NL8302290A - MODULERIZED COMPUTER SYSTEM. - Google Patents
MODULERIZED COMPUTER SYSTEM. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8302290A NL8302290A NL8302290A NL8302290A NL8302290A NL 8302290 A NL8302290 A NL 8302290A NL 8302290 A NL8302290 A NL 8302290A NL 8302290 A NL8302290 A NL 8302290A NL 8302290 A NL8302290 A NL 8302290A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- push
- call
- cursor
- pop
- computer
- Prior art date
Links
- 230000015654 memory Effects 0.000 claims description 137
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims description 34
- 239000000872 buffer Substances 0.000 claims description 26
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 15
- 230000006870 function Effects 0.000 claims description 14
- 238000013475 authorization Methods 0.000 claims description 13
- 230000008569 process Effects 0.000 claims description 5
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims description 4
- 230000004044 response Effects 0.000 claims description 4
- 238000003860 storage Methods 0.000 claims description 4
- 239000004568 cement Substances 0.000 claims 2
- BDEDPKFUFGCVCJ-UHFFFAOYSA-N 3,6-dihydroxy-8,8-dimethyl-1-oxo-3,4,7,9-tetrahydrocyclopenta[h]isochromene-5-carbaldehyde Chemical compound O=C1OC(O)CC(C(C=O)=C2O)=C1C1=C2CC(C)(C)C1 BDEDPKFUFGCVCJ-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims 1
- IALWCYFULVHLEC-UHFFFAOYSA-N 4-(octyloxy)benzoic acid Chemical compound CCCCCCCCOC1=CC=C(C(O)=O)C=C1 IALWCYFULVHLEC-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims 1
- 101100028082 Arabidopsis thaliana OPR3 gene Proteins 0.000 claims 1
- 241000736839 Chara Species 0.000 claims 1
- 241000283715 Damaliscus lunatus Species 0.000 claims 1
- 241000976924 Inca Species 0.000 claims 1
- 241001465805 Nymphalidae Species 0.000 claims 1
- 241001670273 Ooia Species 0.000 claims 1
- 101100280944 Pisum sativum PETF gene Proteins 0.000 claims 1
- 230000004397 blinking Effects 0.000 claims 1
- 101150014174 calm gene Proteins 0.000 claims 1
- 210000005069 ears Anatomy 0.000 claims 1
- 239000003990 capacitor Substances 0.000 description 31
- 238000009826 distribution Methods 0.000 description 7
- 238000004891 communication Methods 0.000 description 6
- 238000013461 design Methods 0.000 description 6
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 5
- 230000008859 change Effects 0.000 description 4
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 4
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 3
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 description 3
- 238000004804 winding Methods 0.000 description 3
- 239000002253 acid Substances 0.000 description 2
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 2
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 2
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 238000011835 investigation Methods 0.000 description 2
- 230000005291 magnetic effect Effects 0.000 description 2
- 238000012546 transfer Methods 0.000 description 2
- 208000031361 Hiccup Diseases 0.000 description 1
- 241001508691 Martes zibellina Species 0.000 description 1
- 230000032683 aging Effects 0.000 description 1
- 230000033228 biological regulation Effects 0.000 description 1
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 description 1
- 239000013256 coordination polymer Substances 0.000 description 1
- 238000011161 development Methods 0.000 description 1
- 230000018109 developmental process Effects 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 239000004973 liquid crystal related substance Substances 0.000 description 1
- 239000011159 matrix material Substances 0.000 description 1
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 1
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 description 1
- 230000010355 oscillation Effects 0.000 description 1
- 230000003071 parasitic effect Effects 0.000 description 1
- 238000011160 research Methods 0.000 description 1
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 1
- 239000004065 semiconductor Substances 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
- 238000005303 weighing Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06F—ELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
- G06F3/00—Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
- G06F3/01—Input arrangements or combined input and output arrangements for interaction between user and computer
- G06F3/02—Input arrangements using manually operated switches, e.g. using keyboards or dials
- G06F3/0227—Cooperation and interconnection of the input arrangement with other functional units of a computer
-
- G—PHYSICS
- G06—COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
- G06F—ELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
- G06F1/00—Details not covered by groups G06F3/00 - G06F13/00 and G06F21/00
- G06F1/16—Constructional details or arrangements
- G06F1/1613—Constructional details or arrangements for portable computers
- G06F1/1632—External expansion units, e.g. docking stations
-
- G—PHYSICS
- G09—EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
- G09G—ARRANGEMENTS OR CIRCUITS FOR CONTROL OF INDICATING DEVICES USING STATIC MEANS TO PRESENT VARIABLE INFORMATION
- G09G5/00—Control arrangements or circuits for visual indicators common to cathode-ray tube indicators and other visual indicators
- G09G5/14—Display of multiple viewports
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02J—CIRCUIT ARRANGEMENTS OR SYSTEMS FOR SUPPLYING OR DISTRIBUTING ELECTRIC POWER; SYSTEMS FOR STORING ELECTRIC ENERGY
- H02J7/00—Circuit arrangements for charging or depolarising batteries or for supplying loads from batteries
- H02J7/0029—Circuit arrangements for charging or depolarising batteries or for supplying loads from batteries with safety or protection devices or circuits
- H02J7/0031—Circuit arrangements for charging or depolarising batteries or for supplying loads from batteries with safety or protection devices or circuits using battery or load disconnect circuits
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Human Computer Interaction (AREA)
- Computer Hardware Design (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Power Sources (AREA)
- Control Of Indicators Other Than Cathode Ray Tubes (AREA)
Description
N.0. 31919 1N.0. 31919 1
Gemoduleriseerd computerstelsel.Modulerized computer system.
De uitvinding heeft betrekking op een gecomputeriseerd gegevens-verwerkingsstelsel en heeft meer in het bijzonder betrekking op een gemoduleriseerd stelsel. De uitvinding heeft eveneens betrekking op schakelingen en stelsels in samenhang met de verdeling van vermogen in com-5 puters en dergelijke.The invention relates to a computerized data processing system and more particularly relates to a modulerized system. The invention also relates to circuits and systems in connection with the distribution of power in computers and the like.
Tegenwoordig zijn er een aantal gemoduleriseerde computerstelsels. Hiernaar wordt verwezen met "suitcase” of "attache koffer" computers. Dergelijke stelsels omvatten in het algemeen een kleine computer die een centrale verwerkingseenheid (CPU) en invoer/uitvoer (I/O) inrich-10 tingen, zoals een toetsenbord en een weergeefinrichting, heeft. De computers zijn ontworpen om informatie op te slaan en om met andere eenheden samen te werken, zoals floppy disk aandrijvingen, CRT weergeefin-richtingen, drukkers, en dergelijke. In het algemeen is bij deze computers gebleken dat zij omvangrijk zijn, vaak meer dan 20 pond wegen, dat 15 zij een grote hoeveelheid vermogen opnemen, en dat zij een beperkte werkcyclus hebben waardoor een frequente oplading en hernieuwde oplading van hun batterijen nodig is opdat zij kunnen werken. Verder zijn dergelijke inrichtingen beperkt op het tijdstip van vervaardiging ten aanzien van welke specifieke randapparatuur zij kunnen gebruiken, tfan-20 neer derhalve een randapparaat verwisseld wordt op een manier die ten tijde van de vervaardiging van de computer niet overwogen is of wanneer een nieuw randapparaat gewenst is, zal de computer gemodificeerd moeten worden.Today there are a number of modulerized computer systems. These are referred to as "suitcase" or "attache suitcase" computers Such systems generally include a small computer which has a central processing unit (CPU) and input / output (I / O) devices, such as a keyboard and a display device The computers are designed to store information and interact with other units, such as floppy disk drives, CRT displays, printers, etc. Generally, these computers have been found to be bulky, often weighing more than 20 pounds, that they absorb a large amount of power, and that they have a limited duty cycle requiring frequent charging and recharging of their batteries for operation In addition, such devices are limited at the time of manufacture. with regard to which specific peripherals they can use, tfan-20 therefore a peripheral is exchanged in a manner that at the time of the manufacture of the computer has not been considered or if a new peripheral is desired, the computer will have to be modified.
Een ander nadeel van dergelijke verdwijnende computers is het 25 gebruik van voedingsbronnen van korte levensduur. Batterijen met lange levensduur zijn vaak omvangrijk, en door hun toepassing wordt het gewicht van de eenheid nog aanzienlijk vergroot. Verder veroorzaken bewa-kingsschakelingen, gebruikt om te bepalen of batterijen nog voldoende spanning hebben om de computer te bedienen of om te verhinderen dat de 30 computer ingeschakeld wordt, gewoonlijk enige vermogensafname zelfs wanneer de computer uitgeschakeld is waardoor de begrensde werklevens-duur van de batterijen verder afneemt.Another drawback of such disappearing computers is the use of short-lived power sources. Long-life batteries are often bulky, and their application greatly increases the weight of the unit. Furthermore, monitoring circuits used to determine whether batteries still have enough voltage to operate the computer or to prevent the computer from turning on usually cause some power loss even when the computer is turned off, thereby limiting the operating life of the batteries further decreases.
Vele benaderingen om de vermogensopname uit batterijen te beperken zijn bekend. Het is derhalve bekend om op levensduur van batterijen te 35 besparen door de batterijen zodanig te schakelen dat zij op selectieve wijze in serie of parallel aangesloten zijn in overeenstemming met tenminste een vooraf bepaalde toestand, zoals een verschijnsel of spanningsniveau. Het is eveneens bekend om een aanduiding van spanningsni- 8302290 *·· >> 2 , veau te verschaffen door middel van enig waarschuwingsorgaan, zoals een lamp» om de gebruiker te waarschuwen dat de voeding binnenkort zal mankeren.Many approaches to limit power consumption from batteries are known. It is therefore known to save battery life by switching the batteries so that they are selectively connected in series or parallel according to at least one predetermined state, such as a phenomenon or voltage level. It is also known to provide an indication of voltage level by means of any warning means, such as a lamp, to warn the user that the power supply will shortly fail.
Gemeend wordt dat het in de bekende techniek bekend is om een com-5 putergeheugen te verschaffen voor het opslaan van informatie in hetzelfde patroon of rangschikking als deze informatie zou zijn wanneer weergegeven op een standaard CRI weergeefinrichting. Terwijl dergelijke computers een weergave van kleiner vermogen hebben wordt gemeend dat het bekend is om de kleinere weergave als een "venster" te behandelen 10 dat de informatie in het geheugen presenteert en om het "venster" ten opzichte van de geheugenweergave te "verrollen (scroll)" of te bewegen. Een dergelijke weergave wordt gemeend geïdentificeerd te zijn als een Osborne computer in de uitgave van het Byte Magazine van juni 1982.It is believed that it is known in the prior art to provide a computer memory for storing information in the same pattern or arrangement as this information would be when displayed on a standard CRI display. While such computers have a smaller power display, it is believed that it is known to treat the smaller display as a "window" that presents the information in memory and "scroll" the "window" relative to the memory display (scroll ) "or to move. Such a display is believed to have been identified as an Osborne computer in the June 1982 issue of Byte Magazine.
Anderzijds wordt gemeend dat de toepassing van een "venster" weer-15 gave in combinatie met een opgeslagen grotere weergave, die dan eveneens verbonden kan zijn met een CRT weergave op een apart tijdstip of op hetzelfde tijdstip en waarin de weergaven voor wat betreft regel en tekenpositie gecoördineerd kunnen zijn, tot nu toe niet bekend is.On the other hand, it is believed that the application of a "window" display in combination with a stored larger display, which may then also be associated with a CRT display at a separate time or at the same time, and showing the line and drawing position can be coordinated, hitherto unknown.
De uitvinding beoogt middelen te verschaffen om het niveau te be-20 palen van de batterijspanning van een batterijgevoed stelsel, waarin de bepalingsmiddelen van de batterij zijn weggenomen wanneer de inrichting niet in gebruik is.The object of the invention is to provide means for determining the level of the battery voltage of a battery-powered system, in which the determination means are removed from the battery when the device is not in use.
De uitvinding beoogt eveneens een intelligente omschakeling van batterijvoedingsbronnen te verschaffen binnen een computer teneinde de 25 werklevensduur van de batterij te verlengen en teneinde de levensduur van de batterij streng aan te houden.The invention also aims to provide an intelligent switchover of battery power sources within a computer in order to extend the working life of the battery and to strictly maintain the life of the battery.
De uitvinding beoogt eveneens een computer te verschaffen die het vermogen heeft om zijn werking te veranderen teneinde randapparatuur te aanvaarden en daarmee samen te werken, van welke randapparatuur de 30 werkeisen op het tijdstip van de konstruktie van de computer niet bekend waren.The invention also aims to provide a computer which has the ability to change its operation in order to accept and interact with peripherals, the peripherals of which the work requirements were not known at the time of the computer's construction.
De uitvinding beoogt eveneens een computer te verschaffen die goed draagbaar, goedkoop te vervaardigen, gemakkelijk en eenvoudig in gebruik is.Another object of the invention is to provide a computer that is highly portable, inexpensive to manufacture, easy and simple to use.
35 De uitvinding beoogt eveneens een I/O weergave te verschaffen die een vooraf bepaald deel kopieert of herhaalt van de informatie uit een bepaald gebied van een geheugen teneinde hierdoor een "venster" in het geheugen te verschaffen.Another object of the invention is to provide an I / O display that copies or repeats a predetermined portion of the information from a particular area of a memory to thereby provide a "window" in the memory.
De uitvinding beoogt eveneens middelen te verschaffen om het ven-40 ster rond het bepaalde gebied te verrollen.Another object of the invention is to provide means for rolling the window around the defined region.
83 02 290' * 4 383 02 290 '* 4 3
De uitvinding beoogt eveneens een computer te verschaffen met een "venster” weergave dat naar vooraf bepaalde delen van het gebied onafhankelijk van een cursor positie bewogen kan worden.The invention also aims to provide a computer with a "window" display that can be moved to predetermined parts of the area independently of a cursor position.
De uitvinding beoogt eveneens middelen te verschaffen om bij in-5 struktie de bewogen "venster" weergave terug te voeren naar de de cursor weergevende positie.The invention also aims to provide means for returning the moved "window" display to the cursor-displaying position upon instruction.
De uitvinding beoogt eveneens een computer te verschaffen die, bij IN schakeling, zichzelf voor gebruik met randapparatuur configureert.The invention also aims to provide a computer which, when switched ON, configures itself for use with peripherals.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt een computer verschaft 10 die daarin een centrale verwerkingseenheid (CPU) en lees/schrijfgeheu-genmiddelen heeft. De lees/schrijfgeheugenmiddelen hebben opgedragen plaatsen die gereserveerd zijn voor het simuleren van de regels en tekenplaatsen van een I/O weergave. Er zijn eveneens I/O middelen aangebracht. De I/O middelen omvatten een alfanumeriek toetsenbord en een 15 alfanumeriek weergeeforgaan. De I/O weergave heeft aanzienlijk minder capaciteit dan de gesimuleerde I/O weergave in de lees/schrijfgeheugenmiddelen. De I/O middelen zijn verbonden met de CPU en de lees/schrijfgeheugenmiddelen zodanig dat het weergeeforgaan een "venster” in de gesimuleerde weergave verschaft. De in het "venster" weergegeven informa-20 tie kopieert of herhaalt de informatie in de overeenkomstige teken- en regelplaatsen in de gesimuleerde weergave. Het toetsenbord bevat tenminste een middel om een instruktie aan de CPU af te geven. Deze in-struktie doet de CPU op selectieve wijze extra informatie van de gesimuleerde weergave kopiëren en neemt overmaat aan informatie van de I/O 25 weergave weg teneinde hierdoor het "venster” te doen bewegen of verrollen ten opzichte van de gesimuleerde weergave.According to an aspect of the invention, there is provided a computer having a central processing unit (CPU) and read / write memory means therein. The read / write memory means has dedicated locations reserved for simulating the rules and drawing locations of an I / O display. I / O means are also provided. The I / O means include an alphanumeric keyboard and an alphanumeric display. The I / O display has considerably less capacity than the simulated I / O display in the read / write memory means. The I / O means are connected to the CPU and the read / write memory means such that the display provides a "window" in the simulated display. The information displayed in the "window" copies or repeats the information in the corresponding drawing. and control locations in the simulated display The keyboard contains at least one means of delivering an instruction to the CPU This instruction selectively causes the CPU to copy additional information from the simulated display and takes excess information from the I / O 25 display to thereby move or scroll the "window" relative to the simulated display.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een computer verschaft van het type dat aan een aantal randapparaten gekoppeld kan worden en daarmee samen kan werken. Elk randapparaat is verbonden met een 30 modulaire eenheid. De computer volgens de uitvinding heeft een CPU en lees/schrijfgeheugenmiddelen. De lees/schrijfgeheugenmiddelen zijn werkzaam verbonden met de CPU. Elke moduul heeft vaste geheugenmidde-len. De vaste geheugenmiddelen kunnen werkzaam verbonden worden met een randapparaat en met de CPU. De vaste geheugenmiddelen hebben daarin in-35 strukties om tenminste het randapparaat te initialiseren. De computer heeft eveneens middelen die de CPU en elke van de module vaste geheugenmiddelen werkzaam aangrijpen cm de CPU op selectieve wijze te verbinden met een vooraf bepaalde van de vaste geheugenmiddelen in plaats van de lees/schrijfgeheugenmiddelen teneinde het randapparaat te initi-40 aliseren en te bedienen.According to another aspect of the invention, there is provided a computer of the type that can be coupled to and interact with a number of peripherals. Each peripheral is connected to a 30 modular unit. The computer according to the invention has a CPU and read / write memory means. The read / write memory means is operatively connected to the CPU. Each module has fixed memory means. The fixed memory means can be operatively connected to a peripheral device and to the CPU. The fixed memory means have instructions therein to initialize at least the peripheral. The computer also has means operatively engaged by the CPU and each of the module hard memory means to selectively connect the CPU to a predetermined of the hard memory means instead of the read / write memory means to initialize and initialize the peripheral device. operate.
83 0 2 2 9 0' £' » 483 0 2 2 9 0 '£' »4
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een computer verschaft van het type dat met een aantal randapparaten verbonden kan worden en daarmee kan werken. De computer bevat een CPU binnen de computer en lees/schrijfgeheugenmiddelen. De lees/schrijfgeheugenmiddelen zijn 5 werkzaam verbonden met de CPU. Eveneens is er een aantal modulen verschaft. Elk moduul kan met een randapparaat verbonden worden. Elk moduul heeft vaste geheugenmiddelen die werkzaam met het randapparaat en de CPU verbonden kunnen worden. De vaste geheugenmiddelen hebben in-strukties om tenminste het randapparaat te initialiseren en te bedie-10 nen. De computer heeft middelen die de CPU en de module vaste geheugenmiddelen werkzaam aangrijpen om de CPU op selectieve wijze te verbinden met de vaste geheugenmiddelen in een vooraf bepaalde van de modulen in plaats van de lees/schrijfgeheugenmiddelen. Als gevolg van deze vervanging kan het randapparaat gelnitialiseerd en bediend worden. De selec-15 tiemiddelen hebben middelen binnen de CPU om elk moduul seriegewijs te ondervragen en om de initialisatie uit te voeren. De initialisatie omvat het opslaan in de lees/schrijfgeheugenmiddelen van tenminste de aanwezigheid of afwezigheid van een randapparaat.According to another aspect of the invention, there is provided a computer of the type that can be connected to and operate with a number of peripherals. The computer contains a CPU within the computer and read / write memory means. The read / write memory means are operatively connected to the CPU. A number of modules are also provided. Each module can be connected to a peripheral device. Each module has fixed memory means operably connected to the peripheral and the CPU. The fixed memory means has instructions to initialize and operate at least the peripheral. The computer has means operatively engaged by the CPU and the module fixed memory means to selectively connect the CPU to the fixed memory means in a predetermined one of the modules instead of the read / write memory means. As a result of this replacement, the peripheral can be initialized and operated. The selection means has means within the CPU to interrogate each module in series and to carry out the initialization. The initialization includes storing in the read / write memory means at least the presence or absence of a peripheral.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding wordt een inrich-20 ting verschaft voor het selectief kiezen van een station uit een aantal stations. Deze inrichting omvat tenminste een bij elk van de stations behorende schakeling. Elke schakeling is verbonden in een daisy-ket-ting. De schakeling heeft een bistabiele flip-flop en twee poorten die verbonden zijn met de flip-flop. De Q en Q* uitgangen van de flip-flop 25 zijn respectievelijk verbonden met een van de ingangen van de poorten. De uitgang van een van de poorten is verbonden met de klokingang van de flip-flop op het volgende station in de daisy-ketting. De andere ingangen van de poorten zijn verbonden met de klokingang van de flip-flop.According to yet another aspect of the invention, a device is provided for selectively selecting a station from a plurality of stations. This device comprises at least one circuit associated with each of the stations. Each circuit is connected in a daisy chain. The circuit has a bistable flip-flop and two ports connected to the flip-flop. The Q and Q * outputs of the flip-flop 25 are respectively connected to one of the inputs of the gates. The output of one of the ports is connected to the clock input of the flip-flop at the next station in the daisy chain. The other inputs of the gates are connected to the clock input of the flip-flop.
De D ingangen van de flip-flops zijn verbonden met elkaar en met de 30 vrijgeef- of wisingang om de daisy-ketting te voltooien. Er zijn middelen aangebracht om een kloksignaal af te geven aan de eerste ingang van de klokingangen van de eerste flip-flop in de daisy-ketting en een signaal aan elke ingang van de D ingangen van de flip-flops zodanig dat wanneer er logische inactieve signalen door de verschaffingsmiddelen 35 aan de D ingangen en de eerste van de klokingangen worden toegevoerd, de schakelingen inactief zijn. Wanneer er logisch actieve signalen aan de D ingangen en een actief signaal aan de eerste klokingang worden toegevoerd, verschaft de met de Q uitgang verbonden poort een logisch actief signaal op de eerste schakeling. Wanneer het signaal aan de eer-40 ste klokingang vanuit een actieve toestand in een inactieve toestand en 8302299 * *·» 5 vervolgens in een actieve toestand wordt gebracht, wordt het signaal van de met de eerste Q* uitgang verbonden poort actief en wordt het signaal van de met de Q uitgang verbonden poort inactief. Als gevolg hiervan wordt de klokingang van de volgende schakeling actief en wordt 5 de poort van de tweede schakeling verbonden met de tweede schakeling flip-flop Q actief. Alle overige schakelingen blijven inactief.The D inputs of the flip-flops are connected to each other and to the release or wipe input to complete the daisy chain. Means are provided to output a clock signal to the first input of the clock inputs of the first flip-flop in the daisy chain and a signal to each input of the D inputs of the flip-flops such that when there are logic inactive signals are supplied by the supply means 35 to the D inputs and the first of the clock inputs, the circuits are inactive. When logic active signals are applied to the D inputs and an active signal is applied to the first clock input, the gate connected to the Q output provides a logic active signal to the first circuit. When the signal at the first 40 clock input is switched from an active state to an inactive state and then to an active state, the signal from the gate connected to the first Q * output becomes active and the signal from the port connected to the Q output inactive. As a result, the clock input of the next circuit becomes active and the gate of the second circuit connected to the second circuit flip-flop Q becomes active. All other circuits remain inactive.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding wordt een voe-dingsdistributiestelsel verschaft om een voedingsbron te verbinden met een computer of dergelijke. Het voedingsdistributiestelsel heeft een 10 beschermingsschakeling die met de voedingsbron verbonden wordt. Eveneens is een in/uitschakelaar aangebracht om de beschermingsschakeling met aarde te verbinden. Een batterijbeschermingsschakeling verschat een BPRT-3* signaal aan de beschermingsschakeling om aan te duiden dat er een tweede vooraf bepaald spanningsniveau van de voedingsbron aankomt.According to yet another aspect of the invention, a power distribution system is provided for connecting a power source to a computer or the like. The power distribution system has a protection circuit which is connected to the power source. An on / off switch is also fitted to connect the protection circuit to earth. A battery protection circuit supplies a BPRT-3 * signal to the protection circuit to indicate that a second predetermined voltage level is coming from the power source.
15 Schakelmiddelen zijn aangebracht die op het signaal van de beschermingsschakeling reageren en een open en gesloten toestand hebben. In de gesloten toestand verschaffen de schakelmiddelen vermogen of voeding.Switching means are provided which respond to the signal of the protection circuit and have an open and closed state. In the closed state, the switching means provide power or power.
De batterijbeschermingsschakeling is met aarde verbonden en kan vermogen van de schakelmiddelen opnemen wanneer de schakelmiddelen zich in 20 de gesloten toestand bevinden om hierdoor de batterijbeschermingsschakeling te voltooien. De batterijbeschermingsschakeling heeft middelen om het niveau van het vermogen te detecteren en om het BPRT-3* signaal aan de beschermingsschakeling af te geven. Als gevolg van het feit dat de in/uitschakelaar gesloten is en de schakelmiddelen zich in gesloten 25 toestand bevinden doet de beschermingsschakeling, wanneer de batterijbeschermingsschakeling het BPRT-3* signaal afgeeft, in antwoord op dit BPRT-3* signaal, de schakelmiddelen de open toestand verschaffen.The battery protection circuit is connected to ground and can absorb power from the switching means when the switching means are in the closed state to thereby complete the battery protection circuit. The battery protection circuit has means to detect the power level and to deliver the BPRT-3 * signal to the protection circuit. Due to the fact that the on / off switch is closed and the switching means are in a closed state, when the battery protection circuit issues the BPRT-3 * signal, the protection circuit opens the switching means in response to this BPRT-3 * signal. provide condition.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding wordt een schakeling verschaft voor het bepalen van het spanningsniveau van een voe-30 dingsbron en voor het afgeven van een signaal teneinde de aanwezigheid van een lage spanning aan te duiden. De schakeling bevat een vergelij-kerschakeling om een signaal af te geven dat een hoogspanningsniveau en een laagspanningsniveau aanduidt. Een niveauverschuivingsschakeling is eveneens aangebracht om het aangeduide signaal te verschuiven. Verder 35 is een koppelschakeling aangebracht om de vergelijkerschakeling te verbinden met de niveauverschuivingsschakeling. De koppelschakeling verbreekt de twee andere schakelingen wanneer het door de vergelijkerscha-keling vergeleken spanningsniveau boven de lage spanning ligt en verbindt de twee schakelingen wanneer het vergeleken spanningsniveau onder 40 de lage spanning ligt.According to yet another aspect of the invention, a circuit is provided for determining the voltage level of a power source and for outputting a signal to indicate the presence of a low voltage. The circuit includes a comparator circuit to output a signal indicating a high voltage level and a low voltage level. A level shifter is also provided to shift the indicated signal. Furthermore, a coupling circuit is provided to connect the comparator circuit to the level shifter circuit. The coupling circuit breaks the other two circuits when the voltage level compared by the comparator circuit is above the low voltage and connects the two circuits when the compared voltage level is below 40 the low voltage.
'j *L J ; 6 u, « βj * L J; 6 h, β
De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht geeft van de computer geconstrueerd volgens de leer van de uitvinding in combinatie met randappa-5 ratuur; figuur 2 een logisch en voedingsstroomschema geeft van de computer van figuur 1; de figuren 3 tot 6 schema's geven van delen van het voedingstoe-voerstelsel van de computer; 10 figuur 7 een blokschema geeft van de onderlinge werkverbinding van de voedingstoevoerschakelingen; figuur 8 een informatiestroomblokschema geeft van de computer volgens de uitvinding; en figuur 9 een schema geeft van een schakeling van een daisy-ket-15 tingconfiguratie geconstrueerd volgens de leer van de uitvinding.The invention will be further elucidated with reference to the drawings, in which: figure 1 shows a perspective view of the computer constructed according to the teachings of the invention in combination with peripheral equipment; Figure 2 shows a logic and supply flow diagram of the computer of Figure 1; Figures 3 to 6 show diagrams of parts of the power supply system of the computer; Figure 7 shows a block diagram of the mutual working connection of the power supply circuits; Figure 8 shows an information flow block diagram of the computer according to the invention; and Figure 9 shows a circuit diagram of a daisy chain configuration constructed in accordance with the teachings of the invention.
Kleine computers hebben vele kenmerken die vroeger slechts in grotere complexe eenheden beschikbaar waren. De geschiedenis van de compu-terontwikkeling vertoont een voortgaande verkleining van computerafme-ting verbonden met een toename in de uitgevoerde functies (dat wil zeg-20 gen, computer "vermogen”). Deze waarneming wordt nergens beter gereflecteerd dan in de toepassing van een computer in kantooromgeving. Als gevolg van deze gelijkmatige verbetering heeft zich de vraag ontwikkeld naar bepaalde kenmerken die tot nu toe niet beschikbaar waren. Zo hebben gebruikers gezocht naar een betrekkelijk lichte computer die een 25 werkcyclus van voldoende lengte heeft om de meeste bewerkingen weg van een wisselstroomvoedingsbron tijdens een normale werkdag mogelijk te maken. Een verder doel was een computer voorzien van middelen van in-voer/uitvoer die het aan de gebruiker mogelijk maakt tenminste een deel van de door de computer aangepakte informatie weer te geven en die toch 30 de computer in staat stelt opvolgend een vol CRT scherm in het kantoor te bedienen en weer te geven. Een ander doel is om de invloed te verminderen van veroudering veroorzaakt door het ontwerpen van nieuwe randeenheden die niet voorzien waren toen de computer vervaardigd werd of om aangepast te zijn wanneer bestaande randapparatuur sterk verbe-35 terd wordt zodat de werkeisen veranderen. Gemeend wordt dat geen enkele bestaande computer aan deze doeleinden tegemoet kan komen.Small computers have many features that were previously only available in larger complex units. The history of computer development shows an ongoing decrease in computer size associated with an increase in the functions performed (ie, computer "power"). This observation is nowhere better reflected than in the application of a computer in the office environment As a result of this steady improvement, demand has developed for certain features that have not been available so far, for example, users have been looking for a relatively light computer that has a duty cycle of sufficient length to get most operations away from an AC power source during a normal working day A further object was to provide a computer with input / output means that allows the user to display at least some of the information addressed by the computer and yet enter the computer. enables to operate and display a full CRT screen in the office, another purpose is to reduce the impact of aging caused by designing new peripheral units that were not foreseen when the computer was manufactured, or to be modified when existing peripherals are greatly improved so that the work requirements change. It is believed that no existing computer can fulfill these purposes.
Teneinde aan deze doeleinden tegemoet te komen wordt een draagbare computer 20 (figuur 1) verschaft die afzonderlijk en in een kantoor met randapparatuur kan werken. Derhalve is de computer 20 verbonden met een 40 "kantoorstation" interface 22 en (in het voorbeeld van figuur 1) met £ j * 7 een floppy disk aandrijving 24 en een CRT weergeeforgaan 26 die van bekend ontwerp zijn. Zoals verderop toegelicht behoeven het weergeefor-gaan 26 en de aandrijving 24 niet van een tegenwoordig bekend ontwerp te zijn om door de computer 20 bediend te worden.In order to meet these purposes, a portable computer 20 (Figure 1) is provided which can work separately and in an office with peripherals. Thus, the computer 20 is connected to a 40 "office station" interface 22 and (in the example of Figure 1) to 1 * 7 a floppy disk drive 24 and a CRT display 26 which are of known design. As explained below, the display 26 and the drive 24 need not be of a presently known design to be operated by the computer 20.
5 De draagbare computer 20 kan invoer/uitvoerinrichtingen bevatten die bijvoorbeeld een alfanumeriek toetsenbord 28 en een alfanumeriek weergeeforgaan 30 bevatten.The portable computer 20 may include input / output devices that include, for example, an alphanumeric keyboard 28 and an alphanumeric display 30.
Een van de essentiële elementen van de draagbare computerinrich-ting is een middel om het economische gebruik van zijn voedingsvoorzie-10 ning mogelijk te maken teneinde vermogen te besparen onder de besturing van de computerbatterij. Deze computer 20 heeft als deel van de werkmiddelen een vast geheugen dat ervoor dient om informatie aan te houden en dat eveneens als een functioneel alternatief voor een diskaandrij-ving gebruikt kan worden. Hiertoe kan de computer 20 tenminste een bel-15 len (bubble) geheugen 32 (figuur 2) toepassen. Vermogen kan door een spanningsbron, die bijvoorbeeld een bron van batterijvoeding 34 kan zijn, toegevoerd worden. De voeding vanaf de batterijbron 34 kan aan een spanningsregulator of regulatoren 36 worden afgegeven. Ook kan de voeding door middel van een batterijlaadschakeling 37 toegevoerd worden 20 die gebruikt kan worden om of de batterij 34 te laden of om een dergelijke spanning als nodig kan zijn toe te voeren aan de spanningsregulator 36. De voeding van de spanningsregulator 36 wordt eveneens aan een CPU 38 en invoer/uitvoerinrichtingen 40 toegevoerd die in het algemeen zowel het alfanumerieke toetsenbord 28 en het weergeeforgaan 30 van de 25 computer 20 omvatten.One of the essential elements of the portable computer device is a means of enabling the economical use of its power supply to save power under the control of the computer battery. This computer 20, as part of the operating means, has a fixed memory which serves to hold information and which can also be used as a functional alternative to a disk drive. To this end, the computer 20 can use at least one bubble (bubble) memory 32 (Figure 2). Power can be supplied from a voltage source, which may be a source of battery power 34, for example. Power from the battery source 34 may be supplied to a voltage regulator or regulators 36. Also, the power supply can be supplied by a battery charging circuit 37 which can be used to either charge the battery 34 or to supply such a voltage as necessary to the voltage regulator 36. The power supply of the voltage regulator 36 is also supplied to a CPU 38 and input / output devices 40 are provided which generally include both the alphanumeric keyboard 28 and the display 30 of the computer 20.
Over het geheel zijn bepaalde ontwerpgebruiken aangenomen. Het zal echter duidelijk zijn dat complementaire gebruiken eveneens toepasbaar zijn zonder wezenlijke verandering in de functie van de computer. Derhalve zijn alle spanningsbronnen positief, zijn de transistoren van het 30 NPN type tenzij anders is gespecificeerd.Overall, certain design uses have been adopted. It will be understood, however, that complementary uses can also be applied without substantial change in the function of the computer. Therefore, all voltage sources are positive, the transistors are of the NPN type unless otherwise specified.
Opdat een persooncomputer draagbaar is moet deze een verlengde levensduur van de batterij hebben. Dit betekent dat de door de batterij voorziene voeding zo spaarzaam mogelijk gebruikt moet worden. Een belangrijke benadering van de uitvinding is het verschaffen van schake-35 lingen die wanneer niet in gebruik geen enkel vermogen opnemen (dat wil zeggen wanneer de in/uitschakelaar van de gebruiker UIT is). Wanneer de computer IN geschakeld wordt, verschaft de voedingsschakeling vijf belangrijke functies. De schakeling bepaalt wanneer er voldoen de hoeveelheid batterijvoeding is om de computer te bedienen. Wanneer er on-40 voldoende voedingsvermogen is, zal hij de computer UIT schakelen. Wan- 8302290 A ’* 8 neer er voldoende voedingsvermogen is, zal hij de computer in staat stellen IN te blijven. Wanneer tijdens bedrijf de batterijvoeding te laag wordt (maar niet laag genoeg om de computer UIT te schakelen) zal de schakeling een waarschuwing afgeven aan de gebruiker dat de batte-5 rijvoeding te laag wordt. Wanneer de batterijvoeding dan te laag wordt, zal hij de computer UIT schakelen. Bij het UIT schakelen van de computer zal hij een waarschuwing aan een bellengeheugenstuurorgaan om een correcte afschakeling van een bellengeheugen in de computer te verschaffen. Uiteindelijk zal bij het UIT schakelen van de computer, wan-10 neer de schakelaar van de gebruiker nog IN staat, de vermogensafname gereduceerd worden tot het vermogen gebruikt door een betrekkelijk klein aantal, discrete schakelingselementen met lage vermogensopname.For a personal computer to be portable, it must have an extended battery life. This means that the battery-powered power supply should be used as sparingly as possible. An important approach to the invention is to provide circuits that do not consume any power when not in use (ie, when the user's on / off switch is OFF). When the computer is turned ON, the power circuit provides five important functions. The circuit determines when there is sufficient battery power to operate the computer. When there is enough power on-40, it will turn the computer OFF. When 8302290 A ’* 8, when there is sufficient power supply, it will allow the computer to stay IN. When the battery power becomes too low during operation (but not low enough to turn the computer OFF), the circuit will issue a warning to the user that the batte-5 driving power is too low. When the battery power becomes too low, it will turn the computer OFF. When the computer is turned OFF, it will issue a warning to a bubble memory controller to provide proper shutdown of a bubble memory in the computer. Ultimately, when the computer is turned OFF, when the user's switch is still ON, the power draw will be reduced to the power used by a relatively small number of discrete circuit elements with low power draw.
Gezien het feit dat deze computer een draagbare is en gezien het feit dat de batterijvoedingsbron 34 aan verliezen onderworpen is, wordt 15 de computer 20 voorzien van een batterijniveau aftast of sensorschake-ling 42.In view of the fact that this computer is a portable and given that the battery power source 34 is subject to losses, the computer 20 is provided with a battery level sensor or sensor circuit 42.
De logische vermogenschakelketen 44 dirigeert de stroom van het vermogen. De combinatie van de batterijlaadschakeling 37, de batterij-vermogensbron 34, de spanningsregulator 36, de logische vermogensscha-20 kelketen 44, en de batterijniveausensoren 42 vormen het hart van het vermogensverdeelstelsel 46.The logic power switching circuit 44 directs the flow of power. The combination of the battery charging circuit 37, the battery power source 34, the voltage regulator 36, the logic power switch circuit 44, and the battery level sensors 42 form the heart of the power distribution system 46.
De werking van het verdeelstelsel 46 kan meer volledig begrepen worden uit de onderlinge verbindingen van de componenten daarvan. Van een secundaire batterij 48 zijn de positieve en negatieve klemmen 25 rechtstreeks verbonden met de armaturen 54 en 56 van een relais 58 (figuren 3 en 7). Elk armatuur 54 en 56 kan contact maken respectievelijk met een van de paren vaste contacten 60 en 62, 64 en 66. Het relais 58 wordt zo bediend dat bij UIT toestand de armaturen 54 en 56 de vaste contacten 62 en 66 zullen contacteren en bij IN toestand de contacten 30 60 en 64 zullen contacteren. De vaste contacten 62 en 64 zijn met elkaar en met een positieve klem 74 van een primaire batterij 76 verbonden. De negatieve klem 78 van de batterij 76 en het vaste contact 66 zijn met aarde 80 verbonden.The operation of the distribution system 46 can be more fully understood from the interconnections of its components. The positive and negative terminals 25 of a secondary battery 48 are directly connected to the luminaires 54 and 56 of a relay 58 (Figures 3 and 7). Each luminaire 54 and 56 can make contact with one of the pairs of fixed contacts 60 and 62, 64 and 66 respectively. Relay 58 is operated in such a way that in the OFF state the luminaires 54 and 56 will contact the fixed contacts 62 and 66 and IN will contact contacts 30 60 and 64. The fixed contacts 62 and 64 are connected to each other and to a positive terminal 74 of a primary battery 76. The negative terminal 78 of the battery 76 and the fixed contact 66 are connected to ground 80.
De positieve klem 74 van de primaire batterij 76 is zodanig ver-35 bonden dat er aan een beschermingsschakeling 52 (figuur 3) een B+ spanning wordt verschaft. De beschermingsschakeling 52 is bedoeld om te verhinderen dat de computer 20 IN schakelt wanneer de batterijspanning te laag is, om de computer 20 in antwoord op parasitaire signalen UIT te schakelen, en om tegelijkertijd de meest significant energie-opne-40 mende schakelingen - met inbegrip van die bestemd om de spanning van de 8302290 * * 9 „ batterijen 48 en 34 te bewaken - wanneer ze niet in gebruik zijn afge schakeld te houden van de batterijen 34 en 48.The positive terminal 74 of the primary battery 76 is connected such that a B + voltage is applied to a protection circuit 52 (Figure 3). The protection circuit 52 is intended to prevent the computer 20 from turning ON when the battery voltage is too low, to turn the computer 20 OFF in response to parasitic signals, and at the same time to conserve the most significant power-absorbing circuits - including of those intended to monitor the voltage of the 8302290 * * 9 „batteries 48 and 34 - when not in use keep the batteries 34 and 48 disconnected.
Een weerstand 68, die bijvoorbeeld een 47 K ohm weerstand kan zijn, is verbonden met de positieve klem 74 van de primaire batterij 5 76. Een weerdstand 70 is in serie met een condensator 72 verbonden. Het andere einde van de weerstand 70 is verbonden met de positieve klem 74 en het andere einde (negatieve polariteit) van de condensator 72 is verbonden met het andere einde van de weerstand 68. De weerstand 70 kan in dit voorbeeld 20 K ohm zijn en de condensator kan 15 microfarad 10 zijn. Een diode 120, die een IN914A diode kan zijn, is geschakeld over de weerstand 70 met zijn kathode verbonden met de positieve klem 74 van de primaire batterij 76.A resistor 68, which may be, for example, a 47 K ohm resistor, is connected to the positive terminal 74 of the primary battery 76. A resistor 70 is connected in series with a capacitor 72. The other end of the resistor 70 is connected to the positive terminal 74 and the other end (negative polarity) of the capacitor 72 is connected to the other end of the resistor 68. The resistor 70 in this example may be 20 K ohms and the capacitor can be 15 microfarad 10. A diode 120, which may be an IN914A diode, is connected across the resistor 70 with its cathode connected to the positive terminal 74 of the primary battery 76.
Een weerstand 122, die aan een einde daarvan het batterijbescher-mingssignaal (BPRT-3*) ontvangt, dat meer volledig hieronder toegelicht 15 zal worden, kan 20 K ohm groot zijn. Het andere einde van deze weerstand is verbonden met een andere weerstand 124 van 20 K ohm. Het verbindingspunt van de twee genoemde weerstanden 122 en 124 is verbonden met de basis 88 van een transistor 90. De transistor 90 kan van het ty-pe 2N2222A zijn, waarvan de emitter 92 verbonden is met de weerstand 20 124 en met het andere einde van de weerstand 68.A resistor 122, which receives the battery protection signal (BPRT-3 *) at one end, which will be explained more fully below, may be 20 K ohms. The other end of this resistor is connected to another 20 K ohm resistor 124. The junction of the two mentioned resistors 122 and 124 is connected to the base 88 of a transistor 90. The transistor 90 may be of the type 2N2222A whose emitter 92 is connected to the resistor 124 and the other end of the the resistor 68.
De anode van de diode 120 is eveneens verbonden met een ingang 93 van een SS flip-flop 94 en een ingang 96 van ewen logische HAND poort 98. De flip-flop 94 en de NAND poort kunnen elk 74COO poorten zijn. Een voorspanweerstand 100 van bijvoorbeeld 200 ohm is verbonden met de 25 flip-flop 94 en met de positieve klem 74 van de primaire batterij 76.The anode of diode 120 is also connected to an input 93 of an SS flip-flop 94 and an input 96 of a logical HAND gate 98. The flip-flop 94 and the NAND gate can each be 74COO gates. For example, a bias resistor 100 of 200 ohms is connected to the flip-flop 94 and to the positive terminal 74 of the primary battery 76.
Een 20 K ohm weerstand 102 is verbonden vanaf de positieve klem 74 naar de collector 104 en een andere van de ingangen 106 van de RS flip-flop 94. De uitgangen van elke poort van de twee poorten van de flip-flop 94 zijn verbonden met een van de respectievelijke ingangen en de uitgang 30 van een van de poorten verbonden met de ingang 108 van de NAND poort 98. Al deze verbindingen zijn in de techniek bekend.A 20 K ohm resistor 102 is connected from the positive terminal 74 to the collector 104 and another of the inputs 106 of the RS flip-flop 94. The outputs of each gate of the two ports of the flip-flop 94 are connected to one of the respective inputs and the output 30 of one of the gates connected to the input 108 of the NAND gate 98. All these connections are known in the art.
De uitgang van de NAND poort 98 is via een 20 K ohm weerstand 110 verbonden met de basis 112 van een MPSA-14 transistor 114. De basis 112 is verbonden met de weerstand 110 via een 20 K ohm weerstand 116 naar 35 een aardpen van de RS flip-flop 94 en de emitter 92. De emitter 118 van de transistor 114 is verbonden met de weerstand 116 en de emitter 92.The output of the NAND gate 98 is connected through a 20 K ohm resistor 110 to the base 112 of an MPSA-14 transistor 114. The base 112 is connected to the resistor 110 through a 20 K ohm resistor 116 to an earth pin of the RS flip-flop 94 and the emitter 92. The emitter 118 of transistor 114 is connected to resistor 116 and emitter 92.
De beschermingsschakeling 52 (figuur 3) is schematisch als een doos aangegeven in samenhang met de algemene schakelconfiguratie (figuur 4). De collector 126 van de transistor 114 (figuur 3) is via de 40 leiding 128 verbonden met een klem 130 van een spoel 132 van een relais 3 ό Ü 2 C 2 Ü > * fc 10 134. De andere zijde 136 van de spoel 132 is verbonden met het normaal-open relaiscontact 138 en de positieve klem 74 van de primaire batterij 76.The protection circuit 52 (Figure 3) is schematically shown as a box in conjunction with the general circuit configuration (Figure 4). The collector 126 of the transistor 114 (figure 3) is connected via the line 40 to a terminal 130 of a coil 132 of a relay 3 ό Ü 2 C 2 Ü> * fc 10 134. The other side 136 of the coil 132 is connected to the normally open relay contact 138 and the positive terminal 74 of the primary battery 76.
De basis 140 van een 2N2907 PNP transistor 142 is verbonden met de 5 positieve klem 74. De emitter 144 van de transistor 142 is verbonden met de ene zijde 130 van de relaisspoel 132 verbonden met de bescher-mingsschakeling 52. De emitter 144 is eveneens via een in serie aangesloten 0,1 microfarad condensator 146 en 10 ohm weerstand 148 verbonden met aarde 80.The base 140 of a 2N2907 PNP transistor 142 is connected to the positive terminal 74. The emitter 144 of the transistor 142 is connected to one side 130 of the relay coil 132 to the protection circuit 52. The emitter 144 is also connected via a series connected 0.1 microfarad capacitor 146 and 10 ohm resistor 148 connected to ground 80.
10 De in-uitschakelaar 84 van de computer heeft een met aarde 80 ver bonden contact 86. De arm 82 van de schakelaar 84 is via een leiding 150 verbonden met de beschermingsschakeling 52 (figuur 3). De leiding 150 verbindt de weerstand 68, de condensator 72, de weerstand 124, de emitter 92, de RS flip-flop aardpen, de weerstand 116 en de emitter 15 118.The on-off switch 84 of the computer has a contact 86 connected to earth 80. The arm 82 of the switch 84 is connected via a line 150 to the protection circuit 52 (figure 3). Lead 150 connects resistor 68, capacitor 72, resistor 124, emitter 92, RS flip-flop ground pin, resistor 116, and emitter 118.
De collector 152 van de PNP transistor 142 verschaft over de leiding 314 (figuur 4) een BPRT-1* signaal, waarvan de functie hieronder toegelicht zal worden.Collector 152 of PNP transistor 142 provides a BPRT-1 * signal over line 314 (Figure 4), the function of which will be explained below.
De arm 156 van het relais 134 verschaft, wanneer in contact met 20 het open contact 138, een spanning van 6 V aan het stelsel (SYS) vanaf de batterij 76 over de leiding 158.The arm 156 of the relay 134, when in contact with the open contact 138, provides a voltage of 6 V to the system (SYS) from the battery 76 over the lead 158.
De SYS spanning wordt langs de leiding 158 toegevoerd aan een 5 V regulator 160 (figuur 5). De regulator 160 is van gebruikelijk ontwerp en vormt op zich geen deel van de uitvinding. De leiding 158 (die 6 V 25 SYS verschaft) is verbonden met de emitter 162 van een PNP transistor 164 (die een TIP42A kan zijn) evenals met het verbindingspunt van een 510 ohm weerstand 168 en een 5,49 K ohm weerstand 170. De basis 166 van de transistor 164 is verbonden met het verbindingspunt van de andere zijde van de 510 ohm weerstand 168 en een 75 ohm weerstand 172. De 75 30 ohm weerstand 172 is verbonden met de collector 174 van een 2N2222A transistor 176. Het andere einde van de 5,49 K ohm weerstand 170 is verbonden met de emitter 178 van de 2N2222A transistor 176 en de eerste anode van een serieketen (kathode aan anode) van drie 1N914A dioden 180, 182 en 184. De laatste diode 184 is verbonden met aarde 80. De 35 collector 186 van de TIP42A transistor is verbonden met de anode van een 1N4Q02 diode 188. De kathode van deze diode 188 is verbonden met de leiding 158. ,The SYS voltage is supplied along line 158 to a 5 V regulator 160 (Figure 5). The regulator 160 is of conventional design and is not in itself part of the invention. The lead 158 (which provides 6 V 25 SYS) is connected to the emitter 162 of a PNP transistor 164 (which may be a TIP42A) as well as the junction of a 510 ohm resistor 168 and a 5.49 K ohm resistor 170. The base 166 of transistor 164 is connected to the junction of the other side of the 510 ohm resistor 168 and a 75 ohm resistor 172. The 75 30 ohm resistor 172 is connected to the collector 174 of a 2N2222A transistor 176. The other end of the 5.49 K ohm resistor 170 is connected to the emitter 178 of the 2N2222A transistor 176 and the first anode of a series circuit (cathode to anode) of three 1N914A diodes 180, 182 and 184. The last diode 184 is connected to ground 80 The collector 186 of the TIP42A transistor is connected to the anode of a 1N4Q02 diode 188. The cathode of this diode 188 is connected to lead 158.,
De twee transistoren 164 en 176 vormen een spanningsregulator. De basis 190 van de 2N2222A transistor 176 is verbonden met het verbin-40 dingspunt van een 5,49 K ohm weerstand 192 en de anode van een 1N419AThe two transistors 164 and 176 form a voltage regulator. The base 190 of the 2N2222A transistor 176 is connected to the connection point of a 5.49 K ohm resistor 192 and the anode of a 1N419A
Q \ } ' 11 diode 194. De kathode van de diode 194 is verbonden met de uitgang van een LM358AN operationele versterker 196 en een 0,01 microfarad condensator 198. Andere verbindingen met de operationele versterker 196, die bekend zijn, worden gevormd door een 100 ohm weerstand 200 die verbon-5 den is met een 1 microfarad condensator leidend naar de klem 8 van de versterker en de aarding van de klem 4. De 100 ohm weerstand 200 is verbonden met de 5,49 K ohm weerstand 192 en met de 3,75 K ohm weerstand 204. De weerstand 204 is verbonden met de klem 3 van de versterker 196. Een zenerdiode 206 verbindt de klem 3 en de weerstand 204 met 10 aarde 80 waardoor in dat punt een gereguleerde 2,5 V verschaft wordt.11 diode 194. The cathode of diode 194 is connected to the output of an LM358AN operational amplifier 196 and a 0.01 microfarad capacitor 198. Other connections to the operational amplifier 196, which are known, are constituted by a 100 ohm resistor 200 connected to a 1 microfarad capacitor leading to terminal 8 of the amplifier and grounding of terminal 4. The 100 ohm resistor 200 is connected to the 5.49 K ohm resistor 192 and to the 3.75 K ohm resistor 204. Resistor 204 is connected to terminal 3 of amplifier 196. A zener diode 206 connects terminal 3 and resistor 204 to ground 80 to provide a regulated 2.5 V at that point.
De condensator 198 is verbonden met een 200 ohm weerstand 268. Het andere einde van de weerstand 268 is verbonden met de klem 2 van de operationele versterker 196, een 0,1 microfarad condensator 270 en de middenarm 272 van een 200 ohm potentiometer 274. De ene zijde van de 15 potentiometer 274 is verbonden met een 2,49 K ohm weerstand 276. Deze weerstand 276 is verbonden met het verbindingspunt van de condensator 270 en de collector 186 van de transistor 164. De andere zijde van de potentiometer 274 is via een 2,49 K ohm weerstand 278 verbonden met aarde 80. Over de zenerdiode 268 is een 0,1 microfarad condensator 280 20 aangesloten. Een 680 microfarad condensatore 282 is verbonden met de collector 186 en met aarde 80 waardoor aan zijn uitgang een gereguleerde 5 V (Vjyjg) ontstaat.The capacitor 198 is connected to a 200 ohm resistor 268. The other end of the resistor 268 is connected to the terminal 2 of the operational amplifier 196, a 0.1 microfarad capacitor 270 and the center arm 272 of a 200 ohm potentiometer 274. The One side of the potentiometer 274 is connected to a 2.49 K ohm resistor 276. This resistor 276 is connected to the junction of capacitor 270 and collector 186 of transistor 164. The other side of potentiometer 274 is connected via a 2.49 K ohm resistor 278 connected to ground 80. A 0.1 microfarad capacitor 280 20 is connected across the zener diode 268. A 680 microfarad capacitor 282 is connected to the collector 186 and to ground 80 creating a regulated 5 V (Vjyjg) at its output.
De batterijlaadschakeling 37 (figuur 4) is een bekende schakeling. De schakeling bevat een 1:1 bifilair gewikkelde transformator 284, 25 waarvan elke winding verbonden is met bijvoorbeeld een (niet aangegeven) BCA connector. De positieve klem van deze connector is via een winding 286 verbonden met een beschermingsdiode 288. Een 100 microfarad condensator 390 is met zijn positieve klem verbonden met de kathode van de diode 288 en met de andere winding 232 van de transformator 284 en 30 de emitter 234 van een 2N2222A transistor 236. De basis 238 van de transistor 236 is met aarde 80 en via een 0,8 ohm weerstand 240 met de emitter 234 verbonden. De collector 330 is verbonden met de klem 1 van een stroombegrenzende constante-spanningsschakeling LM 317 324. De diode 288 en de condensator 390 zijn verbonden met de klem 3 van de scha-35 keling 324. De emitter 330 is eveneens verbonden met het verbindings-. punt van de 243 ohm weerstand 326 en een 1,24 K ohm weerstand 336. Deze weerstand 336 is verbonden met aarde 80. De eerste weerstand 326 is verbonden met de klem 2 van de schakeling 324 en de anode van een 1N5820 diode 328. De kathode van de diode 328 is verbonden met de posi-40 tieve klem 74 van de batterij 76.The battery charging circuit 37 (Figure 4) is a known circuit. The circuit includes a 1: 1 bifilar wound transformer 284, each winding of which is connected to, for example, a BCA connector (not shown). The positive terminal of this connector is connected via a winding 286 to a protection diode 288. A 100 microfarad capacitor 390 is connected with its positive terminal to the cathode of the diode 288 and to the other winding 232 of the transformer 284 and the emitter 234 of a 2N2222A transistor 236. The base 238 of transistor 236 is connected to ground 80 and to emitter 234 via a 0.8 ohm resistor 240. The collector 330 is connected to the terminal 1 of a current limiting constant voltage circuit LM 317 324. The diode 288 and the capacitor 390 are connected to the terminal 3 of the circuit 324. The emitter 330 is also connected to the terminal . point of the 243 ohm resistor 326 and a 1.24 K ohm resistor 336. This resistor 336 is connected to ground 80. The first resistor 326 is connected to terminal 2 of circuit 324 and the anode of a 1N5820 diode 328. The The cathode of the diode 328 is connected to the positive terminal 74 of the battery 76.
83 02 2 9 0 ‘ 12 , De batterijniveau aftast- of sensorschakeling 42 (figuur 5) omvat een batterijbeschermingsschakeling 318 en een batterij-laag aanduid-schakeling 292 (bat-laagschakeling). De batterijbeschermingsschakeling 318 is bedoeld om een ander batterijbeschermingssignaal te verschaffen, 5 het BPRT-3* signaal, waarvan de functie hieronder toegelicht zal worden. Deze schakeling 318 heeft een spanningsvergelijkerschakeling 334 die een hysteresiseffect verschaft. Deze schakelingen zijn in de techniek bekend. Een dergelijke schakeling is aangegeven in het National Semiconductor Linear Data Book ¢1980) paragraaf 529. De functie daarvan 10 is het vergelijken van een vaste spanning met de batterijspanning en om een logisch signaal met betrekking tot een hoog en laag spanningsniveau af te geven. Deze schakeling 334 is aan zijn uitgang verbonden met een logisch-niveau verschuivingsschakeling 338. Aan het verbindingspunt van een van de doorverbindingen 352 tussen de twee schakelingen 334 en 338 15 (die eveneens de spanningsbron van de batterij is) ligt een 5,49 K ohm weerstand 340. Het andere einde van de weerstand 340 is verbonden met de anoden van de twee dioden 346 en 342. Een diode 346 is verbonden met de andere klem van de spanningsvergelijkerschakeling 334 en de andere diode 342 is verbonden met de logisch-niveauschakeling 338. De functie 20 van deze weerstand-diodencombinatie zal meer volledig hieronder toegelicht worden. Aan de batterijniveau-aftastschakeling 42 wordt voeding toegevoerd door middel van een verbinding met de SYS leiding 158 en via een filterketen die een in-serie 240 microhenry spoel 344 heeft. Het andere einde van de spoel 344 is via een 47 microfarad condensator 266 25 verbonden met aarde 80. Deze gefilterde spanning wordt eveneens aan de spanningregulatorschakeling 160 toegevoerd door een verbinding tussen de condensator 266 en de spoel 344 en de weerstanden 192, 200 en 276 en de condensator 270.83 02 2 9 0 "12, The battery level sensing or sensor circuit 42 (FIG. 5) includes a battery protection circuit 318 and a battery low indication circuit 292 (bat layer circuit). The battery protection circuit 318 is intended to provide another battery protection signal, the BPRT-3 * signal, the function of which will be explained below. This circuit 318 has a voltage comparator circuit 334 which provides a hysteresis effect. These circuits are known in the art. Such a circuit is indicated in the National Semiconductor Linear Data Book ¢ 1980) paragraph 529. Its function is to compare a fixed voltage with the battery voltage and to output a logic signal with respect to a high and low voltage level. This circuit 334 is connected at its output to a logic level shifting circuit 338. At the junction of one of the interconnections 352 between the two circuits 334 and 338 (which is also the voltage source of the battery) is a 5.49 K ohm resistor 340. The other end of resistor 340 is connected to the anodes of the two diodes 346 and 342. One diode 346 is connected to the other terminal of the voltage comparator circuit 334 and the other diode 342 is connected to the logic level circuit 338. The function of this resistance-diode combination will be explained more fully below. Battery level sensing circuit 42 is supplied with power through a connection to the SYS line 158 and through a filter circuit having an in-series 240 microhenry coil 344. The other end of the coil 344 is connected to ground 80 via a 47 microfarad capacitor 266. This filtered voltage is also supplied to the voltage regulator circuit 160 through a connection between the capacitor 266 and the coil 344 and the resistors 192, 200 and 276 and the capacitor 270.
Een communicatievoedingstoevoerschakeling 316 (figuur 6) kan nu 30 als deel van het totale stelsel beschouwd worden. Een een-op-een transu formator 208 is met een zijde van een spoel 210 verbonden met een zijde van een condensator 212 en met de pen 8 van een spanningsverdubbelaar 214. De spanningsverdubbelaar 314 is in feite een schakelregulator die bijvoorbeeld een ICL partnummer 7660 kan zijn en die op een wijze be-35 kend in de techniek aangesloten is. Derhalve is een diode 216 verbonden met de positieve zijde van een gepolariseerde condensator 218. De andere zijde van de condensator 218 is verbonden met de pen 2 van de ver-dubbelaar 214. Op het verbindingspunt van de diode 216 en de condensator 218 is de anode van een diode 220 aangesloten die op zijn beurt 40 verbonden is met de positieve zijde van een gepolariseerde condensatorA communication power supply circuit 316 (Figure 6) can now be considered part of the overall system. A one-to-one transformer 208 is connected to a side of a coil 210 to a side of a capacitor 212 and to the pin 8 of a voltage doubler 214. The voltage doubler 314 is in fact a switching regulator which can, for example, have an ICL part number 7660. and which is connected in a manner known in the art. Thus, a diode 216 is connected to the positive side of a polarized capacitor 218. The other side of the capacitor 218 is connected to the pin 2 of the doubler 214. At the junction of the diode 216 and the capacitor 218, the anode from a diode 220 connected in turn 40 to the positive side of a polarized capacitor
$ 'I ; ,’V$ 'I; , "V.
ij V" Λ » ·· <-j 1 «* 13 222. De negatieve zijde van deze condensator 222 Is verbonden met de pen 5 en de pen 3 van de verdubbelaar 214, en met de negatieve zijde van de gepolariseerde condensator 212 evenals de ene zijde van de twee-de spoel 224 en de één-op-éên transformator 208. De andere zijde van de 5 spoel 224 is verbonden met aarde 80. De negatieve zijde van de condensator 222 is verbonden met de positieve zijde van een gepolariseerde condensator 226. De negatieve zijde van de condensator 226 is verbonden met de anode van een diode 228, waarvan de kathode verbonden is met de pen 5 van een vermogenomkeerschakeling 220. De vermogenomkeerschakeling 10 230 kan opnieuw een chip zijn zoals een ÏCL 7660 die op in de techniek bekende wijze is aangesloten. Derhalve kan een condensator 232 over de pennen 2 en 4 aangesloten zijn, terwijl de pen 3 van de omkeerschake-ling 230 verbonden is met de pen 5 van de spanningsverdubbelaar 214.ij V "Λ» ·· <-j 1 «* 13 222. The negative side of this capacitor 222 is connected to pin 5 and pin 3 of doubler 214, and to the negative side of polarized capacitor 212 as well as the one side of the second coil 224 and the one-to-one transformer 208. The other side of the coil 224 is connected to ground 80. The negative side of capacitor 222 is connected to the positive side of a polarized capacitor 226. The negative side of the capacitor 226 is connected to the anode of a diode 228, the cathode of which is connected to the pin 5 of a power reversal circuit 220. The power reversal circuit 230 may again be a chip such as an IC 7660 which is connected to the Thus, a capacitor 232 may be connected across pins 2 and 4, while pin 3 of the inverter 230 is connected to pin 5 of voltage doubler 214.
Er wordt spanning aan deze schakeling toegevoerd door 15 verschaft door de spanningsregulatieschakeling. Deze schakeling verschaft aan zijn uitgang over de condensatoren 222 en 226 de spanningen +Vcomm en ”vC0MM> ^ie 10661 volledig verderop toegelicht zullen worden.Voltage is supplied to this circuit through 15 provided by the voltage regulation circuit. This circuit provides at its output across capacitors 222 and 226 the voltages + Vcomm and "vC0MM> ie 10661 will be fully explained below.
De computer 20 verschaft eveneens een signaal dat aanduidt dat de 20 batterij 76 op het punt staat zijn vermogen te verliezen. Dit BA.T-laag (ΒΑΤ-LOW) signaal wordt door de batterij-laag schakeling 292 (figuur 5) verschaft. Er wordt vermogen via een filter bestaande uit een spoel en een condensator 344 en 266 aan een spanningsvergelijker 294 toegevoerd.The computer 20 also provides a signal indicating that the battery 76 is about to lose its power. This BA.T low (ΒΑΤ-LOW) signal is provided by the battery low circuit 292 (Figure 5). Power is supplied to a voltage comparator 294 through a filter consisting of a coil and capacitors 344 and 266.
Een 5,49 K ohm weerstand 296 is met een einde verbonden met de voe-25 dingsbron (gefilterde SYS) en met de twee anoden van de aangesloten 1N914A dioden 298 en 300. De kathode van de ene diode 298 is verbonden met de uitgang van de vergelijkerschakeling 294. De kathode van de andere diode 300 is verbonden met de basis 302 van een 2N2222A transistor 304. De basis 302 is via een 5,49 K ohm weerstand 306 met aarde 80 ver-30 bonden. De emitter 208 is met aarde verboden. De spanning Vggg wordt via een 5,49 K ohm weerstand 310 aan de collector 312 toegevoerd.A 5.49 K ohm resistor 296 is connected at one end to the power source (filtered SYS) and to the two anodes of the connected 1N914A diodes 298 and 300. The cathode of one diode 298 is connected to the output of comparator circuit 294. The cathode of the other diode 300 is connected to the base 302 of a 2N2222A transistor 304. The base 302 is connected to ground 80 through a 5.49 K ohm resistor 306. The emitter 208 is forbidden with ground. The voltage Vggg is applied to the collector 312 via a 5.49 K ohm resistor 310.
De collector verschaft het BAT-laag signaal.The collector provides the BAT layer signal.
De batterij-laag schakeling 292 verschilt van de batterijbescher-mingsschakeling 318 hierin dat de batterij-laag schakeling 292 een sta-35 tusaanduiding van de batterij 76 bij een relatief hoger niveau van spanning verschaft. De weerstand-diodecombinatie 340, 346, 342 van de batterijbeschermingsschakeling 318 werkt op vrijwel dezelfde wijze als de weerstand-diode combinatie 296, 298, 300 van de batterij-laag schakeling. Wanneer de vergelijkerschakeling 334 of 294 zich op logisch 40 hoog niveau bevindt, spant hij de bijbehorende uitgangsdiode 346 of 298 14 daarvan terug waardoor de vergelijker ontkoppeld wordt van de logische schuifschakeling 338 of de transistorketen 304. Dit ontkoppelt de spanningsniveau' s van de logische schakeling van die in de vergelijkerscha-keling. Derhalve is het omklappunt van de vergelijker niet afhankelijk 5 van logische niveau's.The battery layer circuit 292 differs from the battery protection circuit 318 in that the battery layer circuit 292 provides a status indication of the battery 76 at a relatively higher level of voltage. The resistor-diode combination 340, 346, 342 of the battery protection circuit 318 operates in much the same way as the resistor-diode combination 296, 298, 300 of the battery-low circuit. When comparator circuit 334 or 294 is at logic 40 high level, it biases its associated output diode 346 or 298 14 thereby decoupling comparator from logic shift circuit 338 or transistor circuit 304. This decouples voltage levels from logic circuit of those in the comparator circuit. Therefore, the flip-over point of the comparator does not depend on logic levels.
De voeding wordt IN geschakeld door het sluiten van de in-uitscha-kelaar 84 (figuren 3, 6, 7) van de gebruiker. De spanning vanaf de primaire batterij 76 van de batterij 34 of de laadschakeling 37 wordt toegevoerd aan de beschermingsschakeling 52. De over de RC laadweg 70 en 10 72 (figuur 3) toegevoerde spanning wordt over de RS flip-flop 94 en de NAND poort 98 aangelegd waardoor op de leiding 128 een voeding-in signaal wordt verschaft. Dit heeft tot gevolg dat het relais 134 (figuren 4 en 7) sluit. Als gevolg hiervan wordt Vgyg toegevoerd aan de batterijniveau-aftastschakelingen 42, de spanningsregulator 36 en de 15 communicatievoedingsbron 316.The power is turned ON by closing the user's on / off switch 84 (Figures 3, 6, 7). The voltage from the primary battery 76 of the battery 34 or the charging circuit 37 is applied to the protection circuit 52. The voltage applied to the RC charging paths 70 and 72 (Figure 3) is applied to the RS flip-flop 94 and the NAND gate 98 applied to provide a power-in signal to line 128. As a result, the relay 134 (Figures 4 and 7) closes. As a result, Vgyg is supplied to the battery level sensing circuits 42, the voltage regulator 36 and the communication power source 316.
Wanneer toegelaten wordt dat de spanning van de primaire batterij 76 afneemt tot een vooraf bepaalde waarde, zal de vergelijker 294 van de bat-laagschakeling 292 gaan trekken en het BAT-laag signaal afgeven aan een vloeistof kristalweergave (IfiD) op het toetsenbord om de ge-20 bruiker te waarschuwen.When the voltage of the primary battery 76 is allowed to drop to a predetermined value, the comparator 294 will pull from the bat layer circuit 292 and output the BAT layer signal to a liquid crystal display (IfiD) on the keyboard to display the data. -20 to warn the user.
Wanneer de spanning van de primaire batterij 76 zelfs verder afneemt, zal de vergelijker 334 van de batterijbeschermingsschakeling 318 getrokken worden hetgeen tot gevolg heeft dat de logische niveauschake-ling 338 het signaal BBPRT-3* gaat afgeven aan de beschermingsschake-25 ling 52. Dit signaal, een logisch hoog niveau, wordt toegevoerd aan de serieketen van de weerstanden 122 en 124 (figuur 3) over de basis 88 van de transistor 90. Dit heeft tot gevolg dat de transistor 90 IN geschakeld wordt. De spanningsval aan de collector 104 doet de RS flipflop 9 4 van toestand veranderen waardoor het relais 134 geopend wordt. 30 De opening (uit) van het relais 134 beëindigt de SYS spanning en VrEG spanning waardoor de computer 20 uitgeschakeld wordt. Opgemerkt wordt echter dat voordat de computer 20 uitschakelt de spanning over de spoel 132 van het relais zal omkeren (en opvolgend afnemen) waardoor de transistor 142 ingeschakeld wordt en het signaal BPRT-1* 35 aan de bellenstuurschakeling 244 afgegeven wordt. Een eindige tijdperi-ode is nodig voor de spanning om af te nemen en daardoor het relais 134 te openen. Deze tijdperiode is voldoende voor de bellengeheugenstuurschakeling 244 om een nette uitschakeling van de werking daarvan uit te voeren. De uitschakeling door de stuurschakeling 244 vormt een intrin-40 sieke functie van de stuurschakeling 244.When the voltage of the primary battery 76 decreases even further, the comparator 334 of the battery protection circuit 318 will be drawn, causing the logic level circuit 338 to output the signal BBPRT-3 * to the protection circuit 52. This signal, a logic high level, is applied to the series circuit of resistors 122 and 124 (Figure 3) across the base 88 of transistor 90. As a result, transistor 90 is turned ON. The voltage drop at the collector 104 causes the RS flip-flop 94 to change state, opening the relay 134. The opening (off) of relay 134 terminates the SYS voltage and VrEG voltage thereby shutting down the computer 20. It should be noted, however, that before the computer 20 turns off, the voltage across the coil 132 of the relay will reverse (and subsequently decrease), turning on the transistor 142 and outputting the signal BPRT-1 * 35 to the bubble control circuit 244. A finite period of time is required for the voltage to drop and thereby open relay 134. This time period is sufficient for the bubble memory driver 244 to perform a proper shutdown of its operation. The shutdown by the control circuit 244 forms an intrinsic function of the control circuit 244.
83 02 2 9 0 » > 15 , De aanwezigheid van de RS flip-flop 94 vermijdt een logisch pro bleem. dat zou optreden wanneer het BPRT-3* signaal rechtstreeks aan de relaisaandrijfschakeling 90 zou worden toegevoerd. Wanneer eenmaal het BPRT-3* signaal erin slaagt de computer UIT te schakelen, zal de batte-5 rijvoeding weggenomen worden van de batterijbeschermingsschakeling 318 (figuur 7) en het BPRT-3* signaal zal wegvallen. Bij het wegnemen van het BPRT-3* signaal zal het relais 134 logisch gezien IN schakelen. Een "hikkende (motor boating)" oscillatie zal dan het gevolg zijn. De RS flip-flop 94 dient als geheugenmiddel om dit verschijnsel te verhinde-10 ren. Wanneer eenmaal in een toestand geklapt zal de flip-flop 94 die toestand aanhouden zelfs nadat het toegevoerde of "omklap" signaal is weggenomen. Wanneer derhalve het BPRT-3* signaal aan de flip-flop 94 is toegevoerd, wordt het relais 134 UIT uitgeschakeld en blijft UIT.83 02 2 9 0 »> 15, The presence of the RS flip-flop 94 avoids a logical problem. that would occur if the BPRT-3 * signal were applied directly to the relay driving circuit 90. Once the BPRT-3 * signal succeeds in turning the computer OFF, the battery-5 driving power will be removed from the battery protection circuit 318 (Figure 7) and the BPRT-3 * signal will be lost. Logically speaking, when the BPRT-3 * signal is removed, the relay 134 switches ON. A "hiccup (motor boating)" oscillation will then result. The RS flip-flop 94 serves as a memory means to prevent this phenomenon. Once collapsed into a state, flip-flop 94 will maintain that state even after the supplied or "flip" signal is removed. Therefore, when the BPRT-3 * signal is applied to the flip-flop 94, the relay 134 is turned OFF and remains OFF.
Wanneer de voeding IN geschakeld wordt, is het duidelijk dat de 15 batterij-laag schakeling 318 in het begin een batterijspanning zal zien die onder de gewenste drempel ligt en zal het BPRT-3* signaal afgeven.When the power is turned ON, it is clear that the battery-low circuit 318 will initially see a battery voltage below the desired threshold and will output the BPRT-3 * signal.
Als gevolg hiervan worden er twee signalen aan de RS flip-flop 94 toegevoerd. Een vermogen in-terugstelsignaal wordt opgewekt door de sluiting van de schakelaar 84. Een BPRT-3* signaal duidt via de transistor 20 90 de beschermingstoestand van de batterij aan. Het eerste signaal sluit het realais 134 en het laatste signaal opent het relais 134. Vanzelfsprekend veroorzaakt dit conflict tussen de openings- en sluitings-signalen een logische dubbelzinnigheid. De poort 98 lost deze dubbelzinnigheid op. Met de voeding op IN zal er vanaf het BC netwerk 70 en 25 72 rechtstreeks een laag-waarsignaal afgegeven worden aan de poort 98.As a result, two signals are applied to the RS flip-flop 94. A power reset signal is generated by the closure of the switch 84. A BPRT-3 * signal indicates through the transistor 20 90 the protection status of the battery. The first signal closes the real 134 and the last signal opens the relay 134. Obviously, this conflict between the opening and closing signals creates a logical ambiguity. Gate 98 resolves this ambiguity. With the power supply to IN, a low-value signal will be directly supplied from gate BC 70 and 25 72 to gate 98.
Deze afgifte waarborgt dat het relais 134 IN geschakeld wordt onafhankelijk van het feit welk signaal er van de RS flip-flop 94 komt. Dit signaal blijft aan gedurende de SC tijdconstante van het weerstand-con-densatornetwerk 70 en 72. Wanneer het BPRT-3* s.ignaal na de constante 30 aanblijft, is er een legitime reden voor de aanwezigheid van het batteri jbeschermingssignaal. Wanneer deze omstandigheid zich voordoet zal het relais 134 zoals boven vermeld UIT geschakeld worden.This output ensures that the relay 134 is turned ON regardless of which signal comes from the RS flip-flop 94. This signal remains on for the SC time constant of the resistor capacitor network 70 and 72. When the BPRT-3 signal remains on after the constant 30, there is a legitimate reason for the presence of the battery protection signal. When this condition occurs, relay 134 will be turned OFF as noted above.
Een belangrijk aspect van de schakeling is de buitengewone doelmatigheid daarvan. Opgemerkt wordt (figuren 3 en 7) dat wanneer de scha-35 kelaar 84 van de gebruiker op UIT staat, er feitelijk geen vermogenop-nemende schakeling op de batterij 34 is aangesloten. De beschermings-schakeling 52 is de enige schakeling die verbonden is met de vermogens-kant van de voeding op het relais 134 en is door middel van de gebrui-kerschakelaar 84 van aarde gescheiden. Derhalve neemt deze computer in 40 tegenstelling tot wat geldig is voor alle bekende voedingsstelsels 3 " 9 0 h V V a v v ·*ρ 16 vrijwel geen of totaal geen vermogen op totdat hij opgeroepen wordt.An important aspect of the circuit is its extraordinary efficiency. It is noted (Figures 3 and 7) that when the user's switch 84 is OFF, there is actually no power-taking circuit connected to the battery 34. The protection circuit 52 is the only circuit connected to the power side of the power supply on the relay 134 and is separated from ground by the user switch 84. Therefore, contrary to what is valid for all known power systems, this computer does not consume any power or no power at all, until it is called up.
Bij de voorkeursuitvoering wordt het bellengeheugen 32 binnen de computer 20 als het equivalent van een diskaandrijving toegepast. De computer 20 gebruikt geheugens voor verschillende redenen zoals meer 5 volledig hierna toegelicht zal worden. Het bellengeheugen 32 kan onder de besturing van een bellengeheugenstuurschakeling 244 staan. Dit geheugen 32 wordt gebruikt in samenhang met een lees/schrijfgeheugen 246 dat bij voorkeur een RAM is.In the preferred embodiment, the bubble memory 32 within the computer 20 is used as the equivalent of a disk drive. The computer 20 uses memories for various reasons, as will be explained in more detail below. The bubble memory 32 may be under the control of a bubble memory control circuit 244. This memory 32 is used in conjunction with a read / write memory 246 which is preferably a RAM.
Tijdens de werking van de computer 20 heeft het bellengeheugen 32 10 een spanning van 12 V nodig om te werken. Deze spanning wordt verkregen doordat de computer een bel-in (BUB-ΟΝ) signaal afgeeft aan een (niet aangegeven) relais dat tot gevolg heeft dat de relaisarmen 54 en 56 respectievelijk in contact bewegen met de contacten 60 en 64 waardoor de batterijen 48 en 76 in serie worden geplaatst. De seriespanning 15 wordt vervolgens via een spanningsregulator 322 gevoerd. Deze regulator 322 kan van bekende konstruktie zijn. De gereguleerde spanning omvat vSPOEL*During operation of the computer 20, the bubble memory 32 10 requires a voltage of 12 V to operate. This voltage is obtained when the computer sends a bell-in (BUB-ΟΝ) signal to a relay (not shown), which causes the relay arms 54 and 56 to move in contact with the contacts 60 and 64, respectively, causing the batteries 48 and 76 are placed in series. The series voltage 15 is then fed through a voltage regulator 322. This regulator 322 can be of known construction. The regulated voltage includes vSPOEL *
Zoals eerder aangegeven zal de CPU 38, wanneer deze het bellengeheugen 32 nodig heeft, een bel-in signaal afgeven. Het IN schakelen van 20 de (niet aangegeven) bel-in transistor veroorzaakt een stroomdoorgang door een (niet aangegeven) relaisspoel van het relais 58 waardoor dit relais gaat sluiten. Wanneer het relais 58 IN geschakeld is bewegen de armaturen 54 en 56 respectievelijk van het ene vaste contact 62 en 66 respectievelijk naar het andere vaste contact 60 en 64. Wanneer het 25 stelsel IN is, verschaft de spanning V^gg vermogen aan de bellengeheugenstuurschakeling 244 en het bellengeheugen 32. Daarenboven is de tweede batterij 48 in serie met de primaire batterij 76 geplaatst waardoor VgpoEL voor de bediening van het bellengeheugen 32 wordt verschaft. Wanneer het gebruik van het bellengeheugen 32 voltooid is scha-30 kelt de CPU 38 het bel-in signaal uit en de bel-in transistor zal UIT schakelen. Het relais 58 zal uitschakelen waardoor de relaisarmen 54 en 56 naar hun oorspronkelijke stand worden gevoerd. Hierdoor wordt de batterij 48 parallel aan de batterij 76 geplaatst. Zoals meer volledig hierna toegelicht zal worden is het gebruik van het bellengeheugen 32 35 in duur beperkt waardoor er op de levensduur van de batterijen 48 en 76 bespaard wordt.As indicated previously, when the CPU 38 requires the bubble memory 32, it will issue a bell-in signal. Switching ON the bell-in transistor (not shown) causes a current flow through a relay coil (not shown) of the relay 58, as a result of which this relay will close. When the relay 58 is turned ON, the luminaires 54 and 56 respectively move from one fixed contact 62 and 66 to the other fixed contact 60 and 64, respectively. When the system is IN, the voltage V ^ gg provides power to the bubble memory driver 244 and the bubble memory 32. In addition, the second battery 48 is placed in series with the primary battery 76, thereby providing VgpoEL for operating the bubble memory 32. When the use of the bubble memory 32 is completed, the CPU 38 turns the bell-in signal off and the bell-in transistor will turn OFF. Relay 58 will turn off, bringing relay arms 54 and 56 to their original positions. As a result, the battery 48 is placed parallel to the battery 76. As will be explained more fully below, the use of the bubble memory 32 is limited in duration, thereby saving the life of the batteries 48 and 76.
Elke geschikte voedingsbron kan toegepast worden. Bij voorkeur worden loodzuur batterijen toegepast met het oog op de betrekkelijk constante spanning tijdens ontlading en met het oog op hun betrekkelijk 40 lage kosten. Het is bekend dat wanneer eenmaal een loodzuur batterij 'O;' ' . -· ·,.Any suitable power source can be used. Preferably lead acid batteries are used in view of the relatively constant voltage during discharge and in view of their relatively low cost. It is known that once a lead acid battery 'O;' ". - · ,.
ς. * *- 17 , tot voorbij een bepaald punt ontladen is, hij beschadigd raakt en niet tot zijn eerdere potentiaal, zoal in het geheel, herladen kan worden.ς. * * - 17, is discharged beyond a certain point, it becomes damaged and cannot be recharged until its previous potential, as a whole.
Teneinde de opname uit deze batterijen 48 en 76 te sturen is de batterij-aftastschakeling 42 aangebracht. Wanneer de primaire batterij 5 76 een eerste vooraf bepaald niveau bereikt wordt het MT-laag signaal door het voedingsverdeelstelsel verschaft, welk signaal een LED 250 (figuur 2) op het toetsenbord 28 aansteekt. Wanneer het BAT-laag signaal verschaft wordt om een LED op het toetsenbord 28 te ontsteken, is er een periode van bij benadering een half uur overgebleven van de le-10 vensduur van de batterij. Aan het einde van deze half-uur periode zal de spanning een tweede vooraf bepaald niveau bereiken. In antwoord op deze spanning werkt het stelsel zodanig als boven aangegeven dat de computer 20 UIT geschakeld wordt.In order to control the recording from these batteries 48 and 76, the battery sensing circuit 42 is provided. When the primary battery 76 reaches a first predetermined level, the MT low signal is provided by the power distribution system, which signal lights an LED 250 (Figure 2) on the keyboard 28. When the BAT layer signal is provided to ignite an LED on the keyboard 28, there is approximately half an hour of battery life remaining. At the end of this half-hour period, the voltage will reach a second predetermined level. In response to this voltage, the system operates as indicated above to turn the computer 20 OFF.
Wanneer het juiste vermogen door de batterijen 76 en 48 wordt toe-15 gevoerd verschaft de voedingstoevoer de spanning via de span- ningsverdubbelaar 214 en de omkeerschakeling 230 waardoor de spanningenWhen the correct power is supplied by the batteries 76 and 48, the power supply supplies the voltage through the voltage doubler 214 and the reversing circuit 230 thereby increasing the voltages
VcOMMf en VCOMM- worden verkregen. Deze voedingsbronnen zijn aangebracht aan een communicatie-interface 256 zoals een telefoon of dergelijke. Deze hardbedrade invoer/uitvoerinrichting heeft de voorkeur 20 zodat de door de computer 20 verwerkte informatie via telefoon of dergelijke overgedragen kan worden aan een andere computer 20 of aan een kantoorstation zoals meer volledig hieronder toegelicht zal worden.VcOMMf and VCOMM- are obtained. These power sources are provided to a communication interface 256 such as a telephone or the like. This hardwired input / output device is preferred 20 so that the information processed by the computer 20 can be transferred by telephone or the like to another computer 20 or to an office station as will be more fully explained below.
Als een algemeen overzicht van de werking van de computer 20 zal de GPU 38, wanneer IN geschakeld, instrukties uit een vast geheugen,As a general overview of the operation of the computer 20, the GPU 38, when turned ON, will provide instructions from a fixed memory,
25 dat bij voorkeur een EPR0M 242 is, lezen. De instrukties in de EPR0M . 242 worden gebruikt om instrukties uit het bellengeheugen 32 in de RAM25 which is preferably an EPR0M 242. The instructions in the EPR0M. 242 are used to transfer instructions from the bubble memory 32 into the RAM
246 te lezen. Het bellengeheugen 32 wordt gebruikt om een diskaandrij-ving na te streven of te simuleren waardoor het de gebruiker mogelijk wordt om de computer 20 met applicatieprogranana's (bijvoorbeeld Super-30 calc, Wordstar, enzovoort) te programmeren. Tenbehoeve van deze discussie wordt aangenomen dat er geen applicatieprogramma's in gebruik zijn, dat wil zeggen dat aangenomen wordt dat de computer 20 alleen zijn werksysteemprogramma aan het uitvoeren is.246 to read. The bubble memory 32 is used to pursue or simulate a disk drive allowing the user to program the computer 20 with application programs (e.g., Super-30 calc, Wordstar, etc.). For the purposes of this discussion, it is assumed that no application programs are in use, that is, it is assumed that the computer 20 is only running its operating system program.
Meer in het bijzonder is de CPU 38 bij voorkeur een Zilog Z-80L 35 CPU. Er worden signalen aan een geheugendecodeer en bladzijdeomschakel-keten 258 (figuur 8) toegevoerd. De onderlinge verbinding van de CPU 38 en de geheugenschakeling 258 evenals het ontwerp van de schakeling 258 zijn in de techniek bekend en kunnen bepaald worden met verwijzing naar het TI TTL Data Book en het Z-80 Technical Manual.More specifically, the CPU 38 is preferably a Zilog Z-80L 35 CPU. Signals are applied to a memory encoder and page switching circuit 258 (Figure 8). The interconnection of the CPU 38 and the memory circuit 258 as well as the design of the circuit 258 are known in the art and can be determined with reference to the TI TTL Data Book and the Z-80 Technical Manual.
40 De EPROM 242 kan bijvoorbeeld een 27C32 geheugen van National Se- 83 0 2 2 9ff 18 miconductor zijn. Zijn doorverbinding binnen de computer 20 kan uit de produktspecificaties afgeleid worden. De EPROM 242 laadt het werksys-teem in de RAM 246 door bediening met de CPU 38. De RAM 246 is bij ^ voorkeur een door Motorola verschafte 64 K byte eenheid (part nummer 5 6665A). De RAM 246 is in standaardconfiguratie doorverbonden met de computer 20, waarbij verwezen wordt naar het produkt specificatieblad, het TI TTL Data Book, het Z-80 Technical Manual en het Zilog Applications Handbook. Het EPROM 242 heeft bij voorkeur een 8 K capaciteit. Op het tijdstip dat de CPU 38 IN schakelt, worden de RAM 246 en de EPROM 10 242 gemachtigd door middel van de geheugendecodeerbladzijde omschakel- keten 258. De geheugens van de EPROM 242 en de RAM 246 worden bij voorkeur gekozen om een werksnelheid te hebben in wezen gelijk aan die van de CPU 38 om de onderlinge verbindingen te vereenvoudigen.The EPROM 242 can be, for example, a 27C32 memory of National Se-83 0 2 2 9ff 18 miconductor. Its interconnection within the computer 20 can be derived from the product specifications. The EPROM 242 loads the operating system into the RAM 246 by operation with the CPU 38. The RAM 246 is preferably a 64 K byte unit provided by Motorola (part number 5 6665A). The RAM 246 is daisy chained to the computer 20 in standard configuration, referring to the product specification sheet, the TI TTL Data Book, the Z-80 Technical Manual and the Zilog Applications Handbook. The EPROM 242 preferably has an 8 K capacity. At the time when the CPU 38 turns ON, the RAM 246 and the EPROM 10 242 are authorized by the memory encoding page switching circuit 258. The memories of the EPROM 242 and the RAM 246 are preferably selected to have an operating speed in similar to that of CPU 38 to simplify interconnections.
Het bellengeheugen 32 wordt onder invloed van de van de CPU 38 en 15 de EPROM 242 ontvangen instrukties genoodzaakt om instrukties door middel van de bellenstuurschakeling 344 in te lezen aan de CPU 38 en dientengevolge aan de RAM 246. Bij voorkeur is het bellengeheugen 32 een 7110 geheugen van Intel Magnetics en is de bellengeheugenstuurschakeling een Intel Magnetics 7220-1. De doorverbinding van het bellengeheu-20 gen 32 en de bellengeheugenstuurschakeling 244 met de computer 20 is in het Intel BPK-72 gebruikers Manual weergegeven.The bubble memory 32 is forced under the influence of the instructions received from the CPU 38 and the EPROM 242 to read instructions to the CPU 38 by the bubble control circuit 344 and, consequently, to the RAM 246. Preferably, the bubble memory 32 is a 7110 memory from Intel Magnetics and the bubble memory driver is an Intel Magnetics 7220-1. The interconnection of the bubble memory 32 and the bubble memory driver 244 to the computer 20 is shown in the Intel BPK-72 User Manual.
De interrupt of onderbreekstuurschakeling 242 is bekend. Het hart van een dergelijke eenheid is een 4532 Motorola prioriteitscodeerscha-keling. De doorverbinding daarvan met de computer 20 met inbegrip van • 25 betrokken schakelingen wordt gevonden in het Motorola CMOS Data Book en het Z-80 Technical Manual. Deze interrupts worden door de CPU 38 bewaakt. Een van de interrupts kan vanaf een via het toetsenbord 28 afgegeven toetsaanslag komen.The interrupt or interrupt control circuit 242 is known. At the heart of such a unit is a 4532 Motorola priority coding circuit. The interconnection thereof to the computer 20 including affected circuits is found in the Motorola CMOS Data Book and the Z-80 Technical Manual. These interrupts are monitored by the CPU 38. One of the interrupts can come from a keystroke delivered via the keyboard 28.
Het toetsenbord 28 is er een dat gemakkelijk verkrijgbaar is van 30 HiTek, Ine. De toetsenbordstuurschakeling 248 kan verkregen worden van Intel, part nummer 80C49. De stuurschakeling 248 bevat een programmeerbare microcomputer. Hij is geprogrammeerd om de toetsaanslagen te herkennen en om vooraf bepaalde codes aan de CPU 38 af te geven. Teneinde deze gegevensoverdracht te bewerkstelligen kan het toetsenbord 28 een 35 interruptsignaal aan de CPU 38 zenden. De CPU 38 reageeert op de interrupt en de toestenbordinformatie wordt vervolgens aan de CPU 38 gevoerd.The keyboard 28 is one that is readily available from 30 HiTek, Ine. The keyboard control circuit 248 can be obtained from Intel, part number 80C49. The control circuit 248 includes a programmable microcomputer. It is programmed to recognize the keystrokes and to issue predetermined codes to the CPU 38. In order to accomplish this data transfer, the keyboard 28 can send an interrupt signal to the CPU 38. The CPU 38 responds to the interrupt and the keyboard information is then fed to the CPU 38.
De tijdsturing van de computer wordt verkregen door middel van een klok 254 die bijvoorbeeld een frequentie afgeeft afkomstig van een 40 4,9152 MHz oscillator. De schakelingen voor de klok zijn gemakkelijk 83 0 2 2 9 0 r* γ 19 verkrijgbaar. Bij voorkeur kan men een Frequency Control Products 9101-02 gebruiken die overeenkomstig het produktspecificatieblad en het Z-80 Technical Manual geïnstalleerd kan worden. De klok 254 wekt een kloksignaal voor de CPU 38, voor de interruptstuurschakeling 252, de 5 RAM 246 en de kantoorstationinterface 22 op evenals voor de communica-tie-interface 256.The timing of the computer is obtained by means of a clock 254 which, for example, emits a frequency from a 40 4.9152 MHz oscillator. The circuits for the clock are easily available 83 0 2 2 9 0 r * γ 19. Preferably a Frequency Control Products 9101-02 can be used which can be installed according to the product specification sheet and the Z-80 Technical Manual. The clock 254 generates a clock signal for the CPU 38, for the interrupt control circuit 252, the RAM 246 and the office station interface 22 as well as for the communication interface 256.
Het is mogelijk dat de interruptstuurschakeling 252 een aantal interrupts van verschillende bronnen zal ontvangen. De interruptstuurschakeling 252 bepaalt de prioriteit van elke interrupt wanneer zij 10 ontvangen worden.It is possible that interrupt control circuit 252 will receive a number of interrupts from different sources. The interrupt control circuit 252 determines the priority of each interrupt when they are received.
Zoals eerder aangegeven gebruikt de computer 20 een bellengeheugen 32 dat als een disk- of schijfaandrijving geconfigureerd is, bijvoorbeeld aandrijving A, en dat bij voorkeur aangepast is om CP/M nomenclatuur toe te passen. Bij voorkeur wordt een 128 K bellengeheugen ge-15 bruikt.As previously indicated, the computer 20 uses a bubble memory 32 configured as a disk or disk drive, e.g. drive A, and which is preferably adapted to apply CP / M nomenclature. Preferably, a 128 K bubble memory is used.
Wanneer het voedingsverdeelstelsel 46 vermogen aan de computer 20 verschaft, verschaft het vermogen aan een vermogen in-terugstelschake-ling 262 die een bekende schakeling is. Als gevolg van deze vermogens-toevoer verschaft de vermogen in-terugstelschakeling 262 een vrijgeef 20 (CLR) signaal dat toegevoerd wordt aan de toetsenbordstuurschakeling 248, de kantoorstationinterface 22, en de communicatie-interface 256, de bit adresseerbare stuurpoort 348, evenals aan de CPU 38, de toetsenbordstuurschakeling 248 en het toetsenbord 28, de interruptstuurschakeling 252 en het bellengeheugen 32 en de bellengeheugenstuurschakeling 25 244. De pulsbreedte van het CLR signaal kan bij benadering 500 millise conde groot zijn teneinde de IN schakeling van de computer 20 te waarborgen.When the power distribution system 46 provides power to the computer 20, the power provides a power reset circuit 262 which is a known circuit. As a result of this power supply, the power reset circuit 262 provides a release 20 (CLR) signal which is applied to the keyboard driver circuit 248, the office station interface 22, and the communication interface 256, the bit addressable control port 348, as well as the CPU. 38, the keyboard control circuit 248 and the keyboard 28, the interrupt control circuit 252 and the bubble memory 32 and the bubble memory control circuit 25 244. The pulse width of the CLR signal may be approximately 500 milliseconds to ensure the IN circuit of the computer 20.
Het stelsel is voorzien van een invoer/uitvoerdecodeerschakeling 264 die bijvoorbeeld een ICD interface 260 machtigt.The system includes an input / output encoding circuit 264 which authorizes, for example, an ICD interface 260.
30 De invoer/uitvoerdecodeerschakeling 264 is een algemeen bekende schakeling waarvan het ontwerp uit het TI TTL Data Book afgeleid kan worden. De LCD is bij voorkeur een weergeeforgaan van vier regels bij tachtig tekens (4 x 80) dat van Epson America verkregen kan worden. De LCD interface 260, eveneens verschaft door Epson America, is ten behoe-35 ve van de weergave doorverbonden overeenkomstig het TI TTL Data Book en de Epson America produktspecificatie.The input / output encoding circuit 264 is a well-known circuit whose design can be derived from the TI TTL Data Book. The LCD is preferably a four-line by eighty-character (4 x 80) display available from Epson America. The LCD interface 260, also provided by Epson America, is daisy-chained for display purposes in accordance with the TI TTL Data Book and the Epson America product specification.
Zoals eerder vermeld is een communicatiepoortinterface 252 aangebracht zodat de computer 20 door middel van telefoon of ander middel met andere apparatuur kan communiceren. De interface 252 bevat bij 40 voorkeur een 6402 UART van RCA. Hij kan geïnstalleerd worden onder toe- 20As mentioned previously, a communication port interface 252 is provided so that the computer 20 can communicate with other equipment by telephone or other means. The interface 252 preferably includes a 6402 UART from RCA. It can be installed under 20
,, * passing van de procedures en betrokken onderdelen aangegeven in het RCA,, * fit of the procedures and involved parts indicated in the RCA
CMOS Data Book, het Z-80 Technical Manual, het Harris CMOS Data Book en het EIA Specifications No. RS232C.CMOS Data Book, the Z-80 Technical Manual, the Harris CMOS Data Book and the EIA Specifications No. RS232C.
Het toetsenbord 28 is bij voorkeur in rijen van een 16 kolommenma-5 trix met discrete verschuiving, schuifvergrendeling, hoofdletterver-grendeling én stuurtoetsen georganiseerd. De schuifvergrendeling en hoofdlettervergrendelingtoetsen zijn bij voorkeur elektronische-ver-grendel toetsen met LED indicatoren die aanduiden dat de hoofdletter-vergrendeling en schuifvergrendelingposities in werking zijn. De hoofd-10 lettervergrendeltoets werkt op gebruikelijke afwisselende wijze terwijl de schuifvergrendeltoets alleen in een schuifvergrendelpositie vergrendelt. Al het bovenstaande is in de techniek bekend.The keyboard 28 is preferably organized in rows of a 16 column matrix with discrete shift, slide lock, capital lock and control keys. The slide lock and capital lock keys are preferably electronic lock keys with LED indicators indicating that the capital lock and slide lock positions are in operation. The master-10 letter lock key works in a usual alternate manner while the slide lock key locks only in a slide lock position. All of the above is known in the art.
Bij voorkeur past het toetsenbord 28 een twee toetsomrolbewerking toe. Het toetsenbord 28 wordt afgetast en de werking daarvan is in de 15 techniek bekend.Preferably, the keyboard 28 employs a two key roll over operation. The keyboard 28 is scanned and its operation is known in the art.
De tot nu toe beschreven computer 20 is een programmeerbare gege-vensinvoerlnrichtlng met een toetsenbordinvoer/uitvoer met een 4 x 80 weergeeforgaan. Deze computer 20 heeft echter het vermogen om niet alleen met randapparatuurinrichtingen (dat wil zeggen inrichtingen uit-20 wendig aan de computer) te gebruiken maar kan zijn werking bijstellen om deze randapparaten, met inbegrip van de apparaten die op het tijdstip dat deze computer 20 vervaardigd werd nog niet bekend waren, te accomoderen. Zoals eerder vermeld is de computer 20 verbonden met een kantoorstationinterface 22. Deze doorverbinding kan via 74SLS45 buffers 25 uitgevoerd zijn.The computer 20 described so far is a programmable data input device with a keyboard input / output with a 4 x 80 display. However, this computer 20 has the ability to use not only with peripheral devices (ie devices externally to the computer) but can adjust its operation to these peripheral devices, including those manufactured at the time this computer 20 was manufactured. was not yet known, to accommodate. As mentioned earlier, the computer 20 is connected to an office station interface 22. This interconnection can be effected via 74SLS45 buffers 25.
Het leidende principe achter de kantoorstationinterface 22 is de toepassing van (niet aangegeven) modulen. Deze modulen geven aan de draagbare computer 20 alle vereiste hulpmiddelen om randapparaten en hun functies te ondersteunen. In het bijzonder heeft elke moduul een 30 programma-opslag die in de vorm van een EPR0M kan zijn. Deze opslag wordt gebruikt om het aandrijfprogramma, programmaverbindingsinforma-tie, diagnostische programma's, en inrichtingidentificatiegegevens nodig om de randappartuur te bedienen, vast te houden.The guiding principle behind the office station interface 22 is the use of modules (not shown). These modules provide the portable computer 20 with all the necessary tools to support peripherals and their functions. In particular, each module has a program store which can be in the form of an EPR0M. This storage is used to hold the drive program, program connection information, diagnostic programs, and device identification data necessary to operate the peripheral equipment.
De RAM welke nodig is om een rendabele moduulwerking te ondersteu-35 nen, dat wil zeggen bufferruimte, wordt eveneens door de moduul in het stelsel ingebracht.The RAM required to support a cost effective module operation, ie buffer space, is also introduced into the system by the module.
Door de computer 20 wordt een paginamechanisme gebruikt om de EPR0M en RAM in elke moduul in staat te stellen de hoofdcomputer RAM 246 te bestrijken of te overlappen (overlay).The computer 20 uses a page mechanism to enable the EPR0M and RAM in each module to overlay or overlay the main computer RAM 246.
40 Wanneer de CPU 38 IN geschakeld is, wordt de EPROM 242 gemachtigd.40 When the CPU 38 is turned ON, the EPROM 242 is authorized.
O ™ Λ 21O ™ Λ 21
De GPU 38 pakt zijn instrukties vanaf de EPROM 242 en het bellengeheugen 32 (dat wil zeggen "boot” programma) naar de RAM 246. Een deel van deze instrukties doet onderzoeken aan de kantoorstationinterface 22.The GPU 38 takes its instructions from the EPROM 242 and the bubble memory 32 (ie "boot" program) to the RAM 246. Some of these instructions investigate the office station interface 22.
Het doel van dit onderzoek is de bepaling of er wel of geen willekeuri-3 ge randapparaten bevestigd aan het kantoorstation zijn en naar hun attributen en vermogens.The purpose of this investigation is to determine whether or not random peripherals are attached to the office station and to their attributes and capabilities.
Dit onderzoek wordt op de volgende wijze teweeg gebracht. Elke moduul kan voorzien zijn van een unieke code. Deze code kan op elke bekende wijze aangebracht zijn en wordt bij voorkeur ingevoerd door de 10 toestand van een stel van acht (niet aangegeven) schakelaars in te stellen die op de moduul aanwezig zijn. Tijdens de uitvoering van het onderzoek wordt een specifieke I/O instruktie door de CPU 38 op een per moduulplaatsingsbasis afgegeven. Alle modulen ontvangen en vergelijken de door de CPU 38 afgegeven code met de op hun respectievelijke schake-15 laars ingestelde code. Een gelijkheid tussen de twee codes op een willekeurige moduul veroorzaakt dat deze moduul eenmaal in een gemachtigde toestand overgaat. Wanneer een moduul in de gemachtigde toestand is heeft deze moduul het vermogen om de computer EAM 246 te bestrijken of te overlappen (overlay). Dit wordt teweeg gebracht door middel van een 20 geheugen machtigingswegneemsignaal van de moduul aan de geheugendeco-deerschakeling 258. Nadat de initialisatie voltooid is, wordt telkens wanneer een moduul gebruikt moet worden zijn specifieke machtigings-adres (dat wil zeggen de toestand van de acht schakelaars) gebruikt.This research is accomplished in the following manner. Each module can be provided with a unique code. This code can be applied in any known manner and is preferably entered by setting the state of a set of eight (not shown) switches present on the module. During the execution of the survey, a specific I / O instruction is issued by the CPU 38 on a per module placement basis. All modules receive and compare the code issued by the CPU 38 with the code set on their respective switches. An equality between the two codes on any module causes this module to transition into an authorized state once. When a module is in the authorized state, this module has the ability to cover or overlay the computer EAM 246 (overlay). This is accomplished by means of a memory enable withdrawal signal from the module to the memory encoder 258. After initialization is completed, each time a module is to be used, its specific authorization address (ie the state of the eight switches) ) used.
Tijdens initialisatie kan het gewenst zijn om een tabel van werk-25 karakteristieken van een moduul te ontwikkelen. Dit kan teweeg gebracht worden door vanuit een gemachtigd moduulgeheugen (dat wil zeggen vanuit het overlappingsgebied) in het niet-overlappingsgebied van de RAM 246 te kopiëren.During initialization, it may be desirable to develop a table of operating characteristics of a module. This can be accomplished by copying from an authorized module memory (i.e. from the overlapping area) into the non-overlapping area of the RAM 246.
Bij de ontvangst van het geheugenmachtigingswegneemsignaal zal de 30 geheugendecodeerschakeling 258 de machtiging van de RAM 246 in het vooraf aangewezen gebied wegnemen, dat bijvoorbeeld van 4000 tot 8000 in hex geadresseerd kan lopen. Een moduul, die dit signaal waardeert, is verplicht om gedurende deze tijd vanaf zijn eigen geheugen gegevens te verschaffen aan de RAM 246. Dit bewerkstelligt een overlapping van 35 dat geheugen van het moduul over de RAM 246 in dat gebied (dat van 4000 tot 8000 kan lopen). De toestand van de CPU 38, dat wil zeggen lezend of schrijvend, verplicht de gemachtigde moduul om de richting van de buffers 350 (figuur 8) te sturen. De modulen voeren deze besturing van richting uit met een signaal dat met DIR aangeduid kan worden.Upon receipt of the memory authorization takeout signal, the memory encoder 258 will remove the authorization of the RAM 246 in the pre-designated area, which may range from, for example, 4000 to 8000 in hex. A module that values this signal is required to provide data from its own memory to the RAM 246 during this time. This causes an overlap of that module's memory over the RAM 246 in that range (that from 4000 to 8000 can walk). The state of the CPU 38, i.e., reading or writing, requires the authorized module to control the direction of the buffers 350 (Figure 8). The modules carry out this direction control with a signal that can be indicated with DIR.
40 Het geheugenmachtigingswegneemsignaal wordt door de modulen op de 8302290 • 4 22 volgende wijze opgewekt. Elke moduul heeft een (niet aangegeven) geheu-gendecodeerschakeling die de toestand van de CPU 38 decodeert. Wanneer de moduuldecodeerschakeling activiteit door de CPU 38 in het overlap-pingsgebied detecteert en de moduul gemachtigd is, wekt vervolgens de 5 geheugendecodeerschakeling van de moduul het geheugenmachtigingsweg-neemsignaal voor de geheugendecodeerschakeling 258 van de computer 20 op. Bij de ontvangst van het machtigingswegneemsignaal neemt de geheugendecodeerschakeling 258 de machtiging van de RAM 246 weg. Gelijktijdig initieert de moduul zijn eigen geheugencyclus en machtigt gegevens 10 op de gegevensbus van de CPU 38.40 The memory authorization withdrawal signal is generated by the modules in the following manner. Each module has a memory coding circuit (not shown) which decodes the state of the CPU 38. When the module coding circuit detects activity by the CPU 38 in the overlap region and the module is authorized, the module's memory coding circuit then generates the memory enabling path for the memory coding circuit 258 of the computer 20. Upon receipt of the authorization take-away signal, the memory encoding circuit 258 removes the authorization from the RAM 246. Simultaneously, the module initiates its own memory cycle and authorizes data 10 on the data bus of the CPU 38.
Om de machtiging van de moduul weg te nemen geeft de CPU 38 dezelfde I/O instruktie met een verschillend adres (dat wil zeggen een adres gericht naar een ander of geen moduul) af. De moduul die dit verschillend adres ontvangt, decodeert dit verschijnsel en neemt in ant-15 woord daarop de machtiging weg. Modulen met weggenomen machtiging zijn verboden om de RAM 246 te overlappen.To remove authorization from the module, the CPU 38 issues the same I / O instruction with a different address (i.e., an address directed to another or no module). The module receiving this different address decodes this phenomenon and replies thereto the authorization. Modules with removed permission are prohibited from overlapping RAM 246.
Het onderzoek wordt teweeg gebracht door opvolgend te proberen de RAM 246 met het geheugen van elk moduul te overlappen. In het geheugen van elk moduul zijn randapparaatidentificatiebericht en programma-in-20 voerpunten aanwezig. Nadat het moduul als gevolg van de gelijkheid van de schakelcodes gemachtigd is, bevestigt de CPU 38 het inrichtingiden-tificatiebericht. De programma-invoerpuntinformatie wordt gebruikt om elk voor de moduul uniek initial!satieprogramma uit te voeren en om de indentiteit en attributen daarvan vast te stellen. Niet-bestaande modu-25 len zullen de RAM niet overlappen en zullen daarom geen identificatie-bericht opwekken.The investigation is accomplished by successively attempting to overlap the RAM 246 with the memory of each module. In the memory of each module, peripheral identification message and program input points are provided. After the module has been authorized due to the identity of the switching codes, the CPU 38 acknowledges the device identification message. The program entry point information is used to run each initialization program unique to the module and to determine its identity and attributes. Nonexistent modules will not overlap the RAM and therefore will not generate an identification message.
Een alternatief voor het gebruiken van specifieke adressen op elke moduul met bijbehorende schakelaars is om elke moduul in een "daisy-ketting" op te nemen. In een dergelijke opstelling past het machti-30 gings- of initialisatieproces geen specifiek adres voor elk moduul toe.An alternative to using specific addresses on each module with associated switches is to include each module in a "daisy chain". In such an arrangement, the authorization or initialization process does not apply a specific address for each module.
Elke moduul kan een daisy-kettingschakeling 352 (figuur 9) hebben bestaande uit een omkeerschakeling 354 verbonden met de D ingang en de vrijgeefingang van een bistabiele flip-flop 356. De klokingang van de 35 flip-flop 356 is verbonden met een ingang van elke van twee CF poorten 358 en 360. De Q uitgang van de flip-flop 356 is verbonden met de tweede ingang van een van de CF poorten 358 en de Q* uitgang is verbonden met de tweede ingang van de andere OF poort 360.Each module may have a daisy chain circuit 352 (Figure 9) consisting of a reversing circuit 354 connected to the D input and the release input of a bistable flip-flop 356. The clock input of the flip-flop 356 is connected to an input of each of two CF gates 358 and 360. The Q output of the flip-flop 356 is connected to the second input of one of the CF gates 358 and the Q * output is connected to the second input of the other OR gate 360.
De ingang van elke omkeerschakeling 354 van elke moduul is verbon-40 den met de ingangen van alle andere omkeerschakelingen 354 van de ande-The input of each inverter 354 of each module is connected to the inputs of all other inverters 354 of the other
S 3 0 2 2 9 QS 3 0 2 2 9 Q
23 re modulen en met de DEV EN* (voor "device enable”) uitgang van de computer 20. Het aan de klokingang van de flip-flop 356 toegevoerde signaal is geïdentificeerd als DEI* (voor "device enable in"). Het signaal uit de eerste OF poort 358 is geïdentificeerd als BD EN* (voor "board 5 enable"). Het signaal uit de tweede CF poort 360 is geïdentificeerd als DEO* (voor "device enable out"). De DEO* signaalleiding is verbonden met de DEI* ingang op de volgende moduul in de reeks. Het BD EN* signaal activeert bij ontvangst daarvan het geheugen op die moduul zoals aangegeven in de initialisatie en werking zoals boven vermeld.23 re modules and with the DEV EN * (for "device enable") output from the computer 20. The signal applied to the clock input of the flip-flop 356 is identified as DEI * (for "device enable in"). The signal from the first OR gate 358 is identified as BD EN * (for "board 5 enable"). The signal from the second CF gate 360 is identified as DEO * (for "device enable out"). The DEO * signal line is connected to the DEI * input on the next module in the sequence The BD EN * signal upon receipt activates the memory on that module as indicated in the initialization and operation as mentioned above.
10 Bij het bedienen van de daisy-ketting verschaft de computer 20 twee signalen aan de kantoorstationinterface 22 (dat de modulen bevat): het DEV EN* en een DEV CLK*. In de voor deze toelichting aangenomen afspraak zijn DEV EN* en DEV CLK* "actief" wanneer zij logisch laag zijn en zij zijn "inactief" wanneer zij logisch hoog zijn. Wanneer DEV EN* 15 en DEV CLK* inactief zijn, zijn de modulen allen in de inactieve toestand. Dat is de eerste toestand die verkregen moet worden voor de computer 20 om een gewenste moduul te adresseren. Om een gewenste moduul te selecteren moet het DEV EN* signaal actief gemaakt worden. Nadat dit is gebeurt verschaft de computer 20 een actief DEV CLK* signaal. Een 20 teller in de computer 20 zal bepalen van welke moduul het vereist is geactiveerd te worden. Wanneer de eerste moduul niet gewenst wordt, doet de computer 20 het DEV CLK* signaal overgaan in inactieve toestand en maakt het vervolgens opnieuw actief. De eerste moduul is inactief geweest en de tweede moduul is nu actief. Tijdens deze periode is DEV 25 EN* actief. Wanneer een andere moduul gewenst is, gaat het proces voort totdat de computer 20 omlaag telt tot de gewenste moduul bereikt is.When operating the daisy chain, the computer 20 provides two signals to the office station interface 22 (containing the modules): the DEV EN * and a DEV CLK *. In the arrangement adopted for this explanation, DEV EN * and DEV CLK * are "active" when they are logically low and they are "inactive" when they are logically high. When DEV EN * 15 and DEV CLK * are inactive, the modules are all in the inactive state. That is the first state to be obtained for the computer 20 to address a desired module. To select a desired module, the DEV EN * signal must be activated. After this is done, the computer 20 provides an active DEV CLK * signal. A 20 counter in the computer 20 will determine from which module it is required to be activated. When the first module is not desired, the computer 20 causes the DEV CLK * signal to go into idle state and then make it active again. The first module has been inactive and the second module is now active. During this period, DEV 25 EN * is active. If another module is desired, the process continues until the computer 20 counts down until the desired module is reached.
Bij initialisatie worden alle modulen opvolgend ondervraagd. Tijdens bedrijf worden de modulen langs de daisy-ketting omlaag geteld totdat de gewenste moduul bereikt is.All modules are subsequently questioned during initialization. During operation, the modules are counted down the daisy chain until the desired module is reached.
30 Tijdens de werking van de computer 20 en enige bij het kantoorsta- tion behorende moduul geeft het direct toegankelijke geheugen wanneer dat gebruikt moet worden, een BUSRQ signaal (bus request) af aan de CPU 38. De CPU 38 zal met een BUSAGK signaal (bus acknowledge) reageren. Op dat punt kan de moduul zijn directe geheugentoegang (DMA.) vermogen ge-35 bruiken. Dit is in de stand van de techniek bekend zoals weergegeven in het Z-80 Technical Manual en de Zilog Applications Handbook.During the operation of the computer 20 and any module associated with the office station, the readily accessible memory when used must issue a BUSRQ signal (bus request) to the CPU 38. The CPU 38 will send a BUSAGK signal ( bus acknowledge). At that point, the module can use its direct memory access (DMA.) Capability. This is known in the art as shown in the Z-80 Technical Manual and the Zilog Applications Handbook.
Tijdens de algemene bewerkingen van de computer 20 wordt een vergrendeling verschaft wanneer de CPU 38 "schrijft" aan. Wanneer het bijvoorbeeld nodig Is om het bellengeheugen te sturen en om de vereiste 40 voeding te verschaffen schrijft de CPU 38 derhalve aan deze bit adres- 8302290 24 , seerbare stuurpoort 348, die bijvoorbeeld een 74LS273 chip kan zijn, om daardoor het bel-in (BUB-ΟΝ) signaal aan de voedingsvoorziening te verschaffen.During the general operations of the computer 20, a lock is provided when the CPU 38 "writes". For example, when it is necessary to control the bubble memory and to provide the required power, the CPU 38 therefore writes to this bit address 8302290 24, sable control port 348, which may be, for example, a 74LS273 chip, to thereby enable the call-in ( BUB-ΟΝ) signal to the power supply.
Een van de randapparaten die gebruikt kan worden is een CRT weer-5 geeforgaan 26 van 24 regels bij 80 tekens. Een 24 regel bij 80 tekendeel van de rand 246 kan opzij gelegd zijn. Informatie die in de RAM 246 vanaf het toetsenbord 28 wordt ingelezen wordt door de RAM 246 op een wijze gelijk aan een CRT weergeeforgaan van dezelfde afmeting aangehouden. De RAM 246 wordt voor dit doel behandeld alsof het een CRT 10 was.One of the peripherals that can be used is a CRT-5 display 26 of 24 lines by 80 characters. A 24 line by 80 mark portion of the rim 246 may be set aside. Information read into the RAM 246 from the keyboard 28 is maintained by the RAM 246 in a manner similar to a CRT display of the same size. The RAM 246 is treated as if it were a CRT 10 for this purpose.
Als gevolg van deze benadering kopieert het LCD 4 regels bij 80 tekens weergeeforgaan de in de RAM 246 opgeslagen informatie of eerder dat deel van de informatie dat het kan accomoderen. Dit kan onder pro-grammabesturing gebeuren. Derhalve kan de 4 regels bij 80 tekens (4 x 15 80) weergave als een "venster" in een 24 regels bij 80 tekens (24 x 80) "map" of gebied van de RAM 246 beschouwd worden.As a result of this approach, the LCD 4 lines by 80 characters display copies the information stored in RAM 246 or rather that part of the information that it can accommodate. This can be done under program control. Therefore, the 4 lines by 80 characters (4 x 15 80) display can be considered a "window" in a 24 lines by 80 characters (24 x 80) "folder" or area of the RAM 246.
Overeenkomstig de leer van de uitvinding is het toetsenbord 28 voorzien van vijf toetsen naast de normaal op een toetsenbord aanwezige toetsen. Deze vijf toetsen dienen ervoor om het venster (dat wil 20 zeggen de 4 x 80 weergave) rond het 24 x 80 gebied van de RAM 246 te bewegen. Er is een bij elke van de vijf toetsen behorende unieke code. Naar deze vijf toetsen wordt verwezen met een groep van vensterstuur-toetsen. Een toets zal het venster doen springen naar de bovenkant van het geheugengebied van 24 regels bij 80 tekens. Een tweede toets zal 25 het venster doen springen naar de onderkant van het 24 x 80 gebied. Een derde toets zal het venster verrollen totdat dat venster de bovenkant van het 24 x 80 gebied bereikt. Een vierde toets zal het venster naar beneden verrollen totdat het venster de onderkant van het 24 x 80 gebied bereikt. De vijfde toets is een "snap" of "huis" toets die het 30 venster doet terugkeren naar zijn oorspronkelijke positie. De werking van de vijfde toets vooronderstelt dat het venster, tijdens de werking van elk van de vier andere toetsen, niet alleen ten opzichte van de niet alleen ten opzichte van de 24 x 80 map maar eveneens ten opzichte van de cursor beweegt. De invoer van gegevens met het van de cursor 35 weggerolde venster zal dezelfde "snap" of terugkeer veroorzaken.In accordance with the teachings of the invention, the keyboard 28 is provided with five keys in addition to the keys normally present on a keyboard. These five keys serve to move the window (ie the 4 x 80 display) around the 24 x 80 area of the RAM 246. There is a unique code associated with each of the five keys. These five keys are referred to by a group of window control keys. A key will jump the window to the top of the 24-line by 80-character memory area. A second key will jump the window to the bottom of the 24 x 80 area. A third key will scroll the window until that window reaches the top of the 24 x 80 area. A fourth key will scroll the window down until the window reaches the bottom of the 24 x 80 area. The fifth key is a "snap" or "house" key that returns the window to its original position. The operation of the fifth key presupposes that, during the operation of each of the other four keys, the window moves not only with respect to not only the 24 x 80 map but also with respect to the cursor. Entering data with the window rolled away from cursor 35 will cause the same "snap" or return.
Wanneer in bedrijf een van de vijf toetsen geraakt wordt, identificeert de toetsenbordstuurschakeling 248 die toetsaanslag als een van de vensterstuurtoetsen en slaat die informatie in een binnen de stuur-schakeling 248 geplaatst FIFO geheugen op en geeft een interruptsignaal 40 aan de CPU 38 af. De CPU 38 voert vervolgens een interruptroutine uit 8302298 25 die in de techniek bekend is. Na afsluiting van de interruptroutine zal de CPU 38 zijn werking voortzetten. Bij de volgende afgifte van een ba-sisinvoer-uitvoerstelsel (BIOS) routine (bijvoorbeeld die te maken heeft met het toetsenbord 28, het bellengeheugen 32, of de LCD 60) con-5 troleert de CPU 38 het FIFO geheugen in de toetsenbordstuurschakeling 248. Wanneer een vensterstuursignaal van een van de vijf toetsen gevonden wordt, zal dat signaal door de CPU 38 uitgevoerd worden.When in operation one of the five keys is hit, the keyboard control circuit 248 identifies that keystroke as one of the window control keys and stores that information in a FIFO memory located within the control circuit 248 and outputs an interrupt signal 40 to the CPU 38. The CPU 38 then executes an interrupt routine 8302298 25 which is known in the art. After completion of the interrupt routine, the CPU 38 will continue to operate. On the next delivery of a basic input-output system (BIOS) routine (for example, which has to do with the keyboard 28, the bubble memory 32, or the LCD 60), the CPU 38 checks the FIFO memory in the keyboard driver circuit 248. When a window control signal of one of the five keys is found, that signal will be output by the CPU 38.
Wanneer ooit een teken op de 4 x 80 weergave wordt weergegeven wordt het eveneens in de RAM 246 opgeslagen. Tegelijkertijd veroorzaakt 10 de toetsenbordstuurschakeling 248 dat het startpunt van het venster in de RAM 246 opgeslagen wordt. Deze informatie, die "pointer" wordt genoemd, wordt opgeslagen. Daarenboven wordt, wanneer het venster bewogen of verrold wordt, een tweede pointer op dezelfde wijze opgeslagen om de vensterpositie aan te duiden.If a character is ever displayed on the 4 x 80 display, it is also stored in RAM 246. At the same time, the keyboard driver circuit 248 causes the window start point to be stored in the RAM 246. This information, called "pointer", is stored. In addition, when the window is moved or rolled, a second pointer is stored in the same manner to indicate the window position.
15 Wanneer de huis of snaptoets aangeslagen wordt, identificeert de CPU 38 de vensterpointer overeenkomend met de plaats van het venster wanneer de cursor het laatst weergegeven was en de vensterpointer die met de huidige plaats van het venster overeenkomt. Wanneer deze twee pointers verschillend zijn voert de CPU 38 het venster naar de oor-20 spronkelijke plaats terug. Dit wordt eveneens gedaan wanneer er een teken ingevoerd wordt en het venster naar een verschillende plaats ten opzichte van de cursor bewogen is.When the house or snap key is pressed, the CPU 38 identifies the window pointer corresponding to the location of the window when the cursor was last displayed and the window pointer corresponding to the current location of the window. When these two pointers are different, the CPU 38 returns the window to the original location. This is also done when a character is entered and the window is moved to a different location from the cursor.
Als deel van de werking daarvan kan de 4 x 80 weergave gecoördineerd worden met een 24 x 80 weergave van een CRT monitor. Dit kan ult-25 gevoerd worden door de tekens in de 24 x 80 weergave te beginnen in dezelfde plaats als in het 24 x 80 scherm. £en synchronisatie tussen deze twee weergaven kan aangehouden worden door de een-op-een verhouding van het opslaggebied met de CRT weergave. Als gevolg van de 4 x 80 weergave zal deze een gecoödineerd hoewel kleiner deel van de CRT weergave weer-30 geven.As part of its operation, the 4 x 80 display can be coordinated with a 24 x 80 display from a CRT monitor. This can be done by starting the characters in the 24 x 80 display in the same place as in the 24 x 80 display. Synchronization between these two views can be maintained by the one-to-one ratio of the storage area to the CRT view. As a result of the 4 x 80 display, it will display a coordinated though smaller portion of the CRT display.
Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de specificatie en conclusies een aanname ten aanzien van de polariteit van de voedings-voorziening is gemaakt (waarbij aarde de negatieve klem van de primaire batterij is) en de schakelingen met inbegrip van de chips en de discre-35 te transistoren in overeenstemming hiermede aangesloten zijn. Het geheel van de beschrijving en conclusies dient echter zo gelezen te worden dat de logische omgekeerde polariteit en schakelingen daarvan eveneens binnen het kader van de uitvinding vallen.It will be understood that within the scope of the specification and claims an assumption has been made regarding the polarity of the power supply (where ground is the negative terminal of the primary battery) and the circuitry including the chips and the discre -35 transistors are connected in accordance therewith. However, the entirety of the description and claims should be read so that the inverse logic polarity and circuits thereof are also within the scope of the invention.
Achter de hierop volgende conclusies is een print out aangegeven 40 van de source code van de werking van de aandrijfprogramma's voor de 26 ICD weergave en. toetsenbord volgens het eerder vermelde.After the following claims, a print-out 40 of the source code of the operation of the drive programs for the 26 ICD display is indicated. keyboard according to the aforementioned.
Opgemerkt wordt dat de LCD weergave er een is uit vele typen van weergaven die gebruikt kunnen worden. Eveneens wordt opgemerkt dat het aantal regels gekozen voor de weergeefinrichting 30 elk aantal kan zijn 5 op voorwaarde dat het kleiner is dan het aantal regels van de weergave op de monitor waarbij de weergave zodanig gecoördineerd is met de lees/ schrijfgeheugenmiddelen van de computer dat het gecoördineerd is met de CRT weergave of op het tijdstip van initiële invoer of enige tijd later wanneer de CRT verbonden is met de computer. Derhalve kan de 4 x 80 10 weergeefinrichting 30 eveneens een 8 x 80, 12 x 80 of dergelijke weergeefinrichting zijn.It is noted that the LCD display is one of many types of displays that can be used. It is also noted that the number of lines selected for the display device 30 may be any number 5 provided that it is less than the number of lines of the display on the monitor where the display is coordinated with the read / write memory means of the computer so that it is coordinated is with the CRT display or at the time of initial input or some time later when the CRT is connected to the computer. Therefore, the 4 x 80 10 display device 30 may also be an 8 x 80, 12 x 80 or the like display device.
83022908302290
Claims (92)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US39293482A | 1982-06-28 | 1982-06-28 | |
US39293482 | 1982-06-28 | ||
US50651683A | 1983-06-21 | 1983-06-21 | |
US50651683 | 1983-06-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8302290A true NL8302290A (en) | 1984-01-16 |
Family
ID=27014081
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8302290A NL8302290A (en) | 1982-06-28 | 1983-06-28 | MODULERIZED COMPUTER SYSTEM. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3323097A1 (en) |
GB (1) | GB2126387A (en) |
IT (1) | IT8348586A0 (en) |
NL (1) | NL8302290A (en) |
SE (1) | SE8303632L (en) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5019811A (en) * | 1984-10-15 | 1991-05-28 | Unigrafic Ag | Device for marking edges of shelves |
US6256034B1 (en) | 1986-06-27 | 2001-07-03 | Sture Olsson | Device for marking edges of shelves |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3716842A (en) * | 1971-05-05 | 1973-02-13 | Ibm | System and method for the continuous movement of a sheet having graphic subject matter thereon through a window of a display screen |
GB1492376A (en) * | 1973-11-21 | 1977-11-16 | Termiflex Corp | Hand held interactive terminal |
US3921148A (en) * | 1974-03-06 | 1975-11-18 | Ontel Corp | Business machine communication system and data display |
US4016542A (en) * | 1974-04-23 | 1977-04-05 | Azurdata, Inc. | Electronic notebook for use in data gathering, formatting and transmitting system |
CA1101351A (en) * | 1977-05-09 | 1981-05-19 | Robert W. Lester | Electronic typewriter having an electronic display |
GB2070399B (en) * | 1980-02-27 | 1983-10-05 | Xtrak Corp | Real time toroidal pan |
JPH0215153Y2 (en) * | 1980-12-16 | 1990-04-24 |
-
1983
- 1983-06-27 SE SE8303632A patent/SE8303632L/en not_active Application Discontinuation
- 1983-06-27 DE DE19833323097 patent/DE3323097A1/en not_active Withdrawn
- 1983-06-28 IT IT8348586A patent/IT8348586A0/en unknown
- 1983-06-28 GB GB08317563A patent/GB2126387A/en not_active Withdrawn
- 1983-06-28 NL NL8302290A patent/NL8302290A/en not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3323097A1 (en) | 1984-02-09 |
IT8348586A0 (en) | 1983-06-28 |
GB2126387A (en) | 1984-03-21 |
SE8303632L (en) | 1984-02-20 |
GB8317563D0 (en) | 1983-08-03 |
SE8303632D0 (en) | 1983-06-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN102956212B (en) | Liquid crystal display device and driving method thereof | |
CN102239466B (en) | Display, contact panel and electronic equipment | |
US4626837A (en) | Display interface apparatus | |
US5909596A (en) | Self-configuring PC card with connector capable of using the pin configuration of an attached peripheral to identify the peripheral | |
US5724529A (en) | Computer system with multiple PC card controllers and a method of controlling I/O transfers in the system | |
US7027058B2 (en) | Host device, image display device, image display system, image display method, panel attribute reading-out method and image display control method | |
CN103186483B (en) | Terminal, for its OTG function and the executed in parallel method of charge function | |
US6801956B2 (en) | Arrangement with a microprocessor | |
KR920008262B1 (en) | Detection of the connection of external display unit | |
CN106201383A (en) | Many main frames common display expands electronic installation and the system of display identification data | |
EP1805594A1 (en) | Display apparatus and control method thereof | |
US5412800A (en) | System for running incompatible graphics programs | |
CN106055044B (en) | A kind of method and terminal of compatible identification different model sensor | |
US20080302865A1 (en) | Method of integrating barcode information and extended display identification data | |
CN109388430A (en) | Realize microprocessor to the method for peripheral hardware hardware controls | |
PL165903B1 (en) | Windowing method and system | |
JP2004528627A (en) | Computer bus architecture | |
CN110444156A (en) | Display device and its driver | |
NL8302290A (en) | MODULERIZED COMPUTER SYSTEM. | |
CN103793038B (en) | Electronic installation and power control method | |
EP0696771A2 (en) | A method for programming a data processing system | |
CN105809069B (en) | Removed device, method and the driver when preventing solid state drive from may have access to | |
CN100375072C (en) | Extension apparatus and method for computer host | |
CN206470847U (en) | A kind of intelligent key management box | |
DE69334089T2 (en) | Portable computer with assigned register group and peripheral bus between system bus and peripheral controller |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |