NL8400298A - Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen. - Google Patents

Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8400298A
NL8400298A NL8400298A NL8400298A NL8400298A NL 8400298 A NL8400298 A NL 8400298A NL 8400298 A NL8400298 A NL 8400298A NL 8400298 A NL8400298 A NL 8400298A NL 8400298 A NL8400298 A NL 8400298A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
weapon
target
aircraft
missile
target detector
Prior art date
Application number
NL8400298A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Messerschmitt Boelkow Blohm
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Messerschmitt Boelkow Blohm filed Critical Messerschmitt Boelkow Blohm
Priority to NL8400298A priority Critical patent/NL8400298A/nl
Publication of NL8400298A publication Critical patent/NL8400298A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41GWEAPON SIGHTS; AIMING
    • F41G9/00Systems for controlling missiles or projectiles, not provided for elsewhere
    • F41G9/02Systems for controlling missiles or projectiles, not provided for elsewhere for bombing control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)

Description

» £ VO 6047
Inrichting bij laagvüegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting bij laagvüegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen, welke met een wapen met een steil naar onderen gerichte ballistiek aangevallen moeten worden.
5 Met inrichtingen van het genoemde type moeten statio naire en voornamelijk ook zich bewegende gronddoelen onafhankelijk van het weer met weinig munitieverbruik en .relatief laag eigen risico succesvol bestreden kunnen worden.
Op grond van een hoog ontwikkelde grondafweer is het 10 aanvallen van gronddoelen met bekende strijdmiddelen, welke van een vliegende wapendrager afgeworpen worden, slechts nog met een groot risico voor de aanvaller te verwezenüjken. Deze is gedwongen, zijn wapen op steeds groter wordende, veilige afstanden af te werpen danwel de aanval in duikvlucht met een snelheid welke die van het geluid bena-15 dert, te doen plaatsvinden.
De trefzekerheid daalt daarbij met toenemende afstand bij het afwerpen van het wapen zo ook bij ongunstige weersomstandigheden aanzienlijk en vereist een groot verbruik aan munitie alsmede dure besturings- en richtinrichtingen aan vliegende wapendragers. -Voor 20 het verminderen van laatstbedoelde kosten is in de oudere octrooiaanvrage P 25 32 479.2 een methode beschreven, waarbij een zeer nauwkeurig aanvliegen op het doel met behulp van radioafstandsmeetgegevens bereikt is, welke enerzijds in de wapendrager opgeslagen aanwezig zijn en welke vergeleken worden met andere voortgaand gevormde radioaf-25 standsmeetgegevens. In een andere pudere octrooiaanvrage P 26 27 183.0 is voorts een inrichting voor het bestrijden van gronddoelen in een vliegende wapendrager beschreven, waarbij voor het verhogen van de trefzekerheid een nieuw wapen met verticaal naar onderen gerichte ballistiek wordt toegepast.
30 Deze voornamelijk met de stuurmethode volgens de oudere aanvrage voor het inzetten van op afstand bestuurde vlieglichamen aanwezige inrichting heeft het nadeel, slechts op stationaire gronddoelen gebruikt te kunnen 8400298 2 *35 worden.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, inrichtingen voor een wapen van het in het laatstgenoemde octrooischrift genoemde type zodanig uit te voeren, dat het wapen universeel en be-5 mand en op afstand gestuurd laagvliegende wapendragers te gebruiken is en behalve het bestrijden van stationaire gronddoelen ook het bestrijden van zich bewegende gronddoelen mogelijk maakt.
Voor een inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen, welke met behulp van een wapen met 10 een steil naar onderen gerichte ballistiek aangevallen moeten worden, wordt dit probleem opgelost, doordat aan de afwerpmiddelen van het wapen een evenwijdig aan de richting van de resulterende snelheidsvector van de af te vuren munitie en .steil naar onderen wijzende doeldetector ' met betrekkelijk geringe reikwijdte toegevoegd is.
15 Voor het kiezen van doelen kan daarbij de doeldetector volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding een aantal op verschillende eigenschappen van het doel aansprekende sensoren hebben, waarvan tenminste de drempelwaarde van één van de sensoren van de doeldetector instelbaar is.
20 Voor het bestrijden van doelen met grote ijzermassa's en/of motorische aandrijvingen is volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding een actieve of passieve sensor voor het waarderen van het het doel omgevende aardmagnetische veld aanwezig en/of een op electromagnetische strooivelden electrisch bekrachtigde inrichtingen 25 van het doel aansprekende sensor, respectievelijk een op licht en/of 'warmtestraling aansprekende sensor.
Door de combinatie van twee of meer sensoren in de doeldetector wordt een hoge immuniteit tegen eventuele misleidende maatregelen van de tegenstander bereikt. Het betrekken van grote ijzermassa's 30 (bijvoorbeeld een pantserwagen) in de doeldetectie is bij het laagvliegen mogelijk, dankzij het zeer korte vliegtraject bij een stel naar onderen gerichte ballistiek.
Volgens een andere ontwikkeling van de uitvinding is aan de doeldetector een de vliegsnelheid van de wapendrager bepalende 35 snelheidsmeter toegevoegd, waarmee de doeldetector in een verticaal de vliegbaan snijdend vlak om een dwars daarop verlopende as zwenkbaar is.
8400298 . s. .¾ 3
Door deze maatregel is een starre inhouw van het boordwapen, respectievelijk het afzien op een snelheidsregeling van de vliegende wapendrager mogelijk.
Voor het gebruik van de inrichting bij onbemande vlieg-5 lichamen volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding is het mogelijk van inrichtingen volgens de oudere octrooiaanvrage P 25 32 479.2 gebruik te maken, waarbij volgens een speciale uitvoeringsvorm van de uitvinding de opgeslagen radiomeetgegevens recht verlopende doelen, zoals straten, spoorlijnen of de loop van een rivier omvatten.
10 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de opstelling van een extra verder reikende en het doelgebied vast op de vliegrichting aftastende doeldetector aanwezig, welke bij de koers-besturing van de wapendrager behoort.
Bij alle uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen 15 aan de afschietmiddelen voor het wapen volgens een verdere uitvoeringsvorm kegelvormig strooiende bestrijdingsmiddelen toegevoegd zijn.
De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Daarin toont: *
Fig. 1 een vliegende wapendrager met een inrichting 20 voor het bestrijden van gronddoelen; fig. 2 het toepassen van het wapen op aan straat- of rail-gebonden voertuigen; fig. 3 het toepassen van het wapen op vrij in het veld zich bewegende voertuigen. , 25 In fig. 1 is een vliegende wapendrager 1 weergegeven, welke als bemand of op afstand gestuurd vliegtuig of raket kan zijn uitgevoerd. Deze vliegende wapendrager 1 is van een wapen 2 voor het bestrijden van gronddoelen voorzien, welke - zoals weergegeven - meervoudig aanwezig kan zijn. Dit wapen 2 heeft een stel naar onderen gerichte 30 ballistiek, d.w.z. de door deze af te vuren munitie 3 heeft na het verlaten van het wapen 2 een minder dan 45° van de verticaal afwijkende, steil naar onderen gerichte, resulterende snelheidsvector Vres· Dit laatste wordt door het inbouwen van het wapen 2 bereikt, waarbij de monding van het wapen schuin naar onderen tegengesteld aan de vliegrich-35 ting V richt is en door een terugstootvrije en geschikt hedimensioneer-de drijf lading vam de munitie 3, waarmee deze laatste een tegengesteld 8400298 4 Ί * gerichte, horizontale snelheidscomponent -V verkrijgt. In het ideale geval ontstaat daarbij een verticaal naar onderen wijzende wapenuit-treedsnelheid en wapenballistiek, waarbij de vlieghoogte van de wapendrager 1 zonder invloed op de plaats van het doel is. Speciaal voor 5 het gebruik van het wapen 2 bij laagvliegen is daarbij het afschietmid-del 5 van het wapen 2 voorzien van ëen doeldetector 4 met relatief geringe reikwijdte, welke nagenoeg evenwijdig aan de richting van de resulterende snelheidsvector v naar onderen wijst. Voor een gericht bestrijden van stilstaande of zich bewegende gronddoelen ontstaan daar-10 bij met behulp van de tot nog toe beschreven wapens aanzienlijke besparingen aan technische kosten met betrekking tot wapens van bekend type. Bijvoorbeeld is door de starre inbouw van het wapen 2 de totaal kosten voor een beweeglijk lageren van het wapen vermeden en voorts het gebruik van een sensor 4 met betrekkelijk korte reikwijdte mogelijk, wel-15 ke in het bedoelde toepassingsgeval een aanzienlijk groter doelwaarne-mingsvermogen heeft dan sensoren, welke bijvoorbeeld voor in de vliegrichting afwerpende of afvurende wapens noodzakelijk zijn. Bij het inzetten van bemande - en eventueel tegen de inwerking van lichte grondaf-weerwapens gepantserde wapendragers - ontstaat voorts bij het toepassen 20 van het wapen het voordeel, dat de bezetting van de wapendrager zich volledig op de besturing van het vliegtuig kah concentreren en vrij is van het bedienen van een vizier of een wapenafschietmiddel. Om werkelijke doelen 10 van schijndóelen te kunnen onderscheiden, is ervoor gezorgd, dat de doeldetector 4 van een aantal en op verschillende eigenschappen 25 van het doel 10 aansprekende sensoren is voorzien, bijvoorbeeld van een sensor 7, welke op storingen van het aardmagnetische veld door grote ijzermassa's aanspreekt en een sensor δ, welke op magnétische strooi-velden van electrisch bekrachtigde inrichtingen van het doel of een licht-of warmtestraling van het doel aanspreekt.
30 Met behulp van deze inrichtingen is behalve het onderkennen van schijn-doelen, welke een vergrendeling van het afschieten van het wapen vereist, ook een selectie van echte doelen, bijvoorbeeld het onderscheid van normale wegvoertuigen, pantserwagens en munitieopslagplaatsen mogelijk. Deze selectie kan voorts verbeterd worden, wanneer tenminste een 35 van de sensoren 7, respectievelijk 8 met een instelbare drempelwaarde is uitgevoerd.
8400298 ------- ψ· - 5
Doelmatig is de doeldetector 4 zwenkbaar om een as 6 gelagerd, welke dwars op een haaks door de vliegbaan van de wapendrager 1 gaand vlak verloopt en waarom de doeldetector 4 met behulp van een daarbij behorende, de snelheid van de wapendrager 2 metende snel-5 heidsmeter 9 zwenkbaar is. Door deze maatregel vervalt voor de piloot of voor de besturing van de vliegende wapendrager 1 de noodzakelijkheid van het aanhouden van een nauwkeurig bepaalde snelheid bij het tot stand brengen van een aangrijpingsmanoeuvre, waarbij afwijkingen van ±45° van de verticaal voor de resulterende snelheidsvector V van de res 10 munitie 3 bij gelijkblijvende trefzekerheid mogelijk worden.
Voor het verder ontlasten van de piloot van een vliegende wapendrager of voor het toepassen van een op afstand bestuurde vliegende wapendrager is er voorts voor gezorgd, dat de wapendrager met een accumulator voor doelcoördinaten en een radiomeetinrichting over-15 eenkomstig de oudere aanvrage P 25 32 479.2 en P 26 27 183.0 voorzien is.
In het bijzonder voor het bestrijden van aan een spoor gebonden weg-of railvoertuigen of van schepen in kanalen of rivieren is daarbij een accumulator voor lijnvormige doelcoördinaten aanwezig. Het aanvallen 20 met behulp van deze inrichtingen toont fig. 2, welke een vliegende wapendrager 11 toont, welke zich in een vlak 12 beweegt, dat haaks op een lijnvormig doeltraject 13 staat. Bij het overvliegen van doelen 14 tot 16 wordt daarbij op de in fig. 1 weergegeven wijze met behulp van een i eveneens reeds beschreven doeldetector 18 een gericht bestrijden van de 25 afzonderlijke doelen na elkaar uitgevoerd, waarbij ten opzichte van het afwerpen van een reeks munitie een aanzienlijke besparing bereikbaar ' is, zelfs dan, wanneer binnen de afmetingen van een afzonderlijk doel strooiende wapens worden ingezet.
De bovenbeschreven inrichting is voorts ook geschikt 30 voor het toepassen tegen vrij in het veld zich bewegende gronddoelen, wanneer de wapendrager 21 een extra ver rijkende doeldetector 22 heeft, welke grond dwars op een door de vliegbaan gaand verticaal vlak 23 aftast. Het aanvallen van doelen van het genoemde type is schematisch in fig. 3 getoond.
35 Het afschieten van de boordwapens van de vliegende wa pendrager 21 geschiedt daarbij op de met betrekking tot fig. 1 en 2 be-
r'J
8400298 6 sproken wijze, waarbij alle ten opzichte van fig. 1 en 2 genoemde voordelen behouden blijven. Bij het bestrijden van vrij beweeglijke gronddoelen met behulp van een door piloten gestuurde vliegende wapendrager 21 kan bij voldoende zicht op het gebruik van een. ver reikende, extra 5 sensor 22, afgezien worden.
8400298

Claims (11)

1. Inrichting bij laagvliegende' wapendragers voor het be- strijden van gronddoelen, welke met behulp van een wapen met steil naar onderen gerichte ballistiek aangevallen moeten worden, met het kenmerk, dat aan de afvuurmidj3elen (5) van het wapen (2) een evenwijdig aan de 5 richting van de resulterende snelheidsvector V van de af te vuren res munitie (3) en steil naar onderen wijzende doeldetector (4) met relatief kleine reikwijdte toegevoegd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doeldetector (4) een aantal op verschillende eigenschappen van het 10 doel (10) aansprekende sensoren (7 en 8) heeft.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drempelwaarde van tenminste een sensor (7 resp. 8) van de doeldetector (4) instelbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 15 doeldetector (4) een actieve of passieve sensor (7 resp. 8) voor het waarderen van het het doel omgevende magnetische veld heeft.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doeldetector (4) een op electromagnetische of quasi magnetostatische strooivelden van electrisch bekrachtigde inrichtingen van het doel aan- 20 sprekende sensor (7 resp. 8) heeft.
6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doeldetector (4) een op licht en/of warmtestraling aansprekende sensor (7 resp. 8) heeft.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 25 de doeldetector (4) met behulp van een daarbij behorende en de vlieg- snelheid van de wapendrager bestemmende snelheidsmeter (9) in een haaks de vliegbaan snijdend vlak (12, fig. 2) om een dwars daarop verlopende as (6) zwenkbaar is.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 6, met 30 het kenmerk, dat de wapendrager (11) met behulp van daarin opgeslagen en verder voortdurend gemeten radioafstandsmeetgegevens, op afstand bestuurbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 8400298 ri , ,.8 de opgeslagen radiomeetgegevens lijndoelen (13), zoals straten, spoorwegen of rivierlopen omvatten.
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de vliegende wapendrager (21) van een extra verder 5 reikende en het doelgebied dwars op de vliegrichting aftastende doel-detector (22) voorzien is, welke bij de koersbesturing van de wapendrager (21) behoort.
11. Inrichting zoals een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij de afvuurmiddelen (5) van het wapen (2) kegel- 10 vormig strooiende bestrijdingsmiddelen (3) behoren. 8400298
NL8400298A 1984-02-01 1984-02-01 Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen. NL8400298A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400298A NL8400298A (nl) 1984-02-01 1984-02-01 Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400298 1984-02-01
NL8400298A NL8400298A (nl) 1984-02-01 1984-02-01 Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8400298A true NL8400298A (nl) 1985-09-02

Family

ID=19843412

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400298A NL8400298A (nl) 1984-02-01 1984-02-01 Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8400298A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6037899A (en) Method for vectoring active or combat projectiles over a defined operative range using a GPS-supported pilot projectile
US8415596B2 (en) Method and apparatus for determining a location of a flying target
US6738012B1 (en) Protecting commercial airliners from man portable missiles
RU2584210C1 (ru) Способ стрельбы управляемым снарядом с лазерной полуактивной головкой самонаведения
RU2361235C1 (ru) Способ обнаружения и сопровождения низколетящих целей
KR102619438B1 (ko) 오프-축 타겟을 검출하기 위한 유도탄 시스템
US4086841A (en) Helical path munitions delivery
US4494437A (en) Arrangement in low-flying weapons carriers for combating ground _targets
RU2087831C1 (ru) Устройство для запуска ракеты с вертолета
RU2351508C1 (ru) Вертолетный комплекс высокоточного оружия ближнего действия
US4901946A (en) System for carrier guidance by laser beam and pyrotechnic thrusters
EP0105918A1 (en) GUIDANCE SYSTEM FOR PROJECTILES AT THE END OF THE TRAJECTORY.
NL8400298A (nl) Inrichting bij laagvliegende wapendragers voor het bestrijden van gronddoelen.
GB2073382A (en) Method of compensation for target location changes when firing ballistic missiles
US4238090A (en) All-weather intercept of tanks from a helicopter
RU2601241C2 (ru) Способ активной защиты летательного аппарата и система для его осуществления (варианты)
US5301614A (en) Submunition for use during ground-level flight
KR920004523B1 (ko) 수송기에 적재된 지상 목표 공격장치
RU2777874C1 (ru) Способ уничтожения гиперзвуковых маневрирующих целей ракетами, отделяемыми от ракеты-носителя
RU2768062C1 (ru) Способ уничтожения гиперзвуковой маневрирующей цели ракетой
RU2690640C1 (ru) Способ защиты наземных объектов от ракет с неавтономными системами телеуправления
RU2126979C1 (ru) Радиотехнический способ определения местоположения, измерения скорости летательных аппаратов
Starling et al. The development of terrain following radar: an account of the progress made with an airborne guidance system for low flying military aircraft
RU2751260C1 (ru) Система защиты подвижных наземных объектов от самонаводящихся и самоприцеливающихся высокоточных боеприпасов на марше
RU2771865C1 (ru) Способ и устройство многофакторной защиты объектов от миниатюрных беспилотных летательных аппаратов

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed