NL8402008A - METHOD FOR CONVERTING HEAVY HYDROCARBONS INTO MORE VALUABLE PRODUCTS - Google Patents

METHOD FOR CONVERTING HEAVY HYDROCARBONS INTO MORE VALUABLE PRODUCTS Download PDF

Info

Publication number
NL8402008A
NL8402008A NL8402008A NL8402008A NL8402008A NL 8402008 A NL8402008 A NL 8402008A NL 8402008 A NL8402008 A NL 8402008A NL 8402008 A NL8402008 A NL 8402008A NL 8402008 A NL8402008 A NL 8402008A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
oil
transition metal
metal compound
hydrogen gas
hydrocarbon
Prior art date
Application number
NL8402008A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Asahi Chemical Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP22799283A external-priority patent/JPS60120791A/en
Priority claimed from JP23109483A external-priority patent/JPS60123591A/en
Application filed by Asahi Chemical Ind filed Critical Asahi Chemical Ind
Publication of NL8402008A publication Critical patent/NL8402008A/en

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10GCRACKING HYDROCARBON OILS; PRODUCTION OF LIQUID HYDROCARBON MIXTURES, e.g. BY DESTRUCTIVE HYDROGENATION, OLIGOMERISATION, POLYMERISATION; RECOVERY OF HYDROCARBON OILS FROM OIL-SHALE, OIL-SAND, OR GASES; REFINING MIXTURES MAINLY CONSISTING OF HYDROCARBONS; REFORMING OF NAPHTHA; MINERAL WAXES
    • C10G47/00Cracking of hydrocarbon oils, in the presence of hydrogen or hydrogen- generating compounds, to obtain lower boiling fractions
    • C10G47/02Cracking of hydrocarbon oils, in the presence of hydrogen or hydrogen- generating compounds, to obtain lower boiling fractions characterised by the catalyst used

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Production Of Liquid Hydrocarbon Mixture For Refining Petroleum (AREA)

Description

* I* I

l i 1 * * .. -1- t VO 6317l i 1 * * .. -1- t VO 6317

Werkwijze voor het omzetten van zware koolwaterstoffen in meer waardevolle produkten.Process for converting heavy hydrocarbons into more valuable products.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het omzetten van zware koolwaterstoffen, in het bijzonder een zware olie, zoals een atmosferische residu-olie of een vacuumresidu van ruwe oliën, in lichtere en meer waardevolle produkten, alsmede een werkwijze voor 5 verder hydrobehandelen van de lichtere koolwaterstofolie, waarbij tevens een werkwijze wordt omvat voor het bereiden van gasvormige alkenen en monocyclische aromaten uit een zware koolwaterstof, die bij deze werkwijzen het toevoermateriaal is.The invention relates to a method for converting heavy hydrocarbons, in particular a heavy oil, such as an atmospheric residual oil or a vacuum residue of crude oils, into lighter and more valuable products, as well as a method for further hydrotreating the lighter hydrocarbon oil, which also includes a process for preparing gaseous olefins and monocyclic aromatics from a heavy hydrocarbon, which is the feedstock in these processes.

In de laatste is er een tendens geweest ruwe oliën om te zetten 10 in zware oliën, maar de grotere vraag naar lichtere oliën is het evenwicht tussen de vraag en het aanbod van petroleumprodukten gestoord, zodat momenteel het effectieve gebruik van de overmaat zware oliën een belangrijk probleem is voor de petroleumindustrie.In the latter, there has been a tendency to convert crude oils into heavy oils, but the increased demand for lighter oils has disturbed the balance between supply and demand for petroleum products, so that currently the effective use of excess heavy oils is an important problem for the petroleum industry.

Bij de bereiding van gas van alkenen, zoals etheen, propeen, 15 butadieen, enz. alsmede monocyclische aromaten zoals benzeen, tolueen, xyleen enz., worden echter lichte koolwaterstoffen, zoals gassen, verkregen bij de oliewinning of bij produkten van de petroleumraffinaderij, zoals nafta overwegend toegepast. Door tekort van deze lichte koolwaterstoffen lopen de prijzen op, terwijl het economische voordeel 20 van de gasvormige alkenen of monocyclische aromaten aanzienlijk minder wordt. Teneinde een dergelijk structureel probleem op te lossen, zijn verschillende pogingen gedaan om petrochemische uitgangsmaterialen te bereiden door lichtere oliën, zoals kerosine, gasolie, vacuumgasoliën enz. asm. een hydrogenerende behandeling te onderwerpen, gevolgd door 25 stoompyrolyse. Bij deze methoden zijn echter verschillende soorten van toegepaste oliën tevens beschikbaar als petroleumprodukten, waardoor de situatie van het aanbod van uitgangsmateriaal in feite dezelfde is als voor de lichte koolwaterstoffen, zoals nafta.However, in the production of gas from olefins, such as ethylene, propylene, butadiene, etc., as well as monocyclic aromatics such as benzene, toluene, xylene, etc., light hydrocarbons, such as gases, are obtained in the oil extraction or in petroleum refinery products, such as naphtha mainly used. Prices rise because of the shortage of these light hydrocarbons, while the economic advantage of the gaseous olefins or monocyclic aromatics decreases considerably. In order to solve such a structural problem, various attempts have been made to prepare petrochemical starting materials by using lighter oils, such as kerosene, gas oil, vacuum gas oils, etc. asm. subjecting a hydrogenation treatment followed by steam pyrolysis. However, in these methods, different types of oils used are also available as petroleum products, so that the situation of the supply of starting material is in fact the same as for the light hydrocarbons, such as naphtha.

In zowel de petroleumindustrie als in de petrochemische indu-30 strie streeft men er nu naar een zware olie om te zetten in een lichter en waarde voller produkt, dat effectief als een licht petroleumprodukt kan worden toegepast of dient als uitgangsmateriaal voor de petroleum-chemie. Er zijn aldus een aantal methoden voor het hydrokraken of thermisch kraken van zware oliën voorgesteld, maar geen van deze 8402008 L· i i -2- «r « methoden is af doende wat betreft de omzetting van een zware olie, zoals een vacuum residu in een lichter produkt, aangezien zij alle nadelen bezitten.In both the petroleum industry and in the petrochemical industry, efforts are now being made to convert a heavy oil into a lighter and more valuable product, which can effectively be used as a light petroleum product or serves as a starting material for petroleum chemistry. Thus, a number of methods of hydrocracking or thermal cracking of heavy oils have been proposed, but none of these methods is satisfactory in the conversion of a heavy oil, such as a vacuum residue into a lighter product since they have all the drawbacks.

Zo worden in een vaste-bed of gefluldiseerde bed-hydrokraak-5 methode, waarbij de reaktie wordt uitgevoerd in een reaktor, gepakt met een korreligeof poedervormige katalysator, bij een hoge omzetting in lichtere produkten de katalysator geleidelijk vergiftigd door afzetting van kool en metaalcomponenten, die in de toevoerolie aanwezig zijn. Hierdoor gaat de activiteit van de katalysator achteruit of 10 wordt de katalysatorlaag verstopt.For example, in a fixed bed or fluidized bed hydrocracking method, wherein the reaction is carried out in a reactor packed with a granular or powdered catalyst, at a high conversion to lighter products, the catalyst is gradually poisoned by deposition of coal and metal components, that are present in the feed oil. This causes the activity of the catalyst to deteriorate or the catalyst layer to be clogged.

Wil men daarentegen bij het thermisch kraken een hoge omzetting van een zware koolwaterstof in een lichter produkt uitvoeren, dan treedt het zogenaamde vercokesingsverschijnsel op, dat tot stilstand van de werkwijze zal leiden. Aldus is deze werkwijze in het algemeen slechts 15 bruikbaar bij zodanige omzetting in een lichter produkt, dat geen vercokesingsproblemen optreden. Om dit punt te verbeteren is de zogenaamde hydrovisbrekingmethode voorgesteld. Met deze methode kan men echter toch niet het vercokesingseffekt in voldoende mate tegengaan 2 zelfs indien de waterstofdruk tot een hoge druk van 300 kg/cm wordt 20 verhoogd. Er is tevens een vercokeserproces voorgesteld, waarbij de omzetting in lichter produkt werd uitgevoerd onder het positief vormen van cokes. Bij dit proces moet een grote hoeveelheid cokes als ieren-produkt worden verwijderd, terwijl het probleem van een te lage opbrengst van lichte olie blijft bestaan. Voorts is de verkregen lichte olie 25 verrijkt aan aromatische en alkenische componenten, waardoor de kwaliteit achteruit gaat.On the other hand, if a high conversion of a heavy hydrocarbon to a lighter product is to be carried out during thermal cracking, the so-called coking phenomenon will occur, which will lead to the process being stopped. Thus, this process is generally useful only when converted to a lighter product such that no coking problems occur. The so-called hydrovisbreak method has been proposed to improve this point. However, this method does not sufficiently counteract the coking effect even if the hydrogen pressure is increased to a high pressure of 300 kg / cm 2. A coking process has also been proposed, the conversion to lighter product being carried out while positively forming coke. In this process, a large amount of coke must be removed as an iron product, while the problem of low light oil yields persists. Furthermore, the obtained light oil is enriched in aromatic and olefinic components, as a result of which the quality deteriorates.

Aldus zullen bij de bekende methoden, ook wanneer men een hoog kokend materiaal door een katalytische verwerking van een zware olie in een lichte produktie wenst om te zetten, de in de olie aanwezige on-30 zuiverheden, zoals zwavel of zware metalen, en in het bijzonder polymere verbindingen de zuurgraad van de katalysator aanmerkelijk verlagen.Als gevolg daarvan ontstaat het probleem, dat de kraakactiviteit, die wordt veroorzaakt door de zuurgraad van de katalysator niet blijft bestaan.Thus, in the known methods, even if one wishes to convert a high-boiling material into a light production by catalytic processing of a heavy oil, the impurities present in the oil, such as sulfur or heavy metals, and Especially polymeric compounds significantly reduce the acidity of the catalyst. As a result, the problem arises that the cracking activity caused by the acidity of the catalyst does not persist.

Ook bij thermisch kraken van een koolwaterstof in aanwezigheid van een 35 katalysator blijkt de reaktiesnelheid groter te zijn naarmate het mole-cuulgewicht van het uitgangsmateriaal groter is. Aangezien echter de 8402008 * Λ -3- Λ reaktiesnelheden van de nevenreakties zoals cokesvorming en polyconden-satie groot zijn, is het zeer moeilijk bij dergelijke reakties de mate van kraken te verhogen. *Also, in thermal cracking of a hydrocarbon in the presence of a catalyst, the reaction rate appears to be faster the greater the molecular weight of the starting material. However, since the reaction rates of the side reactions such as coke formation and polycondensation are high, it is very difficult to increase the cracking rate in such reactions. *

Voorts zijn verschillende technieken gemeld voor het hydro-5 behandelen van zware koolwaterstoffen door deze in gedispergeerde toestand te laten reageren onder toevoeging van vaste materialen.Furthermore, various techniques have been reported for hydrotreating heavy hydrocarbons by reacting them in a dispersed state with the addition of solid materials.

In de Amerikaanse octrooischriften 3.131.142, 4.134.825, 4.172.814 en 4.285.804 worden hydrobehandelingen beschreven, waarbij een olie-oplosbare metaalverbinding of een emulsie van een waterige oplossing 10 van een wateroplosbare metaalverbinding worden toegevoegd. In de Amerikaanse octrooischriften 3.161.585 en 3.657.111 worden hydrobehandelingen beschreven met een thermisch gekraakt colloïdaal materiaal van een olieoplosbare metaalverbinding of colloidale deeltjes van vanadium-sulfide. In de Canadese octrooischriften 1.073.389 en 1.076.983, de 15 Amerikaanse octrooischriften 4.176.051, 4.214.977 en 4.376,695 wordt hydrokraken beschreven onder toepassing van koolpoeder of koolpoeder bekleed met een metaalzout. In de Amerikaanse octrooischriften 3.707.461 en 4.299.685 worden hydrobehandelingen beschreven onder toepassing van koolas. De Amerikaanse octrooischriften 4.169.038, 4.178.227 en 20 4.204.943, alsmede Japanse octrooipublikaties- 207688/1982 en 69289/1983 beschrijven hydrobehandelingen onder toepassing van cokes-nevenprodukt of petroleum als nevenprodukt. De Japanse octrooi-publi-katies 40806/1979 en 141388/1981 beschrijven het hydrokraken onder toepassing van een ontzwavelde katalysator of een verpulverde gebruikte 25 katalysator daarvan. De Amerikaanse octrooischriften 4.066.530 en 4.067.799 beschrijven een hydrobehandeling, waarbij combinatie van een olieoplosbare metaalverbindingen en ijzercomponentdeeltjes worden toegepast;U.S. Patents 3,131,142, 4,134,825, 4,172,814, and 4,285,804 describe hydrotreats in which an oil-soluble metal compound or an emulsion of an aqueous solution of a water-soluble metal compound is added. U.S. Patents 3,161,585 and 3,657,111 describe hydrotreats with a thermally cracked colloidal material of an oil-soluble metal compound or colloidal particles of vanadium sulfide. Canadian Pat. Nos. 1,073,389 and 1,076,983, U.S. Pat. Nos. 4,176,051, 4,214,977 and 4,376,695 describe hydrocracking using carbon powder or carbon powder coated with a metal salt. U.S. Patents 3,707,461 and 4,299,685 describe hydrotreating using coal ash. U.S. Pat. Nos. 4,169,038, 4,178,227 and 4,204,943, as well as Japanese Patent Publications 207688/1982 and 69289/1983 describe hydrotreats using coke by-product or petroleum as by-product. Japanese Patent Publications 40806/1979 and 141388/1981 describe hydrocracking using a desulfurized catalyst or a pulverized spent catalyst thereof. U.S. Patents 4,066,530 and 4,067,799 describe hydrotreating using combination of an oil-soluble metal compounds and iron component particles;

De Japanse octrooipublikatie 108294/1983 beschrijft een hydrobehandeling onder toepassing van een combinatie van een metaalverbinding en 30 een metaal-bevattend stofbijprodukt, terwijl de Amerikaanse octrooischriften 3.331.769 en 4.376.037 een dergelijke behandeling beschrijven onder toepassing van een combinatie van een metaalverbinding en een poreuse vaste katalysator of een poreuse drager. Bij de meeste van deze technieken worden reaktieomstandigheden toegepast, die ontzwavelings-35 omstandigheden benaderen, en zij betreffen voorstellen, in hoofdzaak gericht op metaalverwijdering, hetero-atoomverwijdering, zoals zwavel- of stikstof verwijdering of restkoolstofverwijdering uit zware koolwater- 8402008 ί * rJapanese Patent Publication 108294/1983 describes hydrotreating using a combination of a metal compound and a metal-containing dust by-product, while U.S. Patents 3,331,769 and 4,376,037 describe such treatment using a combination of a metal compound and a porous solid catalyst or a porous support. Most of these techniques employ reaction conditions approximating desulfurization conditions, and they include proposals primarily aimed at metal removal, hetero atom removal, such as sulfur or nitrogen removal, or residual carbon removal from heavy hydrocarbons.

JJ

-4- stoffen. Bij een deel van deze technieken wordt een zware koolwaterstof gebruikt, die betrekkelijk gemakkelijk kan worden gekraakt, waarbij wordt getracht een geschikte mate van hydrokraken te bereiken door toepassing van een afvalkatalysator, cokesbijprodukt of een natuurlijk 5 produkt. Bij elk van deze technieken, wanneer toegepast voor het ontzetten van zware koolwaterstoffen, zoals een atmosferisch residu of een vacuum residu in lichtere produkten, zijn de technische problemen zoals het verstoppen van de installatie of de economische problemen nog niet opgelost.-4- substances. Some of these techniques employ a heavy hydrocarbon, which is relatively easy to crack, attempting to achieve an appropriate degree of hydrocracking using a waste catalyst, coke by-product or a natural product. In either of these techniques, when used to decompose heavy hydrocarbons, such as an atmospheric residue or a vacuum residue in lighter products, the technical problems such as plant clogging or economic problems have not been solved.

10 Er . is een uitgebreid onderzoek verricht om de nadelen van de stand van de techniek te overwinnen en een werkwijze te ontwikkelen, waarbij een zware koolwaterstof als toevoer op economische wijze en in hoge opbrengsten wordt omgezet in een lichter en meer waardevol produkt. Er is nu gevonden, dat men door tenminste twee soorten com-15 ponenten toe te voegen, namelijk een olie oplosbare of wateroplosbare overgangsmetaalverbinding en een ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 ip en de thermische kraking in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas uit te voeren, nevenreakties van polycondensatie en cokes-20 vorming kan onderdrukken, terwijl tevens vercokesing in de installatie, in het bijzonder in reaktiezones kan worden tegengegaan, zodat men op economische wijze en in hoge opbrengst stabiele waardevolle lichte oliën uit een zware koolwaterstof kan verkrijgen, en tegelijkertijd een verslechtering van het residu kan worden tegengegaan.10 Er. Extensive research has been conducted to overcome the drawbacks of the prior art and to develop a process which converts a heavy hydrocarbon feedstock economically and in high yields into a lighter and more valuable product. It has now been found that by adding at least two kinds of components, namely an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder with an average particle size in the range of 5-1000 ip and the thermal cracking in the presence of hydrogen gas or to carry out a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas, suppressing side reactions of polycondensation and coke-20 formation, while also preventing coking in the plant, especially in reaction zones, so that stable valuable light oils are economically produced in high yield from a heavy hydrocarbon, while at the same time preventing deterioration of the residue.

25 Meer in het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een meer waardevol produkt, omvattende:More specifically, the present invention provides a method for converting a heavy hydrocarbon into a more valuable product, comprising:

Het aan de zware koolwaterstof toevoegen van tenminste twee soorten matenalen, omvattende een olieoplosbare of wateroplosbare overgangs-30 metaalverbinding en een ultrafijn poeder, dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd en een gemiddelde deeltjesafmeting van 5-1000 yi heeft; het thermisch kraken van de zware koolwaterstof in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattende waterstofgas; en het winnen van de verkregen lichtere koolwaterstofolie.Adding at least two kinds of materials to the heavy hydrocarbon, comprising an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder which can be suspended in a hydrocarbon and has an average particle size of 5-1000 µl; thermal cracking the heavy hydrocarbon in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; and recovering the resulting lighter hydrocarbon oil.

35 Figuren 1 en 2 tonen stroomschema's voor de verschillende uit voeringsvormen van de werkwijze ter bereiding van gasvormige alkenen 840200? * i -5- * en monocyclische aromaten, waarin 3 een verhitter, 5 een hoge druk gas-vloeistofscheider, 8 een atmosferische verdamper, 10 een vacuum verdamper, 17 een vloeistof-vastestof-scheider, 20 een hydrobehande-lingeenheid, 23 een hoge druk gas-vloeistofscheider, 26 een gas-vloei-5 stofscheider en 29 een stoompyrolyseeenheid is.Figures 1 and 2 show flow charts for the various embodiments of the process for preparing gaseous olefins 840200? * 5-5 * and monocyclic aromatics, in which 3 a heater, 5 a high pressure gas-liquid separator, 8 an atmospheric evaporator, 10 a vacuum evaporator, 17 a liquid-solid separator, 20 a hydrotreating unit, 23 a high pressure gas-liquid separator, 26 is a gas-liquid separator and 29 is a steam pyrolysis unit.

De in de onderhavige uitvinding toegepaste zware koolwaterstof is een ruwe olie of een atmosferisch rsidu of een vacuum residu van de ruwe olie, met inbegrip van leisteenolie, teerzandextracten en vloeibaar gemaakte steenkoololie. Een zware koolwaterstof, die een 10 grote hoeveelheid van een waardevolle fraktie bevat, die bij een hoge omzetting van de zware olie in een lichter waardevoller produkt, bijv. een fraktie met een kookpunt van 520°C of hoger onder atmosferische druk geeft, is economisch gunstig.The heavy hydrocarbon used in the present invention is a crude oil or an atmospheric residue or a vacuum residue of the crude oil, including slate oil, tar sands extracts and liquefied coal oil. A heavy hydrocarbon, which contains a large amount of a valuable fraction, which at a high conversion of the heavy oil into a lighter more valuable product, eg a fraction with a boiling point of 520 ° C or higher under atmospheric pressure, is economical favorable.

In de werkwijze van de uitvinding voor het omzetten van een 15 zware olie in een lichter waardevoller produkt kan een sinergistisch effekt worden verkregen door tenminste twee soorten materialen in combinatie toe te passen. Aangenomen wordt, dat dit ontstaat door de hierna te beschrijven werking.In the method of the invention for converting a heavy oil into a lighter, more valuable product, a sinergistic effect can be obtained by using at least two kinds of materials in combination. This is believed to be due to the operation to be described below.

Aangenomen wordt, dat een olie-oplosbaar. of water-oplosbaar 20 overgangsmetaalverbinding door een thermische behandeling in aanwezigheid van waterstof en/of waterstofsulfide in de reaktiezone van een zware koolwaterstof of in de voorafgaande trap daarvan wordt omgezet in een materiaal, dat in een koolstof een hydrobehandelde katalysator-activiteit bezit, waardoor polycondensatiereakties of cokesvoorloper-25 of cokesvormingsreakties, die bij de sterke omzetting van een zware koolwaterstof in een lichtere koolwaterstof onvermijdelijke nevenreak-ties zijn, worden onderdrukt. Tevens worden andere voordelen verkregen, zoals het onderdrukken van de hoeveelheid als nevenprodukt gevormde gassen, het voorkomen van het achteruitgaan. van de eigenschappen van 30 de olie, die door het thermisch kraken is geproduceerd, enz.It is believed to be an oil-soluble. or water-soluble transition metal compound by heat treatment in the presence of hydrogen and / or hydrogen sulfide in the reaction zone of a heavy hydrocarbon or in the preceding stage thereof is converted into a material which has a hydrotreated catalyst activity in a carbon, whereby polycondensation reactions or coke precursor or coke-forming reactions, which are unavoidable side reactions in the strong conversion of a heavy hydrocarbon to a lighter hydrocarbon, are suppressed. Other advantages are also obtained, such as suppressing the amount of gases formed as by-product, preventing deterioration. of the properties of the oil produced by the thermal cracking, etc.

Verder wordt aangenomen, dat een ultrafijn poeder met de gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van ongeveer 5-1000 my, dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd, het vercokesingsver-schijnsel in de reaktiezone, dat tevens bij de sterke omzetting van 35 een zwaar koolwaterstof in een lichtere koolwaterstof onvermijdelijk is, voorkomt door de cokesvoorloper, cokes en dergelijke in drijvende toestand te houden of door zijn vermogen deze materialen te transpor- 8402008 \t % -6- teren en te migreren. Aangenomen wordt, dat wanneer een overgangsmetaal-verbinding wordt omgezet in een materiaal met een hydrobehandelende katalytische activiteit het een hoge dispergeerbaarheid en een hoog specifiek oppervlak vormt. Als gevolg daarvan zijn er extra voordelen, 5 namelijk dat het effekt reeds met een kleine hoeveelheid van de overgangsmet aal verbinding kan worden bereikt en dat het zelfs met een overgangsmetaal met een zwakke hydrogenerende funktie kan worden bereikt.Furthermore, it is believed that an ultrafine powder having the average particle size in the range of about 5-1000 µm which can be suspended in a hydrocarbon, the coking phenomenon in the reaction zone, which, also with the strong conversion of a heavy hydrocarbon into a lighter hydrocarbon is unavoidable, prevented by keeping the coke precursor, coke and the like in a floating state or by its ability to transport and migrate these materials. It is believed that when a transition metal compound is converted into a material having a hydrotreating catalytic activity it forms a high dispersibility and a high surface area. As a result, there are additional advantages, namely that the effect can already be achieved with a small amount of the transition metal compound and that it can be achieved even with a transition metal with a weak hydrogenation function.

Bij het uitvoeren, van de werkwijze van de uitvinding, waarbij een zware koolwaterstof in een lichter meer waardevol produkt wordt 10 omgezet, is het essentieel, dat tenminste twee soorten materialen, namelijk een olie-oplosbaar of water-oplosbaar overgangsmetaalverbin-ding of een materiaal met een hydrobehandelende katalytische activiteit, die uit een dergelijke verbinding kan worden omgezet, alsmede een ultrafijn poeder met een gemiddelde deelt jesafme ting in het gebied van 15 ongeveer 5-1000 my gelijktijdig in een zware koolwaterstof aanwezig zijn. Het is echter niet noodzakelijk van tevoren een specifiek samengesteld mengsel te bereiden, het volstaat deze materialen afzonderlijk aan een toevoermateriaal van zware koolwaterstoffen toe te voegen.In carrying out the process of the invention, wherein a heavy hydrocarbon is converted into a lighter more valuable product, it is essential that at least two kinds of materials, namely an oil-soluble or water-soluble transition metal compound or a material having a hydrotreating catalytic activity that can be converted from such a compound, as well as an ultrafine powder having an average particle size in the range of about 5-1000 µm are simultaneously present in a heavy hydrocarbon. However, it is not necessary to prepare a specifically formulated mixture in advance, it is sufficient to add these materials separately to a heavy hydrocarbon feedstock.

Zelfs wanneer de resp. componenten afzonderlijk worden toegevoegd, 20 zal de overgangsmetaalverbinding in interactie treden met het ultrafijne poeder, waarbij het geheel automatisch in het systeem wordt omgezet, dat in de reaktiezone of in het stadium vóór de reaktiezone het gewenste effekt vertoont. Het ultrafijne poeder moet in een zware koolwaterstof worden gesuspendeerd. Onder gesuspendeerd verstaat men 25 hier de toestand, waarbij de vaste deeltjes in hoofdzaak in een vloei-stof aanwezig zijn of de toestand, waarbij de vaste fasen discontinu door de vloeibare fase, die een continue fase is, zijn verdeeld, met inbegrip van colloïdale, slurry of pasta-toestand.Even when the resp. components are added separately, the transition metal compound will interact with the ultrafine powder, completely converting it into the system, which exhibits the desired effect in the reaction zone or in the stage before the reaction zone. The ultra-fine powder must be suspended in a heavy hydrocarbon. By suspended here is meant the state in which the solid particles are mainly present in a liquid or the state in which the solid phases are distributed discontinuously by the liquid phase, which is a continuous phase, including colloidal, slurry or pasta state.

Het is uiteraard tevens mogelijk een materiaalsysteem met de 30 gewenste funktie van tevoren te bereiden en dit systeem toe te voegen aan de zware koolwaterstof. Bijv. wordt een olie-oplosbare overgangs-metaalverbinding opgelost of een waterige oplossing van een wateroplosbare overgangsmetaalverbinding geemulgeerd in een olie, zoals een gasolie of vacuumgasolie, terwijl een ultrafijn poeder met een gemiddel-35 de deeltjesafmeting in het gebied van ongeveer 5-1000 my in de oplossing of emulsie wordt gedispergeerd. De verkregen dispersie wordt @4 0 2 0 0 Ê -7- 0 ï m 3 aan een thermische behandeling onderworpen bij een temperatuur, waarbij de overgangsmetaal verbinding in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas wordt ontleed ter bereiding van een vaste stof, die wordt afgescheiden of geconcentreerd door een 5 bekende vastestof-vloeistofscheidingsmethode, en. daarna aan een zware koolwaterstof toegevoegd. De zware koolwaterstof wordt dan in de werkwijze van de uitvinding in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas toegepast. Als een ander voorbeeld wordt aan gasvormige fase van waterstofgas of waterstofsulfide-bevattend 10 waterstofgas met daarin verdeeld een.ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting van ongeveer 5-1000 ny verhit en wordt een olieqplos-sing, bestaande uit een olieoplosbare overgangsmetaalverbinding opgelost in de olie of een wateroplossing met een wateroplosbare overgangsmetaalverbinding, opgelost in water in de atmosfeer daarvan inge-15 sproeid om de overgangsmetaalverbinding te doen ontleden, gevolgd door drogen. De verkregen vastestof wordt aan een zware koolwaterstofolie toegevoegd, die daarna aan de thermische kraking volgens de uitvinding wordt onderworpen. Bij de impregneringsmethade of de precipitatiemethode, waarbij de overgangsmetaalverbinding wordt ondersteund op een ultra-20 fijn poeder is het echter niet gewenst een bereidingsmethode te gebruiken, waarbij agglomeratie of sintering tussen wederzijdse overgangsmetaal verbindingen, tussen wederzijdse ultrafijne poeders of tussen de overgangsmetaalverbinding en de ultrafijne poeder kan optreden.It is of course also possible to prepare a material system with the desired function in advance and to add this system to the heavy hydrocarbon. E.g. an oil-soluble transition metal compound is dissolved or an aqueous solution of a water-soluble transition metal compound is emulsified in an oil, such as a gas oil or vacuum gas oil, while an ultrafine powder having an average particle size in the range of about 5-1000 µm in the solution or emulsion is dispersed. The resulting dispersion is heat-treated at a temperature at which the transition metal compound is decomposed in the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas to prepare a solid, which is separated or concentrated by a known solid-liquid separation method, and. then added to a heavy hydrocarbon. The heavy hydrocarbon is then used in the process of the invention in the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas. As another example, a gaseous phase of hydrogen gas or hydrogen sulfide-containing hydrogen gas with an ultra-fine powder having an average particle size of about 5-1000 ny distributed therein is heated and an oil solution consisting of an oil-soluble transition metal compound is dissolved in the oil or a water solution with a water-soluble transition metal compound dissolved in water injected into its atmosphere to decompose the transition metal compound, followed by drying. The solid obtained is added to a heavy hydrocarbon oil, which is then subjected to the thermal cracking according to the invention. However, in the impregnation method or the precipitation method in which the transition metal compound is supported on an ultra-20 fine powder, it is not desirable to use a preparation method involving agglomeration or sintering between reciprocal transition metal compounds, between reciprocal ultra-fine powders or between the transition metal compound and the ultra-fine powder may occur.

Een ander materiaalsysteem met de gewenste eigenschappen is 25 verkrijgbaar door een thermisch gekraakt produkt, dat volgens de werkwijze van de uitvinding is verkregen of een zwaar residu, dat door destillatie van het als zodanig thermisch gekraakte produkt is gefraktio-neerd her te gebruiken of naar keuze een vastestof, die uit deze ge-dispergeerde oliën is afgescheiden en gewonnen, te gebruiken.Another material system with the desired properties is available by a thermally cracked product obtained according to the process of the invention or a heavy residue which has been fractionated by distillation of the thermally cracked product as such or optionally to use a solid separated and recovered from these dispersed oils.

30 In de olie-oplosbare of water-oplosbare overgangsmetaalver binding omvat het overgangsmetaal alle overgangselementen in het Periodiek Systeem van de Elementen, en in het bijzonder vanadium, chroom, ijzer, cobalt, nikkel, koper, molybdeen, wolfram en mengsels daarvan.In the oil-soluble or water-soluble transition metal compound, the transition metal includes all transition elements in the Periodic Table of the Elements, and in particular vanadium, chromium, iron, cobalt, nickel, copper, molybdenum, tungsten and mixtures thereof.

35 Voorbeelden van de olie-oplosbare verbindingen, die de gewenste overgangsmetalen bevatten zijn de zogenaamde pi-complexen, die de 8402008 -8- i * cyclopentadienylgroep of de allylgroep als de ligand bevatten, organische carbonzuurverbindingen, organische alkoxyverbindingen, diketon-verbindingen, zoals acetylacetonaatcomplex, carbonylverbindingen, organische sulfonzuur- of sulfinezuurverbindingen, xanthinezuurver-5 bindingen, zoals dithiocarbamaat,· amineverbindingen, zoals organische diaminecomplexén, ftalocyaninecomplexen, nitrile- of isonitrilever-bindingen, fosfineverbindingen en andere. Bijzondere voorkeur als olie-oplosbare verbindingen hebben zouten van alifatische carbonzuren, zoals stearinezuur en dergelijke, aangezien deze in de olie een hoge 10 oplosbaarheid hebben, geen heteroatoom zoals stikstof of zwavel bevatten en betrekkelijk gemakkelijk kunnen worden omgezet in een materiaal met een hydrobehandelende katalytische activiteit. De voorkeur hebben verbindingen met kleinere molecuulgewichten, omdat daarvan kleine hoeveelheden kunnen worden gebruikt om de noodzakelijke hoeveelheid van 15 het overgangsmetaal te leveren.Examples of the oil-soluble compounds containing the desired transition metals are the so-called pi complexes, which contain the 8402008-8-cyclopentadienyl group or the allyl group as the ligand, organic carboxylic acid compounds, organic alkoxy compounds, diketone compounds, such as acetylacetonate complex carbonyl compounds, organic sulfonic acid or sulfinic acid compounds, xanthic acid compounds such as dithiocarbamate, amine compounds such as organic diamine complexes, phthalocyanine complexes, nitrile or isonitrile compounds, phosphine compounds and others. Particularly preferred as oil-soluble compounds are salts of aliphatic carboxylic acids, such as stearic acid and the like, since they have a high solubility in the oil, do not contain a heteroatom such as nitrogen or sulfur and can be converted relatively easily into a material with a hydrotreating catalytic activity . Preferred are compounds of smaller molecular weights, since small amounts thereof can be used to provide the necessary amount of the transition metal.

Voorbeelden van water-oplosbare verbindingen zijn cafbonaten, carboxylaten, sulfaten, nitraten, hydroxyden, halogeniden en ammonium-of alkalimetaalzouten van overgangsmetaalzuren, zoals ammoniumhepta-molybdenaat.Examples of water-soluble compounds are cafbonates, carboxylates, sulfates, nitrates, hydroxides, halides and ammonium or alkali metal salts of transition metal acids, such as ammonium heptamolybdenate.

20 Een olie-oplosbare overgangsmetaalverbinding kan als oplossing worden toegepast, die direkt aan de zware koolwaterstof kan worden toegevoegd. Bij een water oplosbare overgangsmetaalverbinding is het echter noodzakelijk een emulsie te vormen door een wateroplossing daarvan toe te voegen aan het toevoermateriaal van een zware koolwaterstof. 25 Hierbij is elke bekende emulgeringsmethode, met inbegrip van de toepassing van de emulgator, bruibaar.An oil-soluble transition metal compound can be used as the solution, which can be added directly to the heavy hydrocarbon. However, in a water-soluble transition metal compound, it is necessary to form an emulsion by adding a water solution thereof to the feedstock of a heavy hydrocarbon. Here, any known emulsification method, including the use of the emulsifier, is flexible.

Het ultrafijne poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting van ongeveer 5-1000 my, dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd, heeft een uitstekend effekt, vergeleken met vaste katalysatoren, 30 dragers, die voor vaste katalysatoren worden toegepast en gepoederde produkten daarvan, zoals deze in de stand van de techniek bekend zijn.The ultra-fine powder with an average particle size of about 5-1000 µm, which can be suspended in a hydrocarbon, has an excellent effect compared to solid catalysts, 30 carriers used for solid catalysts and powdered products thereof, such as those in the known in the art.

D.w.z. (1) het heeft een hoge dispergeerbaarheid en beweegt zich vrij in de reaktiezone, waardoor plaatsen ontstaan voor uniforme reakties zonder inhomogeniteiten? (2) het zal slechts kort in de reaktiezone 35 blijven, maar daaraan gehechte of erop afgezette poly-gecondenseerde produkten, zoals asfaltenen, cokesvoorlopers, cokes enz. in sterk 84 02 0 0 8 β i *» -9- 9 gedispergeerde, vloeiende toestand gemakkelijk uit de reaktiezone verwijderen, waardoor verstopping wordt voorkomen? en (3) het zal agglomeratie van materialen met een hydrobehandelende katalytische activiteit die uit de overgangsmetaalverbinding zijn gevormd door een sterke S dispergering daarvan beletten, waardoor de activiteit van het materiaal met de hydrobehandelende katalytische activiteit sterk wordt vergroot.I.e. (1) it has a high dispersibility and moves freely in the reaction zone, creating places for uniform reactions without inhomogeneities? (2) it will remain in reaction zone 35 only briefly, but poly-condensed products, such as asphaltenes, coke precursors, coke, etc., attached or deposited thereon in highly dispersed, flowing 84 02 0 0 8 β-9-9 easily remove the condition from the reaction zone, preventing blockage? and (3) it will prevent agglomeration of materials having a hydrotreating catalytic activity formed from the transition metal compound by a strong S dispersion thereof, thereby greatly increasing the activity of the material having the hydrotreating catalytic activity.

De belangrijkste eigenschap van het ultrafijne, poeder is echter een extreem groot uitwendig specifiek oppervlak, vergeleken met poreuse vaste katalysatoren en dragers. De bekende vaste katalysators en 10 dragers zullen zelfs wanneer zij verbrijzeld zijn een algemene deel-tjesverdeling hebben in het gebied van verschillende micrometers tot enige tientallen micrometers, met daarbij een zeer klein uitwendig oppervlak. Het te verwachten effekt ontstaat in hoofdzaak door de inwendige oppervlakken binnen de poriën. In het geval, dat de reaktie 15 plaatsvindt binnen de poriën, wordt echter de diffusiesnelheid van de reactanten een probleem en ontstaat er een concentratiegradient van de reactanten tussen het centrale deel van het deeltje-en de nabijheid van het oppervlak, waardoor de reaktieplaats inhomogeen wordt. Men verkrijgt hierdoor niet voldoende effekt, terwijl tevens de fysische 20 structuur, zoals de porieverdeling of de deeltjesverdeling van de verpulverde materialen een sterke invloed kunnen hebben op de verkregen effectiviteit. Voorts zullen bij toepassing van zware koolwaterstoffen daarin aanwezige materialen met hoge molecuulgewichten, zoals asfaltenen, porfyrine-achtige stoffen, die zware metalen bevatten- en cokesvoor-25 lopers of gevormd cokes niet in de inwendige delen van de poriën kunnen binnendringen, maar zullen snel de poriën in nabijheid van het oppervlak verstoppen, waardoor de inwendige oppervlakken niet goed meer kunnen funktioneren.In tegenstelling daarmede is het ultrafijne poeder een materiaalsysteem, dat nagenoeg niet poreus is en niet poreus zal 30 worden en dat door het effekt van alleen het grote buitenoppervlak een gunstige werking zal uitoefenen. Het buitenoppervlak wordt sterk vergroot wanneer de deeltjesafmetingen kleiner worden. Bij deeltjesafme- 2 ting van 10-50 my kan bijv. het specifieke oppervlak ongeveer 300-60m /g zijn, dat een bijzonder goed effekt geeft. De ultrafijne poeders, die 35 aan deze voorwaarden voldoen, kunnen worden verdeeld in anorganische en koolstofhoudende stoffen. Voorbeelden van anorganische stoffen zijn 8402008However, the main property of the ultrafine powder is an extremely large external specific surface area, compared to porous solid catalysts and supports. The known solid catalysts and supports, even when crushed, will have a general particle distribution ranging from several micrometers to several tens of micrometers, with a very small external surface area. The expected effect is mainly due to the internal surfaces within the pores. However, in the case where the reaction takes place within the pores, the diffusion rate of the reactants becomes a problem and a concentration gradient of the reactants arises between the central part of the particle and the proximity of the surface, making the reaction site inhomogeneous . Sufficient effect is hereby not obtained, while the physical structure, such as the pore distribution or the particle distribution of the pulverized materials, can also have a strong influence on the obtained effectiveness. Furthermore, when using heavy hydrocarbons, high molecular weight materials therein, such as asphaltenes, porphyrin-like materials containing heavy metals and coke precursors or formed coke, will not penetrate the interior parts of the pores, but will rapidly clog pores in the vicinity of the surface, which prevents the internal surfaces from functioning properly. In contrast, the ultra-fine powder is a material system, which is virtually non-porous and will not become porous and which, due to the effect of only the large outer surface, beneficial effect. The outer surface is greatly enlarged as the particle sizes become smaller. For example, with particle size of 10-50 my, the specific surface area can be about 300-60 m / g, which gives a particularly good effect. The ultrafine powders meeting these conditions can be divided into inorganic and carbonaceous substances. Examples of inorganic substances are 8402008

JJ

-lode zogenaamde fijne vuurvaste deeltjes, zoals ultrafijn fijn verdeeld kiezelzuur, silicaten, alumina, titania enz. en ultrafijne metaal-deeltjes, zoals die, welke door dampafzetting worden verkregen. Van ultrafijne deeltjes van kiezelzuur en silicaten bestaat er een groep 5 van materialen, die gewoonlijk als witte koolstof worden aangeduid, die volgens dampfasemethoden kunnen worden gesynthetiseerd, zoals door thermische ontleding van siliciumhalogeniden, thermische ontleding van kiezelzuur-bevattende verbindingen, thermische ontleding van organische kiezelzuurverbindingen enz.; en tevens volgens vloeistof-10 fasemethoden, zoals het ontleden van natriumsilicaat met een zuur, het ontleden van natriumsilicaat met een ammoniumzout of alkalimetaal-zout, het vormen van een aardalkalimetaalsilicaat uit natriumsilicaat, gevolgd door ontleding met een zuur, ionenuitwisseling door een waterige natriumsilicaatoplossing te behandelen met een ionenuitwisselaar-15 hars, ontleding onder druk van een organogel, ontleding van silicium- halogenide met water, ontleding van natriumsilicaatoplossing met kiezel-fluorzuur, dat een bijprodukt is bij de bereidingstrap van calcium-superfosfaat, de bereiding onder toepassing van natuurlijk kiezelzuur of silicaten, de reaktie van natriumsilicaat met hydroxyde, zoals 20 calciumhydroxyde of calciumchloride, aluminiumchloride of natrium— aluminaat, de behandeling van kwarts of silicagel met calciumhydroxyde in een autoclaaf enz. De deeltjesafmeting kan door een elektronenmicroscoop worden gemeten en deze varieert bij benadering van 5-50 my, hoewel enigszins afhankelijk van het type materiaal. Wat betreft het specifieke 25 oppervlak wordt het uitwendige specifieke oppervlak berekend uit de deeltjesafmeting, gemeten door een elektronenmicroscoop, waarbij het specifieke oppervlak, dat door de gasadsorptiemethode (BET-methode) wordt bepaald in wezen daarmee samenvalt, welke in het gebied van bij benadering 50-400 m /g liggen.lead so-called fine refractory particles, such as ultra-fine finely divided silica, silicates, alumina, titania, etc., and ultra-fine metal particles, such as those obtained by vapor deposition. Ultrafine particles of silicic acid and silicates comprise a group of 5 materials, commonly referred to as white carbon, which can be synthesized by vapor phase methods, such as by thermal decomposition of silicon halides, thermal decomposition of silicic acid-containing compounds, thermal decomposition of organic silica compounds etc .; and also by liquid phase methods, such as decomposing sodium silicate with an acid, decomposing sodium silicate with an ammonium salt or alkali metal salt, forming an alkaline earth metal silicate from sodium silicate, followed by decomposition with an acid, ion exchange through an aqueous sodium silicate solution treatment with an ion exchanger-resin, decomposition under pressure of an organogel, decomposition of silicon halide with water, decomposition of sodium silicate solution with silicic acid, which is a by-product in the preparation step of calcium superphosphate, the preparation using natural silicic acid or silicates, the reaction of sodium silicate with hydroxide, such as calcium hydroxide or calcium chloride, aluminum chloride or sodium aluminate, the treatment of quartz or silica gel with calcium hydroxide in an autoclave, etc. The particle size can be measured by an electron microscope and varies approximately 5 -50 my although somewhat dependent on the type of material. As for the specific surface area, the external specific surface area is calculated from the particle size measured by an electron microscope, the specific surface area determined by the gas adsorption method (BET method) essentially coinciding with it, which is in the range of approximately 50 -400 m / g.

30. De koolstofhoudende materialen zijn daarentegen een groep van materialen, die worden verkregen doom vorming van kool, namelijk carbo-nisering, die verdeeld kunnen worden in vloeibare fase of vaste fase gecarboniseerde materialen zoals petroleumcokes, cokes, pekcokes, geactiveerde houtskool, houtskool enz. en gasfase gecarboniseerde mate-35 rialen, zoals roetsoorten. Koolstofhoudende materialen zijn in vergelijking met anorganische materialen brandbaar en derhalve voordelig wanneer 8402008 ' ' -11- m i het zware residu, dat een produkt is, dat achterblijft na de omzettings-reaktie van een zware koolwaterstof in een lichtere meer waardevolle koolwaterstof, als boilerbrandstof wordt toegepast.30. The carbonaceous materials, on the other hand, are a group of materials obtained through carbon formation, namely carbonization, which can be divided into liquid phase or solid phase carbonized materials such as petroleum coke, coke, pitch coke, activated charcoal, charcoal, etc. and gas phase carbonized materials, such as carbon blacks. Carbonaceous materials are flammable compared to inorganic materials and therefore advantageous when 8402008 -11-ml becomes the heavy residue, which is a product remaining after the conversion reaction of a heavy hydrocarbon into a lighter more valuable hydrocarbon, as boiler fuel applied.

De vloeibare fase of vaste fase gecarboniseerde materialen 5 hebben in het algemeen grote deeltjesafmetingen en de meeste daarvan moeten worden verpulverd en gezeefd om de gewenste deeltjesafmeting te verkrijgen. Daarentegen hebben de meeste gasfase gecarboniseerde materialen deeltjesafmetingen , die vallen in hét volgens de uitvinding gewenste .gebied, waardoor zij als zodanig direkt beschikbaar zijn. Hiervan om-10 vatten roetsoorten diverse mogelijkheden, die kunnen worden bereid door bijv. de olieovenmethode, gasovenmethode, kanaalmethode, thermische methode, acetyleenroetmethode, methoden waarbij roet als bijprodukt ontstaat, de lampzwartmethode enz. De deeltjesafmeting wordt gemeten door een elektronenmicroscoop en is bij benadering 9-500 mij, hoewel voor 15 sommige soorten 9-100 my, behalve voor de produkten verkregen volgens de thermische methode. Wat betreft het specifieke oppervlak zijn het specifieke buitenoppervlak, berekend uit de deeltjesafmeting, verkregen met de elektronenmicroscoop en het specifieke oppervlak, bepaald volgens de gasadsorptiemethode vrijwel aan elkaar gelijk en liggen deze in het ge- 2 20 bied van bij benadering 5-400 m /g.The liquid phase or solid phase carbonized materials 5 generally have large particle sizes and most of them must be pulverized and sieved to achieve the desired particle size. On the other hand, most gas phase carbonized materials have particle sizes that fall in the range desired according to the invention, making them readily available as such. Of these, carbon blacks include various options, which can be prepared by, for example, the oil furnace method, gas furnace method, duct method, thermal method, acetylene carbon black method, carbon black method, lamp black method, etc. The particle size is measured by an electron microscope and is approximate 9-500 µm, although for some species 9-100 µm, except for the products obtained by the thermal method. As for the specific surface area, the specific outer surface area, calculated from the particle size obtained with the electron microscope and the specific surface area, determined by the gas adsorption method, are almost equal to each other and are in the range of approximately 5-400 m / g.

Wanneer het ultrafijne poeder van de onderhavige uitvinding aan een zware koolwaterstof toe voer wordt toegevoegd, kan het direkt als zodanig of als een geconcentreerde dispersie in een ander medium worden toegevoegd. De dispersie, die een ultrafijn poeder bevat, kan mechanisch 25 worden bewerkt, bijv. door een roerder, ultrasone golven of in een molen, of naar keuze of in combinatie gemengd met dispergeermiddelen, zoals een neutraal of basisch fosfonaat, een metaalzout, zoals een sulfonzuur-zout calcium of barium, succinimide en succinaat, benzylamine of een polypolair type polymeerverbinding.When the ultrafine powder of the present invention is added to a heavy hydrocarbon feed, it can be added directly as such or as a concentrated dispersion in another medium. The dispersion, which contains an ultra-fine powder, can be mechanically processed, eg by a stirrer, ultrasonic waves or in a mill, or optionally or in combination with dispersants, such as a neutral or basic phosphonate, a metal salt, such as a sulfonic acid salt calcium or barium, succinimide and succinate, benzylamine or a polypolar type polymer compound.

30 Bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding liggen de hoeveelheden toe te voegen twee typen materiaal in het gebied van 10-1000 dpm, met de meeste voorkeur 50-500 dpm, voor de overgangsmetaal-verbinding, berekend als het metaal, gebaseerd op het gewicht van de zware koolwatersto'ftoevaer en binnen het gebied van 0,05-10 gew.%, 35 met de meeste voorkeur 0,1-3 gew.% voor het ultrafijne poeder op dezelfde gewichtsbasis. Bij het bereiden van een materiaalsysteem, waaraan 8402008 i‘ s.In carrying out the method according to the invention, the amounts of two types of material to be added are in the range of 10-1000 ppm, most preferably 50-500 ppm, for the transition metal compound, calculated as the metal, based on the weight of the heavy hydrocarbon feed and in the range of 0.05-10 wt%, most preferably 0.1-3 wt% for the ultrafine powder on the same weight basis. When preparing a material system to which 8402008 is.

-12- msn de gewenste funktie wil verlenen, zal men een mengsel bereiden met hoeveelheden van de twee. componenten ,. die binnen de bovengemelde gebieden vallen. Bij minder dan 10 dpm van het overgangsmetaal van de overgangsmetaalverbinding, gebaseerd op de zware koolwaterstof of bij 5 een niveau van minder dan 0.,05 gew.% van het ultrafijne poeder, wordt geen voldoende effekt verkregen wat betreft het onderdrukken van de nevenreakties van de polycondensatiereaktie en de cokesvozming, terwijl .evenmin het vercokesen op voldoende wijze kan worden voorkomen. Wanneer men meer dan 1000 dpm overgangsmetaal van de overgangsmetaalverbinding 10 of meer dan 10 gew.% van de ultrafijne poeder toepast, verkrijgt men geen verdere verbetering, die met dergelijke hoeveelheden zou overeenkomen, maar ontstaan eerder ongunstige nevenreakties of een vastestof-vloeistofscheiding in de reaktiezone met daarmee gepaard gaande verstoppingen.In order to provide the desired function, a mixture will be prepared in amounts of the two. components,. that fall within the above-mentioned areas. At less than 10 ppm of the transition metal of the transition metal compound, based on the heavy hydrocarbon, or at a level of less than 0.05 wt.% Of the ultrafine powder, a sufficient effect is not obtained in suppressing the side reactions of the polycondensation reaction and the coking, while also the coking cannot be sufficiently prevented. If more than 1000 ppm of transition metal of the transition metal compound is used, or more than 10% by weight of the ultrafine powder, no further improvement corresponding to such amounts is obtained, but rather unfavorable side reactions or a solid-liquid separation in the reaction zone are obtained. with accompanying blockages.

15 Bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding hangen de thermische kraakomstandigheden af van het toegepaste zware koolwater-stofmateriaal en de eigenschappen en hoeveelheden, van de twee materialen, die worden toegevoegd, waarbij in het algemeen de reaktietemperatuur zal liggen in het gebied van 400-550°C, en bij voorkeur 430-520°C is. Bij 20 hogere temperaturen zal de thermische kraking zover voortgaan, dat er een aanmerkelijke vorming van cokes en gassen ontstaat totdat er vrijwel, geen toevoermateriaal meer is dat in de lichtere olie kan worden omgezet. Is de temperatuur lager dan het vermelde gebied, dan zal de thermische kraaksnelheid zeer laag zijn.In carrying out the process according to the invention, the thermal cracking conditions depend on the heavy hydrocarbon material used and the properties and amounts, of the two materials added, generally the reaction temperature will be in the range of 400 -550 ° C, and preferably is 430-520 ° C. At higher temperatures, thermal cracking will continue to produce significant coke and gas formation until there is virtually no feed material that can be converted to the lighter oil. If the temperature is lower than the stated range, the thermal cracking rate will be very low.

2 25 De reaktiedruk is gewoonlijk 30-300 kg/cm , en bij voorkeur 50-250 kg/cm2.The reaction pressure is usually 30-300 kg / cm, and preferably 50-250 kg / cm2.

De thermische kraking kan hetzij chargegewijs of continu verlopen, waarbij de reaktietijd of de verblijfstijd van de zware koolwaterstof in de reaktor 1 minuut tot 2 uur kan bedragen, meestal 3 minuten 30 tot 1 uur is. Deze verwerkingsomstandigheden zijn van elkaar afhankelijk, zodat het optimale traject van de situatie zal afhangen. De hoeveelheid waterstof, die bij praktische thermische kraking wordt toegevoerd, kan 100-5000 Nm^/kl zijn en is met de meeste voorkeur 500-2000 Nm^/kl, uitgedrukt in de volumeverhouding ten opzichte van het toevoermateriaal, 35 waarbij het in het algemeen gewenst is tijdens de werkwijze waterstofgas toe te voeren in een hoeveelheid, die overeenkomt met de verbruikte hoe- « 8402008 j s 9 -13- * veelheid waterstofgas. Men kan zeer zuiver waterstofgas toepassen of een gasmengsel, dat een grote hoeveelheid waterstofgas bevat. Bij toepassing van waterstofsulfide-bevattend waterstofgas zal de gebruikte hoeveelheid overeenkomen met die als boven voor de totale hoeveelheid ge-5 noemd, waarbij het gehalte aan waterstofsulfide bij voorkeur 1-10 mol% is.The thermal cracking can be either batch or continuous, with the reaction time or residence time of the heavy hydrocarbon in the reactor being 1 minute to 2 hours, usually 3 minutes 30 to 1 hour. These processing conditions are interdependent, so that the optimal trajectory will depend on the situation. The amount of hydrogen fed in practical thermal cracking can be 100-5000 Nm ^ / kl and most preferably is 500-2000 Nm ^ / kl, expressed in volume ratio to the feedstock, with it being it is generally desirable to supply hydrogen gas during the process in an amount corresponding to the amount of hydrogen gas consumed. Very pure hydrogen gas or a gas mixture containing a large amount of hydrogen gas can be used. When using hydrogen sulfide-containing hydrogen gas, the amount used will correspond to that mentioned above for the total amount, the content of hydrogen sulfide being preferably 1-10 mol%.

De reaktieinstallatie bij continue uitvoering kan een buisvormige reaktor, een torenreaktor of een verhittingsvatreaktor zijn, waarbij het in alle gevallen gewenst is reaktie en suspensie uit te voeren, 10 waarbij het ultrafijne poeder in gesuspendeerde toestand wordt gehandhaafd zonder vorming van een vast bed, gefluldiseerd bed of kokend bed.The continuous run reaction plant may be a tubular reactor, a tower reactor or a heating vessel reactor, in which it is desirable in all cases to conduct reaction and slurry, maintaining the ultrafine powder in a suspended state without forming a fixed bed, fluidized bed. or boiling bed.

De reaktorstructuur kan voor een suspensiereaktie eenvoudiger zijn, terwijl de reaktietemperatuur gemakkelijker kan worden ingesteld zonder dat de capaciteit na verloop van tijd achteruit gaat of verstopping 15 door vercokesing optreedt. Een korte, hoge temperatuurreaktie kan betrekkelijk gemakkelijk worden uitgevoerd bij een grote ruimtesnelheid waardoor per eenheid een grote capaciteit wordt verkregen, met een extra voordeel, dat de verbruikte hoeveelheid waterstofgas kleiner wordt onder onderdrukking van een eventueel hydrogeneringsactiviteit, zoals 20 hydrogeneren van aromatische ringen.The reactor structure can be simpler for a slurry reaction, while the reaction temperature can be more easily adjusted without the capacity deteriorating over time or coking clogging. A short, high temperature reaction can be carried out relatively easily at a high space velocity, thereby obtaining a large capacity per unit, with the additional advantage that the amount of hydrogen gas consumed becomes smaller while suppressing any hydrogenation activity, such as hydrogenation of aromatic rings.

Van de verkregen produktoliën kunnen de destillaten als geheel of na fraktionering als naftasubstituut in de petroleumchemie worden toegepast of zij kunnen worden gescheiden in frakties met resp. kooktrajecten ten gebruike als tussenuitgangsmaterialen voor petroleumprodukten zoals 25 benzine, stookolie voor straalvliegtuigen, kerosine, gasolie, diesel-brandstof, smeermiddel en andere.Of the resulting product oils, the distillates can be used as a naphtha substitute in petroleum chemistry as a whole or after fractionation, or they can be separated into fractions with resp. cooking ranges for use as intermediate materials for petroleum products such as gasoline, jet fuel oil, kerosene, gas oil, diesel fuel, lubricant and others.

In de werkwijze voor het verder hydrobehandelen van de koolwaterstof olie, die als het lichtere, meer waardevolle produkt volgens de werkwijze van de uitvinding is verkregen, kan de koolwaterstof olie als 30 zodanig of na verwijdering van de hoog kokende fraktie daarvan aan een hy-drobehandeling worden onderworpen. De hydrobehandeling wordt met voorkeur uitgevoerd nadat de hoog kokende fraktie is verwijderd, aangezien daardoor stoffen zoals asfaltenen of metalen tevens worden verwijderd. De door de scheiding verwijderde hoog kokende fraktie kan verder op nagenoeg 35 dezelfde wijze als vloeibare brandstof olie worden behandeld, die als de brandstofbron in de werkwijze volgens de uitvinding of anders ten gebruike in boilers kan worden benut. Voor het scheiden van de hoog kokende / 8402008 r -14- * fraktie kunnen gebruikelijke methoden worden toegepast, zoals hogere druk-gasscheiding, atmosferische destillatie, vacuumdestillatie en verder oplosmiddeldeasfaltering.In the method of further hydrotreating the hydrocarbon oil, which has been obtained as the lighter, more valuable product of the method of the invention, the hydrocarbon oil as such or after removal of its high boiling fraction may be hydrotreated be subjected. The hydrotreating is preferably carried out after the high boiling fraction has been removed, since it also removes substances such as asphaltenes or metals. The high boiling fraction removed by the separation can further be treated in much the same way as liquid fuel oil, which can be used as the fuel source in the process of the invention or otherwise for use in boilers. For the separation of the high boiling fraction, conventional methods can be used, such as higher pressure gas separation, atmospheric distillation, vacuum distillation and further solvent deasphalting.

- De in de hydrobehandelingswerkwijze toe te passen katalysator 5 kan elke katalysator zijn, die voor het hydrobehandelen van petroleum-frakties en zware oliën wordt toegepast, in het bijzonder een katalysator, die tenminste een type metaal, gekozen uit groep VIb metalen en de groep VlII-metalen van het Periodiek Systeem bevat, zoals metaalcombinaties van nikkel-molybdeen, cobalt-moiybdeem, nikkel-wolfram 10 en dergelijke,gesteund op een anorganische poreuse drager. Deze metaal-combinaties worden gewoonlijk als oxyden of sulfiden toegepast, waarbij de anorganische poreuse. drager bijv. alumina, silica, silica-alumina, zeoliet, zeoliet-bevattend alumina, alumina-boria, silica-alumina-titania en andere kan omvatten. De hydrobehandelingsomstandigheden 15 worden naar wens gekozen, afhankelijk van de als toevoermateriaal toegepaste zware koolwaterstof olie en de eigenschappen van de katalysator, waarbij de reaktietemperatuur 250-480°C kan zijn, en bij voorkeur 300-45Q°C is. Indien reaktietemperatuur hoger is dan 480°C gaat het thermisch kraken van de nevenreaktie te snel, waardoor meer kool op de 20 katalysator wordt af gezet, de hoeveelheid gebruikte waterstof toeneemt bij een verhoogde gasvorming en verder verlaging van de vloeistofop-The catalyst 5 to be used in the hydrotreating process can be any catalyst used for hydrotreating petroleum fractions and heavy oils, in particular a catalyst containing at least one type of metal selected from Group VIb metals and the group VlII Metals of the Periodic System, such as metal combinations of nickel-molybdenum, cobalt-moybdenum, nickel-tungsten, and the like, supported on an inorganic porous support. These metal combinations are usually used as oxides or sulfides, the inorganic porous. carrier, e.g., alumina, silica, silica-alumina, zeolite, zeolite-containing alumina, alumina-boria, silica-alumina-titania and others. The hydrotreating conditions are selected as desired, depending on the feedstock heavy hydrocarbon oil and the properties of the catalyst, the reaction temperature being 250-480 ° C, and preferably 300-45 ° C. If the reaction temperature is higher than 480 ° C, the thermal cracking of the side reaction goes too fast, as a result of which more carbon is deposited on the catalyst, the amount of hydrogen used increases with an increased gas formation and further reduction of the liquid reaction.

brengst optreedt. Wanneer daarentegen de temperatuur lager is dan 250°Cyield occurs. When, on the other hand, the temperature is below 250 ° C

2 wordt de reaktiesnelheid te langzaam. De reaktiedruk kan 3-300 kg/cm 2 zijn en is bij voorkeur 50-250 kg/cm , hetgeen sterk afhankelijk is van 25 de hydrobehandelingscapaciteit van de katalysator. De vloeistofruimte-snelheid per uur (LHSVj kan 0,1-5,0 uur zijn, en is bij voorkeur 0,2- 3,0 uur *,terwijl de hoeveelheid te voeren waterstof in het gebied van 200-2000 Nm'Vkl is uitgedrukt als de volumeverhouding ten opzichte van de toevoerolie, die aan de hydrobehandeling wordt onderworpen. Deze 30 omstandigheden zijn van elkaar afhankelijk,zodat optimale trajecten afhangen van de gestelde eisen, met inbegrip uiteraard van de eigenschappen van de toevoerolie en de katalysatoractiviteit, en tevens van het toepassingsdoel van de hydrobehandelde produktolie.2, the reaction rate becomes too slow. The reaction pressure can be 3-300 kg / cm 2 and is preferably 50-250 kg / cm, which is highly dependent on the hydrotreating capacity of the catalyst. The liquid space velocity per hour (LHSVj can be 0.1-5.0 hours, and is preferably 0.2-3.0 hours *, while the amount of hydrogen to be fed is in the range of 200-2000 Nm'Vkl expressed as the volume ratio to the feed oil subjected to the hydrotreating These conditions are interdependent so that optimal ranges depend on the requirements set, including, of course, the properties of the feed oil and the catalyst activity, as well as the application purpose of the hydrotreated product oil.

De werkwijze voor het bereiden van gasvormige alkenen en mono-35 cyclische aromatische koolwaterstoffen onder toepassing van een zware koolwaterstof als toevoermateriaal omvat als eerste uitvoeringsvorm: .The process for the preparation of gaseous olefins and mono-35 cyclic aromatic hydrocarbons using a heavy hydrocarbon as feedstock comprises the first embodiment:.

8402008 t -15- (A) het toevoegen van een zware koolwaterstof (i) tenminste twee soorten materialen, die een olie-oplosbare of wateroplosbare overgangsmetaalverbinding en een ultrafijn poeder, dat in een koolwaterstof is gesuspendeerd en dat een gemiddelde deeltjesafineting 5 in het gebied van 5-1000 m^ heeft,omvat; of (ii) een vastestof bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaal-verbinding op te lossen in een olie of een waterige oplossing van een water-oplosbare overgangsmetaal verbinding in een olie te emul teren; het dispergeren van een ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjes- 10 afmeting in het gebied van 5-lQQQmy in de olieoplossing of in de olie/waterige emulsie; en het verhitten van de dispersie tot een ontle-dingstemperatuur van de overgangsmetaal verb inding in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas; of (iii) een vastestof, bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaal-15 verbinding op te lossen in een olie of een water-oplosbare overgangs-metaalverbinding op te lossen in water en de oplossing om te zetten in een droge vastestof door de oplossing in een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattênd waterstofgas, waarin ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my, gedisper-20 geerd aanwezig is, te versproeien en door gelijktijdig het gas te verhitten om de overgangsmetaalverbinding te ontleden en de vastestof te drogen; B) thermisch kraken van de zware koolwaterstof in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas en het 25 winnen van de verkregen lichtere koolwaterstofolie; C) het verwijderen van een fraktie met een hoog kookpunt uit de lichtere koolwaterstofolie; en D) het pyrolyseren van een fraktie met een laag kookpunt of een mengsel van de fraktie en een petroleumfraktie met stoom, en het winnen van een 30 gasvormig alkeenprodukt en een monocyclisch aromaatprodukt.8402008 t -15- (A) adding a heavy hydrocarbon (i) at least two kinds of materials comprising an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder suspended in a hydrocarbon and having an average particle size in the range from 5-1000 m2; or (ii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or emulsifying an aqueous solution of a water-soluble transition metal compound in an oil; dispersing an ultra-fine powder having an average particle size in the range of 5-1QQQmy in the oil solution or in the oil / aqueous emulsion; and heating the dispersion to a decomposition temperature of the transition metal compound in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; or (iii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or dissolving a water-soluble transition metal compound in water and converting the solution to a dry solid by dissolving the solution in spray a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas, in which ultrafine powder having an average particle size in the range of 5-1000 µm dispersed is present, and simultaneously heating the gas to decompose the transition metal compound and dissolve the solid to dry; B) thermal cracking of the heavy hydrocarbon in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and recovery of the resulting lighter hydrocarbon oil; C) removing a high boiling fraction from the lighter hydrocarbon oil; and D) pyrolyzing a low boiling fraction or a mixture of the fraction and a petroleum fraction with steam, and recovering a gaseous olefin product and a monocyclic aromatic product.

Naar keuze omvat de werkwijze volgens een tweede uitvoeringsvorm; A) het toevoegen aan een zware koolwaterstof (i) van tenminste twee soorten materialen, omvattende een olie-oplosbare of water-oplosbare overgangsmetaalverbinding en een ultrafijn poeder, 35 dat is gesuspendeerd in een koolwaterstof en een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my heeft; of (ii) een vastestof, bereid door een olie-oplosbaar overgangsmetaalver- / 8402008 -16- binding in een olie op te lossen of een waterige oplossing van een wa-ter-oplosbare overgangsmetaal verbinding in een olie te emulgeren het dispergeren van ultrafijne deeltjes met een gemiddelde deeltjes-afmeting in het gebied van 5-1000 my in de olieoplossing of in de olie/ 5 wateremulsie; en het omzetten van de dispersie in een vastestof door de dispersie bij de ontledingstemperatuur van de overgangsmetaal verbinding in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas te verhitten; of (iii) een vastestof, bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaal-10 verbinding in een olie op te lossen of een water-óplosbare overgangsmetaal verbinding in water op te lossen; en het omzetten van de oplossing in een droge stof door de oplossing in het waterstofgas of een waterstofsulfidè-bevattend waterstofgas, waarin ultrafijne deeltjes met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my zijn 15 gedispergeerd, te versproeien en door gelijktijdig het gas te verhitten om de overgangsmetaalverbinding te ontleden en de vastestof te drogen; B) het thermisch kraken van de zware koolwaterstof in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas en het winnen van de verkregen lichtere koolwaterstofolie; 20 C) het verwijderen van een fraktie met een hoog kookpunt uit de lichtere koolwaterstof olie; D) het hydrobehandelen van een fraktie met een laag kookpunt onder hydrogeneringsomstandigheden en het winnen van de verkregen hydrobehan-delde olie; en 25 E) het pyrolyseren van de hydrobehandelde olie of een mengsel van de hydrobehandelde olie en een petroleumfraktie met stoom en het winnen van een gasvormig alkeenprodukt en een monocyclisch aromaat-produkt.Optionally, the method comprises according to a second embodiment; A) adding to a heavy hydrocarbon (i) at least two kinds of materials, comprising an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder suspended in a hydrocarbon and an average particle size in the range of 5-1000 my has; or (ii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or emulsifying an aqueous solution of a water-soluble transition metal compound in an oil dispersing ultra-fine particles with an average particle size in the range of 5-1000 µm in the oil solution or in the oil / water emulsion; and converting the dispersion to a solid by heating the dispersion at the decomposition temperature of the transition metal compound in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; or (iii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or dissolving a water-soluble transition metal compound in water; and converting the solution to a dry matter by spraying the solution into the hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas, in which ultrafine particles having an average particle size in the range of 5-1000 µm are dispersed, and simultaneously spraying the gas heating to decompose the transition metal compound and dry the solid; B) thermally cracking the heavy hydrocarbon in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and recovering the resulting lighter hydrocarbon oil; C) removing a high boiling fraction from the lighter hydrocarbon oil; D) hydrotreating a low boiling point fraction under hydrogenation conditions and recovering the resulting hydrotreated oil; and E) pyrolyzing the hydrotreated oil or a mixture of the hydrotreated oil and a petroleum fraction with steam and recovering a gaseous olefin product and a monocyclic aromatic product.

Volgens een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt in de werkwijze volgens de eerste en tweede uitvoeringsvorm als boven ge-30 definieerd, de gehele vastestof of een deel daarvan, die uit de lichtere koolwaterstofolie, verkregen in trap B) is afgescheiden en gewonnen of de in trap C) verwijderde fraktie met een hoog kookpunt teruggevoerd naar trap B).According to a third embodiment of the method, in the method according to the first and second embodiments, as defined above, all or part of the solid which is separated from the lighter hydrocarbon oil obtained in step B) is recovered or the stage C) removed high boiling fraction returned to stage B).

Volgens een vierde uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt in de 35 werkwijze volgens de eerste of tweede uitvoeringsvorm als boven gedefinieerd in trap C) verwijderde fraktie met een hoog kookpunt geheel of ten dele naar trap B) teruggevoerd.According to a fourth embodiment of the method, in the method according to the first or second embodiment as defined above in step C), removed high-boiling fraction is returned in whole or in part to step B).

8402008 -17-8402008 -17-

Aldus omvat de werkwijze voor het bereiden, van gas vormige alkenen en monocyclische aromaten volgens de onderhavige uitvinding vier of vijf basistrappen. De vier-traps werkwijze bestaat uit een trap van het aan een zware koolwaterstof toevoegen van tenminste twee 5 soorten materialen, de thermische kraaktrap, de stap voor het verwijderen van een hoog kokende fraktie en de stoompyrolysetrap. Bij de werkwijze in vijf trappen is er de hydrobehandelingstrap tussen de trap van het verwijderen van een hoog kokende fraktie en stoompyrolyse-trap aanwezig.Thus, the method of preparing gaseous olefins and monocyclic aromatics of the present invention comprises four or five basic steps. The four-step process consists of a step of adding at least two kinds of materials to a heavy hydrocarbon, the thermal cracking step, the step of removing a high boiling fraction and the steam pyrolysis step. In the five step process, there is the hydrotreating step between the high boiling fraction removal step and the steam pyrolysis step.

10 Bij de thermische kraaktrap wordt het zware koolwaterstof in een lichter meer waardevol produkt omgezet. Door het effekt van de toevoeging van tenminste twee soorten materialen aan een zware kool-waterstoftoevoermateriaal in aanwezigheid van waterstofgas of water-stofsulfide-bevattend waterstofgas kunnen de nevenreakties van poly-15 condensatie en cokesvorming worden verhinderd, waarbij tevens de ver-cokesing in een installatie, in het bijzonder in de reaktiezone kan worden voorkomen, zodat op economische wijze in hoge opbrengst een nuttige stabiele lichtere olie uit een zware koolwaterstof kan worden verkregen, met het extra voordeel, dat de achteruitgang van de eigen-20 schappen van de lichtere olie alsmede het hoog kokende residu kunnen worden voorkomen. Dit kan in het bijzonder worden aangetoond in het geval van toepassing van een atmosferisch residu of een vacuum-residu van een op paraffine-gebaseerde ruwe olie, zoals Minus ruwe olie, Taching ruwe olie enz., die als bijzonder zware olie bekend staan.In the thermal cracking step, the heavy hydrocarbon is converted into a lighter, more valuable product. By effecting the addition of at least two kinds of materials to a heavy hydrocarbon feedstock in the presence of hydrogen gas or hydrogen sulfide-containing hydrogen gas, the side reactions of polycondensation and coke formation can be prevented, including coking in an installation especially in the reaction zone can be prevented, so that a useful stable lighter oil can be obtained economically in high yield from a heavy hydrocarbon, with the additional advantage that the deterioration of the properties of the lighter oil as well as the high boiling residue can be prevented. This can be particularly demonstrated in the case of using an atmospheric residue or a vacuum residue of a paraffin-based crude, such as Minus crude, Taching crude, etc., which are known as particularly heavy oil.

25 Meer in het bijzonder was men van menging, dat deze zware residuen moeilijk zijn om te zetten in lichtere waardevolle produkten in verband met fasescheiding van het produkt. Volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk geworden een sterke omzetting in een lichter meer waardevol produkt tot stand te brengen door gebruik te maken van de uit-30 stekende paraffinische eigenschappen van deze zware oliën. Aldus kan de laag kokende fraktie van het lichtere produkt, dat is verkregen door atmosferische vacuum-destillatie direkt in de stoompyrolyse worden toegepast zonder dat het verder aan de hydrobehandelingstrap behoeft te worden onderworpen, om uitgangsmaterialen voor de petroleumchemie te 35 leveren. Als gevolg daarvan zijn installaties, zoals hydrobehandelings-kolommen niet meer noodzakelijk, terwijl tevens dan minder waterstof 8402008 / -18- wordt verbruikt. Verder kan het hoog kokende residu dat. door destillatie is verwijderd, worden benut als vloeibare brandstof op nagenoeg dezelfde wijze als de direkte zware oliën als brandstofbron bij het uitvoeren van de onderhavige werkwijze of in het algemeen voor boilers.More specifically, it was believed that these heavy residues are difficult to convert into lighter valuable products due to phase separation of the product. According to the present invention, it has become possible to achieve a strong conversion to a lighter, more valuable product by using the excellent paraffinic properties of these heavy oils. Thus, the low boiling fraction of the lighter product obtained by atmospheric vacuum distillation can be used directly in the steam pyrolysis without further subjection to the hydrotreating step to provide petroleum chemistry starting materials. As a result, installations such as hydrotreating columns are no longer necessary, while also less hydrogen 8402008 / -18- is consumed. Furthermore, the high boiling residue can. removed by distillation, are used as liquid fuel in much the same way as the direct heavy oils as a fuel source in the practice of the present process or generally for boilers.

5 De verwijdering van een hoog kokende fraktie is noodzakelijk om een-fraktie met een laag kookpunt toe te voeren aan de aansluitende stoompyrolysetrappen of de hydrobehandelingstrappen. Ter verwijdering van. een hoog kokende fraktie kan men hoge drukgasscheiding, atmosferische destillatie of vacuum-destillatie toepassen, alsmede verder 10. oplosmiddel deasfaltering. Het is tevens mogelijk een fraktionering in nafta-frakties (kookpunt lager dan 200°C), kerosinegasoliefrakties (kooktraject van 200-340°C) en vacuum-gasoliefrakties (kooktraject van 343-545°C) uit te voeren. Verschillende soorten van deze lichtere frakties kunnen als zodanig of na hydrobehandeling aan stoompyrolyse 15 worden onderworpen.The removal of a high boiling fraction is necessary to add a low boiling fraction to the subsequent steam pyrolysis or hydrotreating steps. To remove. a high boiling fraction, high pressure gas separation, atmospheric distillation or vacuum distillation can be used, as well as further solvent deasphalting. It is also possible to carry out fractionation in naphtha fractions (boiling point below 200 ° C), kerosene gas oil fractions (boiling range 200-340 ° C) and vacuum gas oil fractions (boiling range 343-445 ° C). Different kinds of these lighter fractions can be subjected to steam pyrolysis as such or after hydrotreating.

Bij het onderwerpen van de thermisch gekraakte olie na verwijdering van de hoog kokende fraktie aan hydrobehandelingstrap,kan de hydrobehandelingsmethode als boven omschreven als zodanig worden toegepast. Aangezien echter de toegepaste uitgangsolie de thermisch gekraakte 20 olie is, waaruit de giftige materialen voor dekialysator, zoals asfaltenen en metalen zijn verwijderd, heeft de toegepaste katalysator een grotere activiteit bij een groter specifiek oppervlak van de poreuse drager, zodat het niet bepaald noodzakelijk is het poriënvolume te vergroten of grote poriënafmetingen toe te passen, zoals bij de kataly-25 sator ter behandeling van een olie met een hoog gehalte aan asfaltenen of metalen.When subjecting the thermally cracked oil to the hydrotreating step after removing the high-boiling fraction, the hydrotreating method as described above can be used as such. However, since the starting oil used is the thermally cracked oil from which the poison catalyst materials such as asphaltenes and metals have been removed, the catalyst used has greater activity at a greater specific surface area of the porous support, so that it is not particularly necessary. increase pore volume or use large pore sizes, such as in the catalyst for treating an oil with a high content of asphaltenes or metals.

De thermisch gekraakte olie, waaruit de hoog kokende fraktie is afgescheiden en verwijderd of de uit de hydrobehandelingstrap verkregen hydrobehandelde olie kunnen als toevoerolie in de stoompyrolysetrap 30 worden toegepast en het is tevens mogelijk de stoompyrolyse van elke gefraktioneerde fraktie afzonderlijk of als een mengsel met andere petroleumfrakties afhankelijk van het doel toe te passen.The thermally cracked oil from which the high-boiling fraction has been separated and removed or the hydrotreated oil obtained from the hydrotreating step can be used as feed oil in the steam pyrolysis step 30 and it is also possible to use the steam pyrolysis of each fraction fraction separately or as a mixture with other petroleum fractions depending on the purpose.

De stoompyrolyse, die in de uitvinding wordt toegepast, is niet bijzonder kritisch, maar verschillende uitvoeringswijzen zijn bruikbaar 35 en het is tevens mogelijk een buisvormige verhitter toe te passen, die een bestaande naftakraak-verhittingseenheid is of deze enigszins aan te passen.The steam pyrolysis used in the invention is not particularly critical, but various embodiments can be used, and it is also possible to use a tubular heater which is an existing naphtha cracking heating unit or to modify it somewhat.

8402008 -19-8402008 -19-

De reaktieomstandigheden in de stoompyrolysetrap omvatten een stoomoliegewichtsverhouding van 0,2 tot 2,0, bij voorkeur 0,4 tot 1,5, een pyrolysetemperatuur van 700-900°C, bij voorkeur 750-900°C en een verblijfstijd van 0,05-2,0 seconden, bij voorkeur 0,1-0,6 seconden.The reaction conditions in the steam pyrolysis step include a steam oil weight ratio of 0.2 to 2.0, preferably 0.4 to 1.5, a pyrolysis temperature of 700-900 ° C, preferably 750-900 ° C and a residence time of 0.05 -2.0 seconds, preferably 0.1-0.6 seconds.

5 Het door de stoompyrolysereaktie verkregen produkt wordt uit de verhitter naar een warmtewisselaar voor snel afkoelen geleid, waar de warmte wordt teruggewonnen, waarna na scheiding en zuivering gasvormige alkenen en monocyclische aromaten worden verkregen, alsmede brandstofoliën als bijprodukt en tevens waterstof en koolwaterstoffen 10 als bijprodukt.The product obtained by the steam pyrolysis reaction is led from the heater to a rapid cooling heat exchanger, where the heat is recovered, after which gaseous olefins and monocyclic aromatics are obtained after separation and purification, as well as fuel oils as a by-product and also hydrogen and hydrocarbons as a by-product .

Bij de uitvoering van de werkwijze van de uitvinding kan het in de thermische kraaktrap en in de hydrobehandelingstrap toegepaste waterstofgas worden toegevoerd door circulatie van het waterstofgas, dat uit de resp. trappen is afgescheiden, soms nadat het daarin aan-15 wezige waterstofsulfide en ammoniak zijn verwijderd, waarbij het in het algemeen wenselijk is waterstofgas toe te voeren in een hoeveelheid, die overeenkomt met de gebruikte hoeveelheid waterstofgas. Als water-stofbron kan tevens het waterstofgasbijprodukt in de stoompyrolyse of het waterstofgas, verkregen in de stoommodificatie van het kool-20 waterstofbijproduktgas of de bijprodukt-stoomolie als zodanig worden benut.In the practice of the process of the invention, the hydrogen gas used in the thermal cracking step and in the hydrotreating step can be supplied by circulation of the hydrogen gas, which flows from the resp. steps has been separated, sometimes after the hydrogen sulfide and ammonia present therein have been removed, it being generally desirable to supply hydrogen gas in an amount corresponding to the amount of hydrogen gas used. As hydrogen source, the hydrogen gas by-product in the steam pyrolysis or the hydrogen gas obtained in the steam modification of the hydrocarbon by-product gas or the by-product steam oil can also be used as such.

In de tekeningen wordt de werkwijze voor het bereiden van gasvormige alkenen en monocyclische aromaten onder toepassing van een zware koolwaterstofolie als toevoermateriaal in bijzonderheden beschre-25 ven, maar de uitvinding is daartoe niet beperkt.The drawings describe the process for preparing gaseous olefins and monocyclic aromatics using a heavy hydrocarbon oil as feedstock, but the invention is not limited thereto.

Figuren 1 en 2 tonen verschillende voorbeelden van stroomschema's voor het uitvoeren van de werkwijze ter bereiding van gasvormige alkenen en monocyclische aromaten volgens de onderhavige uitvinding.Figures 1 and 2 show various examples of flow charts for carrying out the process for preparing gaseous olefins and monocyclic aromatics of the present invention.

In figuur 1 wordt het toevoermateriaal, bestaande uit een zware koolwa-30 terstofolie gemengd met tenminste twee soorten materiaal volgens de uitvinding,op hogere druk gebracht door middel van een toevoerpomp en door een leiding 1 ingevoerd, waarbij de druk van het waterstofgas of het waterstofsulfide-bevattende gas wordt opgevoerd door middel van een compressor, welk gas wordt toegevoerd via een leiding 2 in een 35 thermische kraakinstallatie 3, waarin de zware koolwaterstof wordt omgezet in een lichter meer waardevol produkt. Het verkregen lichtere / 8402008 f -20- produkt wordt via een leiding 4 afgegeven aan een gas-vloeistof-scheider 5, waarin het snel wordt gekoeld. De hoge druk gas-vloeistof-scheider bestaat in het algemeen uit de twee trappen van een hete en koude separator. Het waterstof-verrijkte gas uit de scheider wordt 5 via een leiding 6 afgevoerd en desgewenst na verhoging tot een gewenste druk geleid naar de thermische kraakinstallatie 3. De vloeistoffen uit de hete separator en de koude separator behoeven niet te worden voorverhit en gaan via een leiding 7 naar een atmosferische verdamper 8.In Figure 1, the feed material, consisting of a heavy hydrocarbon oil mixed with at least two kinds of material according to the invention, is pressurized by means of a feed pump and introduced through a conduit 1, the pressure of the hydrogen gas or hydrogen sulfide -containing gas is supplied by means of a compressor, which gas is supplied via a pipe 2 in a thermal cracking plant 3, in which the heavy hydrocarbon is converted into a lighter, more valuable product. The lighter product obtained is delivered via a line 4 to a gas-liquid separator 5, in which it is cooled rapidly. The high pressure gas-liquid separator generally consists of the two stages of a hot and cold separator. The hydrogen-enriched gas from the separator is discharged via a pipe 6 and, if desired, after increased to a desired pressure, is led to the thermal cracking installation 3. The liquids from the hot separator and the cold separator do not need to be preheated and pass through a pipe 7 to an atmospheric evaporator 8.

Het atmosferische residu, dat door een afvoerpijp 9 uit de bodem van 10 de atmosferische verdamper. 8 wordt afgevoerd, gaat dan verder naar een vacuumverdamper 10, waarin het wordt behandeld. De vacuumverdamper 10 wordt onder vacuum gebracht door een vacuum-trekkende inrichting met het doel de bedrijfstemperatuur te verlagen, waarbij het soms tevens mogelijk is stoomdestillatie als hulpmiddel toe te passen, waarbij 15 stoom uit de bodem van de toren wordt geblazen, om de deeldruk van de olie te verlagen. De atmosferische fraktie uit de atmosferische verdamper 8 en de vacuumfraktie uit de vacuumverdamper 10 worden na verwijdering van de afvalgassen via de leidingen 11 en 12 gemengd, waarbij ze via leidingen 13 en 14 in leiding 15 worden gevoerd. Het vacuum- 20 residu, dat via een afvoerpijp 16 uit de bodem van de vacuumverdamper 10 is afgevoerd, kan daarentegen als zodanig als vloeibare brandstof worden gebruikt, maar het kan ook in een vaste scheider 17 worden gevoerd, waar het aan een scheidingstrap wordt onderworpen. De vaste-stofscheider 17 kan bijv. een centrifugale scheider, een filter, een 25 oplosmiddel, een bezinkvat en een combinatie daarvan omvatten. Een deel van het vacuumresidu of de vastestof of de vastestof, die aan verdere reinigings- en droogtrappen is onderworpen (niet weergegeven) kunnen via leiding 18 worden gerecirculeerd naar de zware koolwaterstoftoevoer. Het vloeibare vacuumresidu, dat uit de vastestof in de vaste-stof-30 scheider 17 is geisoleerd, wordt via leiding 19 afgevoerd en kan als vloeibare brandstof worden gebruikt. De in de leiding 15 ingevoerde destillaatolie wordt door een toevoerpomp onder druk gebracht en in een hydrobehandelingsinstallatie 20 gevoerd, waarin het met waterstofgas, dat door een compressor onder druk is gebracht, wordt hydrobehandeld.The atmospheric residue passing through a discharge pipe 9 from the bottom of the atmospheric evaporator. 8, then proceeds to a vacuum evaporator 10 in which it is treated. The vacuum evaporator 10 is brought under vacuum by a vacuum-drawing device for the purpose of lowering the operating temperature, and it is sometimes also possible to use steam distillation as an aid, whereby steam is blown from the bottom of the tower, in order to reduce the partial pressure of lower the oil. The atmospheric fraction from the atmospheric evaporator 8 and the vacuum fraction from the vacuum evaporator 10 are mixed after removal of the waste gases via the pipes 11 and 12, passing them via pipes 13 and 14 in pipe 15. The vacuum residue, which is discharged from the bottom of the vacuum evaporator 10 via a discharge pipe 16, on the other hand, can be used as such as a liquid fuel, but it can also be fed into a solid separator 17, where it is subjected to a separation step. . The solid-state separator 17 may comprise, for example, a centrifugal separator, a filter, a solvent, a settling tank and a combination thereof. Some of the vacuum residue or solid or solid that has been subjected to further cleaning and drying steps (not shown) can be recycled via line 18 to the heavy hydrocarbon feed. The liquid vacuum residue isolated from the solid in the solid separator 17 is discharged through line 19 and can be used as a liquid fuel. The distillate oil introduced into the line 15 is pressurized by a feed pump and fed into a hydrotreater 20 in which it is hydrotreated with hydrogen gas pressurized by a compressor.

35 Het hydrobehandelde produkt wordt tot de gewenste temperatuur afgekoeld door een warmtewisselaar enz. en via een leiding 22 afgevoerd naar een 8402008 * « -21- hoge druk gas-vloeistofscheider 23, waar het in gas en vloeistof wordt gescheiden. Het afgescheiden met waterstof verrijkte gas wordt via een leiding 24 zonodig na verhoging tot een gewenste druk teruggevoerd naar de hydrobehandelingsinstallatie 20. Het hydrobehandeld produkt zelf 5 wordt in druk verlaagd door het door een leiding 25 te passeren en naar een gas-vloeistofscheider te leiden, waarna het na afvoer van het afvalgas met hoge dampdruk via leiding 27, via leiding 28 naar een stoompyrolyseinstallatie 29 wordt gevoerd. In deze installatie wordt het hydrdbehandelde produkt dan gepyrolyseerd en het gepyroliseerde 10 produkt afgevoerd via leiding 30, gekoeld, gescheiden, gezuiverd en gewonnen in de vorm van gasvormige alkenen, monocyclische aromaten, waterstofbijprodukten, stookoliebijprodukten enz.The hydrotreated product is cooled to the desired temperature by a heat exchanger, etc., and discharged through a conduit 22 to a high pressure gas-liquid separator 23, where it is separated into gas and liquid. The separated hydrogen-enriched gas is returned via a line 24, if necessary after elevation to a desired pressure, to the hydrotreating plant 20. The hydrotreated product itself is depressurized by passing through a line 25 and leading to a gas-liquid separator, after which after discharge of the waste gas with high vapor pressure via line 27, it is fed via line 28 to a steam pyrolysis installation 29. In this plant, the hydrotreated product is then pyrolyzed and the pyrolized product is discharged through line 30, cooled, separated, purified and recovered in the form of gaseous olefins, monocyclic aromatics, hydrogen by-products, fuel oil by-products, etc.

Het stroomschema van figuur 2 toont het geval, dat geen hydro-behandelingstrap nodig is en komt overeen met het gedeelte van figuur 1 15 waarin de symbolen 20 en 28 zijn weggelaten.The flow chart of Figure 2 shows the case that no hydrotreating step is needed and corresponds to the portion of Figure 1 in which symbols 20 and 28 are omitted.

De onderhavige uitvinding wordt verder in bijzonderheden beschreven door de volgende voorbeelden, waartoe de uitvinding echter niet is beperkt.The present invention is further described in detail by the following examples, to which, however, the invention is not limited.

Voorbeeld IExample I

20 Het thermisch kraken werd onder toepassing van een vacuumresidu van Minus ruwe olie (100 gew.% van een frak tie met een kookpunt hoger dan 520°C) als toevoerolie uitgevoerd door middel van het continu type installatie, dat bij hoge drukken werkte in een reaktor van een verhitbaar type vat omvatte met een binnendiameter van 40 mm en een 25 hoogte van 100 mm, uitgerust met een roerder, voorzien van drie turbineachtige schoepen, elk met drie bladen. De twee aan de toevoerolie toe te voeren componenten bestonden uit nikkeloctoaat in een hoeveelheid van 200 dpm nikkel, gebaseerd op de toevoerolie en ovenroet (gemiddelde deeltjesafmeting 20 ny volgens elektronenmicroscopie (E.M.), specifiek 30 oppervlak 120 m?/g volgens BET-methode) in een hoeveelheid van 2 gew.%, gebaseerd op de toevoerolie, waarbij de toevoerolie grondig werd geroerd alvorens deze in de reaktor werd gevoerd.The thermal cracking was performed using the continuous type installation operating at high pressures in a vacuum using Minus crude oil (100 wt% of a fraction boiling above 520 ° C) as feed oil. reactor of a heatable type vessel comprising an inner diameter of 40 mm and a height of 100 mm, equipped with a stirrer, provided with three turbine-like blades, each with three blades. The two components to be fed to the feed oil consisted of nickel octoate in an amount of 200 ppm nickel, based on the feed oil and furnace soot (average particle size 20 ny by electron microscopy (EM), specific surface area 120 m? / G by BET method) in an amount of 2% by weight, based on the feed oil, the feed oil being thoroughly stirred before it was fed into the reactor.

De voor de thermische kraking toegepaste reaktieomstandigheden ö 0 waren een temperatuur van 495 C, een druk van 200 kg/cm , een verblijfs-35 tijd (gebaseerd op koude vloeistof) van 20 min. en een waterstof/ toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1, waarbij het aantal toeren van de 8402008 -22-The reaction conditions ö 0 used for the thermal cracking were a temperature of 495 ° C, a pressure of 200 kg / cm, a residence time (based on cold liquid) of 20 min and a hydrogen / feed oil ratio of 2000 Nl / l, where the number of revolutions 8402008 -22-

JJ

l roe r der 1000 toeren per min. was. De continue proeftijd was 100 uur berekend ais de stationaire proeftijd.It was less than 1000 rpm. The continuous probation period was 100 hours calculated as the stationary probation period.

De verkregen produkten waren 5,8 gew.% C^-C^ gassen, 45,2 gew.% van de GO fraktie door atmosferische destillatie (kookpunt 343°C ) ), 5 29,0 gew.% van de VGO-fraktie door vacuumdestillatie (kookpunt 343- 520°C) en 20,0 gew.% van het vacuumresidu (VR). Het asf al tenengehalte (gedefinieerd als onoplosbaar in hexaan en oplosbaar in tetrahydrofuran) was 2,1 gew.% en de hoeveelheid cokes (gedefinieerd als onoplosbaar in zowel tetrahydrofuran als hexaan) was 1,0 gew.%. De hoeveelheid veγ- 10 bruikte waterstof was 110 N/l per kg van de toevoer. De omzetting van de zware toevoermaterialen in het lichtere, meer waardevolle produkt als gedefinieerd door de volgende formule: / Hoeveelheid fraktie met een kookpunt hoger dan \ 1 , ^O^i^grpdukt-;-1- x 100 _ \ hoeveelheid van fraktie met een kookpunt hoger / \ dan 520°C in toevoer / bleek 80 gew.% te zijn. De opbrengst van de vloeibare fraktie omgezet in een lichter produkt met een kookpunt lager dan 520°C was 74,2 gew.% als de som van GO en VGO.The products obtained were 5.8 wt% C 2 -C 4 gases, 45.2 wt% of the GO fraction by atmospheric distillation (bp 343 ° C)), 29.0 wt% of the VGO fraction by vacuum distillation (bp 343-520 ° C) and 20.0 wt% of the vacuum residue (VR). The asphaltene content (defined as insoluble in hexane and soluble in tetrahydrofuran) was 2.1 wt% and the amount of coke (defined as insoluble in both tetrahydrofuran and hexane) was 1.0 wt%. The amount of hydrogen used was 110 N / l per kg of the feed. The conversion of the heavy feed materials into the lighter, more valuable product as defined by the following formula: / Fraction amount with a boiling point higher than \ 1,. a boiling point higher than 520 ° C in feed / was found to be 80% by weight. The yield of the liquid fraction converted to a lighter product with a boiling point below 520 ° C was 74.2% by weight as the sum of GO and VGO.

Verder bleek de maat van vercokesing (uitslaghoeveelheid) 20 op het inwendige wandoppervlak van de reaktor na 100 uur stationair bedrijf, uitzonderlijk klein te zijn, namelijk 40 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toegevoerde olie.Furthermore, the measure of coking (deposit amount) 20 on the interior wall surface of the reactor after 100 hours of stationary operation was found to be exceptionally small, namely 40 ppm, based on the total weight of the oil supplied.

Vergelijkend voorbeeld 1Comparative example 1

Voorbeeld X werd herhaald, met uitzondering dat de twee soorten 25 componenten niet aan de toevoerolie werden toegevoegd. 2 üur na het begin van de proef was de reaktor volledig verstopt met cokes, terwijl de proef niet meer stabiel kon worden uitgevoerd. Onder omstandigheden, waarbij wel een stabiel bedrijf mogelijk was, was de opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan· 520°C, 34,1 gew.%, hetgeen 30 minder is dan de helft van de opbrengst van voorbeeld I.Example X was repeated, except that the two kinds of components were not added to the feed oil. Two hours after the start of the test, the reactor was completely clogged with coke, while the test could no longer be run stably. Under conditions permitting stable operation, the yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C was 34.1 wt%, which is less than half the yield of Example I.

Vergelijkend voorbeeld 2Comparative example 2

Voorbeeld I werd herhaald met uitzondering, dat geen ultrafijne deeltjes werden toegevoerd, maar alleen nikkeloctoaat in een hoeveelheid van 500 dpm, berekend als nikkel. 4 Uur na het begin van de proef 35 was de reaktor volledig gestopt met cokes. De opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C was 75 gew.%, maar de 8402008 -23- hoe veelheid gevormde cokes was 3,5 gew.% en het merendeel daarvan, namelijk ongeveer 3,0 gew.% bleek deel te nemen aan de vercokesing in de reaktor.Example I was repeated with the exception that no ultrafine particles were supplied, but only nickel octoate in an amount of 500 ppm, calculated as nickel. Four hours after the start of run 35, the reactor had completely stopped with coke. The yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C was 75% by weight, but the amount of coke formed was 3.5% by weight and the majority thereof, namely about 3.0% by weight. was found to participate in the coking in the reactor.

Vergelijkend voorbeeld 3 5 Voorbeeld I werd herhaald met uitzondering, dat geen overgangs-' metaalverbinding werd toegevoegd en alleen ovenroet werd gebruikt in een hoeveelheid van 4 gew.%. 15 Uur na het begin van de proef was de reaktor volledig verstopt met cokes. De opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C was 74 gew.%, maar de hoe-10 veelheid gevormde cokes was hoog, namelijk 6,1 gew.%, waarbij de hoeveelheid vercokesing in de reaktor ongeveer 0,8 gew.% was.Comparative Example 35 Example I was repeated except that no transition metal compound was added and only furnace carbon black was used in an amount of 4% by weight. 15 hours after the start of the test, the reactor was completely clogged with coke. The yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C was 74% by weight, but the amount of coke formed was high, namely 6.1% by weight, the amount of coking in the reactor being about 0.8 wt%.

Vergelijkend voorbeeld 4Comparative example 4

Voorbeeld I werd herhaald met uitzondering dat 3 gew.% van verpulverd vertraagd cokes,aangepast tot een deeltjesafmetingverdeling 15 in het traject van ongeveer 10-60 y in plaats van roet werd toegepast.Example I was repeated except that 3 wt% of pulverized delayed coke adjusted to a particle size distribution in the range of about 10-60 µ was used in place of carbon black.

3 Uur na het begin van de proef was de reaktor volledig verstopt met cokes. De opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C was 73 gew.%, maar de hoeveelheid gevormde cokes was 3,1 gew.%, waarbij ongeveer 2,2 gew.% bleek te zijn vercokest tezamen met 20 de in de reaktor toegevoegde verpulverde vertraagde cokes.3 hours after the start of the test, the reactor was completely clogged with coke. The yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C was 73 wt%, but the amount of coke formed was 3.1 wt%, with about 2.2 wt% found to be co-co-co-ested with 20 in the reactor added pulverized delayed coke.

Vergelijkend voorbeeld 5Comparative example 5

Voorbeeld I werd herhaald met uitzondering dat 3 gew.% van een nikkel-wolfranHkatalysator , ondersteund op poreus Y -alumina met 2 een specifiek oppervlak van 220 m /g (BET-methode), dat 4 gew.% nikkel-25 oxyde en 5 gew.% wolframoxyde bevatte, en was verpulverd tot deeltjesafmetingen van 60 y of minder, in plaats van nikkeloctoaat en roet werd toegepast. Na gedurende ongeveer 7 uur bedrijf, was de reaktor volledig verstopt en kon de proef niet langer worden voort gezet. De ojfaengst aan vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C was 30 72 gew.%, waarbij de hoeveelheid gevormd cokes 1,8 gew.% was, maar binnen de reaktor bleek ongeveer 1,2 gew.% cokes te zijn vercokest in de vorm, die ten dele toegevoegde katalysator bevatte.Example I was repeated except that 3 wt.% Of a nickel-tungsten H catalyst supported on porous Y-alumina with a specific surface area of 220 m / g (BET method) containing 4 wt.% Nickel-oxide and 5 wt% tungsten oxide, and was pulverized to particle sizes of 60 y or less, instead of nickel octoate and carbon black was used. After about 7 hours of operation, the reactor was completely clogged and the test could no longer be continued. The liquid fraction of the oiling fraction having a boiling point below 520 ° C was 72 wt.%, The amount of coke formed being 1.8 wt.%, But within the reactor about 1.2 wt.% Coke was found to be coke-coated in the form, which partly contained added catalyst.

Vergelijkend voorbeeld 6Comparative example 6

Voorbeeld I werd herhaald met uitzondering, dat een waterige 35 oplossing van ammoniummolybdenaat, opgelost in water in een hoeveelheid van 500 dpm als molybdeen in de toevoerolie werd toegevoegd onder vorming 8402008 g -24-Example I was repeated except that an aqueous solution of ammonium molybdenate dissolved in water at 500 ppm was added as molybdenum in the feed oil to form 8402008 g -24-

VV

van een emulsie, waaraan verder 3 gew.% verpulverde deeltjes met een afmeting van ongeveer 10-30 y van een complex oxyde van silica-alumina (silica 60%, alumina 40%), dat een poreus materiaal was met een spe- 2 cifiek oppervlak van 400 m /g (BET-methode) in plaats van nikkel-5 octoaat en roet wer toegevoegd. Na een proefduur van ongeveer 10 uur was de reaktor volledig verstopt en was het voortzetten van de proef niet meer mogelijk. De opbrengst aan de vloeibare fraktie met kookpunt lager dan 520°C was 75 gew.% en de hoeveelheid gevormde cokes was 3,5 gew.%, maar binnen de reaktor bleek ongeveer 1,2 gew.% 10 van de cokes vercokesing te hebben ondergaan in de vorm, die ten dele het toegevoegde fijn verdeelde materiaal bevatte.of an emulsion, further comprising 3% by weight of pulverized particles with a size of about 10-30 µm of a complex oxide of silica-alumina (silica 60%, alumina 40%), which was a porous material with a specific surface of 400 m / g (BET method) instead of nickel-5 octoate and carbon black were added. After a test period of about 10 hours, the reactor was completely clogged and it was no longer possible to continue the test. The yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C was 75 wt% and the amount of coke formed was 3.5 wt%, but within the reactor about 1.2 wt% of the coke was found to have coking in the form which partly contained the added finely divided material.

Zoals duidelijk blijkt uit de resultaten van voorbeeld I en de vergelijkende voorbeelden 1-6, geeft de onderhavige uitvinding uitstekende resultaten wat betreft een hoge opbrengst aan een lichtere 15 olie door het kraken van een zware koolwaterstof. Bovendien heeft de rest olie een kookpunt hoger dan 520°C, die volgens de onderhavige werkwijze wordt verkregen, een viscositeit van niet meer dan 22 est bij 150°C, en is de brandbaarheid, volgens thermogravimetrisehe analyse daarvan gelijk aan die van het vacuum-residu van de toegevoerde Minus ruwe 20 olie, waarbij deze als stookolie geschikt is.As is evident from the results of Example I and Comparative Examples 1-6, the present invention gives excellent results in high yield of a lighter oil by cracking a heavy hydrocarbon. In addition, the residual oil has a boiling point higher than 520 ° C, which is obtained by the present process, a viscosity of not more than 22 est at 150 ° C, and the flammability, according to thermogravimetallic analysis, is equal to that of the vacuum residue of the supplied Minus crude oil, which is suitable as fuel oil.

Voorbeelden II-XExamples II-X

Onder toepassing van een vacuum residu van Minus ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) als de toevoerolie werden verschillende combinaties van de twee soorten 25 componenten in voorafbepaalde hoeveelheden als hierna vermeld, toegevoegd, waarbij de thermische kraking in dezelfde reaktieapparatuur als in voorbeeld I werd uitgevoerd.Using a vacuum residue of Minus crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) as the feed oil, various combinations of the two kinds of components in predetermined amounts as mentioned below were added, with the thermal cracking was carried out in the same reaction equipment as in Example I.

D.w.z., dat in voorbeeld II vanadiumoctoaat werd toegevoegd in een hoeveelheid van 300 dpm als vanadium en kanaalroet (gemiddelde 2 30 deeltjesafmeting 14 ny (E.M.methode), specifiek oppervlak 300 m /g (BET methode)) in een hoeveelheid van 2 gew.%.That is, in Example II, vanadium octoate was added in an amount of 300 ppm as vanadium and channel carbon black (average particle size 14 ny (EM method), surface area 300 m / g (BET method)) in an amount of 2 wt% .

In het geval van voorbeeld III werd koperoctoaat toegevoegd in een hoeveelheid van 500 dpm als koper en silicaprodukten, gemaakt volgens een vloeibare faseproces (gemiddelde deeltjesafmeting 20 my.In the case of Example III, copper octoate was added in an amount of 500 ppm as copper and silica products made by a liquid phase process (average particle size 20 µm.

35 (E.M.methode) , specifiek oppervlak 150 m^/g (BET methode)) werden in een hoeveelheid van 2 gew.% toegevoegd.35 (E.M. method), specific surface area 150 m ^ / g (BET method)) were added in an amount of 2% by weight.

8 4 ü 2 0 0.8 t -25-8 4 ü 2 0 0.8 t -25-

In voorbeeld IV werd molybdeennaftenaat toegevoegd in een hoeveelheid van 100 dpm als molybdeen en werden silicaprodukten verkregen volgens dampfase-methoden (gemiddelde deeltjesafmeting 8 mu (E.M.- 2 methode), specifiek oppervlak: 350 m /g (BET methode))in een hoeveel-5 heid van 1 gew.% toegevoegd.In Example IV, molybdenum naphthenate was added in an amount of 100 ppm as molybdenum and silica products were obtained by vapor phase methods (average particle size 8 mu (EM-2 method), specific surface area: 350 m / g (BET method)) in an amount 5 of 1 wt% added.

In voorbeeld V werd een waterige oplossing van ammoniumhepta-wolframaat in een hoeveelheid van 600 dpm als wolfram toegevoegd, terwijl alumina, verkregen volgens een dampfaseproces (gemiddelde deeltjesafmeting: 20 my. (E.M.methode), specifiek oppervlak: 10 100 mVg (BET-methode)) in een hoeveelheid van 3 gew.% werd toegevoegd.In Example V, an aqueous solution of ammonium hepta-tungstate in an amount of 600 ppm was added as tungsten, while alumina, obtained by a vapor phase process (average particle size: 20 µm (EM method), specific surface area: 100 mVg (BET method) )) in an amount of 3% by weight was added.

In voorbeeld VI werd een waterige oplossing van cobaltsulfaat toegevoegd in een hoeveelheid van 800 dpm als cobalt en werd een anatase-type titaanoxyde,verkregen volgens een dampfaseproces (gemiddelde deeltjesafineting : 30 ny (E.M.methode), specifiek oppervlak: 15 50 rn^/g (BET methode)) in een hoeveelheid van 6 gew.% toegevoegd.In Example VI, an aqueous solution of cobalt sulfate was added in an amount of 800 ppm as cobalt and an anatase-type titanium oxide was obtained by a vapor phase process (average particle size: 30 ny (EM method), specific surface area: 15 50 rn ^ / g (BET method)) in an amount of 6% by weight.

In voorbeeld VII werd nikkelstearaat toegevoegd in een hoeveelheid van 300 dpm als nikkel en gecalcineerde cokes verpulverd door een straalbreker (gemiddelde deeltjesafmeting 400 ny (E.M.methode) , specifiek oppervlak : 35 m^/g (BET methode)) in een hoeveel-20 heid van 10 gew.% toegevoegd.In Example VII, nickel stearate was added in an amount of 300 ppm as nickel and calcined coke pulverized by a jet (average particle size 400 ny (EM method), specific surface area: 35 m ^ / g (BET method)) in an amount of 10 wt% added.

In voorbeeld VIII werd chroomresinaat toegevoegd in een hoeveelheid van 700 dpm als chroom en thermische ontledingsroet (gemiddelde deeltjesafmeting: 180 πη* (E.M. methode), specifiek oppervlak 35 n?/q (BET methode)) in een hoeveelheid van 7 gew.% toegevoegd.In Example VIII, chromium resinate was added in an amount of 700 ppm as chromium and thermal decomposition carbon black (average particle size: 180 πη * (EM method), specific surface area 35 n? / Q (BET method)) was added in an amount of 7 wt% .

25 In voorbeeld IX werd nikkelacetylacetonaat toegevoegd in een hoeveelheid van 500 dpm als nikkel en vloeiende cokes verpulverd door een straalbreker (gemiddelde deeltjesafmeting: 800 my (E.M. methode), specifiek oppervlak: 25 m^/g (BET methode)) in een hoeveelheid van 10 gew.% toegevoegd.In Example IX, nickel acetylacetonate was added in an amount of 500 ppm as the nickel and flowing coke pulverized by a jet (average particle size: 800 my (EM method), specific surface area: 25 m ^ / g (BET method)) in an amount of 10% by weight added.

30 In voorbeeld X werd ijzerpentacarbonyl toegevoegd in een hoe veelheid van lOOOdpm als ijzer, terwijl, silicaat,geproduceerd door een vloeistoffaseproces (dat 18% calciumoxyde bevatte) [gemiddelde deéltjes- 2 afmeting: 30 my. (E.M.methode), specifiek oppervlak : 80 m /g (BET-methode) ] in een hoeveelheid van 3 gew.% werd toegevoegd.In Example X, iron pentacarbonyl was added in an amount of 100 ppm as iron, while, silicate produced by a liquid phase process (containing 18% calcium oxide) [average particle size: 30 µm. (E.M. method), specific surface area: 80 m / g (BET method)] in an amount of 3% by weight was added.

35 In voorbeelden VII en IX werd verder 1 gew.% van een dispersie- middel, in hoofdzaak samengesteld uit calciumpetroleumsulfonaat en een 8402008 't V · -26- dispersiemiddel, samengesteld uit polybutenylsuccinimide verder aan toevoerolie toegevoegd.In Examples VII and IX, further 1 wt.% Of a dispersant, composed essentially of calcium petroleum sulfonate and a 8402008 t -26 dispersant, composed of polybutenylsuccinimide was further added to feed oil.

De reaktieomstandigheden voor thermisch kraken waren een temperatuur van 495°C, een druk van 200 kg/cm^, een verblijfstijd (geba-5 seerd op koude vloeistof) van 20 minuten en het toerental van de roerder van 1000 toeren per minuut in alle voorbeelden II-X, een waterstof/ toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1 in voorbeelden It-VII, alsmede waterstof met 3 mol% waterstofsulfide/toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1 in voorbeelden VIII-X. De stationaire bedrijfstoestand voor 10 elk voorbeeld duurde 30 uren.The thermal cracking reaction conditions were a temperature of 495 ° C, a pressure of 200 kg / cm 2, a residence time (based on cold liquid) of 20 minutes and the stirrer speed of 1000 rpm in all examples. II-X, a hydrogen / feed oil ratio of 2000 Nl / 1 in examples It-VII, as well as hydrogen with 3 mol% hydrogen sulfide / feed oil ratio of 2000 Nl / 1 in examples VIII-X. The stationary operating state for each example lasted 30 hours.

In al deze voorbeelden was een stabiele uitvoering mogelijk zonder dat de reaktor verstopte, waarbij de omzetting in het gebied van 75-85 gew.% lag en de opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C in het gebied van 70-78 gew.% lag. Tevens was de 15 hoeveelheid gevormd cokes binnen het gebied van 0,7-2 gew.%, terwijl de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand in de reaktor in het gebied van 40-200 dpm lag, gebaseerd op het totale gewicht van de toevoerolie.In all these examples, a stable operation was possible without clogging the reactor, the conversion being in the range of 75-85% by weight and the yield of the liquid fraction having a boiling point of less than 520 ° C in the range of 70-85% by weight. 78 wt% was. Also, the amount of coke formed was in the range of 0.7-2 wt%, while the amount of coking on the surface of the inner wall in the reactor was in the range of 40-200 ppm based on the total weight of the feed oil.

Voorbeeld XIExample XI

20 Een Arabische lichte vacuum-gasolie (kookpunt 343-520°C), die 1000 dpm, berekend als nikkel, nikkelstearaat en 10 gew.% van ovenroet (gemiddelde deeltjesafmeting: 15 mu (E.M.methode), specifiek oppervlak 200 m /g) bevatte, werd in een hoeveelheid van 3 kg geladen in een autoclaaf met een inwendig volume van 10 liter, waterstofgas 25 dat 5 mol% waterstofsulfide bevatte werd in de autoclaaf onder een druk 2 gebracht bij een invoerdruk van 100 kg/cm , waarna de reaktie onder roeren met 1000 toeren per minuut bij een temperatuur van 420°C gedurende een uur werd uitgevoerd. Na de reaktie werd de inhoud gefiltreerd, gewassen en geextraheerd met tetrahydrofuran, gevolgd door 30 drogen tot een vast produkt. Het vaste produkt werd een vacuum residu van Minus ruwe olie toegevoegd, opgelost door verhitting (100 gew.% van de fraktie met een kookpunt hoger dan 520°C) tot een gehalte van 10 gew.% en daarin gedispergeerd door ultrasone golven. De verkregen dispersie werd aan hetzelfde Minus vacuum-residu als boven vermeld, 35 toegevoegd tot een vastestofgehalte van 2 gew.%. Het mengsel werd grondig geroerd en toegepast in de stationaire uitvoering van de reaktie in 8402008 -27- dezelfde reaktieinrichting en onder dezelfde reaktieomstandigheden als in voorbeeld I gedurende 30 uren.20 An Arabian light vacuum gas oil (bp 343-520 ° C), which is 1000 ppm, calculated as nickel, nickel stearate and 10% by weight of furnace carbon (average particle size: 15 mu (EM method), specific surface area 200 m / g) was loaded in an amount of 3 kg into an autoclave with an internal volume of 10 liters, hydrogen gas containing 5 mol% hydrogen sulfide was pressurized in the autoclave 2 at an input pressure of 100 kg / cm, after which the reaction with stirring at 1000 rpm at a temperature of 420 ° C for one hour. After the reaction, the contents were filtered, washed and extracted with tetrahydrofuran, followed by drying to a solid product. The solid product was added a vacuum residue of Minus crude oil, dissolved by heating (100% by weight of the fraction boiling above 520 ° C) to a content of 10% by weight and dispersed therein by ultrasonic waves. The resulting dispersion was added to the same Minus vacuum residue as mentioned above to a solids content of 2% by weight. The mixture was stirred thoroughly and used in the stationary run of the reaction in the same reactor and under the same reaction conditions as in Example 1 for 30 hours.

Uit de proef bleek, dat deuitvoering stabiel kon worden doorgezet zonder dat de reaktor werd verstopt, waarbij de omzetting 81,6 gew.% 5 was en de opbrengst van de verkregen vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C 75,6 gew.% was. De hoeveelheid gevormde cokes was 0,8 gew.% en de hoeveelheid vercakesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 40 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de ingevoerde toevoer.The experiment showed that the run could be continued stably without clogging the reactor, the conversion being 81.6 wt% and the yield of the resulting liquid fraction having a boiling point below 520 ° C 75.6 wt. % used to be. The amount of coke formed was 0.8 wt% and the amount of caking on the surface of the inner wall of the reactor was 40 ppm based on the total weight of the feed fed.

10 Voorbeeld XIIExample XII

Silicaprodukten werden door een dampfaseproces bereid (gemiddelde deeltjesafmeting: 16 mu (E.M.methode), specifiek oppervlak 2 200 m /g (BET methode}}. 300 g daarvan werd in waterstofgas, dat 5 mol% waterstofsulfide bevatte,gesuspendeerd in een gefluldiseerd 15 bed en onder beweging door de gasstroom in aanraking gebracht met een verstoven mengsel van een wateroplossing van ammoniumheptamolybdaat in een hoeveelheid van 15 g als molybdeen berekend. Daarna werd onder handhaving van de temperatuur van de gasstroom op 430°C de reaktie gedurende een uur uitgevoerd. Het volgens deze procedure verkregen 20 vaste produkt werd toegevoegd aan het vacuum-residu van Minus ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt, hoger dan 520°C) tot een hoeveelheid van 2 gew.%, waarna de toevoerolie grondig werd geroerd en aan de reaktor toegevoerd. De reaktieinrichting en de reaktieomstandigheden waren dezelfde als in voorbeeld 1, terwijl de 25 stationaire bedrijfstoestand gedurende 20 uur werd gehandhaafd.Silica products were prepared by a vapor phase process (average particle size: 16 mu (EM method), specific surface area 2 200 m / g (BET method}}. 300 g of which was suspended in a fluidized bed in hydrogen gas containing 5 mol% hydrogen sulfide. and contacted with a sprayed mixture of a water solution of ammonium heptamolybdate in an amount of 15 g as molybdenum while moving through the gas stream, then the reaction was carried out for one hour while maintaining the temperature of the gas stream at 430 ° C. solid product obtained by this procedure was added to the vacuum residue of Minus crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) to 2 wt%, after which the feed oil was thoroughly stirred and fed to the reactor The reactor and reaction conditions were the same as in Example 1, while the stationary operating state was maintained for 20 hours andhad.

De proef kon stabiel worden uitgevoerd zonder dat de reaktor verstopte, waarbij de omzetting 80,9 gew.% was en de opbrengst aan de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C via 74,9 gew.% bedroeg.' De hoeveelheid gevormde cokes was 1,2 gew.%, terwijl de hoe-30 veelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor 95 dpm was, gebaseerd op het totale gewicht van de toegevoerde toevoer. Voorbeeld XIIIThe test could be run stably without clogging the reactor, the conversion being 80.9 wt% and the yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C over 74.9 wt%. The amount of coke formed was 1.2 wt%, while the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor was 95 ppm based on the total weight of the feed fed. Example XIII

De produktolie, verkregen in voorbeeld I, werd onderworpen aan een atmosferische destillatie en vacuum-destillatie ter verwijdering 35 van de fraktie met een kookpunt lager dan 520°C. Het verkregen residu * werd onder verhitting gefiltreerd. Het vaste residu werd na extractie 8402008 -28- van het gefiltreerde produkt met tetrahydrofuran. gedroogd en toegevoegd aan een vacuum-residu van Minus ruwe olie (100 gew.% van de frak tie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) tot 4 gew.%, gevolgd door toevoeging van 0,5 gew.% van een dispersiemiddel, dat in hoofdzaak bestond 5 uit calciumpetroleumsulfonaat. Het mengsel werd krachtig geroerd en in de reaktor gevoerd. De reaktieinrichting en de reaktieomstandigheden waren gelijk aan die van voorbeeld I, waarbij de proef gedurende 30 uren stationair werd uitgevoerd.The product oil obtained in Example 1 was subjected to atmospheric distillation and vacuum distillation to remove the fraction having a boiling point below 520 ° C. The resulting residue * was filtered under heating. The solid residue was after extraction of the filtered product with tetrahydrofuran. dried and added to a vacuum residue of Minus crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) to 4 wt%, followed by addition of 0.5 wt% of a dispersant, consisting essentially of calcium petroleum sulfonate. The mixture was stirred vigorously and fed into the reactor. The reactor and reaction conditions were the same as in Example 1, the run being run at idle for 30 hours.

Het bleek, dat de proef stabiel kon worden uitgevoerd zonder 10 dat de reaktor verstopte, waarbij de omzetting 81,8 gew.% was bij een opbrengst aan vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan· 520°C van 75,4 gew.%. De hoeveelheid gevormde cokes was 1,6 gew.% en de hoeveelheid ver coke sing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 140 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toegevoerde 15 toevoerolie.It was found that the test could be run stably without clogging the reactor, the conversion being 81.8 wt% at a yield of liquid fraction having a boiling point below 520 ° C of 75.4 wt%. The amount of coke formed was 1.6% by weight and the amount of coke on the surface of the inner wall of the reactor was 140 ppm, based on the total weight of the feed oil supplied.

Voorbeeld XIVExample XIV

De in voorbeeld I verkregen produktolie werd onderworpen aan atmosferische destillatie en vacuum-destillatie ter verwijdering van de fraktie met een kookpunt lager dan 520°C. Het verkregen residu 20 werd toegevoegd aan een vacuumresidu van Minus ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) tot 4 gew.%, waarna molybdeennaftenaat in een hoeveelheid van 500 dpm, berekend als molybdeen, gebaseerd op de toevoerolie werd toegevoegd, alsmede verder 0,5 gew.% silica, verkregen door een dampfaseproces (gemiddelde deeltjes- 2 25 afmeting i 8 mij (E.M.methode) , specifiek oppervlak: 350 m /g (BET methode)). Het mengsel werd krachtig geroerd en in de reaktor gevoerd. De reaktieinrichting en de reaktieomstandigheden waren dezelfde als in voorbeeld I, waarbij de proef stationair gedurende 30 uur werd uitgevoerde 30 Het bleek, dat de proef stabiel kon worden uitgevöerd zonder dat de reaktor verstopte, bij een omzetting van 74,8 gew.%, en een opbrengst van vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C van 69,7 gew.%. De hoeveelheid gevormde cokes was 2,0 gew.% en de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor 35 was 180 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toegevoerde olie.The product oil obtained in Example 1 was subjected to atmospheric distillation and vacuum distillation to remove the fraction having a boiling point below 520 ° C. The resulting residue was added to a vacuum residue of Minus crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) to 4 wt%, after which molybdenum naphthenate in an amount of 500 ppm, calculated as molybdenum, based to the feed oil was added, as well as further 0.5 wt.% silica, obtained by a vapor phase process (average particle size 8 µm (EM method), specific surface area: 350 m / g (BET method)). The mixture was stirred vigorously and fed into the reactor. The reactor and the reaction conditions were the same as in Example 1, the test being run stationary for 30 hours. It was found that the test could be run stably without the reactor clogging at 74.8 wt% conversion, and a yield of liquid fraction with a boiling point below 520 ° C of 69.7% by weight. The amount of coke formed was 2.0 wt% and the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor 35 was 180 ppm based on the total weight of the oil fed.

« 8402008 -29-«8402008 -29-

Voorbeeld XVExample XV

Met een vacuumresidu van Taching ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) als toevoerolie werd een thermisch kraakproces uitgevoerd met behulp van dezelfde continue type 5 inrichting, welke bij hoge drukken, als toegepast in voorbeeld I.With a vacuum residue of Taching crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) as the feed oil, a thermal cracking process was carried out using the same continuous type 5 apparatus, which was used at Example 1 as in Example I. .

De aan de toevoerolie toegevoerde componenten waren koper- naftenaat in een hoeveelheid van 500 dpm, berekend als koper en silica gevormd door een vloeibare fase-proces (gemiddelde deeltjesafmeting: 2 15 wy.. (E.M.methode), specifiek oppervlak: 210 m /g (BET methode)) jq tot een hoeveelheid van 2 gew.%. De toevoerolie werd voor toevoer in de reaktor grondig geroerd.The components fed to the feed oil were copper naphthenate in an amount of 500 ppm, calculated as copper and silica formed by a liquid phase process (average particle size: 2 15 wy .. (EM method), specific surface area: 210 m / g (BET method)) jq up to an amount of 2% by weight. The feed oil was thoroughly stirred before being fed into the reactor.

Voor het thermisch kraken toegepaste reaktieomstandigheden waren o 2 een temperatuur van 490 C, een druk van 150 kg/cm , een verblijfstijd (gebaseerd op koude vloeistof) van 20 minuten en een waterstof/toevoer-£2 olieverhouding van 2000 Nl/1, waarbij het aantal toeren van de roerder 1000 toeren per minuut was. De stationaire toestand werd gedurende 50 uren gehandhaafd.Reaction conditions used for the thermal cracking were o 2 a temperature of 490 ° C, a pressure of 150 kg / cm, a residence time (based on cold liquid) of 20 minutes and a hydrogen / feed 2 oil ratio of 2000 Nl / 1, whereby the number of revolutions of the stirrer was 1000 revolutions per minute. The stationary state was maintained for 50 hours.

Het bleek, dat de proef stabiel kon worden uitgevoerd zonder dat de reaktor verstopte, waarbij de omzetting 81,4 gew.% was en de 2o opbrengst van de vloeistoffraktie met een kookpunt lager dan 520°CIt was found that the test could be run stably without clogging the reactor, the conversion being 81.4 wt% and the yield of the liquid fraction boiling below 520 ° C

76,0 gew.%. De hoeveelheid gevormde cokes was 1,4 gew.% en de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 20 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toevoerolie. De hoeveelheid gebruikte waterstof bleek 100 Nl/kg-toevoer te zijn.76.0 wt%. The amount of coke formed was 1.4% by weight and the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor was 20 ppm based on the total weight of the feed oil. The amount of hydrogen used was found to be 100 Nl / kg feed.

25 Voorbeeld XVIExample XVI

Onder toepassing van een vacuumresidu van Arabische lichte ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) als toevoerolie werd thermisch kraken uitgevoerd met dezelfde continue type installatie, werkende bij hoge druk, zoals toegepast in voorbeeld I.Using a vacuum residue of Arabian light crude oil (100% by weight of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) as the feed oil, thermal cracking was performed with the same continuous type installation operating at high pressure as used in Example I.

2Q Aan de toevoerolie toegevoerde componenten waren vanadium- acetylacetonaat in een hoeveelheid van 500 dpm als vanadium en verder silica, geproduceerd door verdamp-faseproces (gemiddelde deeltjesafme- 2 ting: 12 mtji (E.M.methode), specifiek oppervlak: 230 m/g (BET-methode)) tot een hoeveelheid van 3 gew.%. De toevoer werd voor toevoering aan 32 de reaktor krachtig geroerd.2Q Components supplied to the feed oil were vanadium acetylacetonate in an amount of 500 ppm as vanadium and further silica produced by evaporation phase process (average particle size: 12 mtji (EM method), specific surface area: 230 m / g (BET method)) up to an amount of 3% by weight. The feed was stirred vigorously before being fed to the reactor.

De voor de thermische kraking toegepaste reaktieomstandigheden o 2 waren een temperatuur van 480 C, een druk van 200 kg/cm , een verblijfstijd (gebaseerd op koude vloeistof) van 25 minuten en een waterstof/ 8402008The reaction conditions o 2 used for the thermal cracking were a temperature of 480 ° C, a pressure of 200 kg / cm, a residence time (based on cold liquid) of 25 minutes and a hydrogen / 8402008

*·„ V* · „V

-30- toevoerolie-verhouding van 2000 Nl/1, waarbij het toerental van de roerder 1000 toeren per minuut was. De stationaire toestand werd gedurende 100 uren gehandhaafd.Feed oil ratio of 2000 Nl / l, the stirrer speed being 1000 rpm. The stationary state was maintained for 100 hours.

Het bleek, dat de proef stabiel kon worden uitgevoerd zonder 5 verstopping van de reaktor, waarbij de omzetting 74,7 gew.% en de opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°CIt was found that the test could be run stably without clogging the reactor, the conversion being 74.7% by weight and the yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C.

68,9 gew.% was. De hoeveelheid gevormde cokes was 1,0 gew.% en de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 200 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toevoerolie. 10 De hoeveelheid gebruikte waterstof bleek 170 Nl/kg toevoer te zijn. Voorbeeld XVII68.9 wt%. The amount of coke formed was 1.0 wt% and the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor was 200 ppm based on the total weight of the feed oil. The amount of hydrogen used was found to be 170 Nl / kg feed. Example XVII

Onder toepassing van een vacuumresidu van Venezolaanse ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) als toevoerolie, werd thermisch kraken uitgevoerd door middel van de-15 zelfde continue-type inrichting, werkende bij hoge drukken als toegepast in voorbeeld I.Using a vacuum residue of Venezuelan crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) as the feed oil, thermal cracking was performed by the same continuous type device operating at high pressures as used in example I.

De volgende componenten werden aan de toevoerolie toegevoerd, nikkelnaftenaat in een hoeveelheid van 500 dpm als nikkel en verder silica, geproduceerd door een vloeistoffaseproces (gemiddelde deeltjes- 2 20 afmeting: 15 (E.M.methode) , specifiek oppervlak: 210 m /g (BET- methode)} tot een gehalte van 2 gew.%. De toevoer werd voor toevoer in de reaktor krachtig geroerd.The following components were fed to the feed oil, nickel naphthenate in an amount of 500 ppm as nickel and further silica produced by a liquid phase process (average particle size: 15 (EM method), specific surface area: 210 m / g (BET- method)} to a content of 2% by weight The feed was stirred vigorously before being fed into the reactor.

Voor de thermische kraking toegepaste reaktieomstandigheden waren een temperatuur van 485°C, een druk van 200 kg/cm^, een verblijfs-25 tijd (gebaseerd op koude vloeistof) van 25 minuten en een waterstof/ toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1, waarbij het aantal toeren van de roerder 1000 toeren per minuut was. De stationaire toestand werd gedurende 20 uur gehandhaafd.Reaction conditions used for the thermal cracking were a temperature of 485 ° C, a pressure of 200 kg / cm 2, a residence time (based on cold liquid) of 25 minutes and a hydrogen / feed oil ratio of 2000 Nl / l, where the number of revolutions of the stirrer was 1000 revolutions per minute. The stationary state was maintained for 20 hours.

Het bleek, dat de proef stabiel kon worden uitgevoerd zonder 30 dat verstopping van de reaktor optrad, waarbij de omzetting 78,2 gew.% was en de opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°C 71,9 gew.% bedroeg. De hoeveelheid gevormde cokes was 2,8 gew.% en de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 240 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de 35 toevoer. De hoeveelheid gebruikte waterstof blèek 190 Nl/kg toevoer te zijn.It was found that the test could be run stably without reactor clogging occurring, the conversion being 78.2 wt% and the yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C 71.9 wt% amount. The amount of coke formed was 2.8 wt% and the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor was 240 ppm based on the total weight of the feed. The amount of hydrogen used was found to be 190 Nl / kg feed.

8402008 -31-8402008 -31-

Voorbeeld XVIIIExample XVIII

Onder toepassing van een vacuum-residu van Maya ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 520°C) als toe-voerolie, werd thermisch kraken uitgevoerd door middel van dezelfde 5 continue-type inrichting, werkende bij hoge drukken als toegepast in voorbeeld I.Using a vacuum residue from Maya crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 520 ° C) as feed oil, thermal cracking was performed by the same continuous type device operating at high pressures as used in example I.

De volgende componenten werd aan de toevoerolie toegevoegd: nikkelnaftenaat in een hoeveelheid van 500 dpm als nikkel.en verder silica, geproduceerd door vloeistof-faseproces (gemiddelde deeltjes- 2 10 afmeting: 15 my. (E.M.methode), specifiek oppervlak: 210 m /g (BET- methode)) tot een gehalte van 2 gew.%. De toevoer werd voor toevoering in de reaktor grondig geroerd.The following components were added to the feed oil: nickel naphthenate in an amount of 500 ppm as nickel, and further silica produced by liquid phase process (average particle size: 15 my (EM method), specific surface area: 210 m / g (BET method)) to a content of 2% by weight. The feed was thoroughly stirred before being added to the reactor.

Voor de thermische kraking toegepaste reaktieomstandigheden o 2 waren een temperatuur van 485 C, een druk van 20Q kg/cm , een ver-15 blijfstijd (gebaseerd op koude vloeistof) van 25 minuten en een waterstof/toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1, waarbij het aantal toerèn' van de roerder 1000 toeren per minuut was. De stationaire toestand werd gedurende 20 uren voortgezet.Reaction conditions used for the thermal cracking were a temperature of 485 ° C, a pressure of 200 kg / cm, a residence time (based on cold liquid) of 25 minutes and a hydrogen / feed oil ratio of 2000 Nl / l, whereby the number of revolutions of the stirrer was 1000 revolutions per minute. The stationary state was continued for 20 hours.

De proef bleek stabiel te kunnen worden uitgevoerd zonder dat 20 de reaktor verstopte, waarbij de omzetting 75,4 gew.% was en de opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt lager dan 520°CThe test was found to be able to run stably without clogging the reactor, the conversion being 75.4 wt% and the yield of the liquid fraction having a boiling point below 520 ° C.

68,1 gew.% bedroeg. De hoeveelheid gevormde cokes was 2,7 gew.% en de hoeveelheid vercokesing op het oppervlak van de binnenwand van de reaktor was 280 dpm, gebaseerd op het totale gewicht van de toeyoerolie.' 25 De hoeveelheid verbruikte waterstof bleek 220 Nl/kg-toevoer te zijn.68.1 wt%. The amount of coke formed was 2.7% by weight and the amount of coking on the surface of the inner wall of the reactor was 280 ppm, based on the total weight of the tour oil. The amount of hydrogen consumed was found to be 220 Nl / kg feed.

Voorbeeld XIXExample XIX

Een mengsel van alle produktoliën van voorbeeld I-V en X-XIVA mixture of all product oils of Examples I-V and X-XIV

werden als de toevoerolie toegepast. Door middel van een continue- type hydrobehandelingsreaktieinrichting met een inwendige diameter van 30 18 mm, waarbij de vaste-bedreaktor werd gepakt met Ni-Mo/Al-katalysator 2 met een specifiek oppervlak van 270 m /g en een porositeit van 0,75 ml/g die 5 gew.% nikkeloxyde en 20 gew.% molybdeenoxyde bevatte, na voor-sulfidering van de katalysator, werd de hydrogenering uitgevoerd onder de reaktieomstandigheden: waterstof/toevoerolieverhouding van 1000 Nl/1, o 2 —ï 35 temperatuur van 400 C, een druk van 180 kg/cm en LHSV van Q,8 uur .were used as the feed oil. By means of a continuous type hydrotreater reactor with an internal diameter of 30 18 mm, where the fixed bed reactor was packed with Ni-Mo / Al catalyst 2 with a specific surface area of 270 m / g and a porosity of 0.75 ml / g containing 5 wt.% nickel oxide and 20 wt.% molybdenum oxide, after pre-sulfidation of the catalyst, the hydrogenation was carried out under the reaction conditions: hydrogen / feed oil ratio of 1000 Nl / l, temperature of 400 ° C , a pressure of 180 kg / cm and LHSV of Q, 8 hours.

De eigenschappen van de toevoerolie en de gewonnen hydrobehandelde olie 8402008 ·» > -32- worden in tabel A aangegeven.The properties of the feed oil and the recovered hydrotreated oil 8402008 are shown in Table A.

Voorbeeld XXExample XX

Onder toepassing van een fraktie, verkregen door hoog kokende. - componenten met een kookpunt hoger dan 520°C uit de produktieolie 5 van voorbeeld I door atmosferische destillatie en. vacuumdestillatie te verwijderen, welke f raktie als toevoerolie diende, en Co-Mo/Al 2 katalysator met een specifiek oppervlak van 240 m /g en een porositeit van. 0,53 ml/g, die 4 gew.% cobaltoxyde en 14 gew.% molybdeenoxyde bevatte, na voorsulfidering, werd een hydrobehandeling uitgevoerd door 10 middel van dezelfde continue-type hydrobehandelingsreaktie-installatie als toegepast in voorbeeld XIX, bij de volgende reaktieomstandigheden: waterstof/toevoerolieverhouding 1000 Nl/1, temperatuur 390°C, een druk 2 -1 van 150 kg/cm en LHSV 1,0 uur . De eigenschappen van de toevoerolie en de gewonnen hydrobehandelde olie worden in tabel. A aangegeven.Using a fraction obtained by high boiling. components with a boiling point higher than 520 ° C from the production oil of Example 1 by atmospheric distillation and. vacuum distillation, which served as the feed oil, and Co-Mo / Al 2 catalyst with a specific surface area of 240 m / g and a porosity of. 0.53 ml / g, containing 4 wt% cobalt oxide and 14 wt% molybdenum oxide, after pre-sulfidation, hydrotreating was performed by the same continuous type hydrotreating reaction plant used in Example XIX, under the following reaction conditions: hydrogen / feed oil ratio 1000 Nl / 1, temperature 390 ° C, a pressure 2-1 of 150 kg / cm and LHSV 1.0 hour. The properties of the feed oil and the recovered hydrotreated oil are shown in table. A indicated.

15 Voorbeeld XXIExample XXI

Onder toepassing van een fraktie, verkregen door hoog kokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C uit het produkt van voorbeeld XVI door atmosferische destillatie' en vacuumdestillatie te verwijderen, welke fraktie als toevoerolie wordt gebruikt, en Ni-Mo/ 20 Al katalysator met een specifiek oppervlak van 230 m /g en een porositeit van 0,60 m/g, die 4 gew.% nikkeloxyde en 14 gew.% molybdeenoxyde bevatte, na voorsulfidering, werd een hydrobehandeling uitgevoerd door middel van hetzelfde continue-type hydrobehandelingsreaktieapparaat als toegepast in voorbeeld XIX onder de volgende reaktieomstandigheden: 25 waterstof/toevoerolieverhouding 1000 Nl/1, een temperatuur van 400°C, 2 -1 een druk van 200 kg/cm en LHSV 0,8 uur . De eigenschappen van de toevoerolie en de gewonnen hydrobehandelde olie worden in tabel A aangegeveno 30 8402008 ·»Using a fraction obtained by removing high-boiling components having a boiling point higher than 520 ° C from the product of Example XVI by atmospheric distillation and vacuum distillation, which fraction is used as the feed oil, and Ni-Mo / 20 Al catalyst with a specific surface area of 230 m / g and a porosity of 0.60 m / g containing 4 wt% nickel oxide and 14 wt% molybdenum oxide, after pre-sulfidation, hydrotreating was carried out using the same continuous type hydrotreater as used in Example XIX under the following reaction conditions: hydrogen / feed oil ratio 1000 Nl / l, temperature 400 ° C, 2 -1 pressure 200 kg / cm and LHSV 0.8 hours. The properties of the feed oil and the recovered hydrotreated oil are shown in Table A. 30 8402008 · »

-33-TABEL A-33-TABLE A

Veranderingen in olie-eigenschappen door hydrobehandelingChanges in oil properties due to hydrotreating

Voorbeeld XIX__Voorbeeld_XX Voorbeeld XXIExample XIX__Example_XX Example XXI

toevoer* hydrobe- toevoer hydrobe- toevoer hydrobe- 5 handelde handelde handelde olie olie olie soortelijk gewicht 0,8490 0,8100 0,8327 0,8048 0,8703 0,8358 (15/40C) H/C (atoomverhouding) 1,79 1,95 1,88 1,99 1,69 1,92 zwavelgehalte (gew.%) 0,05 spoor 0,02 spoor 2,31 0,01 stiksto£gehalte 0,12 0,05 0,05 0,02 0,06 '0,01 (gew.%) |supply * hydrobe supply hydrobe supply hydrobe-treated trade-traded oil oil oil specific gravity 0.8490 0.8100 0.8327 0.8048 0.8703 0.8358 (15 / 40C) H / C (atomic ratio) 1, 79 1.95 1.88 1.99 1.69 1.92 sulfur content (wt%) 0.05 trace 0.02 trace 2.31 0.01 nitrogen content 0.12 0.05 0.05 0. 02 0.06, 0.01 (wt%) |

Conradson koolstof- 6,40 0,02 0,07 spoor 0,15 spoor residu (gew.%)Conradson carbon 6.40 0.02 0.07 trace 0.15 trace residue (wt%)

Type analyse (kolom-15 chromatografie) verzadigde compo- 75,0 91,5 79,3 93,0 55,2 91,1 nent (gew.%) aromatische compo- 18,9 8,3 15,7 6,9 39,4 8,4 nent (gew.%) polaire componenten 6,1 0,2 5,0 0,1 5,4 0,5 20 (gew.%)Type of analysis (column-15 chromatography) saturated compo 75.0 91.5 79.3 93.0 55.2 91.1 n (wt%) aromatic compo 18.9 8.3 15.7 6.9 39.4 8.4 nent (wt%) polar components 6.1 0.2 5.0 0.1 5.4 0.5 20 (wt%)

Waterstof verdeling (H-NMR) aromatische water- 3,9 1,1 3,2 1,0 6,1 1,3 stof (%) _ alkenische water- 1,1 spoor 1,0 spoor 1,4 spoor " stof (%) aromatische a-plaats 6,0 4,8 5,8 4,8 12,8 7,2 waterstof (%) methyleenwater- 66,4 69,3 65,8 69,5 55,5 66,4 stof (%) ^ methylwater- 22,6 25,0 24,2 24,7 24,2 ~ 25,1 ^ stof (%) ~ ^ -----—i σHydrogen distribution (H-NMR) aromatic water 3.9 1.1 3.2 1.0 6.1 1.3 dust (%) _ olefinic water 1.1 trace 1.0 trace 1.4 trace "dust (%) aromatic α position 6.0 4.8 5.8 4.8 12.8 7.2 hydrogen (%) methylene water 66.4 69.3 65.8 69.5 55.5 66.4 substance (%) ^ methyl water- 22.6 25.0 24.2 24.7 24.2 ~ 25.1 ^ dust (%) ~ ^ -----— i σ

Voorbeeld XXIIExample XXII

Uit het thermisch gekraakte produkt van voorbeeld I, waaruit de gasvormige componenten waren verwijderd, werden de hoog kokende com-22 ponenten met een kookpunt hoger dan 520°C door atmosferische en vacuum-destillatie verwijderd. De fraktie met een kookpunt lager dan 52Q°C werd met stoom gepyrolyseerd door middel van een buisvormige verhitter «__ __ 8402008 r « -34- type pyrolyseinridating bij de volgende omstandigheden: inlaattempera- o 2 tuur 550°C, uitlaattemperatuur 830°C, een uitlaatdruk van 0,8 kg/cnn (overdruk), stoomoliegewichtsverhouding van 1,0 en een verblijfstijd van 0,2 seconden, waarbij alkenen en monocyclische aromaten werden 5 verkregen.From the thermally cracked product of Example 1, from which the gaseous components had been removed, the high-boiling components having a boiling point above 520 ° C were removed by atmospheric and vacuum distillation. The fraction having a boiling point lower than 52 ° C was steam pyrolysed by means of a tubular heater «__ __ 8402008 r« -34- type pyrolysis inridating under the following conditions: inlet temperature 550 ° C, outlet temperature 830 ° C, an outlet pressure of 0.8 kg / cnn (gauge pressure), steam oil weight ratio of 1.0 and a residence time of 0.2 seconds, whereby olefins and monocyclic aromatics were obtained.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (belangrijkste gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) per toevoer van het vacuumresidu van Minus ruwe oliën in tabel B aangegeven.The results of the steam pyrolysis along with the yields of the major chemical starting materials (major gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feed of the vacuum residue of Minus crudes are shown in Table B.

10 Voorbeeld XXIIIExample XXIII

De hydrobehandelde olie, waarvan de gasvormige componenten waren verwijderd, verkregen volgens voorbeeld XX onder toepassing van het Minus vacuumresidu als het uitgangsmateriaal, werd aan stoompyrolyse onderworpen op de wijze van voorbeeld XXII bij de volgende om- 15 standighedens inlaattemperatuur 550°C, uitlaattemperatuur 830°C, 2 uitlaatdruk 0,8 kg/cm (overdruk), stoom/hydrobehandelde olie gewichtsverhouding 1,0 en verblijfstijd 0,2 seconden, waarbij alkenen en monocyclische aromaten werden verkregen.The hydrotreated oil from which the gaseous components had been removed, obtained according to Example XX using the Minus vacuum residue as the starting material, was subjected to steam pyrolysis in the manner of Example XXII at the following conditions inlet temperature 550 ° C, outlet temperature 830 ° C C, 2 outlet pressure 0.8 kg / cm (gauge pressure), steam / hydrotreated oil weight ratio 1.0 and residence time 0.2 seconds to yield olefins and monocyclic aromatics.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de 20 opbrengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (belangrijkste gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) per toevoerma-teriaal in tabel B aangegeven.The results of the steam pyrolysis along with the yields of the major chemical starting materials (major gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feedstock are shown in Table B.

Vergelijkend voorbeeld 7Comparative example 7

Het thermisch gekraakte, produkt, verkregen bij de stabiele 25 proef van vergelijkend voorbeeld 1, waaruit de gasvormige componenten waren verwijderd, werd aan atmosferische en vacuumdestillatie onderworpen in de scheidingstrap, waarna de fraktie met een kookpunt lager dan 520°C aan de hydrobehandelingstrap en de stoompyrolysetrap als in voorbeelden XX en XXIII werd onderworpen.The thermally cracked product obtained in the stable test of Comparative Example 1, from which the gaseous components had been removed, was subjected to atmospheric and vacuum distillation in the separation step, after which the fraction boiling point below 520 ° C was subjected to the hydrotreating step and the steam pyrolysis step as in Examples XX and XXIII.

30 De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de op brengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (belangrijkste gasvonnige alkenen en monocyclische aromaten) in tabel B aangegeven.The results of the steam pyrolysis, together with the yields of the main chemical starting materials (main gaseous olefins and monocyclic aromatics) are shown in Table B.

Vergelijkend voorbeeld 8 35 De thermische kraaktrap werd uitgevoerd onder toepassing van het vacuu^r^si^u^van Minus ruwe olie als de toevoerlie, met dezelfde -35- hydrobehandelingsapparatuur als in voorbeeld XIX bij de volgende omstandigheden: Ni-W katalysator op 70 gew.% silica/30 gew.% alumina 2 met een specifiek oppervlak van 230 m /g en een porositeit van 0,37 ml/g, die 6 gew.% nikkeloxyde en 19 gew.% wolframoxyde bevatte, een 5 temperatuur van 380°C, een reaktiedruk van 200 kg/cm^ (overdruk), LHSV 0,5 uur i en een waterstof/toevoerolieverhouding van 2000 Nl/1, hetgeen omstandigheden voorstelt, waarbij de katalysatoractiviteit in het begin van de proef niet aanmerkelijk achteruit gaat. De opbrengst van de vloeibare fraktie met een kookpunt, lager dan 520°C, 10 was slechts 16,5 gew.%. De verkregen vloeibare fraktie werd aan dezelfde stoompyrolysetrap als in voorbeeld XXII onderworpen.Comparative Example 8 The thermal cracking step was performed using the vacuum of Minus crude oil as the feedstock, using the same hydrotreating equipment as in Example XIX at the following conditions: Ni-W catalyst at 70 Silica wt / 30 wt% alumina 2 with a specific surface area of 230 m / g and a porosity of 0.37 ml / g containing 6 wt% nickel oxide and 19 wt% tungsten oxide, a temperature of 380 ° C, a reaction pressure of 200 kg / cm 2 (gauge pressure), LHSV 0.5 h 1 and a hydrogen / feed oil ratio of 2000 Nl / 1, which represents conditions in which the catalyst activity does not deteriorate significantly at the beginning of the test. The yield of the liquid fraction with a boiling point below 520 ° C, 10 was only 16.5% by weight. The resulting liquid fraction was subjected to the same steam pyrolysis step as in Example XXII.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (belangrijkste gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) per toevoerma-15 teriaal in tabel II opgegeven.The results of the steam pyrolysis, together with the yields of the major chemical starting materials (major gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feedstock are reported in Table II.

Zoals blijkt uit de resultaten van voorbeelden XXII en XXIII en de vergelijkende voorbeelden 7 en 8 is de werkwijze van de uitvinding een uitstekende werkwijze voor ontleden van zware koolwaterstoffen tot uitgangsmaterialen, die voor stoompyrolyse kunnen worden toegepast 20 en hoge opbrengsten aan petrochemische uitgangsmaterialen geven. Voorbeeld XXIVAs can be seen from the results of Examples XXII and XXIII and Comparative Examples 7 and 8, the process of the invention is an excellent process for decomposing heavy hydrocarbons to feedstock which can be used for steam pyrolysis and give high yields of petrochemical feedstock. Example XXIV

Uit het thermische gekraakte produkt, verkregen in voorbeeld XV, waaruit de gasvormige componenten waren verwijderd, onder toepassing van het vacuumresidu van Taching ruwe olie als toevoermateriaal, 25 .werden de hoog kokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C volgens atmosferische en vacuumdestillatie verwijderd.From the thermally cracked product obtained in Example XV, from which the gaseous components had been removed, using the vacuum residue of Taching crude as feed material, the high boiling components having a boiling point higher than 520 ° C were removed by atmospheric and vacuum distillation .

De fraktie met een kookpunt lager dan 520°C werd door stoom gepyrolyseerd door middel van een buisvormig verhittar-type pyrolisatie-inrichting onder de volgende omstandigheden: inlaattemperatuur 550°C, 30 uitlaattemperatuur 830°C, uitlaatdruk 0,8 kg/cm^ (overdruk), stoomolie-gewichtverhouding 1,0 en verblijfstijd 0,2 seconden, waarbij alkenen en monocyclische aromaten worden verkregen.The fraction having a boiling point below 520 ° C was pyrolysed by steam using a tubular heat-type pyrolizer under the following conditions: inlet temperature 550 ° C, outlet temperature 830 ° C, outlet pressure 0.8 kg / cm ^ ( overpressure), steam oil weight ratio 1.0 and residence time 0.2 seconds, whereby olefins and monocyclic aromatics are obtained.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de opbrengst van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (belangrijkste 35 gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) per toevoermateriaal in tabel B opgegeven.The results of the steam pyrolysis along with the yield of the major chemical starting materials (major gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feedstock are reported in Table B.

8402008 * r »· -36-8402008 * r »-36-

Voorbeeld XXVExample XXV

Uit het thermisch, gekraakte produkt, waarvan de gasvormige componenten waren verwijderd, verkregen in voorbeeld XVI onder toepassing van het vacuumresidu van Arabische lichte ruwe olie als toevoer-5 materiaal, werden de hoog kokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C door atmosferische en vacuumdestillatie verwijderd.From the thermally cracked product, from which the gaseous components had been removed, obtained in Example XVI using the vacuum residue of Arabian light crude oil as feed material, the high boiling components having a boiling point higher than 520 ° C were removed by atmospheric and vacuum distillation removed.

De fraktie met een kookpunt lager dan 520°C werd met stoom gepyrolyseerd in een buisvormig verhitter-type pyrolisator onder de volgende omstandigheden: inlaattemperatuur 550°C, uitlaattemperatuur o 2 10 830 C, uitlaatdruk 0,8 kg/cm (overdruk), stoomoliegewichtverhouding 1,0 en verblijfstijd van 0,2 seconden, waarbij alkenen en monocyclische aromaten werden verkregen.The fraction having a boiling point below 520 ° C was pyrolysed with steam in a tubular heater-type pyrolizer under the following conditions: inlet temperature 550 ° C, outlet temperature o 2 10 830 C, outlet pressure 0.8 kg / cm (gauge pressure), steam oil weight ratio 1.0 and residence time of 0.2 seconds to obtain olefins and monocyclic aromatics.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de opbrengsten van. de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (gasvormige 15 alkenen en monocyclische aromaten) per toevoermateriaal in tabel B opgegeven.The results of the steam pyrolysis together with the yields of. the main chemical starting materials (gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feedstock are listed in Table B.

Voorbeeld XXVIExample XXVI

De hydrobehandelde olie, waaruit de gasvormige componenten waren verwijderd, verkregen in voorbeeld XXI onder toepassing van 20 het vacuumresidu van Arabische lichte ruwe olie als toevoermateriaal, werd met stoom gepyrolyseerd in een buisvormige verhitter-type pyrolisator onder de volgende omstandigheden: inlaattemperatuur 550°C, uitlaattemperatuur 830°C, uitlaatdruk 0,8 kg/cm^ (overdruk), stoom/ gehydrogeneerde olie-gewichtsverhouding 1,0 en verblijfstijd 0,2 25 seconden, waarbij alkenen en monocyclische aromaten werden verkregen.The hydrotreated oil, from which the gaseous components had been removed, obtained in Example XXI using the vacuum residue of Arabian light crude as feed material, was pyrolysed by steam in a tubular heater-type pyrolizer under the following conditions: inlet temperature 550 ° C, outlet temperature 830 ° C, outlet pressure 0.8 kg / cm 2 (gauge pressure), steam / hydrogenated oil weight ratio 1.0 and residence time 0.2 seconds to obtain olefins and monocyclic aromatics.

De resultaten van de eindtrap, waarbij de gehydrogeneerde olie aan de stoompyrolyse werd onderworpen, worden tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) per toevoermateriaal in tabel B opgegeven.The results of the final stage, in which the hydrogenated oil was subjected to steam pyrolysis, are reported in Table B together with the yields of the main chemical starting materials (gaseous olefins and monocyclic aromatics) per feedstock.

30 8402008 a -37- g, a30 8402008 a -37- g, a

<D<D

1 u1 h

<D A<D A

-(J % (0 o e _________________ ----------------------r-...... -..........-( - - ' c- (J% (0 oe _________________ ---------------------- r -...... -..........- (- - 'c

m (Um (U

σ> <a ö (Ο Ό S' ί*ΗΗ ^οσί’ΗίΝΓ'Γ'οι q σν ο n «σ> <a ö (Ο Ό S 'ί * ΗΗ ^ οσί’ΗίΝΓ'Γ'οι q σν ο n «

1 8 2 % o - co' <*' ^ « - co' « co g 3 I1 8 2% o - co '<*' ^ «- co '« co g 3 I

— > Λ ^ m ΓΊ «< —(CM VO Ο ^-> Λ ^ m ΓΊ «<- (CM VO Ο ^

Ο) ___________- 4JΟ) ___________- 4J

ο I <ti 0¾ < S ooj> r-oor'Oiacnm rn Φ vo S' I S&U o or JJ o » « 2 a 5 S a S ί 0 ----------- ' ' o4 :ο I <ti 0¾ <S ooj> r-ear'Oiacnm rn Φ vo S 'I S&U o or JJ o »« 2 a 5 S a S ί 0 -----------' 'o4:

I Ό CI Ό C

S Q O H r-C^<NCO-.CMvaa O —^ S IS Q O H r-C ^ <NCO-CMvaa O - ^ S I

1 I 2 5 O o' o' 2 O o' 2 2 O jg 1 g §· ( ϊ ,'γ-”..... |· § 0,ii2 hrtPimONrtffl ΙΛ o §, ? I |sll ® <" s a ^ s 8 10 $ s = I ( f ,o ,- ------------------------------- ~-----”.....f \ i 2 a- “ ” “ “ “ “1 “ -. I i I 1311 °ssr _s _s ___ s__s_ _| ^ § i Ό m e c Λ OOH cDiflOffl'f'fl'N ω ™ *Z ® §* > jj * Ο o' N in ^ N Φ 'fl 5 g g S-h ο ·*ν·“Λ w S n h m -* wo i> __ σ'______y ·£ "jj ® in H 1Λ N ^ * 1¾ 118 ° 2 S f ; i S ? > 5 || f4 i“t <0 ___C c gl 0 *H __________—--ld IÖ 3 b & - — ------------- Cn σ g >* p. +> -p -μ C 3 g 31 I 2 5 O o 'o' 2 O o '2 2 O jg 1 g § · (ϊ,' γ - ”..... | · § 0, ii2 hrtPimONrtffl ΙΛ o §,? I | sll ® < "sa ^ s 8 10 $ s = I (f, o, - ------------------------------- ~ - --- "..... f \ i 2 a-" "" "" "1" -. I i I 1311 ° ssr _s _s ___ s__s_ _ | ^ § i Ό mec Λ OOH cDiflOffl'f'fl ' N ω ™ * Z ® § *> yy * Ο o 'N in ^ N Φ' fl 5 gg Sh ο · * ν · “Λ w S nhm - * wo i> __ σ '______ y · £" yy ® in H 1Λ N ^ * 1¾ 118 ° 2 S f; i S?> 5 || f4 i “t <0 ___C c gl 0 * H __________—-- ld IÖ 3 b & - - --------- ---- Cn σ g> * p. +> -P -μ C 3 g 3

0 Μ H C3 ® (B <B0 Μ H C3 ® (B <B

+» 4j a ® Λ H A+ »4y a ® Λ H A

« P ^ S ΟΛΟ _ > _ HJ m ft cn«P ^ S ΟΛΟ _> _ HJ m ft cn

Sn co <3\ <U -3 ·=°'3Sn co <3 \ <U -3 = ° '3

5 S r_) rj 4J 00 S ^ S5 S r_) rj 4J 00 S ^ S

>+J ^oU2 s λ aj ® ® S> + J ^ oU2 s λ aj ® ® S

en o O ë ΟΌ ·£α£ mm oo 0 ΦΜ_^ 0 .>0and o O ë ΟΌ · £ α £ mm oo 0 ΦΜ_ ^ 0.> 0

xirt O Cl O O *H *H ö Oxirt O Cl O O * H * H ö O

ti 04 ü o 2 i-4 S f4 Λ ® JP Oti 04 ü o 2 i-4 S f4 Λ ® JP O

5- ’So OM 0+JÜ4J5- "So OM 0 + JÜ4J

ίί 5 c öj ojora^-oi'-cn « 5 ojmci4 ή S« ij o S S i)5 H S ~· n fi -n 3® löüiQd) OOfJO-fl S! tJ g too) —' A ti ti b.ίί 5 c öj ojora ^ -oi'-cn «5 ojmci4 ή S« ij o S S i) 5 H S ~ n fi -n 3® löüiQd) OOfJO-fl S! tJ g too) - 'A ti ti b.

KH o m n Ü SJO <u m o Λ> a 5 &KH o m n Ü SJO <u m o Λ> a 5 &

ju e ö) Μ Ό —' · £< S Cju e ö) Μ Ό - '· £ <S C

S5&® 2c -» ai «p*iS5 & ® 2c - »ai« p * i

Nn+) ®·η ®^»+J0)Hnr-i menen θ’ Ό #· w ö» <u « o o c · J4 — Λ Λ1 λ 73 n S eO OS ·η <ΰNn +) ® · η ® ^ »+ J0) Hnr-i menen θ’ Ό # · w ö »<u« o o c · J4 - Λ Λ1 λ 73 n S eO OS · η <ΰ

« Λ <ΰ Ο Ο Λ ® τ< ^ g -S C«Λ <ΰ Ο Ο Λ ® τ <^ g -S C

1W 0ΰ·Η®Ή Μ ΜεΝΛδ°1ίΐ2δίίί ο cn ·ηΐΛ(Ν λ — σιρ >«> 1iS8^^>,^0§ gs- So, S4-Oi-( >ιΌ u(0 O r-ί Φ S ^ Ort3 *™10 tflOw o5>S^oSS Ο 04J Cf >. σ ij S 8 § S « § Λ Λ« Λ m ®o® iis&si&s g_ s»g, s? ss,^§o ---->C > li > e o' I o' jj e +i +) q, +j ® 4J ® tn ® w —tnjJto me wrj — ^ _ gi u -» tn<*> tuencnoO'®’^'^ 84 02008 |έ I 3 si ill sf sB -.1W 0ΰ · Η®Ή Μ ΜεΝΛδ ° 1ίΐ2δίίί ο cn · ηΐΛ (Ν λ - σιρ> «> 1iS8 ^^>, ^ 0§ gs- So, S4-Oi- (> ιΌ u (0 O r-ί Φ S ^ Ort3 * ™ 10 tflOw o5> S ^ oSS Ο 04J Cf>. Σ ij S 8 § S «§ Λ Λ« Λ m ®o® iis & si & s g_ s »g, s? Ss, ^ §o ----> C> li> eo 'I o' jj e + i +) q, + j ® 4J ® tn ® w —tnjJto me wrj - ^ _ gi u - »tn <*> tuencnoO'® '^' ^ 84 02008 | 3 I 3 si ill sf sB -.

λοο® λ & λ o p S'H.'Sm § HOMO» 04 OiO!-( 5^2 5* Λ ft ^ O'" o x x o a o s o -38-λοο® λ & λ o p S'H.'Sm § HOMO »04 OiO! - (5 ^ 2 5 * Λ ft ^ O '" o x x o a o s o -38-

Voorbeelden XXVII-XXXExamples XXVII-XXX

De thermisch gekraakte produkten, verkregen in resp. voorbeelden XI/ XII, XIII en XIV, waaruit de gasvormige componenten waren verwijderd, werden elk in resp. voorbeeld XXVII, XXVIII, XXIX en 5 XXX toegepast als de koolwaterstofolie, die door thermische kraking in lichtere produkten werd omgezet, waarbij elke olie aan atmosferische en vacuumdestillaties in de respectieve scheidingstrappen ter verwijdering van componenten met kookpunt hoger dan 520°C werd onderworpen.The thermally cracked products obtained in resp. examples XI / XII, XIII and XIV, from which the gaseous components had been removed, were each in resp. Examples XXVII, XXVIII, XXIX and 5XXX were used as the hydrocarbon oil, which was thermally cracked into lighter products, each oil being subjected to atmospheric and vacuum distillations in the respective separation steps to remove components boiling above 520 ° C.

10 Elk van de koolwaterstof oliën/waarvan de hoge kokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C waren verwijderd, werd gelijk aan voorbeeld XX aan een hydrobehandeling onderworpen.Each of the hydrocarbon oils / whose high boiling components having a boiling point above 520 ° C had been removed was hydrotreated similar to Example XX.

Elke hydrobehandelde olie, waarvan de gasvormige componenten waren verwijderd, werden gelijk aan voorbeeld XXII onderworpen aan 15 stoompyrolyse.Any hydrotreated oil from which the gaseous components had been removed were subjected to steam pyrolysis similar to Example XXII.

De resultaten van de stoompyrolyse worden tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste chemische uitgangsmaterialen (gasvormige alkenen en mono cyclische aromaten) per vacuumresidu van Minus ruwe olie, dat het uitgangsmateriaal is, in tabel C opgegeven.The results of the steam pyrolysis, together with the yields of the major chemical starting materials (gaseous olefins and mono-cyclic aromatics) per vacuum residue of Minus crude, which is the starting material, are reported in Table C.

20 # ·»* 8402008 . * -39- ί en ------------ g t a ο o rrl "Η 3 « o jj20 # · »* 8402008. * -39- ί and ------------ g t a ο o rrl "Η 3« o yy

, | * “ «1 - °. “1 : ^ I, | * “« 1 - °. 1: ^ I

| s l « · a s - s i " 5 : 'S a s £ «3 > θ' η| s l «· a s - s i" 5: 'S a s £ «3> θ' η

•Η .._______- — ' —------------“ C• Η .._______- - '—------------ “C

Μ ----------- ΟΧ « _, Μ —Μ ----------- ΟΧ «_, Μ -

Ρ ό a CMΌ ό a CM

ϊΟ ι—1 Qi w» s ο ο* χ σι Λ χ 09 co ο CN σι r- ui ο ;® 't °1 ;°. § ^ § ο !χ ο ο **· ιη ρ* μ αο co- \ο ισ σ' S o» *ΐΓ οι - - ο * - « ^ ^ φ ο4 Λ Ρ · > Μ «3 ________ Ο* Λ Ο ______ ...... ........—-——- — ! : + **-4 „ Ρ Μ ® 3 αι Ο Ο Ο Η- C φ “ 2 £ t'tffflwojniflin o' σ\ _tn «5 ® Η1 ι — 1 Qi w »s ο ο * χ σι Λ χ 09 co ο CN σι r-ui ο; ® t ° 1; °. § ^ § ο! Χ ο ο ** · ιη ρ * μ αο co- \ ο ισ σ 'S o »* ΐΓ οι - - ο * -« ^ ^ φ ο4 Λ Ρ ·> Μ «3 ________ Ο * Λ Ο ______ ...... ........—-——- -! : + ** - 4 „Ρ Μ ® 3 αι Ο Ο Ο Η- C φ“ 2 £ t'tffflwojniflin o 'σ \ _tn «5 ® Η

φ g! © * s 2 ^ 2 2 * i : ? s s I Iφ g! © * s 2 ^ 2 2 * i:? s s I I

U - > C OU -> CO

e _ _______________________:--- ------------ 0 0e _ _______________________: --- ------------ 0 0

P . jHP. jH

«3 JJ M«3 YY M

X Η. Ο OX Η. O.

ij? ο η· r» o <n <n oo in σι m r*· & °1 « °* 1 U ° s s r s 5 " 5 « a s j § « P X 0 0ij? ο η · r »o <n <n oo in σι m r * & & ° 1« ° * 1 U ° s s r s 5 "5« a s j § «P X 0 0

H - > : : : : -Μ -HH ->:::: -Μ -H

® MM® MM

A __________ o OA __________ o O

.... —---—-t--: JJ JJ.... —---—- t--: YY YY

,, φ A 0,, φ A 0

U Ό g SU Ό g S

, „ jj · U1 W, „Yy · U1 W

Ag S« O' O'Ag S «O 'O'

H «3 . -3CN C CH «3. -3CN C C

S3 >> n, —* (0 «3 O'A O'S3 >> n, - * (0 «3 O'A O '

&* C 15 — JJ 01 JJ& * C 15 - YY 01 YY

2 0 <* "d O' p +} J4 . Ö S C 32 0 <* "d O 'p +} J4. Ö S C 3

Si a I o o 2* · - Λ CJ 5 O : . O M ® m ^ -ι!3θ»ΜΛΑΑΑ ® ~as Ο — Ό ρ a a o P rj >,. M·. 01 o 01Si a I o o 2 * · - Λ CJ 5 O:. O M ® m ^ -ι! 3θ »ΜΛΑΑΑ ® ~ as Ο - Ό ρ a a o P rj> ,. M ·. 01 o 01

Λ ^ ,_, jJ fl. Φ »H <—» *HΛ ^, _, jJ fl. Φ »H <-» * H

8* ) ςι λ up ο o P « rf° § o 'OU *; g |; S' ® u ®8 *) ςι λ up ο o P «rf ° § o 'OU *; g |; S '® u ®

<* vfl O 0 3 Ρ Φ S A A<* vfl O 0 3 Ρ Φ S A A

S Ö g g ft : 5¾ d: ® V, ° O e ^ ^ ^ OM^ 'U +JU +i 5. o mcfc: JiO: Φ- 2^2 ZP jjuo o o -2 Λ i « Η PO H g 'ns nS Ö gg ft: 5¾ d: ® V, ° O e ^ ^ ^ OM ^ 'U + JU + i 5. o mcfc: JiO: Φ- 2 ^ 2 ZP jjuo oo -2 Λ i «Η PO H g' ns n

P 1 (3 : J·; A 0 : O -MO-MP 1 (3: Y; A 0: O -MO-M

ii ΟΟΜ-Ή ^Ο A Miirtm 2 Ht-OM «3ΜΟ Ο 21 c S' S1^—j bviOi Φ·· h f 5 *3 no· +> J^S ί-ί<η 0 Λ o (d ο Λ os Φ- Π3 φ ΦΛ3Φii ΟΟΜ-Ή ^ Ο A Miirtm 2 Ht-OM «3ΜΟ Ο 21 c S 'S1 ^ —j bviOi Φ ·· hf 5 * 3 no + +> J ^ S ί-ί <η 0 Λ o (d ο Λ os Φ- Π3 φ ΦΛ3Φ

OA A δ « Ü A AOA A δ «Ü A A

01 m m " OJ- Φ £ JJ U if ΠΛ o01 m m "OJ- Φ £ JJ U if ΠΛ o

,-2 tu O -MO-rt-P O j3 . · -M Ö A S-2 tu O -MO-rt-P O j3. -M Ö A S

5¾ Ο * ί i ί « «1 o 0 3- s £ § > s Sc COO.XO.X -dOAOO' > m >5¾ Ο * ί i ί «« 1 o 0 3- s £ §> s Sc COO.XO.X -dOAOO '> m>

M tn«3do-j^2m T? Se 82 ΛΪ Jjj JM tn «3do-j ^ 2m T? Se 82 ΛΪ Yyyy J

e«i MtöOO'ÖüO® -M x ‘H* tJTJtJe «i MtöOO'ÖüO® -M x‘ H * tJTJtJ

O0 OAOftCOMM M 0 Ή 3 « rf ^ S3, P 2,O0 OAOftCOMM M 0 Ή 3 «rf ^ S3, P 2,

1a?5SSoo3 c ίο ^ Λ© COC1a? 5SSoo3 c ίο ^ Λ © COC

28 SSiiaig8.Sg es ,Ï CJ !S !28 SSiiaig8.Sg es, Ï CJ! S!

3 * o ccxcoifi.ASA3 * o ccxcoifi.ASA

1 s --..............- ,------- » 2 ” S S'? S' sa s * , s sssssi-- ο» 1 -Μ O — O' 01¾ O' O O'® ^1 s --..............-, ------- »2” S S '? S 'sa s *, s sssssi-- ο »1 -Μ O - O' 01¾ O 'O O'® ^

COMMCctP C C 0¾ COCOMMCctP C C 0¾ CO

OAOlft®· ® OM OP ·· U oi jJ S P P® P® P, «OAOlft® · ® TO ON ·· U oi yJ S P P® P® P, «

.0CCOJ4O A AO>AA ΰ Jj S.0CCOJ4O A AO> AA ΰ Yy S

8· g 3 s i~ & g2 gji &a ® 8402008 9 * -40-8g 3 s i ~ & g2 gji & a ® 8402008 9 * -40-

Voorbeelden XXXI en XXXIIExamples XXXI and XXXII

Onder toepassing van een atmosferisch residu van Minus ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 343°C, 45 gew.% een kookpunt hoger dan 520°C) als toevoermateriaal, werd door 5 middel van dezelfde continue-type installatie werkende bij hoge drukken als in voorbeeld I het thermisch kraken uitgevoerd.Using an atmospheric residue of Minus crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 343 ° C, 45 wt% a boiling point higher than 520 ° C) as feedstock, the same continuous type of installation operating at high pressures as in thermal cracking as in Example I.

De hij de thermische kraking van het toevoermateriaal daaraan toe te voegen twee soorten componenten waren de volgende: molybdeen-naftenaat in een hoeveelheid van 100 dpm als molybdeen berekend en 10. ovenroet (gemiddelde deeltjesafmeting: 15 my (E.M.methode), specifiek oppervlak: 200 m^/g (BET methode)) in een hoeveelheid van 2 gew.%, voor voorbeeld XXXI, een waterige oplossing van ammoniummolybdaat, opgelost in water in een hoeveelheid van 500 dpm, berekend als molybdeen onder vorming van een emulsie, waaraan verder een alumina, gepro- 15 duceerd door een dampfase-proces,werd toegevoegd (gemiddelde deeltjes- 2 afmeting: 20 my (E.M.methode), specifiek oppervlak: 100 m /g (BET methode)) in een hoeveelheid van 3 gew.% voor voorbeeld XXXII.The two types of components to be added thereto the thermal cracking of the feedstock were the following: molybdenum naphthenate in an amount of 100 ppm calculated as molybdenum and 10. furnace soot (average particle size: 15 my (EM method), specific surface area: 200 m ^ / g (BET method)) in an amount of 2 wt%, for example XXXI, an aqueous solution of ammonium molybdate dissolved in water in an amount of 500 ppm, calculated as molybdenum to form an emulsion, further alumina, produced by a vapor phase process, was added (average particle size 2: 20 my (EM method), specific surface area: 100 m / g (BET method)) in an amount of 3 wt% for example XXXII.

De thermische kraakomstandigheden waren in beide gevallen: temperatuur 490°C, druk van 150 kg/cm , verblijfstijd (gebaseerd op 20 koude vloeistof) 18 minuten en waterstof/toevoerverhouding 1500 Nl/1, waarbij het aantal toeren van de roerder 1000 toeren per minuut was.The thermal cracking conditions were in both cases: temperature 490 ° C, pressure of 150 kg / cm, residence time (based on 20 cold liquid) 18 minutes and hydrogen / feed ratio 1500 Nl / 1, whereby the number of stirrer revolutions was 1000 revolutions per minute. used to be.

De thermisch gekraakte produkten, die waren bevrijd van gasvormige componenten, werden elk onderworpen aan atmosferische en vacuum-destillaties in de scheidingstrap gelijk aan voorbeeld XX ter 25 verwijdering van hoogkokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C, waarbij de fraktie met een kookpunt lager dan 520°C met stoom werd gepyrolyseerd tot alkenen en monocyclische aromaten.The thermally cracked products freed from gaseous components were each subjected to atmospheric and vacuum distillations in the separation step similar to Example XX to remove high boiling components having a boiling point higher than 520 ° C, the fraction having a boiling point lower then 520 ° C with steam was pyrolyzed to olefins and monocyclic aromatics.

De resultaten van de stoompyrolyse van voorbeeld XXXI en XXXII worden vermeld in tabel D, tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste 30 chemische uitgangsmaterialen (gasvormige alkenen en monocyclische aromaten) .The steam pyrolysis results of Examples XXXI and XXXII are set forth in Table D, together with the yields of the major chemical starting materials (gaseous olefins and monocyclic aromatics).

Voorbeelden XXXIII en XXXIVExamples XXXIII and XXXIV

Onder toepassing van een atmosferisch residu van Arabische lichte ruwe olie (100 gew.% van de fraktie heeft een kookpunt hoger dan 343°C, 35 46 gew.% kookpunt hoger dan 52Q°C) als toevoermateriaal werd een thermi sche kraking uitgevoerd door middel van dezelfde continue-type installa- 8402008 / ?· * -41- tie werkende bij hoge drukken, zoals in voorbeeld I.Using an atmospheric residue of Arabian light crude oil (100 wt% of the fraction has a boiling point higher than 343 ° C, 46 wt% boiling point higher than 52 ° C) as feed material, thermal cracking was performed by of the same continuous-type installation 8402008 /? * * -41- operating at high pressures, as in example I.

Bij de thermische kraking werden de volgende twee typen verbindingen aan de toevoerolie toegevoegd: ijzerpentacarbonyl in een hoeveelheid van 800 dpm, berekend als ijzer en kanaalroet (gemiddelde 5 deel tjesafme ting: 14 ny (E.M.methode), specifiek oppervlak: 300 m /g (BET methode)), in een hoeveelheid van 2 gew. % in het geval van voorbeeld XXXIII, cobaltresinaat in een hoeveelheid van 300 dpm als cobalt berekend en thermisch roet (gemiddelde deeltjesafmeting: 80 m^i (E.M. methode), specifiek oppervlak: 15 m2/g (BET methode)) in een hoeveel-10 heid van 6 gew.% in het geval van voorbeeld XXXIV.In the thermal cracking, the following two types of compounds were added to the feed oil: iron pentacarbonyl in an amount of 800 ppm, calculated as iron and channel carbon black (average 5 part size: 14 ny (EM method), specific surface area: 300 m / g ( BET method)), in an amount of 2 wt. % in the case of Example XXXIII, cobalt resin in an amount of 300 ppm calculated as cobalt and thermal carbon black (average particle size: 80 m ^ i (EM method), specific surface area: 15 m2 / g (BET method)) in an amount 10 wt% in the case of Example XXXIV.

De thermische kraakomstandigheden waren in beide gevallen: temperatuur 470°C, druk 200 kg/cm2, verblijfstijd (gebaseerd op koude vloeistof) 30 minuten en waterstof/toevoerolieverhouding 2000 Nl/1, waarbij het aantal toeren van de roerder 1000 toeren per minuut was.The thermal cracking conditions in both cases were: temperature 470 ° C, pressure 200 kg / cm 2, residence time (based on cold liquid) 30 minutes and hydrogen / feed oil ratio 2000 Nl / 1, the number of stirrer revolutions being 1000 revolutions per minute.

15 De thermisch gekraakte produkten, die.van gasvormige componenten waren bevrijd, werden elk aan atmosferische en vacuum-destillaties onderworpen in de resp. scheidingstrap ter verwijdering van hoog kokende componenten met een kookpunt hoger dan 520°C.The thermally cracked products freed from gaseous components were each subjected to atmospheric and vacuum distillations in the resp. separating step to remove high-boiling components with a boiling point higher than 520 ° C.

Onder toepassing van de fraktie met een kookpunt lager dan 20 520°C, verkregen als de toevoerolie, werd een hydrobehandeling uitge voerd door middel van dezelfde continue-type hydrobehandelingsreaktie-installatie en de vaste-bed-katalysator, zoals in voorbeeld XIX onder de volgende omstandigheden: waterstof /toevoerolieverhouding 1000 Nl/1, o 0 —1 temperatuur 395 C, druk 180 kg/cm en LHSV 0,8 uur .Using the fraction having a boiling point of less than 20 520 ° C, obtained as the feed oil, hydrotreating was carried out using the same continuous type hydrotreating reaction plant and fixed bed catalyst as in Example XIX under the following conditions: hydrogen / feed oil ratio 1000 Nl / 1, 0 -1 temperature 395 C, pressure 180 kg / cm and LHSV 0.8 hours.

25 De gewonnen hydrobehandelde olie werd met stoom gepyrolyseerd door middel van een buisvormig verhitter-type pyrolisator bij een in- laattemperatuur van 550°C, een uitlaattemperatuur van 830°C, een uitlaat-2 druk van 0,8 kg/cm (overdruk), een stoom/gehydrogeneerde oliegewichts-verhouding van 1,0 en een verblijfstijd van 0,2 seconden ter bereiding 30 van alkenen en monocyclische aromaten.The recovered hydrotreated oil was steam pyrolyzed by means of a tubular heater type pyrolizer at an inlet temperature of 550 ° C, an outlet temperature of 830 ° C, an outlet 2 pressure of 0.8 kg / cm (gauge pressure) , a steam / hydrogenated oil weight ratio of 1.0 and a residence time of 0.2 seconds to prepare olefins and monocyclic aromatics.

De resultaten van de stoompyrolyse van voorbeelden XXXIII en XXXIV worden vermeld in tabel D, tezamen met de opbrengsten van de belangrijkste chemische materialen (gasvormige alkenen en monocyclische aromaten).The steam pyrolysis results of Examples XXXIII and XXXIV are reported in Table D, together with the yields of the major chemical materials (gaseous olefins and monocyclic aromatics).

8402008 . ' -42- .‘i *8402008. -42-. "I *

PP

5 . 05 Ö5 3 h « 2 (OH ’ π (O Φ . . Λ H Φ > : ' n P Λ H c5. 05 Ö5 3 h «2 (OH’ π (O Φ.. Λ H Φ>: 'n P Λ H c

fll M ... Rfll M ... R

p ox covoor-OHinw co· r- h s’· φ rtS O X * «*«·*.·». ·*·».«*. «* : · - * * ** <up ox co-for-OHinw co · r- h s ¯ · φ rtS O X * «*« · *. · ». · * · ».« *. «*: · - * * ** <u

S > ο h —i c- <M 05 05 «0·· ; 05 ^ HS> ο h —i c- <M 05 05 «0 ··; 05 ^ H

8 r* m t-< *- Η ιρ· CO 05 LO 'O8 r * m t- <* - Η ιρ · CO 05 LO 'O

8 —..........................—: —............&8 —..........................—: —............ &

δ s Iδ s I

0 © H· Sm p φ h p C.0 © HSm p φ h p C.

Λ H· 2,Λ H2,

U bd · O' rSU bd · O 'rS

α>: o x r- co m r- oo o co -co o tn h ^ S T: S» OHOCOCOOlHiCOr-:- "Φ· (35 VO P —α>: o x r- co m r- oo o co -co o tn h ^ S T: S »OHOCOCOOlHiCOr -: -" Φ · (35 VO P -

c. »·) n (H o : co co· ;05 m Λ Xc. »·) N (H o: co co ·; 05 m Λ X

Φ. & — -Φ. & - -

Jj _______ ____:--: -s----------- O «hYy _______ ____: -: -s ----------- O «h

h: H ! · f : I Ah: H! F: I A

φ: Φ W . O* (0φ: Φ W. O * (0

P ^ H - g HP ^ H - g H

g. 0;XP»HinOWOC0-C0O ΙΛ 05 O» Pg. 0; XP »HinOWOC0-C0O ΙΛ 05 O» P

OX te. % te te- te te te te te! te te + QJOx too. % te te te te te! at te + QJ

φ ' > : O O 00 (fl 1Λ O « .·« Ό5 2* I O» P Pφ '>: O O 00 (fl 1Λ O «. ·« Ό5 2 * I O »P P

JU : m cm *- lij COJU: m cm * - lij CO

"ö: _______,_! - . .._____i_________, 2? Ψ."ö: _______, _! -. .._____ i_________, 2? Ψ.

I: s: : s |I: s:: s |

(U OJ: «Ö PJ(U OJ: «Ö PJ

<3 . φ :W & λ m · a ^ 0 0<3. φ: W & λ m · a ^ 0 0

Ή :>5 Γ- H <3· 05 CM 00 ^ :CM :(n .m -CO 3 PΉ:> 5 Γ- H <3.05 CM 00 ^: CM: (n .m -CO 3 P

φ O ; te te te te te te te ’ te te .te -te (Uφ O; te te te te te te te te te (U

4J: o ©OöïTj»inC*tflOT-0V: :tfl :l O CJ H4J: o © OöïTj »inC * tflOT-0V:: tfl: l O CJ H

05 >: h cm h 'in· : (CO UI .3 Φ *: e ft05>: h cm h 'in ·: (CO UI .3 Φ *: e ft

Zi ___________„______—--;--------;----- II 3 U 3 Φ | :. . s o 1 -2 2 «'· ' P Φ λ - p · 2 ie ö § In ! |See ___________ „______—--; --------; ----- II 3 U 3 Φ | :. . s o 1 -2 2 «'·' P Φ λ - p · 2 ie ö § In! |

Ü > _ $ I IÜ> _ $ I I

5m 8d?( <3 P 055m 8d? (<3 P 05

Pp x · c & ra p ^ m S i · a> ' P o» h σι — cop η hco S h ra 05 p ra 3 φPp xc & ra p ^ m S i a> 'P o »h σι - cop η hco S h ra 05 p ra 3 φ

m CO Λ . — φ — *0 p : U (Um CO Λ. - φ - * 0 p: U (U

2 O O . U O JQ & p 'O p-ftjs o -fi&y fl, t o λ «»» rara p o o ra α οα* a η ü ' S ® "d co cm o s po s h a e o o · o· <a x so® § ü.ooi 2¾ ö <u <ua^ I CM·—’ HnJH jO Pvü Φ Ö O U 0 0:' m aitncci Aio ra ^'a) >, ρυδο ΦΡΗΦ^νοΡ H lts — Ό H p^HgPüm2 O O. UO JQ & p 'O p-ftjs o -fi & y fl, to λ «» »rara poo ra α οα * a η ü' S ®" d co cm os po shaeoo · o · <ax so® § ü.ooi 2¾ ö <u <ua ^ I CM · - 'HnJH jO Pvü Φ Ö OU 0 0:' m aitncci Aio ra ^ 'a)>, ρυδο ΦΡΗΦ ^ νοΡ H lts - Ό H p ^ HgPüm

Q g (Tj P^O(l)WPQ g (Tj P ^ O (l) WP

5 Soph5 Soph

MGOP «ra O O Tl <U HMGOP «ra O O Tl <U H

Qj «H05(Ü Μ Η Ό λ Η P PQj «H05 (Ü Μ Η Ό λ Η P P

6 NOP .ySHmtuPnJO' o α)3Λ·(0 φ R j — p i?§5 0 ρφ — s oioj OraGpra6 NOP .ySHmtuPnJO 'o α) 3Λ · (0 φ R j - p i? §5 0 ρφ - s oioj OraGpra

p O -Q- A ö Λ P « P Hp O -Q- A ö Λ P «P H

uj OJ OO) ρρ«ορ ·γ-ιλΗ«φ H C Η Φ H p Ü A ‘ η te» φ Λ e o ΦΗΡΗ-ra «φ φΙϊΡ— λφ_ « PC 3Φ0Ρ0 Ρ ΡΉ fl ® J Δ C, > ra « ö φ η >1 ra *n s ooig^— sora Ρ(βΦΦΌθ(βφ· h hs p — ra# ra ra > s <u,C(uqi«opp p φηό h » > huj OJ OO) ρρ «ορ · γ-ιλΗ« φ HC Η Φ H p Ü A 'η te »φ Λ eo ΦΗΡΗ-ra« φ φΙϊΡ— λφ_ «PC 3Φ0Ρ0 Ρ ΡΉ fl ® J Δ C,> ra« ö φ η> 1 ra * ns ooig ^ - sora Ρ (βΦΦΌθ (βφh hs p - ra # ra ra> s <u, C (uqi «opp p φηό h»> h

Φ P+3pOP3^sra 05 A >iftO& HP+ P + 3pOP3 ^ sra 05 A> iftO & HP

p «ΦΡΡ30Φ3-3 ΡΛθ A ra Λ ® P ü ra ra ssraapso5Nrö o p o> ra >1 & p H S0 3PS— 050 03 1 ^ φ racMrararasoo e —-——---— >ΙΛ >0» > P Φ3Ρp «ΦΡΡ30Φ3-3 ΡΛθ A ra Λ ® P ü ra ra ssraapso5Nrö o p o> ra> 1 & p H S0 3PS— 050 03 1 ^ φ racMrararasoo e —-——---—> ΙΛ> 0»> P Φ3Ρ

m 3 φ p Q Am 3 φ p Q A

φ p | P PCPHPQpQSQ* « ra Λ!ΐ ra newHcn>u« 0 05 I Hl O 05 05 Ό 05 Φ 05 φ 0 + 3φΗΡΒ# 3 3 3Ό30·— 'r· 2-°g,aSjS 2 8 25 2^-1 ’φ p | P PCPHPQpQSQ * «ra Λ! Ϊ́ ra newHcn> u« 0 05 I Hl O 05 05 Ό 05 Φ 05 φ 0 + 3φΗΡΒ # 3 3 3Ό30 · - 'r · 2 ° g, aSjS 2 8 25 2 ^ -1 '

4 S S S n 4 4S· 44 SS I4 S S S n 4 4S · 44 SS I

.. . 0 > Η Μ Ό — O OH- o Λ Oft O... 0> Η Μ Ό - O OH- o Λ Oft O

84 0 2-0 0 8 ------------ /84 0 2-0 0 8 ------------ /

Claims (11)

1. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een meer waardevol produkt, met het kenmerk, dat aan de zware koolwaterstof tenminste twee typen materialen worden toegevoegd, bestaande uit een olie-oplosbare of water-oplosbare overgangsmetaalverbinding en 5 een ultrafijn poeder, dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd, met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 myr waarna de zware koolwaterstof in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstof-sulfide-bevattende waterstofgas thermisch wordt gekraakt en de verkregen lichtere koolwaterstofolie wordt gewonnen.Method for converting a heavy hydrocarbon into a more valuable product, characterized in that at least two types of materials are added to the heavy hydrocarbon, consisting of an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder, which can be suspended in a hydrocarbon, with an average particle size in the range of 5-1000 myr, after which the heavy hydrocarbon is thermally cracked in the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and the resulting lighter hydrocarbon oil is recovered. 2. Werkwijze voor het omzetten van de zware koolwaterstof in een meer waardevol produkt,met het kenmerk, dat: een olie-oplosbare overgangsmetaalverbinding wordt opgelost in een olie of een waterige oplossing van een water-oplosbare overgangsmetaalverbinding in een olie wordt geemulgeerd; een ultrafijn poeder met een gemiddelde deel-15 tjesafmeting in het gebied van 5-1000 my in de olieoplossing of in de olie/waterige oplossing wordt gedispergeerd; de dispersie bij de ontledingstemperatuur van de overgangsmetaalverbinding in - aanwezigheid van waterstof of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas wordt verhit; een vastestof uit de dispersie wordt afgescheiden; de vaste-20 stof aan een zware koolwaterstofolie wordt toegevoegd; de zware koolwaterstof in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas thermisch wordt gekraakt en de verkregen lichtere koolwaterstofolie wordt gewonnen.A method for converting the heavy hydrocarbon into a more valuable product, characterized in that: an oil-soluble transition metal compound is dissolved in an oil or an aqueous solution of a water-soluble transition metal compound in an oil is emulsified; an ultra-fine powder with an average particle size in the range of 5-1000 µm is dispersed in the oil solution or in the oil / aqueous solution; the dispersion is heated at the decomposition temperature of the transition metal compound in the presence of hydrogen or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; a solid is separated from the dispersion; the solid is added to a heavy hydrocarbon oil; the heavy hydrocarbon is thermally cracked in the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and the resulting lighter hydrocarbon oil is recovered. 3. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in 25 een meer waardevol produkt, met het kenmerk, dat een olie-oplosbare overgangsmetaalverbinding wordt opgelost in een olie of een wateroplosbare overgangsmetaalverbinding in water wordt opgelost; de oplossing in een vastestof wordt omgezet door de oplossing in waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas, waarin een ultra-30 fijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my is gedispergeerd, te versproeien en gelijktijdig het gas te verhitten om de overgangsmetaalverbinding te ontleden en de vastestof te drogen; de verkregen vastestof wordt aan een zware koolwaterstof toegevoegd; de zware koolwaterstof wordt in. aanwezigheid van waterstof-35 gas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas thermisch gekraakt en de verkregen lichtere koolwaterstofolie wordt gewonnen. 8402008 1& * -44-3. A method of converting a heavy hydrocarbon into a more valuable product, characterized in that an oil-soluble transition metal compound is dissolved in an oil or a water-soluble transition metal compound is dissolved in water; the solution is converted into a solid by spraying the solution into hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas in which an ultra-fine powder having an average particle size in the range of 5-1000 µm is dispersed and simultaneously heating the gas to to decompose the transition metal compound and dry the solid; the solid obtained is added to a heavy hydrocarbon; the heavy hydrocarbon is in. the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas is thermally cracked and the resulting lighter hydrocarbon oil is recovered. 8402008 1 & * -44- 4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de vastestof, die uit de lichtere koolwaterstofolie is afgescheiden en gewonnen geheel of ten dele of een residu, verkregen door het destilleren van de lichtere koolwaterstof wordt gerecirculeerd.Process according to claims 1 to 3, characterized in that the solid separated from the lighter hydrocarbon oil and recovered in whole or in part or a residue obtained by distilling the lighter hydrocarbon is recycled. 5. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het residu, verkregen door de lichtere koolwaterstof te destilleren geheel of ten. dele wordt gerecirculeerd.Process according to claims 1-3, characterized in that the residue obtained by distilling the lighter hydrocarbon is wholly or entirely. part is recycled. 6. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een lichter en meer waardevol produkt, met het kenmerk, dat de lich- 10 tere koolwaterstofolie, verkregen volgens conclusies 1,2, 3, 4 of 5 onder hydrobehandelingsomstandigheden wordt hydrofaehandeld (hydro-verwerkt) en de verkregen hydrobehandelde olie wordt gewonnen.6. Process for converting a heavy hydrocarbon into a lighter and more valuable product, characterized in that the lighter hydrocarbon oil obtained according to claims 1,2, 3, 4 or 5 is hydrotreated (hydrotreated) ) and the obtained hydrotreated oil is recovered. 7. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een lichtere en meer waardevol produkt, met het kenmerk, dat een 15 fraktie met een hoog kookpunt uit de volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5 verkregen lichtere koolwaterstofolie wordt verwijderd, een fraktie met een laag kookpunt onder hydrobehandelingsomstandigheden wordt hydro-behandeld (hydroverwerkt) en de verkregen hydrobehandelde olie wordt gewonnen.7. A process for converting a heavy hydrocarbon into a lighter and more valuable product, characterized in that a high boiling fraction is removed from the lighter hydrocarbon oil obtained according to claim 1, 2, 3, 4 or 5, a low boiling fraction under hydrotreating conditions is hydrotreated (hydroprocessed) and the resulting hydrotreated oil is recovered. 8. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een meer waardevol produkt, met het kenmerk, dat : (A) het toevoegen aan een zware koolwaterstof (i) van. tenminste twee soorten materialen, die een olie-oplosbare of water-oplosbare overgangsmetaalverbinding en een ultrafijn poeder 25 dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd en een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my heeft, omvatten; of (ii) een vastesatof, bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaal-verbinding in een olie op te lossen of een water-oplossing van een wateroplosbare overgangsmetaal verbinding in een olie te emulgeren; 30 het dispergeren van een ultrafijn poeder met gemiddelde deeltjesafme-ting in het gebied van 5-1000 my in de olieoplossing of in de olie/ waterige emulsie; en het verhitten van de dispersie tot de ontledings-temperatuur van de overgangsmetaal verbinding in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas; of 35 (iii) een vastestof, bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaalverbinding in een olie op te lossen of een water-oplosbare overgangsmetaal- 84 02 008 / Α ί· -45- verb inding in water op te lossen; en het omzetten van de oplossing in een droge vastestof door de oplossing in een waterstof-gas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas, waarin een ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my is 5 gedispergeerd, te versproeien en door gelijktijdig het gas te verhitten- ter ontleding van de overgangsmetaalverbinding en ter droging van de vastestof; (B) het thermisch kraken van de zware koolwaterstof in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas 10 en het winnen van de verkregen lichtere koolwaterstofolie; (C) het uit de lichtere koolwaterstofolie verwijderen van een fraktie met hoog kookpunt en (D) het pyrolyseren van een fraktie met een laag kookpunt of een mengsel van de fraktie en een petroleumfraktie met stoom, en het 15 winnen van een gasvormig alkeenprodukt en een monocyclisch aromaat-produkt.Method for converting a heavy hydrocarbon into a more valuable product, characterized in that: (A) adding to a heavy hydrocarbon (i). at least two kinds of materials comprising an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultra-fine powder which can be suspended in a hydrocarbon and has an average particle size in the range of 5-1000 µm; or (ii) a solid resin prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or emulsifying a water solution of a water-soluble transition metal compound in an oil; Dispersing an ultra-fine powder of average particle size in the range of 5-1000 µm in the oil solution or in the oil / aqueous emulsion; and heating the dispersion to the decomposition temperature of the transition metal compound in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; or 35 (iii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or dissolving a water-soluble transition metal compound in water; and converting the solution into a dry solid by spraying the solution into a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas in which an ultrafine powder having an average particle size in the range of 5-1000 µm is dispersed and by simultaneously heating the gas to decompose the transition metal compound and to dry the solid; (B) thermally cracking the heavy hydrocarbon in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and recovering the resulting lighter hydrocarbon oil; (C) removing a high boiling point fraction from the lighter hydrocarbon oil and (D) pyrolysing a low boiling point fraction or a mixture of the fraction and a petroleum fraction with steam, and recovering a gaseous olefin product and a monocyclic aromatic product. 9. Werkwijze voor het omzetten van een zware koolwaterstof in een meer waar de vol produkt, met het kenmerk, dat deze omvat: (Ά) het toevoegen aan een zware koolwaterstof 20 (i) van tenminste twee soorten materialen, omvattende een olie-oplosbare of water-oplosbare overgangsmetaalverbinding en een ultrafijn poeder, dat in een koolwaterstof kan worden gesuspendeerd met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my heeft; of (ii) een vastestof,bereid door een olie-oplosbare overgangsmetaal- 25 verbinding in een olie op te lossen of een waterige oplossing van een water-oplosbare overgangsmetaalverbinding in een olie te emulgeren; het dispergeren van een ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjes-afmeting in het gebied van 5-1000 my in de olieoplossing of in de olie/waterige emulsie; en het omzetten van de dispersie in een vaste-30 stof door de dispersie op de ontledingstemperatuur van de overgangsmetaalverbinding te verhitten in aanwezigheid van een waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattende waterstofgas; of (iii) van een vastestof bereid door een olieoplosbare overgangsmetaalverbinding in een olie op te lossen of een water-oplosbare overgangs- 35 metaalverbinding in water op te lossen; en de oplossing in een droge stof om te zetten door de oplossing in waterstofgas of een waterstof- 8402008 -¾ β. 5 * -46- ι sulfide-bevattend waterstofgas, waarin een ultrafijn poeder met een gemiddelde deeltjesafmeting in het gebied van 5-1000 my is gedisper-geerd,te versproeien en door gelijktijdig gas te verhitten ter ontleding van de overgangsmetaalverbinding en ter droging van de vaste-5 stof; (B) het thermisch kraken van de zware koolwaterstof in aanwezigheid van waterstofgas of een waterstofsulfide-bevattend waterstofgas en het winnen van de verkregen lichtere koolwaterstofolie; (C) het verwijderen van een frak tie met een hoog kookpunt uit de 10 lichtere koolwaterstofolie; (D) het hydrobehandelen van een fraktie met een laag kookpunt onder hydrobehandelingsomstandigheden en het winnen van de verkregen hydro- -behandelde olie; en (Ej het pyrolyseren van de hydrobehandelde olie of een mengsel van de 15 hydrobehandelde olie en een petroleumfraktie met stoom, en het winnen van een gasvormig alkeenprodukt en een monocyclische aromaatprodukt.A method for converting a heavy hydrocarbon into a lake where the solid product, characterized in that it comprises: (Ά) adding to a heavy hydrocarbon (i) at least two kinds of materials, comprising an oil-soluble or water-soluble transition metal compound and an ultrafine powder, which can be suspended in a hydrocarbon with an average particle size in the range of 5-1000 µm; or (ii) a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or emulsifying an aqueous solution of a water-soluble transition metal compound in an oil; dispersing an ultra-fine powder having an average particle size in the range of 5-1000 µm in the oil solution or in the oil / aqueous emulsion; and converting the dispersion to a solid by heating the dispersion to the decomposition temperature of the transition metal compound in the presence of a hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas; or (iii) of a solid prepared by dissolving an oil-soluble transition metal compound in an oil or dissolving a water-soluble transition metal compound in water; and converting the solution to a dry substance by dissolving the solution in hydrogen gas or hydrogen 8402008 -¾ β. Spray 5 * -46- sulfide-containing hydrogen gas in which an ultrafine powder having an average particle size in the range of 5-1000 µm is dispersed and by simultaneously heating gas to decompose the transition metal compound and to dry the solid-5; (B) thermally cracking the heavy hydrocarbon in the presence of hydrogen gas or a hydrogen sulfide-containing hydrogen gas and recovering the resulting lighter hydrocarbon oil; (C) removing a high boiling fraction from the lighter hydrocarbon oil; (D) hydrotreating a low boiling fraction under hydrotreating conditions and recovering the resulting hydrotreated oil; and (pyrolysing the hydrotreated oil or a mixture of the hydrotreated oil and a petroleum fraction with steam, and recovering a gaseous olefin product and a monocyclic aromatic product. 10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat een vastestof, die wordt afgescheiden en gewonnen uit de lichtere koolwaterstofolie, verkregen in trap (B) of de fraktie met een hoog 20 kookpunt, verwijderd in trap (C) geheel of ten dele naar trap (B) wordt gerecirculeerd.10. Process according to claim 8 or 9, characterized in that a solid separated and recovered from the lighter hydrocarbon oil obtained in step (B) or the high boiling fraction is removed in step (C) completely or part of it is recycled to stage (B). 11. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de fraktie met een hoog kookpunt, die in trap (C) is verwijderd, geheel of ten dele wordt gerecirculeerd naar trap (B). 25 8402008Process according to claim 8 or 9, characterized in that the high boiling fraction removed in stage (C) is recycled in whole or in part to stage (B). 25 8402008
NL8402008A 1983-12-02 1984-06-26 METHOD FOR CONVERTING HEAVY HYDROCARBONS INTO MORE VALUABLE PRODUCTS NL8402008A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP22799283 1983-12-02
JP22799283A JPS60120791A (en) 1983-12-02 1983-12-02 Conversion of heavy hydrocarbon to light hydrocarbon
JP23109483A JPS60123591A (en) 1983-12-07 1983-12-07 Manufacture of gaseous olefin and monocyclic aromatic hydrocarbon
JP23109483 1983-12-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402008A true NL8402008A (en) 1985-07-01

Family

ID=26527990

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402008A NL8402008A (en) 1983-12-02 1984-06-26 METHOD FOR CONVERTING HEAVY HYDROCARBONS INTO MORE VALUABLE PRODUCTS

Country Status (3)

Country Link
CA (1) CA1244369A (en)
FR (1) FR2556000B1 (en)
NL (1) NL8402008A (en)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB332336A (en) * 1929-05-15 1930-07-24 Ig Farbenindustrie Ag Improvements in the working up of distillable carbonaceous liquids containing substances of high molecular weight
CA1077917A (en) * 1976-07-02 1980-05-20 Clyde L. Aldridge Hydroconversion of heavy hydrocarbons
FR2511389A1 (en) * 1981-08-11 1983-02-18 Inst Francais Du Petrole PROCESS FOR THE CATALYTIC HYDROCONVERSION OF LIQUID PHASE HEAVY HYDROCARBONS AND THE PRESENCE OF A DISPERSE CATALYST AND CHARCOAL PARTICLES
CA1151579A (en) * 1981-10-07 1983-08-09 Ramaswami Ranganathan Hydrocracking of heavy hydrocarbon oils with high pitch conversion
US4376037A (en) * 1981-10-16 1983-03-08 Chevron Research Company Hydroprocessing of heavy hydrocarbonaceous oils
CA1202588A (en) * 1983-02-10 1986-04-01 Theodore J.W. Debruijn Hydrocracking of heavy oils in presence of dry mixed additive

Also Published As

Publication number Publication date
FR2556000B1 (en) 1987-11-20
CA1244369A (en) 1988-11-08
FR2556000A1 (en) 1985-06-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4770764A (en) Process for converting heavy hydrocarbon into more valuable product
JP5318411B2 (en) Method and system for fixed bed hydrotreating and method for upgrading an existing fixed bed system
CA1248040A (en) Two-stage, close-coupled thermal catalytic hydroconversion process
RU2525470C2 (en) Catalyst system and method for hydrotreatment heavy oils
JP6204471B2 (en) Method and system for reforming heavy oil by catalytic hydrocracking and thermal coking
JP2020517797A (en) System and method for crude oil conversion
US5300212A (en) Hydroconversion process with slurry hydrotreating
EP2753424B1 (en) Catalytic system and process for the total hydroconversion of heavy oils
KR102505534B1 (en) Upgraded ebullated bed reactor with less fouling sediment
JPS5898387A (en) Preparation of gaseous olefin and monocyclic aromatic hydrocarbon
NL8204253A (en) PROCESS FOR CATALYTIC HYDROGENATING CONVERSION OF AN ASPHALTENE-CONTAINING PETROLEUM SUPPLY.
US4411767A (en) Integrated process for the solvent refining of coal
US4761220A (en) Hydroprocessing catalyst fines as a first-stage catalyst in a two-stage, close-coupled thermal catalytic hydroconversion process
CN116075578A (en) Method for processing crude oil to form low-carbon olefin
KR20190018465A (en) A binary catalyst system for upgrading an &amp;lt; RTI ID = 0.0 &amp;gt; evoluted &amp;lt; / RTI &amp;gt; bed to produce an improved quality vacuum residue product
AU714130B2 (en) Hydroconversion process
CA1191803A (en) Coal liquefaction process
DE3835494C2 (en) Catalytic two-stage liquefaction of coal using cascades of used boiling-bed catalyst
US4560465A (en) Presulfided red mud as a first-stage catalyst in a two-stage, close-coupled thermal catalytic hydroconversion process
US4559130A (en) Metals-impregnated red mud as a first-stage catalyst in a two-stage, close-coupled thermal catalytic hydroconversion process
GB2111075A (en) Coal liquefaction process
JPS6176589A (en) Two stage crosslinkable hydrogenation of heavy hydrocarbon raw material oil
AU608389B2 (en) Heavy oil cracking process
NL8402008A (en) METHOD FOR CONVERTING HEAVY HYDROCARBONS INTO MORE VALUABLE PRODUCTS
CA1209510A (en) Process for hydrodemetallation of hydrocarbon oils such as petroleum residua

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed