NL8500024A

NL8500024A - Warm desinfecteren van contactlenzen.

Info

Publication number: NL8500024A
Application number: NL8500024A
Authority: NL
Original assignee: Barnes Hind Inc
Priority date: 1984-01-04
Filing date: 1985-01-04
Publication date: 1985-08-01
Also published as: ES8600693A1; US4472623A; GB2152699B; GB8432459D0; CA1222366A; ZA8410117B; AU3730085A; AU568175B2; DE3500091A1; ES539334A0; GB2152699A

Description

-1-

* . · V

\ VO 6721

Warm desinfecteren van contactlenzen.

De uitvinding heeft betrekking op het warm desinfecteren van contactlenzen.

Contactlenzen verzamelen micro-organismen welke, wanneer zij zich kunnen ontwikkelen, de ogen van de drager kunnen infecteren.

5 Derhalve is het noodzakelijk de lenzen schoon te maken en te desinfecteren, bij voorkeur dagelijks, teneinde de micro-organismen op de lenzen te doden. Deze noodzakelijkheid wordt temeer benadrukt bij zachte contactlenzen, welke vervaardigd zijn uit materiaal dat water-doorlatend is en waarin micro-organismen kunnen doordringen.

10 Een bekende methode voor het desinfecteren van contactlenzen bestaat uit het dompelen van de lenzen in een vloeiend medium bij voorkeur een zoutwateroplossing en de ingedompelde lenzen te verwarmen tot een iets verhoogde temperatuur (bijvoorbeeld 80°C - 95°C) gedurende een voldoende tijd, normaliter tenminste 10 minuten, teneinde de micro-15 organismen te doden welke zich in of op de lenzen bevinden. De verwarming vindt plaats in een kleine inrichting waarvan de basiselementen een kamer omvatten voor het opnemen van een bakje wat de ingedompelde " lenzen bevat en een verwarmingselement welke de kamer verwarmt.

Het is zeer gewenst een relatief gelijkmatige temperatuur in de 20 kamer te handhaven, zodat zelfs wanneer de plaats van het de lenzen-dragende bakje binnen de kamer verschuift, de lenzen voldoende worden verwarmd en niet tot een te hoge temperatuur. Dit verschijnsel is van meer belang wanneer de vormen en afmetingen van het de lenzen dragende bakje geprofileerd is; aangezien de kamer uitgevoerd moet zijn om 25 even veel vormen en afmetingen als mogelijk zijn te kunnen opnemen, moet een de lens dragend bakje van kleine of grotere afmeting dat in de kamer kan worden gezet iets kunnen bewegen binnen de kamer wanneer tegen de eenheid wordt gestoten. Het is noodzakelijk de kamer voldoende te verwarmen opdat de lenzen gedesinfecteerd worden ongeacht 30 waar zij zich in de kamer bevinden. Wanneer het toegepaste verwarmingselement kleiner is dan de kamer, kan dit leiden tot de omstandigheid doordat het oppervlak van de kamer dat zich het dichtst bij het element bevindt zo warm wordt dat de lenzen kunnen beschadigen.

Bij bekende inrichtingen is met het probleem van het verwarmen 35 van de kamer rekening gehouden door een verwarmingsblok dat een voldoende hoeveelheid warmte opneemt uit ren elektrisch weerstands- 8500024 *

V C

9 -2- t verwarmingselement en de opgenomen warmte langzamerhand aan de kamer afgeeft. De werking wordt geregeld door een thermostaat welke het verwarmingselement afschakelt wanneer het blok een vooraf bepaalde temperatuur heeft bereikt/ dat wil zeggen een vooraf bepaalde hoeveelheid warm-5 te heeft opgenomen in hoofdzaak voor het einde van een desinfecterende cyclus. Dit systeemtype heeft verschillende nadelen. Het verwarmingselement moet groot genoeg zijn als verwarmingscapaciteit en moet zodanig zijn bemeten dat het blok in korte tijd kan worden verwarmd terwijl I * een betrekkelijk gelijkmatige temperatuur gehandhaafd moet kunnen 10 blijven aan de top van het blok. Het blok moet bovendien betrekkelijk breed en massief zijn hetgeen bijdraagt tot het gewicht van de eenheid en de kosten verhoogt met betrekking tot vervaardiging en transport.

Het onderbreken van de warmte-toevoer voordat de desinfecterende cyclus is beëindigd vereist dat de lenzen tot een temperatuur worden verwarmd 15 welke tenminste hoog genoeg isalshetdevoorkeur verdienend desinfecterend temperatuurgebied op welk moment het element wordt afgeschakeld; daardoor worden de lenzen blootgesteld aan temperaturen welke dichtbij de temperatuur gelegen is waarbij de lenzen beschadigd zouden worden. Terwijl het desinfecteren meestal wordt uitgevoerd terwijl dé warmte 20 zich in het blok verspreidt zonder extra warmte-toevoer uit het element, is deze handeling gevoelig voor warmte-verlies uit het blok tot de niet verwachte omgevingstemperatuur, en te vroeg openen van de eenheid door de bedienaar en dergelijke. De kamer bereikt slechts voor een zeer korte periode het maximale temperatuur-bereik terwijl de kamer overigens 25 koeler is.

Illustratief voor deze eenheden zijn die beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.044.226 en 4.307.289. Beide octrooi-schriften openbaren warm desinfecterende eenheden met een verwarmings-blok met een relatief hoge verwarmings-absorptie-mogelijkheid en een 30 thermostatische schakelaar, welke de toevoer van de warmte uit het verwarmingselement naar het blok afsluit lang voordat de desinfecterende cyclus is voltooid. Het Amerikaanse octrooischrift 4.044.226 maakt het gebruik van een tijdyclus moeilijker. Het Amerikaanse octrooischrift 3.983.362 beschrijft voorts een eenvoudig behandelingsprincipe en 35 maakt evenmin gebruik van een verwarmingsorgaan dat de geabsorbeerde warmte snel kan afgeven omdat het inwendige van het dragende bakje niet op een aanvaardbare temperatuur kan worden gehouden.

8500024

V

-3- »

De uitvinding ondervangt deze en andere nadelen en heeft *de nog te bespreken voordelen door de toepassing van componenten (bijvoorbeeld een tijdcircuit en een dunne plaat in plaats van een verwarmings-blok) welke de besproken bekende stand van de techniek mist.

5 De uitvinding omvat een eenheid voor het warm desinfecteren van contactlenzen, bestaande uit: (a) middelen welke een huis vormen, dat een verdieping bevat met een warmte-geleidende, in hoofdzaak vlakke bodem en een vorm heeft, bestemd voor het opnemen van een bakje, waarin een paar contact- 10 lenzen naast elkaar gelegen zijn bevat; (b) middelen onder de verdieping voor het verwarmen daarvan tot de desinfecterende temperatuur welke middelen inhouden, een enkelvoudig verwarmingselement,plaatvormige middelen in warmte-geleidend contact met het verwarmingselement en die bodem voor het 15 doorgeven van warmte van dat element aan de bodem van de verdieping, waarbij dat element zich bevindt onder die plaat en een horizontaal dwarsdoorsnede-vlak heeft dat kleiner is dan de helft van die plaat en middelen gelegen tussen die plaat en de verdieping voor het ver-20 spreiden van warmte in die plaat, bestaande uit een gebied van

kleinere warmte-geleidbaarheid dan die plaat, waarbij tenminste een deel van dat gebied direct boven dat element ligt, dat deelneemt aan de warmte-ontwikkeling van het element om aan de bodem I

van de verdieping een temperatuursprofiel te geven, waarin het ge-25 bied van de hoogste temperatuur niet in het midden van het element ligt en waarin het temperatuursverschil in twee punten van het oppervlak van de bodem van de verdieping niet groter is dan 15°C; (c) een circuit voor het verwarmen van het element door het daardoor ~ heen voeren van stroom na het inschakelen van het circuit en voor 30 het voor een bepaalde tijd onderbreken van die stroom na het in schakelen, waarbij deze tijd voldoende is om de lenzen te desinfecteren? en (d) schakelmiddelen om het circuit in werking te stellen.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht aan de buitenzijde van 35 een verwarmingselement volgens de uitvinding.

Figuur 2 een onder aanzicht van het inwendige van de eenheid volgens figuur 1.

8500024 # i ! -4-

J

Figuur 3 een dwarsdoorsnede van deze eenheid volgens de lijn III-III van figuur 2.

De uitvinding beoogt te voorzien in een gelijkmatige temperatuur binnen de de lenzen-bevattende eenheid, onder toepassing van een ver-5 warmingselement dat veel kleiner is dan die eenheid.

Figuur 1 toont het inwendige van een warm desinfecterende eenheid waarin de uitvinding is toegepast. Het huis 1 is gevormd door de top 2 en de basis 3 door (niet weergegeven) schroeven vast te zetten welke gaan door openingen in de basis en welke zijn vastgeschroefd 10 in sokkels gevormd binnen de top 2. Een verdieping 4 is in de top 2 gevormd en heeft een vorm welke is aangepast om gebruikelijke bakjes voor de lenzen op te nemen van het type waarin lenzen naast elkaar in een bewaaroplossing zijn gedompeld. Zulke bakjes zijn normaliter langwerpig uitgevoerd zodat de verdieping 4 in het algemeen eveneens 15 langwerpig is. Het bakje kan echter ook rond zijn; voor het opnemen van een dergelijk bakje is de verdieping 4 breder (gemeten vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het huis 1) dan dit zou zijn wanneer slechts langwerpige bakjes opgenomen zouden moeten worden. De bodem 5 van de verdieping 4 is vlak. De bodem 5 kan zijn vervaardigd uit 20 plastic materiaal, en op het huis 1 kan rusten, vooropgesteld dat de bodem 5 van de verdieping warmte-geleidend is.

Het huis 1 heeft voorts een deksel 6, dat scharnierend is aan de achterzijde van de top 2 en kan de verdieping 4 afsluiten wanneer een bakje met lenzen dat verwarmd moet worden in de verdieping 4 is 25 gezet. Schakelaar 7 steekt buiten de top 2 uit en is toegankelijk voor de gebruiker. Zoals nog besproken zal worden, zal door het indrukken van de schakelaar 7 het verwarmings- en tijdschakelmechanisme voor het desinfecteren van de lenzen ingeschakeld worden. Indien gewenst karn een gloeilamp worden toegepast om aan te geven dat de eenheid verwarmd 30 wordt; de gloeilamp is zichtbaar door de lens 8. De top 2, de basis 3, het deksel 6, schakelaar 7 en lens 8 kunnen alle uit plastic vervaardigd zijn.

De details van de verwarmingsmiddelen volgens de uitvinding blijken uit figuur 2, wanneer de inrichting volgens figuur 1 wordt om-35 gekeerd en de bodem 3 wordt verwijderd. Het bodemvlak 9 van de verdieping 4 is gedeeltelijk bedekt door een verwarmingsplaat 10, welke zich in hoofdzaak over de onderzijde van de verdieping 4 uitstrekt. De plaat 8500024 -5- \ » 10 wordt tegen horizontaal verschuiven geborgd door pennen 11 welke uit het vlak 2 uitsteken via in de plaat 10 gevormde openingen. De plaat 10 is in hoofdzaak vlak en un met betrekking tot de breedte en lengte zoals duidelijk uit figuur 3 blijkt. De plaat 10 heeft oren 12; vier van zulke 5 oren zijn voldoende voor nog te bespreken doeleinden, ofschoon drie of acht van zulke oren ook toegepast kunnen worden. De plaat 10 is vervaardigd uit materiaal dat elektriciteit geleidt en welke een grote warmte-geleidbaarheid heeft doch welke geen grote specifieke warmte-capaciteit behoeft te hebben. Een voorkeursmateriaal waaruit de plaat 10 10 kan zijn vervaardigd is koud-gewalst staal.

Het verwarmingselement 13 staat in warmte-geleidend en elektrisch-geleidend contact met de plaat 10. Het element 13 wordt tegen horizontaal verschuiven geborgd door oren 12 welke in de plaat 10 zijn gevormd. Het element ligt passend tussen de oren. Het element 13 kan eventueel 15 zijn vastgezet door een middel zoals cement of vet dat niet smelt bij de temperatuur welke het element 13 bereikt tijdens de warm-desinfec-terende cyclus. Het element 13 van een gebruikelijk maaksel in het algemeen bekend als een element met een positieve temperatuurscoëfficiënt (PTC) , dat snel in temperatuur toeneemt wanneer daar een stroom door-20 heen loopt en een gelijkmatige hoge temperatuur verkrijgt over het oppervlak van het element dat in contact is met de plaat 10. Een materiaal dat aan deze vereisten voldoet is door lanthanium-vertraagd bariumtitanaat. Een verdere beschrijving volgt uit het Amerikaanse oc-trooischrift 3.996.447 op naam van Bouffard en andere. Het element weer- t 25 gegeven in figuur 2 is van dit type met ongeveer de afmetingen van een dollar en op de markt gébracht door Murata Manufacturing Co., Shiga 527 Japan.

Het element 13 kan groter zijn dan weergegeven, zolang dit smaller in dwars doorsnede vlak is dan de bodem 5 van de verdieping 4; 30 de voordelen van de uitvinding worden echter bereikt wanneer het element 13 kleiner is dan de helft, kleiner dan een-vierde, of zelfs kleiner dan een-tiende van het doorsnede-oppervlak vein de bodem 5. Het element 13 ligt bij voorkeur gecentreerd tegen de bodem 5 waardoor een gelijkmatige temperatuur eenvoudiger kan worden gehandhaafd ofschoon dit ook 35 ergens anders tegen de bodem van de plaat 10 kan zijn aangebracht. Dit element moet in staat zijn een temperatuur te bereiken van ongeveer 130°C tot ongeveer 150°C, bij voorkeur ongeveer 140°C zodat de lenzen 8500024 -6- welke zich binnen de verdieping 4 bevinden tot tenminste 80°C verwarmd kunnen worden. Opgemerkt zij, dat de uitvinding zelfs voldoende werkt met slechts een element 13.

Een strip 14 loopt over het element 13 tussen de twee stijlen 5 15 waarvan de toppen op hetzelfde niveau liggen als het bovenvlak van het element 13. De strip 14 wordt op zijn plaats gehouden door schroeven \ welke in de stijlen 15 zijn geschroefd. De strip 14 moet elektrisch-ge-leidend zijn en kan een platte metaalstrip zijn zoals uit koud-gewalst staal doch hoeft geen verend staal te zijn. Een goed elektrisch con-10 tact tussen de strip 14 en het element 13 is noodzakelijk, en kan worden verzekerd door een kleine kraag 14A, als weergegeven in figuur 3.

De kraag 14A is van een afmeting welke kan worden verkregen door de punt van een spijker tegen de andere zijde van de strip 14 te houden en hard genoeg met een hamer te slaan ter vorming van de kraag maar niet hard 15 genoeg om de hele strook 14 te verbreden.

De circuitmiddelen 16 bevinden zich nabij de verdieping 4 in de top 2 en omvatten een leiding C welke kan worden aangesloten op een huishoudelijke stroombron. De schakelaar 7, welke het circuit 16 in werking stelt, is hier te zien. De leidingen 18 en 19 voeren elektrisch 20 vermogen van het circuit 16 naar respectievelijk de plaat 10 en de strip 14 waaraan zij door solderen of door mechanisch krinqaen zijn verbonden om oren welke in de plaat 10 en strip 14 gevormd zijn.

Het circuit 16 moet in staat zijn stroom te voeren naar het element 13 (via leidingen 16 en 18, strip 14 en plaat 10), wanneer de 25 schakelaar 7 is bediend om de stroom automatisch te onderbreken na verloop van een bepaalde tijdsperiode vanaf het in werking stellen van de schakelaar. Het is voor een deskundige zonder meer mogelijk een dergelijk circuit samen te stellen. Zulk een circuit is een gebruikelijk type als bekend als "R-C" circuit dat weerstanden en condensatoren 30 omvat zodat bij het sluiten van het circuit (door het indrukken van de schakelaar 7) de stroom door het circuit gedurende een bepaalde tijdsperiode loopt als functie van de afmetingen van de weerstanden en condensatoren. Aan het einde van die periode zal geen stroom meer door het circuit vloeien totdat het circuit opnieuw wordt gesloten. Bij de 35 eenheid volgens figuur 2 zal na het insteken van een snoer C in een normaal stopcontact het sluiten van het circuit 16 oorzaak zijn dat een stroom door het elektrische circuit gaat vloeien gevormd door de leiding 18, de plaat 10, het element 13, de strip 14 en de leiding 19.

8500024 t -7-

Het 'element 13 wordt warm en de geproduceerde warmte wordt naar de plaat 10 geleid en vervolgens naar de verdieping 4. De stroom wordt gedurende 10 tot 20 minuten, bij voorkeur 10 tot 15 minuten naar het element 13 gevoerd en dit is lang genoeg om de contactlenzen te ver-5 warmen welke in een bewaaroplossing zijn gedompeld in een bakje met lenzen geplaatst in de verdieping 4 welke verwarming plaats vindt bij tenminste 80° en gedurende de helft van de totale desinfecterende periode wordt gehandhaafd, waarbij de lenzen niet hoger dan tot 80°C worden verwarmd.

10 Nadat de verschillende elementen weergegeven in figuur 2 als getekend zijn gemonteerd wordt de basis 3, bijvoorbeeld met schroeven welke gedraaid worden in de openingen 3A in de onderzijde van de top 2 vastgezet.

Figuur 3 toont een doorsnede van de eenheid volgens figuur 2 en 15 toont duidelijk het wezen van de uitvinding. Het deksel 6, de plaat 10, verwarmingselement 13, strip 14, stijlen 15 en leidingen 18 en 19 zijn evenals in figuur 2 weergegeven. De plaat 10 heeft vlakken 21, welke direct in contact staan met de bodem van de verdieping 4. Middelen 22 bevinden zich tussen de plaat 10 en de verdieping 4 voor het verspreiden 20 van warmte over de plaat 10. De middelen 22 hebben een lagere warmte-geleidbaarheid dan de plaat 10 en kunnen zelfs gevormd worden door een luchtruimte. De middelen 22 worden begrensd tot boven het element 13 en gevormd tussen de vlakken 21. Het vlak 22 omvat middelen voor het verspreiden van warmte over dat gedeelte van de plaat dat direct boven 25 het element 13 ligt. Bij voorkeur wordt een temperatuursprofiel op de bodem van de verdieping gevormd waarbij de hoogste temperatuur niet in het midden van het element 13 ligt doch bij voorkeur evenmin over het element 13 als géheeLSlechts een gedeelte is tijdens gebruik van de plaat 10 in rechtstreeks contact met het vlak van de verdieping 4.

30 Warmte stroomt gemakkelijker door het materiaal waaruit de plaat 10 is vervaardigd doch moet wel de oppervlakken 21 bereiken; anderzijds heeft de warmte een kortere baan om het gebied van de verdieping .4 te bereiken dat in contact is met de middelen 22, doch wanneer dit een luchtruimte is vormt deze een aanzienlijke weerstand tegen de warmte-35 stroom. Het resultaat is dat de warmtestroom van het element 13 naar de verdieping 4 en dus de temperatuur op elk punt van de bodem 5 van de verdieping 4 gelijkmatig is, dat wil zeggen daar is minder variatie in 8500024 « ~w -8- het temperatuurverschil op elk punt van de bodem van de verdieping 4.

Voor een gegeven maximum temperatuur van het element 13, zijn de afmetingen van de middelen of de luchtruimte 22 en eventueel andere openingen in de'plaat 10 zodanig aangebracht dat de temperatuur welke 5 wordt gehandhaafd over het bodemvlak 5 van de verdieping 4 zo gelijkmatig mogelijk is. Bij voorkeur is het maximum temperatuurverschil tussen twee willekeurige punten van het vlak 5 terwijl het verwarmingselement wordt verhit 15°C en bij voorkeur 10°C. Het maximum verschil van 8 of 9°C is waargenomen. De stroomdoorgang blijft gehandhaafd voor 10 tenminste de helft van de desinfecterende cyclus, vooropgesteld dat de optredende temperatuur welke in de verdieping 4 wordt gehandhaafd, veilig voor de lenzen is.

De plaat 10 en de verdieping 4 kunnen ongeveer 80 mm lang en 38 mm breed· zijn terwijl de plaat 10 ongeveer 1 mm dik is. De vlakken 15 21 ter weerszijden van het element 13 zijn ongeveer 13 mm in diameter en steken voor een halve mm uit boven de rest van het vlak van de plaat 10. Zoals opgemerkt kan de plaat 10 niet veel warmte vasthouden. Bij voorkeur moet de temperatuur in de verdieping 4 op tenminste 80°G worden gehouden (voor het eigenlijke desinfecteren van de lenzen), 20 doch niet hoger dan 95°C (om beschadiging van de lenzen of verdampen van de vloeistof waarin zij gedompeld zijn te verhinderen). De temperatuur van de lenzen in de verdieping 4 moet voor tenminste 10 minuten, bij voorkeur tussen 15-20 minuten gehandhaafd blijven. De temperatuur van de bodem van de verdieping is ongeveer 85 - 90°C en het verschil 25 tussen de hoogste en laagste temperatuur op de bodem van de verdieping is niet meer dan 10eC. Bij voorkeur ligt de plaat 10 voor tenminste twee-derde onder de bodem van de verdieping terwijl de plaat gecentreerd is met betrekking tot die verdieping en het element gecentreerd is met betrekking tot de verdièping en de plaat.

30 Het is duidelijk dat de beschreven uitvoeringvorm slechts een voorbeeld is en dat er verschillende alternatieve equivalenten denkbaar zijn met betrekking tot de verschillende aspecten van de eenheid. De eenheid behoeft niet van bovenaf geladen te worden als weergegeven in figuur 1 doch kan ook vanaf de zijkant worden geladen door middel 35 van een lade of een platform dat uit het huis schuift of zwenkt.

Bovendien kan de plaat 10 rond zijn, waarbij het verhoogde oppervlak 21 een ronde band heeft welke in contact is met de verdieping 4; in 8500024 ψ · -9- dat geval is de doorsnede van de plaat 10 volgens de schaal, zoals weergegeven in figuur 3.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn één tot twintig kleine openingen in de plaat 10 geboord teneinde verspreiding van de warmte-5 stroom uit het element 13 te bevorderen. Bovendien: behoeft het vlak 21 niet rond te zijn en kunnen er tien tot twintig kleine vlakjes 21 aanwezig zijn in plaats van de twee als weergegeven in de figuren.

8500024 _*L_ i

Claims

1. Eenheid voor het warm desinfecteren van contactlenzen, bestaande uit: (a) middelen, welke een huis vormen, dat een verdieping bevat met een warmte-geleidende, in hoofdzaak vlakke bodem en een vorm heeft, 5 bestemd voor het opnemen van een bakje,^ waarin een paar contact lenzen naast elkaar gelegen zijn; (b) middelen onder de verdieping voor het verwannen daarvan tot de desinfecterende temperatuur, welke middelen bestaan uit een enkelvoudig verwarmingselement, plaatvormige middelen, in warm-10 te-geleidend contact met het verwarmingselement en die bodem voor het doorgeven van warmte van dat element aan die bodem van de verdieping, waarbij het element zich bevindt onder die plaat en een horizontaal dwarsdoorsnede-vlak heeft, kleiner dan de helft van die plaat en 15 middelen gelegen tussen die plaat en de verdieping voor het ver spreiden van warmte in de plaat, bestaande uit een gebied van kleinere warmte-geleidbaarheid dan die plaat, waarbij tenminste een deel van dat gebied direct boven het element ligt, dat deelneemt aan de warmte-ontwikkeling van dat element om aan de bodem 20 van de verdieping een temperatuursprofiel te geven, waarin het ge bied van de hoogste temperatuur niet in het midden van het element ligt en waarin het temperatuursverschil in twee punten van het oppervlak van de bodem van de verdieping niet groter is dan 15°C; (c) een circuit voor het verwarmen van het element door het daardoor- 25 heen voeren van stroom na het inschakelen van het circuit en voor het voor een bepaalde tijd onderbreken van de stroom na het inschakelen, waarbij deze tijd voldoende is om de lenzen te desinfecteren; en (d) schakelmiddelen om het circuit in werking te stellen.

2. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaatvormige middelen onder tenminste twee-derde van de bodem van de verdieping gelegen zijn en ten opzichte daarvan zijn gecentreerd terwijl dat element gecentreerd is ten opzichte van de plaat en de verdieping. 8500024 f -11-

3. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het verspreiden van de warmte bestaan uit een luchtspleet boven het element en gebieden van de plaat welke symmetrisch liggen aan elke zijde van de luchtspleet welke direct in contact zijn met de bodem van 5 de verdieping.

4. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdieping en de plaat langwerpig in vorm zijn.

5. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ingestelde tijd 10 tot 20 minuten is.

6. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na het in werking stellen van de schakelmiddelen de temperatuur in de verdieping gedurende ten minste 10 minuten op 80 tot 95°C wordt gehouden.

7. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dwarsdoor-snedevlak van het element niet meer dan een-tiende van de bodem van de 15 verdieping is.

8. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het verspreiden van de warmte bestaan uit 1 tot 20 openingen in de plaat.

9. Eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na het in 20 werking stellen van het circuit de temperatuur op de bodem van de verdieping 85 tot 90°C is en het verschil in temperatuur op elke twee punten van het oppervlak van de bodem van de verdieping niet meer dan

10°C is. 8500024