NL8303627A

NL8303627A - Compact self-processing camera - has pivot mounting lens with interlocked folding struts for opening case

Info

Publication number: NL8303627A
Application number: NL8303627A
Authority: NL
Original assignee: Konishiroku Photo Ind
Priority date: 1983-10-20
Filing date: 1983-10-20
Publication date: 1985-05-17

Abstract

The film pack (C) is held in the base of the camera while the lens (3) and mirror (5) are mounted on an upwards hinged mounting which erects under spring pressure to unfold the camera. The folding action is controlled by interlocked levers so that a rapid unfolding action is obtained. In the folded position the lens and reflex mirror occupy a compact space. The film pack is inserted by swinging aside the process roller assembly (7).

Description

VO 5150VO 5150

Zelf-ontwikkelende camera.Self-developing camera.

De uitvinding heeft betrekking op een vouwbare, zelf-ontwikke-lende camera, ook een moment camera genoemd.The invention relates to a foldable, self-developing camera, also called a moment camera.

Bij zelf-ontwikkelende camera's voor amateurgebruik, waarbij gebruik wordt gemaakt van een zelf-ontwikkelende film, heeft het 5 cameralichaam zelf de neiging groter te zijn omdat de beeldraster-afmeting daarvan groter is dan die van de algemene miniatuurcamera's. Het is evenwel stellig, dat er vraag bestaat naar een kleiner en lichter cameralichaam, dat gemakkelijker kan worden gehanteerd. Er zijn vele voorstellen gedaan ten aanzien van dergelijke zelf-ontwikke-10 lende camera's. Zo beschrijft bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooi-schrift 2.709.122 een zelf-ontwikkelende camera, welke uit een compacte reflexenmera met een enkele lens en samenklapbare zoeker bestaat. Deze camera heeft het bezwaar, dat bij de camera in verband met het reflextype met enkele lens, de reflexspiegel elke keer, dat 15 een belichting plaatsvindt, moet oscilleren, zodat de tijdvertraging tussen het tijdstip waarop de sluiterknop wordt ingedrukt, en het tijdstip waarop een werkelijke belichting plaatsvindt, zo groot is, dat een object zich tijdens het tijdinterval kan bewegen of een belichting plaatsvindt, waarbij de spiegel nog onvoldoende is ge-20 fixeerd, waardoor het resulterende beeld wordt gedegradeerd en bovendien, omdat het samenklappen van de zoeker geschiedt door een schar-nierbeweging om vier draaipunten, het mechanisme gecompliceerd is. Indien de hoek, gevormd door en tussen het filmvlak en het vlak van de reflexspiegel kleiner dan 45° wordt gemaakt en de ruimte tussen het - 25 filmvlak en de het dichtst daarbij gelegen rand van de spiegel klein is, wordt de reflectie een aantal malen tussen het filmvlak en de reflexspiegel herhaald, waardoor een zogenaamd "ghost"-beeld wordt verkregen. Indien voorts de zelf-ontwikkelende camera een constructie heeft, waarbij de belichtingslens wordt weggevouwen teneinde niet op 30 een filmcassette te worden gesuperponeerd wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt, omdat de beeldrasterafmeting daarvan betrekkelijk groot is, kan het cameralichaam vlak zijn, doch in plaats daarvan wordt het vlakke oppervlak zo groot, dat de draagbaarheid van de camera de neiging heeft om te worden gereduceerd.In amateur self-developing cameras using a self-developing film, the camera body itself tends to be larger because its image raster size is larger than that of the general miniature cameras. It is certain, however, that there is a demand for a smaller and lighter camera body that can be handled more easily. Many proposals have been made regarding such self-developing cameras. For example, U.S. Pat. No. 2,709,122 describes a self-developing camera, which consists of a compact reflex mera with a single lens and collapsible viewfinder. This camera has the drawback that with the single lens reflex type camera, the reflex mirror must oscillate every time an exposure takes place, so that the time delay between the time the shutter button is pressed and the time when a shutter actual exposure takes place, so large that an object can move during the time interval or an exposure takes place in which the mirror is not yet sufficiently fixed, thereby degrading the resulting image and moreover, because the viewfinder is collapsed by a hinge movement around four pivot points, the mechanism is complicated. If the angle formed by and between the film plane and the plane of the reflex mirror is made smaller than 45 ° and the space between the film plane and the nearest edge of the mirror is small, the reflection becomes a number of times between the film plane and the reflex mirror are repeated, so that a so-called "ghost" image is obtained. Furthermore, if the self-developing camera has a construction in which the exposure lens is folded away so as not to be superimposed on a film cassette when the camera is in the folded position, because its image frame size is relatively large, the camera body may be flat, but instead, the flat surface becomes so large that the portability of the camera tends to be reduced.

8303627 -2- Λ8303627 -2- Λ

De Japanse octrooipublikatie nr. 34530/1975 stelt een zelf-ontwikkelende camera voor, welke zodanig is uitgevoerd, dat een onderdeel met een belichtingslens aanwezig is, dat schamierbaar met een eind van een vast onderdeel, dat de filmcassettehouder ondersteunt, 5 is gekoppeld en waarbij tevens een onderdeel met een reflexspiegel aanwezig is, dat schamierbaar 'met het andere uiteinde van het vaste onderdeel is gekoppeld, waarbij de twee beweegbare onderdelen zodanig zijn uitgevoerd, dat zij naar elkaar naar binnen kunnen worden gevouwen. Bij deze camera is het evenwel lastig de belichtingslens, als:een 10 barrièretype, binnen het earneragestel te houden. Om de camera meer compact uit te voeren, moeten de belichtingslens en de re£lexspiegel zo dicht mogelijk bij elkaar worden opgesteld, en indien zij nog dichter bij elkaar worden geplaatst kunnen zij lastig naar binnen naar elkaar worden gevouwen, terwijl indien een voldoende ruimte tussen de 15 twee onderdelen aanwezig is, de afmeting van de camera in de positie waarin foto's worden genomen, groot wordt. Bovendien leidt de optische as van de belichtingslens indien deze dichtbij de vasthoudpositie van de filmcassette wordt gebracht, tot een lichtvlek tussen de reflexspiegel en het filmvlak, zodat de optische as niet te dicht bij de 20 bedoelde positie kan worden gebracht. Derhalve heeft de voorgestelde camera het bezwaar, dat indien de belichtingslens en de reflexspiegel naar elkaar naar binnen moeten worden gevouwen met de beide uiteinden van het vaste onderdeel als schamierassen, de ruimte tussen de beide uiteinden van het vaste onderdeel groot is, en de camera wanneer deze 25 zich in de ingevouwen positie bevindt, vlak kan zijn doch in plaats daarvan de neiging heeft zo groot te worden, dat de draagbaarheid daarvan wordt gereduceerd.Japanese Patent Publication No. 34530/1975 proposes a self-developing camera, which is designed to have an exposure lens part pivotally coupled to an end of a fixed part supporting the film cassette holder and wherein there is also a part with a reflex mirror, which is hingedly coupled to the other end of the fixed part, the two movable parts being designed in such a way that they can be folded inwards towards each other. With this camera, however, it is difficult to keep the exposure lens, such as: a 10 barrier type, within the ear frame. To make the camera more compact, the illumination lens and the real mirror must be positioned as close to each other as possible, and if they are placed even closer together they can be difficult to fold inwards while keeping a sufficient space between the 15 two parts is present, the size of the camera in the position in which pictures are taken becomes large. Moreover, the optical axis of the exposure lens when brought close to the holding position of the film cassette leads to a light spot between the reflex mirror and the film plane, so that the optical axis cannot be brought too close to the intended position. Therefore, the proposed camera has the drawback that if the exposure lens and the reflex mirror are to be folded inwards with both ends of the fixed part as hinge shafts, the space between the two ends of the fixed part is large, and the camera when it is in the collapsed position, may be flat, but instead tends to become so large that its portability is reduced.

De uitvinding is gebaseerd op onderzoekingen vanuit een oogpunt van menselijke wetenschap betreffende de optimale waameemhoek 30 bij fotograferen en dergelijke, en een oogmerk van de uitvinding is het elimineren van het bezwaar van de bovenbeschreven voorstellen en het produkt daarvan. Dit oogmerk kan worden verwezenlijkt bij de volgende zelf-ontwikkelende camera: in een vouwbare, zelf-ontwikkelende camera, waarin een filmcassette zich in de belichtingspositie bevindt, 35 en een film in de filmcassette wordt blootgesteld aan licht, dat via een belichtingslens en een reflexspiegel vanuit een object binnenkomt, 8303627The invention is based on human science studies regarding the optimum viewing angle 30 in photography and the like, and an object of the invention is to eliminate the drawback of the above proposals and the product thereof. This object can be achieved with the following self-developing camera: in a folding self-developing camera, in which a film cassette is in the exposure position, 35 and a film in the film cassette is exposed to light, which is exposed via an exposure lens and a reflex mirror comes in from an object, 8303627

. e?.' A. e?.' a

-3- en daarna door ontwikkelrollen of dergelijke wordt ontwikkeld, omvat de camera ten minste een vast onderdeel van de camera met een onderdeel, dat de filmcassette vasthoud, een belichtingslens, welke beweegbaar is bij het vouwen van de camera, een reflexspiegel, welke even-5 eens beweegbaar is bij het vouwen van de camera, een beweegbaar onderdeel van de camera, dat ten opzichte van zowel de belichtingslens als de ref lexspiegel beweegbaar is, een scharniert aar ondersteuningsonder-deel, dat schamierbaar met het vaste camera-onderdeel is gekoppeld en bij een rand van de ref lexspiegel aanwezig is, welke rand zich 10 bevindt aan de zijde, die het dichtst bij de film in de belichtings-positie is gelegen en in de buurt van de zijde van de filmcassette, tegenover de filmuittreedzijde daarvan is opgesteld, en een zoeker-onderdeel waarvan de optische as, wanneer de camera zich in een positie bevindt waarin foto's worden genomen, evenwijdig is of bijna 15 evenwijdig is aan de richting waarin de film zich bij het ontwikkelen voortbeweegt en welk onderdeel zich dicht bij de belichtingslens bevindt, en wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt, de belichtingslens, die met de beweging van het beweegbare camera-onderdeel is vergrendeld, gesuperponeerd op het punt bij de rand van 20 de filmcassette-uittreedzijde van het beeldraster of op het ontwikkel-onderdeel, zoals de ontwikkelrollen, wordt gevouwen. Volgens de uitvinding vindt de verandering in de camerapositie vanuit de gevouwen positie naar de positie waarin foto's worden genomen plaats door een betrekkelijk eenvoudige handeling, waarbij de openingsgraad van het 25 beweegbare camera-onderdeel klein kan zijn. Wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt, is de camera in longitudinale, transversale en dikte-afmetingen goed in balans, waardoor de camera goed draagbaar is. Door voorts de zoeker aan de zijde van de belichtingslens aan te brengen wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt, kan de 30 camera van het doostype zijn en tevens van het barrièretype zijn, waarbij de belichtingslens op een eenvoudige wijze door het beweegbare onderdeel kan worden afgedekt wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt.-3- and thereafter developed by developing rollers or the like, the camera comprises at least one fixed part of the camera with a part holding the film cassette, an exposure lens, which is movable when the camera is folded, a reflex mirror, which is equally -5 is movable when folding the camera, a movable part of the camera, which is movable relative to both the exposure lens and the reflex mirror, a hinge to the support part, which is pivotally coupled to the fixed camera part and is provided at an edge of the reflex mirror, said edge being on the side closest to the film in the exposure position and disposed near the side of the film cassette opposite the film exit side thereof , and a viewfinder part whose optical axis, when the camera is in a photographic position, is parallel or nearly parallel to the direction where in the film advances during development and which part is close to the exposure lens, and when the camera is in the folded position, the exposure lens, which is locked with the movement of the movable camera part, is superimposed at the point at the edge of the film cassette exit side of the image frame or on the developing member, such as the developing rollers, is folded. According to the invention, the change in the camera position from the folded position to the position in which photographs are taken takes place by a relatively simple operation, whereby the opening degree of the movable camera part can be small. When in the folded position, the camera is well balanced in longitudinal, transverse and thickness dimensions, making the camera very portable. Furthermore, by arranging the viewfinder side of the exposure lens when the camera is in the folded position, the camera can be of the box type and also of the barrier type, whereby the exposure lens can be easily moved through the movable part covered when the camera is in the folded position.

Zoals in de Japanse publikatie nr. 112330/1976 is beschreven, 35 is het om de lichtvlek bij het beeldomkeertype te beletten, aan de reflexspiegel niet toegestaan om te dichtbij de filmvasthoudsectiezijde 8303627 # Μ -4- te worden gebracht. Indien derhalve de scharnier van het beweegbare onderdeel zich bevindt in een punt bij het snijpunt van het bovenvlak van het vaste onderdeel en het reflexspiegelvlak, kan de afmeting van het beweegbare deel klein zijn omdat de optische baan van het op-5 tische belichtingsstelsel relatief smal is, en ongeveer de helft is van de optische baan van het rechthoekige pyramidevormige lichaam, dat met de belichtingslens wordt gevormd wanneer de top in de onderste helft wordt gevouwen, zodat de afstand tussen het vaste onderdeel en het beweegbare onderdeel in de gevouwen positie klein kan zijn en een 10 miniaturisatie van de camera derhalve eenvoudig wordt gemaakt. Voorts kan de afstand tussen de gedeelten, die aan beide zijden van het vaste onderdeel van het boxtype aanwezig zijn, gemakkelijk worden vastgelegd, zodat de camera op een stabiele wijze in de hand kan worden gehouden op dezelfde wijze als die waarop een kijker wordt vastgehouden.As described in Japanese Publication No. 112330/1976, to prevent the light spot from the image reversal type, the reflex mirror is not allowed to be brought too close to the film holding section side 8303627 # Μ -4-. Therefore, if the hinge of the movable part is located at a point at the intersection of the top surface of the fixed part and the reflex mirror plane, the size of the movable part may be small because the optical path of the optical illumination system is relatively narrow , and is about half of the optical path of the rectangular pyramid-shaped body, which is formed with the exposure lens when the top is folded in the bottom half, so that the distance between the fixed part and the movable part in the folded position can be small and therefore miniaturization of the camera is made simple. Furthermore, the distance between the portions present on both sides of the box-type fixed part can be easily recorded, so that the camera can be stably hand-held in the same manner as a viewer is held.

15 Derhalve kan geen onbeoogde aanraking door vingers met de film, die uit de in de hand gehouden camera wordt uitgeworpen plaatsvinden evenmin als een onbeoogde bedekking met de hand van de belichtingslens van het lichtopvangvenster op het moment, dat de sluiter wordt vrijgegeven, hetgeen wel kan plaatsvinden bij gebruikelijke camera's.Therefore, no accidental finger touch with the film ejected from the hand-held camera can take place, nor can an accidental hand covering of the exposure lens of the light receiving window at the time the shutter is released, which can be take place with usual cameras.

20 De bovenbeschreven constructie volgens de uitvinding heeft de volgende voordelen: (1) De camera wordt, wanneer deze is ingevouwen, in een vorm van het boxtype goed gebalanceerd in longitudinale, transversale en hoogte-afmetingen en heeft een bijzonder goede draagbaarheid.The above-described construction according to the invention has the following advantages: (1) The camera, when folded, in a box-type form is well balanced in longitudinal, transverse and height dimensions and has particularly good portability.

25 (2) De camera bezit geen zoekeruitsteeksel zelfs wanneer de camera zich in de positie bevindt waarin foto's worden genomen, zodat de camera even stabiel kan worden vastgehouden als een kijker.25 (2) The camera does not have a viewfinder protrusion even when the camera is in the position for taking pictures, so that the camera can be held as stably as a viewer.

De sluitervrijgeefknop kan in een zodanige positie aanwezig zijn, dat deze op een eenvoudige wijze kan worden ingedrukt, zodat een 30 geringe beweging van de camera plaatsvindt en geen onbeoogde aan raking met de vingers van de film, die uit de filmuittreedopening wordt uitgeworpen, kan plaatsvinden.The shutter release button may be in such a position that it can be easily pressed so that there is a slight movement of the camera and no accidental contact with the fingers of the film ejected from the film exit opening can take place .

(3) De zoeker is duidelijk waarneembaar zonder gebruik van een complex optisch stelsel en omdat onder het oculair gedeelte van de zoeker 35 ' geen uitsteeksel aanwezig is, kan de zoeker op een eenvoudige wijze worden waargenomen.(3) The viewfinder is clearly observable without the use of a complex optical system and since there is no protrusion under the eyepiece portion of the viewfinder 35 ', the viewfinder can be easily observed.

8303627 ' £ -5- (4) Indien een enkel deksel aan de binnenzijde aanwezig is# kan de camera zonder camerahuis worden vervoerd dat wil zeggen, dat de camera van het barrièretype kan zijn, zodat op een eenvoudige wijze snapshots kunnen worden genomen.8303627 '£ -5- (4) If a single cover is provided on the inside #, the camera can be transported without a camera body, that is, the camera can be of the barrier type, so that snapshots can be easily taken.

5 (5) De constructie is eenvoudig: de overgang van de camera uit de gevouwen positie naar de positie waarin foto's worden genomen en omgekeerd is eenvoudig.5 (5) The construction is simple: the transition of the camera from the folded position to the position where pictures are taken and vice versa is simple.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij tonen: 10 fig. 1 en fig. 2 perspectivische aanzichten van een voorbeeld van een camera volgens de uitvinding, waarbij fig. 1 de camera in gevouwen positie toont, terwijl fig. 2 de camera in een positie toont waarin deze gereed is voor het nemen van foto's; fig. 3(a) en fig. 3(b) doorsneden van het openings-sluit-15 mechanisme van het beweegbare onderdeel en filmcassette-ingangs- en vasthoudsecties, beschouwd vanuit de pijl A volgens fig. 1 respectievelijk de pijl B van fig. 2; fig, 4(a) een bovenaanzicht en fig. 4(b) een doorsnede van het filmvoortbewegingsmechanisme, beschouwd vanuit de pijl C respeetieve-20 lijk de pijl D van fig. 1; fig. 5(a) een doorsnede over de lijn I-I van fig. 1 en fig. 5(b) een doorsnede over de lijn II-II van fig. 2; fig. 6(a) een doorsnede van de zoekereenheid over de lijn III-III van fig. 2, en fig. 6(b) een vooraanzicht van het zoekerstelsel; 25 fig. 7(a) een bovenaanzicht, beschouwd vanuit de pijl C van fig. 1, en fig. 7(b) een vooraanzicht beschouwd vanuit de pijl E van fig. 1; fig. 8(a) een bovenaanzicht van de elektronische flitseenheid, beschouwd vanuit de pijl F van fig. 2, en fig. 8(b) een vooraanzicht 30 van de elektronische flitseenheid, beschouwd vanuit de pijl G; fig. 9(a) en fig. 9(b) doorsneden van een tweede voorbeeld van een camera volgens de uitvinding; fig. 10(a) en fig. 10(b) doorsneden van een derde voorbeeld van een camera volgens de uitvinding; en 35 fig, 11 een tijdschema voor de voorbeelden volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. In these drawings: Fig. 1 and Fig. 2 show perspective views of an example of a camera according to the invention, in which Fig. 1 shows the camera in a folded position, while Fig. 2 shows the camera in a position in which it is ready for taking pictures; FIG. 3 (a) and FIG. 3 (b) are cross-sectional views of the opening-closing mechanism of the movable part and film cassette entry and holding sections, viewed from the arrow A of FIG. 1 and the arrow B of FIG. 2; FIG. 4 (a) is a plan view and FIG. 4 (b) is a cross-sectional view of the film advancing mechanism, viewed from the arrow C and arrow D of FIG. 1, respectively; Fig. 5 (a) is a cross-section on the line I-I of Fig. 1 and Fig. 5 (b) is a cross-section on the line II-II of Fig. 2; FIG. 6 (a) is a cross-sectional view of the viewfinder unit taken along line III-III of FIG. 2, and FIG. 6 (b) is a front view of the viewfinder system; Fig. 7 (a) is a plan view from the arrow C of Fig. 1, and Fig. 7 (b) is a front view from the arrow E of Fig. 1; Fig. 8 (a) is a top plan view of the electronic flash unit, viewed from the arrow F of Fig. 2, and Fig. 8 (b) is a front view of the electronic flash unit, viewed from the arrow G; Fig. 9 (a) and Fig. 9 (b) cross sections of a second example of a camera according to the invention; Fig. 10 (a) and Fig. 10 (b) cross sections of a third example of a camera according to the invention; and Fig. 11 shows a time schedule for the examples according to the invention.

8303627 # Μ -6-8303627 # Μ -6-

Voorbeelden van een zelf-ontwikkelende camera volgens de uitvinding zullen hierna gedetailleerd worden beschreven onder verwijzing naar de fig. 1 en 2, welke perspectivische aanzichten tonen. Terwijl fig. 1 de ingevouwen positie van de camera waarbij geen foto's 5 genomen, toont fig. 2 de positie van de camera in gereedheid voor het nemen van foto's, waarbij het beweegbare onderdeel 2 vanaf het vaste onderdeel 1 naar.de bovenste stand is bewogen. In deze figuren bevindt een sluiterknop 11 zich in een hoek van een zijde van het vaste onderdeel 1 en bevindt een elektronische flitsontsteekknop 11A zich bij de 10 sluiterknop 11. De sluiterknop 11 is zodanig opgesteld, dat de sluiter kan worden vrijgegeven wanneer de camera in de hand wordt gehouden. Aangezien de elektronische flitsontsteekknop 11A zich bij de sluiterknop 11 bevindt, kunnen bij normale fotografie de sluiterknop 11 en de elektronische flitsontsteekknop 11A gelijktijdig worden ingedrukt 15 om een flitslichtopname te maken.Examples of a self-developing camera according to the invention will be described in detail below with reference to Figs. 1 and 2, which show perspective views. While Fig. 1 shows the collapsed position of the camera with no pictures taken 5, Fig. 2 shows the position of the camera in readiness for taking pictures, with the movable part 2 being moved from the fixed part 1 to the top position . In these figures, a shutter button 11 is at an angle of one side of the fixed part 1 and an electronic flash firing button 11A is located at the shutter button 11. The shutter button 11 is arranged so that the shutter can be released when the camera is in the hand is held. Since the electronic flash firing button 11A is located at the shutter button 11, in normal photography, the shutter button 11 and the electronic flash firing button 11A can be simultaneously pressed 15 to take a flash light recording.

Met 12 is een zelf-focusserende grendelknop aangegeven, welke naar achteren kan worden bewogen voor een zelf-tempeerinstelling, en naar voren kan worden bewogen om de autofocusseringswaarde, wanneer deze is vastgelegd, te vergrendelen. De zelf-autofocusserende grendel-20 knop 12 kan ook worden bediend wanneer de camera in de hand wordt gehouden .12 designates a self-focusing latch knob, which can be moved backward for a self-timing setting, and moved forward to lock the autofocusing value when it is fixed. The self-autofocusing latch-20 button 12 can also be operated when the camera is held in the hand.

Fig. 3(a) toont een doorsnede van het openings-sluitmechanisme van het beweegbare onderdeel en de filmcassette-ingangs- en vasthoud-sectie, beschouwd vanuit de pijl A in fig. 1. Fig. 3(b) is een door-25 snede van het openings-sluitmechanisme van het beweegbare onderdeel en de filmcassette-ingangs- en vasthoudsectie, beschouwd vanuit de pijl B in fig. 2. Het beweegbare onderdeel 2, dat het foto-nemende lichaam is, en welk onderdeel is voorzien van een belichtingslens 3 en een reflexspiegel 5, wordt ondersteund door een schamierbaar onder-30 steuningsonderdeel 21, dat schamierbaar is gekoppeld met het vaste onderdeel 1, dat het lichaam vormt, dat de filmcassette C vasthoudt, waarbij het beweegbare onderdeel 2 om het schamieronderdeel 21 scharniert. De belichtingslens 3 en de reflexspiegel 5 zijn aan het beweegbare onderdeel 2 bevestigd en vormen integrale delen daarvan.Fig. 3 (a) shows a cross section of the opening-closing mechanism of the movable part and the film cassette entry and holding section, viewed from the arrow A in FIG. 1. FIG. 3 (b) is a cross-sectional view of the opening-closing mechanism of the movable part and the film cassette entry and holding section, viewed from the arrow B in Fig. 2. The movable part 2, which is the photo-taking body , and which part is provided with an exposure lens 3 and a reflex mirror 5, is supported by a pivotable support part 21 pivotally coupled to the fixed part 1, which forms the body, which holds the film cassette C, whereby the movable part 2 pivots around hinge part 21. The illumination lens 3 and the reflex mirror 5 are attached to the movable part 2 and form integral parts thereof.

35 Het vaste onderdeel 1 omvat een vasthoudorgaan voor het vasthouden van de filmcassette C, een ontwikkelroleenheid 7, en een filmuittreed- 8303627 - it 41 -7- opening 73 waaruit een ontwikkelde foto wordt uit geworpen. Het schar-nleronderdeel 21 bevindt zich in de buurt van het snijpunt van het buitenste vlak van het bovenvlak van het vaste onderdeel 1 en het vlak van de reflexspiegel 5 in de positie waarin foto's kunnen worden genomen..The fixed part 1 comprises a holding member for holding the film cassette C, a developing roller unit 7, and a film exit opening 73 -7 from which a developed photo is ejected. The hinge part 21 is located near the intersection of the outer plane of the top surface of the fixed part 1 and the plane of the reflex mirror 5 in the position for taking pictures.

5 Bet openings-sluitmechanisme vein het beweegbare onderdeel 2 heeft de volgende constructie;5 The opening-closing mechanism of the movable part 2 has the following construction;

Bet beweegbare onderdeel 2 bezit asm beide dwarszijden daarvan een paar grendelarmen 22. Eén uiteinde van elk van de grendelarmen 22 is gemonteerd op het draaipunt 23, dat op het beweegbare onderdeel 2 10 aanwezig is, en een rol 221, die zich aan het andere uiteinde van de grendelaxm 22 bevindt, kan passend glijden in een nokgleuf 14, welke in het vaste onderdeel aanwezig is, waarbij het uiteinde van de grendel-arm zich overeenkomstig het openen en sluiten van het beweegbare onderdeel 2 langs de gleuf beweegt. De grendelaxm 22 wordt in rechtse rich-15 ting door een niet-afgeheelde veer, die op het scharnierpunt 23 aanwezig is, veerkrachtig voorgespannen. Het beweegbare onderdeel 2 roteert, doordat het in rechtse richting naar boven wordt bewogen, het ondersteuningsonderdeel 21 om dit in de positie, gereed voor het nemen van foto's, te bewegen. Wanneer het beweegbare onderdeel 2 naar 20 beneden wordt bewogen door de grendelarmen 22 in linkse richting te bewegen, komt de camera in de gevouwen positie. Het openen en sluiten van het beweegbare onderdeel 2 geschiedt op een zeer eenvoudige wijze, zoals uit het bovenstaande blijkt. De voorzijde van het vaste onderdeel 1 is voorzien van een lichtschermonderdeel 19, dat in linkse 25 richting door een veer is voorgespannen om op het schamieronderdeel 191 te roteren teneinde de binnenzijde af te sluiten wanneer de camera zich in de positie voor het nemen van foto's bevindt. Voorts is het vaste onderdeel 1 voorzien van een elektronische flitsschakelaar 91, welke wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar door de grendelarmen 22 30 wordt ingedrukt op het moment, waarop het beweegbare onderdeel 2 naar boven wordt bewogen, waardoor het laden van de condensator voor de elektronische flitsinrichting wordt ingeleid.The movable part 2 also has a pair of locking arms 22 on both transverse sides thereof. One end of each of the locking arms 22 is mounted on the pivot 23, which is present on the movable part 2, and a roller 221, which is located at the other end of the locking axis 22, can fit appropriately into a cam slot 14 present in the fixed part, the end of the locking arm moving along the slot in accordance with the opening and closing of the movable part 2. The locking axle 22 is resiliently biased in a right-hand direction by a non-disengaged spring, which is present on the pivot point 23. The movable part 2 rotates the supporting part 21 by moving it upwards in the right direction to move it into the position ready for taking pictures. When the movable part 2 is moved downward by moving the locking arms 22 in the left direction, the camera comes into the folded position. The opening and closing of the movable part 2 takes place in a very simple manner, as is apparent from the above. The front of the fixed part 1 is provided with a light shield part 19, which is spring biased by a spring to rotate on the hinge part 191 to close the interior when the camera is in the picture taking position . Furthermore, the fixed part 1 is provided with an electronic flash switch 91, which is turned on when the switch is pressed by the locking arms 22 at the time when the movable part 2 is moved upwards, thereby charging the capacitor for the electronic flash device is introduced.

Het openings-sluitmechanisme voor het roldeksel 7 heeft de volgende constructie: 35 Het roldeksel 7 is een deksel, dat wordt geopend en gesloten bij een scharnierbeweging om het scharnierpunt 71, en bezit aan de 8303627 »* Μ -8- binnenzijde een paar filmvoortbewegingsrollen 72. Een filmvel, dat voor de filmvoortbewegingsrollen 72 wordt uitgeworpen, wordt via de filmuittreedopening 73 af gevoerd. De filmuittreedopening 73 is voorzien van een beweegbaar deksel 74, dat dient om licht te onderscheppen 5 behalve wanneer een behandeld filmvel uit de uittreedopening wordt uitgeworpen.The opening closing mechanism for the roll cover 7 has the following construction: The roll cover 7 is a cover which is opened and closed by a pivot movement about the pivot point 71, and has a pair of film advance rollers 72 on the inside. A film sheet ejected for the film advancing rollers 72 is discharged through the film exit opening 73. The film exit opening 73 is provided with a movable cover 74, which serves to intercept light except when a treated film sheet is ejected from the exit opening.

Wanneer de openings-sluitknop 75 voor het roldeksel, welke knop glijdbaar naar boven en naar beneden kan worden bewogen, naar boven wordt gedrukt, drukt een uitsteeksel 751, dat zich op de achterzijde 10 van de knop 75 bevindt, een klauw 76 naar boven. Wanneer de klauw 76 daarna in linkse richting om het draaipunt 761 wordt bewogen, wordt de samenwerking tussen een uitsteeksel 77, dat met de klauw 76 samenwerkt, verbroken. Het uitsteeksel 77 is een uitsteeksel, dat op het roldeksel 7 aanwezig is, zodat het roldeksel 7 wordt geopend bij een 15 scharnierbeweging om het draaipunt 71. Het inbrengen van een film- cassette C kan geschieden door het roldeksel 7 te openen en de film-cassette naar rechts te drukken. Het vaste onderdeel 1 is aan de binnenzijde voorzien van een niet-afgebeelde aanslag en wanneer de film-cassette C zover mogelijk wordt ingedrukt, vindt een elektrische ver-20 binding met de filmcassette C plaats door het elektrische contact 41. Wanneer het roldeksel 7 wordt gesloten, werkt het tandwiel 721, dat zich op één van de voortbewegingsrollen 72 bevindt, samen met een tandwiel G, dat zich binnen het vaste onderdeel 1 bevindt (fig. 4(b)). Fig. 4 toont het voornaamste deel van de filmvoortbewegingssectie.When the roll cover opening-closing button 75, which can be slidably moved up and down, is pushed upward, a projection 751 located on the back 10 of the button 75 pushes a claw 76 upward. When the claw 76 is then moved in a counterclockwise direction about the pivot 761, the cooperation between a protrusion 77 cooperating with the claw 76 is broken. The projection 77 is a projection, which is present on the roll cover 7, so that the roll cover 7 is opened by a hinge movement about the pivot point 71. The insertion of a film cassette C can be effected by opening the roll cover 7 and the film cassette to the right. The fixed part 1 is provided on the inside with a stop (not shown) and when the film cassette C is pressed as far as possible, an electrical connection is made to the film cassette C through the electrical contact 41. When the roll cover 7 is closed, the gear 721 located on one of the advancement rollers 72 cooperates with a gear G located within the fixed part 1 (Fig. 4 (b)). Fig. 4 shows the major part of the film advance section.

25 Fig. 4(a) is een doorsnede, beschouwd vanuit de pijl C en fig. 4(b) is een doorsnede beschouwd vanuit de pijl D van fig. 1. De omwentelingen van een rolaandrijfmotor Hl worden vanuit een tandwiel Gl, dat op de motor is gemonteerd, via de tandwielen van een tandwielreeks G, die met het tandwiel Gl samenwerken, overgedragen naar het tandwiel G2, 30 en wel zodanig, dat het tandwiel G2 één omwenteling uitvoert. Het tandwiel G2 is aan één zijde daarvan voorzien van een uitsteeksel 78. Een beweegbare plaat 79, die bij een gebogen gedeelte 791 daarvan met het uitsteeksel 78 samenwerkt, wordt door een veer 792 veerkrachtig in linkse richting voorgespannen, en de beweegbare plaat 79 voert bij 35 een omwenteling van het tandwiel G2 een laterale heen en weer gaande beweging uit, waarbij een verhoogd gedeelte 793, dat aanwezig is om de 8303627 - ϋ. ί» -9- film op de beweegbare plaat 79 te drukken, een boek van de film-cassette C aandrukt teneinde een filmvel binnen de cassette C naar rechts te bewegen. Bet naar rechts bewogen filmvel wordt dan via de filmuittreedopening 73 door de filmvoortbewegingsrollen 72 uitgeworpen.FIG. 4 (a) is a section viewed from the arrow C and FIG. 4 (b) is a section viewed from the arrow D of FIG. 1. The revolutions of a roller drive motor H1 are taken from a gear Gl 1 which is on the motor mounted, via the gears of a series of gears G, which cooperate with the gear G1, transferred to the gear G2, 30, such that the gear G2 performs one revolution. The gear G2 is provided on one side thereof with a projection 78. A movable plate 79, which cooperates with the projection 78 at a curved part 791 thereof, is resiliently biased in a left direction by a spring 792, and the movable plate 79 guides 35 a revolution of the gear G2 a lateral reciprocating movement, with a raised portion 793, which is present every 8303627 - ϋ. pressing the film onto the movable plate 79, pressing a book of the film cassette C to move a film sheet within the cassette C to the right. The film sheet moved to the right is then ejected through the film advance rollers 73 through the film advancing rollers 72.

5 Fig. 5(a) is een langsdoorsnede, beschouwd in de richting van de pijlen vanuit de lijn I-I van fig. 1 en fig. 5 (b) is een langsdoorsnede, beschouwd in de richting van de pijlen vanuit de lijn Il-ïl van fig. 2. Onder verwijzing naar deze figuren is de werking van de beweegbare spiegel en de optische baan als volgt: 10 De belichtingslens 3 en de reflexspiegel 5 zijn bevestigd aan het beweegbare onderdeel 2. Wanneer de camera zich in de ingevouwen positie bevindt, is de belichtingslens 3 overdekt door zowel het vaste onderdeel 1 als het beweegbare onderdeel 2. Wanneer het beweegbare onderdeel 2. vanuit de gevouwen positie van de camera naar 15 de bovenste positie wordt bewogen, als aangegeven in fig. 5(a), beweegt de reflexspiegel 5 zich tezamen met de beweging van het beweegbare onderdeel 2 geleidelijk naar boven. In de positie voor het nemen van foto’s, wordt het licht vanuit de optische van de belichtingslens 3 door de reflexspiegel 5 onder een hoek van 90° af gebogen om een film-20 vel loodrecht te treffen. De zijde van de reflexspiegel 5, welke naar het filmvel is gekeerd, behoud een constante afstand tot het filmvel, zodat in het fotobeeld geen "ghost" optreedt. De optische baan van het optische belichtingsstelsel is bij het reflecterende vlak van de reflexspiegel 5 zeer smal, zodat de afmetingen van de reflexspiegel en het 25 beweegbare onderdeel 2 klein kunnen worden gehouden.FIG. 5 (a) is a longitudinal section viewed in the direction of the arrows from the line II of FIG. 1 and FIG. 5 (b) is a longitudinal section viewed in the direction of the arrows from the line II-III of FIG. 2. With reference to these figures, the operation of the movable mirror and the optical path is as follows: 10 The exposure lens 3 and the reflex mirror 5 are attached to the movable part 2. When the camera is in the folded position, the exposure lens 3 covered by both the fixed part 1 and the movable part 2. When the movable part 2. is moved from the folded position of the camera to the top position, as shown in fig. 5 (a), the reflex mirror 5 moves together with the movement of the movable part 2 gradually upwards. In the photo taking position, the light from the optical of the exposure lens 3 is diffracted by the reflex mirror 5 at an angle of 90 ° to strike a film-20 sheet perpendicularly. The side of the reflex mirror 5 facing the film sheet maintains a constant distance from the film sheet so that no ghost occurs in the photo image. The optical path of the optical illumination system is very narrow at the reflecting surface of the reflex mirror 5, so that the dimensions of the reflex mirror and the movable part 2 can be kept small.

Cm de bovengenoemde optische baan via de belichtingslens 3 af te sluiten, is een balg 54, een lichtafschezmingsonderdeel in hulsvorm, bestaande uit doek, papier, enz. aanwezig, dat bij de ene opening daarvan de belichtingslens 3 bezit en bij de andere opening waarvan zich 30 het ondersteuningsgestel (apertuur) van de filmcassette C bevindt.To close the above optical path via the exposure lens 3, a bellows 54, a sleeve-shaped light barrier member consisting of cloth, paper, etc., is provided which has the exposure lens 3 at one opening thereof and at the other opening from which 30 is the support frame (aperture) of the film cassette C.

De balg 54 is een zodanige vorm, dat zich daarbinnen de reflexspiegel 5 bevindt en dient om de optische baan af te sluiten bij fotograferen en wordt, wanneer de camera zich in de gevouwen positie bevindt zodanig gevouwen, dat de balg vlak wordt.The bellows 54 is shaped to contain the reflex mirror 5 and serves to seal the optical path when photographing and, when the camera is in the folded position, is folded such that the bellows becomes flat.

35 Fig. 6 toont het zoekerstelsel. Fig. 6(a) is een langsdoorsnede, beschouwd in de richting van de pijlen vanuit de lijn III-III van fig. 2.FIG. 6 shows the viewfinder system. Fig. 6 (a) is a longitudinal section viewed in the direction of the arrows from line III-III of Figure 2.

--——-_ 8303627 ~ * m -ie---——-_ 8303627 ~ * m -ie-

Fig. 6(b) is een vooraanzicht van het zoekerstelsel. De zoeker 10 is een direkte zoeker, welke in het vaste onderdeel 1 aanwezig is en omvat een zoekerlëns 101 en een oculair 102 en daartussen relaislenzen 103 en· 104 teneinde het te fotograferen gebied (zichthoek) te bepalen.Fig. 6 (b) is a front view of the viewfinder system. The viewfinder 10 is a direct viewfinder, which is present in the fixed part 1 and comprises a viewfinder lenses 101 and an eyepiece 102 and relay lenses 103 and 104 therebetween to determine the area to be photographed (angle of view).

5 Een (niet-afgeheelde) semi-transparante spiegel bevindt zich tussen de lenzen van het oculair 102 teneinde als een Albada-zoeker het auto-focusseringsgebied te bepalen. Voorts is in het visuele veld, een lichtbron, zoals een lichtemissiediode (LEP) of dergelijke aanwezig om het voltooien van het laden van de condensator voor de elektro-10 nische flitsinrichting aan te geven. Verder is de in fig. 3 aangegeven SC de condensator voor de elektronische flitsinrichting.A (unhealed) semi-transparent mirror is disposed between the lenses of the eyepiece 102 to determine the auto-focusing area as an Albada viewfinder. Furthermore, in the visual field, a light source such as a light emission diode (LEP) or the like is provided to indicate completion of the charging of the capacitor for the electronic flash device. Furthermore, the SC shown in FIG. 3 is the capacitor for the electronic flash device.

Fig. 7 toont die mechanismen, welke verband houden met de be-lichtingslenssluiter en ΑΞ, waarbij fig. 7(a) een bovenaanzicht van het voornaamste onderdeel is, beschouwd vanuit de pijl C van fig. 1, 15 en fig. 7(b) een vooraanzicht van het voornaamste onderdeel is, beschouwd vanuit de pijl E van fig. 1.Fig. 7 shows those mechanisms associated with the illumination lens shutter and ΑΞ, with FIG. 7 (a) being a plan view of the main part, viewed from the arrow C of FIG. 1, 15 and FIG. 7 (b). front view of the main part, viewed from the arrow E of fig. 1.

Fig. 8 toont de onderlinge vergrendelrelaties tussen de AE, de autofocusseringseenheid en de elektronische flitseenheid 9 en de naar boven gerichte beweging van het beweegbare onderdeel 2, waarbij 20 fig. 8(a) een bovenaanzicht van het voornaamste deel van de elektronische flitseenheid is, beschouwd vanuit de pijl F van fig. 2, en fig. 8(b) een vooraanzicht hiervan is beschouwd vanuit de pijl G van fig. 2.Fig. 8 shows the interlocking relationships between the AE, the autofocusing unit and the electronic flash unit 9 and the upward movement of the movable part 2, wherein FIG. 8 (a) is a plan view of the main part of the electronic flash unit viewed from the arrow F of fig. 2, and fig. 8 (b) is a front view thereof viewed from the arrow G of fig. 2.

In fig. 7(a) en fig. 8(b), is 31 een EE-lichtontvangeenheid 25 voor belichting, die in het beweegbare onderdeel 2 aanwezig is. V<5ör het lichtopvangelement 311 bevinden zich een condensorlens en een komma-vormig, van een opening voorzien, lichtopvangmasker 312. Door de afdrukdichtheidsbesturingsknop 313, welke een integraal deel van de lichtopvangeenheid is, in laterale richting te bewegen, kan het 30 lichtopvanggebied van het lichtopvangelement 311 worden gevarieerd teneinde daardoor de afdrukdichtheid van een te fotograferen beeld te regelen.In Fig. 7 (a) and Fig. 8 (b), 31 is an EE light receiving unit 25 for illumination contained in the movable part 2. The light receiving element 311 includes a condenser lens and a comma-shaped apertured light receiving mask 312. By moving the print density control knob 313, which is an integral part of the light receiving unit, laterally, the light receiving area of the light receiving light receiving element 311 is varied to thereby control the print density of an image to be photographed.

Het in fig. 8(a) afgeheelde autofocusseringsstelsel is in het vaste onderdeel 1 aanwezig. Meer in het bijzonder is voor het vermijden 35 van parallax een infrarood-lichtemitterende inrichting 81 voor afstands-meting dicht bij de zoeker 10 opgesteld en is de lichtas van de infra- 8303627The autofocusing system shown in Fig. 8 (a) is contained in the fixed part 1. More specifically, to avoid parallax, an infrared light-emitting distance-measuring device 81 is arranged close to the viewfinder 10 and the light axis of the infra-8303627

%r A% r A

-11- rood-lichtemitterende inrichting 81 bijna parallel aan de optische as van de zoeker 10. Het 82 is een lichtopvangeenheld voor afs tandsmeting aangegeven en deze is zodanig, dat een lichtvlek, die op een object door het lichtemitterende element 811 van de infrarood-llchtemitterende 5 inrichting 81 en de lens 812 wordt geprojecteerd, op een halfgeleidend afstandsraeetelement 822 wordt gefocusseerd door de lens 821 van de lichtopvangeenheid, waarbij de afstandsmeting geschiedt overeenkomstig de positie van de op het halfgeleiderelement 822 gefocusseerde lichtvlek. Het autofocusseringsstelsel 8 bevindt zich boven de ontwikkel-10 eenheid en is bijna evenwijdig aan de optische as van de belichtings-lens 3 in het vaste onderdeel 1, zodat het stelsel een zodanige opbouw heeft, dat op een eenvoudige wijze een grote nauwkeurigheid kan worden verkregen.-11- red-light-emitting device 81 almost parallel to the optical axis of the viewfinder 10. The 82 is a distance-sensing light-collecting hero and is such that a light spot which is on an object through the light-emitting element 811 of the infrared The light emitting device 81 and the lens 812 is projected, a semiconductor spacing target element 822 is focused by the lens 821 of the light receiving unit, the distance being measured according to the position of the light spot focused on the semiconductor element 822. The autofocusing system 8 is located above the developing unit and is almost parallel to the optical axis of the illumination lens 3 in the fixed part 1, so that the system has such a construction that in a simple manner a high accuracy can be obtained .

Vervolgens zal de sluiterwerking worden toegelicht aan de hand 15 van de reeks fotografeerstappen en wel onder verwijzing naar fig. 7(b).Next, the shutter operation will be explained with reference to the series of photographing steps, referring to Fig. 7 (b).

De camera volgens de uitvinding heeft naast de reeds genoemde rolaandrijfmotor Ml nog een motor. Wanneer de sluiterknop wordt ingedrukt, doet de fotomotor M2 het tandwiel 321 omgekeerd in linkse richting roteren. Een pen 322, die aan het omtreksvlak van het tandwiel 20 321 aanwezig is, oscilleert de tussenhefboom 323 in rechtse richting en oscilleert voorts de aanslaghefboom 324 in linkse richting. Door de oscillatie van de aanslaghef 324 wordt de blokkering van de lenseenheid 325 door de daarop aanwezige haak 327 opgeheven, teneinde de lenseenheid 325, die door een veer 326 veerkrachtig in linkse richting 25 wordt voorgespannen, in linkse richting te roteren. De belichtingslens 3 is op de lenseenheid 325 gemonteerd. Omdat de lenseenheid 325 schroefvormig roteerbaar op het beweegbare onderdeel 2 is gemonteerd, wordt bij de rotatie van de lenseenheid 325 de belichtingslens 3 uitgeschakeld.In addition to the roller drive motor M1 already mentioned, the camera according to the invention has a motor. When the shutter button is pressed, the photomotor M2 rotates the gear 321 reverse in the left direction. A pin 322, which is present on the peripheral surface of the gear 20 321, oscillates the intermediate lever 323 in the right direction and further oscillates the stop lever 324 in the left direction. Owing to the oscillation of the stop lift 324, the blocking of the lens unit 325 by the hook 327 disposed thereon is released so as to rotate the lens unit 325, which is resiliently biased by a spring 326 in the left direction, in the left direction. The exposure lens 3 is mounted on the lens unit 325. Since the lens unit 325 is mounted for rotation on the movable part 2 in a helical manner, the exposure lens 3 is turned off when the lens unit 325 is rotated.

De rotatie van de lenseenheid 325 veroorzaakt, dat de autofocusserings-30 positiedectieweerstand 328 zich glijdend beweegt teneinde de lensa an-slagmagneet Mgl in werking te stellen door in de vergelijkingsinrich-ting de gedetecteerde spanning te vergelijken met de spanning, welke uit het autofocusseringselement 822 wordt ontvangen, waarbij de grendel-klauw 325 in linkse richting wordt geoscilleerd om te veroorzaken, 35 - dat de grendelklauw' zich in de palklauw beweegt, die op de lenseenheid 325 aanwezig is teneinde de rotatie van de lenseenheid 325 te beëindigen waarna de beweging van de belichtingslens 3 wordt beëindigd voor het 8303627 m « -12- tot stand brengen van een autofocussering.The rotation of the lens unit 325 causes the autofocusing position sensing resistor 328 to move to actuate the lens stop magnet Mg1 by comparing the detected voltage in the comparator with the voltage extracted from the autofocusing element 822. receiving, the locking claw 325 oscillating in the left direction to cause the locking claw to move in the pawl claw present on the lens unit 325 to terminate the rotation of the lens unit 325, after which the movement of the exposure lens 3 is terminated before autofocusing 8303627 m -12-.

Vervolgens wordt de sluiterstartmagneet Mg2 in werking gesteld om de voorbladhefboom 321 in linkse richting te roteren. Door de rotatie van de voorbladhefboom 331 wordt de sluiterverbinding 332 in 5 rechtse richting geroteerd, waardoor het in laterale richting beweegbare A-blad 333 en B-blad 334 wordt bewogen. Bet A-blad 333 beweegt zich naar links en het B-blad 334 beweegt-zich gelijktijdig naar rechts, waarbij wanneer de openingen van de beide bladen met elkaar samenvallen, het sluiterdiafragma wordt geopend.Then, the shutter trigger magnet Mg2 is actuated to rotate the front blade lever 321 counterclockwise. Rotation of the front blade lever 331 rotates the shutter link 332 in a clockwise direction to move the laterally movable A-blade 333 and B-blade 334. The A blade 333 moves to the left and the B blade 334 simultaneously moves to the right, opening the shutter diaphragm when the openings of the two blades coincide.

10 Wanneer de sluitermagneet Mg3 in werking treedt voor het sluiten van de sluiter ten gevolge van de informatie uit de EE-lichtopvang-eenheid 31 roteert de achterbladaanslaghefboom 335 in rechtse richting om de verbinding met het achterbladaandrijfonderdeel 337, dat door de veer 336 in rechtse richting wordt voorgespannen, te verbreken, 15 zodat het achterbladaandrijfonderdeel 337 in rechtse richting roteert teneinde de genoemde sluiterverbinding 332 in linkse richting tè roteren, waardoor het A-blad 333 naar rechts en het B-blad gelijktijdig naar links worden bewogen, waardoor derhalve het sluiterdiafragma wordt gesloten.When the shutter magnet Mg3 activates to close the shutter due to the information from the EE light receiving unit 31, the rear leaf stop lever 335 rotates in a clockwise direction around the connection to the rear leaf drive part 337, which is rotated in the right direction by the spring 336 is biased to break so that the backsheet drive member 337 rotates in the right direction to rotate said shutter link 332 in the left direction, thereby simultaneously moving the A blade 333 to the right and the B blade to the left, thus moving the shutter diaphragm closed.

20 De autofocussering geschiedt op de bovenbeschreven wijze, welke dan wordt gevolgd door de sluiterbelichting. Ten aanzien van de slui-terbèlasting roteert de bovengenoemde fotomotor M2 normaal, roteert het tandwiel 321 in rechtse richting en worden de bijbehorende onderdelen waaronder de lenseenheid 325 in de oorspronkelijke toestand 25 teruggebracht.The autofocusing is performed in the manner described above, which is then followed by the shutter exposure. With regard to the shutter load, the above-mentioned photomotor M2 rotates normally, the gear 321 rotates in the right direction and the associated parts including the lens unit 325 are returned to their original state.

Vervolgens zijn onderlinge vergrendelrelaties tussen de elektronische flitseenheid 9 en de naar boven gerichte beweging van het beweegbare onderdeel 2 aangegeven. Zowel fig. 8(a) als fig. 8(b). tonen de elektronische flitseenheid 9 in de toestand, waarbij deze uit de 30 optische as van de belichtingslens 3 uitsteekt. De elektronische flitseenheid 91 is tezamen met een in laterale richting beweegbaar onder-steuningsonderdeel 92 op het beweegbare onderdeel 2 gemonteerd. Een uitsteeksel 921 op het ondersteuningsonderdeel 92 is verbonden met een weinig samentrekkende draad 96 waarvan één uiteinde is verbonden met 35 een uitsteeksel 95 op het vaste onderdeel 1, en waarbij het uitsteeksel 921 voorts is verbonden met een flexibele veer 97, die in de 8303627 s·. * -13- samentrekkingsrichting is voorgespannen. Indien het beweegbare onderdeel 2 nu naar boven wordt bewogen, wordt de elektronische flitseen-heid 91 door de draad 96 zodanig bewogen, dat deze buiten de optische as van de belichtingslens 3 uitsteekt.Next, interlocking relationships between the electronic flash unit 9 and the upward movement of the movable part 2 are indicated. Both Fig. 8 (a) and Fig. 8 (b). show the electronic flash unit 9 in the state protruding from the optical axis of the exposure lens 3. The electronic flash unit 91 is mounted on the movable part 2 together with a laterally movable support member 92. A protrusion 921 on the support member 92 is connected to a low-contracting wire 96, one end of which is connected to a protrusion 95 on the fixed part 1, and wherein the protrusion 921 is further connected to a flexible spring 97, which in the 8303627 s ·. * -13- contraction direction is prestressed. If the movable part 2 is now moved upwards, the electronic flash unit 91 is moved through the wire 96 such that it protrudes beyond the optical axis of the exposure lens 3.

5 Indien het beweegbare onderdeel 2 naar beneden wordt gedrukt na het nemen van een foto, wordt de elektronische flitseenheid 91 door de spanning van de veer 97 in het beweegbare onderdeel 2 gebracht.If the movable part 2 is pressed down after taking a photo, the electronic flash unit 91 is introduced into the movable part 2 by the tension of the spring 97.

Het deze camera worden bij het opvouwen van het beweegbare onderdeel 2, een zoekervenster 106, de autofocusseringsvensters 83 -en 84 10 die op het vaste onderdeel aanwezig zijn, afgedekt door een afdekplaat 85. In fig. 8(a) en fig. 8(b) bezit het vaste onderdeel 1 een draaipunt 86 en een L-vormige hefboom 87, die om het draaipunt 86 kan scharnieren. Een uiteinde 871 van de L-vormige hefboom 87 werkt samen met een uitsteeksel 851, dat op een in laterale richting beweeg-15 bare dekplaat 85 aanwezig is, en. een uitsteeksel 872, dat aan het andere uiteinde aanwezig is, werkt samen met het beweegbare onderdeel 2. De L-vormige hefboom 87 wordt door een veer 88 in linkse richting voorgespannen, zodat het uitsteeksel 872 op de L-vormige hefboom 87 tegen het ondervlak van het beweegbare onderdeel 2 drukt. Indien het 20 beweegbare onderdeel 2 nu naar boven wordt bewogen, wordt de L-vormige hefboom 97 door de kracht van de voorspanningsveer 88 in linkse richting geroteerd om de dunne dekplaat 85 zodanig te bewegen, dat de opening in de dekplaat samenvalt met de autofocusseringsvensters 83 en 84, en wordt de dekplaat uit de positie daarvan voor het bedekken van de 25 zoekervensters 106 bewogen, waardoor derhalve het zoekervenster 106, de autofocusseringsvensters 83 en 84 zich alle in de open toestand bevinden.In folding the movable part 2, a viewfinder window 106, the autofocusing windows 83 and 84 which are present on the fixed part are covered by a cover plate 85. In fig. 8 (a) and fig. 8 ( b) the fixed part 1 has a pivot 86 and an L-shaped lever 87 which can pivot about the pivot 86. An end 871 of the L-shaped lever 87 cooperates with a projection 851, which is provided on a laterally movable cover plate 85, and. a projection 872, which is provided at the other end, cooperates with the movable part 2. The L-shaped lever 87 is biased by a spring 88 in the left direction, so that the projection 872 on the L-shaped lever 87 against the bottom surface of the movable part 2. If the movable part 2 is now moved upwards, the L-shaped lever 97 is rotated in the left direction by the force of the biasing spring 88 to move the thin cover plate 85 such that the opening in the cover plate coincides with the autofocusing windows 83 and 84, and the cover plate is moved out of its position to cover the viewfinder windows 106, so that the viewfinder window 106, the autofocusing windows 83 and 84 are all in the open state.

Wanneer het beweegbare onderdeel 2 naar beneden wordt bewogen naar de ingevouwen positie, wordt de L-vormige hefboom 87 door het 30 beweegbare onderdeel 2 in rechtse richting geroteerd, waarbij de dekplaat 85 zich naar links beweegt, en worden dan het zoekervenster 106, de autofocusseringsvensters 83 en 84 alle afgesloten door de dekplaat 85, zodat zij zich in de gesloten toestand bevinden.When the movable part 2 is moved down to the collapsed position, the L-shaped lever 87 is rotated in the right direction by the movable part 2, the cover plate 85 moves to the left, and then the viewfinder window 106, the autofocusing windows 83 and 84 are all closed by the cover plate 85 so that they are in the closed position.

Boven is een eerste voorbeeld van de uitvinding beschreven.A first example of the invention has been described above.

35 De fig. 9(a) en (b) en fig. 10(a) en (b) zijn doorsneden van respectievelijk tweede en derde uityoeringsvormen.Figs. 9 (a) and (b) and Figs. 10 (a) and (b) are sectional views of second and third designs, respectively.

8303627 -14-8303627 -14-

In fig. 9 is een tweede uitvoeringsvorm aangegeven, welke van de eerste uitvoeringsvorm daarin verschilt, dat de zoekereenheid 10a zich in het beweegbare onderdeel 2a bevindt. Een objectieflens 101a bestaande uit een concave lens, is evenwijdig aan de belichtingslens 5 3a op het beweegbare onderdeel 2a bevestigd, en een oculair 102a is gemonteerd op een zoekerondersteuningsonder 103a, dat ten opzichte van het beweegbare onderdeel 2a beweegbaar is. Het zoekerondersteunings-onderdeel 103a is mechanisch vergrendelbaar met het beweegbare onderdeel 2a of kan met de hand worden bewogen. Wanneer in de positie voor 10 het nemen van foto's het beweegbare onderdeel 2a naar boven wordt bewogen, bevindt de zoeker 10a zich in de toestand, waarbij deze kan worden waargenomen, terwijl in de toestand, waarbij het beweegbare onderdeel 2a is ingevouwen, de zoeker 10a eveneens is ingevouwen.Fig. 9 shows a second embodiment, which differs from the first embodiment in that the viewfinder unit 10a is located in the movable part 2a. An objective lens 101a consisting of a concave lens is mounted parallel to the illumination lens 3a on the movable part 2a, and an eyepiece 102a is mounted on a viewfinder support bottom 103a, which is movable relative to the movable part 2a. The viewfinder support member 103a is mechanically lockable with the movable member 2a or can be moved manually. When the movable part 2a is moved upward in the picture taking position, the viewfinder 10a is in the state where it can be detected, while in the state where the movable part 2a is folded in, the viewfinder 10a is also folded in.

Bij deze uitvoeringsvorm is de optische as van de zoeker zo dichtbij 15 de optische as van de belichtingslens gelegen, dat de parallax zeer klein is.In this embodiment, the optical axis of the viewfinder is so close to the optical axis of the exposure lens that the parallax is very small.

Bij de derde in fig. 10 af geheelde uitvoeringsvorm, is het verschil met de eerstgenoemde uitvoeringsvorm, dat terwijl bij de eerste uitvoeringsvorm de belichtingslens 3 en de reflexspiegel 5 alle 20 aan het beweegbare onderdeel 2 zijn bevestigd, bij de derde uitvoeringsvorm de belichtingslens 3b beweegbaar is ten opzichte van het beweegbare onderdeel 2b en de reflexspiegel 5b vast is ten opzichte van het beweegbare onderdeel 2b. De belichtingslens 3b is bevestigd aan een grendelhefboom 22b, die een scharnierpunt 23b op het beweegbare onder-25 deel 2b bezit en langs een nokgleuf 14b, die in het vaste onderdeel lb aanwezig is, kan glijden. Wanneer derhalve het beweegbare onderdeel 2b naar de bovenste positie wordt bewogen, wordt de optische as van de belichtingslens 3b· bijna evenwijdig aan het vlak van de film en maakt de as een hoek van ongeveer 45° met het vlak van de reflexspiegel 5b, 30 terwijl in de ingevouwen positie, waarbij het beweegbare onderdeel 2b naar beneden is gedrukt, de belichtingslens 3b zich bevindt in een positie, als aangegeven in fig. 10(a). Het mechanisme bij deze uitvoeringsvorm is iets- meer complex dan bij de eerste uitvoeringsvorm, doch heeft het voordeel, dat de camera dunner kan worden uitgevoerd 35 en in de ingevouwen positie meer compact is.In the third embodiment shown in Fig. 10, the difference with the first-mentioned embodiment is that while in the first embodiment the exposure lens 3 and the reflex mirror 5 are all attached to the movable part 2, in the third embodiment, the exposure lens 3b is movable with respect to the movable part 2b and the reflex mirror 5b is fixed with respect to the movable part 2b. The exposure lens 3b is attached to a locking lever 22b, which has a pivot point 23b on the movable part 2b and can slide along a cam slot 14b present in the fixed part 1b. Therefore, when the movable part 2b is moved to the upper position, the optical axis of the exposure lens 3b · becomes almost parallel to the plane of the film and the axis makes an angle of about 45 ° with the plane of the reflex mirror 5b, 30 while in the collapsed position, with the movable part 2b pressed down, the exposure lens 3b is in a position as shown in Fig. 10 (a). The mechanism in this embodiment is slightly more complex than in the first embodiment, but has the advantage that the camera can be made thinner and more compact in the folded position.

8303627 '·* -15-8303627 '* -15-

De constructie van de camera volgens de uitvinding is bovenbeschreven. De manipulatie en mechanische werking van de camera bij de uitvoeringsvormen zijn als volgt:The construction of the camera according to the invention has been described above. The manipulation and mechanical operation of the camera in the embodiments are as follows:

Eerst wordt een filmcassette C ingebracht. Door de openings-5 sluitknop 75 van het roldeksel 7 in te drukken, wordt het roldeksel 7 geopend. Daarna worden wanneer de filmcassette C is ingebracht en het deksel 7 is gesloten de filmvoortbewegingsrollen 72 in samenwerking gebracht met de filmvoortbewegingstandwielen, teneinde daardoor de rollen aan te drijven.First, a film cassette C is inserted. By pressing the opening-5 closing button 75 of the roll cover 7, the roll cover 7 is opened. Then, when the film cassette C is inserted and the lid 7 is closed, the film advancing rollers 72 are brought into interaction with the film advancing gears to thereby drive the rollers.

10 Wanneer het beweegbare onderdeel 2 naar bovenste positie wordt bewogen, wordt (1) een pal in de draagbare toestand vrijgegeven, (2) de elektronische flitseenheid 91 naar buiten gestoken, (3) de belichtingslens 3 en de reflexspiegel 5 ingesteld, (4) de balg 54 ingesteld, (5) de elektronische flitsschakelaar 91 ingeschakeld, 15 (6) het lichtschermonderdeel 19 naar de lichtafschermpositie bewogen, en (7) het ondersteuningsonderdeel 4 vergrendeld.10 When the movable part 2 is moved to the top position, (1) a catch is released in the portable state, (2) the electronic flash unit 91 is extended, (3) the exposure lens 3 and the reflex mirror 5 are adjusted, (4) the bellows 54 adjusted, (5) the electronic flash switch 91 turned on, 15 (6) moved the light shield member 19 to the light shield position, and (7) the support member 4 locked.

De reeks handelingen bij het nemen van een foto is aangegeven in het tijddiagram.The sequence of actions when taking a photo is indicated in the time chart.

Set invouwen van de camera geschiedt door de grendeIhefbomen 20 22 aan een druk te onderwerpen teneinde het beweegbare onderdeel 2 naar beneden te drukken.The folding of the camera takes place by subjecting the locking levers 20 22 to a pressure in order to push the movable part 2 downwards.

'8303 62 78303 62 7

Claims

1. Foldable self-developing camera, into which a film cassette can be inserted in the exposure position, a film sheet contained in the film cassette can be subjected to light emanating from an object through an exposure lens and the reflex mirror, 5 and the exposed film thereafter can be developed by developing rollers or the like, characterized by at least one fixed camera part with a holding part for holding the film cassette, wherein the exposure lens moves during the folding operation of the camera, the reflex mirror is movable with the folding movement of the camera, a movable camera part, which is movable relative to the exposure lens and the reflex mirror, a pivotable support part to support the movable part of the camera pivotally coupled to the fixed camera part, the support part being at an edge from the reflex-15 mirror to the closest to the film empty side and near the side opposite the film exit side of the film cassette when the camera is in a position for taking pictures, locking the exposure lens, which when the camera is folded, with the movement of the camera. The bare camera part is folded to be superimposed on the edge of the image frame on the exit side of the film cassette or on the developing part, such as the developing rollers.

Self-developing camera according to claim 1, characterized in that when the movable camera part is in the folded position, the exposure lens is covered at least with a part of the fixed camera part.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that the reflex mirror and / or the exposure lens is attached to the movable camera part.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that the viewfinder part is arranged in the fixed camera part parallel to the optical axis of the exposure lens.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that the pivotally supported part in the region of 8303627 -17- the intersection of the top plane of the fixed earnera part 1 and the plane of the reflex mirror in the position in which photos can be taken has been made.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that the width of the movable camera part is smaller than the width of the fixed camera part and the fixed camera part is provided on its transverse sides. mounting means for holding the camera at the time of shooting, the camera becoming the box type when the camera is in the folded position.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that an autofocusing system element is present above the developing section within the fixed camera part.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that an electronic flash unit protrudes beyond the optical axis of the exposure lens or is moved to the top or bottom position with the movement of the movable camera part.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that when the movable camera part is moved to the bottom position, a cover plate is moved around the viewfinder window, the autofocusing windows and the like, which are in the fixed camera part are present, cover.

Self-developing camera according to claim 1 or 2, characterized in that the charging of the electronic flash unit is initiated when the movable camera part is moved upwards to the operative position. 8303627