antennes met een bepaalde factor teruggetransformeerd naar de primaire antenne en gezamenlijk bepalen deze factoren de resonantiefrequentie. Voor een circulair gepolariseerd magnetisch veld moet 35 op de twee tegenover elkaar liggende antennes, die, gezien langs 8500138 -6- de cilinderomtrek, 90° verder liggen en dus geen stroom voeren, signaal ingekoppeld worden dat 90° uit fase is met het eerste signaal. Dit signaal is voor beide antennes ook weer 180° uit fase. De antennes kunnen verkort worden door bijvoorbeeld 5 condensatoren aan de uiteinden van de antennes naar geaarde manchetten aan te brengen. Hierdoor wordt de vorm uit figuur 3 verkregen met dit verschil dat nu beide manchetten geaard zijn, en op vier plaatsen wordt ingekoppeld.
Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de spoel 10 volgens de uitvinding, waarbij het spoellichaam zelf niet in de figuur is getekend. Rond het spoellichaam bevindt zich een regelmatige rangschikking van antennegeleiders, waarvan alleen de geleider a3 met name is aangegeven. Ook in dit geval lopen deze antennegelijders evenwijdig aan de hartlijn van het 15 spoellichaam op onderling regelmatige afstand van elkaar.
De boven- respectievelijk onderuiteinden van de antennegeleiders zijn door middel van ringvormige gesloten geleiders r2 respectievelijk rl met elkaar verbonden. Nabij de ringgelei-der rl is de manchet ml uit elektrisch geleidend materiaal 20 aangebracht rond het spoellichaam. Een soortgelijke manchet m2 is aangebracht nabij de ringgeleider r2. Het signaal wordt aangeboden aan de aansluitingen k3 en ingekoppeld via de condensator c3, die aangesloten is op het knooppunt tussen a3 en r2. Beide manchetten ml en m2 zijn geaard.
25 Bij deze uitvoeringsvorm behoeft slechts op één plaats ingekoppeld te worden voor een lineair gepolariseerd veld.
Voor een circulair gepolariseerd veld moet op twee plaatsen, die langs de omtrek van het spoellichaam 90° uit elkaar liggen, ingekoppeld worden. De lengte van de ringgeleiders rl en r2 30 is ongeveer twee keer zo groot als de lengte van een antenne-geleider. De werkelijke lengte hangt af van de invloed van de antennes op elkaar en op de ringen. Er moet uiteindelijk voor gezorgd worden dat in de ringen een gehele golflengte past en dat de antennes bij de gebruikte frequentie in resonantie zijn. 35 In fig. 2 zijn de stromen door de diverse geleiders schematisch 8500138 -7- aangegeven. Door de ringvormige geleiders in de vorm van een toroide rond het spoellichaam te leggen en de antennes door middel van zelfinducties of capaciteiten te verkorten, worden de afmetingen van de spoel voor de praktijk bruik-5 baarder.
Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvorm van de hoogfrequente spoel volgens de uitvinding. Ook in deze figuur is het eigenlijke spoellichaam niet getoond. De antenne-geleiders, waarvan alleen a4 met name is aangegeven, ver-10 lopen weer evenwijdig aan de hartlijn van het spoellichaam met onderling gelijke afstand rond het spoellichaam. Nabij de uiteinden van de antennegeleiders zijn de geleidende manchetten m3 en m4 gepositioneerd op het spoellichaam.
De in fig. 3 onderste uiteinden van de antennegeleiders 15 zijn via condensatoren, waarvan er één met c4 is aangegeven, verbonden met de onderste manchet m4. De bovenste uiteinden van de antennegeleiders zijn via verdere condensatoren, waarvan er één met c6 is aangegeven, verbonden met de bovenste manchet m3. Voor afregeldoeleinden 20 is de met name aangegeven condensator c6 instelbaar uitgevoerd. In deze uitvoeringsvorm is de onderste manchet m4 niet geaard en de bovenste manchet wel geaard. Het signaal op de aansluitingen k4 wordt ingekoppeld via de regelbaar uitgevoerde condensator c5.
25 In deze uitvoeringsvorm vormen telkens twee tegenover elkaar liggende antennegeleiders samen met de vier bijbehorende condensatoren en de ongeaarde onderste manchet m4 een verkorte halve golflengteantenne. In ruimtelijke zin voeren de draden aan elkaar tegengestelde stromen. Deze 30 antenne stuurt de andere antennes aan over de galvanische koppeling via de manchet m4, waarover de spanning sinusvormig verloopt. De stroomverdeling is daardoor sinusvormig verdeeld rond de omtrek van de cilindrische configuratie. De resonantiefrequentie wordt bepaald door de 35 lengte van de antennegeleiders, de capaciteitswaarde van 8500138 -8- de condensatoren, de afstand tussen de antennegeleiders onderling en de inductieve en capacitieve invloeden uit de omgeving, zoals bijvoorbeeld het aangebrachte afscherm-lichaam rond de.gehele configuratie. Voor een circulaire 5 polarisatie moet weer op twee plaatsen worden ingekoppeld. Voor een optimale werking moeten de condensatoren c4 en c6 zo goed mogelijk aan elkaar gelijk zijn. De condensatoren c4 kunnen eventueel achterwege blijven, waarbij de antennegeleiders dan direct galvanisch verbonden worden 10 met de onderste manchet. Ook nu kunnen in plaats van condensatoren eventueel zelfinducties gebruikt worden.
Fig. 4 toont een vierde uitvoeringsvorm van de hoogfrequente spoel volgens de uitvinding. Ook in deze figuur is het eigenlijke spoellichaam niet getoond. De rooster-15 antennegeleiders, waarvan alleen a5 met name is aangegeven, verlopen weer evenwijdig aan de hartlijn van het spoellichaam met onderling gelijke afstand rond het spoellichaam. Nabij de uiteinden van de roosterantennegeleiders zijn de geleidende manchetten m5 en m6 gepositioneerd op het spoel-20 lichaam. De in fig. 4 onderste uiteinden van de roosterantennegeleiders zijn via condensatoren, waarvan er één met c7 is aangegeven, verbonden met de onderste manchet m6, zodanig dat de condensatoren op een hoek van het rooster aangrijpen en de onderlinge afstand tussen de condensatoren 25 gelijk is. De bovenste uiteinden van de roosterantennegeleiders zijn via verdere condensatoren, waarvan er één met c9 is aangegeven, verbonden met de bovenste manchet m5, waarbij deze condensatoren diagonaal ten opzichte van de condensatoren c7 zijn gepositioneerd op de roosterantenne-30 geleiders. Voor afregeldoeleinden is de met name aangegeven condensator c9 instelbaar uitgevoerd. In deze uitvoeringsvorm is de onderste manchet mó niet geaard en de bovenste manchet m5 wel geaard. Het signaal op de aansluiting k5 wordt ingekoppeld via de regelbaar uitgevoerde condensator 35 c8.
8 5 G 0 1 3 8 -9-
In deze uitvoeringsvorm vormen telkens twee tegenover elkaar liggende roosterantennegeleiders samen met de vier bijbehorende condensatoren en de ongeaarde manchet m6 een verkorte halve golflengteantenne. In ruimtelijke zin voe-5 ren de roosters aan elkaar tegengestelde stromen. Deze antenne stuurt de andere antenne niet aan omdat deze 90° verder langs de omtrek van de cilinder ligt. De resonantie-frequentie wordt bepaald door de lengte van de roosterantennegeleiders, de capaciteitswaarden van de condensatoren, 10 de afstand tussen de roosterantennegeleiders onderling en de inductieve en capacitieve invloeden uit de omgeving, zoals het aangebrachte afschermlichaam. Voor een circulaire polarisatie moet weer op twee plaatsen worden ingekoppeld. Ook nu kunnen in plaats van condensatoren even-15 tueel zelfinducties gebruikt worden. Voor een optimale werking moeten de condensatoren c7 en c9 zo goed mogelijk aan elkaar gelijk zijn.
Fig. 5 toont schematisch de positionering van de vier uitvoeringsvormen van de uitvinding.binnen een omhullende 20 afscherming, die direct met de geaarde manchet, of geaarde manchetten indien er twee geaard zijn, galvanisch verbonden is. De geleidende afscherming is bij voorkeur langs de gehele omtrek met de geaarde manchet of manchetten galvanisch verbonden. In het geval dat er geen manchetten 25 aanwezig zijn, wordt de omhulling bijvoorbeeld met de geaarde middens van de antennegeleiders galvanisch verbonden.
De afscherming heeft tot doel stralingsverliezen te beperken. Een kwaliteitsverbetering is hiervan het gevolg. Het afschermlichaam is bij voorkeur cilindervormig.
30 Fig. 6 toont de meetresultaten, verkregen met een prak tisch uitvoeringsvoorbeeld van de in fig. 3 schematisch getoonde spoelconfiguratie. Het spoellichaam bestond uit een epoxyharscilinder met een wanddikte van ongeveer 4 mm en een diameter van 0,3 m. De lengte van de antennegelei-35 ders was 0,295 m. De afstand tussen de manchetten m3 en m4 85C0138 -10- bedroeg 0,304 m. De waarde van de condensatoren c4 en c6 was 8,2 pF en de variabel uitgevoerde condensator c6 was regelbaar tussen ongeveer 3 pF en ongeveer 16 pF. De waarde van de variabel uitgevoerde inkoppelcondensator c5 was regel-5 baar tussen ongeveer 3 pF en ongeveer 40 pF. Het aantal antennegeleiders, bestaande uit koperdraden met een diameter van 2 mm, was 40. De gehele configuratie werd gemonteerd binnen een koperen afscherming, die met een van de manchetten werd verbonden, namelijk de geaarde manchet. De diameter van 10 de afschermcilinder bedroeg 0,40 m en de lengte was 1,0 m.
De resonantiefrequentie van de configuratie bedroeg 70,96 MHz en was regelbaar tussen 70,92 MHz en 71,72 MHz.
De onbelaste kwaliteitsfactor van de spoelconfiguratie was 525.
.Fig. 6 toont meetwaarden bij deze spoelconfiguratie in 15 een vlak loodrecht op de hartlijn van de configuratie en midden tussen de manchetten m3 en m4. De sterkte van het magnetische veld op de as in het midden tussen de manchetten bedroeg per ingestraald vermogen (6,80 ± 0,34)*10*"^ Tesla per 10 mWatt. De grootte nam af naar de manchetten toe en was 20 met een factor 0,3 verminderd op ongeveer 0,03 m vanaf het niveau van de manchetten. De waarde van de inkoppelcondensator c5 bij resonantie bedroeg (8,0 ± 0,l)pF.
Door middel van streepjes is in fig. 6 de veldrichting aangegeven. De getallen geven de relatieve veldamplitude ten 25 opzichte van het hierboven gedefinieerde midden aan.
8500138

Claims (8)

1. Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel is voorzien van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal stralende geleiders 5 in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam is gepositioneerd met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden, met het kenmerk, dat de stralende geleiders bestaan uit antennegeleiders, gevormd door afzonderlijke draden met een lengte ongeveer 10 gelijk aan de halve golflengte van de werkfrequentie van de spoel.
2. Hoogfrequente spoel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat signaal wordt ingekoppeld via condensatoren aan de uiteinden van twee of vier diametraal tegen- 15 over elkaar gelegen antennegeleiders, waarvan de middens geaard zijn.
3. Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel is voorzien van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal 20 op de wand waarvan een aantal antennegeleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam is gepositioneerd, met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden, en voorzien is van manchetten van elektrisch geleidend materiaal rond de spoel, aangrenzend aan de uit-25 einden van de antennegeleiders, met het kenmerk, dat de uiteinden van de antennegelijders via rond het lichaam verlopende cirkelvormige geleidingsdraden zijn verbonden, waarbij de manchetten beide geaard zijn.
4. Hoogfrequente spoel volgens conclusie 3, m e t het 30 kenmerk, dat signaal wordt ingekoppeld via één of twee condensatoren op één of beide cirkelvormige geleidingsdraden, bij voorkeur op knooppunten met de antennegeleiders. 8500138 « -12-
5. Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel is voorzien van een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan een aantal antennegeleiders in hoofdzaak 5 evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam is gepositioneerd met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden, en voorzien is van manchetten van elektrisch geleidend materiaal rond de spoel aangrenzend aan de uiteinden van de antennegeleiders, met het kenmerk, 10 dat de uiteinden van de antennegeleiders via condensatoren zijn verbonden met de respectievelijke aangrenzende manchet, en dat één der manchetten geaard is en de andere niet geaard is
6. Hoogfrequente spoel volgens conclusie S,;m et het kenmerk, dat signaal wordt ingekoppeld via een cóndene 15 sator op één of twee antennegeleiders op het verbindingspunt tussen die betreffende geleiders en bijbehorende condensator aan de zijde van de geaarde manchet.
7. Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur, welke spoel is voorzien van 20 een cilindrisch lichaam uit elektrisch isolerend materiaal, op de wand waarvan vier antennegeleiders in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van het cilindrische lichaam zijn gepositioneerd met in hoofdzaak onderling gelijke tussenafstanden, en voorzien is van manchetten van elektrisch 25 geleidend materiaal rond de spoel aangrenzend aan de uiteinden van de antennegeleiders, met het kenmerk, dat de antennegeleiders de vorm hebben van een rooster van parallele geleidende draden, aan de uiteinden met elkaar verbonden door geleidende dwarsverbindingen, dat twee dia- 30 gonale hoeken van elk rooster via condensatoren met de respectievelijke aangrenzende manchet zijn verbonden, eii dat één der manchetten geaard is en de andere niet geaard is.
8. Hoogfrequente spoel volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat signaal wordt ingekoppeld via een conden- 35 sator op één of twee roosterantennegeleiders op het verbindingspunt tussen die betreffende geleiders en bijbehorende condensator aan de zijde van de geaarde manchet. 85 0 0 1 3 8
NL8500138A 1985-01-21 1985-01-21 Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur. NL8500138A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500138A NL8500138A (nl) 1985-01-21 1985-01-21 Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500138 1985-01-21
NL8500138A NL8500138A (nl) 1985-01-21 1985-01-21 Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500138A true NL8500138A (nl) 1986-08-18

Family

ID=19845389

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500138A NL8500138A (nl) 1985-01-21 1985-01-21 Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8500138A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4924184A (en) * 1988-04-11 1990-05-08 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Magnetic resonance apparatus
US5196797A (en) * 1990-10-31 1993-03-23 Toshiba America Mri, Inc. Method of correcting an asymmetry in an NMR radio frequency coil and an improved radio frequency coil having N-fold symmetry and reduced eddy current

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4924184A (en) * 1988-04-11 1990-05-08 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Magnetic resonance apparatus
US5196797A (en) * 1990-10-31 1993-03-23 Toshiba America Mri, Inc. Method of correcting an asymmetry in an NMR radio frequency coil and an improved radio frequency coil having N-fold symmetry and reduced eddy current

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4490966B2 (ja) 高周波mri用コイル
EP1687653B1 (en) Rf coil system for super high field (shf) mri
US4712067A (en) R.F. coil system for generating and/or receiving alternating magnetic fields
CA1254618A (en) Magnetic resonance imaging apparatus including a bird- cage r.f. coil
US7205768B2 (en) Connection lead for an electrical accessory device of an MRI system
EP0047065B1 (en) Distributed phase rf coil
US4775837A (en) Surface coil for high-frequency magnetic fields for magnetic resonance examinations
JPH0217037A (ja) 対称な高周波アンテナの作動装置
US5329233A (en) Cylindrical local coil for nuclear magnetic resonance imaging
EP0239147B1 (en) Magnetic resonance imaging apparatus including an interference-poor r.f. coil
US6870453B2 (en) MR apparatus provided with an open magnet system and a quadrature coil system
EP0173363A1 (en) MR-apparatus having a transmission-measuring coil for high frequencies
EP0721592B1 (en) Rf coil arrangement for a magnetic resonance apparatus
JPH06277194A (ja) 遮蔽体を備えた核スピン断層撮影装置用アンテナ装置
NL8500138A (nl) Hoogfrequente spoel voor toepassing in magnetische kernspinresonantie-apparatuur.
US5689188A (en) Magnetic resonance apparatus
EP3807666B1 (en) Sheath wave barrier for magnetic resonance (mr) applications
EP1576382A2 (en) Self-shielded gradient coil arrangements with minimised risk of partial discharge
JP3504968B2 (ja) 核磁気共鳴イメージング用の局部コイル
Hong et al. Whole body Slotted Tube Resonator (STR) for proton NMR imaging at 2.0 Tesla
EP3617730A1 (en) Sheath wave barrier for magnetic resonance (mr) applications
Fujita et al. An optimized open quadrature distributed RF surface coil
JP3134325B2 (ja) Mri用rfコイル
JPH0424019A (ja) 磁気共鳴装置用高周波プローブ
JPS63177505A (ja) Nmr用高周波コイル

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed