NL8202223A - In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare verankerings- en/of afdichtingsinrichting. - Google Patents

In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare verankerings- en/of afdichtingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8202223A
NL8202223A NL8202223A NL8202223A NL8202223A NL 8202223 A NL8202223 A NL 8202223A NL 8202223 A NL8202223 A NL 8202223A NL 8202223 A NL8202223 A NL 8202223A NL 8202223 A NL8202223 A NL 8202223A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
doom
sleeve
packer
housing
release
Prior art date
Application number
NL8202223A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Baker Int Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Baker Int Corp filed Critical Baker Int Corp
Publication of NL8202223A publication Critical patent/NL8202223A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B23/00Apparatus for displacing, setting, locking, releasing or removing tools, packers or the like in boreholes or wells
    • E21B23/06Apparatus for displacing, setting, locking, releasing or removing tools, packers or the like in boreholes or wells for setting packers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B33/00Sealing or packing boreholes or wells
    • E21B33/10Sealing or packing boreholes or wells in the borehole
    • E21B33/12Packers; Plugs
    • E21B33/129Packers; Plugs with mechanical slips for hooking into the casing
    • E21B33/1295Packers; Plugs with mechanical slips for hooking into the casing actuated by fluid pressure
    • E21B33/12955Packers; Plugs with mechanical slips for hooking into the casing actuated by fluid pressure using drag blocks frictionally engaging the inner wall of the well

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Consolidation Of Soil By Introduction Of Solidifying Substances Into Soil (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)

Description

Ν/3 0.97 4-St/id t
In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare ver-ankerings- en/of afdichtingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een in een boorput te plaatsen putgereedschap voor de ontwikkeling van olie- en gasbronnen en ter vorming van een ringvormige afdichting en/of verankering tussen twee in elkaar geplaat-5 ste buizen, en meer in het bijzonder betreft de uitvinding een losmaakmechanisme voor zulk gereedschap.
Bij de constructie van putgereedschappen, die in de boorindustrie worden gebruikt om in de ringvormige ruimte tussen twee concentrische buizen in het boor-10 gat een afdichting tot stand te brengen, is het gebruike-lijk zulk gereedschap uit te voeren met een binnenste lang-werpig buislichaam, dikwijls doom genoemd, waarop afdich-tings- en verankeringsmechanismen zijn aangebracht, die na hun plaatsing weer uit hun werkstand kunnen worden losge-15 maakt door een relatieve axiale beweging tussen de doom en de daaromheen geplaatste mechanismen. Een werktuig van dit type vormt bijvoorbeeld een pakker. Bij vele toepassingen van zulke pakkers wordt vereist, dat de pakker weer uit de boorput kan worden opgehaald, nadat deze zijn taak heeft 20 verricht of omdat bepaalde werkzaamheden in de put moeten worden uitgevoerd. Daartoe is het in het algemeen nodig om een relatieve axiale beweging tussen de doom en de daarmee verbonden onderdelen tot stand te brengen en wel in een rich-ting, die tegengesteld is aan de bij het plaatsen van de 25 pakker uitgevoerde beweging. Voor dit doel heeft men een aantal verschillende losmaakmechanismen ontwikkeld, die bepaalde mechanische handelingen vereisen, welke van bovenaf moeten worden uitgevoerd ofwel door middel van in de de pakker dragende buiskolom opgenomen mechanismen tot stand moe-30 ten worden gebracht. Er zijn bijvoorbeeld pakkerlosmaakmechanismen bekend, die voor hun bediening de uitoefening van een axiale kracht op de buiskolom vereisen, terwijl bij an-dere losmaakmechanismen deze buiskolom moet worden verdraaid.
Bij het gebruik van zulke boorputpakkers en 35 dergelijke is het in de praktijk gewenst gebleken, dat de bedieningsman bij het losmaken van de pakker uit zijn ge- 8202223 « .·* -2- plaatste stand de keuze heeft uit meer dan ££n losmaakmethode. De uitvinding beoogt aan deze behoefte te voldoen en een meervoudig bedienbaar losmaakmechanisme voor boorputpakkers en dergelijke te verschaffen, dat goedkoop kan worden ver-5 vaardigd en betrouwbaar werkt, waarbij de pakker of dergelijke uit de geplaatste toestand door £€n of twee relatief eenvoudige mechanische handelingen kan worden losgemaakt, die door eenvoudige en gemakkelijk uitvoerbare bewegingen van de pakkerdoorn kunnen worden uitgevoerd.
10 De uitvinding verschaft derhalve een meer voudig bedienbaar losmaakmechanisme voor een ophaalbaar put-werktuig, zoals een pakker of dergelijke, waarbij de pakker uit de geplaatste werkstand kan worden losgemaakt, door naar keuze hetzij de doom axiaal te verplaatsen en daardoor een 15 daartoe dienend breekbaar onderdeel te breken, dat de doom -enerzljds en de verankerings-, afdichtings- en plaatsings-mechanismen anderzijds met elkaar verbindt, hetzij door de doom ten opzichte van deze mechanismen te verdraaien.
Volgens de uitvinding heeft de pakker of 20 dergelijke een langwerpige doom, die aan een buitenste huisdeel, met inbegrip van radiaal beweegbare verankerings-en afdichtingsorganen, is gekoppeld door een mechanisme, dat het losmaken van deze verankerings- en afdichtingsorganen mogelijk maakt door hetzij een relatieve verdraaiing 25 tussen de doom en het buitenste huisdeel tot stand te bren-gen, hetzij een axiale trekkracht op de doom uit te oefenen teneinde daardoor een de doom en het buitenste huisdeel verbindende afschuifhuls te verbreken.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvin-30 ding heeft de doom nabij zijn ondereinde een uitwendig schroefdraaddeel, waarop een schroefbus kan worden geschroefd, die behalve inwendige schroefdraad ook een uitwendige schroef-draad heeft, waarop een moer kan worden geschroefd. De moer kan ondraaibaar aan het huis van de pakker worden vastgezet, 35 nadat hij met de schroefhuls in de gewenste stand op de doom is geplaatst. Tijdens de plaatsing van de pakker in de put verhindert de schroefbus een relatieve axiale beweging tussen de doom en een deel van het huis, maar bij uitoefening van een bepaalde axiale kracht, die groter is dan de bij de 8202223 -3- « » plaatsing van de pakker optredende krachten, wordt de inwen-dige schroefdraad van de schroefbus afgeschoven/ zodat een axiale beweging van de doom voor het losmaken van de pakker uit zijn werkstand mogelijk wordt. Het bovengenoemde moer-5 of aanslagorgaan maakt het door zijn ondraaibare bevestiging aan het buitenste huis mogelijk om de pakker uit zijn werkstand los te maken door de doom eenvoudig te verdraaien en daardoor de schroefdraadverbinding tussen de afschuif-bare huls en de doom los te schroeven.
10 De uitvinding verschaft voorts een nieuwe combinatie van een door verdraaiing en afschuiving bedien-baar losmaakmechanisme voor een boorputpakker, waarbij de afschuifhuls en een daarmee samenwerkende moer of aanslagorgaan voor de verbinding van deze huls met het buitenste 15 pakkerhuis afzonderlijke elementen vormen, waardoor de fa-bricage en de beproeving van het materiaal van de afschuifhuls ter bepaling van de afschuifsterkte daarvan worden ver-eenvoudigd. Het is echter ook mogelijk om het afschuiforgaan en de moer als een enkel onderdeel uit te voeren.
20 Het zal duidelijk zijn dat het losmaakme chanisme voor een boorputwerktuig, zoals een pakker of derge-lijke, volgens de uitvinding de bedieningsmogelijkheden voor dergelijke werktuigen aanmerkelijk vergroot. Het losmaakmechanisme volgens de uitvinding heeft voorts een me-25 chanisch eenvoudige en toch betrouwbare constructie en kan gemakkelijk in het veld worden ingesteld voor de pakker in de put wordt neergelaten. Het losmaakmechanisme·...volgens de uitvinding maakt het mogelijk om,nadat de pakker in de put is geplaatst,voor het weer losmaken daarvan te kiezen uit 30 twee mogelijke losmaakmethoden. Andere voordelen en moge-lijke gunstige constructieve kenmerken van het mechanisch eenvoudige en betrouwbare losmaakmechanisme volgens de uitvinding zullen blijken uit de onderstaande beschrijving van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de 35 uitvinding.
Fig. ΙΑ, IB en 1C vormen samen een aaneen-gesloten verticale axiale doorsnede van een in een boorput te plaatsen inrichting, die van het losmaakmechanisme volgens de uitvinding is voorzien; 8202223 l « λ -4- fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1C? fig. 3 is op vergrote schaal een detaildoor-snede van de samenwerkende vertandingen van de doom en een 5 borgring; fig.. 4 is een langsdoorsnede van het onder-ste deel van een andere uitvoeringsvorm; en fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V van fig. 1C.
10 In de onderstaande beschrijving zijn gemaks- halve de uitdrukkingen "onder" en "boven" toegepast in ver-band met de normale stand van de inrichting, als deze in een verticale boorput wordt geplaatst. In bepaalde gevallen kan de inrichting echter ook desgewenst omgekeerd worden gebruikt 15 of in een ongeveer horizontale of schuine stand worden toegepast .
De in de fig. 1A-1C afgebeelde inrichting is als geheel door 10 aangeduid, welke inrichting een in het algemeen als een pakker bekendstaand putwerktuig is, dat 20 dient om tussen concentrische buizen in een boorput een ring-vormige afdichting tot stand te brengen, zoals bij de ont-wikkeling van de put voor verschillende doeleinden nodig kan zijn. Ofschoon het losmaakmechanisme volgens de uitvin- . ding met voordeel bij de pakker 10 toepasbaar is, zal het 25 duidelijk zijn, dat dit losmaakmechanisme ook bij andersoor-tige pakkers en bij putgereedschap van dergelijke soort kan worden toegepast.
Zoals in fig. 1A is te zien, heeft de pakker 10 een langwerpig binnenste buisdeel of doom 12, dat aan 30 zijn boveneinde aan een koppelorgaan 14 is geschroefd. Het koppelorgaan 14 kan op zijn beurt aan een binnenste buis, zoals een niet-getekende pijpkolom of dergelijke zijn verbon-den, door middel waarvan de pakker 10 in een evenmin geteken-de buitenste buis, zoals een verbuizingsserie van de put, 35 naar binnen gevoerd en weer opgehaald kan worden. Om het bo-venste deel van de doom 12 bevindt zich een hydraulisch bedienbaar verankeringsmechanisme of vastzetsamenstel, dat als geheel door 16 is aangeduid. Dit vastzetsamenstel 16 is van op zichzelf bekende soort en vormt geen deel van de on- ✓ 8202223 . a. ·* -5- derhavige uitvinding. Het vastzetsamenstel 16 heeft een ring 18 met een omlaag stekend schroefdeel 20, waarop een druk-ring 22 is geschroefd, die aan de onderzijde een ringvormig pakkingaandrukvlak 24 heeft. Het deel 20 van de ring 18 is 5 voorts met inwendige schroefdraad aan een langwerpige cilin-drische huls 26 vastgeschroefd, waaromheen in verticale sta-• peling een aantal veerkrachtige pakkingringen 28 en tussen- liggende steunringen 29 zijn geplaatst.
Zoals ook uit fig. IB blijkt, liggen de 10 pakkingringen 28 tussen het omlaag gekeerde aandrukvlak 24 en een omhoog gekeerd pakkingaandrukvlak 30 van een tweede drukring 32. De pakkingringen 28 vormen veerkrachtige af-dichtingselementen, die bij axiale samendrukking tussen de aandrukvlakken 24 en 30 van de ringen 22 en 32 radiaal bui-15 tenwaarts uitzetten tot zij afdichtend tegen de binnenwand van de niet-getekende putboring of verbuizing daarvan aan-liggen, waarin de pakker 10 is geplaatst.
De drukring 32 is op een ringvormig wigstuk 36 vastgeschroefd, dat ook wel een schuifconus wordt genoemd 20 en dat een onderdeel van een als geheel door 38 aangeduid schuifsamenstel vomit (fig. IB). Het schuifsamenstel 38 heeft voorts een aantal in hoofdzaak radiaal beweegbare schuifstukken 40# die aan hun buitenvl'akken van dwarse grijp-tanden 42 zijn voorzien. Dit schuifsamenstel 38 is op zich-25 zelf weer van bekende soort en vormt geen onderdeel van de onderhavige uitvinding. De schuifstukken 40 werken met het wigstuk 36 samen door middel van in elkaar grijpende spie-en -sleufdelen 46 en 48, die een T-vormig of zwaluwstaart-vormig profiel kunnen hebben. De tegenover liggende einden 30 van de schuifstukken 40 zijn eveneens van zwaluwstaartvor-mige spieen 50 voorzien, die in bijbehorende sleuven 52 van een tweede ringvormig wigstuk 44 passen, zodat de schuifstukken 40 bij een relatieve naar elkaar .toe gerichte axiale beweging van de wigstukken 36 en 44 radiaal buitenwaarts 35 kunnen schuiven. Het wigstuk 36 kan vanuit zijn in fig. IB getekende eindstand op de huls 26 axiaal omhoog bewegen.
In de fig. IB en 1C is te zien, dat het wigstuk 44 aan een langwerpig cilindrisch busvormig buitenste huisdeel 54 is geschroefd, dat zich naar omlaag uitstrekt 8202223 -6- t en aan de onderzijde aan een stuitring 56 is geschroefd, waarvan de boring 58 de cilindrische buitenwand 60 van de doom 12 met nauwe speling omsluit. Het huisdeel 54 ligt op enige afstand om de doom 12 en sluit daarmee een ring-5 vormige kamer 62 in (fig. 1C), die aan zijn ondereinde door een vaste aanslagring 64 en aan zijn boveneinde door een ringvormige zuiger 66 afdichtend is begrensd. De zuiger 66 vormt #Sn stuk met een langwerpige bus 68, die zich naar omhoog uitstrekt en aan zijn boveneinde aan de bus 26 is 10 vastgeschroefd (fig. IB).
In fig. IB en 1C is voorts te zien, dat de pakker 10 een drukkamer 70 bevat, die is gevormd tussen het huisdeel 54, de zuiger 66 en een tweede zuiger 72, welke verschuifbaar om de huls 68 ligt en door £§n of meer af-15 schuifschroeven 74 in de in fig.. IB getekende stand losmaak-baar wordt vastgehouden. De schroeven 74 zijn in de wand van het huisdeel 54 geschroefd en steken radiaal binnenwaarts in een groef, die in de omtrekswand van de zuiger 72 is gevormd.
20 Zoals ook in fig. 2 is te zien, grijpt in de stand van de fig. IB en 1C de zuiger 72 om een aantal boog-vormige segmenten 78, die in sectorvormige openingen 80 in de huls 68 zijn geplaatst. De segmenten 78 steken radiaal binnenwaarts uit in een ringgroef 82 in de buitenwand van 25 de doom 12. In de stand van fig. 1C en fig. 2 worden der-halve de hulzen 68 en 26 door de grendelsegmenten 68 tegen axiale beweging ten opzichte van de doom 12 vastgehouden.
In de wand van de doom 12 zijn radiale kanalen 88 gevormd, die de ringgroef 82 met de boring 13 van de doom in verbin-30 ding stellen. in de segmenten 78 zijn groeven 90 aangebracht, die dienen om de drukvloeistof in de doornboring 13 via de kanalen 88 en de groef 82 naar de kamer 70 te leiden.
De pakker 10 is voorts voorzien van een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van de doom 35 12 ten opzichte van de hulzen 26 en 28 als de pakker in de put is geplaatst. Het vergrendelingsmechanisme voor de pakker 10 heeft een wigvormige borgring 94 (fig. IB en 3), die om de doom 12 ligt en met een vertanding als schroefdraad 96 in een corresponderende vertanding of schroefdraad 98 8202223 i -7- van de doom grijpt. De borgring 94 is van op zichzelf be-kende soort en is axiaal gespleten, zodat de ring radiaal kan uitzetten en bij een neerwaartse beweging op de doom 12 langs de vertanding 98 daarvan kan glijden. De vertan-5 dingen 96 en 98 zijn echter zo gevormd, dat als de borgring 94 langs samenwerkende conische vlakken 100 en 102 door de huls 68 wordt aangegrepen de borgring radiaal binnenwaarts tegen de doom 12 wordt gedrukt, waardoor een opwaartse beweging van de huls 68 ten opzichte van de doom wordt ver-10 hinderd. Zoals in de fig. 1C en 5 is te zien, heeft de stuitring 56 een verwijd boringdeel 106, waarin een axiaal gespleten borgring 108 grijpt, die in een in het buitenvlak van de doom 12 gevormde groef 110 ligt. De stuitring 56 heeft voorts aan de onderzijde een verwijd boringdeel 114, 15 waarin een veerkrachtig tussenelement 116 is opgenomen. De stuitring 56 is tenslotte voorzien van een axiaal omlaag stekende ringvormige kraag 118, waarin een aantal over de omtrek van de ring verdeeld liggende, axiaal lopende van schroefdraad voorzienegaten 120 is aangebracht. Deze gaten 20 120 dienen voor het opnemen van losneembare spiebouten of pennen 122, die zijn uitgevoerd als schroefbouten met lang-werpige, van een insteekgat voorziene schroefkoppen 123.
De schroefkoppen van de spiebouten steken in corresponderen-de gaten 124 in een radiaal buitenwaarts uitstekende flens 25 125 van een cilindrische moer 126. Deze moer 126 heeft een omhoog stekende kraag 130, die normaal althans ten dele in het verwijde boringdeel 114 van de stuitring 56 naar binnen steekt. Het kussenelement 116 dient als stootkussen voor de kraag 130 om aldus de schokbelasting van de moer 126 te 30 dempen als de zuiger 66 bij de plaatsing van de pakker 10 in werking wordt gesteld. De moer 126 heeft aan de onderzijde een verwijd boringdeel met inwendige schroefdraad 128, die axiaal door een ringvormige schouder 132 wordt begrensd.
De doom 12 is eveneens van schroefdraad 35 134 voorzien, die zich over een deel van het buitenste cilin- dervlak van de doom ter plaatse van de moer 126 uitstrekt en waarop een breekbaar of afschuifbaar losmaakorgaan 136 kan worden geschroefd. Dit losmaakorgaan 136 bestaat uit een cilindrische bus met uitwendige schroefdradd 138 en inwen- 8202223 ι -8- « » dige schroefdraad 140, die respectievelijk in de schroef-draden 128 en 134 kunnen grijpen. De schroefdraden 128-138 en de schroefdraden 134-140 zijn bij voorkeur van het vier-kante of Stub-acme-type. Het losmaakorgaan 136 is voorts 5 in zijn ondereinde 144 voorzien van diametraal tegenover elkaar liggende moersleutelsleuven 142.
Het losmaakorgaan 136 is vervaardigd van een geschikt afschuifbaar materiaal, zoals zacht staal met een bekende afschuifsterkte. Afhankelijk van het aantal in el-10 kaar grijpende schroefgangen 134-140 is het derhalve moge-lijk om de axiale kracht te bepalen, die nodig is om af-schuiving van de schroefdraad 140 tot stand te brengen en daardoor een relatieve opwaartse axiale beweging van de doom ten opzichte van de moer 126 mogelijk te maken als de laat-15 ste onder tussenkomst van het ringvormige kussenelement 116 tegen de stuitring 56 aanligt. Teneinde met voldoende nauw-keurigheid de afschuifsterkte van het losmaakorgaan 136 bij gebruik daarvan in de pakker 10 te kunnen vaststellen, wordt elk losmaakorgaan 136 uit een stuk materiaal gesneden, waar-20 van de grootste afschuifsterkte door proeven nauwkeurig is bepaald. Aangezien voorts de axiale dwarsdoorsnede van de draad 140 vooraf kan worden vastgesteld kan derhalve ook de kracht, die nodig is om de pakker los te maken, op grond van de afschuifsterkte van het materiaal en het aantal met de 25 schroefdraad 134 in ingrijping staande schroefgangen 140 vooraf worden bepaald. Het materiaal van de doom 12 en van de moer 126 is zo gekozen, dat de afschuifsterkte groter is dan die van het losmaakorgaan 136, zodat de bij het uitoefe-nen van een axiale trekkracht op de doom 12 afgeschoven 30 schroefdraden die van het losmaakorgaan 136 zullen zijn. Er wordt voor gezorgd, dat het aantal met elkaar in aangrijping zijnde schroefgangen 128-138 steeds groter is dan het aantal schroefgangen 134, dat met de schroefdraad 140 in ingrijping staat. Voorts verhindert in ieder geval de aanligging 35 van het losmaakorgaan 136 tegen de ringvormige schouder 132, dat de schroefdraad 138 ten opzichte van de moer 126 wordt afgeschoven bij de gebruikelijke richting van de belasting van de moer 126 ten opzichte van de doom 12. Ofschoon het losmaakorgaan 136 ter vereenvoudiging van de fabricage van 8202223 • * • -9- * de delen 126 en 136 als een afzonderlijk onderdeel is ver-vaardigd, kan het losmaakorgaan desgewenst als een integraal onderdeel van de moer 126 worden gevormd.
Door de aanwezigheid van de moer 126, die 5 met zijn inwendige schroefdraad 128 het losmaakorgaan 136 opneemt, kan de pakker 10 ook uit zijn werkstand worden losgemaakt door de doom 12 ten opzichte van de moer 126 te verdraaien, waardoor de schroefdraden 134-140 uit elkaar worden gedraaid tot de doom vrij komt en ten opzichte van · 10 het huisdeel 54 axiaal kan worden verplaatst. De spoed van de schroefdraden 134 en 140 moet tegengesteld zijn aan de spoed van de schroefdraden op de samenwerkende delen van de buiskolom met inbegrip van het koppelstuk 14 en de schroefdraad op het boveneinde van de doom 12. De schroefdraad 15 152 op het ondereinde van de doom 12 moet dezelfde richting hebben als de schroefdraad aan het boveneinde daarvan.
Als een pakker 10 voor het insteken in een boorput of dergelijke gereed wordt gemaakt, kan de voor het losmaken van de pakker vereiste axiale kracht en ook 20 het voor het losmaken vereiste aantal slagen vooraf worden ingesteld door keuze van het aantal schroefgangen 134-140, waarmee het losmaakorgaan 136 en de doom in elkaar grijpen. Daartoe kunnen op de doom 12 merktekens 154 worden aange-bracht (fig. 1C), zodat het ondereinde van het losmaakorgaan 25 136 tegenover een bepaald merkteken op de doom kan worden geplaatst, dat het aantal in ingrijping zijnde schroefgangen en/of de vereiste axiale trekkracht aangeeft als in het laatste geval het losmaakorgaan 136 uit een materiaal van bepaalde en constante afschuifsterkte is vervaardigd.
30 Als het losmaakorgaan 136 met het juiste aantal in ingrijping zijnde schroefgangen 134-140 is ingesteld wordt de moer 126 samen met het losmaakorgaan 136 ver-draaid tot de openingen 124 van de moer stroken met de op corresponderende hoekafstanden van elkaar liggende tapgaten 35 120, waarna de spiebouten 122 door de openingen 124 worden gestoken en in de respectieve gaten 120 worden vastgezet.
Door keuze van een voldoend aantal gaten 124 kan de ver-draaiing van de moer 126 klein worden gehouden, zodat de gewenste. instelling althans nagenoeg behouden blijft. Bij 8202223 -10- voorkeur zijn vier gaten 124 aangebracht, zodat het losmaak-orgaan 136 ten hoogste een kwartslag vanuit de ingestelde stand hoeft te worden verdraaid. De pakker kan derhalve worden losgemaakt door hetzij een opwaartse axiale trek-5 kracht van bepaalde grootte op de doom 12 uit te oefenen, hetzij door de doom 12 een bepaald aantal slagen rond te draaien. Deze beide handelingen kunnen uiteraard relatief gemakkelijk worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door passend gereedschap, dat aan de de pakker 10 dragende buiskolom is 10 bevestigd.
Als de pakker 10 moet worden geplaatst wordt deze aan een niet-getekende buiskolom tot in de werkstand in een boorgat neergelaten. Daarna wordt door een evenmin getekende plug de boring 13 van de doom 12 onder de kanalen 15 88 afgesloten, waarna een drukvloeistof aan de kamer 70 kan· worden toegevoerd tot een voldoende drukkracht op de zuiger 72 wordt uitgeoefend om de schroeven 74 af te schuiven. De kamer 62 is voor het neerlaten van de pakker in het boorgat afgedicht, zodat de druk in deze kamer 62 gelijk is aan de 20 atmosferische druk aan het aardoppervlak. Als derhalve de zuiger 72 zover omhoog is verplaatst, dat hij de rand van de segmenten 78 vrijgeeft, wordt reeds een aanmerkelijke naar de stuitring 64 toe omlaag gerichte axiale kracht op de zuiger 66 uitgeoefend. Deze axiale kracht is voldoende 25 groot om de segmenten 78 radiaal buitenwaarts te drukken, waartoe de samenwerkende schuine ringvlakken van de segmenten en de schuine zijwand van de groef 82 bijdragen. Als de segmenten 78 uit de groef 82 zijn gedrukt wordt de zuiger 66 door het daarop werkende grote drukverschil snel naar de 30 aanslagring 64 toe gedreven, waardoor de schuifstukken 40 radiaal buitenwaarts in aangrijping met de putbuis worden gedrukt en vervolgens bij voortgaande.beweging van de hul-zen 68 en 26 de veerkrachtige pakkingringen 28 tot in af-dichtende aanligging met de putbuis radiaal worden uitgezet. 35 Als de huls 68 ten opzichte van de doom 12 omlaag beweegt drukt de ringvormige schouder 69 (fig. IB en fig. 3) tegen . de borgring 94 en beweegt deze samen met de hulzen 26 en 68 omlaag, waarbij de paltanden van de borgring 94 over de vertanding 98 op de doom 12 glijden. Als de zuiger 66 de 8202223 -11- maximale plaatsingsstand heeft bereikt, waarin een krachten-evenwicht tussen het drukverschil over de zuiger 66 en de radiale vervorming van de pakkingringen 28 is bereikt, wordt de pakker 10 in de verkregen werkstand door de borgring 94 5 vastgehouden onafhankelijk van veranderingen van het over de zuiger 66 optredende drukverschil.
Als de pakker 10 weer uit de hiervoor be-schreven geplaatste stand moet worden losgemaakt door de schuifstukken 40 en de pakkingringen 28, die de af te dich-10 ten ringvormige ruimte overbruggen, vrij te maken, heeft de bedieningsman de keuze tussen het uitoefenen van een bepaalde opwaartse axiale kracht op de doom 12 om de werk-zame schroefgangen 140 af te schuiven en het verdraaien van de doom 12 over een bepaald aantal slagen om de verbinding 15 tussen de schroefdraden 134 en 140 te lossen. Het zal dui-delijk zijn dat ook als de verdraaiingsmethade wordt geko-zen, de ontspanningskrachten, die door de pakkingringen 28 worden uitgeoefend, het afschuiven van enkele van de schroefgangen 140 kunnen veroorzaken als de doom uit het losmaak-20 orgaan 136 wordt geschroefd. Voorts kan een verdraaiing van de doom 12 met een op de doom uitgeoefende uitwendige axiale kracht worden gecombineerd om aldus het lossen van de pakker door een gecombineerde draai- en afschuifwerking tot stand te brengen. Als de pakker door het afschuiven van de 25 schroefdraad 140 of door het losdraaien van de schroefdraad 134 uit de schroefdraad 140 is losgemaakt beweegt de doom over een korte afstand omhoog tot de ring 108 tegen een conisch vlak 164 aan de onderzijde van de aanslagring 64 oploopt, waardoor deze ring 108 uit de groef 110 wordt ge-30 drukt, daar de ring al van het boveneinde van de stuitring 56 is vrijgekomen. Als de doom 12 zijn opwaartse beweging aanvangt wordt de borgring 94 over de korte afstand tussen het oppervlak 102 en de schouder 69 meegenomen, welke af-stand voldoende is om een zodanige radiale uitzetting van 35 de borgring mogelijk te maken, dat deze bij de voortgaande opwaartse beweging van de doom ten opzichte van de huls 68 met zijn tanden langs de tanden 98 van de doom kan glijden, Bij de opwaartse beweging van de doom 12 worden de hulzen 26 en 68 door de veerkracht van de pakkingringen 28 even- 8202223
« V
-12- eens omhoog gedrukt, zodat deze pakkingringen zich axiaal kunnen ontspannen en van een afdichtende aanligging met de putbuis vrijkoraen. Als de doom 12 omhoog wordt getrokken stuit uiteindelijk een ringvormige schouder 15 van de doom 5 (fig. IB) tegen de borgring 94, waarna de relatieve bewe-ging tussen de doom.12 en de hulzen 26 en 68 ophoudt. Op dit moment zijn ook de schuifstukken 40 vaj\ de putbuis teruggetrokken, zodat de pakker op bekende wijze uit de put kan worden opgehaald.
10 In de detaildoorsnede van fig.. 4 is een an- dere uitvoeringsvorm afgebeeld. Ofschoon de fabricagekosten van sommige materialen het gewenst kunnen maken om de moer 126 en het busvormige losmaakorgaan 136 als afzonderlijke onderdelen uit te voeren, kan het in bepaalde omstandighe-15 den toch gewenst zijn om deze onderdelen uit §§n .stuk te vervaardigen, zoals in fig. 4 is afgebeeld. Volgens deze uitvoeringsvorm is een enkel eendelig moerstuk 160 toegepast, dat een radiaal uitstekende flens 162 en een axiaal omhoog stekende kraag 165 heeft. De moer 160 vormt een gecombineerd 20 afschuifbaar en verdraaibaar losmaakorgaan en heeft een in-wendige schroefdraad 166, die in de schroefdraad 134 op de doom 12 kan grijpen. Het gecombineerde losmaakorgaan 160 heeft voorts een kort omlaag stekend randdeel 168, waarvan het ondereinde dient voor het nauwkeurig aflezen van de merk-25 tekens 154 op de doom 12, die het aantal in ingrijping zijn-de schroefgangen, de vereiste axiale trekkracht voor het losmaken van de doom 12 ofwel het voor het losdraaien van de doom 12 van de moer 160 vereiste aantal slagen aangeven. De moer 160 heeft vier in de omtreksrichting op afstand van 30 elkaar liggende, axiaal lopende gaten 170, waarvan er in fig. 4 twee zichtbaar zijn, voor het opnemen van de spie-bouten 122. De als een gecombineerd losmaakorgaan dienende moer 170 werkt op dezelfde wijze als de in fig. 1C en fig.
5 afgebeelde uitvoering, maar is als een enkel onderdeel 35 uitgevoerd, zoals voor bepaalde pakkeruitvoeringen gewenst kan zijn.
Uit het voorgaande blijkt, dat het gecombineerde, door afschuiving of verdraaiing bedienbare losmaak-mechanisme volgens de uitvinding het mogelijk maakt om de 8202223 % -13- pakker nit zijn werkstand in de boorput los te maken door naar keuze de doom te verdraaien of daarop een opwaartse trekkracht uit te oefenen. Elk van deze handelingen kan on-der normale omstandigheden gemakkelijk worden uitgevoerd.
5 Als voorts de uitrusting voor het uitvoeren van een van deze handelingen niet beschikbaar is of om de een of andere reden niet werkt kan alsnog voor het losmaken van de pakker de andere handeling worden uitgevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding 10 niet beperkt is tot de in de tekening weergegeven pakker-constructie.
* 8202223

Claims (20)

1. In een bui's van een boorput te plaatsen inrichting voor het vormen van een afdichting tussen de buis en een daarin geplaatst ander onderdeel, zoals een tweede buis, omvattende een langwerpige buisvormige doom, waarom- 5 heen twee op afstand van elkaar liggende pakkingaandrukor-ganen en eSn of meer tussen deze aandrukorganen opgesloten veerkrachtige pakkingringen liggen, waarbij tenminste Sen van de aandrukorganen ten opzichte van de doom en van het andere aandrukorgaan axiaal verschuifbaar is om de pakking-10 ring of -ringen radiaal buitenwaarts in dichte aanligging met de buis te drukken, gekenmerkt door middelen ter verbinding van de doom met de pakkingaandrukorganen, welke verbindingsmiddelen een losmaakorgaan omvatten, dat naar keuze bedienbaar is door het uitoefenen van een axiale 15 kracht op de doom en/of door een verdraaiing van de doom teneinde een relatieve beweging van de doom tot stand te brengen en daardoor de pakkingringen van hun aanligging te-gen de buis vrij te maken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t 20 het kenmerk, dat het losmaakorgaan een breekbaar deel heeft, dat bij een daarop uitgeoefende afschuifkracht, die het gevolg is van een op de doom werkende axiale kracht, afschuift en daardoor de verbinding tussen de doom en de pakkingaandrukorganen verbreekt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de doom een daarop gevormd schroef-draaddeel heeft en het losmaakorgaan is voorzien van een aantal met dit schroefdraaddeel in ingrijping te brengen schroefgangen, die door een bepaalde op de doom uitgeoefen-30 de axiale kracht kunnen worden afgeschoven.
4. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het losmaakorgaan ondraaibaar aan de verbindingsmiddelen vastzit en zodanig met de doom is verbonden, dat bij verdraaiing van de doom deze verbinding 35 wordt losgemaakt, zodat daardoor de doom relatief kan be-wegen om het mogelijk te maken, dat de aandrukmiddelen een drukkracht op de pakkingringen verlagen. 8202223 v » 5- « -15-
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het losmaakorgaan met de doom is verbonden door een interne schroefdraad van dit orgaan, die met. een op de doom gevormde uitwendige schroefdraad 5 samenwerkt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, g e-kenmerkt door een om de doom liggend huis voorzien van een eindstuk met uitstekende delen, die in in het losmaakorgaan gevormde corresponderende holten kunnen grijpen 10 om verdraaiing van het losmaakorgaan ten opzichte van het kopstuk te verhinderen, welke uitstekende delen en holten zodanig zijn aangebracht, dat het losmaakorgaan ten opzichte van de doom en het eindstuk van het huis kan worden ver-draaid om het aantal in elkaar grijpende schroefgangen tus- 15 sen het losmaakorgaan en de doom te varieren, en vervolgens in de gekozen stand kan worden vastgezet.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de uitstekende delen bestaan uit tenminste een schroefpen, die losneembaar in het kopstuk 20 is aangebracht en .in een corresponderend, in het losmaakorgaan gevormd gat steekt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat het losmaakorgaan een aantal pen-opneemgaten heeft, die op afstand van elkaar in een radiaal 25 uitstekend flensdeel van het losmaakorgaan zijn aangebracht.
9. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het losmaakorgaan een busvormig deel met inwendige schroefdraad heeft, dat losneembaar aan het overige deel van het losmaakorgaan vastzit en het breek- 30 bare deel vormt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, me t het kenmerk, dat het busdeel een vooraf bepaalde gemeten schuifsterkte heeft.
11. Inrichting volgens conclusie 9, m e t 35 het kenmerk, dat het busdeel een vrij uitstekend einde heeft, dat om e'en cilindrisch deel van de doom heen ligt, waarbij de doom is voorzien van op het oppervlak daarvan gevormde merktekens, die de voor het afschuiven van de schroefgangen van het busdeel vereiste axiale kracht aan- 8202223 -16- geven.
12. Pakker voor een boorput, voorzien van een langwerpige buisvormige doom, een om de doom geplaatst en een vloeistofkamer vormend huis, een in deze kamer ge- 5 plaatste zuiger die aan een langwerpige huls vastzit, welke een eerste omlaag gekeerde ringvormige schouder heeft, g e-kenmerkt door om de huls geplaatste middelen, die een tweede, omhoog gekeerde ringvormige schouder vormen, tussen de genoemde schouders geplaatste veerkrachtige af-10 dichtingsorganen, die door een relatieve beweging tussen de huls en de genoemde de tweede schouder vormende middelen in aanligging met een putbuis kunnen worden gedrukt, vergrendelingsmiddelen voor het vergrende-len van de huls ter verhindering van een relatieve beweging 15 tussen de huls en de doom in de ene richting; een losmaakmechanisme, dat de doom en het huis verbindt en de doom kan vrijgeven zodat deze ten op-zichte van de huls in een tweede ten opzichte van de eerste richting tegengestelde richting kan bewegen, 20 waarbij het losmaakmechanisme door de aan- wending van axiale en draaikrachten op de doom kan worden bediend om een relatieve beweging van de doom ten opzichte van het huis mogelijk te maken en de afdichtingsmiddelen voldoende vrij te geven, zodat de pakker uit de buis kan 25 worden opgehaald.
13. Pakker volgens conclusie 12, me t het kenmerk, dat het losmaakmechanisme is voorzien van een van inwendige schroefdraad voorzien deel, waarbij een bepaald aantal schroefgangen van deze inwendige schroef- 30 draad op een bijpassende, op de doom gevormde uitwendige schroefdraad kunnen worden geschroefd, en waarbij het ge- · noemde deel ondraaibaar met het huis is verbonden.
14. Inrichting volgens conclusie 13, m e t het kenmerk, dat het genoemde van schroefdraad 35 voorziene deel een radiaal uitstekende flens heeft, die door verbindingsmiddelen met het huis is verbonden, die uit het deel of uit het huis kunnen worden verwijderd, zodat het genoemde deel over een bepaalde slag kan worden verdraaid ter instelling van het aantal schroefgangen van dit deel, 8202223 * -17- dat in ingrijping met de schroefdraad op de doom is.
15. Pakker volgens conclusie 14, me t het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen tussen het huis en het van schroefdraad voorziene deel tenminste 5 §§n axiaal uitstekende pen omvatten, die losneembaar in een dwars eindstuk van het huis kan worden gestaken en in een gat in de flens van het deel steekt.
16. Pakker volgens conclusie 14, g e k e n-m e r k t door een in het huis aangebracht kussenorgaan 10 als aanslag voor het genoemde van schroefdraad voorziene deel voor het absorberen van op de samenwerkende schroef-draden uitgeoefende axiale belastingen, die bij het plaatsen van de pakker optreden.
17. Pakker volgens conclusie 12, m e t 15 het kenmerk, dat de inwendige schroefdraad op een breekbaar hulsdeel van het genoemde onderdeel zijn gevormd, welk hulsdeel door in elkaar grijpende schroefdraden losneembaar met dit onderdeel is verbonden.
18. Inrichting verbonden aan een binnenste 20 buis, of buiskolorn, die in een buitenste buis,zoals een bekle-dingsbuis voor een boorput is gestoken, voor het overbruggen van de ringvormige ruimte tussen de binnenste en de buitenste buis, gekenmerkt door een langwerpige buis-vormige doom, 25 eerste en tweede aandrukmiddelen, die axiaal naar elkaar toe beweegbaar zijn, tussen deze aandrukmiddelen geplaatste ra-diaal uitzetbare overbruggingsmiddelen, die radiaal buiten-waarts dicht tegen de buitenste buis kunnen worden gedrukt 30 als de eerste en .tweede aandrukmiddelen naar elkaar toe worden bewogen, en middelen voor de verbinding van de doom met de eerste of de tweede aandrukmiddelen, welke verbindingsmiddelen zijn voorzien van een losmaakinrichting, die 35 door de aanwending van een axiale kracht op de doom of door verdraaiing van de doom kan worden bediend om een relatieve beweging van de doom tot stand te brengen en daardoor de overbruggingsmiddelen van hun vaste aanligging tegen de buitenste buis vrij te maken. 8202223 -18- V*
19. Inrichting volgens conclusie 18, m e t het kenmerk, dat de overbruggingsmiddelen afdich-tingsmiddelen bevatten.
20. Inrichting volgens conclusie 18, me t 5 het kenmerk, dat de overbruggingsmiddelen schuif- organen bevatten. 8202223
NL8202223A 1981-06-03 1982-06-02 In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare verankerings- en/of afdichtingsinrichting. NL8202223A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US27008581 1981-06-03
US06/270,085 US4437516A (en) 1981-06-03 1981-06-03 Combination release mechanism for downhole well apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202223A true NL8202223A (nl) 1983-01-03

Family

ID=23029851

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202223A NL8202223A (nl) 1981-06-03 1982-06-02 In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare verankerings- en/of afdichtingsinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4437516A (nl)
CA (1) CA1181003A (nl)
FR (1) FR2507241A1 (nl)
GB (1) GB2100320A (nl)
NL (1) NL8202223A (nl)
OA (1) OA07117A (nl)

Families Citing this family (56)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4610300A (en) * 1984-09-14 1986-09-09 Baker Oil Tools, Inc. Tubing actuated retrievable packer
US4572289A (en) * 1984-11-05 1986-02-25 Pengo Industries, Inc. Electric wireline packer retriever apparatus
US4600058A (en) * 1985-02-19 1986-07-15 Hughes Tool Company Equipment insert and method
US4646829A (en) * 1985-04-10 1987-03-03 Halliburton Company Hydraulically set and released bridge plug
US4993493A (en) * 1985-05-02 1991-02-19 Texas Iron Works, Inc. Retrievable landing method and assembly for a well bore
US4660637A (en) * 1985-09-11 1987-04-28 Dowell Schlumberger Incorporated Packer and service tool assembly
US4696344A (en) * 1985-11-25 1987-09-29 Halliburton Company Annulus pressure operated ratchet device
US4898245A (en) * 1987-01-28 1990-02-06 Texas Iron Works, Inc. Retrievable well bore tubular member packer arrangement and method
US5048613A (en) * 1988-05-31 1991-09-17 Shilling James R Wireline resettable packoff assembly
US4972908A (en) * 1989-10-16 1990-11-27 Texas Iron Works, Inc. Packer arrangement
US4924941A (en) * 1989-10-30 1990-05-15 Completion Services, Inc. Bi-directional pressure assisted sealing packers
US5044433A (en) * 1990-08-28 1991-09-03 Baker Hughes Incorporated Pack-off well apparatus with straight shear release
US5129453A (en) * 1990-09-28 1992-07-14 Dresser Industries, Inc. Quick set well packer
US5309988A (en) * 1992-11-20 1994-05-10 Halliburton Company Electromechanical shifter apparatus for subsurface well flow control
US6902006B2 (en) * 2002-10-03 2005-06-07 Baker Hughes Incorporated Lock open and control system access apparatus and method for a downhole safety valve
US20090038796A1 (en) * 2007-08-10 2009-02-12 Baker Hughes Incorporated Expandable leak path preventer in fluid activated downhole tools
AR063411A4 (es) * 2007-10-26 2009-01-28 Jara Gustavo Martin Empaquetador hidraulico construido en epoxi reforzado con fibra de vidrio y acero inoxidable
US8899317B2 (en) 2008-12-23 2014-12-02 W. Lynn Frazier Decomposable pumpdown ball for downhole plugs
US8079413B2 (en) 2008-12-23 2011-12-20 W. Lynn Frazier Bottom set downhole plug
US8496052B2 (en) * 2008-12-23 2013-07-30 Magnum Oil Tools International, Ltd. Bottom set down hole tool
US9109428B2 (en) 2009-04-21 2015-08-18 W. Lynn Frazier Configurable bridge plugs and methods for using same
US20100263876A1 (en) * 2009-04-21 2010-10-21 Frazier W Lynn Combination down hole tool
US9062522B2 (en) 2009-04-21 2015-06-23 W. Lynn Frazier Configurable inserts for downhole plugs
US9127527B2 (en) 2009-04-21 2015-09-08 W. Lynn Frazier Decomposable impediments for downhole tools and methods for using same
US9163477B2 (en) 2009-04-21 2015-10-20 W. Lynn Frazier Configurable downhole tools and methods for using same
US9562415B2 (en) 2009-04-21 2017-02-07 Magnum Oil Tools International, Ltd. Configurable inserts for downhole plugs
US9181772B2 (en) 2009-04-21 2015-11-10 W. Lynn Frazier Decomposable impediments for downhole plugs
US8087458B2 (en) * 2009-09-08 2012-01-03 Weatherford/Lamb, Inc. Removable hydraulic-set packer
USD684612S1 (en) 2011-07-29 2013-06-18 W. Lynn Frazier Configurable caged ball insert for a downhole tool
USD673183S1 (en) 2011-07-29 2012-12-25 Magnum Oil Tools International, Ltd. Compact composite downhole plug
USD657807S1 (en) 2011-07-29 2012-04-17 Frazier W Lynn Configurable insert for a downhole tool
USD703713S1 (en) 2011-07-29 2014-04-29 W. Lynn Frazier Configurable caged ball insert for a downhole tool
USD698370S1 (en) 2011-07-29 2014-01-28 W. Lynn Frazier Lower set caged ball insert for a downhole plug
USD694281S1 (en) 2011-07-29 2013-11-26 W. Lynn Frazier Lower set insert with a lower ball seat for a downhole plug
USD673182S1 (en) 2011-07-29 2012-12-25 Magnum Oil Tools International, Ltd. Long range composite downhole plug
USD694280S1 (en) 2011-07-29 2013-11-26 W. Lynn Frazier Configurable insert for a downhole plug
USD672794S1 (en) 2011-07-29 2012-12-18 Frazier W Lynn Configurable bridge plug insert for a downhole tool
US10036221B2 (en) 2011-08-22 2018-07-31 Downhole Technology, Llc Downhole tool and method of use
CN106089148B (zh) 2011-08-22 2019-02-19 井下技术有限责任公司 井下工具
US9777551B2 (en) 2011-08-22 2017-10-03 Downhole Technology, Llc Downhole system for isolating sections of a wellbore
US10570694B2 (en) 2011-08-22 2020-02-25 The Wellboss Company, Llc Downhole tool and method of use
US10246967B2 (en) 2011-08-22 2019-04-02 Downhole Technology, Llc Downhole system for use in a wellbore and method for the same
US9896899B2 (en) 2013-08-12 2018-02-20 Downhole Technology, Llc Downhole tool with rounded mandrel
US9567827B2 (en) 2013-07-15 2017-02-14 Downhole Technology, Llc Downhole tool and method of use
US10316617B2 (en) 2011-08-22 2019-06-11 Downhole Technology, Llc Downhole tool and system, and method of use
US8590616B1 (en) 2012-02-22 2013-11-26 Tony D. McClinton Caged ball fractionation plug
US8839855B1 (en) * 2012-02-22 2014-09-23 McClinton Energy Group, LLC Modular changeable fractionation plug
US9650858B2 (en) 2013-02-26 2017-05-16 Halliburton Energy Services, Inc. Resettable packer assembly and methods of using the same
WO2016168782A1 (en) 2015-04-17 2016-10-20 Downhole Technology, Llc Tool and system for downhole operations and methods for the same
CN108138551B (zh) 2016-07-05 2020-09-11 井博士有限责任公司 井下工具及使用方法
CN108337898B (zh) 2016-11-17 2020-08-18 井博士有限责任公司 井下工具及使用方法
AU2018418333B2 (en) 2018-04-12 2021-03-04 The Wellboss Company, Llc Downhole tool with bottom composite slip
WO2019209615A1 (en) 2018-04-23 2019-10-31 Downhole Technology, Llc Downhole tool with tethered ball
CA3104539A1 (en) 2018-09-12 2020-03-19 The Wellboss Company, Llc Setting tool assembly
CA3154248A1 (en) 2019-10-16 2021-04-22 Gabriel Slup Downhole tool and method of use
WO2021076842A1 (en) 2019-10-16 2021-04-22 The Wellboss Company, Llc Downhole tool and method of use

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3392784A (en) * 1966-11-29 1968-07-16 Joe R. Brown Well tool with releasable anchor assembly
US3659647A (en) * 1970-03-04 1972-05-02 Joe R Brown Well packer
US3976133A (en) * 1975-02-05 1976-08-24 Brown Oil Tools, Inc. Retrievable well packer

Also Published As

Publication number Publication date
GB2100320A (en) 1982-12-22
FR2507241A1 (fr) 1982-12-10
OA07117A (fr) 1984-03-31
US4437516A (en) 1984-03-20
CA1181003A (en) 1985-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202223A (nl) In een buis van een boorput vastzetbare en losmaakbare verankerings- en/of afdichtingsinrichting.
US4311196A (en) Tangentially loaded slip assembly
EP0794316B1 (en) Packer for use in a subterranean well
US4359090A (en) Anchoring mechanism for well packer
AU2010201064B2 (en) A downhole tool and a running tool for retrievably setting a downhole tool at locations within a well bore
US4765404A (en) Whipstock packer assembly
US7441606B2 (en) Expandable fluted liner hanger and packer system
US5069280A (en) Gravel packer and service tool
US5343954A (en) Apparatus and method of anchoring and releasing from a packer
US4253521A (en) Setting tool
CA2386294C (en) Casing attachment method and apparatus
US4487258A (en) Hydraulically set well packer
US20100132960A1 (en) Drillable bridge plug for high pressure and high temperature environments
US4018272A (en) Well packer apparatus
EP1172520A2 (en) Barrel slip and retrievable packer therewith
US8844621B2 (en) Hydraulic well packer
US20020121379A1 (en) Lock ring for pipe slip pick-up ring
CA1238270A (en) Tubing actuated retrievable packer
EP0824630B1 (en) Mechanism for anchoring a well tool
US4437517A (en) Slip mechanism for subterreanean wells
US4793411A (en) Retrievable gravel packer and retrieving tool
US5487427A (en) Slip release mechanism
CA2515619A1 (en) Well casing straddle assembly
US4665977A (en) Tension set seal bore packer
US4842057A (en) Retrievable gravel packer and retrieving tool

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed