NL8401274A - Wikkelzak. - Google Patents

Wikkelzak. Download PDF

Info

Publication number
NL8401274A
NL8401274A NL8401274A NL8401274A NL8401274A NL 8401274 A NL8401274 A NL 8401274A NL 8401274 A NL8401274 A NL 8401274A NL 8401274 A NL8401274 A NL 8401274A NL 8401274 A NL8401274 A NL 8401274A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bag
cloth
bag according
yarn
wrapping
Prior art date
Application number
NL8401274A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Akzo Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Akzo Nv filed Critical Akzo Nv
Priority to NL8401274A priority Critical patent/NL8401274A/nl
Publication of NL8401274A publication Critical patent/NL8401274A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D88/00Large containers
    • B65D88/16Large containers flexible
    • B65D88/1612Flexible intermediate bulk containers [FIBC]
    • B65D88/1618Flexible intermediate bulk containers [FIBC] double-walled or with linings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Bag Frames (AREA)

Description

AKU 1929
Wikkelzak.
De uitvinding heeft betrekking op een zak vervaardigd uit een, bij voorkeur uit synthetische garens gevormd doek, zoals een weefsel, een vlies, een legsel of dergelijke. Een dergelijke zak is algemeen bekend en kan 5 bijvoorbeeld worden vervaardigd door een rechthoekige strook weefsel in het midden om te vouwen en daarna de onderrand en de daarop aansluitende zijrand dicht te naaien.
Ook kan men uit de omgevouwen rechthoekige weefselstrook een zogenaamde platte zak maken door twee tegenover elkander liggende randen dicht te 10 naaien. De bekende zakken zijn voor vele doeleinden bijzonder geschikt en worden o.a. op zeer grote schaal toegepast voor het verpakken en transporteren van vele soorten stortmateriaal. De massa van de in de bekende zakken aanwezige hoeveelheid stortmateriaal bedraagt veelal niet meer dan 20 tot 150 kg. Bij zakken gevuld met een nog grotere massa 15 stortmateriaal en ook reeds bij zakken met 100-150 kg stortmateriaal treden dikwijls problemen op doordat de zakken op hun zwakste plaats d.w.z. op de naden stukgaan. De problemen met het stukgaan van de gevulde zakken worden nog ernstiger wanneer in de praktijk ruw met de zakken wordt omgegaan of wanneer men de zakken bij het laden en lossen 20 soms vanaf een grotere of kleinere hoogte laat vallen.
Men zou kunnen overwegen de problemen met de bekende van naden voorziene zakken op te lossen door een naadloze zak uit een buisweefsel te vervaardigen. Echter buisweefsels bezitten het nadeel dat zij slechts met een betrekkelijk beperkte maximale diameter van ongeveer 120 cm, gemeten 25 aan de gevulde buis, kunnen worden vervaardigd. Verder is ook de sterkte van de buiswand beperkt.
De uitvinding beoogt een zak van het in de aanhef vermelde type te verschaffen, waarbij de genoemde problemen zijn ondervangen. De zak volgens de uitvinding is hierdoor gekenmerkt, dat de zijwand van de zak rondom 30 uit twee of meer doeklagen bestaat en is gevormd door het wikkelen van een ononderbroken doekstrook met een lengte van twee of meer maal de omtrek van de zak. In plaats van uit twee kan de zijwand van de wikkel- 8401274 = 2 = AKU 1929 zak volgens de uitvinding ook met voordeel rondom uit drie, vier of vijf doeklagen bestaan en zijn gevormd door het wikkelen van een ononderbroken doekstrook met een lengte van respectievelijk drie-, vier- of vijfmaal de omtrek van de zak. Bij voorkeur is de zak volgens de uitvinding 5 hierdoor gekenmerkt, dat de lengte van de doekstrook gelijk is aan een geheel aantal malen de omtrek van de zak vermeerderd met een overlapping, waarvan de lengte 15 tot 40% van de zakomtrek bedraagt, bij voorkeur ongeveer 25%. Volgens de uitvinding bedraagt de diameter van de gevulde zak tenminste ongeveer 150 cm, echter bij voorkeur omgeveer 250 10 tot 600 cm, terwijl de hoogte van de gevulde zak tenminste 75 cm bedraagt, echter bij voorkeur 100 tot 600 cm, in het bijzonder ongeveer 200 cm. Wanneer de zak moet worden gevuld met een of meer of minder vloeibare massa, zoals warme asfalt of betonmortel, is de uitvoering van de zak volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt, dat het doek van een 15 vloeistofdichte bekledingslaag of impregnering is voorzien. Een andere uitvoeringsvorm van de zak is volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt, dat tussen de doeklagen, die de zakwand vormen, een afdichtingslaag is aangebracht, die is gevormd door een, bijvoorbeeld uit polytheen, polyvinylchloride, polypropyleen, polyamide of polyester bestaande, kunst-20 stoffolie. Een eenvoudige uitvoeringsvorm is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat de bodem van de zak in hoofdzaak is gevormd door de aan het ene einde bij elkander gebrachte, bij voorkeur door middel van een zoom of ogen en een kabel dichtgesnoerde zijwand van de zak. Ook aan het andere einde van de zak kunnen middelen voor het sluiten zijn aange-25 bracht, welke middelen bij voorkeur in hoofdzaak bestaan uit een zoom of ogen en een kabel, waarmede de zak kan worden dichtgesnoerd.
Een doelmatige uitvoeringsvorm van de zak is volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat het doek in de wikkelrichting van de doeklagen een sterkte van 25 tot 400 kN/m bezit, bij voorkeur ongeveer 100 kN/m, en 30 dat het doek in zijn vlak in de richting dwars op de wikkelrichting van de zak een sterkte bezit, die kleiner of gelijk is aan de sterkte van het doek in de wikkelrichting. Wanneer het doek uit een weefsel bestaat, is volgens de uitvinding de zak zodanig gevormd, dat de kettingrichting van het weefsel samenvalt met de wikkelrichting van de weefsellagen. 35 Volgens een te verkiezen uitvoeringsvorm is de zak volgens de vinding hierdoor gekenmerkt, dat het doek in zijn vlak in de richting dwars op 8401274 = 3 = AKU 1929 de wikkelrichting van de zak een sterkte bezit, die 25 tot 75%, bij voorkeur ongeveer 50%, bedraagt van de sterkte in de wikkelrichting.
Een bijzonder kenmerk van de wikkelzak volgens de vinding bestaat hierin, dat de doeklagen, waaruit de zakwand is opgebouwd, geen kracht over-5 brengende verbindingsnaad bevatten. Verrassenderwijs en tegen de verwachting in is gebleken, dat zel£s met een massa van 20.000 kg stortmateriaal gevulde wikkelzakken volgens de vinding kunnen worden uitgevoerd zonder kracht overbrengende verbindingsnaad. Eventueel kan een lichte vrijwel geen kracht overbrengende hechting, bijvoorbeeld in de 10 vorm van stroken klittenband tussen overlapping en doeklaag, nuttig zijn om de wikkelzak na de vervaardiging en vóór het gebruik en het vullen in elkander te houden.
Een goede uitvoeringsvorm van de zak volgens de vinding is hierdoor gekenmerkt, dat zich inde wikkelrichting van het doek uitstrekkende garens, 15 zoals de kettinggarens van een geweven doek, bestaan uit polyamide fila-mentgaren met 70 tot 600 filamenten, bij voorkeur ongeveer 140 filamenten, en dat het garen een titer van 500 tot 4000 decitex, bij voorkeur ongeveer 940 decitex, bezit, terwijl de treksterkte van het polyamide-garen 500 tot 1000 mN/tex bedraagt, bij voorkeur ongeveer- 750 mN/tex, en 20 dat de breukrek van het garen 20 tot 30% bedraagt, bij voorkeur ongeveer 25%.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de zak volgens de uitvinding is hierdoor gekenmerkt, dat zich in de wikkelrichting van het doek uitstrekkende garens, zoals de kettinggarens van een geweven doek, bestaan uit 25 polyester filamentgaren met 100 tot 400 filamenten, bij voorkeur ongeveer 192 filamenten, en dat de titer van het garen 500 tot 2500 decitex, bij voorkeur ongeveer 1100 decitex bedraagt, terwijl de treksterkte van het polystergaren 600 tot 1000 mN/tex bedraagt, bij voorkeur ongeveer 800 mN/tex, en dat de breukrek van het garen 7 tot 15% bedraagt, bij 30 voorkeur ongeveer 10%. Een andere goede uitvoeringsvorm is volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt, dat het doek zich in de wikkelrichting uitstrekkende koorden bevat.
Doordat de zak volgens de uitvinding op eenvoudige wijze wordt vervaar- 8401274 = 4 = AKU 1929 digd door het in meerdere lagen wikkelen van een rechthoekige uitgangs-strook, kan gemakkelijk een zeer sterke zak met een door meerdere doek-lagen gevormde wand worden verkregen. Doordat de sterkte van de wikkel-zak volgens de vinding door vergroting van de wanddikte door toepassing 5 van een voldoende groot aantal "wikkelingen" en uiteraard een voldoende sterk doek tot een bijzonder hoge waarde kan worden opgevoerd, kunnen de wikkelzakken volgens de vinding een zeer grote diameter hebben. Daardoor is de wikkelzak volgens de vinding met name in de praktijk bijzonder geschikt gebleken voor het transport van een zeer grote massa stort-10 materiaal, bijvoorbeeld 10 000 tot 30 000 kg warme asfalt of betonmortel.
De wikkelzakken volgens de vinding kunnen met name met voordeel worden toegepast wanneer bijvoorbeeld de enkele tientallen meters onder water gelegen voet van in het water staande pijlers van waterbouwkundige constructies, zoals dammen, bruggen, sluizen en dergelijke, moeten worden 15 verzwaard. Voor dergelijke toepassingen kunnen dan een groot aantal wikkelzakken volgens de vinding op de vaste wal of op een schip ieder met bijvoorbeeld 25 000 kg warme asfalt worden gevuld. Vervolgens worden de gevulde zakken met een kraan stuk voor stuk boven de zich onder water bevindende pijlervoet gebracht, waarna men de zak laat vallen. De 20 wikkelzak heeft een zodanige sterkte dat deze ook heel blijft bij het vallen op de pijlervoet. Een groot aantal zakken met ieder 25 000 kg warme asfalt kan op die wijze naast en op elkander op de voet van een pijler onder water worden gedeponeerd. Doordat de zakken flexibel zijn en het asfalt in de zakken ook bij het vallen nog warm is, zullen de 25 zakken zich bij het vallen aanpassen aan de vorm van de pijler en aan eventuele onregelmatigheden van de bodem of ondergrond waarop zij vallen. Ook sluiten de flexibele zakken met nog warme asfalt ten gevolge van hun vormveranderingen goed tegen en op elkander aan, waardoor zij in elkaar grijpen. Na afkoeling van het asfalt in de zakken verkrijgt men een bij-30 zonder doelmatige harde verzwaring en bekleding van een pijlervoet. Een wikkelzak volgens de vinding is voldoende bitumendicht, wanneer tussen de weefsellagen van de wand van de zak een laag polyetheen folie met een dikte van 0,2 mm en een smeltpunt van ongeveer 120°C is aangebracht.
De laatstgenoemde wikkelzak volgens de vinding met polyethyleenfolie is 35 zelfs geschikt gebleken voor het vervoeren van warme asfalt met een temperatuur van 180°C. Uiteraard kunnen de wikkelzakken volgens de 8401274 = 5 = AKU 1929 vinding ook voor andere toepassingen dan het verzwaren van de voet van pijlers worden gebruikt. Met name kunnen de met asfalt of betonmortel gevulde zakken worden gebruikt als "bouwstenen" voor dammen of pieren of voor het bekleden daarvan of voor funderingen zowel onder als boven 5 water.
Dammen of pieren worden tot nu toe veelal gevormd uit of bekleed met grote natuurstenen met een massa van bijvoorbeeld 10 000 tot 30 000 kg. Dergelijke grote en zware steenbrokken zijn plaatselijk dikwijls niet beschikbaar, zodat zij over grote afstanden per trein of schip moeten 10 worden aangevoerd, hetgeen bijzonder kostbaar en omslachtig is. In beginsel kan men die grote steenbrokken vervangen door het aanbrengen van met 10 000 kg tot 25 000 kg betonmortel gevulde wikkelzakken volgens de vinding. Na het verharden van de betonmortel na het plaatsen van de zakken ontstaan betonblokken met een massa van 10 000 kg tot 25 000 kg, 15 welke betonblokken dezelfde functie hebben als de gebruikelijke natuursteenblokken. Het voordeel van de zich in wikkelzakken volgens de uitvinding bevindende betonblokken is, dat zij ter plaatse kunnen worden gevormd door de wikkelzakken volgens de uitvinding met betonmortel te vullen. De zakken worden daarna met een kraan op de gewenste plaats 20 boven of onder water gedeponeerd. Ten gevolge van de flexibiliteit van de zakken zal de vorm daarvan zich aanpassen aan de ondergrond of aan de naburige zakken, waardoor na verharding van de betonmortel een bijzonder stabiele constructie, zoals een dam of een pier, uit door een wikkelzak volgens de vinding omhulde betonblokken zal ontstaan.
25 Een en ander zal nader worden toegelicht aan de hand van de schematische tekeningen.
Fig. 1 en 2 tonen de opbouw van twee algemeen bekende zakken.
Fig. 3 toont de aan één einde open wikkelzak volgens de vinding in perspektief.
30 Fig. 4, 5 en 6 tonen het sluiten van de wikkelzak volgens de vinding.
Fig. 7 toont de wikkelzak volgens de vinding in open toestand in perspektief.
Fig. 8-12 tonen de vervaardiging van de wikkelzak volgens de vinding.
Fig. 13 toont de uitvoering van het boven- of ondereinde van de wikkel- 8401274 = 6 = AKU 1929 zak op grotere schaal.
Fig. 14, 15 en 16 tonen andere uitvoeringsvormen van de wikkelzakken volgens de vinding.
De bekende zak volgens Fig. 1 wordt vervaardigd door een rechthoekige 5 weefselstrook langs de lijn 1 om te vouwen en daarna de onderrand 2 en de daaraan grenzende zijrand 3 dicht te naaien.
De bekende zogenaamde platte zak volgens Fig.. 2 wordt vervaardigd door een rechthoekige weefselstrook volgens de lijn 4 om te vouwen en daarna de twee overstaande niet aan elkaar grenzende zijranden 5 en 6 dicht te 10 naaien.
Fig. 3 toont de aan één einde open wikkelzak volgens de vinding, die rondom uit twee weefsellagen 7 en 8 bestaat en is gevormd door het wikkelen van één enkele weefselstrook met een lengte van ongeveer tweemaal de omtrek tt.D van de zak vermeerderd met de overlap 9, waarbij D de 15 diameter van de zak in gevulde toestand is. Aan het ondereinde is de wikkelzak dichtgesnoerd zodat een tuit 10 is gevormd.
Fig. 4, 5 en 6 tonen het sluiten van de beide einden van de wikkelzak volgens de vinding. De zijwand van de zak volgens Fig. 4, 5 en 6 bestaat rondom uit twee weefsellagen 7 en 8. Aan onder- en boveneinde zijn zomen 20 11 resp. 12 aangebracht, waardoor koorden of kabels 13 resp. 14 zijn geregen. In de situatie van Fig. 4 is de bovenste kabel 14 nog in het geheel niet aangetrokken en is de onderste kabel 13 gedeeltelijk aangetrokken, waardoor het ondereinde of de bodem van de wikkelzak gedeeltelijk is dichtgesnoerd. In de situatie volgens Fig. 5 is het boveneinde 25 van de zak nog geheel open, echter het ondereinde van de zak is geheel gesloten. Het sluiten van het ondereinde van de zak heeft plaatsgevonden door de kabel 13 strak aan te halen en daarna enkele malen om de door zoom 11 gevormde tuit te winden en vast te knopen. Vervolgens is de tuit aan het gesloten ondereinde naar het binnenste van de zak gedrukt. Fig. 30 6 toont de situatie waarin de beide einden van de wikkelzak op zijn dichtgemaakt.
Fig. 7 toont ter verduidelijking in perspektief een in twee lagen 7 en 8 8401274 = 7 = AKU 1929 gewikkelde weefselstrook zonder zomen voor een wikkelzak volgens de uitvinding. Tussen de weefsellagen 7 en 8 is een bituinendichte polyetheen-folie 15 met een dikte van 0,2 mm aangebracht.
Fig. 8 t/m 12 tonen ter toelichting nog de vervaardiging van een dubbel-5 wandige wikkelzak volgens de vinding in verschillende stappen. Fig. 8 toont de uitgeslagen wikkelzak in de vorm van de ononderbroken weefsel-of doekstrook 16, waarvan de breedte met 17 en de lengte met 18 is aangeduid.
De lengte 18 van de doekstrook is gelijk aan tweemaal de omtrek (= 2.π .D) 10 van de zak vermeerderd met de overlap. Op de doekstrook 16 zijn de vouwlijnen 19, 20, 21 en 22 met streep stippellijnen aangegeven, waardoor een viertal vakken 23, 24, 25 en 26 wordt gevormd met lengte ter grootte van de helft van de omtrek van de zak (1/2. TT ,d) , gevolgd door de overlap 9. Op een gedeelte van de doekstrook 16 is de met een gebroken lijn 15 getekende polyetheenfolie 27 neergelegd. Fig. 9 toont de uitgeslagen doekstrook in zijaanzicht. Fig. 10, 11 en 12 tonen de vorming van de wikkelzak door de vlakke uitgangsstrook 16 telkens achtereenvolgens volgens de vouwlijnen 19, 20, 21 en 22 180° om te slaan of op te wikkelen volgens de pijlen 28, 29 en 30. De aldus in Fig. 12 getekende dubbel-20 wandige wikkelzak volgens de vinding moet dan nog aan elk van de beide open uiteinden van een zoom 31 worden voorzien (zie Fig. 13) met behulp van een naainaad 32, waarbij in de zoom 31 een kabel of koord 33 aangebracht moet worden, waarmede elk van de uiteinden van de wikkelzak kan worden dichtgemaakt.
25 Een belangrijk kenmerk van de wikkelzak volgens de vinding is, dat de weefsellagen, waaruit de zakwand is opgebouwd geen kracht overbrengende verbindingsnaad bevatten. Met andere woorden de wikkelzak volgens de uitvinding is in beginsel naadloos in tegenstelling tot de bekende een of meer naden bevattende zakken die veelal op de genaaide naden stuk 30 gaan omdat de naden slechts een sterkte van bijvoorbeeld 60-70% van de wand van de zak bezitten. Tegen de verwachtingen in is gebleken, dat de wand van de naadloze wikkelzak volgens de vinding voldoende dicht is en blijft, zelfs tijdens het vullen en bij het omlaag vallen van de met een massa van 20-30 ton gevulde zak.
84 0 1 2 7.1 * 8 = AKU 1929
In een praktisch uitvoeringsvoorbeeld van de wikkelzak volgens de vinding werd bij de vervaardiging de in Fig. 8 t/m 12 schematisch aangegeven werkwijze toegepast. De weefselstrook 16 had daarbij een breedte 17 ter grootte van 520 cm in de inslagrichting en een lengte 18 in de ketting-5 richting van 2072 cm. Beoogd werd een zak te maken met in gevulde toestand een diameter van ongeveer 300 cm. De vakken 23 24, 25 en 26 tussen de vouwlijnen hebben ieder een lengte van l/2.ff.D = 1/2.7Γ .300 = 471 cm. Samen hebben de vier vakken dan een lengte van 4x471= 1884 cm (= 2.tt.d), zodat voor de overlapping een stuk ter lengte van 2072-1884 = 188 cm 188 10 overblijft, hetgeen —— x 100% = 20% van de omtrek bedraagt. Nadat de zak is gewikkeld en van zomen is voorzien kan de dubbelwandige wikkelzak aan één einde worden dichtgesnoerd op de in de Fig. 4 en 5 aangegeven wijze. Bij het vullen ontstaat dan een wikkelzak met een diameter van ongeveer 300 cm en een hoogte van ongeveer 500 cm, waarvan de inhoud 3 15 ongeveer 35 m bedraagt. Indien een dergelijke zak voor ongeveer 2/3 met warme asfalt met een soortelijke massa van 1,2 ton/m3 wordt gevuld, dan bedraagt de massa van de aldus gevulde zak 25 tot 30 ton.
In een uitvoeringsvorm van de wikkelzak volgens de vinding werden voor een dubbelwandige zak identieke garens voor ketting en inslag gebruikt.
20 Het aantal garens per cm bedroeg in beide richtingen circa 10, terwijl een binding van bij het type panama werd toegepast. Voor de garensoort werd polyamide 66 filamentgaren gekozen met 280 filamenten, een titer van 1880 decitex en een twijn van 60 t/m. De trekvastheid van dit garen bedroeg 140 N gemeten volgens DIN 53834, terwijl de breukrek, gemeten 25 volgens DIN 53834, 24% was. In ketting- en in inslagrichting had de uit-gangsweefselstrook een een trekvastheid van 120 kN/m resp. 110 kN/m, gemeten volgens DIN 53857.
Afhankelijk van het beoogde toepassingsgebied kan de wikkelzak volgens de vinding ook uit een weefselstrook van polyester filament garen worden 30 vervaardigd. Daarbij kan dan bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat garen met een titer van 1100 decitex en 192 filamenten worden toegepast, waarvan de sterkte 89 N bedraagt en de breukrek 11%, gemeten op dezelfde wijze als de genoemde nylon 66 garens.
8401274 = 9 = AKU 1929
In Fig. 14, 15 en 16 zijn nog enkele andere uitvoeringsvormen van de wikkelzak volgens de uitvinding aangegeven. Alle drie uitvoeringsvormen zijn volgens de vinding vervaardigd uit één enkele ononderbroken weef-selstrook. Bij de wikkelzak volgens Fig. 14 bestaat de wand van de 5 wikkelzak uit drie lagen. Bij de zak volgens Fig. 15 bestaat de wand van de wikkelzak uit vier lagen 37, 38, 39 en 40, terwijl bij de zak volgens Fig. 16 de zijwand uit vijf lagen 41, 42, 43, 44 en 45 bestaat. Uiteraard kan de wikkelzak volgens de vinding ook nog meer lagen, bijvoorbeeld zes, zeven, acht, negen of zelfs tien lagen, bevatten. Opgemerkt 10 wordt dat in de tekening ter verduidelijking de lagen van de wikkelzak veel verder van elkaar getekend zijn dan in werkelijkheid het geval is.
Binnen het raam van de vinding kunnen diverse wijzigingen worden aangebracht. Met name kan de weefsellaag waaruit de wikkelzak volgens de vinding is vervaardigd behalve uit nylon of polyestergaren ook uit 15 diverse andere synthetische garens, zoals polypropyleen, of combinaties daarvan worden vervaardigd. Eventueel kan ook een weefsel of een doek uit glasdraden of uit metalen draden worden toegepast. De uitvinding omvat eveneens een wikkelzak die is gevuld met een meer of minder vloeibare en verhardbare massa, zoals warme asfalt of betonmortel. Ook omvat 20 de uitvinding de wikkelzak gevuld met een in die zak verharde massa uit één stuk ter grootte van de zakinhoud.
Hoewel bij de uitvoering van de wikkelzak volgens de vinding in de eerste plaats wordt gedacht aan een doek in de vorm van een weefsel zijn ook andere doeksoorten mogelijk. Met name zou het doek ook kunnen zijn 25 gevormd door een niet geweven vlies in de vorm van een filamentvlies of een vezelvlies, waarbij die vliezen zijn versterkt met zich in de wikkel-richting van het vlies uitstrekkende filamentgarens of koorden. Voor de laatstgenoemde koorden zou men koorden kunnen kiezen van het type, dat gebruikelijk is voor het versterken van voertuigbanden of voor visnetten. 30 Voorts zou voor de wikkelzak volgens de vinding voor het doek een legsel kunnen worden gekozen, dat in hoofdzaak is opgebouwd uit elkander kruisende garens, die in hun kruispunten met elkander zijn verbonden met een kleef- of hechtmiddel.
8401274

Claims (23)

1. Zak vervaardigd uit een, bij voorkeur uit synthetisch garens gevormd doek, zoals een weefsel, een vlies, een legsel of dergelijke, met het kenmerk dat de zijwand van de zak rondom uit twee of meer doeklagen bestaat en is gevormd door het wikkelen van een ononderbroken doek- 5 strook met een lengte van twee of meer maal de omtrek van de zak.
2. Zak volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zijwand van de zak rondom uit drie, vier of vijf doeklagen bestaat in is gevormd door het wikkelen van een ononderbroken doekstrook met een lengte van respectievelijk drie-, vier- of vijfmaal de omtrek van de zak.
3. Zak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de lengte van de doekstrook gelijk is aan een geheel aantal malen de omtrek van de zak vermeerderd met een overlapping.
4. Zak volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de overlapping een lengte heeft van 15 tot 40% van de zakomtrek, bij voorkeur ongeveer 15 25%.
5. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de diameter van de gevulde zak tenminste ongeveer 150 cm bedraagt, terwijl de hoogte van de gevulde zak tenminste 75 cm bedraagt.
6. Zak volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de diameter van de ge- 20 vulde zak ongeveer 250 tot 600 cm bedraagt, terwijl de hoogte van de gevulde zak 100 tot 600 cm, bij voorkeur ongeveer 200 cm bedraagt.
7. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het doek van een vloeistofdichte bekledingslaag of impregnering is voorzien.
8. Zak volgens een of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk dat tussen de doeklagen, die de zakwand vormen, een afdichtingslaag is \ aangebracht. 8401274 * = 11 = AKU 1929
9. Zak volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de afdichtingslaag is gevormd door een, bijvoorbeeld uit polyetheen, polyvinylchloride, polypropyleen, polyamide of polyester bestaande, kunststoffolie.
10. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk dat de bodem van de zak in hoofdzaak is gevormd door de aan het ene einde bij elkander gebrachte, bij voorkeur door middel van een zoom of ogen en een kabel dichtgesnoerde, zijwand van de zak.
11. Zak volgens conclusie 10, met het kenmerk dat aan het andere einde van de zak middelen voor het sluiten van de zak zijn aangebracht, 10 welke middelen bij voorkeur in hoofdzaak bestaan uit een zoom of ogen en een kabel, waarmede de zak kan worden dichtgesnoerd.
12. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het doek in de wikkelrichting een sterkte van 25 tot 400 kN/m bezit, bij voorkeur ongeveer 100 kN/m.
13. Zak volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het doek in zijn vlak in de richting dwars op de wikkelrichting van de zak een sterkte bezit, die kleiner of gelijk is aan de sterkte van het doek in de wikkelrichting.
14. Zak volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het doek in zijn vlak 20 in de richting dwars op de wikkelrichting van de zak een sterkte bezit, die 25 tot 75%, bij voorkeur ongeveer 50%, bedraagt van de sterkte in de wikkelrichting.
15. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het doek uit een weefsel bestaat, met het kenmerk dat de zak zodanig is 25 gevormd, dat de kettingrichting van het weefsel samenvalt met de wikkelrichting van de weefsellagen.
16. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de doeklagen, waaruit de zakwand is opgebouwd, geen kracht overbrengende verbindingsnaad bevatten. 8401274 » = 12 = AKU 1929
17. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat zich in de wikkelrichting van het doek uitstrekkende garens, zoals de kettinggarens van een geweven doek, bestaan uit nylon filamentgaren met 70 tot 600 filamenten, bij voorkeur ongeveer 5 140 filamenten, en dat het garen een titer van 500 tot 4000 decitex, bij voorkeur ongeveer 940 decitex bezit.
18. Zak volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de treksterkte van het polyamide garen 500 tot 1000 mN/tex bedraagt, bij voorkeur ongeveer 750 mN/tex, en dat de breukrek van het garen 20 tot 30% be- 10 draagt, bij voorkeur ongeveer 25%.
19. Zak volgens een of meer van de conclusies 1-16, met het kenmerk, dat zich in de wikkelrichting van het doek, uitstrekkende garens, zoals de kettinggarens van een geweven doek bestaan uit polyester filamentgaren met 100 tot 400 filamenten, bij voorkeur ongeveer 192 filamen- 15 ten, en dat de titer van het garen 500 tot 2500 decitex, bij voor keur ongeveer 1100 decitex, bedraagt.
20. Zak volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de treksterkte van het polyester garen 600 tot 1000 mN/tex bedraagt, bij voorkeur ongeveer 800 mN/tex, en dat de breukrek van het garen 7 tot 15% be- 2Q draagt, bij voorkeur ongeveer 10%.
21. Zak volgens een of meer van de conclusies 1-16, met het kenmerk, dat het doek zich in de wikkelrichting uitstrekkende koorden bevat.
22. Zak volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zak is gevuld met een meer of minder vloeibare en ver- 25 hardbare massa, zoals warme asfalt of betonmortel.
23. Zak volgens een of meer van de conclusies 1-21, met het kenmerk, dat de zak is gevuld met een in de zak verharde massa uit één stuk ter grootte van de zakinhoud. 8401274
NL8401274A 1984-04-19 1984-04-19 Wikkelzak. NL8401274A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401274A NL8401274A (nl) 1984-04-19 1984-04-19 Wikkelzak.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401274A NL8401274A (nl) 1984-04-19 1984-04-19 Wikkelzak.
NL8401274 1984-04-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401274A true NL8401274A (nl) 1985-11-18

Family

ID=19843835

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401274A NL8401274A (nl) 1984-04-19 1984-04-19 Wikkelzak.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8401274A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009043071A1 (de) * 2007-10-02 2009-04-09 Bitumen Complete Solutions Ag GROßVOLUMIGER VERPACKUNGSBEHÄLTER FÜR BITUMEN
FR2948925A1 (fr) * 2009-08-04 2011-02-11 Resisud Dispositif de conditionnement en sac

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009043071A1 (de) * 2007-10-02 2009-04-09 Bitumen Complete Solutions Ag GROßVOLUMIGER VERPACKUNGSBEHÄLTER FÜR BITUMEN
US8617679B2 (en) 2007-10-02 2013-12-31 Bitumen Applied Research Limited Large-volume packing container for bitumen
RU2517564C2 (ru) * 2007-10-02 2014-05-27 Битьюмен Эплайд Рисерч Лимитед Упаковочная емкость большого объема для битума
FR2948925A1 (fr) * 2009-08-04 2011-02-11 Resisud Dispositif de conditionnement en sac
EP2284103A1 (fr) * 2009-08-04 2011-02-16 Resisud Sac pour produit d'enrobage pour couche de roulement

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0475703B1 (en) Bulk containers
US7922421B2 (en) Shoreline erosion and flood control system and method
US4530622A (en) Retaining fill in a geotechnical structure
CA1069470A (en) Flexible container for transportation and storage of bulk material, and method for manufacturing said container
RU2147051C1 (ru) Клееные композитные сетчатые строительные текстильные материалы
CA2532157C (en) Sectional interlocking barrier bags
FI61169B (fi) Loesgodsbehaollare av vaevt tyg
CA1149343A (en) Flexible containers
Van Santvoort Geotextiles and geomembranes in civil engineering
JPS6317971B2 (nl)
US4524457A (en) Cargo bag with reinforced triangular lifting panels
KR0163582B1 (ko) 가요성 중급 벌크용기
US3490507A (en) Carrying bag
KR100605736B1 (ko) 유체 보관용 연질 용기 및 이의 제조 방법
KR20180117291A (ko) 섬유돌망태 및 섬유돌망태 제조 방법
US20020106245A1 (en) Sectional interlocking sandbags
GB2078833A (en) Retaining fill in a geotechnical structure
KR101647433B1 (ko) 식생 방호벽
NL8401274A (nl) Wikkelzak.
JPS6322173Y2 (nl)
GB2097755A (en) Container bag
RU60545U1 (ru) Геомат
JP2766157B2 (ja) 無縫製の大形2重袋及びその製造方法
EP0119743A1 (en) Container bag
JP3220309U (ja) 耐圧土のう袋

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed