NL8201591A - Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. - Google Patents
Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8201591A NL8201591A NL8201591A NL8201591A NL8201591A NL 8201591 A NL8201591 A NL 8201591A NL 8201591 A NL8201591 A NL 8201591A NL 8201591 A NL8201591 A NL 8201591A NL 8201591 A NL8201591 A NL 8201591A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- living
- radionuclide
- organ
- blood
- life
- Prior art date
Links
- 239000008280 blood Substances 0.000 title claims description 15
- 210000004369 blood Anatomy 0.000 title claims description 14
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 13
- 210000000056 organ Anatomy 0.000 claims description 44
- 210000002216 heart Anatomy 0.000 claims description 27
- 230000017531 blood circulation Effects 0.000 claims description 20
- 238000005259 measurement Methods 0.000 claims description 15
- 230000036770 blood supply Effects 0.000 claims description 12
- 239000007788 liquid Substances 0.000 claims description 11
- 230000010412 perfusion Effects 0.000 claims description 10
- 230000004087 circulation Effects 0.000 claims description 9
- 210000003734 kidney Anatomy 0.000 claims description 8
- 210000004072 lung Anatomy 0.000 claims description 8
- 230000001225 therapeutic effect Effects 0.000 claims description 7
- 210000004556 brain Anatomy 0.000 claims description 5
- 230000037396 body weight Effects 0.000 claims description 4
- 238000009206 nuclear medicine Methods 0.000 claims description 4
- 238000009223 counseling Methods 0.000 claims 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 10
- 210000004789 organ system Anatomy 0.000 description 9
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 6
- 230000035939 shock Effects 0.000 description 6
- FVAUCKIRQBBSSJ-UHFFFAOYSA-M sodium iodide Chemical compound [Na+].[I-] FVAUCKIRQBBSSJ-UHFFFAOYSA-M 0.000 description 6
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 description 4
- 239000012857 radioactive material Substances 0.000 description 4
- 238000011160 research Methods 0.000 description 4
- 238000003556 assay Methods 0.000 description 3
- 210000004185 liver Anatomy 0.000 description 3
- 238000002560 therapeutic procedure Methods 0.000 description 3
- 208000037265 diseases, disorders, signs and symptoms Diseases 0.000 description 2
- 230000001771 impaired effect Effects 0.000 description 2
- 238000002347 injection Methods 0.000 description 2
- 239000007924 injection Substances 0.000 description 2
- 230000002285 radioactive effect Effects 0.000 description 2
- 235000009518 sodium iodide Nutrition 0.000 description 2
- 238000001356 surgical procedure Methods 0.000 description 2
- 241000124008 Mammalia Species 0.000 description 1
- FAPWRFPIFSIZLT-UHFFFAOYSA-M Sodium chloride Chemical compound [Na+].[Cl-] FAPWRFPIFSIZLT-UHFFFAOYSA-M 0.000 description 1
- 230000005856 abnormality Effects 0.000 description 1
- 238000010171 animal model Methods 0.000 description 1
- 238000004891 communication Methods 0.000 description 1
- 238000007796 conventional method Methods 0.000 description 1
- 239000013078 crystal Substances 0.000 description 1
- 238000003745 diagnosis Methods 0.000 description 1
- 239000003814 drug Substances 0.000 description 1
- 229940079593 drug Drugs 0.000 description 1
- 238000002635 electroconvulsive therapy Methods 0.000 description 1
- 238000002474 experimental method Methods 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 238000002695 general anesthesia Methods 0.000 description 1
- PCHJSUWPFVWCPO-UHFFFAOYSA-N gold Chemical compound [Au] PCHJSUWPFVWCPO-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 239000010931 gold Substances 0.000 description 1
- 229910052737 gold Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000010247 heart contraction Effects 0.000 description 1
- 238000011835 investigation Methods 0.000 description 1
- 230000007774 longterm Effects 0.000 description 1
- 230000001575 pathological effect Effects 0.000 description 1
- 230000005855 radiation Effects 0.000 description 1
- 238000010079 rubber tapping Methods 0.000 description 1
- AKHNMLFCWUSKQB-UHFFFAOYSA-L sodium thiosulfate Chemical compound [Na+].[Na+].[O-]S([O-])(=O)=S AKHNMLFCWUSKQB-UHFFFAOYSA-L 0.000 description 1
- 235000019345 sodium thiosulphate Nutrition 0.000 description 1
- 239000000243 solution Substances 0.000 description 1
- DHCDFWKWKRSZHF-UHFFFAOYSA-N sulfurothioic S-acid Chemical compound OS(O)(=O)=S DHCDFWKWKRSZHF-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 210000003462 vein Anatomy 0.000 description 1
- 238000005303 weighing Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B6/00—Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
- A61B6/40—Arrangements for generating radiation specially adapted for radiation diagnosis
- A61B6/4057—Arrangements for generating radiation specially adapted for radiation diagnosis by using radiation sources located in the interior of the body
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B5/00—Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
- A61B5/02—Detecting, measuring or recording pulse, heart rate, blood pressure or blood flow; Combined pulse/heart-rate/blood pressure determination; Evaluating a cardiovascular condition not otherwise provided for, e.g. using combinations of techniques provided for in this group with electrocardiography or electroauscultation; Heart catheters for measuring blood pressure
- A61B5/026—Measuring blood flow
- A61B5/0275—Measuring blood flow using tracers, e.g. dye dilution
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B6/00—Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
- A61B6/42—Arrangements for detecting radiation specially adapted for radiation diagnosis
- A61B6/4208—Arrangements for detecting radiation specially adapted for radiation diagnosis characterised by using a particular type of detector
- A61B6/4258—Arrangements for detecting radiation specially adapted for radiation diagnosis characterised by using a particular type of detector for detecting non x-ray radiation, e.g. gamma radiation
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Medical Informatics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Public Health (AREA)
- Pathology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Surgery (AREA)
- High Energy & Nuclear Physics (AREA)
- Radiology & Medical Imaging (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
- Hematology (AREA)
- Cardiology (AREA)
- Physiology (AREA)
- Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)
Description
t η λ CIL 0109
Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het onderzoeken van de weefseldoorbloeding bij een warmbloedig levend wezen ter lokalisatie van verstoringen van de weefseldoorbloeding, ter bepaling van de kans op verstoring-® en van de weefseldoorbloeding of ter begeleiding van een therapeutische behandeling van verstoringen van de weefselbloed-voorziening. De uitvinding heeft ook betrekking op een uitrusting voor· het uitvoeren van dit onderzoek.
In geval van verstoringen van de weefseldoorbloe-10 ding bij een warmbloedig levend wezen, inzonderheid bij de mens, kan het zeer belangrijk zijn om zo snel mogelijk inzidt te krijgen in de aard, omvang en plaats van aangrijpen van deze verstoringen voor het bepalen van de meest geschikte therapeutische behandeling.
15 Een ernstige vorm van verstoring van de voorziening van weefsels met bloed is de shock-toestand, waarbij de bloedvoorzie-ning in het gehele organisme ernstig is gestoord. Voor een effectieve behandeling van shock is kennis omtrent de mate waarin organen of orgaansystemen bijdragen aan deze verstoonfe doorbloeding uitermate wenselijk.
Het is eveneens van groot belang te weten of bij een levend wezen, inzonderheid bij de mens, plotseling onba-lansen van de bloedcirculatie of verstoringen van de weefsel-bloedvoorziening kunnen optreden, en zo ja, waar in het 25 lichaam de bijdrage tot eventuele doorbloedingsverstoringen •het grootst zal zijn en welke omvang deze verstoringen kunnen aannemen.
De kans op dergelijke verstoringen van de bloedvoorziening is vooral aanwezig bij patiënten, die in verband met een ernstig 30 operatie langdurig onder narcose moeten worden gehouden; daardoor lopen ze de kans in een toestand van onbalans van de bloedsomloop te geraken.
Wanneer een patiënt in een shock-toestand ver- 8201591 *- Sf -2- verkeert, wil de behandelende arts'of het behandelende medische team zo spoedig mogelijk weten, of de gekozen therapeutische behandeling of ingreep het gewenste resultaat oplevert.
Zo niet, dan kan nog tijdig op een andere therapie worden 5 overgegaan.
Verrassenderwijze is nu gebleken, dat bij bovengenoemde medische indicaties een nucleair geneeskundige bepalingsmethode zich bijzonder goed leent voor het onderzoeken van de weefseldoorbloeding van levende wezens en daardoor een 10 belangrijke bijdrage kan leveren tot zowel de diagnostiek als de therapiecontrole van verstoringen van de weefseldoorbloe-ding.
De onderhavinge uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het onderzoeken van de weefseldoorbloeding bij 15 een warmbloedig levend wezen, doordat men één keer of herhaalde malen achtereen het levende wezen onderwerpt aan een nucleair geneeskundig onderzoek, dat wordt uitgevoerd door (1) in de bloedbaan van het levende wezen een radionuclide met een fysische halveringstijd tussen ongeveer 15 en 60 seconden 20 te brengen in een hoeveelheid voldoende voor uitwendige radio-activiteitsmeting, (2) een orgaan, een deel van een orgaan of een groep van organen ("orgaan") van het levende wezen aan uitwendige radioactiviteitsmeting te onderwerpen, en (3) vervolgens uit de verkregen meetwaarden de effectieve halverings-25 tijd va‘n het radionuclide te bepalen in een geschikt tijdsinterval na toediening van het radionuclide. Deze bepaling zal bij voorkeur worden uitgevoerd in het tijdsinterval gelegen tussen 2 of 3 bloedcirculaties en ongeveer 5 tot 10 bloedcirculaties door het betreffende "orgaan" na toediening van 30 het radionuclide.
Door de hoeveelheid radioactiviteit, die door een bepaald "orgaan" per tijdseenheid wordt uitgezonden, te meten en uit te zetten tegen de tijd, kan een beeld verkregen worden van de afname van de radioactiviteit in de tijd. Deze 35 afname houdt verband met het verval van het radionuclide. De snelheid waarmee de radioactiviteit afneemt hangt daardoor af van de fysische halveringstijd van het radionuclide. Dit laatste is inderdaad het geval, wanneer de radioactiviteit homogeen over het gehele bloedcirculatiesysteem is verdeeld.
8201591 t
Het is echter gebleken, dat na het eerder genoemde tijdstip, dus na 2 of 3 bloedsomlopen na toediening van het radionuclide, de afnamesnelheid van de radioactiviteit aanzienlijk groter is dan in overeenstemming zou zijn met de fysische 5 halveringstijd van het radionuclide. Dan is dus de gevonden halveringstijd aanzienlijk korter dan de fysische halveringstijd. Pas geruime tijd later, namelijk na ongeveer 5 tot 10 bloedsomlopen na toediening van het radionuclide, wordt de gemeten halveringstijd gelijk aan de fysische halveringstijd 10 van het radionuclide, zodat dan kennelijk pas een homogene verdeling van het radioactieve materiaal in het bloed is bereikt.
Bij de onderzoekmethode volgens de onderhavige uitvinding gaat het dus in het algemeen om het tijdsinterval 15 tussen 2 a 3 bloedsomlopen en ongeveer 5 tot 10 bloedsomlopen na toediening van het radionuclide. Voor een mens en voor andere grotere zoogdieren is de bloedsomloop voor diverse organen zoals hart, long en nier ongeveer 11 a 12 seconden.
Het voor onderzoek essentiële tijdsinterval ligt dan in het 20 algemeen tussen ongeveer 30 en 60 seconden na toediening van het radionuclide. Zoals uit het voorbeeld zal blijken, wordt in dit tijdsinterval voor 'verschillende organen een effectieve halveringstijd gevonden, die ongeveer 50% lager is dan de fysische halveringstijd van het gebruikte radionuclide.
25 Dit verschijnsel kan verklaard worden uit het feit, dat meer dan één compartiment, in concreto een orgaan of orgaansysteem, bij de bloedcirculatie betrokken zijn, waarbij de bloedsomlooptijd niet langs elke weg, dus via elk compartiment, hetzelfde is. Dit zou betekenen, dat bloed nog 30 niet bij een bepaald orgaan, bij voorbeeld het hart, is teruggekeerd uit compartimenten met een relatief lange "verblijftijd”, wanneer het bloed via compartimenten met een relatief korte hart-tot-hart circulatietijd al een volledige omloop heeft voltooid. Zo zouden compartimenten met een relatief 35 lange "verblijftijd" voor het bloed tamelijk veel radioactiviteit aan de relatief korte circuits kunnen onttrekken, waardoor een aanzienlijk kortere halveringstijd dan de verwachte fysische halveringstijd wordt gevonden.
8201591 ' > -4- l
De in het relevante tijdsinterval gemeten effectieve halveringstijd geeft dan ook de relatieve verhoudingen weer waarin de compartimenten bij de bloedsomloop betrokken zijn.
5 Onder pathologische omstandigheden waarbij de bloedsomloop in onbalans is geraakt of de bloedvoorziening van de weefsels is verstoord, bij voorbeeld bij een shock, kan de'bijdrage van een of meer van de compartimenten, in concreto van de organen of orgaansystemen, aan de bloedsomloop aanzienlijk 10 zijn veranderd. Het snel kunnen opsporen van dergelijke veranderingen kan een wezenlijke bijdrage leveren tot een effectieve therapeutische behandeling van patiënten met verstoringen van de weefseldoorbloeding.
Zoals eerder aangegeven kan het onderzoek vol-15 gens de uitvinding worden uitgevoerd om verstoringen van de bloedvoorziening te lokaliseren, bij voorbeeld om in geval van shock na te gaan welke organen of orgaansystemen de belangrijkste bijdrageileveren tot deze doorbloedingsversto-ringen. Daarbij 'wordt na inspuiting van het radionuclide de 20 door diverse organen, delen van organen of groepen van organen ("organen") uitgezonden radioactiviteit gemeten, waarna uit de verkregen meetwaarden de effectieve halveringstijd van het radionuclide, gemeten over het betreffende "orgaan", kan worden bepaald. Deze metingen kunnen gelijktijdig over 25 verschillende "organen" van het lichaam van de patiënt worden uitgevoerd, zodat na het toedienen van één enkele radioactieve dosis al een vrij volledig beeld van de bloedsomloop in diverse compartimenten van het^Lichaam, in concreto organen of orgaansystemen, verkregen kan worden. Men kan echter ook 30 herhaalde malen achtereen, oij voorbeeld bij tussenpozen van ca. 3 tot 5 minuten, een radioactieve dosis toedienen en telkens over verschillende organen van het lichaam de uitgezonden radioactiviteit meten; vervolgens kan uit de verkregen meetwaarden de effectieve halveringstijd van het radionuclide 35 bepaald worden.
De over de verschillende organen in het relevante tijdsin- . terval gemeten effectieve halveringstijd van het radionuclide kan hierna vergeleken worden met een standaardpatroon van 8201591 -5- halveringstijden, waardoor afwijkingen in het bloedvoorzie-nings- of doorbloedingspatroon snel gelokaliseerd kunnen worden. Een dergelijk standaardpatroon geeft de effectieve halveringstijd weer gemeten over diverse organen van een 5· gezond levend wezen en geeft zo een beeld van de bijdrage van de verschillende compartimenten van het lichaam tot de. bloedsomloop. Eenzelfde procedure kan worden gebruikt voor het bepalen van de kans op verstoringen van de weefseldoor-bloeding bij patiënten die bij voorbeeld een langdurige 10 operatie moeten ondergaan.
Ter begeleiding van een therapeutische behandeling van shock zijn herhaalde inspuitingen met het radionuclide noodzakelijk om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de behandeling. Het effect van de gekozen therapie blijkt 15 uit de veranderingen die tijdens de behandeling plaats vinden in de bloedsomloop in de verschillende compartimenten. Deze veranderingen worden weerspiegeld door de gemeten veranderingen in de effectieve halveringstijd van het radionuclide. Zo kan het onderzoek naar de weefselbloedvoorziening 20 volgens de uitvinding een uitstekend hulpmiddel zijn bij shockbehandeling, zodat beslissingen ten aanzien van keuze, toedieningsduur en dosering van geneesmiddelen beter gefundeerd genomen kunnen worden.
De organen, die voor uitwendige radioactiviteits-25 meting het meest in aanmerking komen, zijn hart, long, nier en hersenen. De over deze organen gemeten halveringstijden zijn het meest indicatief voor de te kwantificeren weefseldoorbloedingsverstoringen in het lichaam. Van deze organen is het hart voor dit onderzoek het meest geschikt 30 omdat, het hart als centraal orgaan in de bloedsomloop in rechstreekse verbinding staat met elk deel van het lichaam waarin de weefseldoorbloeding verstoord kan zijn. Veranderingen in het weefseldoorbloedingspatroon ergens in het lichaam zullen daarom boven het hart direct meetbaar worden.
35 Bovendien is de ligging van het hart zodanig dat een ter zake deskundige de te gebruiken meetapparatuur met grote nauwkeurigheid kan plaatsen.
Een voor het onderzoek van de onderhavige uit- 8201591 I * ί > -6- vinding zeer geschikt radionuclide is goud-195m, dat een optimale halveringstijd heeft, nl. 30,5 sec. Bovendien zijn de stralingskarakteristieken van dit radionuclide zeer gunstig: het zendt alleen gammastralen uit, en wel van een geschikte 5 energie, nl. 261 keV, en in een voldoende hoeveelheid ora een goede meting met geëigende apparatuur mogelijk te maken. Een vloeistof die dit bij uitstek geschikte radionuclide bevat kan bereid worden zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8002235 ten name van aanvraagster.
10 Het radionuclide wordt in een voor het lichaam verdraagbare vloeistof in de bloedbaan van het levende wezen gebracht, bij voorbeeld zoals beschreven in de eerdergenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 8002235. De hoeveelheid van het toe te dienen radioactieve materiaal kan klein zijn, bij voer -15 beeld ongeveer 2 tot 20 mCi per 70 kg lichaamsgewicht. Bij voorkeur dient men ten hoogste ongeveer 5 mCi radioactief materiaal per 70 kg lichaamsgewicht toe om de stralingsbe-lasting voor de patiënt zo laag mogelijk te houden. De hoeveelheid van het toe te dienen radionuclide moet voldoende 20 zijn om een uitwendige radioactiviteitsmeting nauwkeurig te kunnen uitvoeren en is bij voorkeur ongeveer 5 mCi per 70 kg lichaamsgewicht.
Na toediening kan de uitgezonden radioactiviteit met behulp van geschikte meetapparatuur, bij voorbeeld een detector, 25 bevattende een van een collimator voorzien natriumjodide kristal worden gemeten, en vervolgens met daarvoor gebruikelijke technieken worden geregistreerd. Bij deze registratie wordt veelal gebruik gemaakt van een computer.
De uitvinding heeft ook betrekking op een uit-30 rusting, een zogenaamde "kit", voor het uitvoeren van het hiervoor beschreven onderzoek naar de weefselbloedvoorziening.
Deze kit bevat een radioisotopengenerator, geschikt voor het genereren van een een radionuclide met een fysische halveringstijd tussen ongeveer 15 en 60 seconden bevattende vloei-35 stof en desgewenst voorzien van middelen om deze vloeistof in de bloedbaan van het levende wezen te brengen, en een gebruiksaanwijzing, bepalende dat men één keer of herhaalde malen achtereen het levende wezen onderwerpt aan een nucleair geneeskundig onderzoek, dat wordt uitgevoerd door (1) in de 8201591 -7- bloedbaan van het levende wezen de het radionuclide bevattende vloeistof te brengen in een hoeveelheid voldoende voor uitwendige radioactiviteitsmeting; (2) een orgaan, een deel van een orgaan, of een groep van organen ("orgaan” ) van g het levende wezen aan uitwendige radioactiviteitsmeting te onderwerpen, en (3) vervolgens uit de verkregen meetwaarden de effectieve halveringstijd van het radionuclide te {jepalen in een geschikt tijdsinterval, bij voorkeur gelegen tussen 2 of 3 bloedcirculaties en ongeveer 5 tot 10 bloedcircula-10 ties door het betreffende "orgaan”, na toediening van het radionuclide.
Bij voorkeur bevat de kit een radioisotopengenerator die geschikt is om een goud-195m bevattende vloeistof te genereren, zoals bij voorbeeld beschreven in de eerder genoemde 15 Nederlandse octrooiaanvrage 8002235.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van het volgende uitvoeringsvoorbeeld.
VOORBEELD
Modelexperiment in een varken als proefdier.
20 Een korte catheter werd ingebracht in een goed toegankelijke ader aan de hals van een genarcotiseerde big met een gewicht van 19 kg. De aftapopening van een in de eerdergenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 8002235 beschreven goud-195m-gene-rator werd rechtstreeks aangesloten op de ingebrachte cathe-25 ter.
Het dier werd vervolgens in 'buikligging geplaatst op een onderzoektafel welke was voorzien van twee met collimatoren toegeruste 3x3 inch natriumjodide-detectoren. Eén detector werd in een vaste positie vanaf de zijkant op het hart 30 gericht, de andere was beweegbaar opgesteld en kon telkens op een ander orgaan worden gericht.
Tijdens het onderzoek werden herhaaldelijk hoeveelheden goud-195m bevattend eluaat in de vorm van een waterige thiosulfaatoplossing (29,8 mg natriumthiosulfaat 35 per ml) aan het dier toegediend. Bij iedere toediening werd ongeveer 2 ml eluaat met een activiteit van ongeveer 20-25 mCi ingespoten door de aangelegde catheter, steeds direct gevolgd door 3 ml isotonische zoutoplossing teneinde alle 8201591 * .» j r -8- activiteit vanuit de catheter in het bloedsomloopsysteem van het dier te spoelen. Deze procedure werd 24 keer achtereen uitgevoerd: 24 studies. De verkregen informatie werd in een computer opgeslagen en later gebruikt om het activiteits-S verloop weer te geven.
In hét bijgaande figuur is een curve afgebeeld die het activiteitsverloop over het hart weergeeft aansluitend aan de negende eluaat-toediening. In deze curve is de gemeten radioactiviteit A in pulsen ("counts") per 0,5 sec.
10; uitgezet tegen de tijd t in seconden. De afgebeelde curve is door middeling gecorrigeerd voor hartcontracties. Op het tijdstip t.j werd het goud-195m bevattende eluaat toegediend, waarna de weergegeven tijd-activiteit-curve na de eerste verschijning van activiteitspieken in rechter en linker hart-15 helft bij tg de eerste duidelijk zichtbare recirculatie in het hart te zien geeft. Daarna vertoont de curve een verdere exponentiële afname van de radioactiviteit. De halveringstijd (T,), berekend in het tijdsinterval van 30 tot 60 se-s conden, was 12 seconden.
20 Na verloop van 60 seconden na toediening van het radioactieve materiaal was de aldus gemeten' activiteitsafname verminderd; de berekende halveringstijd (30 sec.) was nu nagenoeg gelijk geworden aan de fysische halveringstijd van het radionuclide. In het relevante tijdsinterval was de over de stu- 25. dies gemiddelde halveringstijd (T^) over het hart 14 + 3 sec.
In hetzelfde tijdsinterval werd de effectieve halveringstijd berekend uit tijd-activiteit curven bepaald over andere organen. Daarbij werden de volgende resultaten verkregen: 30 orgaan__T \ (sec.) long 17 ± 3 nier 14 ± 2 lever 27 ^ 3 35 hersenen 15 ±. 3 romp 21 ± 2
Uit bovenstaande resultaten blijkt, dat hart, long, nier en 8201591 V λ -9- • > hersenen in hoge mate geschikte organen zijn voor weefsel-bloedvoorzieningsonderzoek. Uit de verkregen resultaten kon eenvoudig de recirculatietijd van het bloed van rechter hart-helft naar rechter harthelft worden bepaald; deze bedroeg 5 11,5 sec. Dezelfde waarde werd gevonden voor de recirculatie- tijd van long naar long en van nier naar nier.
De korte halveringstijd zoals gemeten boven het hart in vergelijking tot aanmerkelijk langers halveringstijden zoals gemeten boven de romp en vooral boven de lever 10 tonen aan dat, terwijl de bloedsomloop van hart naar nieren terug naar hart en van hart naar hersenen feerug naar hart een gesloten cirkel vormen, waarin de activiteit bovendien homogeen is verdeeld, nog steeds bloed vanuit het hart-nier-hart circuit en vanuit het hart-hersenen-hart circuit kan 15 wegstromen naar in dit geval lever en romp. Eerst vanaf ca.
60 seconden na toediening blijken ook deze laatste circuits met het hart een gesloten cirkel te hebben gevormd, gezien de dan gevonden halveringstijd. Uit de meting boven het hart blijkt dus dat er meerdere circuits bestaan elk met een eigen 20 hart-orgaan (of groep van organen)-hart circulatietijd. Hieruit volgt dat de meting boven het hart een goed middel is om vast te stellen of de circulatietijd door een circuit dat naast het hart een orgaan elders in het lichaam omvat verandert, bijvoorbeeld als gevolg van een verstoring van de 25 bloedvoorziening van dat orgaan.
30 35 8201591
Claims (7)
1. Werkwijze voor het onderzoeken van de weefsel-doorbloeding bij een warmbloedig levend wezen ter lokalisatie van verstoringen van de weefseldoorbloeding, ter bepaling van de kans op verstoringen van de weefseldoorbloeding, 5 of ter begeleiding van een therapeutische behandeling van verstoringen van de weefselbloedvoorziening, met het kenmerk, dat men één keer of herhaalde malen achtereen het levende wezen onderwerpt aan een nucleair geneeskundig onderzoek, dat wordt uitgevoerd door (1) in de bloedbaan van het levende 10 wezen een radionuclide met een fysische halveringstijd tussen ongeveer 15 en 60 seconden te brengen in een hoeveelheid voldoende voor uitwendige radioactiviteitsmeting, (2) een orgaan, een deel van een orgaan of een groep van organen ('’orgaan'’) van het levende wezen aan uitwendige radioactivi-15 teitsmeting te onderwerpen, en (3) vervolgens uit de verkregen meetwaarden de effectieve halveringstijd van het radionuclide te bepalen in een geschikt tijdsinterval, b.ij voorkeur gelegen tussen 2 of 3 bloedcirculaties en ongeveer 5 tot 10 bloedcirculaties door het betreffende "orgaan", na 20 toediening van het radionuclide.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, m'et het kenmerk, dat men hart, long, nier of hersenen van het levende wezen aan uitwendige radioactiviteitsmeting onderwerpt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het ken-25 merk, dat men het hart van het levende wezen aan uitwendige radioactiviteitsmeting onderwerpt.
4. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat men als radionuclide goud-195m gebruikt.
5. Werkwijze volgens een der voorafgaande con- .clusies, met het kenmerk, dat men het radionuclide in een voor het lichaam verdraagbare vloeistof aan het levende wezen toegedient in een hoeveelheid van 2 tot 20 mCi, bij voorkeur van ongeveer 5 mCi per 70 kg lichaamsgewicht.
6. Uitrusting voor het uitvoeren van een bloed- circulatie-onderzoek bij een warmbloedig levend wezen ter lokalisatie van verstoringen van de weefseldoorbloeding, ter bepaling van de kans op verstoringen van de weefseldoor- 8201591 -11- * * ^ n v' bloeding, of ter begeleiding van een therapeutische behandeling van verstoringen van de weefselbloedvoorziening, bevattende een radioisotopengenerator, geschikt voor het genereren van een een radionuclide met een fysische halveringstijd 5 tussen ongeveer 15 en 60 seconden bevattende vloeistof en desgewenst voorzien van middelen om deze vloeistof in de bloedbaan van het levende wezen te brengen, en een gebruiksaanwijzing, bepalende dat men één keer of herhaalde malen achtereen het levende wezen onderwerpt aan een nucleair ge-10 neeskundig onderzoek, dat wordt uitgevoerd door (1) in de bloedbaan van het levende wezen de het radionuclide bevattende vloeistof te brengen in een hoeveelheid voldoende voor uitwendige radioactiviteitsmeting, (2) een orgaan, een deel van een orgaan, of een groep van organen (’’orgaan") van het 15 levende wezen aan uitwendige radioactiviteitsmeting te onderwerpen, en (3) vervolgens uit de verkregen meetwaarden de effectieve halveringstijd van het radionuclide te bepalen in een geschikt tijdsinterval, bij voorkeur gelegen tussen 2 of 3 bloedcirculaties .en ongeveer 5 tot 10 bloedcirculaties 20 door het betreffende ’’orgaan", na toediening van het radionuclide.
7. Uitrusting volgens conclusie 6, bevattende een radioisotopengenerator geschikt voor het genereren van een goud-195m bevattende vloeistof. 25 30 35 8201591
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8201591A NL8201591A (nl) | 1982-04-16 | 1982-04-16 | Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. |
IT20573/83A IT1221735B (it) | 1982-04-16 | 1983-04-13 | Metodo per esaminare l'erogazione di sangue ai tessuti in un essere vivente a sangue caldo |
DE19833313415 DE3313415A1 (de) | 1982-04-16 | 1983-04-13 | Verwendung eines radioisotopen-generators und kit zum pruefen der gewebe-blutzufuhr in einem lebenden warmbluetler |
FR8306074A FR2530449A1 (fr) | 1982-04-16 | 1983-04-13 | Dispositif pour l'examen de l'alimentation sanguine de tissus |
BE0/210541A BE896444A (fr) | 1982-04-16 | 1983-04-13 | Procede d'examen de l'alimentation sanguine de tissus dans un etre vivant a sang chaud |
AU13577/83A AU1357783A (en) | 1982-04-16 | 1983-04-15 | Tissoe blood supply examination |
JP58066848A JPS58192832A (ja) | 1982-04-16 | 1983-04-15 | 温血動物の組織への血液供給を検査する方法 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8201591A NL8201591A (nl) | 1982-04-16 | 1982-04-16 | Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. |
NL8201591 | 1982-04-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8201591A true NL8201591A (nl) | 1983-11-16 |
Family
ID=19839588
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8201591A NL8201591A (nl) | 1982-04-16 | 1982-04-16 | Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS58192832A (nl) |
AU (1) | AU1357783A (nl) |
BE (1) | BE896444A (nl) |
DE (1) | DE3313415A1 (nl) |
FR (1) | FR2530449A1 (nl) |
IT (1) | IT1221735B (nl) |
NL (1) | NL8201591A (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4505888A (en) * | 1983-05-27 | 1985-03-19 | E. I. Du Pont De Nemours & Company | Tracer for circulation determinations |
FR2880252A1 (fr) * | 2005-01-06 | 2006-07-07 | Yves Darlas | " nouvelle methode d'analyse et de mesure de la distribution ou de la reserve sanguine coronarienne " |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR89229E (fr) * | 1965-02-22 | 1967-05-26 | Aquitaine Petrole | Appareil de mesure du décrément logarithmique d'une fonction exponentielle et son application à la mesure du débit sanguin par traceur radioactif |
LU76585A1 (nl) * | 1977-01-17 | 1977-06-24 | ||
CA1169773A (en) * | 1979-04-17 | 1984-06-26 | Karel J. Panek | Preparation and use of a su195m xxau-containing liquid |
-
1982
- 1982-04-16 NL NL8201591A patent/NL8201591A/nl not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-04-13 BE BE0/210541A patent/BE896444A/fr not_active IP Right Cessation
- 1983-04-13 FR FR8306074A patent/FR2530449A1/fr not_active Withdrawn
- 1983-04-13 IT IT20573/83A patent/IT1221735B/it active
- 1983-04-13 DE DE19833313415 patent/DE3313415A1/de not_active Withdrawn
- 1983-04-15 AU AU13577/83A patent/AU1357783A/en not_active Abandoned
- 1983-04-15 JP JP58066848A patent/JPS58192832A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3313415A1 (de) | 1984-05-17 |
AU1357783A (en) | 1983-10-20 |
FR2530449A1 (fr) | 1984-01-27 |
JPS58192832A (ja) | 1983-11-10 |
IT1221735B (it) | 1990-07-12 |
IT8320573A0 (it) | 1983-04-13 |
BE896444A (fr) | 1983-10-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Ross et al. | Measurement of myocardial blood flow in animals and man by selective injection of radioactive inert gas into the coronary arteries | |
Hawkins et al. | Evaluation of systemic amyloidosis by scintigraphy with 123I-labeled serum amyloid P component | |
Wackers et al. | Noninvasive visualization of acute myocardial infarction in man with thallium-201. | |
GOLDSTEIN et al. | Intraoperative coronary collateral function in patients with coronary occlusive disease: nitroglycerin responsiveness and angiographic correlations | |
Markisz et al. | An evaluation of 99mTc-labeled red blood cell scintigraphy for the detection and localization of gastrointestinal bleeding sites | |
O'Day et al. | Ocular blood flow measurement by nuclide labeled microspheres | |
Strauss et al. | Thallium-201: non-invasive determination of the regional distribution of cardiac output | |
Holman et al. | Measuring regional myocardial blood flow with 133Xe and the Anger camera | |
Bateman et al. | Cine computed tomographic evaluation of aortocoronary bypass graft patency | |
Pearlman et al. | Medical imaging techniques in the evaluation of strategies for therapeutic angiogenesis | |
Takakuwa et al. | Extracorporeal shock wave therapy for coronary artery disease: relationship of symptom amelioration and ischemia improvement | |
Flameng et al. | Multiple experimental coronary occlusion without infarction: effects of heart rate and vasodilation | |
Borges-Neto et al. | Combined exercise radionuclide angiocardiography and single photon emission computed tomography perfusion studies for assessment of coronary artery disease | |
NL8201591A (nl) | Werkwijze voor het onderzoeken van de voorziening van weefsels met bloed bij een warmbloedig levend wezen. | |
Kanemoto et al. | Noninvasive assessment of left ventricular performance following transluminal coronary angioplasty | |
Alderson et al. | Serial radionuclide determinations of the ejection fraction with 99mTc-labeled red blood cells | |
Fye | Coronary arteriography--it took a long time! | |
Hoop et al. | Myocardial positron scintigraphy with short-lived 82Rb | |
Miller et al. | Myocardial uptake of Tc-99m skeletal agents in the rat after experimental induction of microscopic foci of injury | |
Wong et al. | Right ventricular ejection fraction measured by first-pass intravenous krypton-81m: reproducibility and comparison with technetium-99m | |
Barnes et al. | Radionuclide angiography: A sensitive diagnostic test for anterior circulation ischemia | |
Grover-McKay et al. | Comparison of thallium-201 single-photon emission computed tomographic scintigraphy with intravenous dipyridamole and arm exercise | |
Selwyn et al. | Assessment of coronary venous bypass graft function using Krypton-81m | |
MOSCHOS et al. | Incorporation of 131I-fibrinogen in a coronary artery thrombus, detected in vivo with a scintillation camera | |
Berman et al. | Pharmacologic Stress Testing: Its Roots, Its Impact, and Its Future (perspective on “Myocardial Imaging with Thallium-201: Effect of Cardiac Drugs on Myocardial Images and Absolute Tissue Distribution” J Nucl Med. 1978; 19: 10–16) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: MALLINCKRODT DIAGNOSTICA (HOLLAND) B.V. |
|
BV | The patent application has lapsed |