NL8203072A - Gasbalgtelinrichting. - Google Patents

Description

, i *> * W 5155-6 P & c t %

Gasbalgtelinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een gasbalgtelinrichting met in een huis aangebrachte meetkamers, waarvan de membranen een krukaandrijving bedienen, waaraan een telwerk is aangesloten, waarbij in het inwendige van het huis een uitgaande buis voert van de schuifopeningen van de 5 meetkamers naar een uitgangsspruit, waarop de gastoevoerleiding is aangesloten.

Om zonder kosten gas te betrekken worden gasbalgtelinrichtingen van de bekende constructie ten onrechte zodanig aan de gasinstallatie .

' van een huis of een woning aangesloten dat de ingangsspruit en de uitgangs-10 spruit met elkaar zijn verwisseld. Bij het afnemen van gas beweegt dan de door de membranen van de meetkamers bediende krukaandrijving achterwaarts zodat het aangesloten telwerk eveneens achterwaarts loopt. Hierdoor is het mogelijk gas te gebruiken zonder dat het verbruik daarvan wordt aangegeven.

15 Het doel van de uitvinding is te beletten dat bij "omgekeerde" aansluiting van Se gasbalgtelinrichting het telwerk daarvan achterwaarts loopt en een "negatief" verbruik wordt aangegeven.

De gestelde opgave wordt aan een gasbalgtelinrichting van de in de aanhef beschreven constructie daardoor opgelost dat in de uitgangsbuis 20 van het meetwerk een automatische afsluitklep is aangebracht. Deze afsluitklep opent onder invloed van de gasstroom vanzelf wanneer gas in de beoogde richting de gasbalgtelinrichting verlaat. De klep sluit onder invloed van de stroming van het gas wanneer de gasbalgtelinrichting bij wijze van misbruik met zijn uitgangsspruit aan de gastoevoerleiding 25 wordt aangesloten.

Bij voorkeur heeft de afsluitklep twee ongelijk grote, een deel van een cirkel vormende klepbladen, in de scheidingslijn waarvan een zwenkas is aangebracht.

Het is gunstig wanneer de beide klepbladen in twee aan elkaar 30 evenwijdige vlakken liggen.en door een staafvormige naad met elkaar zijn verbonden, waarin de zwenkas is aangebracht.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de zwenkas met zijn beide einden in een ring bevestigd die in de uitgangsbuis van het meetwerk wordt geschoven en daar wordt bevestigd.

35 Het is van voordeel wanneer de ring zodanig is uitgevoerd dat deze als afdichtende zitting voor de beide klepbladen dient. Deze zitting waarborgt dat bij "omgekeerde" aansluiting van de gasbalgtelinrichting de uitgangsbuis geheel voor elke gasdoorgang is afgesloten.

8203072 - 2 - t

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de zwenkas een recht deel van een elastische staaldraad, waaraan twee ongelijke, halfcirkelvormige delen zijn aangesloten, welke delen samen een S-vormig gebogen vasthoudbeugel vormen, waarmee de afsluitklep in de uitgangsbuis 5 wordt vastgeklemd. Een van deze vasthoudbeugel voorziene afsluitklep kan bijzonder eenvoudig worden vervaardigd en is snel monteerbaar.

Voor het uitbalanceren van de beide klepbladen kan aan het kleinste klepblad een extra gewicht zijn aangebracht.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van 10 de tekening, waarin twee verschillende uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven.

Fig. 1 toont een in de handel zijnde gasbalgtelinrichting waarbij in de uitlaatbuis van het meetwerk een afsluitklep volgens de uitvinding moet worden ingebouwd, in langsdoorsnede.

15 Fig. 2 toont de uitgangsbuis van de telinrichting volgens fig. 1 met een aangebrachte afsluitklep, de afsluitklep in de gesloten stand (de geopende stand is met gebroken lijnen aangegeven) in langsdoorsnede en op ongeveer dubbel zo grote schaal.

Fig. 3 toont de uitgangsbuis met aangebrachte afsluitklep in vooraanzicht. 20 Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de afsluitklep met een S-vormige vasthoudbeugel.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht op de S-vormige vasthoudbeugel volgens fig. 4.

In de uitgangsbuis 1 van het meetwerk 2 van een gasbalgtelinrichting 25 3 wordt (zie fig. 2) een automatische afsluitklep 6 aangebracht. Deze uitlaatbuis 1 is een buisspruit die in het inwendige van het huis 3 van de telinrichting 4 (zoals in fig. 1 is weergegeven) van de schuifopeningen voert naar de uitlaatspruit 5, waarop de naar de verbruikers voerende gasleiding is aangesloten.

x 30 De afsluitklep 6 heeft (zie fig. 3) twee ongelijk grote klepbladen 7 en 8 in de vorm van delen van cirkels. In de scheidingslijn tussen de beide klepbladen 7, 8 zit een zwenkas 9. Deze zwenkas 9 is met zijn beide einden bevestigd in een ring 10 die in de uitlaatbuis 1 van het meetwerk 2 is geschoven en daar is bevestigd. De ring 10 dient ook 35 als afdichtende zitting voor de klepbladen 7, 8.

De beide klepbladen 7, 8 liggen in twee evenwijdig aan elkaar verlopende vlakken en zijn door een staafvormige naaf 11 met elkaar verbonden, waarin de zwenkas 9 is aangebracht (fig. 2).

De beide klepbladen 7, 8 van de afsluitklep 6 kunnen uitgebalanceerd 8203072

• I

- 3 - zijn, dat wil zeggen dat hun gewichten even groot zijn. Dit kan bereikt worden door het kiezen van de materiaaldikte of door het aanbrengen van een extra gewicht aan het kleinste klepblad 7.

De afsluitklep 6 opent en sluit vanzelf onder invloed van de gasstroom 5 daar de: door de verschillende oppervlakken van de klepbladen 7, 8 verschillende krachten een draaimoment op de afsluitklep 6 uitoefenen.

In plaats van de ring 10 en de zwenkas 9 kan (fig. 4 en 5) een vasthoud- beugel 12 van een elastisch materiaal, bijvoorbeeld een staaldraad, dienen, tw.ee welke S-vormig is gebogen en ongelijke cirkelvormige delen 13 en 14 heeft, 10 die door een recht deel 15 met elkaar zijn verbonden.

Het rechte deel 15 van de vasthoudbeugel 12 dient als zwenkas voor de afsluitklep 6' en met behulp van de beide gebogen delen 13, 14 wordt de inrichting in de uitlaatbuis 1 vastgeklemd.

8203072

Claims (7)

1. Gasbalgtelinrichting met in een huis aangebrachte meetkamers, waarvan de membranen een krukaandrijving bedienen, waaraan een telwerk is aangesloten, waarbij in het inwendige van het huis een uitlaatbuis voert van de schuif- 5 openingen van de meetkamers naar een uitlaatspruit, waarop de gastoevoer-leiding is aangesloten, met het kenmerk dat in de uitlaatbuis 1 een automatische afsluitklep 6, 6' is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de afsluitklep 6, 6' twee ongelijk grote klepbladen 7, 8 heeft in de vorm van cirkeldelen, 10 in de scheidingslijn waarvan een zwenkas 6 is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de beide klepbladen 7, .8 in twee evenwijdig aan elkaar verlopende vlakken liggen en door een staafvormige naaf 11 met elkaar zijn verbonden, waarin de zwenkas 9 is aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de zwenkas 9 met zijn beide einden in een ring 10 is bevestigd, die in de uitlaatbuis 11 van het meetwerk 2 is geschoven en daar is bevestigd.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de 'ring 10 als afdichtende zitting voor de beide klepbladen 7, 8 dient.

6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de zwenkas een recht deel 15 van een elastische staaldraad is, waaraan twee ongelijke, half-cirkelvormige delen 13, 14 zijn aangesloten, welke delen 13, 14, 15 tezamen een S-vormig gebogen vasthoudbeugel 12 vormen, waarmee de afsluitklep 6' in de uitlaatbuis 1 vastklembaar is.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat aan het kleinste klepblad 7 een extra gewicht is aangebracht. 8203072