NL8402125A

NL8402125A - Bass reflex loudspeaker with continuous airgap alongside cone - achieving high power output combined with flat response and low distortion

Info

Publication number: NL8402125A
Application number: NL8402125A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1984-07-04
Filing date: 1984-07-04
Publication date: 1985-06-03

Abstract

The speech coil (43) is wound on a conventional former (42) in the magnetic assembly (44). The former is covered by a domed cloth cap (52) and connected to the speaker cone (41). The cone is centred within the speaker chassis (47) by two corrugated rings (46, 48) which are pierced to allow easy passage to air. One ring (46) is attached at the end of the former (42) and the other is attached half-way up the cone (42). The outer circumference of the cone has a cylindrical flange (49) on it, parallel to the wall of the chassis (47). The dimensions (h, b) of the air gap (50) between the flange and wall (47) are chosen for the best bass reflex response. The acoustic resistance, between the outer face (Vu) of the speaker and the rear pressure equalisation hobs (51), is minimal.

Description

* r * %* r *%

VV

EHN 11.076 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.EHN 11,076 1 N.V. Philips' Incandescent lamp factories in Eindhoven.

Onzetter voor het realiseren van het basreflex-principe.Unfortunate to realize the bass reflex principle.

De uitvinding heeft betrekking op een elektro-akoestische onzetter, voorzien van een membraan en van centreermiddelen voor het centreren van het membraan, welke centreermiddelen zijn gekoppeld tussen enerzijds het membraan en anderzijds een vast deel van de 5 omzetter. Een dergelijke omzetter is bekend uit het boek "Acoustics" van L.L. Beranék, zie hoofdstuk 7 en in het bijzonder figuur 7.1.The invention relates to an electro-acoustic device, provided with a membrane and with centering means for centering the membrane, which centering means are coupled between the membrane on the one hand and a fixed part of the transducer on the other. Such a converter is known from the book "Acoustics" by L.L. Beranék, see chapter 7 and in particular figure 7.1.

De centreermiddelen kunnen bijvoorbeeld dienen voor het centreren van de buitenomtrek van het membraan. Dit is in de omzetter van figuur 7.1 aangegeven met het referentienunmer 2. Deze centreermiddelen hebben 10 niet alleen een centrerende funktie, doch ook een lucht afdichtende funktie.The centering means can serve, for example, for centering the outer circumference of the membrane. This is indicated in the converter of figure 7.1 by the reference number 2. These centering means have not only a centering function, but also an air sealing function.

Stelt men hoge eisen aan de omzetter, bijvoorbeeld ten aanzien van de ondergrens van het frekwentiebereik van de omzetter (die men graag erg laag wil hebben cm de omzetter als woofer te laten 15 funktioneren), de maximaal mogelijke uitwijking van het membraan van de omzetter (die men graag zo groot mogelijk wil hébben) als een zo goed mogelijke hifi'kwaliteit van de omzetter dan zullen de voornoemde middelen zeer soepel moeten zijn (in verband met de gewenste hoge kcmpliantie) en breed moeten zijn (cm een grote uitwijking van 20 het membraan mogelijk te maken).Door de hoge kcmpliantie: a) gaat de centrerende werking van de centreermiddelen grotendeels verloren hetgeen resulteert in het kantelen van het membraan vooral bij grote uitwijkingen, b) gaan de centreermiddelen een eigen trillingsgedrag vertonen waardoor 25 zij een eigen bijdrage gaan leveren aan de akoestische afstraling van de omzetter.If high demands are placed on the converter, for example with regard to the lower limit of the frequency range of the converter (which one would like to have very low to allow the converter to function as a woofer), the maximum possible deflection of the membrane of the converter ( which one would like to have as large as possible) as the highest possible hi-fi quality of the converter, then the aforementioned means must be very flexible (in connection with the desired high efficiency) and must be wide (cm a large deviation of 20 diaphragm). Due to the high compliance: a) the centering action of the centering means is largely lost, which results in the membrane tilting, especially in the case of large deflections, b) the centering means exhibit their own vibration behavior, so that they contribute their own contribution. supply to the acoustic radiation of the converter.

Het resultaat is dat de frekwentiekarakteristiek van de omzetter een grilliger verloop vertoont in het frekwentiewerkbereik van de omzetter en dat de vervorming in het uitgangssignaal van de 30 omzetter hoog is.The result is that the frequency characteristic of the converter shows a more irregular course in the frequency operating range of the converter and that the distortion in the output signal of the converter is high.

De uitvinding beoogt een omzetter te verschaffen met een grote maximaal mogelijke uitwijking, een zo vlak mogelijk frekwentiewerkbereik en een lage vervorming. De omzetter volgens de uitvinding 8402125 '-4 PHN 11.076 2 heeft daartoe het kenmerk, dat de buitenomtrek van het membraan en- het vaste deel van de omzetter een luchtspleet vonten en dat, indien de omzetter is opgenanen in een opening van een verder ten minste nagenoeg gesloten behuizing, er een akoestische weg aanwezig is van het inwendige s volume van de behuizing, via de genoemde luchtspleet naar het inwendige van de behuizing. De uitvinding berust op het inzicht dat doelbewust wordt afgezien van centreermiddelen voor het centreren van de buitenomtrek van het membraan die luchtafdichtend zijn. Hierdoor vervalt de eigen bijdrage van de centreermiddelen aan de akoestische 10 afstraling van de omzetter waardoor de frekwentiekarakteristiek van de omzetter vlakker en de distorsie in het uitgangssignaal van de omzetter minder is . Bovendien kan men de luchspleet zodanig dimensioneren dat deze, indién de omzetter in de voomoemde behuizing is opgencmen, in kombinatie met het volume van de behuizing als een basis reflex opening kan fungeren. Hiermee kan een vergroting van het frekwentiewerkbereik van de omzetter, indien opgenomen in de box, over lagere frekwenties gerealiseerd worden waarbij bovendien de vervorming verder verlaagd is.' .The object of the invention is to provide a converter with a large maximum possible deflection, the lowest possible frequency operating range and a low distortion. The converter according to the invention 8402125-4 PHN 11.076 2 is to this end characterized in that the outer circumference of the membrane and the fixed part of the converter have an air gap and that, if the converter is accommodated in an opening of a further at least virtually closed housing, there is an acoustic path from the internal volume of the housing, through the said air gap to the interior of the housing. The invention is based on the insight that centering means for centering the outer circumference of the membrane which are air-sealing are deliberately omitted. As a result, the self-contribution of the centering means to the acoustic radiation of the transducer lapses, so that the frequency characteristic of the transducer is flatter and the distortion in the output signal of the transducer is less. Moreover, the air gap can be dimensioned such that, if the transducer is incorporated in the aforementioned housing, it can act as a basic reflex opening in combination with the volume of the housing. This allows an increase in the frequency response range of the converter, if included in the box, over lower frequencies, while further reducing distortion. " .

Het zij vermeld dat het basreflex-principe qp zich bekend 20 is, zie bijvoorbeeld het boek "Acoustics" van L.L. Beranek, deel 20 "Bass-reflex enclosures". De behuizing bevat dan een opening die qua afmetingen zodanig is afgestemd op het volume van de behuizing dat deze als basreflex opening dienst kan doen. Het is echter nog niet vertoond cm een luchtspleet gevormd door de buitenomtrek van het membraan en 25 het vaste deel van de omzetter, als basreflex opening te gebruiken.It should be noted that the bass reflex principle qp is known, see for example the book "Acoustics" by L.L. Beranek, part 20 "Bass-reflex enclosures". The housing then contains an opening that is dimensionally matched to the volume of the housing so that it can serve as a bass reflex opening. However, it has not yet been shown to use an air gap formed by the outer circumference of the membrane and the solid part of the transducer as a bass reflex opening.

Men bereikt hiermee het voordeel dat men standaard gesloten behuizingen kan gebruiken en, door keuze van een normale transducent met niet-luchtdoorlatende centreermiddelen of door keuze van een omzetter volgens de uitvinding, een omzettersysteem kan 30 realiseren dat volledig gesloten is, of dat voorzien is van het basreflex-principe.This has the advantage that it is possible to use closed enclosures as standard and, by choosing a normal transducer with non-air-permeable centering means or by choosing a converter according to the invention, a converter system can be realized that is completely closed, or that is provided with the bass reflex principle.

De centreermiddelen voor het centreren van de buitenomtrek van het membraan zijn dus luchtdoorlatend en kunnen bijvoorbeeld nog altijd zijn aangebracht tussen de buitenomtrek van het membraan 35 en het vaste deel van de omzetter. Bij voorkeur echter zal men de centreermiddelen met het membraan koppelen langs een lijn over het membraan liggend binnen de buitenomtrek van het membraan. Hierdoor wordt bereikt dat de centreermiddelen breder zijn en dus een grotere 8402125 V > PHN 11.076 3 uitwijking van het membraan toelaten.The centering means for centering the outer circumference of the membrane are thus air-permeable and can for instance still be arranged between the outer circumference of the membrane 35 and the fixed part of the converter. Preferably, however, the centering means will be coupled to the membrane along a line across the membrane within the outer periphery of the membrane. This achieves that the centering means are wider and thus allow a larger 8402125 V> PHN 11.076 3 deflection of the membrane.

Het zij vermeld dat men deze konstruktie niet dient te verwarren met de konstruktie van de zogenaamde Philips’ bombardon luidspreker, zoals beschreven in het Franse oktrooischrift 1 203 162.It should be noted that this construction should not be confused with the construction of the so-called Philips bombardon loudspeaker, as described in French patent 1 203 162.

5 De daarin met het referentienummer 4 aangegeven centreermiddelen zijn van een luchtondoorlatend materiaal vervaardigd. Indien deze bekende luidspreker in een opening van een verder ten minste nagenoeg gesloten behuizing zou zijn opgenanen, dan is er geen akoestische weg aanwezig van het inwendige volume van de behuizing naar het uitwendige van de 10 behuizing.The centering means indicated therein with reference number 4 are made of an air-impermeable material. If this known loudspeaker were to be received in an opening of a further substantially closed housing, then there is no acoustic path from the internal volume of the housing to the exterior of the housing.

De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoerings-voorbeelden worden uiteengezet. Hierin toont: figuur 1 een eerste uitvoeringsvoörbeeld, en figuur 2 een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de omzetter 15 volgens de uitvinding.The invention will be explained by means of a number of exemplary embodiments. Herein: figure 1 shows a first exemplary embodiment, and figure 2 shows a second exemplary embodiment of the converter 15 according to the invention.

Figuur 1 toont de maatregel volgens de uitvinding toegepast qp een omzetter zoals beschreven in de Britse oktrooiaanvrage 2 122 453 (PHN 10.378). Voordat overgegaan wordt tot het bespreken van de toepassing van de· maatregel volgens de uitvinding qp de omzetter, zal 20 eerste de werking van de omzetter besproken worden.Figure 1 shows the measure according to the invention applied to a converter as described in British patent application 2 122 453 (PHN 10.378). Before proceeding to discuss the application of the measure according to the invention on the converter, the operation of the converter will first be discussed.

Figuur la toont een bovenaanzicht van de omzetter waarbij het membraan 1 is afgencmen. Het membraan 1 is in figuur la enkel met een onderbroken streeplijn aangegeven. Figuur lb toont het aanzicht van een doorsnede volgens de streep-stippellijn B-B in figuur la. De omzetter 25 bevat een magneetsysteem 4 en een qp een spreekspoelkoker 2 aangebrachte spreekspoel 3 die is aangebracht in een luchtspleet 5 van het magneetsysteem 4. De bewegingsoverbrenging tussen spreekspoelkoker en membraan vindt plaats via een hefbooninrichting. De omzetter in figuur 1 bevat drie hefbocnünrichtingen 6, 7 en 8 die onder een hoek ten opzichte van 3fl elkaar zijn opgesteld. De hefbocminrichting 7 die in figuur lb ook zichtbaar zou moeten zijn, is in deze figuur voor de duidelijkheid weggelaten.Figure 1a shows a top view of the converter with membrane 1 cut off. The membrane 1 is only indicated in dashed dashed line in Figure 1a. Figure 1b shows a cross-sectional view along the dashed-dotted line B-B in Figure 1a. The converter 25 comprises a magnet system 4 and a voice coil 3 arranged on a voice coil tube 2, which is arranged in an air gap 5 of the magnet system 4. The movement transmission between the voice coil tube and the membrane takes place via a lifting bean device. The converter in figure 1 contains three lifting beam devices 6, 7 and 8 which are arranged at an angle with respect to 3fl. The lifting boom device 7, which should also be visible in figure 1b, is omitted in this figure for clarity.

De hefboominriditingen funktioneren niet alleen als overbrengers van de beweging van de spreekspoelkoker naar het membraan, doch 35 ook als centreermiddelen voor het centreren van zowel de spreekspoelkoker in da luchtspleet als het membraan.The lever arrangements not only function as transmitters of the movement from the voice coil sleeve to the membrane, but also as centering means for centering both the voice coil sleeve in the air gap and the membrane.

In principe zou men kunnen volstaan met twee hefbocminrich-tingen die onder een hoek kleiner dan 180°, bijvoorbeeld 90°, ten opzichte 8402125 ΡΗΝ 11.076 4 ί· van elkaar zijn opgesteld. Doch, daar de hefbocminrichtingen altijd enige dwarsslapte hebben (bijvoorbeeld ten gevolge van het niet-ideale gedrag van een hierna te bespreken scharnierende element), zal men ter verkrijging van een zo goed mogelijke, centrering van de spreekspoelkoker 2 in de 5 luchtspleet 5 en van het membraan 1 bij voorkeur drie of meer hefbocm-inrichtingen toepassen. De hoek waaronder de hefbocminrichtingen tenIn principle, it would suffice to use two lifting boom devices which are arranged at an angle smaller than 180 °, for example 90 °, relative to each other. However, since the lifting boom devices always have some transverse slack (for example, due to the non-ideal behavior of a hinged element to be discussed below), in order to achieve the best possible centering of the voice-coil tube 2 in the air gap 5 and the membrane 1 preferably uses three or more lifting devices. The angle at which the lifting beam devices are

ïgnOïgnO

opzichte van elkaar zijn opgesteld wordt bij voorkeur gelijk aan /n gekozen, waarbij n het aantal hefbocminrichtingen aangeeft. Zo toont figuur la drie hefbocminrichtingen die onder een hoek van 120° ten cp-jq zichte van elkaar zijn opgesteld.disposed relative to each other, preferably equal to / n is chosen, n being the number of lifting bomb devices. For example, Figure 1a shows three lifting beam devices which are arranged at an angle of 120 ° relative to each other.

Een hefbocminrichting, zoals met 6 in figuur la en 1b aangegeven, bevat een hefboomarm 9 die ter plaatse van een eerste positie 10 pp de hefboomarm is gekoppeld met een vast punt 11. Het vaste punt 11 bevindt zich binnen het verlengde van de spreekspoelkoker 2 en is 15 aan het' binnen de spreekspoelkoker 2 gelegen gedeelte 12 van het magneet*· systeem 4 bevestigd. In figuur la is zichtbaar dat het vaste punt 11 gemeenschappelijk is voor de drie hefboominrichtingen 6, 7 en 8.A lifting boom device, as indicated by 6 in Figs. 1a and 1b, comprises a lever arm 9 which, at the location of a first position 10 pp, the lever arm is coupled to a fixed point 11. The fixed point 11 is located in line with the voice coil sleeve 2 and 15 is attached to the portion 12 of the magnet system 4 located within the voice coil sleeve 2. Figure 1a shows that the fixed point 11 is common to the three lever devices 6, 7 and 8.

De hefboomarm 9. is ter plaatse van een tweede positie 13 op de hefbocmarm gekoppeld met de spreekspoelkoker ai ter plaatse van een derde positie 14 2q gekoppeld met het membraan 1. De koppeling met het vaste punt 11 vindt plaats door middel van een eerste scharnierend element 15. De koppeling met de spreekspoelkoker vindt plaats via een tweede scharnierend element 16, een eerste stang 17 en een derde scharnierend element 18, en de koppeling met het membraan 1 via een vierde scharnierend element 19, een tweede stang 20 en een vijfde scharnierend element 21. De hefboom- 25 inrichting 6 zoals aangegeven in figuur la is beweegbaar in een vlak dat bepaald wordt door de lijn B-B en dat loodrecht staat op het vlak van tekening van figuur la. In figuur lb komt dit vlak, zoals ook blijkt uit figuur 1c, overeen met het vlak van tekening. Voor de hefboominrichtingen 7 en 8 zoals aangegeven in figuur la geldt dat zij beweegbaarThe lever arm 9 is coupled at the location of a second position 13 on the lifting boom arm to the voice coil sleeve ai at the location of a third position 14 2q coupled to the membrane 1. The coupling to the fixed point 11 takes place by means of a first hinged element 15. The coupling to the voice coil sleeve is effected via a second hinged element 16, a first rod 17 and a third hinged element 18, and the coupling with the membrane 1 via a fourth hinged element 19, a second rod 20 and a fifth hinged element 21. The lever device 6 as shown in figure 1a is movable in a plane which is defined by the line BB and which is perpendicular to the plane of the drawing of figure 1a. In figure 1b, this plane, as also appears from figure 1c, corresponds to the plane of drawing. The lever devices 7 and 8 as shown in figure 1a are movable

OUOU

zijn in een vlak bepaald door de lijn C-C respektievelijk D-D en dat eveneens loodrecht staat op het vlak van tekening van figuur la.are in a plane defined by the lines C-C and D-D, respectively, and which is also perpendicular to the plane of the drawing of figure 1a.

De scharnierende elementen 15,16, 18, 19 en 21 kunnen als bladveren of als kruisveerschamieren worden uitgevoerd. De scharnierende elementen 18 ei 21 draaien bij een uitwijking van het membraan over een zodanig kleine hoek, dat men voor deze scharnierende elementen kan volstaan met bladveren. De scharnierende elementen 15, 16 en 19 draaien echter over een veel grotere hoek, zodat in dat geval kruisveerschamieren 8402125 PHN 11.076 5 de voorkeur verdienen. In een uitvoeringsvorm met twee hefbocrninrichtigen zal men echter ten minste een hefboaninrichting volledig van kruisveer- schamieren voorzien cm het geheel op deze manier voor torsie bewegingen zo stijf mogelijk te maken, dat wil zeggen om een rotatie van het 5 geheel tot een minimum te beperken.The hinged elements 15, 16, 18, 19 and 21 can be designed as leaf springs or as cross-spring hinges. The hinged elements 18 and 21 rotate at such a small angle upon deflection of the membrane that leaf springs can suffice for these hinged elements. However, the hinged elements 15, 16 and 19 rotate at a much greater angle, so that in that case cross-spring hinges 8402125 PHN 11.076 5 are preferred. In an embodiment with two lifting devices, however, at least one lifting device will be completely provided with circlip hinges in order to make the assembly as rigid as possible for torsional movements in this way, that is, to minimize rotation of the assembly.

Is de afstand tussen de scharnierende elementen 15 en 16, respectievelijk tussen de scharnierende elementen 15 en 19, a respek- tievelijk b, dan is de uitwijking w van het membraan, bij een uitwijking b u van de spreekspoelkoker, gelijk aan u . zodat een vergroting vanIf the distance between the hinged elements 15 and 16 and between the hinged elements 15 and 19, respectively, is a and b, then the deflection w of the membrane, with a deflection b u of the voice coil sleeve, is equal to u. so that an enlargement of

Jb tO de membraanuitwijking met een faktor — gerealiseerd is. Dit is aangegevenJb until the membrane deflection with a factor - has been realized. This is indicated

cLcL

in figuur lc waarin de hefbocminrichting 6 is getoond bij een uitgeweken toestand van spreekspoelkoker 2 en membraan 1. Duidelijk zichtbaar is de uitwijking u van spreekspoelkoker 2 en uitwijking w van membraan 1 ten opzichte van hun respektievelijke rusttoestanden, waarbij w ten tg gevolge van de overbrenging door de hefbocminrichting 6 groter is dan de uitwijking u van de spreekspoelkoker. Eveneens is duidelijk zichtbaar, dat de scharnierende elementen 15, 16 en 19 over een grotere hoek gedraaid zijn dan de scharnierende elementen 18 en 21.in figure 1c in which the lifting boom device 6 is shown with a deflected state of voice coil tube 2 and membrane 1. The deflection u of voice coil tube 2 and deflection w of membrane 1 with respect to their respective resting states, where w due to the transmission, are clearly visible. due to the lifting boom device 6 is greater than the deflection u of the voice coil sleeve. It is also clearly visible that the hinged elements 15, 16 and 19 are rotated at a greater angle than the hinged elements 18 and 21.

Door de zeer goede rechtgeleiding, veroorzaakt door de 20 hefbocminrichtingen, beweegt het aangrijpingspunt van hefbocminrichting 6 met het membraan zijnde ter plaatse van het schanierend element 21, langs een praktisch rechte lijn die ligt in een richting overeenkomende met de richting van de centrale as 23 (en daarna overeenkomende met de gewenste bewegingsrichting van het membraan 1).Due to the very good straight guiding, caused by the 20 lifting device, the point of engagement of lifting device 6 with the membrane being at the location of the hinge element 21 moves along a practically straight line lying in a direction corresponding to the direction of the central axis 23 ( and then corresponding to the desired direction of movement of the membrane 1).

5 Het spreekt voor zich dat de hefbocminrichtingen 7 en 8 op dezelfde wijze zijn opgebouwd en op dezelfde wijze funktioneren als hiervoor voor de hefbocminrichting 6 is uiteengezet.It goes without saying that the lifting booms 7 and 8 are constructed in the same manner and function in the same manner as has been explained above for the lifting booms 6.

De omzetter uit figuur 1 is weergegeven met een vlak membraan. Noodzakelijk is dit niet. Ook andere membraanvormen zijn mogelijk, 30 zoals danvormige- of konusvormige membranen. Ook is het niet noodzakelijk dat het membraan rond is. Evenzeer zijn bijvoorbeeld vierkante, rechthoekige of ovale membranen mogelijk. De opstelling van de hefboominrich-tingen 6, 7 en 8 draagt er zorg voor dat de spreekspoel, spreekspoelkoker en membraan gecentreerd worden en alleen maar in de richting van de 35 centrale as 23 kunnen bewegen. Daardoor is centrering van het membraan * en van de spreekspoelkoker doormiddel van een konventionele centreerring overbodig. Het voorgaande geldt alleen bij een ideaal gedrag van de scharnierende elementen: dat wil zeggen dat zij een grote dwarsstijfheid 8402125 * PHN 11.076 6 J- ^ \ hebben en dat daardoor de hefboominrichtingen 6, 7 en 8 alleen bewegen in de bijbehorende vlakken bepaald door de respektievelijke lijnen B-B, C-C en D-D staande loodrecht pp het vlak van tekening in figuur la.The converter of Figure 1 is shown with a flat membrane. This is not necessary. Other membrane shapes are also possible, such as dan-shaped or cone-shaped membranes. It is also not necessary for the membrane to be round. Square, rectangular or oval membranes are also possible, for example. The arrangement of the lever devices 6, 7 and 8 ensures that the voice coil, voice coil sleeve and membrane are centered and can only move in the direction of the central axis 23. This makes it unnecessary to center the membrane * and the voice-coil housing by means of a conventional centering ring. The foregoing applies only to ideal behavior of the hinged elements: that is, they have a high transverse stiffness 8402125 * PHN 11.076 6 J- ^ \ and therefore the lever devices 6, 7 and 8 only move in the associated planes defined by the lines BB, CC and DD respectively perpendicular to the plane of the drawing in Figure 1a.

Bij een niet-ideaal gedrag van (bijvoorbeeld ten gevolge van een ontoe-5 lastbaar grote dwarsslapte in) de scharnierende elementen zullen de hefboominrichtingen 6, 7 en 8 zich ook buiten de voornoemde vlakken bewegen. Om te voorkanen dat in dit geval de spreekspoel (koker) in de luchtspleet gaat aanlopen zal een centreerring mogelijk toch zinvol zijn. Een andere mogelijkheid is om de bladveren en krüisveerscharnieren 10 breder uit te voeren, waardoor het ideale gedrag weer benaderd kan worden en geen verdere centreermiddelen noodzakelijk zijn.In the case of a non-ideal behavior of (for instance as a result of an unbearably large cross-section in) the hinged elements, the lever devices 6, 7 and 8 will also move outside the aforementioned surfaces. To prevent the voice coil (sleeve) from running into the air gap in this case, a centering ring may still be useful. Another possibility is to make the leaf springs and circlip hinges 10 wider, so that the ideal behavior can be approximated again and no further centering means are required.

Ten aanzien van de hefboominrichtingen 6, 7 en 8 zij nog opgemerkt dat alhoewel in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 het , vaste punt 11 zich binnen de spreekspoelkoker of het verlengde daarvan 15 bevindt, dit punt natuurlijk evenzeer buiten de spreekspoelkoker of het verlengde daarvan had kunnen liggen. Het'vaste punt 11 voor de hefboon-inrichting 6 zou dan met het zich buiten de spreekspoelkoker 2 bevindende deel van het magneetsysteem 4 zijn verbonden en de stang 20 zou zich juist binnen het verlengde van de spreekspoelkoker 2 bevinden.With regard to the lever devices 6, 7 and 8, it should also be noted that although in the exemplary embodiment of figure 1 the fixed point 11 is located within the voice coil sleeve or its extension, this point could of course also have been outside the voice coil sleeve or its extension. lie. The fixed point 11 for the jack bean device 6 would then be connected to the part of the magnet system 4 located outside the voice coil tube 2 and the rod 20 would be just within the extension of the voice coil tube 2.

20 Tot zover de werking van de omzetter.20 So much for the operation of the converter.

De buitenomtrek 25 van het membraan 1 vormt met het vaste deel 26 een luchtspleet 27, zie figuur 1b. De omzetter is nu zodanig gekon-strueerd dat, indien de omzetter is opgenomen in een ten minste nagenoeg gesloten behuizing 28, er een akoestische weg aanwezig is van het inwenr 25 dige volume van de behuizing via de luchtspleet 27 naar het uitwendige van de behuizing. De omzetter is daartoe zodanig gekon-strueerd dat er een of meer gaten 30 is respektievelijk zijn aangebracht in het vaste deel 26 van de omzetter. De akoestische weg verloopt dus vanaf het binnenvolumsY, via een gat 30 en de luchtspleet 27, naar 30 het uitwendige Vu van de behuizing.The outer circumference 25 of the membrane 1 forms with the fixed part 26 an air gap 27, see figure 1b. The transducer is now constructed such that, if the transducer is contained in a substantially closed housing 28, there is an acoustic path from the interior volume of the housing through the air gap 27 to the exterior of the housing. To this end, the converter is constructed in such a way that one or more holes 30 are respectively arranged in the fixed part 26 of the converter. The acoustic path thus runs from the inner volume Y, via a hole 30 and the air gap 27, to the external Vu of the housing.

De afmetingen van de luchtspleet 27, in het bijzonder de hoogte h, de breedte b en de lengte (overeenkomende met de lengte van de buitenomtrek van het membraan 1) zijn bij voorkeur zodanig dat deze, indien de omzetter is opgencmen in de behuizing 28, in kcmbinatie met 35 het volume V.^ van de tekening (inclusief het volume achter het membraan 1 en ingesloten door het vaste deel 26 en het magneetsysteem 4) als een basreflex opening kan fungeren.The dimensions of the air gap 27, in particular the height h, the width b and the length (corresponding to the length of the outer circumference of the membrane 1) are preferably such that, if the transducer is incorporated in the housing 28, in combination with the volume V ^ of the drawing (including the volume behind the membrane 1 and enclosed by the fixed part 26 and the magnet system 4) can act as a bass reflex opening.

Figuur 2 toont een aanzicht van een dwarsdoorsnede van een 8*02125 ΕΗΝ 11.076 7 & tweede uitvoeringsvoorbeeld. Figuur 2 toont een kanventionele spreekspoel-luidspreker met een konusvorraig membraan · 41# een spreekspoelkoker 42 met daarop aangebracht een spreekspoel 43 en een magneetsysteem 44.Figure 2 shows a cross-sectional view of an 8 * 02125 ΕΗΝ 11.076 7 & second embodiment. Figure 2 shows a conventional voice-coil loudspeaker with a cone-shaped membrane 41 # a voice-coil sleeve 42 with a voice-coil 43 and a magnet system 44 mounted thereon.

De spreekspoelkoker 42 met de spreekspoel 43 kan bewegen in 5 een spleet 45 gevormd door het magneetsysteem 44. De opbouw van het magneetsysteem is ook hier konventioneel en verdient geen verdere uitleg, daar de uitvinding niet gericht is qp maatregelen die op het magneetsysteem betrekking hebben. De uitvinding is dan ook niet beperkt tot die cmzetters die precies volgens het magneetsysteem uit figuur 1 of 2 zijn Μ opgebouwd. De spreekspoelkoker 42 is via een centreerring 46 bevestigd aan het vaste deel (of luidsprekerchassis). 47. De spreekspoelkoker 42 is door een stofkap 52 afgesloten. De centreerring 48 vormt de centreer-middelen voor het centreren van de buitenomtrek 49 van het membraan 41. tThe voice coil sleeve 42 with the voice coil 43 can move in a gap 45 formed by the magnet system 44. The construction of the magnet system is also conventional here and deserves no further explanation, since the invention is not aimed at measures relating to the magnet system. The invention is therefore not limited to those cmzetters which are constructed exactly according to the magnet system of figure 1 or 2. The voice coil sleeve 42 is attached to the fixed part (or speaker chassis) via a centering ring 46. 47. The voice coil sleeve 42 is closed by a dust cover 52. The centering ring 48 forms the centering means for centering the outer periphery 49 of the membrane 41. t

De centreerring 48 is gekoppeld met het membraan 41 en met het vaste deel 47 van de omzetter. De centreerring 48 is luchtdoorlatend. De centreerring 48 is gekoppeld met het membraan 41 langs een lijn (zie de onderbroken lijn 1) over het membraan liggend binnen de buitenomtrek 49 van het membraan 41. De buitenomtrek 49 en het vaste deel 47 vormen tesamen weer een luchtspleet 50. De omzetter is weer zodanig gekonstrueerd dat, 20 indien de omzetter in een gesloten behuizing 58 is opgenomen, er een akoestische weg is van het inwendige volume V . van de behuizing 58, via ill de luchtspleet 50 naar het uitwendige Vu van de behuizing. De omzetter is daartoe voorzien van één of meer gaten 51 in het vaste deel 47.The centering ring 48 is coupled to the membrane 41 and to the fixed part 47 of the converter. The centering ring 48 is permeable to air. The centering ring 48 is coupled to the membrane 41 along a line (see the broken line 1) across the membrane lying within the outer periphery 49 of the membrane 41. The outer periphery 49 and the fixed part 47 together form an air gap 50. The converter is again constructed such that, if the transducer is contained in a closed housing 58, there is an acoustic path from the internal volume V. from the housing 58, through the air gap 50 to the external Vu of the housing. To this end, the converter is provided with one or more holes 51 in the fixed part 47.

De akoestische weg loopt nu vanaf het inwendige volume v^, via een gat 25 51, via de luchtdoorlatende centreerring 48, welke centreerring dan ook slechts een kleine akoestische weerstand mag bezitten, via de luchtspleet 50 naar het uitwendige Vu·The acoustic path now runs from the internal volume v, through a hole 51, via the air-permeable centering ring 48, which centering ring may therefore only have a small acoustic resistance, via the air gap 50 to the external Vu ·

Ook hier geldt dat de afmetingen van de luchtspleet 50, dat wil zeggen de hoogte h, de breedte b en de lengte , bij voorkeur zodanig 3Q zijn dat deze, indien de omzetter is opgenomen in de behuizing 58, in kcmbinatie met het volume van de behuizing (inclusief het volume ingesloten door het membraan 41, het vaste deel 47 en de centreerring 46) als een basreflex opening kan fungeren.Here again, the dimensions of the air gap 50, i.e. the height h, the width b and the length, are preferably 3Q such that, if the transducer is included in the housing 58, it is associated with the volume of the housing (including the volume enclosed by the membrane 41, the fixed part 47 and the centering ring 46) can act as a bass reflex opening.

De luchtdoorlatende centreerring 48 had ook in de luchtspleet 35 50 tussen de buitenomtrek 49 van het membraan en het vaste deel 47 kunnen zijn aangebracht. Doordat de centreerring 48 dan minder breed is, laat deze een minder grote maximale uitwijking van het membraan toe.The air-permeable centering ring 48 could also have been arranged in the air gap 50 between the outer periphery 49 of the membrane and the fixed part 47. Because the centering ring 48 is then less wide, it allows a smaller maximum deflection of the membrane.

\De konstruktie zoals weergegeven in figuur 2 heeft dus de voorkeur.Thus, the construction as shown in Figure 2 is preferred.

84021258402125

** V** V

* PHN 11.076 8* PHN 11,076 8

Diverse modifikaties zijn mogelijk van de beschreven uitvoeringsvoorbeelden zonder dat wordt afgeweken van de scope van de uitvinding zoals gedefinieerd door de konklusies. Zo kan de omzetter een omzetter van een ander type zijn dan het elektro-dynamische type, 5 bijvoorbeeld van het kapacitieve type. Ook kan in figuur 2 de omzetter zijn voorzien van een vlak membraan of juist een domevormig membraan.Various modifications are possible from the described exemplary embodiments without departing from the scope of the invention as defined by the claims. For example, the converter can be a converter of a different type than the electro-dynamic type, for example of the capacitive type. In Figure 2, the converter can also be provided with a flat membrane or a dome-shaped membrane.

10 15 20 25 30 35 840212510 15 20 25 30 35 8 402 125

Claims

1. Electro-acoustic transducer, provided with a membrane and centering means for centering the membrane, which centering means are coupled between the membrane on the one hand and a fixed part of the transducer on the other, characterized in that the outer circumference of the membrane and the fixed part of the transducer form an air gap and that, if the transducer is housed in an opening of a further substantially closed housing, an acoustic path is present from the internal volume of the housing, through said air gap to the exterior of the housing.

2. An electro-acoustic transducer according to claim 1, characterized in that the air gap is dimensioned such that, if the transducer is incorporated in the previous housing, it can function as a bass reflex opening in conjunction with the volume of the housing.

3. An electro-acoustic transducer according to claim 1 or 2, with 15 center means for centering the outer circumference of the membrane, characterized in that the center means are air-permeable.

4. The electro-acoustic transducer according to claim 3, characterized in that the centrene niddles are coupled to the membrane along a line across the membrane within the outer circumference of the membrane. 25 30 1 8402125