NL8203573A - Versnellingsorgaan. - Google Patents
Versnellingsorgaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8203573A NL8203573A NL8203573A NL8203573A NL8203573A NL 8203573 A NL8203573 A NL 8203573A NL 8203573 A NL8203573 A NL 8203573A NL 8203573 A NL8203573 A NL 8203573A NL 8203573 A NL8203573 A NL 8203573A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- accelerator
- mandrel
- tool body
- pressure
- cup springs
- Prior art date
Links
- 239000002131 composite material Substances 0.000 claims description 10
- 230000006835 compression Effects 0.000 claims description 9
- 238000007906 compression Methods 0.000 claims description 9
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims description 9
- 238000007789 sealing Methods 0.000 claims description 6
- 239000010687 lubricating oil Substances 0.000 description 7
- 230000000750 progressive effect Effects 0.000 description 3
- 239000000872 buffer Substances 0.000 description 2
- 238000007792 addition Methods 0.000 description 1
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 239000003795 chemical substances by application Substances 0.000 description 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000011109 contamination Methods 0.000 description 1
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 1
- 230000007547 defect Effects 0.000 description 1
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000000605 extraction Methods 0.000 description 1
- 239000003921 oil Substances 0.000 description 1
- 239000003209 petroleum derivative Substances 0.000 description 1
- 238000005381 potential energy Methods 0.000 description 1
- 238000010079 rubber tapping Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B31/00—Fishing for or freeing objects in boreholes or wells
- E21B31/107—Fishing for or freeing objects in boreholes or wells using impact means for releasing stuck parts, e.g. jars
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Marine Sciences & Fisheries (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Particle Accelerators (AREA)
- Surgical Instruments (AREA)
- Vibration Dampers (AREA)
- Springs (AREA)
- Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
- Auxiliary Drives, Propulsion Controls, And Safety Devices (AREA)
- Apparatuses For Generation Of Mechanical Vibrations (AREA)
- External Artificial Organs (AREA)
- Physical Deposition Of Substances That Are Components Of Semiconductor Devices (AREA)
Description
y f i T' y -1_ 22639/CV/ts
Korte aanduiding: Versnellingsorgaan.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking>op visapparatuur, dat in een putboring wordt gebruikt voor het vrijmaken van vastgelopen 5 voorwerpen. Meen in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een versnellingsorgaan, dat is te gebruiken met een trilorgaan met een werkzame slag tussen een ingestelde stand en een botsingstand, en een op een kracht reagerende trilorgaangrendel, welke het trilorgaan in de ingestelde stand houdt, totdat een vooraf bepaalde trekkracht daarop wordt aangebracht.
IQ Tijdens het boren en voltooien van diepe putten, zoals putten voor het voortbrengen van petroleumprodukten* raken voorwerpen, zoals boorpijpen, buizen, putgereedschappen en andere apparaten soms vast in de putboring, terwijl zij niet kunnen worden verwijderd door het aanbrengen van gebruikelijke opwaarts gerichte krachten. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk 15 om sterke trilkrachten uit te oefenen op het vastgelopen voorwerp, teneinde dit vrij te maken voor uittrekking uit de putboring. Apparaten zijn ontwikkeld voor het geven van dergelijke stootkrachten en z3-jn bekend als stootorganen (jars).
Stootorganen omvatten in het algemeen een lichaamsconstructie, dat 20 wordfc bevestigd aan het vastgelopend voorwerp en een schuifbaar in de lichaamsconstructie aangebrachte doorn, welke welkii wordt bevestigd aan het oppervlak met behulp van een pijp of draad. De lichaamsconstructie heeft een aambeeld en de doorn heeft een hamer. Middelen zijn aangebracht voor het losneembaar verbinden- van de doorn en het lichaam met elkaar teneinde 25 het aambeeld en de hamer in afstand ten opzichte van elkaar te houden, waarbij de grootte van een dergelijke afstand bekend is als de slag van het stootorgaan. De losneembare verbindingsmiddelen zijn aangepast om los te laten indien de spanning over het stootorgaan een bepaald niveau overschrijdt. Indien de verbindingsmiddelen loslaten is de hamer vrij om omhoog go be bewegen teneinde tegen het aambeeld te slaan.
Opdat de doorn omhoog beweegt bij het loslaten van de verbindingsmiddelen moet er terugslagenergie zijn opgeslagen in de pijpenreeks of kabel, aangesloten tussen het oppervlak en de doorn. Gebruikelijk wordt de opgeslagen terugslagenergie verspreid door het systeem en omvat pijp rek , draad-33 ,rek in hert hijsmechanischme en een zekere samendrukking van de kraan.
Er zijn verschillende beperkingen op de doelmatigheid van stoot-organen. In afgebogen of kromme gaten vermindert bijvoorbeeld de wrijving yy*. van de pijp of draad tegen de wand van het gat de snelheid, waarmede de ^*>&2 0 3 5 73 ί' » -2- 22639/CV/ts opgeslagen rekenergie wordt afgeleverd aan het stootorgaan . bij vrijmaking van de verbindingsmiddelen, hetgeen de stootkrachten omlaag brengt. Bij kleine dieptes is er ook slechts een kleine pijplengte of draadlengte, waarover de terugslagenergie kan worden opgeslagen. De doelmatigheid van 5 stootorganen bij kleine dieptes is dan ook beperkt,
In een poging om de doelmatigheid van stootorganen te verbeteren zijn er een aantal Inrichtingen ontwikkeld, die onder meer bekend staan als versnellingsorganen, versterkers voor stootorganen of middelen voor het intensiveren van de werking van stootorganen.
10 De primaire werking van dergelijke inrichtingen is het opslaan van de terugslagenergie in de inrichting, welke onmiddellijk boven de stootorganen en boorkragen of verzwaringsstangen wordt ingebracht in plaats van in de pijp of draad. Een dergelijke inrichting wordt vervaardigd door Bowen Tools Inc en is weergegeven in de 1976-77 Composit Catalog op 15 blz. 73^ en meer gedetailleerd in de Bowen Tools Inc. Technical Manual no. 4019* Een versnellingsorgaan van Bowen slaat energie op door het samendrukken van een samendrukbaar fluïdum. Een andere dergelijke inrichting wordt vervaardigd door Johnston en is weergegeven in de 1976-77 Composite Catalog op blz. 3625. De inrichting van Johnston slaat energie op door het samen-20 drukken van een gas.
Deze bekende inrichtingen hebben een aahtal tekortkomingen. Indien In één van deze inrichtingen een pakking in gebreke blijft, raakt de inrichting buiten werking. Bovendien ontwikkelen beide inrichtingen tijdens gebruik hoge drukken en zijn zij onderhevig aan een mechanisch in gebreke 25 blijven indien zij bij of op het oppervlak in werking worden gesteld. Tengevolge van de gas- of fluldumlading van deze bekende inrichtingen zal verder de ontwikkelde veerkracht met de temperatuur toenemen. Indien dus de tempera-tuur-omstandigheden in de putboring wijzigen, wijzigt zich ook de door de inrichting opgewekte kracht.
30 Het is dan ook een oogmerk van de huidige uitvinding de gebreken van de bekende inrichtingen althans gedeeltelijk op te heffen.
Kort gezegd worden bovenstaande en andere oogmerken verkregen door een versnellingsorgaan voor een stootorgaan volgens de uitvinding, dat is voorzien van een buisvormig gereedschaplichaam en een langgestrekte doorn, 35 die axiaal verschuifbaar in het gereedschaplichaam is aangebracht. Het gereedschaplichaam heeft een inwendige schouder en de doorn heeft een naar buiten gerichte schouder, welke schouders tesamen een inwendige veerkamer tussen de doorn en het lichaam begrenzen. Een aantal de vorm van een 8203573 # 1 -3- 22639/CV/ts afgeknotte kegel bezittendé-schotelveren zijn om de doorn binnen de veerkamer geschakeld. Middelen zijn aangebracht om de druk in de veerkamer op althans nagenoeg hetzelfde niveau te houden als de druk buiten het gereed-schaplichaam tijdens de werking van het versnellingsorgaan veer het stoot-5 orgaan.
De schotelveren zijn zodanig gekozen, dat zij een samengestelde veer-constante hebben, zodanig, dat samendrukking van het aantal schotelveren over een lengte groter dan de slag van het stootoceaanwaarbij het versnellingsorgaan volgené-de huidige uitvinding wordt gebruikt een kracht opwekt 10 minder dan de kracht vereist voor het vrijmaken van de verbindingsmiddelen van het stootorgaan.Anders gezegd, zijn de schotelveren zodanig gekozen, dat tijdens bedrijf het versnellingsorgaan meer zal verlengen dan de slag van het stootorgaan waarbij althans nagenoeg alle beweging tijdens de slag van het stootorgaan wordt geleverd door het versnellingsorgaan.
15 Volgens een aspect van de uitvinding omvat het aantal schotelveren een eerste stel met een samendrukkingslengte althans zolang als de slag van het stootorgaar. en een totale veerconstante zodanig, dat de kracht ontwikkeld over de lengte van de samendrukking Mnder is dan de kracht vereist voor het vrijmaken van het stootorgaan en een tweede stel schotelveren met een 20 samengestelde veerconstante groter dan die van het eerste stel.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Fig. 1 toont schematisch een aanzicht op een versnellingsorgaan volgens de uitvinding in combinatie met boorkragen en een stootorgaan onmid- 25 dellijk voorafgaand aan' het Vrijmaken van het grendelmechanisme van het stootorgaan.
Fig. 2 toont schematisch een met fig. 1 overeenkomend aanzicht waarin hetstootorgaan is weergegeven na vrijmaking van de grendel, maar voor de botsing.
30 Fig. 3 toont een met fig. Ten fig. 2 overeenkomend aanzicht waar bij hetstootorgaan in de botsingsstand is weergegeven.
Fig. 4A toont op grotere schaal een vertikale doorsnede over het boveneinde van het versnellingsorgaan volgens de uitvinding.
Fig. 4B toont op grotere schaal een doorsnede over het ondereinde 35 van het versnellingsorgaan volgensd e uitvinding.
In de figuren 1-3 is schematisch een doorsnede een versnellings-ongaan 11 volgens de uitvinding voor een stootorgaan weergegeven. Het versnellingsorgaan 11 omvat een buisvormig gereedschaplichaam 12 en een 8203573 ï' -4- 22639/CV/ts buisvormige doorn 13, welke axiaal verschuifbaar in het gereedschaplichaam 12 is aangebracht. De doorn 13 heeft aan zijn boveneinde een gereedschap-aansluiting 14, welke is aangepast voor verbinding met een boorpijp of een ander steunorgaan voor het gereedschap. Het ondereinde van gereedschap-5 lichaam is gevormd voor het begrenzen van een gereedschapverbinding 15, welke is aangepast om te worden verbonden met gewichten, zoals bijvoorbeeld boorkragen 16 of verzwaringsstaven.
Versnellingsorganen 11 is aangepast om te worden gebruikt met een stootorgaan20 met een beperkte opgaande slag. Het stootorgaai is b$j voor-10 keur een mechanisch stootorgaanvan het type beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.333*542; versnellingsorgaan 11 kan echter worden gebruikt met andere stootorgaan, welke èen beperkte opwaartse slag hebben, waaronder oliestootorganen.
Het stootorgaan20 omvat een langgestrekt lichaam 21 en een lang-15 gestrekte bedieningsdoorn 22. Het lichaam 21 is gevormd voor het begrenzen van een inwendig aambeeld 23 en de bedieningsdoorn 22 is gevormd voor het verkrijgen van een hamer 24. Het stootorgaaa 20, omvat een grendel 25, welke een losmaakbare verbinding vormt tussen het lichaam 21 van het stootorgaan en de bedieningsdoorn 22. Indien het lichaam 21. en de bedienings'doorn 22 20 met elkaar zijn vergrendeld liggen het aambeeld 23 en de hamer 24 op een afstand S van elkaar verwijderd, zoals weergegeven in fig. 1. De afstand S is bekend als een slag van het stootorgaan.De verbinding van grendel 25 is losmaakbaar indien de axiale trekkracht tussen het lichaam 21 en de bedienlngstoren 22 een bepaald niveau overschrijdt. Verende middelen 26 25 zijn aangebracht voor het instellen van het spanningsniveau waarop de grendel 25 losraakt.
De bedieningsdoorn 22 van stootorgaai 20 omvat aan zijn boveneinde een gereedschapaansluiting 27, welke is aangepast voor verbinding met boorkragen 16. Het lichaam 21 omvat verder aan zijn ondereinde een gereed-30 schapaansluiting 2β, welke is aangepast voor aansluiting op een visgereed -schap, indien het stootorgaan20 wordt gebruikt als een visstcotorgaan, of met boorkragen indien stootorgaan20 wordt gebruikt als een boorstootorgaan.
Het gereedschaplichaam van het versnellingsorgaan 11 is gevormd voor het vormen van een inwendige schouder 17 en de doorn 13 van het ver-35 snellingsorgaan is gevormd voor het vormen van een daartegenover ge^gen schouder 18. De schouders 17 en 18 werken samen voor het vormen van een veerkamer 19, welke een stapel de vorm van een afgeknotte kegel bezittende schotelveren 29 bevat. De schotelveren 29 dringen de schouders 17 en 18 uiteen.
8203573 -5-
In fig. 1 is het stootorgaan20 onmiddellijk voorafgaand aan het vrijmaken van het grendelorgaan 25 afgebeeld. Het verende orgaan 26 van stoot-orgaan 20 is samengedrukt voor het ontwikkelen van een kracht, die een weinig kleiner is dan de instelkracht van de grendel. Schotelveren 29 van 5 het versnellingsorgaan 11 worden samengedrukt door het na*r elkaar toe bewegen van schouders 17 en 18. De samendrukking van de schotelveren 29 bewerkstelligt een opslaan van energie, welke bij het vrijmaken van de grendel 25 wordt afgeleverd op boorkragen 16 en spilorgaan 20. De schotelveren 29 zijn zodanig gekozen en opgesteld, dat zij een samengestelde veercon-10 stante hebben zodanig, dat de verlening van het versnellingsorgaan 11 tijdens de belasting groter is dan de slag S van het stootorgaan 20,
In fig. 2 is hetetootorgaan 20 weergegeven een moment na vrijmaking van grendelorgaan 25. Indien het grendelorgaan 25 is vrijgemaakt, zijn het lichaam 21 van het en de doorn 22 vrij om axiaal ten opzichte 15 van elkaar te bewegen, waardoor de hamer 24 naar het aambeeld 23 kan bewegen. De kracht, welke de beweging van de hamer 24 naar het aambeeld 23 veroorzaakt, wordt geleverd door het versnellingsorgaan 11. De in de schotelveren 29 opgeslagen energie wordt geleverd aan boorkragen 26 en bedieningsdoorn 22,
Bij vrijmaking van het grendelorgaan 25 versnellen bedieningsdoorn 22, 20 boorkragen 26.. en gereedschap lichaam 12 van het versnellingsorgaan, welke althans nagenoeg stijf onderling zijn verbonden, snel omhoog als een eenheid en de in de veren 29 opgeslagen potentiële energie wordt omgezet in kinetische ‘energie.
In fig. 3 is hetstootorgaan 20 weergegeven op het tijdstip van 25 botsing tussen hamer 24 en aambeeld 23.De botsing tussen de hamer 24 en het aambeeld 23 brengt de beweging van de boorkragen 16 en het gereed-schaplichaam 12 toteen althans nagenoeg onmiddellijke stilstand, hetgeen op zijn beurt een aanzienlijke impuls levert op het vastgelopen voorwerp via de onderste gereedschapaansluiting 28 van het stootorgaan Zoals weer-30 gegeven in fig. 3 is het versnellingsorgaan 11 nog steeds in een enigszins verlengde stand en zijn de schotelveren 29 nog steeds enigszins samengedrukt, Zodoende geeft ten allen tijde voorafgaand aan de botsing het versnellingsorgaan 11 versnelling aan de boorkragen 16 en aan de bedieningsdoorn 22.
35 In de figuren 4A en 4B is een voorkeursuitvoeringsvorm van een versnellingsorgaan 11 weergegeven. Het gereedschaplichaam 12 van het versnellingsorgaan omvat een bovenste lichaam 30, welke met behulp van schroef-y®^-. draad is verbonden aan een boveneinde van een bovenste tussenlichaam 35.
,^Nvm 820 3 5 73 -6- 22639/CV/ts
Het bovenste tussenlichaara 35 ig op zijn beurt met behulp van schroefdraad verbonden aan een onderste tussenlichaam 40. Het onderste tussenlichaam 40 is op zijn beurt met schroefdraad verbonden aan een onderlichaam, dat de gereedschapaansluiting 15 omvat. Bovenlichaam 30, bovenste tussenlichaam 5 35, onderste tussenlichaam 40 en onderste lichaam 45 vormen zodoende een uit één stuk bestaand lichaam en geschikte dubbele O-afdicfetringen zoals bijvoorbeeld afdichtingen 31 en 36 bij de inwendige schroefdraadverbinding tussen bovenlichaam en bovenste tussenlichaam 35 zijn bij alle inwendige schroefdraadverbindingen aangebracht tussen de delen van het lichaam 12, 10 waardoor het lichaam 12 fluldumdicht is gemaakt.
De doorn 13 van het versnellingsorgaan omvat een bovenste gedeelte 50, dat de bovenste gereedschapaansluiting 14 omvat en een onderste gedeelte 60. Het bovenste gedeelte 50 en het onderste gedeelte 60 van de doorn zijn met behulp van een verbindingsorgaan 62 door schroefdraadverbindingen met 15 elkaar verbonden. Geschikte afdichtingen, zoals bijvoorbeeld de afdichting 63 zijn aangebracht voor het afdichten van de onderlinge aansluitingen tussen het bovenste gedeelte 50 van de doorn en het onderste gedeelte 60 met verbindingsorgaan 62 waardoor de uit één stuk bestaande doorn flüïdura-dicht is gemaakt.
20 De schouder 17 van het lichaam 12 is gevormd door het ondereinde van het bovenste tussenlichaam 35 en een verende belastingsring 37 is opgesteld tussen het onderste tussenlichaam 40 en het onderste doorngedeelte 60. De onderste schouder 18 is gevormd door een instelmoer 61, welke in ingrijping is met een langgestrekt van schroefdraad voorzien gedeelte 64 25 op het onderste doorlaatgedeelte 60. Een grendelmoen 65 is aangebracht voor het voorkomen van axiale beweging en het vergrendelen van de instelmoer 61. De veerkamer 19 omvat zo de ringvormige ruimte tussen het onderste doorngedeelte 60 en het onderste tussenlichaam 40, welke axiaal wordt begrensd door de verende belastingring 37 aan één einde en de instelmoer 61 30 aan het andere einde.
De schotelveren 29 omvatten een eerste gestel 29a van verhoudingsgewijs stijve schotelveren en een tweede stel 29b van verhoudingsgewijs minder stijve schotelveren. Het desbetreffende aantal en de stijfheid van de schotelveren van de stellen 29a en 29b worden gekozen in overeenstemming 35 met de slag en grendelvrijmaakbelastingkarakteristieken van de stootin-richting in samenhang waarmee het versnellingsorgaan 11 wordt gebruikt.
. I Meer in het bijzonder worden de schotelveren van het tweede stel 29b zodanig \ gekozen, dat zij een samengestelde veeroonstante en lengte hebben, zodanig, 8203573 * τ7ι· 226 39/CV/ts dat samendrukking tfan het tweede stel 29b over een afstand gelijk aan de slag van de stootinrichtir.g een kracht voortbrengt minder dan de grendel-vrijmaakbelasting van de stootinrichting Anders gezegd maken de lengte· en de samengestelde veeroonstante van het tweede stel 29b het mogelijk, dat 5 de verlenging Van de doorn 13 ten opzichte van het gereedschaplichaam 12 van het versnellingsorgaan tijdens werking groter is dan de slag van de stootinrichting.
Het tweede stel 29b is gevormd om een grotere samengestelde veerï-constante te hebben dan het tweede stel 29b. De schotelveren 29 bewerkstel-10 ligen zo dat het versnellingsorgaan 11 een progressieve veerkarakteristiek heeft, waarin het eerste gedeelte van de verlenging van het versnellingsorgaan 11 ( samendrukking van schotelveren 29) over een lengte gelijk aan de slag van het stootorgaan wordt verkregen door het tweede stel 29b en een kracht levert minder dan de kracht vereist voor het vrijmaken van het 15 trilorgaan. Een tweede verlengingsgedeelte van het versnellingsorgaan 11 wordt verkregen door het samendrukken van het tweede stel 29b over een verhoudingsgewijs kleine afstand voor het voortbrengen van een kracht noodzakelijk voor het vrijmaken van het stootorgaan.
De progressieve veerkarakteristiek volgens de huidige uitvinding 20 is in het bijzonder van voordeel in situaties, waarin een premie wordt geplaètst op lengte en het stootorgaan instelbaar is over een groot gebied van vrijmaakkraehten. In dergelijke omstandigheden wordt het tweede stel 29b zodanig gekozen, dat verlenging van het versnellingsorgaan 11 over een lengte gelijk aan de slag van het stootorgaan een kracht minder dan de 25 minimale vrijmaakinstelling voortbrengt. Het eerste stel 29a is zodanig gekozen, dat verhoudingsgewijs kleine aanvullende verlenging van het versnellingsorgaan 11 een voldoende aanvullende kracht levert voor het vrijmaken van het stootorgaan bij de hoogste instelling. De progressieve veerkarakteristiek van het versnellingsorgaan 11 maakt het zo mogelijk, dat de lengte 30 van de schijfveren 29 minimaal kan worden gemaakt, terwijl tegelijkertijd wordt gewaarborgd, dat de verlenging van het versnellingsorgaan 11 altijd de slag van het stootorgaan zal overschrijden. .Voor een uitvoerigere bespreking van de schotelveren kan worden verwezen naar de folder "Precision (Belleville) Disc Springs Engineering Handbook", uitgegeven door Key Bell-35 villes Inc., R.D. No. 2, Box 191C, Leechburg, Pennsylvania 15656, Verenigde Staten van Amerika. Verschillende vormgevingen van schotelveren 29 kunnen worden opgenomen door· het wijzigen van de stand van de instelmoer 61 op het van schroefdraad voorziene deel 64.
8203573 ir -8- 22639/CV/ts
De ruimte tussen het gereedschaplichaam 12 van het versnellingsorgaan en de doorn 13 van het versnellingsorgaan, welke de veerkamer 19 omvat, is bij voorkeur gevuld met een smeerolie. Sen stel bovenste doornafdichtingen, waaronder een afdichting 51, is aangebrecht voor het vormen van een schuif-5 bare afdichting tussen het bovenlichaam 30 en het bovenste doorngedeelte 50 teneinde de smeerolie af te scheiden van de buitenzijde van het versnellingsorgaan 12. Verder is aan iedere zijde van de afdichting 51 een paar beschermingsringen waaronder beschermingsring 52 aangebracht. Het andere einde van het versnellingsorgaan 11 is afgedicht door een vrije zuiger 66, 10 welke schuifbaar is aangebracht tussen het onderste doorngedeelte 60 en het onderste lichaam 45 in een reservoir 67. De vrije zuiger 66 is afdichtend in ingrijping met zowel het onderste doorngedeelte 60 als het onderste lichaam 45 met behulp van een stel afdicht- en beschermingsringen, waaronder afdichting 68 en beschermingsring 69. De zuiger 66 is vrij beweegbaar voor 15 het opnemen van volumetrische wijzigingen in de smeerolie tijdens bedrijf van het versnellingsorgaan 11. Verder houdt de vrije zuiger 66 de druk aan weerszijden daarvan in evenwicht, om de druk van de smeerolie tussen gereedschaplichaam 12 van het versnellingsorgaan en de doorn 13, waaronder dat binnen de veerkamer 19 te houden op een niveau, althans nagenoeg gelijk 20 aan de omgeving’sdruk. Aangezien het versnellingsorgaan 11 werkt in een toestand waarin de druk in evenwicht is gehouden, zal het in gebreke blijven van een of alle afdichtingen de werking van het versnellingsorgaan 11 niet nadelig beïnvloeden. Een in gebreke blijven van een afdichting kan slechts vervuiling of verlies van smeerolie veroorz&ken, maar zal het gereedschap 25 niet buiten gebruik stellen. Vulpluggen 54 en 55 zijn aangebracht voor het vullen van het versnellingsorgaan 11 met smeerolie. In sommige uitvoeringsvormen kunnen de afdichtingen:.en de smeerolie worden weggelaten, zodat de veerkamer 19 reehtstreeks in verbinding kan staan met de putboring.
Opdat koppel kan worden overgebracht over versnellingsorgaan 11, 30 hebben bovenste lichaam 30 en bovenste doorngedeelte 50 samenwerkende schuifspieën 57, respectievelijk 58. De schuifspieën maken het mogelijk het versnellingsorgaan 11 te gebruiken met boorstootorganen.
Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat de uitvinding geschikt is voor het verkrijgen van alle hierboven uiteengezette doeleinden 35 en oogmerken samen met verdere voordelen, die duidelijk zullen zijn en inherent zijn aan de inrichting.
Verder zal het duidelijk zijn, dat bepaalde kenmerken en subcom-binaties nuttig zijn en kunnen worden gebruikt samenhangend met andere ken 8203573 -9- 22639/CV/ts merken en subcombinaties. Dit is beoogd met en binnen de besehermingsomvang van de uitvinding.
Binnen de geest en besehermingsomvang van de uitvinding zijn dan ook vele uitvoeringsvormen en variaties en aanvullingen op de beschreien 5 uitvoeringsvorm mogelijk.
8203573
Claims (13)
1. Versnellingsorgaan te gebruiken bij een stootorgaan met een op slag en kracht reagerend vrijmaakorgaan voor het stootorgaan,met het kenmerk, dat het versnellingsorgaan is voorzien van een langgestrekt buisvormig gereedschaplichaam met een naar binnen gerichte schouder, een in het 5 gereedschaplichaam axiaal verschuifbaar aangebrachte langgestrekte doorn met een naar buiten gerichte schouder axiaal daaraan bevestigd, waarbij de schouders een inwendige veerkamer tussen de doorn en het lichaam begrenzen,terwijl in de veerkamer om de doom tussen de schouders een aantal de vorm van afgeknotte kegels bezittende schotelveren zijn 10 aangebracht.
2. Versnellingsorgaan volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het aantal schotelveren is voorzien van een eerste stel schotelveren,dat een samengedrukte lengte heeft althans zo lang als de slag van het stootorgaan en een samengestelde veerconstante zodanig dat de kracht ontwikkeld 15 over deze samendrukkingslengte minder is dan de kracht voor het vrijmaken van het stootorgaan.
3. Versnellingsorgaan volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat het · aantal schotelveren is voorzien van een tweede stel schotelveren dat een totale veerconstante heeft groter dan de samengestelde veercon- 20 stante van het eerste stel.
4. Versnellingsorgaan volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de samengestelde veerconstante van het tweede stel zodanig is,dat een kracht groter dan de kracht vereist voor het in werking stellen van het stootorgaan wordt ontwikkeld in een samendrukkingslengte van het 25 tweede stel,welke kleiner is dan de slag van het stootorgaan.
5. Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het versnellingsorgaan is voorzien van middelen om de druk binnen de veerkamer althans nagenoeg gelijk te houden aan de druk buiten het gereedschapslichaam. 3°
6. Gereedschapslichaam volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het gelijkhouden van de druk een zuiger omvatten, die afgedicht schuifbaar is opgesteld om de doorn en binnen het gereedschap-lichaam.
7. Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies VOOr- 'SC -1 zien van een althans nagenoeg niet samendrukbaar fluïdum, dat de kamer vult en van middelen voor het compenseren van volumewi jzigingen van de \ kamer en Voor het balanceren van de druk van het de kamer Vullende fluïdum 8203573 > -11- 22639/CV/ts en de druk aan de buitenzijde van het gereedsehaplichaam tijdens bedrijf van het versnellingsorgaan.
8. Versnellingsorgaan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het compenseren en balanceren afdichtorganen oftvatten, 5 die beweegbaar zijn opgesteld tussen de doorn en het gereedsehaplichaam.
9. Versnellingsorgaan volgens conclusie 8, met net kenmerk, dat de afsluitmiddelen zijn voorzien van een zuiger, die beweegbaar is opgesteld tussen de doorn en het gereedsehaplichaam en middelen bezit voor het vormen van een afdichting mët zowel de doorn als met het gereedschap- 10 lichaam.
10. Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het versnellingsorgaan is voorzien van middelen voor het overbrengen van een koppel tussen de doorn en het gereedsehaplichaam.
11. Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat het versnellingsorgaan is voorzien van middelen voor het wijzigen van de afstand tussen de schouders.;voor het opnemen van verschillende lengtes van het stel schotelveren.
12. Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat Het versnellingsorgaan is voorzien van middelen voor het schui- 20 vend afdichten tussen, het gereedsehaplichaam en de doorn bij axiaal tegenover elkaar liggende einden van de veerkamer, terwijl een althans nagenoeg niet samendrukbaar fluïdum de ruimte tussen de afdichtmiddelen binnen het gereedsehaplichaam en buiten de doorn vult.
13. Versnellingsorgaan volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het 25 versnellingsorgaan is voorzien van middelen om de druk van het niet samendrukbare fluïdum althans nagenoeg constant te houden tijdens de werking van het versnellingsorgaan. 1^· Versnellingsorgaan volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het versnellingsorgaan is voorzien van middelen om de druk van het fluïdum 30 in evenwicht te houden met de druk buiten de afdichtmiddelen. 15» Versnellingsorgaan volgens één der voorgaande conclusies·;· met het kenmerk, dat de middelen voor het balanceren van de druk zijn voorzien van een zuiger, waarvan één einde is blootgesteld aan het fluïdum en het andere einde is blootgesteld aan de druk buiten de afdichtingen. 35 8203573
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US39628782A | 1982-07-14 | 1982-07-14 | |
US39628782 | 1982-07-14 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8203573A true NL8203573A (nl) | 1984-02-01 |
Family
ID=23566616
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8203573A NL8203573A (nl) | 1982-07-14 | 1982-09-15 | Versnellingsorgaan. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS5918892A (nl) |
KR (1) | KR920000256B1 (nl) |
AU (1) | AU8949782A (nl) |
BE (1) | BE894611A (nl) |
DE (1) | DE3246649A1 (nl) |
DK (1) | DK513482A (nl) |
ES (1) | ES8308963A1 (nl) |
FI (1) | FI823313L (nl) |
FR (1) | FR2530285A1 (nl) |
GB (1) | GB2123880A (nl) |
GR (1) | GR78659B (nl) |
IT (1) | IT1148652B (nl) |
NL (1) | NL8203573A (nl) |
NO (1) | NO822911L (nl) |
SE (1) | SE8205149L (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB8333957D0 (en) * | 1983-12-21 | 1984-02-01 | Zwart K | Wireline jar |
US4715454A (en) * | 1986-06-03 | 1987-12-29 | Teng Chuan C | Mechanical directional drilling jar with swivel means |
US4846273A (en) * | 1987-09-21 | 1989-07-11 | Anderson Edwin A | Jar mechanism accelerator |
GB2284622B (en) * | 1993-11-13 | 1997-06-11 | Petroline Wireline Services | Improvements in and relating to downhole tools |
GB9717361D0 (en) | 1997-08-16 | 1997-10-22 | Int Petroleum Equipment Ltd | Accelerator tool |
CN107524419B (zh) * | 2017-09-22 | 2023-07-07 | 中国石油天然气集团有限公司 | 液压震击器 |
-
1982
- 1982-08-27 NO NO822911A patent/NO822911L/no unknown
- 1982-09-10 GR GR69252A patent/GR78659B/el unknown
- 1982-09-10 SE SE8205149A patent/SE8205149L/ not_active Application Discontinuation
- 1982-09-15 NL NL8203573A patent/NL8203573A/nl not_active Application Discontinuation
- 1982-09-24 FR FR8216102A patent/FR2530285A1/fr active Granted
- 1982-09-27 FI FI823313A patent/FI823313L/fi not_active Application Discontinuation
- 1982-10-05 BE BE6/47730A patent/BE894611A/fr not_active IP Right Cessation
- 1982-10-06 ES ES516282A patent/ES8308963A1/es not_active Expired
- 1982-10-14 KR KR8204625A patent/KR920000256B1/ko active
- 1982-10-19 AU AU89497/82A patent/AU8949782A/en not_active Abandoned
- 1982-11-10 IT IT49466/82A patent/IT1148652B/it active
- 1982-11-18 DK DK513482A patent/DK513482A/da not_active Application Discontinuation
- 1982-11-19 GB GB08233094A patent/GB2123880A/en active Granted
- 1982-12-16 DE DE19823246649 patent/DE3246649A1/de not_active Withdrawn
- 1982-12-27 JP JP57235029A patent/JPS5918892A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3246649A1 (de) | 1984-02-09 |
ES516282A0 (es) | 1983-10-01 |
IT1148652B (it) | 1986-12-03 |
ES8308963A1 (es) | 1983-10-01 |
SE8205149D0 (sv) | 1982-09-10 |
FR2530285A1 (fr) | 1984-01-20 |
FR2530285B3 (nl) | 1985-05-10 |
GB2123880A (en) | 1984-02-08 |
JPS5918892A (ja) | 1984-01-31 |
BE894611A (fr) | 1983-04-05 |
AU8949782A (en) | 1984-01-19 |
DK513482A (da) | 1984-01-15 |
FI823313A0 (fi) | 1982-09-27 |
KR920000256B1 (ko) | 1992-01-10 |
GB2123880B (nl) | 1986-02-19 |
GR78659B (nl) | 1984-09-27 |
NO822911L (no) | 1984-01-16 |
SE8205149L (sv) | 1984-01-15 |
IT8249466A0 (it) | 1982-11-10 |
FI823313L (fi) | 1984-01-15 |
KR840002067A (ko) | 1984-06-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4844157A (en) | Jar accelerator | |
AU700379B2 (en) | Mechanical-hydraulic double-acting drilling jar | |
US3606297A (en) | Energy accumulator and shock absorbing device for well pipe strings | |
US5232060A (en) | Double-acting accelerator for use with hydraulic drilling jars | |
US4846273A (en) | Jar mechanism accelerator | |
US4361195A (en) | Double acting hydraulic mechanism | |
US5411096A (en) | Surface controlled, subsurface tubing safety valve | |
US3735828A (en) | Accelerator for fishing jars | |
SK126999A3 (en) | Device for producing torque | |
US5411107A (en) | Coil tubing hydraulic jar device | |
US5984028A (en) | Converted dual-acting hydraulic drilling jar | |
EP1021635B1 (en) | Gas-filled accelerator | |
GB1597401A (en) | Hydraulic fishing jar for use in wells and having tandem piston arrangement | |
NL8203573A (nl) | Versnellingsorgaan. | |
GB2289910A (en) | Coil tubing hydraulic jar device | |
US2896917A (en) | Hydrostatically balanced jar | |
AU755961B2 (en) | Converted dual-acting hydraulic drilling jar | |
CA2223144C (en) | Mechanical-hydraulic double-acting drilling jar | |
SU1073429A1 (ru) | Амортизатор колебаний бурильной колонны |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |