NL8402115A - Grondbewerkingsinrichting. - Google Patents

Grondbewerkingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8402115A
NL8402115A NL8402115A NL8402115A NL8402115A NL 8402115 A NL8402115 A NL 8402115A NL 8402115 A NL8402115 A NL 8402115A NL 8402115 A NL8402115 A NL 8402115A NL 8402115 A NL8402115 A NL 8402115A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting
combination according
seed drill
frame construction
implement
Prior art date
Application number
NL8402115A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Amazonen Werke Dreyer H
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19833325971 external-priority patent/DE3325971A1/de
Priority claimed from DE19833332071 external-priority patent/DE3332071A1/de
Application filed by Amazonen Werke Dreyer H filed Critical Amazonen Werke Dreyer H
Publication of NL8402115A publication Critical patent/NL8402115A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B71/00Construction or arrangement of setting or adjusting mechanisms, of implement or tool drive or of power take-off; Means for protecting parts against dust, or the like; Adapting machine elements to or for agricultural purposes
    • A01B71/06Special adaptations of coupling means between power take-off and transmission shaft to the implement or machine
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C15/00Fertiliser distributors
    • A01C15/005Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Sowing (AREA)
  • Lifting Devices For Agricultural Implements (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

/ * . * ƒ / * VO 6367 - 1 -
Grondbewerkings inri chtinq
De uitvinding heeft betrekking op een aaneengesloten werktuigencombinatie voor de landbouw volgens de inleiding van conclusie 1.
Een dergelijke werktuigencombinatie is beschreven en afgeheeld in het Duitse Octrooischrift No. DE-GM 81 04 256. In de praktijk is 5 reeds gebleken dat deze werktuigenconibinatie heel goed voldoet. In de eerste plaats biedt deze werktuigenconibinatie het voordeel dat door middel van de hefraamconstructie de grondbewerkingsinrichting, zoals bijvoorbeeld een zaaimachine, naar voren - boven in een transport-positie kan worden opgeheven, respektievelijk verstelbaar is. Hierdoor 10 kan de aan de trekkerhefinrichting noodzakelijke hefkracht met ongeveer 30% worden verminderd.
Nu is gebleken dat er problemen ontstaan bij werktuigencombinaties met een door middel van de trekkeraftakas aangedreven grondbewerkings-inrichting bij het keren van. de werktuigencombinatie, wanneer de werk-15 tuigencombinatie van de grond moet worden opgeheven. In deze gevallen gaan de cardanassen in opgeheven positie van de werktuigenconibinatie een heel grote hoek met elkaar vormen, zodat hierdoor beschadiging van de cardanassen wordt veroorzaakt. Als zodanig zou het om reden van de lichte constructiewijze en het geringe gewicht van deze door de aftak-20 as aangedreven grondbewerkingsinrichting, zoals bijvoorbeeld pneumatische zaaiinrichtingen voor het zaaien van afzonderlijke korrels en gewone pneumatische zaaimachines, niet noodzakelijk zijn, de vereiste hefkracht te verkleinen, dat wil zeggen het zwaartepunt van het gehele samenstel naar voren te verplaatsen. Teneinde echter in de werktuigen-25 combinatie ook zware grondbewerkingsinrichtingen te kunnen opnemen en om zo weinig mogelijk onderdelen te behoeven te gebruiken, worden ook betrekkelijk lichte grondbewerkingsinrichtingen aan een hefraamconstructie gekoppeld.
De uitvinding heeft ten doel het opheffen van meerdere achter 30 elkaar aangebrachte door aftakassen aangedreven werktuigen of machines bij het keren aan het einde van het veld wezenlijk te verbeteren.
Dit doel kan volgens de uitvinding worden bereikt door toepassing van hetgeen is beschreven in het kenmerkende deel van conclusie 1.
8402115 4 - 2 -
Als gevolg van deze hier beschreven voorzieningen wordt het opheffen van de gezamenlijke werktuigencombinatie zodanig uitgevoerd dat ener-•zijds die toelaatbare grootten van de hoeken tussen de cardanassen niet worden overschreden, terwijl anderzijds de afzonderlijke werk- 5 tuigen en machines echter zo ver kunnen worden opgeheven, dat ze zich voor het keren aan het einde van het veld op voldoende grote afstand boven de grond bevinden. Hierdoor is het mogelijk de vooraan aangebrachte door de aftakas aangedreven grondbewerkingsinrichting maar net uit de grond heffen, terwijl echter de eveneens door de aftakas aange- 10 dreven grondbewerkingsinrichting in de vorm van bijvoorbeeld een zaai-machine ongeveer een halve meter van de grond kan worden opgehevén. Daardoor worden beschadigingen aan de machines vermeden.
Teneinde de werktuigencombinatie in een compacte transportpositie te kunnen brengen zijn de aanslagorganen verwijderbaar gemonteerd, res- 15 pektievelijk kunnen ze in een buiten-bedrijf stand worden gebracht.
«*
Na het verwijderen, respektievelijk in de transport- of buiten-bedrijf stand brengen, kan de zaaimachine geheel, naar voren - boven worden opgeheven. Voorwaarde hiervoor is echter dat de aftakas is losgekoppeld.
Aangezien het ophefbereik van de hefraamconstructie moet kunnen 20 worden aangepast aan verschillende zaaimachines, respektievelijk zaagmachines voor het zaaien van afzonderlijke zaadkorrels, in verband met de verschillende hoogteposities van de aftakasaansluitingen, zijn aanslagorganen voor meerdere posities verschaft.
Een zeer eenvoudige bediening van de hef- respektievelijk hydrau-25 lische cilinder kan worden bereikt doordat de hefcilinder van de hefraamconstructie op hetzelfde hydraulische circuit is aangesloten als waarop ook de hydraulische cilinder van de driepuntshefinrichting van van de trekker is aangesloten.
Bovendien houdt de inrichting volgens de uitvinding in dat in de 30 naar de hefcilinder lopende drukleiding een deblokkeerbare hydraulische blokkeerklep is gemonteerd-en dat deze hydraulische blokkeer-klep met de aanslagorganen kan samenwerken. Hierdoor wordt een bijzonder eenvoudige begrenzing van de hefbeweging bereikt.
Hierdoor wordt in de eerste plaats het voordeel verkregen dat bij 35 het bereiken van de hoogste stand van de begrensde ophefpositie voor het keren aan het einde van het veld geen extra krachten in de legers 8402115 # -.
- 3 - van de hefraamconstractie optreden, aangezien de eventuele te grote druk in de drakleiding door middel van de hydraulische blokkeerklep wordt vermeden of opgeheven. Bovendien kan deze hydraulische blokkeerklep op verscheidene plaatsen van de werktuigencombinatie ook 5 nog naderhand worden aangebouwd. Tot de uitvinding dient ook te behoren de voorziening dat de bediening van de hydraulische blokkeerklep kan plaats hebben door middel van een trekkabel of een stang.
Deze oplossing volgens de uitvinding vereist een constructie van slechts zeer geringe afmetingen en is wat de bediening betreft zeer 10 eenvoudig. Bovendien kan de begrensde ophefhoogte op zeer eenvoudige wijze worden aangepast aan verschillende grondbewerkingsmachines zoals zaaimachines met verschillende plaatsingen van de aftakasaan-sluiting. Ook wordt door het toepassen van maar één aanslagorgaan een grote bedrijfszekerheid verkregen.
15 In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm is de constructie zodanig dat de hydraulische blokkeerklep als mechanisch deblokkeer-bare terugslagklep is uitgevoerd. Teneinde de begrensde ophefhoogte in de juiste positie voor verschillende grondbewerkingsinrichtingen zoals zaaimachines te kunnen instellen kan met de terugslagklep een 20 verstelbaar aanslagorgaan samenwerken.
Een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan -worden bereikt doordat met de terugslagklep een veer samenwerkt en doordat de veer de terugslagklep in de bedrijfsstand van de grondbe-werkingsinrichting, bijvoorbeeld een zaaimachine, in de doorstroom-25 dus geopende stand houdt. Hierbij wordt een doelmatige werking verkregen, aangezien het aanslagorgaan van de terugslagklep deze bij het bereiken van de hoogste stand van de begrensde ophefhoogte voor bijvoorbeeld de zaaimachine, in de blokkeerstand brengt.
De uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de 20 tekening, waarin;
Fig. 1 een zijaanzicht is van een bepaalde uitvoeringsvorm van de werktuigencombinatie volgens de uitvinding in bedrijfs-stand; fig. 2 is eveneens een zijaanzicht van de werktuigencombinatie 35 volgens de uitvinding in de stand die noodzakelijk is bij het keren aan het einde van het veld; 84 02 1 1 5 s ' - 4 - fig. 3 is een zijaanzicht van de werktuigencombinatie volgens de uitvinding in transportstand; fig. 4 is een zijaanzicht van een andere werktuigencombinatie volgens de uitvinding in de stand die noodzakelijk is bij het 5 keren aan het einde van het veld; en fig. 5 is een zijaanzicht waarin is te zien de plaatsing van de mechanisch deblokkeerbare terugslagklep aan de werktuigencombinatie volgens fig. 4, op grotere schaal, terwijl slechts een deel is weergegeven en wel in twee verschillende 10 standen van de grondbewerkingsinrichting, dat wil zeggen de zaaimachine.
De werktuigencombinatie volgens de uitvinding bestaat uit een door een aftakas aangedreven en als draaitolcultivator 1 uitgevoerde grondbewerkings inrichting, een door middel van de armen 2 aan de draaitol-15 cultivator 1 gekoppelde grondrol 3 en een door een aftakas aangedreven en als pneumatische zaaimachine 4 uitgevoerde grondbewerkingsinrichting. De zaaimachine 4 is door middel van de als hefraamconstructie 5 uitgevoerde koppelingsdelen met de draaitolcultivator 1 verbonden. De hefraamconstructie 5 omvat de beide onderste bedieningsstangen 6 en de 20 bovenste bedieningsstang 7. Met behulp van de hydraulische cilinder 8, welke door middel van de leiding 9 is aangesloten op het hydraulische circuit, waarop ook de hydraulische cilinder van de driepuntshefin-richting 10 van de trekkker 11 is aangesloten, kan de hefraamconstructie 5 in een vertikaal vlak op en neer worden bewogen, zodat de zaai-25 machine 4 kan worden opgeheven.
De draaitolcultivator 1 kan vanaf de trekkeraftakas door middel van de cardanas 12 worden aangedreven. Aan de aftakasdoorvoeraandrijving 13 van de draaitolcultivatoraandrijving 14 is gekoppeld de cardanas 15 welke dient ter aandrijving van de pneumatische zaaimachine 4.
30 Wanneer de werktuigencombinatie in bedrijf is neemt deze de in fig.
1 afgebeelde positie in, waarbij de cardanassen 12 en 15 praktisch geen hoeken met elkaar vormen, dat wil zeggen ongeveer in eén lijn zijn gelegen, zodat geen beschadigingen aan de cardanassen 12 en 15 kunnen optreden.
35 Voor het keren van de werktuigencombinatie aan het einde van het veld wordt de werktuigencombinatie in de fig. 2 weergegeven positie gebracht. De onderste bedieningsstangen 6 van de hefraamconstructie 8402115 * /
S
- 5 - 5 zijn aan het voorste einde ervan scharnierend verbonden aan het aanbouwfreem 16. Aan hét aanbouwfreem 16 bevinden zich op enige afstand van het schamierverbindingspunt 17 van de onderste bedienings-stangen 6 aan het aanbouwfreem 16 naast elk van de beide onderste be-5 dieningsstangen 6 de verbindingsplaten 18, Aan de verbindingsplaten 18 zijn de als bouten 19 uitgevoerde en verwijderbare aanslagorganen aangebracht. Dankzij de doelmatig ontworpen afmetingen en plaatsing van de hydraulische cilinder 8 en van de aansluiting van de hydraulische leiding 9 op het hydraulische circuit, waarop ook de hydrau-10 lische cilinder van de driepuntshefinrichting 10 is aangesloten, wordt bij het bedienen van de bedieningsklep van de driepuntshefinrichting 10 eerst de zaaimachine 4 zo ver opgeheven totdat de onderste bedieningsstangen 6 tegen de aanslagorganen 19 aansluiten en vervolgens wordt de gezamenlijke werktuigencombinatie zo ver op-15 geheven totdat de driepuntshefinrichting de door de instelling van de bedieningshefboom van de bedieningsklep ingestelde positie heeft bereikt. Hierbij begrenzen zowel de aanslagorganen 19 als ook de instelling van de bedieningshefboom van de bedieningsklep het opheffen van de werktuigencombinatie, respektievelijk het hefbereik 20 op zodanige wijze dat de maximaal toelaatbare hoeko<die wordt gevormd door de cardanassen 12 en 15 niet wordt overschreden, zodat de zaaimachine 4 ook tijdens de opgeheven positie daarvan ononderbroken kan worden aangedreven. Daardoor is het dankzij de door de bouten 19 gevormde aanslagorganen mogelijk geworden een door een aftakas aange-25 dreven zaaimachine 4 aan te bouwen aan de hefraamconstructie 5 en die ook tijdens het uitvoeren van de keerbeweging, waarvoor het noodzakelijk is dat de werktuigencombinatie tenminste gedeeltelijk wordt opgeheven, verder voortdurend met vol toerental, respektievelijk met een slechts weinig van het voorgeschreven toerental afwij-30 kend toerental, aan te drijven. Het aandrijven van pneumatische zaaimachines, in de eerste plaats zaaimachines voor het zaaien van afzonderlijke zaadkorrels, is in verband met de speciale constructie van deze werktuigen onvoorwaardelijk noodzakelijk, opdat deze werktuigen doelmatig kunnen funktioneren en nauwkeurig kunnen werken.
35 Xn de voor het keren vereiste positie wordt de zaaimachine 4 on geveer 0,5 m boven de grond opgeheven en de draaitolcultivator 1 wordt maar net uit de grond 20 opgeheven. Door de afstand van 0,5 m 8402115 - 6 - '« * boven de grond worden beschadigingen aan de kwetsbare delen van de zaaimachine 4 vermeden.
Na het uitvoeren van de keerbeweging wordt de werktuigencombinatie weer naar beneden gelaten, zodat het werken zonder onderbreking kan 5 worden voortgezet. Dit komt er dus op neer dat de aandrijving van de zaaimachine 4 tijdens het uitvoeren van de keerbeweging niet moet worden onderbroken.
Teneinde de werktuigencombinatie in de in fig. 3 afgeheelde trans-portpositie te brengen dient eerst de trekkeraftakas te worden losge-10 koppeld, opdat bij de uitzonderlijke grote hoeken tussen de cardanassen geen beschadigingen aan de cardanassen 12 en 15 sullen ontstaan. Bovendien moeten de als aanslagorganen fungerende bouten 19 worden verwijderd, opdat de zaaimachine 4 volledig naar voren -boven in de transportpositie kan worden gebracht. In aansluiting 15 daarop wordt door het bedienen van de bedieningshefboom van de be-dieningsklep van de driepuntshefinrichting 10 van de trekker 11 eerst met behulp van de hefraamconstructie 5 de zaaimachine 4 in de transportpositie opgeheven, voordat de gezamenlijke werktuigencombinatie door middel;.· van de driepuntshef inrichting wordt opgeheven. 20 Opdat het hefbereik van de hefraamconstructie 5 bij het opheffen van de zaaimachine 4 in de voor het keren noodzakelijke positie telkens kan worden aangepast aan de betreffende aangekoppelde zaaimachine 4, zijn verschillende posities voor de bouten 19 in de ver-bindingsplaten 18 mogelijk.
25 Hiertoe zijn de verbindingsplaten 18 voorzien van gaten 21 waarmee verschillende bereiken kunnen worden ingesteld. Dit is noodzakelijk omdat zaaimachines van verschillend type en fabrikaat aan de hefraamconstructie 5 moeten kunnen worden gekoppeld en de aftakasaan-sluitingen van deze zaaimachines zich op verschillende hoogten be-30 vinden.
Fig. 4 toont een werktuigencombinatie die is voorzien van een andere begrenzing van het hefbereik.
Voor het keren van de werktuigencombinatie aan het einde van het veld wordt de werktuigencombinatie in de in fig. 4 weergegeven 35 positie gebracht. De onderste bedieningsstangen 6 van de hefraamconstructie 5 zijn aan de voorste einden ervan scharnierend verbonden aan het aanbouwfreem 16. In de drukleiding 9 is de als mechanisch 8402115 - 7 - deblokkeerbare terugslagklep 22 uitgevoerde hydraulische blokkeerklep gemonteerd. De terugslagklep 22 is op het aansluitstuk 23 van de draai-tolcultivator 1 voor de bovenste bedieningsstang 7 van de hefraamcon-structie 5 bevestigd en is voorzien van een stift 24 waarmee de klep 5 kan worden gedeblokkeerd. Aan de stift 24 is de arm 25 gemonteerd. Tussen de arm 25 en het aansluitstuk 23 is de trekveer 26 aangebracht welke de arm 25 naar beneden en daardoor de stift 24 in de doorstroom-respektievelijk deblokkeerpositie van de terugslagklep 22 trekt. Bovendien is aan de arm 25 de verstelbare schroef 27 met het aanslagdeel 10 28 aangebracht.
In de bedrijfsstand van de werktuigencombinatie bevinden zich de tanden van de draaitolcultivator 1 in de grond 20, terwijl de grond-rol 3 op het grondoppervlak 20 rust en de zaaimachine 4 door middel van de loopwielen daarvan door de grond 20 wordt gesteund. Teneinde 15 de zaaimachine op te heffen wordt op de trekker 11 een bedienings-klep bediend. Dankzij de doelmatig ontworpen afmetingen en plaatsing van de hydraulische cilinder 8 en van de aansluiting van de hydraulische leiding 9 op het hydraulische circuit, waarop ook de hydraulische cilinder van de driepuntshefinrichting 10 is aangesloten, 20 wordt bij het bedienen van de bedieningsklep van de driepuntshefinrichting 10 eerst de zaaimachine 4 zo ver opgeheven totdat de bovenste bedieningsstang 7 van de hefraamconstructie 5 komt aan te sluiten tegen het aanslagdeel 28 en het aanslagdeel 28 zo ver naar boven heeft gedrukt, totdat door middel van de arm 25 de stift 24 van de terug-25 slagklep 22 in de blokkeerpositie van de terugslagklep 22 is getrokken, zodat geen olie meer de hydraulische cilinder 8.in kan worden geperst.
De bovenste bedieningsstang 7 neemt dan de in fig. 4 afgebeelde positie, respektievelijk de in fig. 5 met punt-streeplijnen weergegeven positie 7' in en de onderste bedieningsstangen 6 nemen dan de in fig.
30 4 afgebeelde positie respektievelijk de in fig. 5 met punt-streep lijnen weergegeven positie 6* in. De arm 25 neemt dan de in fig. 5 met punt-streeplijnen aangegeven positie 25' in. Nu wordt de werktuigencombinatie zo ver opgeheven totdat de driepunthefinrichting de door de instelling van de bedieningshefboom van de bedieningsklep 35 ingestelde positie heeft bereikt. Hierbij begrenzen zowel het aanslagdeel 28 als ook de instelling van de bedieningshefboom van de bedieningsklep het opheffen van de werktuigencombinatiè, respektievelijk 8402115 * - 8 - het hefbereik op zodanige wijze dat de maximaal toelaatbare hoek die door de cardanassen 12 en 15 wordt gevormd niet wordt overschreden, zodat de zaaimachine 4 ook tijdens de opgeheven positie daarvan ononderbroken kan worden aangedreven. Daardoor is het door 5 de terugslagklep 22 en het daarmee samenwerkende aanslagdeel 28 in de eerste plaats mogelijk geworden aan de hefraamconstructie 5 een door een af takas aangedreven zaaimachine 4 te koppelen en ook tijdens het uitvoeren van een keerbeweging, waarvoor de werktuigencombinatie tenminste uit de grond moet worden opgeheven, verder 10 voortdurend met vol toerental, respektievelijk met een toerental dat maar weinig van het voorgeschreven toerental afwijkt, aan te drijven. Het aandrijven van pneumatische zaaimachines, in de eerste plaats zaaimachines voor het zaaien van afzonderlijke zaadkorrels, is in verband met de speciale constructie van deze werktuigen, on-15 voorwaardelijk noodzakelijk, opdat deze werktuigen doelmatig kunnen funktioneren en nauwkeurig kunnen werken.
In de voor het keren vereiste positie wordt de zaaimachine 4 ongeveer 0,5 m boven de grond opgeheven en wordt de draaitolculti-vator 1 maar net uit de grond 20 opgeheven. Door de afstand van 0,5 20 m boven de grond worden beschadigingen aan de kwetsbare delen van de zaaimachine 4 vermeden.
Na het uitvoeren van de keerbeweging wordt de werktuigencombinatie weer naar beneden gelaten, zodat het werken zonder onderbreking kan worden voortgezet. Dit komt erop neer dat de aandrijving van de 25 zaaimachine 4 tijdens het uitvoeren van de keerbeweging niet behoeft te worden onderbroken, aangezien dit niet toelaatbaar is.
Teneinde de werktuigencombinatie in de transportpositie, dat wil zeggen de zaaimachine 4 volledig naar voren - boven opgeheven, te brengen, moet eerst de trekkeraftakas worden losgekoppeld, opdat bij 30 uitzonderlijk grote hoeken tussen de cardanassen geen beschadigingen aan de cardanassen 12 en 15 zullen ontstaan. Bovendien kan hèt.-aanslag-deel 28 zijdelings respektievelijk naar boven worden weggedraaid, opdat de zaaimachine 4 geheel naar voren - boven in de transportpositie kan worden gebracht. In aansluiting daarop wordt door het bedienen 35 van de bedieningshefboom van de bedieningsklep van de driepuntshef-inrichting 10 van de trekker 11 eerst met behulp van de hefraamcon·? structie 5 de zaaimachine 4 in de transportpositie opgeheven, voor- 8402115 «f * - 9 - «s» dat de gezamenlijke werktuigencombinatie door middel van de drie-puntshefinrichting wordt opgeheven.
Opdat het hefbereik van de hefraamconstructie 5 bij het opheffen van de zaaimachine 4 in de voor het keren vereiste positie telkens 5 kan worden aangepast aan de betreffende zaaimachine 4 die is aangekoppeld, kan door middel van de schroef 27 het aanslagdeel 28 worden versteld. Dit is noodzakelijk, aangezien zaaimachines van verschillend type en fabrikaat aan de hefraamconstructie 5 moeten kunnen worden gekoppeld en de aftakasaansluitingen van deze zaaimachines zich op ver-10 schillende hoogten bevinden.
8402115

Claims (11)

1. Werktuigencombinatie, met aaneengesloten werktuigen, voor de landbouw, bestaande uit een in het bijzonder aan de driepuntshefin-richting van een trekker gekoppelde en door middel van een cardanas aan de trekkeraftakas aangesloten grondbewerkingsinrichting en een 5 door middel van als hefraamoohstructie uitgevoerde koppelingsdelen met de grondbewerkingsinrichting verbonden grondbewerkingsinrichting in bijvoorbeeld de vorm van een zaaimachine, waarbij de zaaimachine met behulp van de hefraamconstructie kan worden opgeheven, gekenmerkt doordat de zaaimachine (4) vanaf de trekkeraftakas door middel van een 10 tussen de aangedreven uitgangsas van de grondbewerkingsinrichting (1) en de zaaimachine (4) gemonteerde cardanas (15) kan worden aangedreven, doordat aanslagorganen (19) het hefbereik van de hefraamconstructie (5) tijdens het in bedrijf zijn van de^werktuigencombinatie op zodanige wijze begrenzen, dat de maximaal toelaatbare hoek (<X) die 15 door de cardanas (15) wordt gevormd niet wordt overschreden, zodat de zaaimachine (4) ook tijdens de periode dat deze zich in opgeheven positie bevindt, ononderbroken kan worden aangedreven.
2. Werktuigencombinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de aanslagorganen (19) verwijderbaar zijn gemonteerd, respektievelijk 20 in een buiten-bedrijf stand kunnen worden gebracht.
3. Werktuigencombinatie volgens conclusie 1 en/of 2, gekenmerkt doordat aanslagorganen (19) voor meerdere posities zijn verschaft.
4. Werktuigencombinatie volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de hefcilinder (8) van de hefraamconstructie (5) is aangesloten op het- 25 zelfde hydraulische circuit als waarop ook de hydraulische cilinder van de driepuntshefinrichting (10) van de trekker (11) is aangesloten.
5. Werktuigencombinatie volgens conclusie 1, waarbij de hefraamconstructie van tenminste één door middel van een drukleiding op het hydraulisch circuit van de trekker aangesloten hefcilinder is voor- 30 zien, gekenmerkt doordat in de naar de hefcilinder (8) lopende drukleiding (9) een deblokkeerbare hydraulische blokkeerklep (22) is opgenomen en dat deze hydraulische blokkeerklep (22) met de aanslag-delen (28) kan samenwerken.
6. Werktuigencombinatie volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de 35 hydraulische blokkeerklep (22) als mechanisch deblokkeerbare terug- 8402115 ' Si > « - 11 - slagklep (22) is uitgevoerd.
7. Werktuigcombinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat met de terugslagklep (22) een verstelbaar aanslagdeel (28) samenwerkt.
8. Werktuigencombinatie volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat met de terugslagklep (22) een veer (26) samenwerkt en dat de veer (26) de terugslagklep (26) in bedrijfsstand van de zaaimachine (4) in doorstroompositie houdt.
9. Werktuigencombinatie volgens één der conclusies 5 tot 8, gekenmerkt doordat het aanslagdeel (28) de terugslagklep (22) bij het bereiken van de hoogste stand van de begrensde ophefhoogte voor de zaaimachine (4) in blokkeerpositie brengt.
10. Werktuigencombinatie volgens één der conclusies 5 tot 9, gekenmerkt doordat het aanslagdeel (28) samenwerkt met de bovenste bedieningsstang (7) van de hefraamconstructie (5).
11. Werktuigencombinatie volgens één der conclusies 5 tot 9, gekenmerkt doordat het aanslagorgaan met één van de onderste bedie-ningsstangen (6) van de hefraamconstructie (5) samenwerkt. 8402115
NL8402115A 1983-07-19 1984-07-03 Grondbewerkingsinrichting. NL8402115A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19833325971 DE3325971A1 (de) 1983-07-19 1983-07-19 Geschlossene geraetekombination fuer die landwirtschaft
DE3325971 1983-07-19
DE19833332071 DE3332071A1 (de) 1983-09-06 1983-09-06 Geschlossene geraetekombination fuer die landwirtschaft
DE3332071 1983-09-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402115A true NL8402115A (nl) 1985-02-18

Family

ID=25812416

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402115A NL8402115A (nl) 1983-07-19 1984-07-03 Grondbewerkingsinrichting.

Country Status (3)

Country Link
FR (1) FR2549340A1 (nl)
GB (1) GB2145912B (nl)
NL (1) NL8402115A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3546468A1 (de) * 1985-05-09 1986-11-13 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Pneumatische einzelkornsaemaschine
DE3516742A1 (de) * 1985-05-09 1986-11-13 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Geschlossene geraetekombination fuer die landwirtschaft
EP0211967A1 (de) * 1985-07-29 1987-03-04 Rabewerk GmbH + Co. Kombinationsgerät für die Bodenbearbeitung in der Landwirtschaft
FR2687889B1 (fr) * 1992-02-28 1996-04-05 Lely France Outil agricole combine constitue par l'association d'une herse et d'un semoir.
GB2350996B (en) * 1999-06-12 2003-08-20 Chris Green Agricultural machine
GB2469836B (en) 2009-04-29 2012-10-17 Kverneland Asa Lifting mechanism
CN104541631A (zh) * 2015-01-15 2015-04-29 湖北永祥农机装备有限公司 一种可叠置的复合式整地播种机

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1229392A (nl) * 1968-02-27 1971-04-21
US3731746A (en) * 1971-11-18 1973-05-08 Allis Chalmers Weight transfer hitch
FR2448843A1 (fr) * 1979-02-16 1980-09-12 Lemoine Attelages Sa Attelage " trois points " utilisable aussi bien a l'avant qu'a l'arriere d'un vehicule industriel, agricole, pour travaux publics, ou forestier, par exemple un tracteur
EP0016588A1 (en) * 1979-03-07 1980-10-01 Gerald Samuel Law Accident prevention apparatus
DE8104256U1 (de) * 1981-02-17 1982-02-11 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Zusammengeschlossene geraetekombination fuer die landwirtschaft
FR2499817B1 (fr) * 1981-02-17 1986-06-13 Amazonen Werke Dreyer H Semoir mecanique attelable a un tracteur
FR2505130A1 (fr) * 1981-05-06 1982-11-12 Amazonen Werke Dreyer H Semoir mecanique avec dispositif d'attelage

Also Published As

Publication number Publication date
GB2145912B (en) 1986-12-17
FR2549340A1 (fr) 1985-01-25
GB8418438D0 (en) 1984-08-22
GB2145912A (en) 1985-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3897832A (en) Agricultural tool bar
US3327787A (en) Disc harrow
US4615396A (en) Multiple farm implement actuating system
US3021908A (en) Farm implement transport carrier
NL8402115A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
US3093394A (en) Convertible hitch
US4343142A (en) Apparatus having a variable attitude work implement
US3460631A (en) High clearance wheel mounted spring-tooth harrow
EP0198563A1 (en) An agricultural machine
US4114695A (en) Rotary harrow with pivotable coupling assembly
US6467249B2 (en) Hay making machine comprising at least one raking wheel articulated to a carrying arm
NL1034636C2 (nl) Getrokken landbouwmachine.
US3010230A (en) Steerable one way snow plow
US3502154A (en) Minimum tillage implement
US3131775A (en) Apparatus for earth working
US2785614A (en) Tractor drawn sulky
NL1006945C2 (nl) Werktuigdrager.
US3658136A (en) Row crop thinning implement
US2889890A (en) Lifthitch for spring tooth harrows
CH622666A5 (en) Working appliance for ground loosening which can be mounted on a tractor
US2900033A (en) Agricultural implement, particularly a reversible plow, and support vehicle therefor
EP0201048A1 (de) Geschlossene Gerätekombination für die Landwirtschaft
US3762482A (en) Marker for farm implement
US2785615A (en) Tractor pulled apparatus
US2330743A (en) Beet lifter

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed