NL8301754A - Instelbare stuurinrichting voor een wegvoertuig. - Google Patents

Description

Instelbare stuurinrichting voor een wegvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een instelbare stuurinrichting voor een wegvoertuig, bestaande uit een stuurkolom met daarin draaibare stuuras, op één einde waarvan een stuurwiel is bevestigd en waarvan het andere einde door 5 tenminste één kruiskoppeling is verbonden aan het stuurhuis van de stuurinrichting, welke stuuras is ondersteund in tenminste één cilindrische mantel die is vastgezet aan een verplaatsbaar steunorgaan dat door middel van een aantrekorgaan vast-klembaar is op een op het voertuig bevestigd klemstuk en ten 10 opzichte van dit klemstuk verplaatsbaar is in een vertikaal vlak door de hartlijn van de stuurkolom; welk aantrekorgaan zich uitstrekt door twee tegenover elkaar geplaatste rechte sleuven, evenwijdig aan de hartlijn van de stuurkolom, en door twee tegenover elkaar aangebrachte gekromde sleuven die elk een krom-15 temiddelpunt hebben dat gelegen is op een lijn die door het middelpunt van een kruiskoppeling op de stuuras loopt, en welke sleuven zijn aangebracht in het klemstuk en in het steunorgaan.

Een dergelijke stuurinrichting is aanvrager uit eigen wetenschap bekend.

20 Een bezwaar van deze inrichting en van alle andere soortgelijke bekende inrichtingen is dat het draaipunt van de stuurkolom zich bevindt aan de van het stuurwiel afgekeerde zijde van het klemstuk, dat de verstelbaarheid van de stuurkolom gering is, en dat een tweede geleiding voor de 25 stuurkolom vereist is voor de axiale verstelling van de stuur kolom. De inrichting kan niet worden toegepast in kantelcabines van wegvoertuigen, in het bijzonder kantelcabines van wegvoertuigen met frontbesturing (steil staande stuurkolom en vlak liggend stuurwiel), daar zij niet kan worden aangepast aan de geo-30 metrie van dergelijke cabines en aan de lichaamsbouw en de zit- houding van de bestuurder. Deze aanpassing vereist een gemakkelijke hoekverdraaiing van het middelpunt van het stuurwiel in een vertikaal vlak gaande door de hartlijn van de stuurkolom, 8301754 - 2 - * en het hierbij behorend hoger liggend draaipunt voor deze kolom en een hiervan onafhankelijke verstelling van de stuur-kolom. De bekende stuurinrichting voldoet niet aan deze eisen en is derhalve niet universeel toepasbaar in cabines van weg-5 voertuigen. Bovendien is het vanwege de uitvoering en ligging van de instelbare ondersteuningsinrichting van de stuurkolom niet mogelijk een aantal kruiskoppelingen toe te passen zoals vereist is bij kantelcabines, al of niet geveerd. Wanneer slijtage optreedt in het klemgedeelte van klemstuk en steunorgaan is een 10 naverstelling van de in het klemstuk optredende klemkracht ver eist hetgeen van belang is daar deze klemkracht kritisch is in het bijzonder bij zware wegvoertuigen. Tenslotte bevat de ondersteuningsinrichting van de stuurkolom uitstekende delen, die voor de bestuurder ongewenst zijn in het bijzonder wanneer 15 het wegvoertuig een botsing ondergaat.

De uitvinding beoogt de bovenvermelde bezwaren op te heffen en heeft daartoe als kenmerk' dat het klemstuk is voorzien van een axiale klemsnede en van een cilindrische boring voor het vastklembaar opnemen van een eerste cilin-20 drische mantel, in welk klemstuk de rechte sleuven zijn aange bracht, waarbij het steunorgaan wordt gevormd door een paar tegenover gelegen platen die elk zijn voorzien van een der genoemde gekromde sleuven en die om het klemstuk grijpen en in de nabijheid van het stuurwiel vast zijn verbonden met een tweede cilin-25 drische mantel, waarbij het aantrekorgaan is voorzien van een voorgespannen drukveer voor het verschaffen van een constante klemspanning op het klemstuk en het steunorgaan.

De uitvinding verschaft een compacte, eenvoudige, robuuste, spelingsvrije en betrouwbare instelbare 30 stuurinrichting zonder uitstekende delen, die gemakkelijk bedien- baar is. Door het uitoefenen van een constante klemspanning op het klemstuk en het steunorgaan wordt steeds een optimale beheersing van de tussen klemstuk en steunorgaan optredende klemkrach-ten verkregen. De klemkracht bepaalt de kracht waarmede het stuur-35 wiel te verplaatsen is. Teneinde voldoende weerstand tegen ver- 8301754 * 3 plaatsen te hebben zijn wrijvingsplaten toegevoegd. Een verstellen en vastzetten van het stuurwiel door de chauffeur kan de vooraf bepaalde klemkracht niet beïnvloeden. De weerstand tegen verplaatsing is daarmede in de constructie zodanig vastgelegd dat een ongewilde verplaat-5 sing van het stuurwiel ook bij het optreden van de maximale krachten, welke bijvoorbeeld bij het uitvallen van het,servomechanisme of bij het ophijsen van de chauffeur aan het stuurwiel optreden, niet zal plaatshebben. Echter zal wanneer een van deze stuurinrichting voorzien wegvoertuig een botsing ondergaat en de bestuurder hiervan 10 tegen het stuurwiel botst, het stuurwiel met het zich daaronder bevindende draaibare deel van de stuurkolom kunnen verplaatsen. De hoekver-draaiing en de axiale verplaatsing van de stuurkolom zijn van elkaar onafhankelijk. Doordat in de onderhavige stuurinrichting de gekromde sleuven hoog liggen en hun kromtemiddelpunten gelegen zijn op een lijn 15 die zich uitstrekt door het middelpunt van een kruiskoppeling die geplaatst is tussen het klemstuk en het stuurwiel, heeft het stuurwiel bij een gegeven lengte van de kromme sleuven een grote verstelbaarheid in het genoemde vertikale vlak door de hartlijn van de stuurkolom.

De uitv^inding verschaft een universele construc-20 tie daar deze steeds kan worden aangepast aan de geometrie van een cabine van een wegvoertuig, aan de lichaamsbouw en aan de zitstand van de bestuurder van dit voertuig, welke constructie bovendien gemakkelijk kan word^en ingebouwd in een cabine. Als gevolg van de onderhavige klemconstructie met enkelvoudig bedieningsorgaan (moer) kan 25 reeds bij geringe lossing van dit orgaan toch een afzonderlijke hoek-verdraaiing respectievelijk axiale verstelling van het stuurwiel verkregen worden,waarbij de genoemde hoekverdraaiing gemakkelijker zal plaatshebben dan de axiale verstelling.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan 30 de hand van de tekening.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een instelbare stuurinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een doorsnede, gezien volgens de pijlen II-II in figuur 1, alsmede een aanzicht van een 35 gedeelte van het klemstuk en het steunorgaan, met het daarin aangebrachte aantrekorgaan, volgens de uitvinding.

8301754 % 4

Figuur 3 toont een aanzicht van een gedeelte van het klemstuk en het steunorgaan, gezien volgens de pijl A in fig. 2.

De onderhavige instelbare stuurinrich-5 ting bestaat uit een stuurkolom 3 met een daarin draaibare stuur- as 2, aan één einde waarvan een stuurwiel 1 is bevestigd. Het andere einde van de stuuras is door middel van een kruiskoppeling 7 en een telescopische as 8 met kruiskoppeling via het stuurhuis verbonden met de stuurinrichting van het voertuig.

10 De stuuras is ondersteund in twee cilin drische mantels, te weten een eerste cilindrische mantel 27 en een tweede cilindrische mantel 28, waarvan de zich in de nabijheid van het stuurwiel bevindende tweede cilindrische mantel 28 is vastgezet op een verplaatsbaar steunorgaan 20 dat vastklem-15 baar is op een op het voertuig (niet getoond) bevestigd klemstuk 6 en ten opzichte van dit klemstuk verplaatsbaar is in het ver-tikale vlak, gaande door de hartlijn 29 van de stuurkolom. Het aantrekorgaan wordt gevormd door een bout 10 met boutkop en een schroefdraadeinde met flensmoer 14.

20 Het aantrekorgaan strekt zich uit door twee tegenover elkaar geplaatste rechte sleuven 26 die in het klemstuk 6 zijn aangebracht en die.evenwijdig zijn aan de hartlijn 29 van de stuurkolom 3, en door twee tegenover elkaar aangebrachte gekromde sleuven 25, die elk een kromtemiddelpunt heb-25 ben dat gelegen is op een lijn die door het middelpunt van een kruiskoppeling 4 loopt. De gekromde sleuven zijn aangebracht in het steunorgaan 20, dat bestaat uit twee tegenover elkaar gelegen platen 21 die om het klemstuk 6 grijpen en die vast zijn verbonden met de eerste cilindrische mantel 27. De genoemde kruiskoppeling 30 4 bevindt zich in de ruimte tussen de platen 21 van het verplaats bare steunorgaan 20.

De eerste cilindrische mantel 27 is axiaal verschuifbaar opgenomen in een cilindrische holte in het U-vormige klemstuk 6. De einden der benen van het klemstuk zijn 35 vastgezet op het voertuiggestel (niet getoond). De genoemde kruis- 8301754 5 koppeling 4 kan op elke gewenste plaats op de stuurkolom worden aangebracht, maar het verdient de voorkeur dat deze kruiskoppeling is aangebracht tussen de eerste cilindrische mantel 27 en het stuurwiel 1, zoals aangegeven in de tekening. Als gevolg 5 van deze plaatsing kan, indien vereist, het vlak van het stuur wiel, vanwege de korte kromtestraal, in het vertikale vlak door de hartlijn van de stuurkolom een rotatie over een betrekkelijk grote hoek ondergaan. Bovendien zal door deze plaatsing een compacte constructie van de stuurinrichting in de cabine 10 worden verkregen.

De bedieningsknop 15 (figuur 2) van het aantrekorgaan zal samen met een, een constante klemspanning verschaffende drukveer 12 het steunorgaan 20 op het klemstuk 6 vastklemmen. De drukveer is aan de schroefdraadzijde van de bout 15 10 omi_aatstgenoemde aangebracht en strekt zich uit tussen een wand van een om de bout aangebrachte cilindrische bus 13 en de flensmoer 14 op de bout. De bus 13 is aan zijn buitenomtrek voorzien van een omtreksflens 22 en strekt zich uit door een been 24 van het klemstuk en door een plaat 21, waarbij tussen de 20 genoemde plaat en de omtreksflens 22, alsmede tussen deze plaat en het genoemde been van het klemstuk telkens een wrijvingsplaat 11 is aangebracht. Voorts is de bus 13 op de buitenomtrek van zijn buiteneinde voorzien van schroefdraad voor het daarop bevestigen van het holle, van inwendige schroefdraad voorziene be-25 dieningsknop 15 die is voorzien van een aanslagbout 19 waarvan één einde 5 verplaatsbaar is in een cirkelvormige omtreksuit-sparing 23 in de flens 22 van de bus 13. De bedieningsknop bevat voorts een centrale verstelbout 16 die in een centrale opening van de bedieningsknop is geschroefd en waarvan één einde is voor-30 zien van een kogel 18 die in aangrijping is met het schroef- draadeinde van de bout 10. Tussen de verstelbout 16 en de bedieningsknop 15 bevindt zich een opvulring 17. Door aandraaien van de bedieningsknop en met behulp van een hefboom 30 wordt de drukveer ingedrukt en verplaatst de bout 10 zodanig dat de klemkracht 35 op het steunorgaan vermindert. Op het kopeinde van de bout 10 8301754 6 is een ring 9 aangebracht voor het ondersteunen van de wrij-vingsplaat 11 die aanligt tegen een zijde van een plaat 21 van het steunorgaan, waarbij tussen de andere zijde van de plaat 21 en een been 24 van het klemstuk eveneens een wrijvingsplaat 5 11 is aangebracht.

Tenslotte wordt opgemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvorm van de bedieningsknop.

8301754

Claims (9)

1. Instelbare stuurinrichting voor een wegvoertuig, bestaande uit een stuurkolom met daarin draaibare stuuras, op één einde waarvan een stuurwiel is bevestigd en 5 waarvan het andere einde door tenminste één kruiskoppeling is verbonden aan het stuurhuis van de stuurinrichting, welke stuuras is ondersteund in tenminste één cilindrische mantel die is vastgezet aan een verplaatsbaar steunorgaan dat door middel van een aantrekorgaan vastklembaar is op een op het voertuig beves-10 tigd klemstuk en ten opzichte van dit klemstuk verplaatsbaar is in een vertikaal vlak door de hartlijn van de stuurkolom, welk aantrekorgaan zich uitstrekt door twee tegenover elkaar geplaatste rechte sleuven, evenwijdig aan de hartlijn vande stuurkolom, en door twee tegenover elkaar aangebrachte gekromde sleu-15 ven die elk een kromtemiddelpunt hebben dat gelegen is op een lijn die door het middelpunt van een kruiskoppeling op de stuuras loopt, en welke sleuven zijn aangebracht in het klemstuk en in het steunorgaan met het kenmerk, dat het klemstuk (6) is voorzien van een axiale klemsnede en van een cilindrische boring voor 20 het vastklembaar opneraen van een eerste cilindrische mantel (27), in welk klemstuk de rechte sleuven (26) zijn aangebracht, waarbij het steunorgaan (20) wordt gevormd door een paar tegenover elkaar gelegen platen (21, 21) die elk zijn voorzien van één der genoemde gekromde sleuven (25, 25) en die om het klemstuk (6) 25 grijpen en in de nabijheid van het stuurwiel (1) vast zijn ver bonden met een tweede cilindrische mantel (28), waarbij het aantrekorgaan is voorzien van een voorgespannen drukveer (12) voor het verschaffen van een constante klemspanning op het klemstuk en het steunorgaan.

2. Stuurinrichting volgens conclusie 1, waarbij het klemstuk U-vormig is uitgevoerd met het kenmerk, dat de uiteinden van de benen van het klemstuk (6) op het voertuig-gestel zijn vastgezet.

3. Stuurinrichting volgens conclusie 1, 35 waarbij het aantrekorgaan wordt gevormd door een stang met 8301754 m 8 Λ, schroefdraad en moer en een bedieningselement met het kenmerk, dat de drukveer (12) aan de schroefdraadzijde van een bout (10) om laatstgenoemde is aangebracht en zich uitstrekt tussen een wand van een om de bout aangebrachte cilindrische bus (13) 5 en een flensmoer (14) op de bout.

4. Stuurinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bus (13) aan zijn buitenomtrek is voorzien van een omtreksflens (22) en zich uitstrekt door een been (24) van het klemstuk (6) en door een plaat (21) van het steun- 10 orgaan, waarbij tussen de genoemde plaat en de omtreksflens (22), alsmede tussen deze plaat en het genoemde been van het klemstuk telkens een wrijvirigsplaat (11) is aangebracht, welke wrijvingsplaten om de bus zijn aangebracht.

5. Stuurinrichting volgens de conclusies 15. en 4, met het kenmerk, dat de bus (13) op de buitenomtrek van zijn buiteneinde is voorzien van schroefdraad voor het daarop bevestigen van een holle van inwendige schroefdraad voorziene bedieningsknop (15), die is voorzien van een aanslagbout (19) waarvan één einde verplaatsbaar is in een cirkelvormige omtreks-20 uitsparing (23) in de flens (22) van'de bus (13).

6. Stuurinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bedieningsknop (15) is voorzien van een centrale verstelbout (16) die in een centrale opening van de bedieningsknop is geschroefd en waarvan één einde een kogel (18) 25 bevat die in aangrijping is met het schroefdraadeinde van de bout (10).

7. Stuurinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat op het kopeinde van de bout (10) een ring (9) is aangebracht voor het ondersteunen van een wrijvingsplaat 30 (11) die eveneens aanligt tegen één zijde van een plaat (21) van het steunorgaan, waarbij tussen de andere zijde van de plaat (21) en een been (24) van het klemstuk eveneens een wrijvingsplaat (11) is aangebracht.

8. Stuurinrichting volgens de conclusie 35 1, met'het kenmerk, dat de lijn, waarop de kromtemiddelpunten 830 1 754 Λ } 9 9 der gekromde sleuven liggen, zich uitstrekt door het middelpunt van een kruiskoppeling op de stuuras, die geplaatst is tussen het klemstuk en het stuurwiel en die zich bevindt in de ruimte tussen de platen (21) van het verplaatsbare steunorgaan 5 (20).

9. Instelbare stuurinrichting in hoofdzaak zoals aangegeven in de beschrijving en/of afgebeeld in de tekening. 8301754