NL8500040A

NL8500040A - Draagbare houder.

Info

Publication number: NL8500040A
Application number: NL8500040A
Authority: NL
Original assignee: Schuler Jacob Pieter
Priority date: 1985-01-08
Filing date: 1985-01-08
Publication date: 1986-08-01

Description

V NL 32.585-dV/Vo/rvdv » i

Draagbare houder

De uitvinding heeft betrekking op een draagbare houder. Dergelijke houders worden voor velerlei doeleinden toegepast, zoals voor het opbergen en dragen van diverse gereedschappen en dergelijke.

5 Deze bekende houders hebben, wanneer men tijdens het werk op een ladder staat, alle het grote bezwaar, dat ze niet of slechts met veel moeite stabiel op de ladder plaatsbaar zijn. Hierdoor heeft men veelal slechts één hand ter beschikking voor het uitvoeren van diverse werkzaamheden, omdat 10 met de andere hand zowel de houder als ook de ladder moet worden vastgehouden.

De uitvinding beoogt een draagbare houder te verschaffen, waarbij dit bezwaar op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is ondervangen.

15 Hiertoe wordt de draagbare houder volgens de uit vinding gekenmerkt door uitsparingen, waarmee de houder in een werkstand stabiel over twee opeenvolgende sporten van een ladder plaatsbaar is.

Op deze wijze kan de houder in een vaste stand op 20 de ladder worden geplaatst en behoeft de houder niet te worden vastgehouden.

In een voorkeursuitvoering van de houder volgens de uitvinding is als uitsparingen tenminste een langwerpige sleuf toegepast, die zich vanaf de onderzijde van de houder 25 in althans nagenoeg verticale richting tot dicht onder de bovenzijde van de houder en over de gehele breedte daarvan uit- j strekt, alsmede tenminste één, naast en evenwijdig aan de sleuf verlopende, in de bodem van de houder gevormde goot, die zich eveneens over de gehele breedte van de houder uit-30 strekt, waarbij de afstand tussen de bovenzijden van de sleuf en van de goot tenminste gelijk is aan de sportafstand van de ladder.

Wanneer de houder op de ladder is geplaatst, bevindt de bovenste van de betreffende twee sporten zich in het 1 35 bovenste gedeelte van de langwerpige sleuf, terwijl de daar onder gelegen sport in de goot rust. Doordat de afstand tussen de bovenzijden van de sleuf en van de goot tenminste gelijk is aan de sportafstand van de ladder wordt bereikt, dat 8500040 * ' · - -2- de houder steeds stevig met de goot op de onderste van de betreffende twee sporten rust, zodat een stabiele plaatsing van de houder is gewaarborgd.

In een handige uitvoeringsvorm van de houder vol-5 gens de uitvinding zijn aan weerszijden van de sleuf telkens twee goten gevormd.

Hierdoor kan de houder afhankelijk van de hellings-hoek van de ladder op verschillende manieren op de ladder worden geplaatst, waarbij de houder zelf telkens bij benadeel 0 ring een verticale stand bezit.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de houder volgens de uitvinding is weergegeven.

Pig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een 15 uitvoeringsvorm van een draagbare houder volgens de uitvinding, die in een werkstand op een ladder is. geplaatst, en

Fig. 2 is een gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede weergegeven aanzicht van de houder volgens fig. 1.

20 De in fig. 1 getoonde draagbare houder 1 is op een ladder 2 geplaatst. Hiertoe bezit de houder 1 een aantal uitsparingen, waarmee de houder 1 in de getoonde werkstand stabiel over twee opeenvolgende sporten 3,4 van de ladder 2 plaatsbaar is.

25 Een eerste uitsparing wordt gevormd door een lang werpige sleuf 5, die zich vanaf de onderzijde van de houder 1 in althans nagenoeg verticale richting tot dicht onder de bovenzijde van de houder 1 uitstrekt. Deze sleuf 5 strekt zich bovendien over de gehele breedte van de houder 1 uit, zodat 30 deze als het ware wordt gedeeld in twee kleine houders, die slechts aan hun bovenzijde met elkaar zijn verbonden. In de getoonde uitvoeringsvorm bevindt de sleuf 5 zich centraal in de houder 1, zodat deze in twee even grote compartimenten 6, 7 wordt gedeeld. De breedte van de langwerpige sleuf 5 is zo-35 danig, dat de sport 3 tot het aanslaan tegen de bovenste begrenzing van de sleuf 5 eenvoudig in de houder 1 aanbrengbaar is.

Behalve de langwerpige sleuf 5 bezit de houder 1 vier, paarsgewijs naast en evenwijdig aan de sleuf 5 verlo-40 pende, in de bodem van de houder 1 gevormde goten 8,9. Deze 8500040 -3- goten 8, 9, die zich eveneens over de gehele breedte van de houder 1 uitstrekken, nemen, zoals bijvoorbeeld duidelijk blijkt uit fig. 2, de onderste sport 4 van de betreffende twee sporten 3, 4 op, waardoor de houder 1, mede door het ef-5 feet van de bovenste sport 3 en de sleuf 5, een bijzonder stabiele stand aanneemt op de ladder 2. Hierbij is het echter van belang, dat de afstand tussen de bovenzijden van de sleuf 5 en van de goten 8, 9 tenminste gelijk is aan de sportaf-stand van de ladder 2. Dan wordt immers vermeden, dat slechts 10 de bovenzijde van de sleuf 5 op de bovenste sport 3 rust en de onderste sport 4 enkel zijdelings tegen de gootwanden rust, waardoor het risico van het uit de goten 8, 9 vrijkomen van de onderste sport 4 aanzienlijk zou toenemen.

Elke goot 8, 9 wordt gevormd door de bodem van de 15 houder 1 en ter plaatse van de gootuiteinden nagenoeg loodrecht ten opzichte van de bodem en de goten 8, 9 uitstekende randen 10. Deze randen 10 bestaan in de getoonde uitvoeringsvorm uit getande uiteinden van de zijwanden van de compartimenten 6, 7 van de houder 1.

20 In de in fig. 1 getoonde stand bevindt de onderste sport 4 zich in een van de buitenste goten 8. Zoals blijkt uit fig. 2, komt deze stand, bij een verticale houder 1, overeen met een bepaalde hellingshoek van de ladder 2 (weergegeven door de stippellijn tussen de sporten 3 en 4). Wan-25 neer de onderste sport 4 in een der binnenste goten 9 wordt geplaatst, bezit de ladder 2 (zoals in fig..2 is weergegeven door de streep-puntlijn tussen de sporten 3’ en 4') een kleinere hellingshoek. Het is derhalve mogelijk om, afhankelijk van de hellingshoek van de ladder 2, de meest gunstige stand 30 van de houder 1 te kiezen (geringe afwijking van de verticale stand) door de onderste sport 4 in een der buitenste of binnenste goten 8 resp. 9 te plaatsen.

Het compartiment 7 is voorzien van een inwendige rondlopende omhooggerichte schouder 11, waarop een correspon-35 derende omlaaggerichte schouder 12 van een in het compartiment 7 plaatsbaar bakje 13 of dergelijke kan rusten. Dit bakje 13 kan elke geschikte vorm hebben, en bijvoorbeeld een op-neemholte voor een verfblik bevatten, of zijn verdeeld in kleine sorteervakjes voor schroeven, spijkers etc. Door de 40 schouders 11, 12 kan het bakje 13 snel uit het compartiment 7

8 5 ö 0 0 4 C

-1 -4- worden genomen, zodat ook het overige gedeelte van dit compartiment 7 bereikbaar is.

Aan de bovenzijde bezit de houder 1 tenslotte een handgreep 14, waardoor de houder 1 op eenvoudige wijze kan 5 worden gedragen.

De draagbare houder 1 volgens de uitvinding kan op eenvoudige en goedkope wijze uit kunststof zijn vervaardigd, waardoor tevens een grote verscheidenheid aan uiterlijke vormen kan worden gerealiseerd, zodat de uitvinding niet is be-10 perkt tot de in het voorgaande getoonde uitvoeringsvorm, maar binnen het kader van de uitvinding op velerlei manieren kan worden gevarieerd. Hierbij kan worden gedacht aan een houder met een ronde vorm in plaats van de getoonde rechthoekige vorm, waardoor de houder als emmer dienst kan doen. Bovendien 15 kan een grote verscheidenheid aan bakjes in de compartimenten zijn aangebracht, waardoor de houder uitermate geschikt wordt voor het opbergen van kleine voorwerpen.

8500040

Claims

1. Draagbare houder, gekenmerkt door uitsparingen, waarmee de houder in een werkstand stabiel over twee opeenvolgende sporten van een ladder plaatsbaar is.

2. Draagbare houder volgens conclusie 1, m e t 5het kenmerk, dat als uitsparingen tenminste een langwerpige sleuf is toegepast, die zich vanaf de onderzijde van de houder in althans nagenoeg verticale richting tot dicht onder de bovenzijde van de houder en over de gehele breedte daarvan uitstrekt, alsmede tenminste één, naast en evenwijdig 10 aan de sleuf verlopende, in de bodem van de houder gevormde goot, die zich eveneens over de gehele breedte van de houder uitstrekt, waarbij de afstand tussen de bovenzijden van de sleuf en van de goot tenminste gelijk is aan de sportafstand van de ladder.

3. Draagbare houder volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden van de sleuf tenminste ëén goot is gevormd.

4. Draagbare houder volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat aan weerszijden van de sleuf tel- 20 kens twee goten zijn gevormd.

5. Draagbare houder volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat elke goot wordt gevormd door de bodem van de houder en ter plaatse van de gootuiteinden nagenoeg loodrecht ten opzichte van de bodem en de goot uit- ; i 25 stekende randen.

6. Draagbare houder volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de sleuf zich centraal in de i houder bevindt, die daardoor in twee evengrote compartimenten wordt gedeeld.

7. Draagbare houder volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat tenminste een der compartimenten is voorzien van een inwendige rondlopende omhooggerichte schouder, waarop een corresponderende omlaaggerichte schouder van een in het betreffende compartiment plaatsbaar bakje of der- 35 gelijke kan rusten.

8. Draagbare houder volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat het bakje of dergelijke is uitgerust met een opneemholte voor een verfblik. i 8500040 -6-

9. Draagbare houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is vervaardigd uit kunststof, die bestand is tegen agressieve stoffen. 8500040