NL8203534A - Flesverpakking. - Google Patents

Description

< i i

X

1- VO 3683

Flesverpakking.

Er zijn verschillende inrichtingen bekend voor het verpakken van meerdere flessen. Daarbij treden de navolgende problemen op: Het voorkomen dat de flessen schuin in de verpakking gaan staan, beveiligen van de flessen tegen beschadiging en het verminderen van de kans, dat 5 flessen onder druk barsten en de deeltjes rondvliegen, moeilijkheden bij het hanteren door de consument, moeilijkheden bij het samenstellen van de verpakkingsinrichting tot een groep, vervaardigen van de verpakking, waarbij de kosten laag blijven, het voorzien in voldoende over-zicht, enz. De bekende voorstellen lossen een of meer van de boven-10 omschreven problemen op. Papieren bakjes of wikkels bijv. zijn doelmatig voor een bepaalde verpakking. De krimpfolietechniek is toegepast om de economische problemen op te lossen. Sterk gespannen buizen of films zijn gebruikt, doch hierbij treden problemen op met betrekking tot toepassing en het aanzien van de resulterende verpakking, waarbij aan de 15 bovenzijde aangrijporen zijn toegepast, doch de integriteit en de sta-biliteit van een dergelijke verpakking en de wijze van behandeling zijn ondoelmatig.

Vaarbeelden van bekende voorstellen zijn omschreven in het

Amerikaanse octrooischrift 3.837.478, dat gericht is op een sterk ge- 20 rekte verpakkingsinrichting en het Amerikaanse octrooischrift 4.066.166 dat gericht is op een zakvormige halfgespannen inrichting met bundelende * en samentrekbare elementen aan de bovenkant.

De verpakking volgens de uitvinding omvat flessen of houders, gerangschikt in een groep, welke normaliter twee naburige rijen en een 25 aantal dwarsrijen omvat in richtingen, welke in hoofdzaak haaks op de langsrijen staan. De betreffende flessen, welke volgens de uitvinding verpakt moeten worden, hebben een van een tap voorzien boveneinde met een in hoofdzaak kleinere diameter dan het fleslichaam. De flessen hebben verschillende halsvormen, welke vanaf de kap naar omlaag divergeren 30 in de richting van het fleslichaam en hebben ook vaak een schouderge-deelte. Doorgaans zijn de flessen vervaardigd uit glas, doch thans worden flessen vervaardigd uit betrekkelijk thermoplastisch P.E.T.materiaal.

Het is dit laatste type flessen, waarop de verpakking volgens de uitvinding betrekking heeft.

35 Zoals nog zal blijken, kan de uitvinding worden toegepast voor 8203534 t * -* verschillende groepen, zoals bijv. uit 2, 4, 6/8 enz., flessen. De eigenschappen en constructie van de nieuwe inrichting uiaken deze toe-pasbaar en bruikbaar voor verschillende groepen, zoals deze in de ver— pakkings industrie en bij de consument worden gebruikt.

5 Een hoofddoel van de uitvinding is te voorzien in een eendelige verende verpakking voor flessen, welke gemakkelijk gehanteerd kan worden.

Voorts voorziet de uitvinding in een verpakkingsinrichting, welke gemakkelijk kan worden samengesteld voor een groot aantal groepen 10 flessen en welke bedrukt kan worden en een omschrijvende of aanbevelende boodschap op de verpakking kan bevatten.

Verschillende eigenschappen van de uitvinding worden hiema beschreven.

De omtreksafmeting bepaald door de combinatie van de zijwanden 15 en de eindopsluitmiddelen van de verpakkingsinrichting moeten in hoofd-zaak gelijk en bij voorkeur niet veel groter zijn dan de omtrek van de afmetingen, bepaald door de te verpakken groep. Daardoor kan de verpakkingsinrichting gemakkelijk met automatische -middelen om de te ver— pakken groep worden gebracht, omdat de de verpakking bewerkstelligende 20 inrichting niet gerekt behoeft te worden. Het oprekken van de verpakking heeft bepaalde nadelen als gevolg van grote krachten, welke op de installatie moeten worden uitgeoefend en de noodzaak voor het aan-brengen van een bedrukking en/of materiaalspecificatie.

Hetbovengedeelte van de inrichting vormt een geheel met de 25 bovenranden van de zijpanelen en omvat een stel langwerpige of langge-rekte openingen, welke centraal zijn gelegen zowel ten opzichte van de dwars- als langsmiddenlijn van de verpakking. De lengteafmeting van de langwerpige gaten ligt in de centrale lijn van de inrichting. ESlang-• werpige gaten hebben twee funkties: allereerst maken zij de samenwer- 30 king met een stel flessen in de middendwarsrij van de groep mogelijk.

De kleinste afmeting van de langwerpige gaten vormen een flexibele en veerkrachtige mechanische opsluiting van de hals van de flessen onder de kap ter vorming van een stabiele verpakking. De langsafmeting van de gaten maken enige flexibiliteit in de vertikale richting mogelijk 35 wanneer de verpakking wordt gedicht door het aantrekken en sluiten van de bodem van de inrichting.

S 2 G 3 5 3 4 « Λ- ~β-

Het combinatieeffekt van de niet rekbare constructie, de complete omhulling van de gehele groep en het afzonderen van temninste een bepaald aantal flessen in tenminste het halsgedeelte maakt het moge-lijk de verpakking te gebruiken bij de terugvoer van lege flessen. -5 Verdere bijzonderheden en eigenschappen van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht. Daarin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een verpakkingsinrich— ting volgens de uitvinding in de geopende toestand en gereed am over een groep te verpakken flessen te worden gezet; 10 figuur 2 een zijaanzicht van de verpakking, verkregen met de inrichting volgens figuur 1; figuur 3 een eindaanzicht van een verpakking onder toepassing vein de nieuwe inrichting volgens figuur I; figuur 4 .een bovenaanzicht van de verpakking voor toepassing 15 van de inrichting volgens figuur 1;.

figuur 5 een bovenaanzicht van de platte verpakking volgens figuur 1; figuur 6 een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding? 20 figuur 7 een zijaanzicht van de verpakking, verkregen met de inrichting volgens figuur 5? figuur 8 een eindaanzicht van een verpakking onder toepassing van de inrichting volgens figuur 6; figuur 9 een onderaanzicht van de verpakking onder toepassing 25 van de inrichting volgens figuur 6; figuur 10 een bovenaanzicht van een verpakking onder toepassing van de inrichting yolgens figuur 6; figuur 11 een bovenaanzicht van een alternatieve uitvoerings— vorm Van een platte verpakkingsinrichting volgens de uitvinding; 30 figuur 12 een onderaanzicht van een verpakking, verkregen met de inrichting volgens figuur .11; figuur 13 een bovenaanzicht van een verpakking in een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 14 een bovenaanzicht van een verpakking voor een groep 35 van twee flessen? en figuur 15 een zijaanzicht van een verpakking, welke is verkre- 8203534 4 « gen onder toepassing van de inrichting volgens figuur 14 voor een groep van twee flessen.

Figuur 1-4 tonen een groep of een reeks flessen 40. De flessen hebben een vorm als beschreven met een top 42, een langzamerhand breder 5 wordend schoudergedeelte 44, een in hoofdzaak cylindrisch lichaam 46 en een bodem of basis 48. De flessen kunnen uiteraard zijn vervaardigd uit glas of plastic; de voordelen van de verpakkingsinrichting volgens de uitvinding treden in het bijzonder naar voren bij gebruik van een plastic fles.De verpakkingsinrichting 10 omgeeft de groep in hoofdzaak, 10 waarbij alle zes zijden van de groep worden bedekt door de topwand 12, de zijwanden 14 en de opsluitende wand of band 16 alsmede de bodemwand 18. De bodemwand staat tenminste in contact met delen van de bodems van alle flessen.

De inrichting 10, zoals deze duidelijk uit de figuren 1 en 5 15 blijkt, is bij· voorkeur vervaardigd uit dun, flexibel materiaal zoals polyethyleen van lage dichtheid. Het bestaat uit een stel elkaar dekken-de, naast elkaar gelegen lagen van een dergelijke film, zoals weergegeven bij de uitslag of het patroon volgens figuur 5. De inrichting 10 kan zijn vervaardigd in de vorm van een spoel door perforaties nabij de 20 boven- en onderrand dan wel altematief de zijranden. De inrichting weergegeven in figuur 1 en 5 bestaat uit een stel platte films van gelijk patroon, waarvan de zijranden 22 worden verenigd hetzij bij de fabri-cage van de inrichting als buis of door heat sealen, waarbij de boven-- rand van de inrichting 20 eveneens wordt verbonden. Opgemerkt zij, dat 25 het bodemgedeelte 18 randen 24 heeft, welke niet zijn verbonden, zodat de naast elkaar gelegen films in het bodemgedeelte van de uitslag ten opzichte van elkaar te bewegen. Op dezelfde wijze is het randgedeelte 26 tussen de bovenrand 20 en de zijrand 22 niet verbonden. Zoals duidelijk uit figuur 1 blijkt, kan de vlakke inrichting volgens figuur 5 30 door een geschikt mechanisme worden geopend tot de vorm, weergegeven in figuur 1. De geopende inrichting wordt dan ten opzichte van de te ver-pakken groep bewogen in de richting van de pijlen, waarbij dan de ver-pakking, zoals duidelijk weergegeven in figuur 2-4 wordt gevormd.

Bijzondere aandacht wordt vereist voor de openingen 28 van de 35 inrichting en de resulterende samenwerking met de halzen van de flessen in de binnenste dwarsrij van de groep. De vorm van de langwerpige ope- 8203534 * » ning 28 in de vertikale dwarsrichting maakt het mogelijk, dat de halzen van twee flessen van de binnenste dwarsrij vrij ten opzichte van deze openingen kunnen bewegen, terwijl de inrichting in de vertikale omtreks-richting wordt aangetrokken door de bodemdelen 18 naar elkaar toe te 5 halen onder de verpakking en dan door heat sealen of anderszins te verbinden.

Het is dit aantrekken, dat de ondersteuning en de bevestiging van de verpakking voltooit. Het afzonderen van tenminste de bovenge-deelten van de binnenste dwarsrij flessen ten opzichte van de andere 10 voorkomt een schuin staan of een onderlinge beweging van de flessen vanuit de oorspronkelijk beschreven dwarsrij en hun stand in de groep.

De omtrek van de inrichting, welke wordt bepaald door het opsluitende eindgedeelte 16 en de zijwanddelen 14 is in hoofdzaak gelijk aan de omtrek, welke wordt bepaald rondom de groep flessen. Bij een dergelijke 15 afmeting en in combinatie met de opsluitende openingen 28 wordt de verpakking geborgd tegen kantelen. De combinatie van het bodempaneel 18, de wrijvende samenwerking van de zijwanden 14 met de lichaamsdelen 46 van de fles en de samenwerking van de kleinste afmeting van de openingen 28 met de halzen van de fles verschaft een verpakking, welke be-' 20 trouwbaar kan worden gehanteerd. Inkepingen 30 in de bodemdelen 18 ma-ken een positieve samenwerking van de stabiele inrichting in een ver-pakkingsmachine mogelijk.

Voor de verschillende onderdelen, weergegeven in de tekeningen, worden dezelfde verwijzingscijfers voor gelijke elementen en componenten 25 gebruikt.

Een andere variatie van het basisontwerp van de uitvinding tonen de figuren 6 tot 10. De uitslag of het patroon, weergegeven in figuur 6, omvat een inrichting met een topgedeelte 12a, zijwandgedeelte 14a en opsluitmiddelen 16a, alsmede een bodem ondersteunend gedeelte 18a.

30 Het topgedeelte 20a omvat inkepingen 32 ter weerskanten van de vertikale middenlijn van de uitslag, welke de buitenrandsegmenten 21 van het topgedeelte 20a voinnen. Het zijn deze buitensegmenten en de bijbehorende en resulterende D-vormige opening, gevormd door de inkepingen 32, welke zeer voordelig zijn voor een verpakking volgens figuur 7 tot 10.

35 De D-vormige opening 32 is zodanig opgesteld, dat een betrekke— lijk brede gekromde rand 33 wordt gevormd aan de binnenkant, welke dient 8203534 4- « als handgreep. De grots afronding is van belang, omdat hierdoor de concentratie van krachten wordt verminderd, welke bij het tillen de dunne film zouden scheuren of kraken. De D-vormige opening en de overbid jvende banden 35 dienen voorts voor het tegenhouden van de flessen 5 binnen de verpakking. De banden 35 betekenen een vermindering van ma-teriaal in de einddelen van de verpakking en zij dienen zowel als te-genhoudende middelen als opsluiting van de bovenzijde. Het bodemge-deelte -van de verpakking vormt de primaire en vasthoudmiddelen 16a en zij zijn voorzien van extra bodemflappen 34, welke vanaf het tegen-10 houdende gedeelte afhangen. De bodemflappen zijn weergegeven in figuur 8 en worden verbonden met de primaire flappen 18a. De resulterende holle delen 36 dienen voor het lokaliseren van de flessen, waarbij de flessen ten dele in de bodemopening reiken.

Een verder voordeel van de uitvoeringsvorm, weergegeven in 15 figuur 6 is de insnoering of het verminderen van de breedte van de zijranden26a van de inrichting 10a. Door de insnoering van het patroon zullen de niet vastgezette randen van de rand 26a niet buiten de omtrek van de fles uitsteken, zoals blijkt uit het zijaanzicht van figuur 7.

De zijranden 26a zijn aangepast aan de contour van de flessen binnen 20 de langsafmetingen, zoals blijkt uit figuur 8 en de samenwerking van de schouder met deze delen draagt bij tot een stabiliteit van de verpakking.

Een iets andere uitvoeringsvorm van de inrichting en de verpakking, weergegeven in figuur 6 en 10 is getoond in de figuren 11 en 25 12. Bij de inrichting 10b lopen de buitensegmenten 21b onder een scher-pe hoek ten opzichte van de rest van het bovengedeelte 20b. De resulterende inkeping 32b vormt de D-vormige opening gelijk aan die, weergegeven in figuur 10. De plaatsing van de bandsegmenten 35b onder een scherpe hoek met het topgedeelte 20b maakt het mogelijk, dat de breedte 30 van een flap kleiner kan worden, waardoor het oppervlak passend kan samenwerken met het schoudergedeelte van een fles, zonder dat de buiten- rand van de band vrijkomt van de schouder van de bodem.

Het bodempaneel 18b wijkt iets af als gevolg van het nabij de bodem gelegen rechthoekige deel van de uitslag. Overeenkomstig het basisch 35 principe van de uitvinding zal het bodempaneel 13b tenminste in contact zijn met gedeelten van de basis van elke fles in de groep, 8203534 *i % t

De inrichting 10c, weergegeven in figuur 13 illustreert een -ander altematief van de inrichting volgens figuur 6 of 12, waarbij . gebruik gemaakt wordt van een stel flappen 18c op de wijze als weergegeven in figuur 1-5.

5 . Zeals reeds opgemerkt maakt het basisprincipe van de uitvin- ding het mogelijk om de inrichting eenvoudig aan te passen aan ver-schillende groepen flessen. Figuur 14 en 15 tonen een inrichting lOd en een verpakking, welke volgens de uitvinding is gemaakt voor een groep van twee flessen 40d. De verpakking is aanvankelijk breder dan 10 twee liter flessen uit plastic materiaal en zoals blijkt uit de uiislag volgens figuur 14 bevat deze alle basiselementen van de reeds beschreven inrichtingen. De inrichting lOd bevat een topgedeelte 20d, zijdelen 22d en bovensegmenten 21d,

De bovendelen zijn onderbroken door inkepingen 32d, welke 15 enigszins langgerekt zijn in de vertikale richting van de strook en groter dan de inkepingen 28 bij een uitvoeringsvorm van een verpakking voor zes of meer flessen. Deze inkepingen 323hebben dezelfde funktie als de inkepingen 28, namelijk voor het afzonderen van twee flessen onderling. Een verbrede handgreepinkeping 38 is gevormd nabij het 20 topgedeelte van de inrichting lOd en voldoet aan de vereisten als gevolg van de gebogen rand 33d. De niet verbonden delen 26 zijn ingesnoerd overeenkomstig het hierboven beschreven doel.

25 ' 8203534

Claims (11)

1.Verpakking voor een aantal flessen, gerangschikt in een voor-afbepaalde groep van rijen, rechtopstaande , naast elkaar , tegen elkaar steunende flessen, welke groep in de samenstelling een bodem, een top, twee zijden in de richting van de groep en twee einden in de 5 dwarsrichting omvat, met een verpakkingsinrichting van dun, flexibel, thermoplastisch materiaal, dat ontspannen met de groep samenwerkt, welke inrichting een paar overliggende zijwanden omvat, een paar overliggende eindopsluitmiddelen, een topgedeelte, dat zich. uitstrekt tussen de top-' randen van de zijwanden alsmede een bodemgedeelte, dat zich over de 10 bodems van de groep uitstrekt en in contact is met tenminste gedeelten van de bodems van elke houder in de groep, waarbij het topgedeelte zich over de verpakking uitstrekt op een niveau onder boveneihden van de groep en de halzen van de flessen in de groep steunt, welk topgedeelte een paar overliggende, langwerpige openingen bevat voor het opnemen en 15 afzonderen van de halsgedeelten van twee overliggende flessen in de groep, waarbij de omtrek van de inrichting in hoofdzaak gelijk is· aan de omtrek van de groep.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bodemgedeelte van de inrichting twee flappen omvat, welke warm aan 20 elkaar zijn geseald ter vorming van een integrale ondersteuning voor de verpakking.

3. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de groep bestaat uit zes flessen in twee langs- en drie dwarsrijen, waarbij twee overliggende flessen in de tweede dwarsrij zijn afgezonderd 25 en aan hun toppen gesteund worden in langwerpige openingen, waarbij de buitenste flessen aan de top gesteund worden door de randen van de bovendelen, terwijl de bovengedeelten sterk genoeg zijn ter vorming van een vlak, dat passend in contact kan komen met de schouders van de fles in alle dwarsrijen.

4. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zij wanden en de eindopsluitmiddelen van de inrichting doorlopende panelen zijn uit thermoplastisch materiaal net een axiale hoogte, welke in hoofdzaak gelijk is aan de hoogte van het lichaam van de flessen.

5. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de top-35 gedeelten een stel langwerpige, in hoofdzaak D-vormige openingen bevat-ten, welke D-vormige openingen in de dwarsrichting verlopen ter weers- 8203534 ΐ· .^ "* * ': - - - ' ·." '/ΐ'!::« ..... ; '** hi -J- zijden van een stel langwerpige openingen, waarbij de D-vormige opening strookt met een paar flessen in dwarsrijen op elke zijde van een centrale dwarsrij.

6. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 5 buitenranden van de topgedeelten een paar dwarsranden vormen, welke de schouders van de buitenste dwarsrij flessen steunen en samenwerken met een lagere band op enige afstand van de opsluitmiddelen.

7. Verpakking ter vorming van een inrichting voor het vast-zetten en omsluiten van een voorafbepaalde groep flessen, welke een 10 basis, zijwanddelen, een schouder, een nek en een kapgedeelte bevatten, welke inrichting bestaat uit een paar lagen uit gelijk gevormd dun thermoplastisch naast elkaar gelegen materiaal ter vorming van een plat patroon, welk patroon een topgedeelte en een paar overliggende zijranden heeft, welke de lagen verbinden en een onderrand waarin de lagen niet 15 zijn verbonden, zodat deze geopend kan worden om ongespannen, over de groep flessen gezet te kunnen worden, waarbij in de naast elkaar lig-gende lagen nabij de bovenrand openingen aanwezig zijn voor een gemakke-lijke hantering van de onderste gedeelten van elke laag, welke aan elkaar worden bevestigd ter vorming van de steunbasis voor de groep 20 flessen in de gerede verpakking.

8. Verpakking volgens conclusie 7, bestemd voor twee flessen, met het kenmerk, dat het bovengedeelte op twee plaatsen is ingekeept ter vorming van langwerpige openingen in dat bovengedeelte van de inrichting voor het opnemen van de halzen van twee flessen, welk bovengedeelte 25 een voorafbepaalde breedte heeft, welke kleiner is dan de breedteafmeting tussen bovenliggende zijranden, terwijl de uitslagen zijn ingesnoerd tussen de boven- en zijrand, welk gedeelte zich bevindt op de plaats waar de twee lagen niet onderling verbonden zijn.

9. Verpakkingvormende inrichting voor het ondersteunen en op-30 sluiten van een voorafbepaalde groep met een basis, een zijwand, een schouder, een hals en een kapgedeelte, welke inrichting bestaat nit een paar lagen van gelijkgevormd dun thermoplastisch materiaal, welke lagen naast elkaar zijn gelegen ter vorming van een platte uitslag, met een bovengedeelte en een stel overliggende zijranden, welke de lagen verbin-35 den en een onderrand, waarin de lagen niet zijn verbonden doordat deze geopend kunnen worden voor het niet gespannen over de groep flessen plaat- 8203534 -19- * * • · sen van de verpakking, terwijl een langwerpige opening voor de naast elkaar gelegen lagen is aangebracht, waarbij de bovenrand en tussen de uiteinden voor het eenvoudig aanbrengen over een dwarsrij flessen in de groep, waarbij de lengteafmeting van de groep in hoofdzaak haaks op 5 de bovenrand staat.

10. Verpakking volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bovenrand op twee plaatsen is ingekeept voor het opnemen van de halzen van een stel flessen, elk in een dwarsrij aan elke zijde daarvan.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 10 bovenrand een totale breedte heeft, welke kleiner is dan de breedte- afmetingen tussen twee overliggende zijranden, waarbij de uitslag is-in-gesnoerd tussen de boven- en zijrand, welk ingesnoerd gedeelte een ge-deelte is waar de twee lagen niet verbonden zijn. 8203534