NL8202880A - Klepmechanisme met aansluitstuk. - Google Patents
Klepmechanisme met aansluitstuk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8202880A NL8202880A NL8202880A NL8202880A NL8202880A NL 8202880 A NL8202880 A NL 8202880A NL 8202880 A NL8202880 A NL 8202880A NL 8202880 A NL8202880 A NL 8202880A NL 8202880 A NL8202880 A NL 8202880A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- connecting piece
- valve mechanism
- valve
- ring
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F17—STORING OR DISTRIBUTING GASES OR LIQUIDS
- F17C—VESSELS FOR CONTAINING OR STORING COMPRESSED, LIQUEFIED OR SOLIDIFIED GASES; FIXED-CAPACITY GAS-HOLDERS; FILLING VESSELS WITH, OR DISCHARGING FROM VESSELS, COMPRESSED, LIQUEFIED, OR SOLIDIFIED GASES
- F17C5/00—Methods or apparatus for filling containers with liquefied, solidified, or compressed gases under pressures
- F17C5/02—Methods or apparatus for filling containers with liquefied, solidified, or compressed gases under pressures for filling with liquefied gases
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K15/00—Check valves
- F16K15/02—Check valves with guided rigid valve members
- F16K15/06—Check valves with guided rigid valve members with guided stems
- F16K15/063—Check valves with guided rigid valve members with guided stems the valve being loaded by a spring
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K27/00—Construction of housing; Use of materials therefor
- F16K27/02—Construction of housing; Use of materials therefor of lift valves
- F16K27/0209—Check valves or pivoted valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F17—STORING OR DISTRIBUTING GASES OR LIQUIDS
- F17C—VESSELS FOR CONTAINING OR STORING COMPRESSED, LIQUEFIED OR SOLIDIFIED GASES; FIXED-CAPACITY GAS-HOLDERS; FILLING VESSELS WITH, OR DISCHARGING FROM VESSELS, COMPRESSED, LIQUEFIED, OR SOLIDIFIED GASES
- F17C13/00—Details of vessels or of the filling or discharging of vessels
- F17C13/04—Arrangement or mounting of valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F17—STORING OR DISTRIBUTING GASES OR LIQUIDS
- F17C—VESSELS FOR CONTAINING OR STORING COMPRESSED, LIQUEFIED OR SOLIDIFIED GASES; FIXED-CAPACITY GAS-HOLDERS; FILLING VESSELS WITH, OR DISCHARGING FROM VESSELS, COMPRESSED, LIQUEFIED, OR SOLIDIFIED GASES
- F17C2205/00—Vessel construction, in particular mounting arrangements, attachments or identifications means
- F17C2205/03—Fluid connections, filters, valves, closure means or other attachments
- F17C2205/0302—Fittings, valves, filters, or components in connection with the gas storage device
- F17C2205/0323—Valves
- F17C2205/0335—Check-valves or non-return valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F17—STORING OR DISTRIBUTING GASES OR LIQUIDS
- F17C—VESSELS FOR CONTAINING OR STORING COMPRESSED, LIQUEFIED OR SOLIDIFIED GASES; FIXED-CAPACITY GAS-HOLDERS; FILLING VESSELS WITH, OR DISCHARGING FROM VESSELS, COMPRESSED, LIQUEFIED, OR SOLIDIFIED GASES
- F17C2205/00—Vessel construction, in particular mounting arrangements, attachments or identifications means
- F17C2205/03—Fluid connections, filters, valves, closure means or other attachments
- F17C2205/0302—Fittings, valves, filters, or components in connection with the gas storage device
- F17C2205/0382—Constructional details of valves, regulators
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Lift Valve (AREA)
Description
I t . » t VO 3538
Klepmechanisme met aansluitstuk.
De uitvinding heeft betrekking op'een klepmechanisme met aansluitstuk voor een leiding, in het bijzonder voor vloeibaar gemaakt gas, welk klepmechanisme een huis bevat waarin het aansluitstuk met een einde met rechte schroefdraad 5 is geschroefd, een eenrichtingsklep die verplaatsbaar in het huis is gemonteerd en samenwerkt met een zitting die uit een gedeelte van het gedoelde einde van het aansluitstuk bestaat, een verend element dat in het huis is gemonteerd en de klep naar de zitting duwt, en een afdichting- tussen het huis en het 10 gedoelde einde van het aansluitstuk.
Een dergelijk klepmechanisme met aansluitstuk is bekend uit het Belgische octrooi nr. 871.180. Het huis van het klepmechanisme is in de wand van een tank voor vloeibaar gemaakt gas gemonteerd. In de tank is het huis verbonden met 15 een vlotter, zodat, aangezien de vlotter verticaal verplaatsbaar dient te worden gemonteerd, de stand van het huis ten opzichte van de tank bepaald is.
Het aansluitstuk is een kniestuk, waarvan een been in het huis is geschroefd en het andere been aangesloten wordt 20 op een vuileiding.
De afdichting tussen dit kniestuk en het huis is gevormd door een koperen ring die door de uiterste rand-van het eerstgenoemde been van het kniestuk tegen een naar binnen springende kraag van het huis wordt geduwd. Om een goede af-25 dichting te verkrijgen, dient het been maximaal in het huis te worden geschroefd, zodat daardoor ook de stand van het kniestuk ten opzichte van het huis niet willekeurig kan worden gekozen. Het been van het kniestuk waarop de toevoerleiding dient te worden aangesloten is bijgevolg niet altijd gericht 30 in de richting die de gemakkelijkste plaatsing en aansluiting van de vulleiding toelaat.
8202880 - * 2
Dit nadeel wordt wel enigszins verholpen bij klepme-chanismen met aansluitstuk waarbij de afdichting tussen het aan-sluitstuk en het huis van het klepmechanisme niet door een af-dichtingsring is gevormd maar wel door de schroefdraadverbinding 5 tussen beide delen, welke schroefdraadverbinding dan conisch is en bekleed is met een lekwerend materiaal, zoals polytetrafluor-ethyleen. Doordat een dergelijk lekwerend materiaal dient te worden gebruikt, mag het aansluitstuk niet terug worden geschroefd aangezien dan lekken zouden ontstaan. Dit heeft in de 10 praktijk voor gevolg dat de stand van het aansluitstuk ten opzichte van het huis slechts eenmaal kan worden ingesteld, maar de wijziging van deze stand achteraf niet mogelijk is.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een klepmechanisme met aansluitstuk te verschaffen waarbij 15 de stand van het aansluitstuk ten opzichte van het huis van het klepmechanisme niet alleen bij de montage kan worden vrij gekozen maar ook naderhand kan worden gewijzigd, zonder dat er een lek tussen het huis en het aansluitstuk ontstaat.
Tot dit doel is de afdichting een elastische ring die, 20 ter plaatse van schroefdraadvrije tegenover elkaar gelegen gedeelten van het gedoelde einde van het aansluitstuk en van het huis, dit einde omringt en, zonder een rotatie en een beperkte axiale verschuiving ;van dit einde ten opzichte van het huis te beletten en ongeacht deze rotatie of verschuiving,de doorgang tus-25 sen beide gedeelten afdicht.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het klepmechanisme met aansluitstuk een tegenmoer die, buiten het huis, op het aansluitstuk is geschroefd en tegen het huis is aangeschroefd.
30 In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de elastische afdichtingsring een 0-ring.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is het gedoelde einde van het aansluitstuk van een 8202880 “ ' ^ f- 3 groef over gans zijn omtrek voorzien, waarin de afdichtings-ring zich bevindt.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een klep-5 mechanisme met aansluitstuk, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een zijaanzicht met gedeeltelijke weg-10 snijding van een klepmechanisme met aansluitstuk volgens de uitvinding.
Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens de lijn II -II uit figuur 1.
In de twee figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers 15 betrekking op dezelfde elementen.
Het klepmechanisme met aansluitstuk volgens de figuren bevat een huis 1 en een daarin gemonteerde eenrichtings-klep 2. Het aansluitstuk is een kniestuk 3, waarvan een been van een verdikking 4 is voorzien waarover een soepele gasslang 20 kan worden geklemd en waarvan het andere been met een einde 5 in het huis 1 is geschroefd.
De eenrichtingsklep 2 bevat een kop 6,7 die door een steel 8 wordt gedragen. De kop 6,7 bestaat uit een rond lichaam 6 en uit vier gelijkmatig over de omtrek ervan verdeel-25 de uitsteeksels 7. Het lichaam 6 sluit aan een zijde op de steel 8 aan en is aan de andere zijde van een ringvormige groef 9 voorzien, waarin zich een rubberen ring 10 bevindt. Deze ring 10 wordt in de groef 9 vastgehouden doordat het middelste gedeelte van het lichaam 6, dat een weinig hoger is dan het 30 aan de buitenkant van de groef 9 gelegen gedeelte van dit lichaam 6, over een gedeelte van de ring 10 is omgeplooid. Bij gesloten stand van de eenrichtingsklep 2 sluit deze ring 10 8202880 * 4 aan tegen een zitting die gevormd is door een randje 11 op de uiterste rand van het einde 5.
Met zijn uitsteeksels 7 sluit de kop 6,7 tegen de wand van de holte 12 van het huis 1 aan. De kop 6,7 wordt dus 5 door deze uitsteeksels geleid bij zijn verplaatsing.
Ook de steel 8 wordt bij deze verplaatsing geleid door middel van een geleiding 13; Deze geleiding 13 bestaat uit drie armen die ter plaatse van hun samenkomst een opening 14 vertonen waardoor de steel 8 steekt en die op hun einde naar de 10 kop 6,7 gerichte uitsteeksels 15 bevatten, die tegen de wand van de holte 12 in het huis 1 aansluiten.
De steel 8 is omringd door een spiraalveer 16 die de kop 6,7 van de geleiding 13 wegduwt. De geleiding 13 wordt daarbij tegengehouden door een naar binnen springende kraag 17 15 van het huis 1. De spiraalveer 16 duwt bijgevolg steeds de kop 6,7 in de richting van het randje 11.
De kraag 17 vormt op een einde van het huis 1 een versmalling van de holte 12. Op het andere einde is in de wand van de holte 12 schroefdraad ingesneden. Het van schroef-20 draad voorziene gedeelte van deze wand is in de figuur 1 met het verwijzingscijfer 18 aangeduid, de rest met het cijfer 22.
Het einde 5 van het kniestuk .3 is uitwendig eveneens van schroefdraad voorzien die met hogergenoemde schroefdraad samenwerkt. Deze schroefdraad houdt op op een afstand van de 25 uiterste rand van het einde 5, welke einde bijgevolg bestaat uit een uitwendig van schroefdraad voorzien gedeelte 19 en uit een gedeelte 20 op het vrije einde dat niet van schroefdraad is voorzien en op zijn uiterste rand het hogergenoemde randje 11 draagt. Het laatstbedoelde gedeelte 20 bezit een buiten-30 diameter die iets kleiner is dan die van het gedeelte van de holte 12 waarin de eenrichtingsklep 2 zich verplaatst. Dit gedeelte 20 kan los doorheen het van schroefdraad voorziene 8202880 5" S' 5 • gedeelte 18 van het huis 1 worden gebracht en dringt verder de holte 12 in wanneer het einde 5 met het van schroefdraad voorziene gedeelte 19 in het van schroefdraad voorziene gedeelte 18 wordt geschroefd.
5 Het gedeelte 20 van het einde 5 is over gans de om trek van een groef 21 met rechthoekige doorsnede voorzien, waarin zich een rubberen 0-ring 23 bevindt. De diameter van deze 0-ring 23 is een heel weinig groter dan de diepte van de groef 21 zodat, bij het inschroeven van het einde 5 in het 10 huis 1 deze ring 23 elastisch tegen het gedeelte 22 van de wand van de holte 12 aansluit en de afdichting tussen het huis 1 en het einde 5 verzorgt.
In figuur 1 is het einde 5 van het kniestuk 3 zo ver mogelijk in de * holte 12 van het huis 1 geschroefd. Het is 15 evenwel niet noodzakelijk dat het einde 5 zo ver mogelijk in de holte 12 wordt geschroefd. Het einde 5 kan ook iets minder diep in de holte 12 zijn geschroefd, hetgeen toelaat het been met de verdikking 4 van het kniestuk 3 in een willekeurige richting te richten ten opzichte van het huis 1.
20 Niet alleen belet de 0-ring 23 het in- of uit schroeven van het einde 5 in het huis 1 niet, maar deze 0-ring 23 blijft daarenboven bij het in- en uitschroeven de afdichting tussen het einde 5 en het, huis 1 verwezenlijken in zoverre deze ring zich tegenover het gedeelte 22 van de wand van de holte 25 12 bevindt dat niet van schroefdraad is voorzien en dus voor bij het gedeelte 18 is gelegen. Deze 0-ring 23 verliest zijn afdichtende werking niet, noch bij de eigenlijke rotatie van het einde 5, noch bij de ten gevolge van de schroefdraad daaruit voortvloeiende kleine axiale verschuiving van het ein-30 de 5 ten opzichte van het huis 1. De laatstbedoelde kleine axiale verplaatsing van het einde 5 en bijgevolg ook van het eropstaande randje 11 dat de zitting voor de eenrichtingsklep 8202880 6 .*s * *r -w» 2 vormt, stoort de werking van deze eenrichtingsklep 2 niet.
De spiraalveer 16 kan immers een bepaalde speling in de afstand tussen de kop 6,7 en de geleiding 13 opvangen, terwijl bij sluitstand van de eenrichtingsklep 2 de steel 8 zonder bezwaar 5 minder of meer doorheen de opening 14 kan steken. Het is alleen noodzakelijk dat bij sluitstand van de eenrichtingsklep 2 de steel 8 zich nog met een einde in de opening 14 bevindt.
Eenmaal het kniestuk 3 in de gewenste stand werd gebracht ten opzichte van het huis 1, met zijn einde 5 volledig 10 of bijna volledig in de holte 12 geschroefd, kan dit kniestuk 3 in deze stand ten opzichte van het huis 1 worden geblokkeerd door middel van een tegenmoer 24. Deze tegenmoer 24 is aan de buitenkant van het huis 1 op het van schroefdraad voorziene gedeelte 19 van het einde 5 geschroefd. Om het blokkeren te ver-15 wezenlijken spant men deze tegenmoer 24 tegen het einde van het huis 1 aan.
Het hiervoor beschreven klepmechanisme met aansluit-stuk laat op een eenvoudige manier een keuze toe van de stand van het aansluitstuk, namelijk het kniestuk 3, ten opzichte van 20 het huis 1. Deze stand kan ook na een eerste montage nog willekeurig worden gewijzigd zonder dat de afdichting tussen het huis 1 en het kniestuk 3 wordt verbroken.
De hiervoor beschreven klepinrichting is bijzonder geschikt als vulklep van een tank voor vloeibaar gemaakt gas.
25 De eenrichtingsklep 2 wordt in open stand geduwd door gas onder overdruk dat doorheen het kniestuk 3 wordt toegevoerd.
Deze vulklep kan daarenboven als een zogenoemde 80% vulklep zijn uitgevoerd. Bij dergelijke kleppen is op het huis aan de binnenkant van de tank een vlotter gemonteerd die, wanneer de 30 tank voor 80% is gevuld, het sluiten van de eenrichtings-klep beveelt. Het huis 1 wordt in de juiste stand voor de werking van het vlottermechanisme op de tank gemonteerd en 8202880 w £· * 7
A
de stand van het kniestuk 3 wordt zo ten opzichte van dit huis 1 ingesteld dat het been met de verdikking 4 zich in de meest gemakkelijke richting bevindt om een toevoerslang voor gas erop te kunnen aansluiten.
5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor be schreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die 10 voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.
In het bijzonder moet het aansluitstuk niet noodzakelijk een kniestuk zijn? het kan ook een recht stuk zijn, maar in een dergelijk geval zijn er meestal geen problemen in verband met de stand van het aansluitstuk ten opzichte van het 15 huis.
8202380
Claims (5)
1. Klepmechanisme met aansluitstuk voor een leiding, in het bijzonder voor vloeibaar gemaakt gas, welk klepmechanisme een huis (1) bevat waarin het aansluitstuk (3) met een einde (5) met rechte schroefdraad is geschroefd, een eenrich- 5 tingsklep (2) die verplaatsbaar in het huis .(1) is gemonteerd en samenwerkt met een zitting die uit een gedeelte (11) van het gedoelde einde (5) van het aansluitstuk (3) bestaat, een verend element (16) dat in het huis (1) is gemonteerd en de klep naar de zitting (11) duwt, en een afdichting (23) tussen 10 het huis (1) en het gedoelde einde (5) van het aansluitstuk (3), met het kenmerk dat de afdichting een elastische ring (23) is die, ter plaatse van schroefdraadvrije tegenover elkaar gelegen gedeelten (20 en 22) van het gedoelde einde (5) van het aansluitstuk (3) en van het huis (1), dit einde (5) om-15 ringt en, zonder een rotatie en een beperkte axiale verschuiving van dit einde (5) ten opzichte van het huis (1) te beletten en ongeacht deze rotatie of verschuiving, de doorgang tussen beide gedeelten (20 en 22) afdicht.
2. Klepmechanisme met aansluitstuk volgens conclusie 20 1, met het kenmerk dat het een tegenmoer (24) bevat die, bui ten het huis (1), op het aansluitstuk (3) is geschroefd en tegen het huis (1) is aangeschroefd.
3. Klepmechanisme met aansluitstuk volgens een van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat de elastische af- 25 dichtingsring (23) een 0-ring is.
4. Klepmechanisme met aansluitstuk volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat het gedoelde einde (5) van het aansluitstuk (3) van een groef (22) over gans zijn omtrek is voorzien, waarin de afdichtingsring (23) zich be- 30 vindt. 8202880 9
5. Klepmechanisme met aansluitstuk volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat de eenrichtingsklep (2) een kop (6,7) bevat en een steel (8), welke kop (6,7) op zijn naar de zitting (11) gekeerde zijde van een groef (9) is 5 voorzien, waarin zich een elastische ring (10) bevindt die met de zitting (11) samenwerkt, en tussen deze ring (10) en de binnenwand van het huis (1)ten minste een opening vertoont, welke steel (8) met zijn einde door een geleiding (13) wordt geleid die tegen een naar binnen springend gedeelte (17) van de bin-10 nenwand van het huis (1) is gelegen en die tussen de steel (8) en de binnenwand van het huis (1)ten minste een opening vertoont, terwijl het verende element een spiraalveer (16) is die de steel (8) omringt en de kop (6,7) van de geleiding (13) we9' duwt. 8202380
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8202880A NL8202880A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Klepmechanisme met aansluitstuk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8202880 | 1982-07-15 | ||
NL8202880A NL8202880A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Klepmechanisme met aansluitstuk. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8202880A true NL8202880A (nl) | 1984-02-01 |
Family
ID=19840038
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8202880A NL8202880A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Klepmechanisme met aansluitstuk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8202880A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN102192403A (zh) * | 2011-01-30 | 2011-09-21 | 张家港富瑞特种装备股份有限公司 | 低温气瓶用液化天然气加注接头 |
-
1982
- 1982-07-15 NL NL8202880A patent/NL8202880A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN102192403A (zh) * | 2011-01-30 | 2011-09-21 | 张家港富瑞特种装备股份有限公司 | 低温气瓶用液化天然气加注接头 |
CN102192403B (zh) * | 2011-01-30 | 2012-07-25 | 张家港富瑞特种装备股份有限公司 | 低温气瓶用液化天然气加注接头 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5280806A (en) | Excess flow valve | |
US5704391A (en) | Gravity-operated gas shut-off valve | |
US6634375B2 (en) | Leak arresting valve | |
US5330155A (en) | Pressure-loaded cylinder valve insert | |
US3588040A (en) | Spray valve | |
US2264656A (en) | Safety relief valve | |
EP0715700B1 (en) | Excess flow check valve capsule | |
US3830252A (en) | Excess flow responsive shut-off valve | |
US4128105A (en) | Automatic shut-off valve and method of operation thereof | |
US2876985A (en) | Rotary valves for laboratory glassware and the like | |
US3707987A (en) | Adjustable valve assembly | |
US7171981B2 (en) | Flow control device and system | |
US3315697A (en) | Lubricated valve with means to relieve sealant pressure | |
US3441052A (en) | Automatic flow-responsive valve | |
US4356998A (en) | Self-closing tap valve | |
US2265496A (en) | Pilot valve | |
CA1086181A (en) | Safety relief valve | |
US3533597A (en) | Floating seal ball valve | |
NL8202880A (nl) | Klepmechanisme met aansluitstuk. | |
US5970797A (en) | Differential pressure detection system for signaling electrically-activated valve | |
US3982561A (en) | Combination surge relief and back flow prevention valve | |
US3618893A (en) | Antivibration valve seat assembly | |
GB2226385A (en) | A ball valve | |
US3330529A (en) | Fluid conduit coupling | |
US2840102A (en) | Replacement unit valve device, adapted for use in faucets, or the like |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |