NL8300226A

NL8300226A - Regelinrichting voor ruimteverwarming.

Info

Publication number: NL8300226A
Application number: NL8300226A
Authority: NL
Original assignee: Agpo Enertec B V
Priority date: 1983-01-21
Filing date: 1983-01-21
Publication date: 1984-08-16
Also published as: NL193120C; NL193120B

Description

Hw/Mv/2 Agpo/Enertec

Regelinrichting voor ruimteverwarming

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van ruimteverwarmingssystemen, waarvan de aanvoer en afvoer voor verwarmingsmedium is aangesloten op de voedings- respectievelijk retourleiding van een hoofd-5 kringloop van het verwarmend medium, 'zoals stadsverwarming, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een thermostaat-gestuurde klep en een daarmee in serie staande pomp in de aan- respectievelijk afvoer van het verwarmingssysteem.

De uitvinding ..beoogt het regelsysteem zodanig 10 uit te voeren dat de warmte-inhoud van het verwarmend medium zo optomaal mogelijk wordt gebruikt, zodanig dat de temperatuur van het in de retourleiding stromende medium op de voorgeschreven waarde blijft. Deze waarde dient zo laag mogelijk te worden gehouden in verband met de voorgeschreven inlaat-15 temperatuur in de centrale waar het medium wordt opgewarmd.

De regelinrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de aanvoerleiding voor de pomp een naar de afvóerleiding voerende vertakking heeft, waarbij een tweede thermostaat de temperatuur van het medium in de aftak-20 king alsmede die in de afvóerleiding waarneemt voor het sturen van de klep respectievelijk tweede klep in de aan- of afvóerleiding.

Het aanbrengen van een vertakking tussen aan-en afvoer maakt het mogelijk het verwarmende medium in een 25 relatief korte, door de pomp gevoede kringloop te circuleren, waarbij pas na voldoend afkoelen een nieuwe hoeveelheid verwarmd medium aan de korte kringloop wordt toegelaten. Het afkoelmedium verdwijnt dan via de afvóerleiding naar de hoofdkringloop. Zodra echter de ruimteverwarming minder ver-30 warmend medium qua hoeveelheid vraagt, bijvoorbeeld door het afsluiten van radiatoren, dan zou de kans bestaan dat de nieuw toegelaten hoeveelheid warm medium aan de korte kringloop direkt via de aftakking naar de afvóerleiding en der- 8300226 ;i -=5 · -2- halve naar de hoofdkringloop wordt teruggevoerd. Deze ongewenste toestand wordt voorkomen doordat volgens de uitvinding ook de temperatuur in de aftakking wordt gemeten, zodat bij plotselinge hoge temperatuurverandering de klep in werking 5 stelt voor het afsluiten van de aan- respectievelijk afvoer-leiding.

De thermostaat kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, maar in de voorkeursuitvoeringsvorm is deze van het capillaire type, waarbij de sonde zich langs de ver-10 binding middels een aftakleiding en afvoerleiding uitstrekt.

De regelinrichting kan voorts zijn voorzien van een parallel daaraan geschakeld verwarmingssysteem voor tapwater. Daartoe- is een warmtewisselaar parallel aan het hierboven genoemde regelsysteem tussen de voedings- en re-15 tourleiding van de hoofdkringloop opgenomen, waarbij de uit-laatstomp voor het warmte water is voorzien van een thermostaat voor het regelen van een klep, welke op de door het verwarmende medium doorstroomde primaire sektie van de warmtewisselaar. is aangesloten.

20 De uitvinding stelt voor om voor een doeltref fende besturing van de klep de uitlaatstomp via een warmtege-leidende brug met.de inlaatstomp van de primaire sektie te verbinden, zodat ook bij'het niet,aftappen van warm water de thermostaat een voldoende warmtebelasting krijgt voor het 25 blijvend sturen van van klep.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoerings-voorbeeld.

In de tekening toont: 30 Fig. 1 een schema van het regelsysteem volgens de uitvinding,

Fig. 2 een voorkeursuitvoeringsvorm van een thermostaat van het capillaire type.

Met het referentiecijfer 1 is de voedingslei-35 ding en met het cijfer 2 is de retourleiding van de hoofdkringloop aangegeven. Deze hoofdkringloop dient ruim te worden opgevat en kan bijvoorbeeld de toe- en afvoerbuizen van een stadsverwarming zijn. Het verwarmende medium is hierbij water en wordt bijvoorbeeld opgewarmd door middel van de bij ψ 8300226 -3- ® ί* een krachtcentrale overtollige vrijkomende warmte.

Tussen de voedings- en retourleiding van de hoofdkringloop zijn plaatselijk gebruikerseenheden aangebracht, bijvoorbeeld de centrale verwarmingen in huizen, 5 waarvoor telkens een bepaalde hoeveelheid warm water vanuit de voedingsleiding wordt onttrokken via bijvoorbeeld leiding 3, die de aanvoerleiding van een ruimteverwarming voorstelt.

De ruimteverwarming bestaat verder uit een in de aanvoerlei-ding 3 opgenomen eerste klep 4, die door middel van de door 10 een kamerthermostaat 5 gestuurde motor 6 modulerend regelbaar is.

Voorts sluit de leiding aan op een circulatie-pomp 7 van de ruimteverwarming, waarvan de uitlaat leidt naar warmtewisselaars, bijvoorbeeld radiatoren, respectievelijk 15 convectoren 8. De afvoerleiding 9 staat in verbinding met de retourleiding van de hoofdkringloop. Volgens de uitvinding is tussen de aanvoerleiding 3 en de afvoerleiding 9 een aftakking 10 aangebracht, waarbij het-aftakkingspunt hier ligt tussen de klep 4 en de pomp 7.

20 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is in de aanvoerleiding 3 een tweede klep 1*1 opgenomen, die wordt geregeld door een motor .12, welke is gestuurd door een thermostaat met twee meetplaatsen 13 en 14 in de aftakkings-leiding 10 respectievelijk afvoerleiding 9.

25 De hierboven beschreven regelinrichting werkt als volgt. Door het instellen van de kamerthermostaat wordt een bepaalde hoeveelheid verwarmend medium uit de voedingsleiding 1 door het openen van de klep 4 toegelaten in het ruimteverwarmingssysteem. De pomp 7 verzorgt daarbij een cir-30 culatie door de radiatoren 8, waarbij het verwarmend medium via de afvoerleiding 9 naar de retour van de hoofdkringloop zou kunnen stromen. Door de meting van de temperatuur in de afvoerleiding 9 door middel van de thermostaat 14 wordt echter de motor 12 zodanig ingesteld dat de klep 11 zich sluit 35 zolang de temperatuur in de afvoerleiding 9 te hoog is. Daardoor zal er een kringloop ontstaan via de aftakking 10 in de richting van de pijl P1. Zodra de temperatuur bij punt 14 is gezakt zal de klep 11 zich openen en opnieuw een bepaalde 8300225 > *9 -4- hoeveelheid verwarmend medium in de nevenkringloop toelaten. Bij het verhogen van de weerstand in de nevenkringloop, bij-voorbeed door het afsluiten van een aantal radiatoren 8 bestaat de kans dat er een hoeveelheid verwarmend medium via de 5 aftakking 10 in tegengestelde richting aan pijl P1 naar de afvoerleiding 9 stroomt waardoor de uitlaattemperatuur naar de retourleiding van de hoofdkringloop te hoog dreigt te worden. Deze temperatuurverhoging wordt gemeten door meetpunt 13, die derhalve de motor 12 zodanig instelt dat de klep 11 10 zich sluit.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de meet-· plaats 13 en 14 gekombineerd door een gemeenschappelijk vloeistofreservoir van eenthermostaat van het capillaire type, hetgeen schematisch in fig. 2 is aangegeven. De lei-15 dingen zijn hier met dezelfde referentiecijfers aangegeven, waarbij duidelijk is te zien dat het vloeistofvat 15 zich langs de verbinding van aftakleiding 10 en afvoerleiding 9 uitstrekt. Op deze wijze ontstaat een bijzonder eenvoudig regelsysteem.

20 In een mogelijke andere uitvoering is de klep 4 direkt gestuurd door de thermostaat 13, 14 waardoor klep 11 kan vervallen. Voorts kari klep- 11.respectievelijk 4 zijn geplaatst in het deel 9' van de afvoerleiding 9.

Uit fig. 1 blijkt voorts dat parallel aan het 25 hierboven beschreven ruirnteverwarmingssysteem tevens een verwarmingstoestel voor tapwater kan zijn geschakeld, het verwarmingstoestel bestaat hier uit een warmtewisselaar 16, waarvan de primaire sektie 17 is voorzien van een op de voe- -dingsleiding 1 aangesloten invoerstomp 18. De afvoerstomp 19 30 van de primaire sektie is voorzien van een klep 20, en verder aangesloten op de retourleiding 2 van de hoofdkringloop. De klep 20 wordt ingesteld door een motor 21, welke is bestuurd door een thermostaat 22 in de uitlaatstomp 23 van de secondaire sektie 24 van het tapwater.

35 Volgens de uitvinding is tussen de inlaatstomp 18 van de primaire sektie 17 en de uitlaatstomp 22 van de secondaire sektie 24 een warmtegeleidende brug 25 aangebracht.

8300226 S' .......f> I * -5-

Deze brug 25 biedt het voordeel dat ook bij het niet aftappen van water de thermostaat 22 een voldoende warmtebelasting via brug 25 krijgt om de klep 20 blijvend te kunnen moduleren. Hiermee wordt verzekerd dat de primaire 5 sektie 17 een voldoende warmte-inhoud blijft behouden teneinde direkt warm water te kunnen aftappen in de secondaire sektie 24.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

8300226

Claims

1. Inrichting voor het regelen van een ruim-teverwarmingssysteem, waarvan de aanvoer en afvoer voor het verwarmende medium is aangesloten op de voeding respectievelijk de retourleiding van een hoofdkringloop van het verwarm- 5 de medium, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een thermostaat-gestuurde klep en de daarmee in serie staande pomp in de aan- respectievelijk afvoer van het verwarmings-systeem, met het kenmerk, dat de aanvoerleiding voor de pomp een naar 'de afvoerleiding voerende vertakking heeft, 10 waarbij een tweede thermostaat voor het sturen van de klep respectievelijk tweede klep in de aan- of afvoerleiding is aangebracht, welke thermostaat de temperatuur in de aftakking alsmede die in de afvoerleiding waarneemt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de -tweede klep voor de aftakking, in de aanvoerleiding is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de thermostaat van hét capillaire type is, waarbij de sonde zich langs de, verbinding tussen 20 aftakking met afvoerleiding uitstrekt.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij parallel aan het ruimteverwarmingssysteem een warm-tapwatersysteem tussen de voeding- en de retourleiding van de hoofdkringloop is aangebracht, welk warm-tapwa- 25 tersysteem in hoofdzaak bestaat uit een warmtewisselaar, waarvan de primaire sektie via een inlaatstomp met de voe-dingsleiding van de hoofdkringloop is verbonden en via een met een klep uitgevoerde afvoerstomp met de retourleiding daarvan is verbonden, welke klep is bestuurd door een ther-30 mostaat in de uitlaatstomp van de secondaire sektie voor het tapwater met het kenmerk, dat tussen de inlaatstomp van de primaire sektie en de uitlaatstomp van de secondaire sektie een warmtegeleidende brug is aangebracht. 8300226