NL8202331A

NL8202331A - Halgeleiderspanningsregelaar en roentgengenerator die een dergelijke regelaar bevat.

Info

Publication number: NL8202331A
Application number: NL8202331A
Authority: NL
Original assignee: Gen Equip Med Sa
Priority date: 1981-06-12
Filing date: 1982-06-09
Publication date: 1983-01-03
Also published as: FR2507842A1; DE3221851A1; IT1157042B; IT8267758A0; JPS57211983A; BE893471A; FR2507842B1; GB2100480A

Description

* ϊ ' -a - 1 -

Halfgeleiderspanningsregelaar en Rontgengenerator die een der-gelijke regelaar bevat.

De uitvinding heeft betrekking op een halfgeleider-5 spanningsregelaar. Hij is in het bijzonder van toepassing op het gebied van de Rontgenleer.

De regelaars die bestemd zijn voor de toepassingen voor groot vermogen bij een hoge spanning zoals bijvoorbeeld voor de radiografie van Rongtendiagnostiek maakt gebruik van 10 tetroden voor het verkrijgen van een hoge spanning die geregeld wordt vanaf een driefasige transformator-gelijkrichter. Deze inrichtingen zijn betrekkelijk kostbaar en omvangrijk. Wanneer het gevraagde vermogen niet meer dan enkele kilowatts bedraagt worden dikwijls kapacitieve spanningsvermenigvuldigers gebruikt 15 met hoge frequenties. Er bestaan verschillende regelstelsels voor lage spanning. Zij gebmiken halfgeleiders die de ingangs-spanning onderbreken hetzij door variatie van de geleidingshoek, hetzij door wijzigingen van de geleidingswaarde, hetzij door een variatie van de freqnentie. A1 deze stelsels zijn in principe 20 bruikbaar bij hoge spanningen en vermogens.

Zekere technische elementen hinderen evenwel het gebruik van dergelijke regelaars met hoge spanning en wel met name: -de belangrijke spreidingszelfinduktie van de hoog-25 spanningstransformator ten gevolge van de konstruktie bepaald door de isolatiespanningen; - de noodzaak om in vele schakelingen gebruik te maken van een afvlakinduktantie in de hoogspanningsketen.

Deze induktantie beperkt in het algemeen de aan-30 spreeksnelheid tot enkele tientallen wisselingen van de basis-frequentie van de omschakeling. Bij hoge frequentie zijn de hoogspanningsdioden in het algemeen kostbaar.

De uitvinding heeft betrekking op een perfektio-nering van de halfgeleiderspanningsregelaar. Een spannings- \ 8202331 - 2 -

ύ I

regelaar volgens de uitvinding bevat een gelijkspanningsbron waar- die een gelijkstrQom/visselstroomomzetter voedt en 6an de uitgang verbonden is met een gelijkrichter die een belasting voedt, Hij bezit aan de belastingsklemmen een steekproef-5 inrichting die een deel van de ogenblikkelijke spanning aan de belastingsklemmen afneemt en doorzendt naar een keten die een fout«signaal opwekt uit een voorgeschreven spanning. De voorgeschreven spanning wordt geleverd door een keten zodanig 7 dat het fout—signaal overgedragen wordt aan een besturings- 10 keten van de omzetter.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening worden toegelicht.

Figuur 1 geeft een blokschema van een regelaar volgens de uitvinding.

15 Figuur 2 geeft een schema van een regelaar volgens figuur 1.

Figuur 3 geeft diagrammen die een toelichting geven van de werking van de regelaar uit figuur 2.

Figuur k geeft een schema van een variant van 20 figuur 2.

Figuur 5 geeft een variant van een werkingsdiagram volgens de uitvinding.

Figuur 6 geeft een variant van de uitvinding.

In figuur 1 is een gelijkspanningsbron 1 voorge-25 steld die een omzetter 2 voedt welke een wisselspanning levert aan een gelijkrichter 3. De gelijkrichter 3 is verbonden met de belasting k die hier gevormd door een RSntgenstralenbuis.

De spanning aan de klemmen van de buis. wordt afgenomen door een steekproefinrichting die een deel van de voedingsgelijk-30 spanning overdraagt aan een keten 6 voor het opwekken van een fout-signaal. Een konsigneringsketen 7 levert een waarde van de spanning om aan de buis aan te leggen of een beeld van deze spanning om aan een besturingsketen 8 van de omzetter 2 een ;··^, fout-signaal aan te leggen waardoor de omzetter de spannings- 35 variaties aan de belasting kan terugverkrijgen.

8202331 ' ψ * - 3 -

In figuur 2 is een regelaar voorgesteld volgens de uitvinding waarbij een gelijkspanningshrcn 1 een omzetter voedt van het seriesoort die in hoofdzaak twee kondens at oren 9 en 10 bevat voor omschakelen, twee thyristors 23, 2b in serie 5 met een spoel 25» '2 6 naar een uitgangstrans format or waarvan de primaire wikkeling 13 verbonden is enerzijds tussen de twee kondensatoren en anderzijds met het midden van de spoel 25» 26.

Twee dioden 11 en 12 zijn parallel verbonden met ieder van de kondensatoren 9 en 10. Deze dioden zijn zodanig aangebraeht 10 dat zij het doorslaan van spanriingen en stromen in deze kondensatoren vermijden tengevolge van de aard van de belasting van de transformator 13»1^. In feite voedt deze met zijn secundaire wikkeling een brug van dioden 15 welke de uitgangsspanning van de omzetter gelijkricht. De gelijkgerichte spanning wordt ge-15 leverd aan een kondensator 16. De belasting 17 wordt verbonden met de klemmen van de kondensator 16. De wikkelingen 25 en 26 van de spoel worden magnetiseh gekoppeld en zijn identiek. De steekproefinrichting aan de belastingsklemmen 17 bevat twee weerstanden 18, 19 · Aan de klemmen van de steekproefinrich-20 ting wordt het beeld van de spanning aan de klemmen van de belasting afgenomen die vergeleken wordt in de vergelijker 20 met een referentiespanning die geleverd wordt door een keten 7 voor het opwekken van de voorgeschreven spanning. Deze keten kan versehillende vormen hebben al naar gelang het gebruik en 25 de aard van de belasting. In het bijzonder kan hij de vorm aannemen van een microprogrammaorgaan. De microprogramma ’ s worden opgeslagen in een geheugen om een bepaald gebruik van de belasting mogelijk te maken zoals bijvoorbeeld het leggen van 100 ms bij 85 kV ofwel radiocinema bij 1*0 Hz, enz. Het 30 uitgangssignaal van de vergelijker 20 wordt naar een oscillator 21 gezonden die de elektroden van de thyristors 23 en 2U be-stuurt door middel van een kipschakeling 22.

De wisselspanning die door de omzetter afgegeven wordt aan de klemmen van een secundaire wikkeling lb hangt in 35 het bijzonder af van de verhouding van het aantal primaire 8202331 ί Α - k - windingen 13 tot het aantal secundaire windingen 1^. In de beschrijving die volgt zal men voor een gemakkelijker begrip veronderstellen dat de secundaire wikkeling 1¾ hetzelfde aantal windingen heeft als de primaire wikkeling 13. De kondensator 5 16 zal in het algemeen een grotere waarde hebben dan de konden- satoren 9 en 10 om rekening te houden met een gewenste maximum residugolf voor de spanning aan de belasting 17.

In figuur 3 is een reeks van diagrammen voorgesteld met stabiele werking bij konstante frequentie. Deze figuur 10 maakt het mogelijk om de bewerkingscyclus te begrijpen. Aan dat het begin veronderstelt men /de spanning aan de klemmen van de kondensator 10 nul is, dat de thyristors 23 en 2k gedoofd zijn en alle stromen nul zijn. Op het ogenblik a vordt de thyristor 23 ontstoken en begint de stroom i de thyristor 15 23 te doorlopen. De stroom i draait om in de bovenste maas en loopt door de vikkeling 25, de wikkeling 13 en de stroom verdeelt zich dan over de kondensatoren 9 en 10. Daar de thyristor 2k uitgedoofd is keert geen enkele stroom terug in de benedenmaas. De stroom die door de kondensator 9 loopt, evenals 20 de stroom die door de vermogensbron 1 loopt via de kondensator 10 keert terug naar de thyristor 23. De spanning aan de klemmen van de wikkeling 13 is beperkt tot de spanning van de kondensator 16 via de diodenbrug en de transformator 13, 1U. Daar de kondensator 16 een grote waarde heeft blijft de . 25 spanning van deze kondensator praktisch konstant. Gedurende het tijdinterval a-b varieert de stroom i^ sinusvormig in de resonantieketen welke de induktiespoel 25 bevat, de kondensatoren 9 en 10. De spanning V aan de klemmen van de kondensator 10 varieert dus met 90° faseverschil met de stroom 30 i^· Deze spanning bereikt de waarde van een spanning van de vermogensbron 1 op het ogenblik b. Op dat ogenblik geleidt de diode 11 en leidt dus de stromen af die voorafgaand heen-gingen door de kondensatoren 9 en 10. Deze stroom is aangegeven met i . Gedurende het volgende tijdinterval be nemen de stromen 11 11 35 122 en ^11 aaa1, &e spanning <iie altijd gelijk is aan de 8202331 —.......... ........._...__ _.......................--._______......... ________ _____.... . .........

% - 5 - spanning van de kondensator 16 via de diode 11 en thyristor 23 aangelegd wordt aan de wikkeling 25· Daar de diode 11 door-latend is wordt de spanning V.^ opgelegd gelijk aan de spanning V1 van de vermogensbron 1. Op het volgende ogenblik c heffen 5 de stromen i^ en elkaar op en wordt de thyristor 23 uitge-doofd door het opheffen van.de stromen die erdoorheen lopen.

De stroom die opgeheven wordt in de wikkeling 13 doet de spanning tot nul dalen.

Op het ogenblik d wordt de thyristor 2k ontstoken 10 en doet een Ins werken gelijkend op de voorafgaande maar deze maal via de thyristor 2k en de wikkeling 26. De diode 12 zal ontsteken op het ogenblik e. Op het ogenblik e wordt de thyristor 2k ontstoken en wanneer de wikkelingen 25 en 26 magnetisch gekoppeld zijn ontvangt de thyristor 23 een omgekeerde spanning. 15 Gedurende het tijdinterval d-e zal de spanning V de spanning V.j van de voedingsbron overschrijden. Wanneer de wikkelingen 25 en 26 niet magnetisch gekoppeld zijn zal de thyristor 23 geen omgekeerde spanning ontvangen op het ogenblik d en zal het nodig zijn een tijdinterval c-d te behouden groter of 20 gelijk aan de noodzakelijke omschakeltijd aan de thyristor 23.

De terugkoppelingsspoel gevormd door de steekproef-inrichting 5, de opwekketen van het fout—signaal 6 en de sturing van de omzetter 8 maakt het mogeli j k om het vermogen 25 te regelen geleverd aan de belasting. In feite resulteert uit ieder ontsteken van een thyristor 23 of 2k een energielevering aan de kondensator 16. Deze energie is een funktie van de waar-den van de kondensatoren 9 en 10 en evenredig met het kwadraat van de spanning van een voedingsbron 1. Wanneer het produkt 30 van dit vermogen met de herhalingsfrequentie van de opeenvolgende ontstekingen van de thyristors 23s 2k groter is dan het vermogen dat gehruikt wordt in de belasting 17 dan neemt de spanning na deze belasting toe; wanneer het produkt kleiner is dan het vermogen gehruikt in de belasting 17 vermindert de spanning 35 aan deze belasting. De spanning aan de klemmen van de belasting 1 8202331 - 6 -

• V

17 zal dus geregeld worden door een ins.telling van de werk-frequentie,

De regeling volgens· de uitvinding wordt toegepast op de volgende wijze, wanneer de spanning op de belasting 17 5 een zeker niveau overschrijdt blokkeert de vergelijker 20 de oscillator 21 die de elektroden van de thyristors 23 en 2b be-stuurt door middel van de kipschakeling 22. Het effekt van de regeling is hierdoor ogenblikkelijk en hij werkt vanaf de eerste impuls ten opzichte van de verstoringen geintroduceerd 10 door de variaties van de belasting of van het vermogens-voe dings st els el.

Wanneer men wenst dat de spanning aan de klemmen van de belasting 17 hoger is zal men het aantal windingen van de secundaire wikkeling van de transformator vergroten.

15 In figuur b wordt bij een variant van de uitvinding gebruik gemaakt van twee omzetters b6t U7 waarvan de ingangen parallel verbonden zijn over de klemmen van de voeding 1. Zij zijn identiek aan de hiervoor beschreven serieomzetter. Hun uitgangen zijn onafhankelijk. De omzetter b6 voedt via een 20 hoogspanningstransformator met primaire wikkeling en secundaire wikkeling b9 een gelijkrichter 50. De omzetter kj voedt via een hoogspanningstransformator met primaire wikkeling 52 en secundaire wikkeling 53 een gelijkrichtbrug 5^·. Met de uitgangs-klemmen van ieder van de twee gelijkrichters is een kondensator 25 51, 53 verbonden. ESn klem van de kondensator 51 die verbonden is met de meest positieve klem van de gelijkrichter 50 is verbonden met de klem van de kondensator 56 die zelf verbonden is met de meest negatieve klem van de gelijkrichter 5^·· Deze ge-meenschappelijke klem is verbonden met de gemeenschappelijke 30 massa van de spanningsregelaar. De negatieve klem van de gelijkrichter 50 is verbonden met de kathode van de Rontgenstralen-buis 56. Deze opstelling rechtvaardigt de aanduiding kathodische omzetter voor de omzetter b6 op dezelfde wijze als voor de omzetter b'J de aanduiding gegeven is van anodische '1· 35 omzetter. Een steekproefinrichting 560 is parallel verbonden 8202331 t > * .· - 7 - over de belasting 56. Een terugkoppellua, identiek aan die beschreven voor de regelaar uit figuur 1, maar gedeeltelijk gemeenschappelijk voor de twee omzetters 1)6, 1)-7 is voorgesteld met bet element 1)61. Zijn uitgang is enerzijds verbonden met 5 de elektroden van de thyristors van de omzetter 1)6 voor bet besturen van de geleiding hiervan en anderzijds met een regel-bare fasevertragingsketen 1)61. In het geval waarbij de residu-golven van de spanningen geleverd door ieder van de kondensa-toren 51» 55 een gelijkbenige driehoekyorm heeft maakt een 10 fas ever schuiving van 180° van de bestirring van de twee omzetters, vanaf de tweede golf, bet mogelijk een potentiaalverscbil te verkrijgen aan de klemmen van de buis die strikt konstant is.

In bet geval van golven van willekeurige vorm kan de keten met een regelbare fas ever schuiving 1)61 bestuurd worden door 15 een optimaliseringsinriehting.

Bij een andere variant waarbij de spreidingszelf-induktie van de transformator met wikkelingen 13 en 14 belang-rijk is is het mogelijk om niet zijn toevlucbt te nemen tot de magnetisch gekoppelde induktiespoelen 25 en 26. In feite 20 vindt de resonantie in de loop van de geleiding van een van de mazen plaats tussen de kondensatoren 9 en 10 en de spreidings-zelfinduktie van de transformator. Deze oplossing zal voordelig verkregen worden wanneer de omsehakelkomponenten het mogelijk zullen maken. De vormen van de golven aangegeven in figuur 3 25 houden geen rekening met de spreidingsinduktantie van de transformatorwikkelingen 13, 11). Wanneer men rekening houdt met deze spreidingsinduktantie blijven de golfvormen uit deze figuur praktisch van kracbt met uitzondering van de spanning aan de klemmen van de primaire wikkeling van de transfor-30 matorwikkeling 13, 11) die voorgesteld is met de spreidings-induktaniie van deze transformator in figuur 5·

In figuur 6 is een andere uitvoeringsvariant voorgesteld volgens de uitvinding. Bij zekere toepassingen is bet nodig om zoveel mogelijk de waarde van de kondensator 16, 35 aan de klemmen waarvan de belasting 17 is aangebracht, te ver- 8202331 * c - 8 - minderen. Bij deze toepassingen krijgt de belasting wanneer eenmaal de omzetter uitgeschakeld is een vermogen veroorzaakt door het ontladen van de generator 16. In het geval van een buis voor radiodiagnostiek zal deze situatie overeenkomen 5 met een Rontgenstralenuitzending na het bevel tot het uitscha- kelen van de generator. Om dit nadeel te verminderen zijn er r middelen aangebracht voor het vergoten van het vermogen gele-verd door de omzetter die het mogelijk maken om de kapaciteit van de kondensator 16 aan de klemmen van de belasting te ver-10 minderen. Hiertoe zijn verscheidene ten opzichte van elkaar parallele takken van omschakelkondensatoren 30, 31, 32, 33, 3^, 35 aangebracht aan de ingang van de inrichting. Deze inrich-tingen maken het mogelijk om al of niet tenminste een van de hulptakken van de kondensatoren parallel aan te brengen. Met 15 twee extra takken maakt men dergelijke inrichtingen mogelijk om vier vermogenstrappen aan te brengen die beantwoorden aan de karakteristieke eisen van de buis.

Ieder van deze halfgeleideromschakelinrichtingen bevatten parallel een diode 36 of 37 en een thyristor 38 of 20 39 die kop aan staart parallel aangebracht zijn. Deze inrich tingen zijn enerzijds verbonden met het gemeenschappelijke punt van de twee in serie aangebrachte kondensatoren in de tak 30, 31 en anderzijds met het middenpunt van de tak welke de dioden 11 en 12 bevat. Bij het aanleggen van een gegeven vermogen 25 stelt een selektieketen die niet voorgesteld is de elektroden van de ene of de andere thyristor 38, 39 in werking en verbindt parallel met de tak van de kondensator 3^, 35 een van de takken van de kondensatoren 32, 33 of kondensatoren 30, 31. De kondensatoren van dezelfde tak hebben een identieke waarde. Bij 30 een andere versie is het mogelijk om de halfgeleideromschakel-inrichtingen 37, 39 en 36, 38 te vervangen door elektrisch-mechanische kontaktorganen. In al deze gevallen bevatten de omschakelinrichtingen van ieder van de hulpkondensatortakken een verbinding met een in de figuur niet voorgestelde ver- \ ’ — 8202331 * 5 - 9 - van het door de 'bedienende persoon geprogrammeerde gehruik de tak met hulpkondens at or en te kiezen die toegevoegd moet vorden aan de schakeling vaarbij rekening gebouden vordt met het feit dat de kondensator 16 aan de uitgang van de gelijkrichter 5 15 een kleine -waarde heeft.

Andere elektronische vermogensschakelaars met halfgeleiders kunnen gebruikt worden in en op de plaats van de thyristors nit de beschrijving. In het bijzonder is het bij de uitvinding nodig dat men grotere afschakelvermogens heeft, 10 een grote snelheid en een goede afgiftekapaciteit voor deze komponenten.

15 *«£ Ϊ 8202331

Claims

1. Halfgeleiderspanningsregelaar van het soort dat een gelijkspanningsbron bevat die tenminste een omzetter bekrachtigt waarvan de uitgang verbonden is met een gelijk-richter die een belasting voedt, met het kenmerk, dat hij ook 5 aan de belastingsklemmen (k) een steekproefinriehting (5) bevat die een deel van de ogeriblikkelijke spanning aan de belastingsklemmen (k) afneemt en naar een keten (6) zendt die een fout-signaal opwekt nit een voorgesebreven spanning gele-verd door een keten (7) die de voorgeschreven spanning opwekt, 10 waarbij het fout-signaal overgedragen wordt aan een besturings-keten (8) van de omzetter (2).

2. Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omzetter (2) twee omschakelkondensatoren (9, 10) bevat die ieder geshunt worden door een diode (11, 12) die de stroom 15 begrenst welke door de omzetter loopt, waarbij de twee konden-satoren (9, 10) in serie verbonden zijn in een tak van de omzetter parallel aan een andere tak die twee elektronische ver-mogensschakelaars (23, 2k) bevat en waarbij de uitgangsspanning van de omzetter beschikbaar is aan de klemmen van de secundaire 20 wikkeling (1U) van een transformator waarvan de primaire wikkeling (13) enerzijds verbonden is met het verbindingspunt van de twee omschakelkondensatoren (9S 10) en anderzijds met het verbindingspunt van de twee elektronische vermogensschake-laars (23, 2k).

3. Regelaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tak van de omzetter (2) die de elektronische vermogens-schakelaars (23, 2^) bevat ook twee identieke spoelen (25, 26) bevat aan weerszijden van de verbinding van de tak met de primaire wikkeling (13) van de transformator, waarbij ieder van 30 de spoelen enerzijds verbonden is met het hierboven genoemde verbindingspunt en anderzijds voor een van de spoelen (25) met :i.J de anode van de elektronische omschakelaar (23) voor groot ver- 8202331 -11- mogen en voor de andere spoel (26) met de anode van de elektro-nische omschakelaar (2k) τοογ laag vermogen. k. Regelaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de spoelen (25, 26) magnet is ch. gekoppeld zijn. 5 5* Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steekproefinrichting (5) een weerstandsbrug (18) Toor spanningsverdeling bevat.

6. Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de keten (j) die de: voorgeschreven spanning opwekt een 10 orgaan is met een microprograms als funktie van het gebruik van de belasting (17)·

7· Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de keten (6) die een fout—signaal opwekt een vergelijker bevat van het beeld van de spanning gemeten aan de belastings-15 klemmen (17) door de steekproefinrichting (5) met de voorgeschreven spanning' die geleverd wordt door de konsignerings-keten (7)·

8. Regelaar volgens een van de voorgaande conclu-sies, met het kenmerk, dat de elektronische schakelaars (23, 2k) 20 thyristors zijn.

9. Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de besturingsketen (8) van de omzetter (2) een oscillator (21) bevat die verbonden is met een kipschakeling (22) waarvan de uitgangen verbonden zijn met de elektroden van de thyris- 25 tors (23, 2¼).

10. Regelaar volgens een van de conelusies 2-9, met het kenmerk, dat hij een aantal takken bevat van paren hulpomschakelkondensatoren (30, 33), waarbij ieder paar konden-satoren in een tak twee kondensatoren in serie met dezelfde 30 kapaciteiten bevat en vaarbij iedere tak parallel verbonden is over de voedingsbron (1), en vaarbij zijn middenpunt verbonden is met het middenpunt van de tak van omschakelkondensa-toren (3^-, 35) door een omschakelinrichting (36, 38 of 37, 39) ingeschakeld door een vermogensselektieketen die gemeenschappe-35 lijk is voor ieder van de omschakelinrichtingen. 8202331 V t» -s -12-

11. Regelaar volgens conclusie 10, met Iiet kenmerk, dat de omschakelinrichtingen (36 , 38 of 37, 39) elektromecha-nisciie kontaktorganen zijn.

12. Regelaar volgens conclusie 10, met het kenmerk, 5 dat de omschakelinrichtingen (36, 38 of 37, 39) halfgeleider- omschakelaars zijn die bestuurd kunnen worden door de vermogens-selektieketen.

13· Regelaar volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat iedere omschakelaar met bestuurhare halfgeleiders een 10 diode (36 of 37) bevat parallel en omgekeerd over een thyristor (38 of 39) waarvan de besturingselektrode verbonden is met de vermogensselektieketen. 1Regelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij twee omzetters (36, 37) bevat waarvan de ingangsklemmen 15 parallel verbonden zijn over de gelijkspanningsbron (1) waarvan ieder van de uitgangen een onafhankelijke hoogspanningstrans-formator (U8, k9 of 52, 53) voedt aan de klemmen van ieder waarvan een kondensator (50 of 5*0 omgeschakeld wordt waarvan een klem verbonden is met de elektrische massa van de regelaar 20 en waarvan de andere verbonden is met een vooraf bepaalde polariteit van de belasting (56).

15. Regelaar volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat hij een enkele terugkoppelingsspoel bevat met een steek-proefinrichting (560) aan de klemmen van de belasting (56) 25 die een beeld van de ogenblikkelijke spanning aan de klemmen van de belasting (56) aan een enkele keten (U60) levert welke een kondensator bevat, een konsigneringsketen en een besturing van de omzetter, waarbij deze besturing rechtstreeks geleverd wordt aan een van de omzetters {k6 of Vf) en aan een regelbare 30 faseverschuivingsketen (U61) die een besturing levert aan de omzetter (ij-7 of k6).

16. Regelaar volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de faseverschuiving 180° bedraagt.

17. R8ntgengenerator, met het kenmerk, dat hij , * 35 een spanningsregelaar bevat volgens een van de voorgaande conclu- 8202331 Λ V m w -13- sies.

18. Inrickting in Iioofdzaak zoals besehreven in de beschrijving en/of veergegeven in de tekening. 5 8202331