NL8204289A

NL8204289A - Power take=off shaft driven agricultural mower - has shaft above rotors and has gear driving two outermost rotors

Info

Publication number: NL8204289A
Application number: NL8204289A
Authority: NL
Original assignee: Zweegers P
Priority date: 1982-11-05
Filing date: 1982-11-05
Publication date: 1983-03-01

Abstract

The agricultural mower has a number of cutting rotors alongside each other in a frame and supported by a hollow member underneath at right angles to the working direction and containing gears coupling the rotors together, these being driven from the tractor power take-off. Above the rotors(44, 45, 53, 54) is a drive shaft(26) running in bearings in the frame, and coupled by gears directly to the shafts of the two outermost rotors, this shaft being coupled to the power take-off.

Description

-1- 22720/CV/tl t* - ,-1- 22720 / CV / tl t * -,

Korte Aanduiding: Maaimachine. ”2e afsplitsing van Nederlandse octrooiaan-vrage 7805731 gebaseerd op deafsplitsingsbeschikking van 1 juli 1982”.Short Designation: Mower. "2nd division of Dutch patent application 7805731 based on the division decision of 1 July 1982".

De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voorzien van een eerste aan een trekker of dergelijki voertuig aan te koppelen gesteldeel 5 en een tweede earn of meer maaiorganen dragend gesteldeel,waarbij het tweede gesteldeel met behulp van een een verstelcilinder omvattend hef-mechanisme ten opzichte van bet eerste gesteldeel verzwenkbaar is tussen een werkstand en een transportstand.The invention relates to a mowing machine provided with a first frame part 5 to be coupled to a tractor or the like vehicle and a frame part carrying a second earn or more mowing members, the second frame part being lifted by means of a lifting mechanism comprising an adjusting cylinder. the first frame part can be pivoted between a working position and a transport position.

Met de uitvinding wordt beoogd een maaimachine van bovengenoemde 10 soort te verkrijgen,waarbij bij een compacte bouw van de maaimachine de verstelcilinder goed beschermd tegen vervuiling en beschadigine is opge-steld.The object of the invention is to obtain a mower of the above-mentioned type, wherein the adjusting cylinder is arranged well protected against contamination and damage in a compact construction of the mower.

Vo1gene de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het aan de trekker aankoppelbare gesteldeel een holle gestelbalk omvat waariti de 15 verstelcilinder is gelegen,waarbij de zuigerstang van de verstelcilinder is gekoppeld met een in de deebetreffende gestelbalk verschuifbare bus, die met behulp van koppelstangen is gekoppeld met het tweede gesteldeel, een en ander zodanig,dat de bus vanuit de normale werkstand met behulp van de verstelcilinder in de gestelbalk verschuifbaar is voor het omhoog 20 zwenken van het (de) maaiorgaan (en) dragende gesteldeel in een transport-stand.According to the invention this can be achieved in that the frame which can be coupled to the tractor comprises a hollow frame beam with the adjustment cylinder located therein, the piston rod of the adjustment cylinder being coupled to a sleeve slidable in the relevant frame beam, which is coupled by means of coupling rods to the second frame part, all this in such a way that the sleeve is displaceable from the normal working position with the aid of the adjusting cylinder in the frame beam for pivoting the mower member (s) carrying frame part into a transport position.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de con-structie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the construction according to the invention shown in the accompanying figures.

25 Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een < uitvoerings voorbeeld van een maaimachine volgens de uitvinding.FIG. 1 schematically shows a top view of an exemplary embodiment of a mowing machine according to the invention.

Fig. 2 toont een aanzicht op de in fig.l afgebeelde machine gezien volgens pijl II in fig.l.Fig. 2 shows a view of the machine shown in FIG. 1, seen according to arrow II in FIG.

Fig. 3 toont op grotere schaal een deel van het aan de trekker 30 aankoppelbare gesteldeel in doorsnede.Fig. 3 is an enlarged sectional view of a portion of the frame portion that can be coupled to the tractor 30.

Fig. 4 toont een bovenaanzicht op een verbinding tussen een twee-tal gesteldelen op grotere schaal.Fig. 4 shows a top view of a connection between two frame parts on a larger scale.

De in de fig.l en 2 weergegeven maaimachine omvat een eerste aan een trekker of dergelijke te koppelen gesteldeel l,dat een holle,zich 35 tijdens normaal bedrijf dwars op de voortbewegingsrichting van de maaimachine uitatrekkende horizoataal gelegen gestelbalk 2 omvat,waaraan op 8204289 i -2- 22720/CV/tl zichzelf bekende aansluitorganen 3 voor het aankoppelen van de maaimachi-ne aan de hefinrichting van een trekker zijn bevestigd.Verder is aan de gestelbalk 2 een tandwielkast 4 bevestigd voorzien van een ingaande as 5, die op gebruikelijke wijze met behulp van een tussenas met de aftakas 5 van de trekker of dergelijke kan worden gekoppeld en van een uitgaande as 6 via welke op hieronder nog nader te beschrijven wijze de maaischijven van de maaimachine kunnen worden aangedreven.The mower shown in Figs. 1 and 2 comprises a first frame part 1 to be coupled to a tractor or the like, which comprises a hollow frame beam 2 extending transversely to the direction of travel of the mower during normal operation, on which 8204289 i 22720 / CV / tl self-known connecting members 3 for coupling the mowing machine to the lifting device of a tractor are mounted. Furthermore, a gearbox 4 is mounted on the frame beam 2 and has an input shaft 5, which is mounted in the usual manner. can be coupled to the power take-off shaft 5 of the tractor or the like by means of an intermediate shaft and of an output shaft 6 via which the mower discs of the mower can be driven in a manner to be described below.

Aan een uiteinde van de gestelbalk 2 is een steun 7 bevestigd waar-aan met behulp van een verticaal staande as 9 een bus 10 is gekoppeld 10 waarvan de hartlijn zich horizontaal en loodrecht op de gestelbalk 2 uit-strekt. De bus 10 is omgeven door een de bus 10 vrij draaibaar omgevende bus 12,die is bevestigd aan het uiteinde van een gestelbalk 13,die zich in bovenaanzicht gezien evenwijdig aan de gestelbalk 2 uitstrekt.A support 7 is attached to one end of the frame beam 2, to which a bush 10 is coupled by means of a vertical shaft 9, the center line of which extends horizontally and perpendicularly to the frame beam 2. The sleeve 10 is surrounded by a sleeve 12 freely rotatably surrounding the sleeve 10, which is attached to the end of a frame beam 13, which, seen in plan view, extends parallel to the frame beam 2.

Aan het van de bus 12 afgekeerde uiteinde van de gestelbalk 13 is 15 een zich evenwijdig aan de bus 12 uitstrekkende bus 24 bevestigd.In -deze bus is een as 25 gelegerd,welke as is bevestigd in het midden van een holle gestelbalk 26. De uitvoering is daarbij zodanig getroffen,dat de as 25 met de daaraan bevestigde gestelbalk 26 over een beperkte hoek vrij in de bus 24 kan verdraaien.At the end of the frame beam 13 remote from the bush 12, a bush 24 extending parallel to the bush 12 is mounted. In this bush a shaft 25 is mounted, which shaft is mounted in the middle of a hollow frame beam 26. The The design is thereby such that the shaft 25 with the frame beam 26 attached thereto can rotate freely in the bush 24 over a limited angle.

20 Aan de uiteinden van de holle gestelbalk 26 zijn tandwielkasten 27 en 28 bevestigd.Gearboxes 27 and 28 are mounted at the ends of the hollow frame beam 26.

In de tandwielkasten 27 en 28 zijn de uiteinden van een in de gestelbalk 26 gelegen aandrijfas 34 gelegerd,welke aandrijfas 34 buiten de tandwielkast 27 uitsteekt. De aandrijfas 34 is met behulp van in de 25 tandwielkasten 27 en 28 gelegen tandwieloverbrengingen verbonden met niet weergegeven verticaal staande assen.The ends of a drive shaft 34 located in the frame beam 26 are mounted in the gearboxes 27 and 28, which drive shaft 34 protrudes outside the gearbox 27. The drive shaft 34 is connected by means of gear transmissions located in the gearboxes 27 and 28 to vertical shafts (not shown).

Op enige afstand onder de gestelbalk 26 is een hoi gesteldeel 37 gelegen.A hi frame part 37 is located at some distance below the frame beam 26.

Aan de ondereinden van de bovengenoemde met hun boveneinden in de 30 tandwielkasten 27 en 28 gelegen assen zijn maaiorganen met ellipsvormige maaischijven 44 resp.45 en maaimessen bevestigd.Boven de maaischijven zijn met de maaischijven meedraaiende trommels 48 resp.49 aange-bracht.At the lower ends of the abovementioned shafts with their upper ends located in the gearboxes 27 and 28, mowing members with elliptical cutting discs 44 and 45 and blades are mounted. Above the mowing discs are rotating drums 48 and 49 respectively.

Tussen de beide maaischijven 44 en 45 zijn een tweetal verdere maai-35 organen in de vorm van maaischijven 53 en 54 aangebracht,die zijn gelegerd in aan het gesteldeel bevestigde legers.Daarbij worden de maai- 8204289 ..... i i. j in #»# i .......................Between the two mowing discs 44 and 45, two further mowing members in the form of mowing discs 53 and 54, which are mounted in bearings attached to the frame, are arranged. The mowing units 8204289 ..... i i. j in # »# i .......................

-3- 22720/CV/tl J i schijven 53 en 54 aangedreven via in het gesteldeel 37 gelegen tand-wielen 56. De uitvoering is daarbij zodanig,dat twee naast elkaar gelegen maaiorganen 44 en 53 resp. 45 en 54 tegengesteld aan elkaar draaien.22720 / CV / tl Ji discs 53 and 54 driven by toothed wheels 56 located in the frame part 37. The design is such that two adjacent mowing members 44 and 53, respectively. 45 and 54 rotate in opposite directions.

Zeals verder in het bijzonder in de fig.2 en 3 is weergegeven is in 5 de holle gestelbalk 2 een enkel werkende hydraulische verstelcilinder 60 aangebracht,waaraan vloeistof kan worden toegevoerd via een leiding 61.As is further shown in particular in Figs. 2 and 3, a single-acting hydraulic adjustment cylinder 60 is arranged in the hollow frame beam 2, to which liquid can be supplied via a line 61.

Het van de verstelcilinder 60 afgekeerde uiteinde van de zuigerstang 62 van deze verstelcilinder is gelegen in een verschuibaar in de gestelbalk 2 opgenomen bus 63,waarbij de opstelling zodanig is,dat in de 10 normale bedrijfsstand ,zoals met getrokken lijnen in de fig.2 en 3 weergegeven op het uiteinde van de zuigerstang 62 geschroefde moer 64 op enige afstand is gelegen van een aan de bus 63 bevestigde aanslag 65, waarmede de moeren samenwerken voor het op hieronder nog nader te be-schrijven wijze verschuiven van de bus 63 met behulp van de verstelcilin-15 der 60.The end of the piston rod 62 of this adjustment cylinder remote from the adjustment cylinder 60 is located in a sleeve 63 slidably received in the frame beam 2, the arrangement being such that in the normal operating position, such as with solid lines in FIGS. 3, nut 64 screwed onto the end of the piston rod 62 is spaced from a stop 65 secured to the sleeve 63, with which the nuts co-operate for displacing the sleeve 63 in a manner to be described below. the adjusting cylinder 60.

Met behulp van een horizontale scharnierpen 66 is het uiteinde van een koppelstang 67 met de bus 63 gekoppeld.De koppelstang 67 is met behulp van eettfpen 66 loodrecht kruizende pen 68 gekoppeld met een gaffel 69, die op zijn beurt met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 66 20 uitstrekkende pen 70 is gekoppeld met een tweetal koppelstangen 71, waar-van de van de gaffel afgekeerde uiteinden met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 70 uitstrekkende pen 72 zijn gekoppeld met een aan de gestelbalk 13 bevestigd oor 73 (fig.4).The end of a coupling rod 67 is coupled to the sleeve 63 by means of a horizontal hinge pin 66. The coupling rod 67 is coupled perpendicularly to a pin 69 by means of dining pin 66 with a fork 69, which in turn is parallel to a the pin 66 extending pin 70 is coupled to two coupling rods 71, the ends of which face away from the fork are coupled by means of a pin 72 extending parallel to the pin 70 with an ear 73 fastened to the frame beam 13 (fig. .4).

Aan de bus 63 is verder het uiteinde van een trekveer 74 bevestigd, 25 terwijl het andere uiteinde van.de in de gestelbalk 2 opgenomen trekveer aan de gestelbalk is vastgezet. Een verdere trekveer 75,die aanzienlijk lichter is dan de trekveer 74 is aangebracht tussen de bus 63 en een aan de zuigerstang 62 bevestigde arm 76.The end of a tension spring 74 is further attached to the sleeve 63, while the other end of the tension spring included in the frame beam 2 is fixed to the frame beam. A further tension spring 75, which is considerably lighter than the tension spring 74, is disposed between the sleeve 63 and an arm 76 attached to the piston rod 62.

Door bovenj omschreven opstelling kan de bus (63) tijdens normaal 30 bedrijf over een zekere afstand verschuiven in de gestelbalk om bodem-aanpassing van de maaiorganen door verzwenking van de gestelbalk 13 om de bus 10 mogelijk te maken.The arrangement described above allows the sleeve (63) to slide a certain distance in the frame beam during normal operation to allow bottom adjustment of the mowing members by pivoting the frame beam 13 to the sleeve 10.

Verder is met behulp van een zich horizontaal en loodrecht op de lengterichting van de gestelbalk 2 uitstrekkende as 77 een steun 78 schamierend aan de gestelbalk 2 bevestigd. Aan een zijde van de steun 8204289 -4- 22720/CV/tl 78 is voor een hieronder nog nader te omschrijven doel een uitstekende arm 79 en aan de andere zijde een uitstekende neus 80 bevestigd.Furthermore, a support 78 is hinged to the frame beam 2 by means of a shaft 77 extending horizontally and perpendicular to the longitudinal direction of the frame beam 2. A projecting arm 79 is mounted on one side of the support 8204289 -4-22720 / CV / tl 78 for a purpose to be described hereinafter, and a projecting nose 80 on the other side.

Zoals verder nog schematisch in fig.l en 2 is aangeduid zal de uit-gaande as 6 van de tandwielkast 4 normaal mdt behulp van een telescopische 5 tussenas 81 zijn gekoppeld met het buiten de tandwielkast 27 uitstekende uiteinde van de aandrijfas 34 van de maaiorganen.As further schematically indicated in Figs. 1 and 2, the output shaft 6 of the gearbox 4 will normally be coupled by means of a telescopic intermediate shaft 81 to the end of the drive shaft 34 of the mowing members protruding outside the gearbox 27.

Voor normaal gebruik zal de hierboven beschreven maaimachine met behulp van de aankoppelorganen 3 aan de driepuntshefinrichting van een trekker of dergelijke worden gekoppeld.Daarbij zal de maaimachine de in 10 fig.l en 2 met getrokken lijnen weergegeven stand innemen,waarin het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel met sloffen op de grond zal rusten. Daarbij wordt de inrichting vooruitbewogen in de richting volgens pijl A. De aandrijving van de maaiorganen vindt plaats via de tandwielkast 6, de tussenas 81 en de aandrijfas 34.For normal use, the mower described above will be coupled to the three-point hitch of a tractor or the like using the coupling members 3, thereby taking the mower to the position shown in solid lines in Figs. 1 and 2, in which it will support the mower members supporting frame will rest on the ground with slippers. The device is thereby advanced in the direction according to arrow A. The mowing members are driven via the gearbox 6, the intermediate shaft 81 and the drive shaft 34.

15 Verder kan de inrichting zich goed aan bodemoneffenheden aanpassen, daar het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel over een zekere hoek vrij draaibaar is ten opzichte van de arm 13 om de in het midden van de balk 26 aangebrachte as 25. Doordat de as 25 nabij het midden van de maaibalk is aangebracht zullen practisch geen verschillen optreden tussen 20 de krachten, waarmede de beide uiteinden van het onder de maaischijven liggende gesteldeel 37 op de grond rust,waardoor ongewenste beschadigingen van de stoppel en vervuiling van het gewas worden vermeden.Furthermore, the device can adapt well to ground irregularities, since the frame supporting part of the mowing member is freely rotatable at a certain angle with respect to the arm 13 about the axis 25 arranged in the center of the beam 26, because the axis 25 is near the center. of the cutter bar, practically no differences will occur between the forces with which the two ends of the frame part 37 lying under the mowing discs rests on the ground, whereby undesired damage to the stubble and contamination of the crop are avoided.

Een verder voordeel van de constructie volgens de uitvinding is,dat zowel de aankoppeling van de tussenas 81 aan de aandrijfas 34 als de 25 aankoppeling van het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel met de as 25 en de bus 24 op een verhoudingsgewijs grote afstand boven de bodem is gelegen,daar deze aankoppelpunten ter hoogte van de gestelbalk 26 zijn gelegen. Hierdoor wordt voorkomen,dat zoals bij gebruikelijke maaiin-richtingen van deze soort ter hoogte van de maaiorganen naast de maaior-30 ganen gelegen stilstaande gesteldelen aanwezig ziji, op welke gesteldelen zich gewas kan vastzetten.A further advantage of the construction according to the invention is that both the coupling of the intermediate shaft 81 to the drive shaft 34 and the coupling of the mower-supporting frame part to the shaft 25 and the bush 24 is at a relatively great distance above the ground. since these coupling points are located at the level of the frame beam 26. As a result, it is prevented that, as with conventional mowing devices of this kind, stationary frame parts located next to the mowing members are present at the mowing members, on which frame parts can fix themselves.

Het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel wordt gedragen door de gestelbalk 13,die vrij draaibaar is om de aan de gestelbalk 2 bevestigde bus 10 en die met behulp van de koppelstangen 67, 69 en 71 is verbonden met de 35 in de gestelbalk 2 verschuifbare bus 63.Daarbij is de uitvoering zodanig, dat althans een deel van het gewicht van de gestelbalk 13 en de door deze 8204289 -5-. 22720/CV/tl gestelbalk gedragen onderdelen wordt gecompensserd door de aan de bus 63 bevestigde veer 74 om te voorkomen,dat het de maaischijven ondersteunende gesteldeel raft een te grote kracht op de bodem rust.The frame member supporting frame member is carried by the frame beam 13, which is freely rotatable about the sleeve 10 attached to the frame beam 2 and which is connected by means of the coupling rods 67, 69 and 71 to the sleeve 63 slidable in the frame beam 2. The design is such that at least part of the weight of the frame beam 13 and the weight 8204289 -5-. 22720 / CV / tl frame beam-supported parts is compensated by the spring 74 attached to the sleeve 63 to prevent the mower disc supporting frame raft from resting too great a force on the bottom.

Uiteraard zal tijdens bedrijf de steun 78 in de in fig.3 met stip-5 pellijnen weergegeven hoog geklapte stand zijn ingebracht. Indien men de inrichting wilt neetzetten kan men de steun in de in fig.3 met getrokken lijnen weergegeven stand ver zwenken,waarin het boveneinde van de arm 79 zich tot binnen de buis 2 uitstrekt,waartoe in de onderzijde van de buis een opening Si is aangebracht.Zoals uit fig.3 blijkt ligt daarbij het 10 binnen de gestelbalk 2 gelegen uiteinde van de arm 79 tegenover een uit-einde van de in de gestelbalk 2 verschuifbare bus 63,zodanig dat de bus 63 gezien in fig.3 niet naar links kan verschuiven.Door de samenwerking van de bus 63 en de arm 79 van de steun 78 wordt,indien de maaiinrichting wordt neergezet en daarbij rust q> het onder de maaiorganen gelegen ge-15 steldeel en de steun 78,voorkomen,dat de arm 13 omhoog kan zwenken,ter-wijl tevens de steun 78 stevig in de het gestel afsteunende stand wordt vastgehouden.Of course, during operation, the support 78 will be inserted in the high folded position shown in dot-3 peeling lines. If one wants to position the device, the support can be pivoted into the position shown in solid lines in fig. 3, in which the upper end of the arm 79 extends inside the tube 2, for which purpose an opening Si is located in the bottom of the tube. As can be seen from Fig. 3, the end of the arm 79 situated within the frame beam 2 lies opposite an out-end of the sleeve 63 slidable in the frame beam 2, such that the sleeve 63 as seen in Fig. 3 does not turn to the left. The cooperation of the sleeve 63 and the arm 79 of the support 78 prevents the arm 13 from being lowered when the mower is put down and rests the frame part underneath the mowing members and the support 78. can pivot upward while the support 78 is also held firmly in the frame supporting position.

Voor transport van de inrichting kan men de arm 13 met het de maaischijven ondersteunende gesteldeel met behulp van de verstelcilinder 20 60 omhoog zwenken in de in fig.2 met gestippelde lijnen weergegeven stand.Hiertoe voert men onder druk staande vloeistof via de leiding 61 toe in de verstelcilinder 60,aodat de zuigerstang 62 gezien in fig.2 en 3 naar links wordt getrokken. Ook de schuif 63 wordt hierbij naar links getrokken naar de in fig.3 met gestippelde lijnen weergegeven stand 63a. 25 Daarbij verzwenkt de gestelbalk 13 gezien in fig.3 tegen de wijzers van de klok in omhoog tot een aan dezf gestelbalk bevestigde aanslag 82 aan komt te liggen tegen de aan de gestelbalk 2 bevestigde steun 7. Daar het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel slechts over een beperkte hoek ten opzichte van de gestelbalk 13 kan draaien zal ook dit gesteldeel bij 30 het omhoog zwenken in de in fig.2 met stippellijnen aangeduide stand worden gebracht.For transporting the device, the arm 13 with the mower disc supporting frame part can be pivoted upwards by means of the adjusting cylinder 20 60 into the position shown in dotted lines in fig. 2. For this purpose, pressurized liquid is supplied via line 61 the adjustment cylinder 60, so that the piston rod 62 is pulled to the left as seen in FIGS. 2 and 3. The slide 63 is also drawn to the left here to the position 63a shown in dotted lines in Fig. 3. In the process, the frame beam 13 pivots counterclockwise as seen in fig. 3 until a stop 82 attached to the frame beam comes to rest against the support 7 fixed to the frame beam 2, since the frame supporting part of the mowing members only extends over a can rotate at a limited angle relative to the frame beam 13, this frame part will also be brought into the position indicated by dotted lines in FIG.

In deze transportstand zal bij ' . omhoog geklapte steun 78 de aan de steun 78 bevestigde neus 80 zich tot in de gestelbalk 2 uitstrekken door een hiertoe in de gestelbalk 2 aangebrachte opening 83,waarbij de 35 neus 80 voor de bus 63a komt te liggen zodanig dat de neus 80 een terug- 8204289In this transport position, '. support 78 folded up, the nose 80 attached to the support 78 extends into the frame beam 2 through an opening 83 provided for this purpose in the frame beam 2, the nose 80 being placed in front of the sleeve 63a such that the nose 80 is retracted. 8204289

VV

-6- 22720/CV/tl schuiven van de bus 63 en zodoende een oralaag zwenken van de gestelbalk 13 en het de maaischijven ondersteunende gesteldeel tegengaat.-6- 22720 / CV / tl sliding the sleeve 63 and thus an oral pivoting of the frame beam 13 and counteracts the mower disc supporting frame part.

Indien men na omlaag klappen van de steun 78 de onder druk staande vloeistof uit de cilinder 60 laat ontsnappen zal de gestelbalk 13 en het 5 de maaiorganen ondersteunende gesteldeel weer terugzwenken naar de be-drijfsstand, waarbij de veer 75 er zorg voor draagt,dat de zuigerstang 62 geheel wordt teruggetrokken,zodanig,dat er weer de gewenste speling tussen de aan de zuigerstang bevestigde moeren en de voor het heffen met deze moeren samenwerkende aan de schuif bevestigde aanslag 65 aanwe-10 zig is.If, after the support 78 has been folded down, the pressurized liquid is released from the cylinder 60, the frame beam 13 and the frame supporting the cutting members will swing back to the operating position, the spring 75 ensuring that the piston rod 62 is fully retracted, such that the desired clearance is again present between the nuts fixed to the piston rod and the stop 65 attached to the slide cooperating for lifting with these nuts.

Door het onderbrengen van het mechanisme voor het heffen van de gestelbalk 13 en het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel in de gestelbalk 2 zijn deze onderdelen goed beschermd opgesteld,waarbij tevens een compacte opbouw en een aantrekkelijk uiterlijk van de maaima-15 chine wordt verkregen.By accommodating the mechanism for lifting the frame beam 13 and the mower member supporting frame part in the frame beam 2, these parts are arranged in a well-protected manner, while also obtaining a compact construction and an attractive appearance of the mowing machine.

82042898204289

Claims

1. Mower provided with a first frame part to be coupled to a tractor or the like vehicle and a second frame part carrying one or more cutting units, the second frame part with respect to the first by means of a lifting mechanism comprising the adjustment cylinder the frame part is pivotable between a working position and a transport position, characterized in that the frame part which can be coupled to the tractor comprises a hollow frame beam in which the adjusting cylinder is located, wherein the piston rod of the adjusting cylinder is coupled to a sleeve which can slide in the relevant frame beam, which is coupled to the second frame part by means of coupling rods, the sleeve being displaceable from the normal working position in the frame beam by means of the adjusting cylinder for pivoting the mower member (s) carrying frame part into a transport position.

Mower according to claim 1, with the. characterized in that the sleeve is freely slidable with respect to the piston rod to the position which the sleeve occupies in the transport position, while a resilient mechanism is arranged in the hollow frame beam, which attempts to move the sleeve to the said position.

Mower according to claim 1 or 2, characterized in that a spring located in the hollow frame beam is arranged between the piston rod and the bush, which spring tries to move the bush in the direction of the offset cylinder, while on the in the sleeve, the end of the piston rod is provided with a stop which cooperates with a stop attached to the sleeve, the ape count being such that during normal operation both stops are spaced apart.

Mowing machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the mowing machine is provided with an adjustable support connected to the frame of the machine for supporting the machine out of operation, wherein a stop is connected, which, if the machine is supported by the support, extending in the hollow frame beam at a point located between the adjusting cylinder and the sleeve if the sleeve is in the standard operating tooth.

Mower according to claim 4, characterized in that a second stop is connected to the support, which, if the support is arranged in the position which the support assumes during operation of the mower, extends in the hollow frame beam. a point located on the side of the bus remote from the 8204289 8-22720 / CV / tl adjustment cylinder, when the mower-supporting frame part is folded up into the transport position. 8204289