NL8301014A - COLOR TONE SETTING. - Google Patents
COLOR TONE SETTING. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8301014A NL8301014A NL8301014A NL8301014A NL8301014A NL 8301014 A NL8301014 A NL 8301014A NL 8301014 A NL8301014 A NL 8301014A NL 8301014 A NL8301014 A NL 8301014A NL 8301014 A NL8301014 A NL 8301014A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- transistor
- pair
- circuit
- control circuit
- input
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/64—Circuits for processing colour signals
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/64—Circuits for processing colour signals
- H04N9/643—Hue control means, e.g. flesh tone control
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Processing Of Color Television Signals (AREA)
Description
, PHN 10.633 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven., PHN 10,633 1 N.V. Philips' Incandescent lamp factories in Eindhoven.
Kleurtooninstelschakeling.Hue adjustment circuit.
De uitvinding heeft betrekking op een kleurtooninstelschakeling bevattende een instelorgaan voor het praktisch zonder beïnvloeding van de amplitude verschuiven van de faze van een kleursynchron isatie-signaal ten opzichte van een te öemoduleren chrominanties ignaal van 5 een kleurentelevisiesignaal.The invention relates to a color tone adjusting circuit comprising an adjusting element for shifting the phase of a color synchronization signal with respect to a chrominance signal of a color television signal which is to be modulated practically without influencing the amplitude.
Uit het Amerikaanse octrooischrift 3 518 363 is een dergelijke kleurtooninstelschakeling bekend waarbij de faze van het kleur-synchronisatiesignaal wordt beïnvloed door het verstemmen van een kring met behulp van een capaciteit die parallel staat net een instel- 10 baar deel van een potentiometer die over een deel van de kring is ! i geschakeld. De verbindingen naar de potentiometer voeren daarbij | een wisselspanning waardoor de schakeling kritisch is wat betreft de plaatsing van de verschillende delen ervan. |US Pat. No. 3,518,363 discloses such a color tone adjustment circuit wherein the phase of the color synchronization signal is influenced by tuning a circuit using a capacitance parallel to an adjustable portion of a potentiometer extending over a portion of the circle! i switched. The connections to the potentiometer carry | an AC voltage making the circuit critical to the location of its various parts. |
De uitvinding heeft ten doel de schakeling zodanig te maken ! 15 dat het instelorgaan cp een willekeurige plaats kan worden aangebracht en dat de rest van de schakeling zoveel mogelijk als een geïntegreerde schakeling kan worden uitgevoerd.The object of the invention is to make the circuit such! 15 that the adjusting member cp can be arranged at any desired location and that the rest of the circuit can be embodied as much as possible as an integrated circuit.
Een kleurtooninstelschakeling van de bovengenoemde soort heeft daarom tot kenmerk dat een ingang van de kleurtooninstelschake-20 ling via een eerste regelschakeling en via een praktisch 90° draaiende schakeling en een tweede regelschakeling met een cptelschakeling is gekoppeld/ waarbij de eerste en de tweede regelschakeling regelbaar zijn door een, door het instelorgaan instelbare, gelijkspanning en de eerste regelschakeling een nagenoeg cosinus vormige en de tweede 25 regelschakeling een nagenoeg sinusvormige beïnvloeding van de amplitude van het erdoor gevoerde signaal als functie van de afwijking van een in een normale stand van het instelorgaan erdoor afgeven gelijkspanning heeft.A hue adjustment circuit of the above-mentioned type is therefore characterized in that an input of the hue adjustment circuit is coupled via a first control circuit and via a practically 90 ° rotating circuit and a second control circuit to a counting circuit / wherein the first and the second control circuit are adjustable by a DC voltage adjustable by the adjustment member and the first control circuit a substantially cosine-shaped and the second control circuit a substantially sinusoidal influence on the amplitude of the signal passed through it as a function of the deviation from a normal position of the adjustment member DC voltage.
Doordat het instelorgaan nu een gelijkspanning afgeeft is 30 de plaatsing ervan niet kritisch. De regelschakelingen en de 90° faze-verschuivende schakeling kunnen verder vrijwel geheel in geïntegreerde vorm worden uitgevoerd.Since the adjusting member now supplies a DC voltage, its placement is not critical. The control circuits and the 90 ° phase-shifting circuit can furthermore be designed almost entirely in integrated form.
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening worden toe- 8301014 I iThe invention will now be explained with reference to the drawing
VV
PHN 10.633 2 licht.PHN 10.633 2 light.
In de tekening illustreert:In the drawing illustrates:
Fig. 1 met een blokschema een mogelijke uitvoering van een kleurtooninstelschakellng volgens de uitvinding en 5 Fig. 2 met een principeschema een mogelijke uitvoering van een deel van een kleurtooninstelschakellng volgens fig. 1.Fig. 1 with a block diagram a possible embodiment of a color tone adjusting circuit according to the invention and FIG. 2 with a schematic diagram a possible embodiment of a part of a color tone setting circuit according to FIG. 1.
In Fig. 1 wordt aan den ingang 1 van een regelbare versterker 3 een chrominantiesignaal van een kleurentelevisiesignaal toegeveerd. Een uitgang 5 van de versterker 3 is verbanden met een ingang 7 van een 10 demodulatieschakeling 9, een ingang 11 van een eerste regelschakeling 13 en een ingang 15 van een praktisch 90° phasedraaiende schakeling 17.In FIG. 1, a chrominance signal of a color television signal is applied to input 1 of an adjustable amplifier 3. An output 5 of the amplifier 3 is connected to an input 7 of a demodulation circuit 9, an input 11 of a first control circuit 13 and an input 15 of a practically 90 ° phase-rotating circuit 17.
Een uitgang 19 van de phasedraaiende schakeling 17 levert een 90° in phase gedraaid chrominantiesignaal via een amplituderegel-schakeling 21 aan een ingang 23 van een tweede regelschakeling 25.An output 19 of the phase-rotating circuit 17 supplies a 90 ° phase-shifted chrominance signal via an amplitude control circuit 21 to an input 23 of a second control circuit 25.
15 Een uitgang 27 respektievelijk 29 van de eerste respectieve lijk tweede regelschakeling 13 respektievelijk 25 ligt aan een ingang 31 respektievelijk 32 van een optelschakeling 35.An output 27 and 29, respectively, of the first and second control circuits 13 and 25, respectively, are connected to an input 31 and 32, respectively, of an adder circuit 35.
Met de ingang 11 van de eerste regelschakeling 13 is een eerste detektieschakeling met een diode 37 en een kondensator 39 ver-20 bonden en met de ingang 23 van de tweede regelschakeling 25 een tweede detektieschakeling met een diode 41 en een kondensator 43.A first detection circuit with a diode 37 and a capacitor 39 is connected to the input 11 of the first control circuit 13 and a second detection circuit with a diode 41 and a capacitor 43 with the input 23 of the second control circuit 25.
• De eerste respektievelijk tweede detektieschakeling 37, 39 levert aan een ingang 45 respektievelijk 47 van een verschilbepalende schakeling 49 een spanning die de amplitude van het chrominantiesig-25 naai aan de ingang 11 respektievelijk 23 van de eerste respektievelijk tweede regelschakeling 13 respektievelijk 25 vertegenwoordigt. De verschilbepalende schakeling 49 levert aan een regels ignaal ingang 51 van de regelbare versterker 21 een regels ignaal dat de amplitude van het signaal aan de ingang 23 van de tweede regelschakeling 25 gelijk 30 maakt aan die aan de ingang 11 van de eerste regelschakeling 13 zonder dat de anplitude van het signaal aan de ingang 11 van de eerste regelschakeling 13 wordt beïnvloed.The first and second detection circuit 37, 39 respectively supply a voltage 45 which represents the amplitude of the chrominance signal at the input 11 and 23 of the first and second control circuit 13 and 25, respectively, at an input 45 and 47 respectively of a difference-determining circuit 49. The differential determining circuit 49 supplies a control signal input 51 of the controllable amplifier 21 with a control signal which makes the amplitude of the signal at the input 23 of the second control circuit 25 equal to that at the input 11 of the first control circuit 13 without the amplitude of the signal at the input 11 of the first control circuit 13 is influenced.
De eerste respektievelijk tweede regelschakeling 13 respektievelijk 25 heeft een regelsignaalingang 53 respektievelijk 55 waar-35 aan een instelbare gelijkspanning afkomstig van een als potentiometer uitgevoerd intstelorgaan 57 wordt toegevoerd. In een normale stand van deze potentiometer 57 geeft de eerste instelschakeling 13 aan zijn uitgang 27 de maximale uitgangssignaalamplitude af en de tweede 8301014 PEN 10.633 3 * instelschakeling 25 aan zijn uitgang 29 een signaalanplitude nul. De | uitgangssignaalamplitude van de eerste respektievelij k tweede regel- : schakeling 13 respektievelijk 25 verandert praktisch cosinus- respektieveli jk sinus vormig met de afwijking van de in de normale stand i 5 van de potentiometer 57 daardoor afgegeven gelijkspanning. Hierdoor blijft de anplitude van het aan een uitgang 59 van de qptelschake-ling 35 verschijnend chrcminantiesignaal praktisch onbeïnvloed door de instelling van de potentiometer 57 terwijl de faze ervan ten opzichte van die van het chrcminanties ignaal aan de ingang 7 van de 10 derncdulatieschakeling 9 instelbaar is met behulp van de potentiometer 57.The first and second control circuits 13 and 25 respectively have a control signal input 53 and 55 respectively, to which an adjustable DC voltage from an adjuster 57 configured as a potentiometer is applied. In a normal position of this potentiometer 57, the first setting circuit 13 at its output 27 delivers the maximum output signal amplitude and the second 8301014 PEN 10.633 3 * setting circuit 25 at its output 29 a zero signal amplitude. The | The output amplitude of the first and second control circuits 13 and 25, respectively, practically changes the cosine or respective sine shape with the deviation of the DC voltage supplied thereby in the normal position of the potentiometer 57. As a result, the amplitude of the chrominance signal appearing at an output 59 of the counting circuit 35 remains practically unaffected by the adjustment of the potentiometer 57, while its phase with respect to that of the chrominance signal at the input 7 of the 10-second circuit 9 is adjustable. using the potentiometer 57.
Uit het chrcminanties ignaal aan de uitgang 59 van de qptel-schakeling 35 wordt met behulp van een poortschakeling 61 het kleur-synchrcnisaties ignaal uit dat chrominantiesignaal doorgegeven aan een ingang 63 respektievelijk 65 van een fazedetektie- respektievelijk 15 airplitudedetektieschakeling 67 respektievelijk 69, aan een verdere ingang 71 respektievelijk 73 waarvan een referenties ignaal afkomstig van een uitgang 75 respektievelijk 77 van een oscillatorschakeling 79 wordt toegevoerd. Een regels ignaal afkomstig van een uitgang 81 van de fazedetektieschakeling 67 en toegevoerd aan een ingang 83 van de 20 oscillatorschakeling 79 regelt de faze van het signaal aan zijn uitgang 75 op o° ten opzichte van die van het kleursynchron is at ies ignaal aan de ingang 63 van de fazedetektieschakeling 67 en aan zijn uitgang 77 op 90° ten opzichte daarvan.From the chrominance signal at the output 59 of the qptel circuit 35, with the aid of a gate circuit 61, the color synchronization signal is output from that chrominance signal to an input 63 and 65, respectively, of a phase detection circuit and airplitude detection circuit 67 and 69, respectively, to a further input 71 and 73 respectively, from which a reference signal from an output 75 and 77 of an oscillator circuit 79 is applied. A control signal from an output 81 of the phase detection circuit 67 and applied to an input 83 of the oscillator circuit 79 controls the phase of the signal at its output 75 at 0 ° relative to that of the color synchronous signal at the input 63 of the phase detection circuit 67 and at its output 77 at 90 ° relative to it.
De anplitudedetektieschakeling 69 geeft aan een uitgang 85 25 ervan een regelsignaal af waarvan de waarde praktisch niet wordt beïnvloed door de instelling van de potentiometer 57. Dit regelsignaal wordt toegevoerd aan een regelsignaal ingang 87 van de regelbare versterker 3 die daardoor de amplitude van het chrominantiesignaal aan zijn uitgang 5 zodanig regelt dat de amplitude van het kleursynchroni-30 satiesignaal konstant blijft.The amplitude detection circuit 69 supplies a control signal to an output 85 thereof, the value of which is practically unaffected by the adjustment of the potentiometer 57. This control signal is applied to a control signal input 87 of the adjustable amplifier 3, which thereby indicates the amplitude of the chrominance signal. adjusts its output 5 so that the amplitude of the color synchronization signal remains constant.
De uitgang 75 respektievelijk 77 van de oscillatorschakeling 79 is verder verbonden met een ingang 89 respektievelijk 91 van de derncdulatieschakeling 9 voor het daaraan leveren van referenties ignalen mat behulp waarvan de kleurverschilsignalen uit het chrcminanties ignaal 35 worden gedmoduleerd. Door de potentiometer 57 kunnen dus de demodulatie-assen van het chrominantiesignaal worden gedraaid zonder dat via het regelsignaal aan de regelsignaalingang 87 van de regelbare versterker 3 8301014 I » '·.The output 75 and 77, respectively, of the oscillator circuit 79 is further connected to an input 89 and 91, respectively, of the subcirculation circuit 9 for supplying reference signals thereto, by means of which the color difference signals are modulated from the chrominance signal 35. The demodulation axes of the chrominance signal can thus be rotated by means of the potentiometer 57 without the control signal input 87 of the controllable amplifier being supplied via the control signal 87301014.
PHN 10.633 4 een arrplitudeverandering optreedt bij een verandering van de stand van de potentiometer 57. Hierdoor wordt bij de weergave alleen de kleurtoon en niet de kleurverzadiging beïnvloed.PHN 10.633 4 a rectitude change occurs with a change of the position of the potentiometer 57. As a result, only the hue and not the color saturation is affected in the display.
In Fig. 2 is een principeschema gegeven van een gunstige 5 uitvoering van de schakeling van fig. 1 tussen de uitgang 5 van de regelbare versterker 3 en de uitgang 59 van de optelschakeling 35 en de ingang 7 van de demcdulatieschakeling 9. Voor overeenkomstige delen zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in fig. 1.In FIG. 2 is a schematic diagram of a favorable embodiment of the circuit of FIG. 1 between the output 5 of the controllable amplifier 3 and the output 59 of the adder circuit 35 and the input 7 of the demultulation circuit 9. The same reference numerals have been used for corresponding parts. as in fig. 1.
De uitgang 5 van de versterker 3 is de uitgang van een emit-10 tervolger 101, 103 aan een ingang 105 waarvan het chranlnantiesignaal CHR 0 met een onbeïnvloede faze wordt toegevoerd.The output 5 of the amplifier 3 is the output of an emitter-follower 101, 103 to an input 105 of which the chrominance signal CHR 0 is applied with an unaffected phase.
De 90° fazedraaiende schakeling 17 wordt gevormd door een met de uitgang 5 van de emittervolger 101, 103 verbonden weerstand 105, een verschil versterker met twee transistors 107, 109 waarvan de emit-15 ters elk via een weerstand 111, 113 met een stroombron 115 zijn verbonden en een tussen de kollektor en de basis van de transistor 107 geschakelde kondensator 117. De basis van de transistor 109 ligt via een weerstand 119 aan de uitgang van een emittervolger 121, 123 waarvan de ingang 125 aan een gelijkspanning V1 ligt die gelijk is aan 20 het gelijkspannlngsniveau aan de ingang 103. De ingang 125 kan hiertoe via een capaciteit worden geaard en via een weerstand met de ingang 103 worden verbonden.The 90 ° phase rotating circuit 17 is formed by a resistor 105 connected to the output 5 of the emitter follower 101, 103, a differential amplifier with two transistors 107, 109, the emitters of which each via a resistor 111, 113 with a current source 115 and a capacitor 117 connected between the collector and the base of transistor 107. The base of transistor 109 is connected via a resistor 119 to the output of an emitter follower 121, 123, the input 125 of which is a DC voltage V1 equal to at 20 the DC voltage level at the input 103. The input 125 can for this purpose be earthed via a capacitance and connected via a resistor to the input 103.
De kollektor van de transistor 107 ligt via een weerstand 127 aan de doorverbonden emitters van een transistorpaar 121, 123 van de 25 amplituderegelschakeling 21 die nog een transistorpaar 125, 127 bevat met doorverbonden emitters die aan een stroombron 129 liggen. De bases van de transistors 121 en 127 liggen aan een gelijkspanning V2 en aan de bases van de transistors 123 en 125 wordt de regelspanning toegevoerd. De kollektor van de transistor 125 ligt aan een weerstand 30 131, aan de kollektor van de transistor 125 en aan de basis van een transistor 133 van een emittervolgerschakeling die verder een tweetal weerstanden 135, 137, een transistor 139 en een weerstand 141 bevat.The collector of the transistor 107 is connected via a resistor 127 to the jumpered emitters of a transistor pair 121, 123 of the amplitude control circuit 21 which further includes a pair of transistor 125, 127 with jumpered emitters connected to a current source 129. The bases of transistors 121 and 127 are at a DC voltage V2, and the control voltage is applied to the bases of transistors 123 and 125. The collector of transistor 125 is connected to a resistor 131, to the collector of transistor 125, and to the base of a transistor 133 of an emitter follower circuit further including two resistors 135, 137, a transistor 139 and a resistor 141.
De basis van de transistor 139 ligt aan de verbinding van de.weerstanden v 135 en 137. Voor de gelijkstrocmstbilisering kan tussen de emitter van 35 de transistor 133 en de Ingang 125 een tegenkoppelweerstand worden aangebracht.The base of the transistor 139 lies on the connection of the resistors 135 and 137. For the DC stabilization, a negative feedback resistor can be applied between the emitter of the transistor 133 and the input 125.
Mat de emitter van de transistor 139 is de eerste detektie-schakeling met een diode 141 en een kondensator 143 verbonden waarvan 8301014 vm 10.633 5 de verbinding van de diode 141 met de kondensator aan de basis van een transistor 145 van de verschilbepalende schakeling 49 ligt. De emitter van de transistor 145 ligt aan een stroombron 147 en aan de emitter van een verdere transistor 149 van de verschilbepalende schakeling 49.With the emitter of the transistor 139, the first detection circuit is connected to a diode 141 and a capacitor 143, of which the connection of the diode 141 to the capacitor is based on a transistor 145 of the difference-determining circuit 49. The emitter of transistor 145 is connected to a current source 147 and to the emitter of a further transistor 149 of the difference-determining circuit 49.
5 De basis van de transistor 149 ligt aan de uitgang van de tweede detek-tieschakeling met een kondensator en een diode 53 die verbonden is met de uitgang 5 van de emittervolger 101, 103.The base of the transistor 149 is at the output of the second detection circuit with a capacitor and a diode 53 connected to the output 5 of the emitter follower 101, 103.
De kolléktor van de transistor 145 ligt via een stroanspiegel-schakeling met een drietal transistors 155, 157, 159 aan de kolléktor 10 van de transistor 149 en aan de kondensator 161 waarover een regel-spanning wordt ontwikkeld die afhangt van de grootte van het verschil tussen de amplitude van de 90° gedraaide chrcminantiesignaalkcmponent CHR 90° aan de emitter van de transistor 139 en de amplitude van de 0° chrardnantiesignaalkatponent CHR 0° aan de emitter van de transistor 15 101. Deze regelspanning wordt via een emittervolger 163, 165 naar de bases van de transistors 123, 125 van de amplituderegelschakeling 21 gevoerd die dit verschil praktisch cp nul regelt.The collector of the transistor 145 is connected via a current mirror circuit with three transistors 155, 157, 159 to the collector 10 of the transistor 149 and to the capacitor 161 over which a control voltage is developed which depends on the magnitude of the difference between the amplitude of the 90 ° rotated chrominance signal component CHR 90 ° at the emitter of transistor 139 and the amplitude of the 0 ° resonance signal component CHR 0 ° at the emitter of transistor 101. This control voltage is sent to the bases via an emitter follower 163, 165 from the transistors 123, 125 of the amplitude control circuit 21 which controls this difference substantially at zero.
Van de instelpotenticmeter 57 ligt de instelbare aftakking via een weerstand 171 aan de basis van een transistor 173 waarvan de 20 emitter via een weerstand 175 aan een stroombron 177 en via een verdere weerstand 179 aan de emitter van een transistor 131 ligt waarvan de basis is verbonden met een fatakking cp een serieschakeling van een drietal weerstanden 183, 185, 187. De verbinding van de weerstanden 185, 187, ligt aan de basis van een pnp-transistor 189 met geaarde 25 kolléktor waarvan de emitter is verbonden met de basis van de transistor 173. De transistor 189 vormt met de weerstand 171 een begrenzer die zorgt dat de spanning cp de basis van de transistor 173 niet te hoog kan worden.The adjustable tap of the adjustment potentiometer 57 is connected via a resistor 171 to the base of a transistor 173, the emitter of which is connected via a resistor 175 to a current source 177 and via a further resistor 179 to the emitter of a transistor 131 whose base is connected. with a series connection of a series of three resistors 183, 185, 187. The connection of the resistors 185, 187 is at the base of a pnp transistor 189 with grounded collector whose emitter is connected to the base of the transistor 173. Transistor 189 forms a limiter with resistor 171, which ensures that the voltage at the base of transistor 173 cannot become too high.
De kolléktor van de transistor 173 respektievelijk 181 ligt 30 via een weerstand 191 respektievelijk 193 aan een positieve spanning.The collector of transistor 173 and 181, respectively, is connected to a positive voltage via resistor 191 and 193, respectively.
In de normale stand van de instelpotenticmeter 57 is het spanningsverschil tussen deze kollektors nul en in een van de normale stand afwij- j kende stand positief of negatief afhankelijk van de richting van de afwijking van de stand van de potentiate ter 57 ten opzichte van de 35 normale stand.In the normal position of the adjusting potentiometer 57, the voltage difference between these collectors is zero and in a position deviating from the normal position is positive or negative depending on the direction of the deviation of the position of the potentiometer 57 with respect to the 35 normal position.
Het spanningsverschil tussen de kollektors van de transistors 173, 181 wordt via een niveauverschuivingsschakeling met een tweetal dioden 195, 197 en een drietal weerstanden 197, 201, 203 toegevoerd 83 0 1 0 1 4 . 1 PHN 10.633 6 aan de bases van een eerste eraittergekoppeld transistorpaar 205, 207 waarvan de emitters aan een strocmbron 209 liggen, de kolléktor van de eerste transistor 205 ligt aan de emitters van een tweede emitterge-koppeld transistorpaar 211, 213.The voltage difference between the collectors of the transistors 173, 181 is supplied via a level shifter with two diodes 195, 197 and three resistors 197, 201, 203 83 0 1 0 1 4. 1 PHN 10.633 6 to the bases of a first emitter-coupled transistor pair 205, 207 whose emitters are at a current source 209, the collector of the first transistor 205 is at the emitters of a second emitter-coupled transistor pair 211, 213.
5 De bases van de transistors 212 en 213 van het tweede transis torpaar krijgen ook het spanningsverschil tassen de kollektors van de transistors 173 en 181 toegevoerd.The bases of transistors 212 and 213 of the second transistor pair are also supplied with the voltage difference bags to the collectors of transistors 173 and 181.
De kollektors van de eerste transistor 211 van het tweede transistorpaar en de tweede transistor 207 van het eerste transistor-10 paar liggen aan de emitters van een eerste respektievelijk tweede transistor 215 respektievelijk 217 van een derde transistorpaar. De kolléktor van de tweede transistor 213 van het tweede transistorpaar ligt via een weerstand 219 respektievelijk 221 aan de emitter van een eerste respektievelijk tweede transistor 223 respektievelijk 225 van 15 een vierde emittergekoppeld transistorpaar.The collectors of the first transistor 211 of the second transistor pair and the second transistor 207 of the first transistor-10 pair are connected to the emitters of a first and second transistor 215 and 217, respectively, of a third transistor pair. The collector of the second transistor 213 of the second transistor pair is connected via a resistor 219 and 221, respectively, to the emitter of a first and second transistor 223 and 225, respectively, of a fourth emitter-coupled transistor pair.
De kollektors van de eerste transistor 205 van het derde en de eerste transistor 223 van het vierde paar zijn verbonden met een aansluiting van de uitgang 59 en met een weerstand 227. De kollektors van de tweede transistor 217 van het derde en van de tweede transistor 20 225 van het vierde paar liggen aan de andere aansluiting van de uit gang 59 en aan een weerstand 229.The collectors of the first transistor 205 of the third and the first transistor 223 of the fourth pair are connected to a terminal of the output 59 and to a resistor 227. The collectors of the second transistor 217 of the third and of the second transistor 20 225 of the fourth pair are on the other terminal of output 59 and on resistor 229.
De basis van de tweede transistor 221 van het vierde paar ligt aan de uitgang 5 van de emittervolger 101, 103 en de bases van de eerste en tweede transistor 215, 207 van het derde paar en de eerste 25 transistor 223 van het vierde paar liggen aan de gelijkspanning aan de uitgang van de emittervolger 121, 123.The base of the second transistor 221 of the fourth pair is at the output 5 of the emitter follower 101, 103 and the bases of the first and second transistor 215, 207 of the third pair and the first transistor 223 of the fourth pair are turned on the DC voltage at the output of the emitter follower 121, 123.
Tengevolge van de regeling van zowel het eerste 205, 207 als het tweede 211, 213 paar door de kollektorspanningen van de transistors 173, 181 is de strocm door de tweede transistor 213 maximaal 30 bij de normale stand van de instelpotenticmeter 57 als het spanningsverschil tussen de bases van de transistors 211 en 213 respektievelijk 205 en 207 nul is. Deze strocm neemt af bij een positieve zowel als een negatieve afwijking van de stand van de instelpotenticmeter 57 ten opzichte van de normale stand. De verandering van de stroom door de 35 transistor 213 is vrijwel cosinusvormig afhankelijk van het spanningsverschil tussen de kollektors van de transistors 173 en 181.Due to the control of both the first 205, 207 and the second 211, 213 pair by the collector voltages of the transistors 173, 181, the current through the second transistor 213 is at most 30 at the normal position of the adjustment potentiometer 57 as the voltage difference between the bases of transistors 211 and 213 and 205 and 207 are zero, respectively. This current decreases with a positive as well as a negative deviation of the position of the adjustment potentiometer 57 from the normal position. The change of the current through transistor 213 is almost cosine-shaped depending on the voltage difference between the collectors of transistors 173 and 181.
De amplitude van de chrcminantiesignaalcanponent CHR 0° die via het vierde paar 223, 224 gebalanceerd aan de uitgang 59 verschijnt, 8301014 ΕΉΝ 10.633 7 verandert over een bepaald instelgebied dan ook vrijval cosinus vormig met het spanningsverschil. Het derde transistorpaar 215, 217 verzorgt een gelijkstrcaiikanpensatie zodat er geen gelijkspanningsverandering aan de uitgang 59 optreedt bij een verandering van de instelling van 5 de instelpotenticmeter 57.The amplitude of the chrominance signal cannon CHR 0 ° which appears balanced at the output 59 through the fourth pair 223, 224, changes over a given setting range, cosine-shaped with the voltage difference. The third transistor pair 215, 217 provides a DC compensation so that there is no DC change at the output 59 when the setting of the setting potentiometer 57 is changed.
Het spanningsverschil aan de kollektors van de transistors 173, 181 wordt verder toegevoerd aan de bases van een eerste respek-tievelijk tweede transistor van een emittergekoppeld transistorpaar 231 respéktievelijk 233 waarvan de emitters aan een stroombron 235 10 liggen. De koliek tor van de eerste transistor 231 van dit vijfde paar ligt via een weerstand 237 aan de emitter van een eerste transistor | 239 en via een weerstand 241 aan de emitter van een tweede transistor 243 van een zesde emittergekoppeld transistorpaar. De koliek tor van de tweede transistor 233 van dit vijfde paar is via een weerstand 245 15 respéktievelijk 247 verbonden met de emitter van een eerste respektie-velijk tweede transistor 249 respektievelijk 251 van een zevende emit-tergekqppeld transistorpaar.The voltage difference at the collectors of transistors 173, 181 is further applied to the bases of a first and second transistor, respectively, of an emitter-coupled transistor pair 231 and 233, respectively, the emitters of which are connected to a current source 235. The colic tor of the first transistor 231 of this fifth pair is connected to the emitter of a first transistor via a resistor 237 | 239 and through a resistor 241 to the emitter of a second transistor 243 of a sixth emitter-coupled transistor pair. The colic tor of the second transistor 233 of this fifth pair is connected via a resistor 245 and 247, respectively, to the emitter of a first and second transistor 249 and 251, respectively, of a seventh emitter-coupled transistor pair.
De bases van de eerste transistor 239 van het zesde paar en van de tweede transistor 251 van het zevende paar krijgen de gelijk-20 spanning van de uitgang van de emittervolger 121, 123 toegevoerd terwijl de bases van de tweede transistor 243 van het zesde en van de eerste transistor 249 van het zevende paar 90° gedraaide chraninantie-signaal CHR 90° van de uitgang van de emittervolger 139, 141 ontvangen.The bases of the first transistor 239 of the sixth pair and of the second transistor 251 of the seventh pair are supplied with the DC voltage from the output of the emitter follower 121, 123, while the bases of the second transistor 243 of the sixth and receive the first transistor 249 of the seventh pair of 90 ° rotated chrominance signal CHR 90 ° from the output of the emitter follower 139, 141.
De kollektors van de eerste transistor 239 respektievelijk 25 249 van het zesde respektievelijk zevende paar zijn verbanden met de weerstand 229 en die van de tweede transistor 243 respektievelijk 251 van het zesde respektievelijk zevende paar met de weerstand 227. Deze eerste transistors 239 en 249 worden door het chraninantiesignaal CHR 90° in tegenfaze gestuurd evenals de tweede transistors 243 en 251 30 zodat, omdat in de normale stand van de instelpotenticmeter 57 de stromen door de transistors 231 en 233 van het vijfde paar gelijk zijn, er geen 90° component van het chraninantiesignaal over de weerstanden 227 en 229 wordt ontwikkeld. Bij een afwijking van de normale stand ontstaat er wel een 90° component over die weerstanden en wel met een 35 amplitude die over een bepaald instelgebied vrijwel sinusvormig afhangt van de afwijking van het spanningsverschil tussen de basis van de transistors 231, 235 ten opzichte van dit spanningsverschil in de normale stand.The collectors of the first transistor 239 and 249 of the sixth and seventh pair, respectively, are connected to the resistor 229 and that of the second transistor 243 and 251, respectively, of the sixth and seventh pair, to the resistor 227. These first transistors 239 and 249 are connected by the correlation signal CHR is 90 ° counter-phase as are the second transistors 243 and 251 so that, because in the normal position of the adjustment potentiometer 57 the currents through the transistors 231 and 233 of the fifth pair are equal, there is no 90 ° component of the correlation signal about resistors 227 and 229 is being developed. In the event of a deviation from the normal position, a 90 ° component is created over those resistors, namely with an amplitude which, over a given adjustment range, depends almost sinusoidally on the deviation of the voltage difference between the base of the transistors 231, 235 relative to this voltage difference in normal mode.
8301014 EHN 10.633 88301014 EHN 10,633 8
Qndat via het vierde transistorpaar een. cosinusvonmig van die afwijking afhankelijke 0° component over de weerstanden 227, 229 werd ontwikkeld ontstaat er aan de uitgang 59 één chrcminantiesignaal CHR Jejï* met instelbare faze en van de stand van de instelpotenticrceter 57 5 onafhankelijke amplitude.Qndat via the fourth transistor pair a. cosine-shaped 0 ° component depending on this deviation was developed over the resistors 227, 229, one chrominance signal CHR Jeji * with adjustable phase and the position of the setting potentiometer 57 was obtained at the output 59.
Het zal duidelijk zijn dat de poortschakeling 61 desgewenst op een andere plaats in de schakeling kan worden opgencmen en/of meervoudig kan worden uitgevoerd.It will be clear that the gate circuit 61 can, if desired, be included elsewhere in the circuit and / or can be made multiple.
Het is verder vanzelfsprekend mogelijk, bijvoorbeeld door 10 de ingang 7 van de demodulatieschakeling 9 te koppelen met de uitgang 59 van de optelschakeling 35 en de ingang van de poortschakeling 61 met de uitgang 5 van de versterker 3, de kleurstoorinstelling in het te demoduleren chrcminantiesignaal uit te voeren in plaats van in het kleursynchronisatiesignaal.It is of course further possible, for instance by coupling the input 7 of the demodulation circuit 9 to the output 59 of the adder circuit 35 and the input of the gate circuit 61 to the output 5 of the amplifier 3, to disable the color disturbance setting in the chrominance signal to be demodulated. instead of in the color sync signal.
15 De artplituderegelschakeling 21, 49, 37, 39, 41, 43 kan des gewenst vervallen hoewel dan in het algemeen een amplitude-instelling nodig zal zijn.The artipline control circuit 21, 49, 37, 39, 41, 43 can be omitted if desired, although an amplitude setting will generally be required.
20 25 30 35 83 0 1 0 1 4.20 25 30 35 83 0 1 0 1 4.
Claims (4)
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8301014A NL8301014A (en) | 1983-03-22 | 1983-03-22 | COLOR TONE SETTING. |
US06/585,968 US4533939A (en) | 1983-03-22 | 1984-03-05 | Integrable hue control circuit having a d.c. setting element |
CA000449684A CA1221762A (en) | 1983-03-22 | 1984-03-15 | Hue control circuit |
GB08407108A GB2137046B (en) | 1983-03-22 | 1984-03-19 | Hue control circuit |
JP59053375A JPS59178891A (en) | 1983-03-22 | 1984-03-19 | Hue control circuit |
KR1019840001422A KR840008260A (en) | 1983-03-22 | 1984-03-20 | Color control circuit |
HK64/87A HK6487A (en) | 1983-03-22 | 1987-01-15 | Hue control circuit |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8301014A NL8301014A (en) | 1983-03-22 | 1983-03-22 | COLOR TONE SETTING. |
NL8301014 | 1983-03-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8301014A true NL8301014A (en) | 1984-10-16 |
Family
ID=19841581
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8301014A NL8301014A (en) | 1983-03-22 | 1983-03-22 | COLOR TONE SETTING. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4533939A (en) |
JP (1) | JPS59178891A (en) |
KR (1) | KR840008260A (en) |
CA (1) | CA1221762A (en) |
GB (1) | GB2137046B (en) |
HK (1) | HK6487A (en) |
NL (1) | NL8301014A (en) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4628346A (en) * | 1984-04-30 | 1986-12-09 | Rca Corporation | Electrical servo system having manual override affecting servo loop gain |
US5130787A (en) * | 1989-04-26 | 1992-07-14 | Victor Company Of Japan, Ltd. | Color signal processing circuit with residue phase error correction |
US5185657A (en) * | 1989-04-26 | 1993-02-09 | Victor Company Of Japan, Ltd. | Color signal processing circuit with residual phase error correction |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3781701A (en) * | 1969-11-26 | 1973-12-25 | Motorola Inc | Signal processing circuit for a color television receiver |
US4051519A (en) * | 1975-12-29 | 1977-09-27 | Rca Corporation | Phase control circuit suitable for use in a tint control stage of a color television system |
US4253109A (en) * | 1979-06-07 | 1981-02-24 | Zenith Radio Corporation | D.C. Tint control |
JPS5713884A (en) * | 1980-06-26 | 1982-01-23 | Sony Corp | Hue control circuit |
-
1983
- 1983-03-22 NL NL8301014A patent/NL8301014A/en not_active Application Discontinuation
-
1984
- 1984-03-05 US US06/585,968 patent/US4533939A/en not_active Expired - Fee Related
- 1984-03-15 CA CA000449684A patent/CA1221762A/en not_active Expired
- 1984-03-19 GB GB08407108A patent/GB2137046B/en not_active Expired
- 1984-03-19 JP JP59053375A patent/JPS59178891A/en active Pending
- 1984-03-20 KR KR1019840001422A patent/KR840008260A/en not_active Application Discontinuation
-
1987
- 1987-01-15 HK HK64/87A patent/HK6487A/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB8407108D0 (en) | 1984-04-26 |
KR840008260A (en) | 1984-12-13 |
GB2137046A (en) | 1984-09-26 |
HK6487A (en) | 1987-01-23 |
GB2137046B (en) | 1986-08-06 |
US4533939A (en) | 1985-08-06 |
JPS59178891A (en) | 1984-10-11 |
CA1221762A (en) | 1987-05-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4818903A (en) | Time constant automatic adjustment circuit for a filter circuit | |
NL192361C (en) | Phase comparison circuit. | |
US4052679A (en) | Phase shifting circuit | |
US5039889A (en) | Phase comparison circuit | |
NL8301014A (en) | COLOR TONE SETTING. | |
US3743764A (en) | Electronic phase shifting apparatus | |
US4229759A (en) | Signal detector including sample and hold circuit with reduced offset error | |
JPS63287175A (en) | Contour compensating circuit | |
NL8301139A (en) | ATtenuator circuit. | |
KR100265152B1 (en) | Circuit for compensating bust phase | |
NL8702246A (en) | ENCLOSING DETECTOR. | |
KR900008026B1 (en) | Phare comparator | |
EP0349237A2 (en) | A stereo multiplex demodulator | |
IL35274A (en) | A controlled oscillator system | |
GB2065398A (en) | Chrominance signal processing circuits | |
JPS5928084B2 (en) | Demodulation circuit | |
US3571508A (en) | Blanking and black level control circuit for video signals | |
US4173770A (en) | Manual tint control circuit in the color APFC loop mixes two subcarrier oscillator signals | |
JPH0145173Y2 (en) | ||
NL7908215A (en) | MATRIX SWITCH. | |
JPS63175509A (en) | Differential amplifier circuit | |
JP2607970B2 (en) | Offset cancellation circuit | |
JPH03780Y2 (en) | ||
JP3278076B2 (en) | Clamp circuit | |
JPH11331280A (en) | Dc recovery circuit |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |