NL8201240A

NL8201240A - Refractory brickwork wall with layers with different expansion - either side of slide joint coupled e.g. by tongues and grooves or dowels

Info

Publication number: NL8201240A
Application number: NL8201240A
Authority: NL
Original assignee: Estel Hoogovens Bv
Priority date: 1982-03-25
Filing date: 1982-03-25
Publication date: 1983-10-17

Abstract

The refractory brickwork, used e.g. in a regenerator wall of a coke oven battery or the wall of a blast air heater duct, consists of superimposed horizontal layers of fire bricks and comprises sections in different materials with different thermal expansion, such as chamotte and silica-based bricks, which are separated by a horizontal slide joint. In at least one of two such superimposed sections, at least two adjoining layers immediately adjacent to that joint are intercoupled, e.g. by tongue and groove connections or by dowels, to prevent relative movement.

Description

> '* VO 1571> '* VO 1571

Titel: VelgprofileerinrichtingTitle: Rim profiling device

De uitvinding heeft betrekking op een velgprofileerinrichting, in hoofdzaak bestaande uit een freem met twee boven elkaar geplaatste, aandrijfbare en in nagenoeg verticale richting verschuifbare assen, voor het daarop aanbrengen van velgprofileergereedschappen of -rollen, 5 waarbij de onderste as met behulp van een hydraulische cilinder ten opzichte van de bovenste as beweegbaar is, terwijl de bovenste as in het vlak, gaande door de beide assen kantelbaar is ter compensatie van de doorbuiging van beide assen tijdens het velgprofileerproces.The invention relates to a rim profiling device, mainly consisting of a frame with two axles placed above one another, which can be driven and which can be moved in a substantially vertical direction, for mounting rim profiling tools or rollers thereon, the lower axis being provided by means of a hydraulic cylinder is movable relative to the top axle, while the top axle is tiltable in the plane passing through both axes to compensate for the deflection of both axes during the rim profiling process.

Velgprofileerinrichting van dit type zijn bekend uit een 10 brochure van de Fa. Grotnes Metal Forming Systems Inc., gepubliceerd in 1980.Rim profiling devices of this type are known from a brochure of the Fa. Grotnes Metal Forming Systems Inc., published in 1980.

Bij het profileren van velgen worden zeer grote krachten op de velgprofileergereedschappen uitgeoefend. Bij velgen die op normale personenauto's worden toegepast ontstaan krachten in de orde van grootte 15 van 16.000 kg, terwijl bij zeer grote velgen voor bijvoorbeeld vrachtauto's, die een breedte van ongeveer 1 m kunnen hebben krachten ontstaan van ongeveer 91.000 kg. Dit stelt zeer hoge eisen aan de vormstabiliteit van het freem en de daarin aangebrachte geleidingen voor de sleden, waarin de verschuifbare assen zijn opgenomen. De slede-geleidingen 20 worden bij de bekende inrichting door frezen in de voor- en achterwand van het freem aangebracht. Gezien de noodzakelijke vormstabiliteit van het freem worden de voor- en achterwand daarvan gevormd door zeer dikke staalplaten, die over een grote lengte van geleidingssleuven moeten worden voorzien. Dit vereist een groot aantal bewerkingsuren en boven-25 dien een zeer grote fr-eesbank, omdat gezien de vereiste nauwkeurigheid de geleidingssleuven in de voor- en achterwand bij voorkeur in één opspanning moeten worden bewerkt. Weliswaar kan men het freem ook in onderdelen bewerken, maar dit vereist weer een groot aantal montage-uren om de linker- en rechtergeleidingsstrook en de geleidingssleuf in voor-30 en achterwand volkomen evenwijdig te doen verlopen.When profiling rims, very great forces are exerted on the rim profiling tools. Rims used on normal passenger cars generate forces in the order of magnitude of 16,000 kg, while very large rims for trucks, for example, which may have a width of about 1 m, generate forces of about 91,000 kg. This places very high demands on the shape stability of the frame and the guides for the slides arranged therein, in which the sliding shafts are incorporated. In the known device, the slide guides 20 are mounted by milling in the front and rear walls of the frame. In view of the necessary dimensional stability of the frame, the front and rear walls thereof are formed by very thick steel plates, which must be provided with guide slots over a large length. This requires a large number of machining hours and, moreover, a very large milling machine, because, in view of the required accuracy, the guide slots in the front and rear wall must preferably be machined in one set-up. It is true that the frame can also be machined in parts, but this again requires a large number of mounting hours to make the left and right guide strip and the guide slot in the front and rear wall run completely parallel.

Behalve de grote bewerkelijkheid vertoont de bekende inrichting nog het bezwaar dat uitsluitend de bovenste as in een schuine stand ten opzichte van de onderste as kan worden geplaatst ter compensatie van de doorbuiging van de de velgprofileergereedschappen dragende assen 35 als gevolg van de bij het profileren optredende grote krachten.In addition to the high degree of laboriousness, the known device also has the drawback that only the upper shaft can be placed in an oblique position relative to the lower shaft to compensate for the deflection of the shafts 35 carrying the rim profiling tools due to the large occurrence during profiling forces.

8101240 i' t -2-8101240 i -2-

De in de voor- en achterwand van het freem aangebrachte lagers voor de bovenste as zijn daartoe kantelbaar uitgevoerd en het scheefstellen van de bovenste as vindt plaats door middel van twee in de voor- en achterwand gemonteerde schroefspillen. Gebleken is dat alleen het scheefstel-5 len van de alleen bovenste gereedschapsas onvoldoende is om de velg-dikte gelijkmatig te houden. Derhalve is ook een axiale verstelling van het gereedschap noodzakelijk.The bearings for the upper shaft arranged in the front and rear wall of the frame are designed for this purpose and the upper shaft is tilted by means of two screw spindles mounted in the front and rear wall. It has been found that only skewing the upper tool shaft only is insufficient to keep the rim thickness even. Therefore, an axial adjustment of the tool is also necessary.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschafen waarin deze bezwaren zijn ondervangen en is daartoe gekenmerkt doordat de de velg-10 profileerrollen dragende assen elk zijn opgenomen in het ene uiteinde van een zwenkarm/ waarvan het andere uiteinde in het freem is gelagerd.The object of the invention is to provide a device in which these drawbacks are obviated and is to that end characterized in that the shafts carrying the rim-profiling rollers are each accommodated in one end of a pivot arm / the other end of which is mounted in the frame.

Bij het omhoog c.q. omlaag bewegen van de beide gereedschapsassen beschrijven deze een cirkelboog om de lagers van de zwenkarm in het freem. Een dergelijke ophanging van de de velgprofileerrollen dragende assen is 15 volkomen stabiel en de geleidingssleuven in de voor- en achterwand van het freem kunnen dan ook achterwege blijven.When the two tool shafts move up or down, they describe a circular arc around the bearings of the swivel arm in the frame. Such a suspension of the axles carrying the rim profiling rollers is completely stable and the guiding slots in the front and rear walls of the frame can therefore be omitted.

Door de zwenkarmconstructie kan op elegante wijze worden gezorgd voor een scheefstelling van zowel de bovenste als de onderste as.The swivel arm construction allows for an elegant skew of both the upper and the lower shaft.

Daartoe bestaat bij voorkeur de lagering van elke zwenkarm uit sferische 20 lagers, waarvan er een is opgenomen in een excentrische lagerschaal, terwijl het andere lager axiaal verschuifbaar in het freem is gemonteerd. Door een verstelling van deze excentrische lagerschaal komt de as van de zwenkarm scheef in het freem te liggen en aangezien de de velgprofileerrollen dragende assen in het andere uiteinde van de zwenkarm zijn opge-25 nomen, komen ook deze assen scheef in het freem te liggen ter compensatie van de tijdens het velgprofileerproces optredende doorbuiging.To this end, the bearing of each pivot arm preferably consists of spherical bearings, one of which is incorporated in an eccentric bearing shell, while the other bearing is mounted axially displaceable in the frame. Adjustment of this eccentric bearing shell causes the axis of the swivel arm to lie skewed in the frame and since the axles carrying the rim profiling rollers are incorporated in the other end of the swivel arm, these shafts also lie skewed in the frame. compensation of the deflection occurring during the rim profiling process.

De excentrische lagerschalen van de zwenkarmen zijn bij voorkeur aangebracht aan het van de velgprofileerrol afgekeerde einde van de zwenkarm, waardoor een gemakkelijker bediening mogelijk is.The eccentric bearing shells of the swivel arms are preferably arranged at the end of the swivel arm remote from the rim profiling roller, so that easier operation is possible.

20 Om de beide gereedschapsassen gelijktijdig over een gelijke, echter tegengestelde hoek te kunnen verstellen is bij voorkeur een be-dieningsmechanisme aanwezig, verbonden met de beide excentrische lagerschalen.In order to be able to adjust the two tool shafts simultaneously by an equal, but opposite angle, an operating mechanism is preferably provided, connected to the two eccentric bearing shells.

Dit bedieningsmechanisme omvat bij voorkeur één in asrichting 25 verplaatsbare schroefspil, aan één uiteinde waarvan twee schalmen zijn 8101240 » * -3- bevestigd welke respectievelijk scharnierbaar zijn verbonden met de excentrische lagerschalen der béide zwenkarmen, e.e.a. zodanig dat bij axiale verplaatsing van de schroefspil beide excentrische lagerschalen over dezelfde hoek worden versteld.This operating mechanism preferably comprises one screw spindle displaceable in axis direction, at one end of which two links are mounted, which are respectively hingedly connected to the eccentric bearing shells of the two pivot arms, such that in the axial movement of the screw spindle both eccentric bearing shells are adjusted by the same angle.

5 Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een principeschema van een bekende velgprofileerinrich- ting; fig. 2 een achteraanzicht van de inrichting volgens de uitvin-10 ding met weglating van de in fig. 3 weergegeven aandrijving; fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2; fig. 4 een isometrische projectie van de beide zwenkarmen met daarin opgenomen de beide gereedschapsassen, waarbij schematisch de verstelmogelijkheden zijn aangegeven; 15 fig. 5 een doorsnede door een zwenkarmconstructie; fig. 6 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van het bedie-ningsmechanisme voor het gelijktijdig verstellen van de beide zwenkarmen; fig. 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII van fig. 6;An embodiment of the device according to the invention is further elucidated with reference to the drawing. Herein: fig. 1 shows a principle diagram of a known rim profiling device; Fig. 2 is a rear view of the device according to the invention, with the drive shown in Fig. 3 omitted; fig. 3 shows a section according to the line III-III of fig. 2; Fig. 4 is an isometric projection of the two swivel arms with the two tool shafts accommodated therein, wherein the adjustment possibilities are schematically indicated; Fig. 5 is a section through a swivel arm construction; Fig. 6 is a partly sectional view of the operating mechanism for simultaneously adjusting the two pivoting arms; Fig. 7 is a section on the line VII-VII of Fig. 6;

20 fig. 8 een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn VIII-VIIIFig. 8 is a partial cross-section on the line VIII-VIII

in fig. 6.in fig. 6.

In fig. 1 is schematisch een bekende velgprofileerinri dating aangegeven met een bovenste, van een velgprofileergereedschap voorziene as, alsmede een onderste van een dergelijk gereedschap voorziene as.Fig. 1 schematically shows a known rim profiling device with an upper shaft provided with a rim profiling tool and a lower shaft provided with such a tool.

25 Een cilindervormige, tot een velg te profileren ring wordt op het onderste gereedschap aangebracht, waarna de onderste as in bovenwaartse richting wordt verplaatst totdat de beide profileergereedschappen aanliggen op de te profileren velg. De beide gereedschappen worden vervolgens in tegengestelde richting aangedreven, waarbij een profiel in 30 de velg wordt gevormd. De onderste gereedschapsas wordt tijdens het profileren gelijkmatig in bovenwaartse richting verplaatst om de velg het gewenste profiel te geven. De beide gereedschapsassen zijn opgenomen in sleden, die zijn gemonteerd in geleidingssleuven, aangebracht in het freem.A cylindrical rim to be profiled into a rim is placed on the lower tool, after which the lower shaft is moved upwards until the two profiling tools abut the rim to be profiled. The two tools are then driven in the opposite direction, whereby a profile is formed in the rim. The lower tool axis moves evenly upwards during profiling to give the rim the desired profile. Both tool shafts are contained in slides mounted in guide slots mounted in the frame.

35 De inrichting volgens de uitvinding zoals weergegeven in de fign. 2-3 bestaat uit een freem 1 met een achterwand 2. In het freem 8101240 % $ -4- zijn aangebracht een huis 3 voor de bovenste gereedschapsas en een huis 4 voor de onderste gereedschapsas, waarin respectievelijk zijn gelegerd de bovenste gereedschapsas 5 en de onderste gereedschapsas 6. Het huis 3 voor de bovenste gereedschapsas is via een verstelmechanisme 7 ver-5 bonden met het freem 1. Het verstelmechanisme 7 kan via een handwiel 8 worden bediend voor het naar boven of naar beneden bewegen van het huis 3 voor de bovenste gereedschapsas. Het huis 4 voor de onderste gereedschapsas is door middel van een hydraulische cilinder 9 met de basis van het freem 1 verbonden.The device according to the invention as shown in Figs. 2-3 consists of a frame 1 with a rear wall 2. In the frame 8101240% $ -4- are arranged a housing 3 for the upper tool shaft and a housing 4 for the lower tool shaft, in which are mounted the upper tool shaft 5 and the lower tool shaft 6. The housing 3 for the upper tool shaft is connected to the frame 1 via an adjusting mechanism 7. The adjusting mechanism 7 can be operated via a hand wheel 8 for moving the housing 3 up or down for the upper tool spindle. The housing 4 for the lower tool shaft is connected to the base of the frame 1 by means of a hydraulic cylinder 9.

10 Op de achterwand 2 van het freem 1 is een console 10 aangebracht waarop een motor 11 is geplaatst, welke via drijfriemen 12 de aandrijfas 13 voor de bovenste gereedschapsas 5 kan aandrijven. Tussen de aandrijfas 13 en de gereedschapsas 5 is een koppelingsas 14 aangebracht, welke via twee kruiskoppelingen met enerzijds de aandrijfas 13 en ander-15 zijds de gereedschapsas 5 is verbonden. Op dezelfde wijze is aan de onderzijde van de console 10 een motor 15 aangebracht voor het via de drijfriemen 16 aandrijven van de as 17 voor de onderste gereedschapsas 6, waarbij tussen de aandrijfas 17 en de gereedschapsas 6 een koppelas 18 is aangebracht, eveneens voorzien van twee kruiskoppelingen. Op deze 20 wijze kunnen de assen 5 en 6 door de motoren 11 en 15 worden aangedreven ongeacht de positie die de assen 5 en 6 innemen.A bracket 10 is mounted on the rear wall 2 of the frame 1, on which a motor 11 is placed, which can drive the drive shaft 13 for the upper tool shaft 5 via drive belts 12. A coupling shaft 14 is arranged between the drive shaft 13 and the tool shaft 5, which is connected via two universal joints to the drive shaft 13 on the one hand and the tool shaft 5 on the other hand. In the same manner, a motor 15 is arranged on the underside of the console 10 for driving the shaft 17 for the lower tool shaft 6 via the drive belts 16, with a coupling shaft 18, also provided with drive shaft 17, between the drive shaft 17 and the tool shaft 6. two universal joints. In this way, the shafts 5 and 6 can be driven by the motors 11 and 15 regardless of the position of the shafts 5 and 6.

In fig. 2 is met 21 het bedieningsmechanisme voor het in een schuine stand verstellen van de assen 5 en 6 weergegeven. Dit bedieningsmechanisme 21 wordt hierna aan de hand van de fign. 6-8 nader toe-25 gelicht. In fig. 2 zijn verder met stippellijnen de uiterste standen van de assen 5 en 6 aangegeven alsmede twee handwielen 20 voor het verstellen van verder niet weergegeven zijgeleidingen, die aan hun uiteinden zijn voorzien van rollen, die tijdens het aanbrengen van het profiel in de velg op deze velg drukken om het schommelen van de velg 30 tegen te gaan.In Fig. 2, 21 shows the operating mechanism for tilting shafts 5 and 6. This operating mechanism 21 is hereinafter described with reference to Figs. 6-8 explained in more detail. In Fig. 2, dashed lines indicate the extreme positions of the axles 5 and 6, as well as two hand wheels 20 for adjusting side guides (not shown), which are provided at their ends with rollers, which are placed in the rim during the application of the profile press on this rim to prevent rock 30 from rocking.

De zwenkarmconstructie is het duidelijkst weergegeven in de fign. 4 en 5. De onderste gereedschapsas 6 is gelagerd in een als zwenk-arm uitgevoerd huis 4 waarin een evenwijdig aan de gereedschapsas 6 lopende as is opgenomen, die aan de uiteinden 24, 25 in het freem is 35 gelagerd. Op het huis 4 is bij 23 een oog aangebracht om het huis 4 te kunnen verbinden met de hydraulische cilinder 9. In stippellijnen is 8101240 * * -5- de onderste stand van de gereedschapsas 6 aangegeven in welke stand de nog niet geprofileerde velgring op het gereedschap wordt gelegd.The swing arm construction is most clearly shown in Figs. 4 and 5. The lower tool shaft 6 is mounted in a housing 4 designed as a pivot arm, which includes a shaft running parallel to the tool shaft 6, which is mounted in the frame at the ends 24, 25. An eye is provided on the housing 4 at 23 in order to be able to connect the housing 4 to the hydraulic cylinder 9. In dotted lines 8101240 * * -5- the lower position of the tool shaft 6 is indicated in which position the not yet profiled rim ring on the tools are laid.

Van de twee lagers 24, 25 is het achterste lager 25 opgenomen in een excentrische lagerschaal. In de middenstand van deze excentrische lager-5 schaal 25 verloopt de hartlijn van de zwenkarmas volgens de in de tekening met X aangegegeven lijn. Door verdraaiing van de excentrische lagerschaal 25 kantelt de hartlijn X om het vaste lager 24 in benedenwaartse richting. De gekantelde hartlijn X is in de tekening met X aangegeven. Door deze verplaatsing van de hartlijn vanuit de positie X naar Y kan-10 telt ook het op de as 6 aangebrachte profileergereedschap, en wel in dezelfde richting, zodat het gereedschap in bovenwaartse richting beweegt.The rear bearing 25 of the two bearings 24, 25 is accommodated in an eccentric bearing shell. In the central position of this eccentric bearing-5 scale 25, the axis of the pivot arm axis runs along the line indicated with X in the drawing. Rotation of the eccentric bearing shell 25 causes the centerline X to tilt about the fixed bearing 24 in a downward direction. The tilted centerline X is indicated with X in the drawing. Due to this displacement of the center line from the position X to Y kan-10, the profiling tool mounted on the shaft 6 also counts, in the same direction, so that the tool moves in the upward direction.

De bovenste gereedschapsas 5 is in eenzelfde zwenkarmconstructie 3 opgenomen als hierboven beschreven. Bij 22 is een oog aangegeven voor 15 het verbinden van de zwenkarm 3 met het verstelmechanisme 7. De zwenkarmas is bij 27 vast in het freem gelagerd en bij 26 is dit lager wederom in een excentrische lagerschaal opgenomen. De excentrische lager-schalen 25, 26 zijn weliswaar identiek maar tegengesteld gemonteerd, zodat de hartlijn X' van de bovenste zwenkarm vanuit een neutrale stand 20 naar boven wordt gekanteld en dan de positie Y' inneemt, terwijl de hartlijn X van de zwenkarm 4 in benedenwaartse richting kan worden gekanteld. De zwenkarmconstructie is meer gedetailleerd in fig. 5 weergegeven. De zwenkarmconstructie 3 bestaat in hoofdzaak uit een vorkvormig onderdeel, dat aan de voor- en achterzijde is voorzien van uit-25 sparingen voor het opnemen van lagers waarin de gereedschapsas 5 is gemonteerd. Gezien de grote krachten die op de gereedschapsas 5 worden uitgeoefend dienen zowel aan de voor- als aan de achterzijde zware lagers te worden toegepast. Het voorste lager 28 is door middel van een op da as 5 aangebrachte opsluitplaat 29 aan het huis 3 bevestigd.The upper tool shaft 5 is housed in the same swing arm construction 3 as described above. At 22 an eye is indicated for connecting the swivel arm 3 to the adjusting mechanism 7. The swivel arm shaft is fixedly mounted in the frame at 27 and at 26 this bearing is again accommodated in an eccentric bearing shell. The eccentric bearing shells 25, 26 are identical but oppositely mounted, so that the center line X 'of the upper swing arm is tilted upwards from a neutral position 20 and then occupies the position Y', while the center line X of the swing arm 4 can be tilted downwards. The swing arm construction is shown in more detail in Fig. 5. The swing arm construction 3 mainly consists of a fork-shaped part, which is provided at the front and rear with recesses for receiving bearings in which the tool shaft 5 is mounted. In view of the great forces exerted on the tool shaft 5, heavy bearings must be used on both the front and the rear. The front bearing 28 is fixed to the housing 3 by means of a retaining plate 29 arranged on the shaft 5.

30 In de opsluitplaat 29 zijn simmerringen 30 aangebracht. Aan de achterzijde is een achterlager 21 door middel van een opsluitplaat 32 in het huis 3 opgesloten. In de opsluitplaat 32 is eveneens een simmerring 33 aangebracht. Tussen de beide benen van het huis 3 bevindt zich een af-dichtcilinder 34 met een olie-afvoerstomp 35. In het voorste huisgedeel-35 te bevindt zich ter plaatse van het voorste lager 28 een olietoevoer-kanaal 36 en nabij het achterste lager 31 is een olietoevoerkanaal 37 8101240 -6- aangebracht in de opsluitplaat 32. De gereedschapsas 5 is op deze wijze opgesloten in een volledig oliedicht huisgedeelte.Simmer rings 30 are arranged in the retaining plate 29. At the rear, a rear bearing 21 is enclosed in housing 3 by means of a retaining plate 32. A locking ring 33 is also arranged in the retaining plate 32. Between the two legs of the housing 3 there is a sealing cylinder 34 with an oil discharge stub 35. In the front housing part 35, at the location of the front bearing 28, there is an oil supply channel 36 and near the rear bearing 31 an oil supply channel 37 8101240 -6- arranged in the retaining plate 32. The tool shaft 5 is thus enclosed in a completely oil-tight housing section.

De tegenover de gereedschapsas 5 gelegen zijde van het huis 3 is gemonteerd op een zwenkas 38, die in de wanden 1, 2 van het freem is 5 gelegerd. De zwenkarm 3 kan derhalve roteren om de stationaire zwenkas 38. De lagering van de zwenkas 38 is zowel aan de voor- als aan de -achterzijde van een bijzondere constructie, omdat de zwenkas 38 kantel-bewegingen in het freem moet kunnen uitvoeren zoals hierboven aan de hand van fig. 4 uiteengezet. Het voorste lager 27 omvat een zelf-instel-10 lende sferische lagerschaal 39, opgenomen in een concave lagerschaal 40. Het lager is door middel van een opsluitplaat 41 op de zwenkas 39 vastgezet. Het lager 27 kan derhalve als kogelscharnier functioneren, terwijl de lagerschaal 40 in axiale richting verschuifbaar is gemonteerd.The side of the housing 3 opposite the tool shaft 5 is mounted on a pivot shaft 38, which is mounted in the walls 1, 2 of the frame. The pivot arm 3 can therefore rotate about the stationary pivot shaft 38. The bearing of the pivot shaft 38 is on both the front and the rear of a special construction, because the pivot shaft 38 must be able to perform tilting movements in the frame as above. explained in Fig. 4. The front bearing 27 comprises a self-adjusting spherical bearing shell 39, contained in a concave bearing shell 40. The bearing is fixed on the pivot shaft 39 by means of a retaining plate 41. The bearing 27 can therefore function as a ball joint, while the bearing shell 40 is slidably mounted in the axial direction.

Het in de achterwand 2 van het freem aangebrachte lager 26 is 15 van een analoge constructie als het lager 27. Ook in het lager 26 is een zelf-instellende sferische lagerschaal 39 aanwezig, opgenomen in een bijpassende, concave lagerschaal 40, waarbij de bolvozmige schaal 39 door middel van een opsluitplaat 41 op de zwenkas 38 is vastgezet. Om de concave lagerschaal 40 is een excentrische lagerschaal 42 aangebracht, die 20 in een kamer, aangebracht in de wand 2 van het freem, kan roteren. De hartlijn van de excentrische lagerschaal 42 ligt in fig. 5 ongeveer 1 cm beneden de hartlijn van de zwenkas 38. Door de excentrische lagerschaal 42 te roteren kan de hartlijn van de zwenkas 38 derhalve kantelen om het scharnierpunt, dat wordt gevormd door het voorste lager 27.The bearing 26 arranged in the rear wall 2 of the frame is of an analogous construction as the bearing 27. Also in the bearing 26 there is a self-adjusting spherical bearing shell 39, included in a matching concave bearing shell 40, the spherical shell 39 is secured to the pivot shaft 38 by means of a retaining plate 41. An eccentric bearing shell 42 is arranged around the concave bearing shell 40, which can rotate in a chamber arranged in the wall 2 of the frame. The centerline of the eccentric bearing shell 42 in Fig. 5 is approximately 1 cm below the centerline of the pivot shaft 38. Therefore, by rotating the eccentric bearing shell 42, the centerline of the pivot shaft 38 can tilt about the pivot point formed by the front bearing 27.

25 Aangezien de gereedschapsas 5 en de zwenkas 38 in één en hetzelfde huis 3 zijn opgenomen moet de gereedschapsas 5 noodzakelijkerwijze de kantel-beweging van de zwenkas 38 volgen.Since the tool shaft 5 and the pivot shaft 38 are accommodated in one and the same housing 3, the tool shaft 5 must necessarily follow the tilting movement of the pivot shaft 38.

Het bedieningsmechanisme 50 voor het doen kantelen van de zwenkas 38 en de daarmee corresponderende as, behorende bij de onderste 30 gereedschapsas 6 is in de fign. 6 en 7 weergegeven. Op de excentrische lagerschaal 42 (zie fig. 7) is een afstandsring 44 aangebracht, die in axiale richting wordt opgesloten door een op de achterwand 2 van het freem aangebrachte opsluitplaat 43. Op deze afstandsring 44 is een plaat 45 aangebracht die is voorzien van een uitsteeksel 46 (zie fig. 6). 35 De platen 45 voor de bovenste en onderste zwenkas zijn spiegelsymme-trisch gemonteerd. Op de uitsteeksels 46 van de platen 45 zijn respectievelijk de schalmen 47 en 48 aangebracht, die bij 49 respectievelijk 8101240 -7- 50 scharnierbaar zijn verbonden met de uitsteeksels 46 van de beide platen 45. Tegenover de scharnierpunten 49 respectievelijk 50 zijn de schalmen 47, 48 verbonden met een gemeenschappelijke pen 51. De pen 51 is opgenomen in een beugel 52, waaraan een draadstang 53 is beves-5 tigd, die is opgenomen in een draadbus 54, welke verdraaibaar in een zijwand van het freem is opgenomen. Op de draadbus 54 is een handwiel 55 bevestigd, waarmee de draadstang 53 in axiale richting kan worden verplaatst. Op de draadstang 53 is verder een borgring 56 aangebracht voor het vastzetten van het handwiel 55 en derhalve van de draadstang. 10 In fig. 6 is het bedieningsmechanisme 50 in de middenpositie aangegeven, dat wil zeggen een positie waarin de beide gereedschaps-assen 5 en 6 zuiver horizontaal in het freem 1 zijn gelegen.The operating mechanism 50 for tilting the pivot shaft 38 and the corresponding shaft associated with the lower tool shaft 6 is shown in Figs. 6 and 7 are shown. A spacer ring 44 is arranged on the eccentric bearing shell 42 (see Fig. 7), which is enclosed in axial direction by a retaining plate 43 arranged on the rear wall 2 of the frame. On this spacer ring 44 a plate 45 is provided which is provided with a protrusion 46 (see fig. 6). The plates 45 for the top and bottom pivot axis are mounted mirror-symmetrically. The projections 46 of the plates 45 are provided with the links 47 and 48 respectively, which are hingedly connected at 49 and 8101240 -7- 50 respectively to the projections 46 of the two plates 45. Opposite the pivot points 49 and 50 respectively, the links 47, 48 connected to a common pin 51. The pin 51 is received in a bracket 52, to which is attached a threaded rod 53, which is received in a threaded bush 54, which is rotatably received in a side wall of the frame. A handwheel 55 is mounted on the threaded bush 54, with which the threaded rod 53 can be moved in the axial direction. A threaded ring 56 is further arranged on the threaded rod 53 for securing the handwheel 55 and thus the threaded rod. In Fig. 6, the operating mechanism 50 is shown in the middle position, that is to say a position in which the two tool shafts 5 and 6 are situated exactly horizontally in the frame 1.

Door verdraaiing van het handwiel 55 zodanig dat de draadstang 53 in de tekening naar beneden verschuift worden de beide platen 45 en der-15 halve de daarmee verbonden excentrische lagerschalen 42 in tegengestelde richting verdraaid waarbij de uiteinden van de assen 38 naar elkaar toe bewegen en derhalve de uiteinden van de gereedschapsassen 5, 6 van elkaar af zullen bewegen. Bij verdraaiing van het handwiel in tegengestelde richting verschuift de draadstang 53 in de tekening 20 naar boven, verschuiven derhalve de uiteinden van de zwenkarmassen 38 van elkaar af en de uiteinden van de gereedschapsassen 5, 6 naar elkaar toe, en wel over exact dezelfde hoek. Zoals boven reeds aangegeven kan daardoor een compensatie van de doorbuiging van de gereedschapsassen worden verkregen die leidt tot een volkomen symmetrische, geprofileerde 25 velg.By turning the hand wheel 55 such that the threaded rod 53 shifts downwards in the drawing, the two plates 45 and therefore the eccentric bearing shells 42 connected thereto are rotated in the opposite direction, the ends of the shafts 38 moving towards each other and therefore the ends of the tool shafts 5, 6 will move away from each other. When the handwheel is turned in the opposite direction, the threaded rod 53 in the drawing 20 moves upwards, therefore the ends of the pivot arm shafts 38 move away from each other and the ends of the tool shafts 5, 6 towards each other, at exactly the same angle. As already indicated above, a compensation of the deflection of the tool shafts can thereby be obtained, which results in a perfectly symmetrical, profiled rim.

De bovenbeschreven zwenkarmconstructie levert nog het voordeel op dat de hoekverdraaiing van de zwenkas 38 een maat is voor de weg die de onderste gereedschapsas 6 in verticale richting heeft afgelegd, zulks onder invloed van de hydraulische cilinder 9. Om een snelle laad-30 loscyclus te krijgen en een tijdige overschakeling van een hoge verplaats ings snelheid van de onderste gereedschapsas op een lagere snelheid, aan te houden tijdens het profileren van de velg wordt de zwenkas 38, behorende bij de onderste gereedschapsas 6 voorzien van een asstomp 60 (zie fig. 8) waarop een aantal schakelnokken 61-63 worden 35 vastgezet. Tijdens het verdraaien van de zwenkas en derhalve van de asstomp 60 kunnen de schakelnokken 61-63 in contact worden gebracht 8101240 -8- met op een geschikte plaats aangebrachte eindschakelaars 64, 65 en 66, waarbij de schakelnok 61 in samenwerking met de eindschakelaar 64 bijvoorbeeld de voedingssnelheid tijdens het profileerproces inschakelt, de schakelnok 62 in samenwerking met de eindschakelaar 65 een hogere 5 positioneersnelheid voor het omhoogbewegen van de onderste gereedschaps-as kan inschakelen en de schakelnok 63 in samenwerking met de eindschakelaar 66 eveneens een verhoogde positioneersnelheid kan inschakelen, echter in de benedenwaartse richting.The above-described swing arm construction provides the additional advantage that the angular rotation of the swing shaft 38 is a measure of the path traveled by the lower tool shaft 6 in the vertical direction, under the influence of the hydraulic cylinder 9. To obtain a fast loading-unloading cycle and to maintain a timely transition from a high displacement speed of the lower tool shaft to a lower speed, while profiling the rim, the pivot shaft 38 associated with the lower tool shaft 6 is provided with an axle stub 60 (see fig. 8) on which a number of switching cams 61-63 are fixed. During the rotation of the pivot shaft and thus of the stub axle 60, the switching cams 61-63 can be brought into contact with a suitable position of limit switches 64, 65 and 66, the switching cam 61 in conjunction with the limit switch 64, for example 8101240 -8-. switches on the feed speed during the profiling process, the switching cam 62 in conjunction with the limit switch 65 can switch on a higher positioning speed for raising the lower tool axis and the switching cam 63 in cooperation with the limit switch 66 can also switch on an increased positioning speed, however the downward direction.

Het bedieningsmechanisme 50 zal doorgaans zodanig worden versteld 10 dat de op de gereedschapsassen 5, 6 aangebrachte velgprofileergereed-schappen een scherpe hoek insluiten en naar elkaar toewijzen, zulks ter compensatie van de bij het profileren optredende doorbuiging van de gereedschapsassen. Het bedieningsmechanisme 50 geeft echter ook de mogelijkheid om de op de assen 5 en 6 geplaatste profileergereedschap-15 pen te doen divergeren, waardoor een compensatiemogelijkheid wordt verkregen bij optredende gereedschapsafwijkingen.The operating mechanism 50 will generally be adjusted so that the rim profiling tools mounted on the tool shafts 5, 6 enclose an acute angle and point them towards each other, to compensate for the deflection of the tool shafts occurring during profiling. However, the operating mechanism 50 also makes it possible to diverge the profiling tools 15 placed on the shafts 5 and 6, whereby compensation is obtained in the event of tool deviations occurring.

Si 0 1 2 40Si 0 1 2 40

Claims

1. Rim profiling device, mainly consisting of a frame with two axles placed above one another, which can be driven and which can be moved in a virtually vertical direction, for mounting rim profiling tools or rollers thereon, the lower axis being connected to a hydraulic cylinder with respect to of the upper axle is movable, while the upper axle is tiltable in the plane passing through the two axles to compensate for the deflection of both axles during the rim profiling process, characterized in that the axles carrying the rim profiling rollers are each incorporated in the one end of a swivel arm, the other end of which is mounted in the frame.

Device according to claim 1, characterized in that the center line of the bearing of the pivot arm is adjustable in the frame.

3. Device according to claims 1-2, characterized in that the bearing of each pivot arm consists of spherical bearings, one of which is received in an eccentric bearing shell, while the other bearing is mounted axially displaceable in the frame.

3 -9-

4. Device as claimed in claims 1-3, characterized in that the eccentric bearing shells of the two pivot arms are arranged at the end of the pivot arm remote from the rim profiling roller.

5. Device as claimed in claims 1-4, characterized in that an operating mechanism is present, connected to the two eccentric bearing shells for simultaneously rotating in opposite direction.

6. Device according to claims 1-5, characterized in that the operating mechanism comprises a screw spindle displaceable in axis direction, on one. the end of which two links are mounted, which are respectively hingedly connected to the eccentric bearing shells of the two pivot arms, all this in such a way that when the screw spindle is axially displaced, both eccentric bearing shells are adjusted by an equal angle. 8101240 * * ό -ιόν. Device according to claims 1-6, characterized in that a series of switching cams is arranged on the axis of a pivoting arm, the ends of which can actuate a series of limit switches when the pivoting arm axis is rotated, which limit switches are included in a control circuit for controlling the hydraulic cylinder associated with the lower tool shaft. 81 01 240