NL8402816A - Plantpot ten behoeve van substraatteelt. - Google Patents

Description

-· * * I?* .?»

Hw/Mv/1 JJ Inpak

Plantpot ten behoeve van substraatteelt

De uitvinding heeft betrekking op een plantpot, ten behoeve van substraatteelt, van anorganisch materiaal zoals steenwol, voor het telen van planten, welke pot de vorm van een parallellepipedum heeft met een in het bovenvlak openende 5 uitsparing voor het opnemen van een kiemplantje, waarbij de vier op het bovenvlak aansluitende zijden zijn bedekt met een laag van vloeistof en licht ondoorlatend materiaal.

Een dergelijke plantpot wordt veelal gebruikt om een eenmaal ontkiemd plantje verder te ontwikkelen, waarna de 10 plantpot met de ontwikkelde plant in geheel op een substraat van bijvoorbeeld steenwol wordt geplaatst voor verdere cultivatie middels hydrocultuur. In de tussenliggende fase is het gebruikelijk om de plantpot vrij op een stenen bodem te plaatsen hetgeen het bezwaar met zich meebracht dat de wortel 15 ontwikkeling niet optimaal was. Teneinde dat te voorkomen zijn dergelijke plantpotten geplaatst op Perlitekorrels, die vooraf op de bodem worden-uitgestrooid. Het gebruik van Perlitekorrels heeft echter overwegende nadelen met name wat betreft de stofvorming, terwijl de relatief scherpe korrels 20 handen en knieën van de kwekers kunnen beschadigen, hetgeen voorzorgsmaatregelen vereist.

De uitvinding beoogt een plantpot te verschaffen, waarin een optimale wortelontwikkeling van de kiemplant kan j plaatsvinden zonder dat de voornoemde Perlitekorrels of 25 dergelijke noodzakelijk zijn.

De plantpot volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de van het bovenvlak afgekeerde onderzijde van het parallellepipedum verhoogde, respectievelijk verdiepte delen heeft.

30 Doordat de steenwol plantpot op de verhoogde delen komt te staan is een voldoende luchttoevoer verzekerd teneinde de wortelrot te voorkomen. Bovendien is wortelgroei 8402816 -2- <5 i in de verdiepte delen mogelijk, hetgeen de ongestoorde groei van de wortels in het substraat tijdens de hydrocultuur bevorderd, nadat de pot op het substraat is geplaatst.

Een dergelijk plantpot biedt bovendien het voordeel 5 dat ook Perlitekorrels niet meer noodzakelijk zijn, hetgeen de teeltwijze aanzienlijk vereenvoudigd en energiekosten met betrekking tot de strooimachine voor de Perlitekorrels voorkomt.

Er zijn volgens de uitvinding verschillende 10 uitvoeringsvormen mogelijk. Zo kan de oorspronkelijk vlakke onderzijde worden voorzien van insnijdingen, zodanig dat deze insnijdingen openen in tenminste één van de zijden van het parallellepipedum.

Anderzijds is het mogelijk de onderzijde golfvormig 15 uit te voeren.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening toont: 20 Fig. 1a, b, c, d, e, een vijftal verschillende uitvoeringsmogelijkheden van de plantpot volgens de uitvinding gezien aan de onderzijde daarvan.

Fig. 2 een perspektivisch bovenaanzicht van naast elkaar aangebrachte plantpotten op een vlakke bodem.

25 De plantpot 1 uit fig. 1 heeft de vorm van een parallellepipedum en kan in bovenaanzicht een· rechthoek of een vierkantvorm hebben. He't bovenvlak, zie fig. 2, is zodanig ingeboord dat daarin een centrale opening 2 ontstaat, welke een bepaalde diepte heeft en welke dient voor het opne-30 men van een kweekplant 3. De op het bovenvlak aansluitende staande zijden zijn bedekt met een laag 4 van waterondoor-laatbaar materiaal, welke laag kan bestaan uit een folie van kunststofmateriaal dat als een strook om de vier staande zijden is gewikkeld.

35 Volgens de uitvinding is de onderzijde uitgevoerd met verdiepte respectievelijk verhoogde delen. Deze kunnen worden vervaardigd door de onderzijde 5 in te snijden met behulp van een frees of dergelijke, zodanig dat groeven 6 840 28 1 6 ❖ " -** -3- ontstaan. Door het aanbrengen van een vijftal frezen naast elkaar kan door het verschuiven van de pot over de frezen een vijftal langsgroeven 6 gelijktijdig worden getrokken. De dwarsdoorsneden van deze langsgroeven kunnen driehoekig zijn, 5 zie fig. 1a, rechthoekig, zie fig. tb, halfrond, zie fig. 1c, of willekeurig welke andere vorm.

Fig. 1d laat zien dat de groeven in twee richtingen kunnen worden getrokken, zodat een rooster ontstaat. De groeven kunnen hierbij evenwijdig aan de staande zijden lopen, 10 maar voor het vergroten van de luchttoevoeropening in de zijden ook onder een hoek daarvan, zie fig. 1e.

Het zal duidelijk zijn dat bij het plaatsen van de potten 1 op een vlakke bodem 7 de kanalen 6 aan de onderzijden van de potten een voldoende luchttoevoer aan de onderzij-15 de waarborgen, zodat wortelrot wordt voorkomen en een gezonde ontwikkeling van het wortelstelsel wordt toegelaten.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

* * 840 28 16

Claims (6)

1. Plantpot, ten behoeve van substraatteelt, van anorganisch materiaal, zoals steenwol voor het telen van planten welke pot de vorm van een parallellepipedum heeft, met een in het bovenvlak openende uitsparing voor het opnemen 5 va een kiemplantje, waarbij de vier op het bovenvlak aansluitende zijden zijn bedekt met een laag van vloeistof of licht ondoorlatend materiaal, met het kenmerk, dat de van het bovenvlak afgekeerde onderzijde .van het parallellepipedum verhoogde respectievelijk verdiepte delen heeft.

2. Plantpot volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de oorspronkelijke vlakke onderzijde insnijdingen heeft, zodanig dat de insnijdingen openen in tenminste één van de vier staande zijden van het parallellepipedum.

3. Plantpot volgens conclusie 2, met het k e n -15 merk, dat de insnijdingen parallel aan elkaar verlopen.

4. Plantpot volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de insnijdingen elkaar kruisen.

5. Plantpot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderzijde golfvormig is.

6. Werkwijze voor het vervaardigen van een plantpot, volgens conclusie 1 en 2, waarbij de plantpot als een parallellepipedum uit een plaat van anorganisch materiaal wordt gesneden en vervolgens aan één zijde wordt ingeboord voor het vormen van een centrale uitsparing, met het 25 kenmerk, dat de pot met de zijde, die tegenover de ingeboorde zijde ligt, langs een freestoestel wordt geleid voor het vormen van tenminste één insnijding. ( 8402816 | j