NL8300448A - Veiligheidsscharnier. - Google Patents

Description

-1-

Kenm. :83-09 NeA* Int. Class.: E 05 D.

Veiligheidsscharnier.

Aanvrager:Johannes Petrus van Sundert, te Etten - Leur (N.B.).

De uitvinding heeft betrekking op een scharnier, bestaande uit twee van schroefboringen voorziene scharnierplaten, elk met meerdere rondgebogen scharnierlippen, die een holte omsluiten, waardoor een scharnierpen is gestoken.

5 Een dergelijk scharnier kan van staal of een ander metaal zijn gemaakt en is bestemd voor deuren en ramen van bouwwerken en van meubelen.

Een nadeel van deze bekende scharnieren is, dat de beide bladen los van elkaar raken, als de door de holte van de scharnierlippen gestoken scharnierpen er uit wordt getrokken of geslagen.

10 Dergelijke scharnieren zijn dus niet tegen inbraak beveiligd.

Er werden daarom reeds verschillende constructies van scharnieren voorgesteld, waarbij de scharnierplateii althans in gesloten positie door aangebrachte uitsparingen en uitsteeksels niet meer los van elkaar kunnen geraken, als de scharnierpen geheel of gedeeltelijk uit de holte van de 15 scharnierlippen wordt verwijderd.

Zodanige bladscharnieren zijn beschreven in het amerikaanse octrooischrift 1.412.875 en in de nederlandse octrooiaanvragen 79.03.001 en80.04.582.

De daarin beschreven constructies bezitten het nadeel, dat zij fabricage-technisch'moeilijk voldoende nauwkeurig kunnen worden gemaakt, hetgeen 20 een aanzienlijke kostprijs-verhoging impliceert, dat zij bij slechts een weinig geopende positie (zoals dit bij ramen met uitzetters het geval kan zijn) generlei beveiliging tegen het uittillen van het beweegbare deel, bij voorbeeld het raam, bieden, en dat de uitsteeksels door het gebruik gaan verbuige^waardoor geen goede sluiting meer mogelijk is, 25 en dat de uitsteeksels, bij voorbeeld door dichtslaan geheel kunnen afbreken.

Gezocht werd derhalve naar een constructie, die al deze nadelen niet bezit, en toch een volstrekte beveiliging tegen het uittillen van het ; 8300448 J ΐ -2- beweegbare deel van de deur o£ raam waarborgt.

t

Het scharnier, als in de aanhef bedoeld, is volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat in tenminste een der scharnierlippen een doorgaande boring is aangebracht, waarin een in radiale richting tegen 5 de scharnierpen drukkende schroef past, die geheel aangedraaid in de scharnierlip verzonken is.

, De boring bevindt zich bij voorkeur niet in het midden, doch aan de zijde van de scharnierplaat.

De boring is van inwendige schroefdraad voorzien,waarin de uitwendige 10 schroefdraad van de schroef past; een boring zonder schroefdraad is ook mogelijk, indien de schroef een zelftappende stalen plaatschroef (zogenaamde Parkerschroef) is.

Als de schroef van een kop is voorzien, moet het bovenste deel van de boring zodanig verwijd zijn, dat de kop daarin geheel verdwijnt.

15 ' De schroef kan aan de bovenzijde van een opening zijn voorzien, waarin t 1 een polygonale inbussleutel past, waarmede zij wordt vastgedraaid.

’ Meerdere scharnierlippen, doch altijd van een en dezelfde scharnierplaat, kunnen van een boring als boven beschreven zijn voorzien.

Door het vastdraaien van de zelftappende of van schroefdraad voorziene 20 schroef tegen de scharnierpen aan is deze zodanig gefixeerd dat uittillen ί ' volkomen uitgesloten wordt. .

; Dit effect wordt nog versterkt, als de boring zich nog een weinig in de . scharnierpen in radiale richting uitstrekt.

. De boring is bij voorkeur rond, doch kan, bij toepassing van een zelf-25 tappende schroef, ook elliptisch of rechthoekig zijn.

Tot de uitvinding behoren ook elementen, zoals hang - en sluitwerk, die van de beschreven beveiliging zijn voorzien.

Bij elke van de beschreven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding is het losmaken van het beweegbare deel ook in geopende 83 0 0 4 4 8 jr---- -3- « ... ’ .' ' ' toestand ónmogelijk.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont een bladscharnier in geopende positie, bestaande uit de beide scharnierplaten Cl) met de rondgebogen scharnierlippen (2), waar-5 binnen zich de scharnierpen (3) uitstrekt, terwijl tenminste een der scharnierlippen van een doorgaande boring (4) is voorzien, waarin zich de verzonken schroef (5) bevindt, die in aangedraaide toestand tegen de scharnierpen (3) in een putje daarin drukt.

Figuur 2 toont een doorsnede van een scharnier volgens de uitvinding.

(Conclusies).

8300448

Claims (8)

1. Scharnier, bestaande uit twee van schroefboringen voorziene metalen scharnierplaten, elk met meerdere rondgebogen scharnierlippen, die een holte omsluiten, waar door een scharnierpen is gestoken, met het kenmerk, dat in tenminste een der scharnierlippen een doorgaande boring 5 is aangebracht, waarin een in radiale richting tegen de scharnierpen drukkende schroef past, die geheel aangedraaid in de scharnierlip verzonken is.

2. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorgaande boring in de scharnierlip aan de zijde van een der scharnierplaten is 10 aangebracht.

3. Scharnier volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de boring is voorzien van inwendige schroefdraad, waarin de uitwendige schroefdraad van de schroef past.

4. Scharnier volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de boring een : 15 ; gladde boring is en de schroef een zelftappende plaatschroef (Parker- schroef) is. i

5. Scharnier volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de schroef aan ; ' de bovenzijde van een opening is voorzien waarin een polygonale 1 inbussleutel past. i 20

.6. Scharnier volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de boring zich nog een weinig in de scharnierpen in radiale richting uitstrekt. I :

7. Scharnier volgens conclusies 4 tot 6, met het kenmerk, dat de boring elliptisch of rechthoekig is. i i

8. Sluitwerk, voorzien van een beveiligd scharnier volgens een of meer 25 der voorafgaande conclusies. (Figuren). .......... 8 3 0 0 4 4 8