NL8201224A - Resinous materials which are curable by means of an transesterification hardening mechanism. - Google Patents

Resinous materials which are curable by means of an transesterification hardening mechanism. Download PDF

Info

Publication number
NL8201224A
NL8201224A NL8201224A NL8201224A NL8201224A NL 8201224 A NL8201224 A NL 8201224A NL 8201224 A NL8201224 A NL 8201224A NL 8201224 A NL8201224 A NL 8201224A NL 8201224 A NL8201224 A NL 8201224A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
material according
acid
groups
polyol
linking agent
Prior art date
Application number
NL8201224A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Ppg Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/288,239 external-priority patent/US4489182A/en
Priority claimed from US06/288,241 external-priority patent/US4423168A/en
Priority claimed from US06/288,238 external-priority patent/US4423167A/en
Priority claimed from US06/288,240 external-priority patent/US4423169A/en
Application filed by Ppg Industries Inc filed Critical Ppg Industries Inc
Publication of NL8201224A publication Critical patent/NL8201224A/en

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D167/00Coating compositions based on polyesters obtained by reactions forming a carboxylic ester link in the main chain; Coating compositions based on derivatives of such polymers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08GMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED OTHERWISE THAN BY REACTIONS ONLY INVOLVING UNSATURATED CARBON-TO-CARBON BONDS
    • C08G63/00Macromolecular compounds obtained by reactions forming a carboxylic ester link in the main chain of the macromolecule
    • C08G63/02Polyesters derived from hydroxycarboxylic acids or from polycarboxylic acids and polyhydroxy compounds
    • C08G63/12Polyesters derived from hydroxycarboxylic acids or from polycarboxylic acids and polyhydroxy compounds derived from polycarboxylic acids and polyhydroxy compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D163/00Coating compositions based on epoxy resins; Coating compositions based on derivatives of epoxy resins
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D201/00Coating compositions based on unspecified macromolecular compounds
    • C09D201/02Coating compositions based on unspecified macromolecular compounds characterised by the presence of specified groups, e.g. terminal or pendant functional groups
    • C09D201/06Coating compositions based on unspecified macromolecular compounds characterised by the presence of specified groups, e.g. terminal or pendant functional groups containing oxygen atoms
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D5/00Coating compositions, e.g. paints, varnishes or lacquers, characterised by their physical nature or the effects produced; Filling pastes
    • C09D5/44Coating compositions, e.g. paints, varnishes or lacquers, characterised by their physical nature or the effects produced; Filling pastes for electrophoretic applications
    • C09D5/4488Cathodic paints
    • C09D5/4496Cathodic paints characterised by the nature of the curing agents

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Epoxy Resins (AREA)

Description

- 1 - ' .....................χ...............- 1 - '..................... χ ...............

f Harsachtige materialen die hardbaar zijn door middel van ' een omesteringshardingsmechanisme.Resin-like materials curable by means of a transesterification curing mechanism.

tt

De onderhavige uitvinding heeft be-trekking op door warmte hardbare harsachtige bekledingsmate-rialen en op het gebruik van deze bekledingsmaterialen bij kationische elektrolytische afzetting. Meer in het bijzonder 5 heeft de onderhavige uitvinding betrekking op harsachtige be-kledingsmaterialen die harden door middel van een omesterings-reactie.The present invention relates to heat curable resinous coating materials and to the use of these coating materials in cationic electrolytic deposition. More particularly, the present invention relates to resinous coating materials which cure by a transesterification reaction.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.937.679 beschrijft kationische door warmte hardbare hars-10 achtige bekledingsmaterialen zoals hydroxylgroephoudende polymeren en combinatie met aminoplast-hars-haringsmiddelen.U.S. Patent 3,937,679 describes cationic heat curable resin-like coating materials such as hydroxyl group containing polymers and combination with aminoplast resin curing agents.

Deze materialen kunnen worden gebruikt in een elektrolytische afzettingswerkwijze, waarbij zij zich afzetten op de kathode, en na harding deklagen met uitstekende eigenschappen opleveren.These materials can be used in an electrolytic deposition process, depositing on the cathode and yielding coatings with excellent properties after curing.

15 Bekledingsmaterialen die gebruikmaken van aminoplast harden het best in een zuur milieu. De afzetting op de kathode is echter basisch en er moeten hoge hardingstemperaturen worden gebruikt om het ongunstige hardingsmilieu te overwinnen.Coating materials using aminoplast are best cured in an acidic environment. However, the deposition on the cathode is basic and high curing temperatures must be used to overcome the unfavorable curing environment.

Het Amerikaanse octrooischrift 20 4.101.486 is soortgelijk aan het genoemde Amerikaanse octrooi schrift 3.937.679 in die zin dat daarin de kationische elektrolytische afzetting van hydroxylgroepbevattende polymeren wordt beschreven. Het hardingsmiddel is echter een geblok-keerd isocyanaat. Bekledingsmaterialen gebruikmakend van ge-25 blokkeerde isocyanaten harden zeer goed bij betrekkelijk lage temperaturen in een basisch milieu en worden tegenwoordig veel gebruikt bij de industriele kationische elektrolytische afzetting. Voorbeelden van kationische elektrolytisch afzet-^ bare materialen die industrieel gebruikt worden zijn die be- 30 schreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.031.050 en 8201224 ί fr - 2 - 4.190.567 en het Duitse Offenlegungsschrift 2.752.255. Of-schoon op uitgebreide schaal gebruikt in de gehele elektro-lytische afzettingsindustrie zijn geblokkeerde isocyanaat-houdende materialen ongewenst uit het oogpunt van het isocya-5 naat, sommige waarvan onwenselijk te zijn in de hantering.U.S. Patent No. 4,101,486 is similar to said U.S. Patent No. 3,937,679 in that it describes the cationic electrolytic deposition of hydroxyl group-containing polymers. The curing agent, however, is a blocked isocyanate. Coating materials using blocked isocyanates cure very well at relatively low temperatures in a basic medium and are widely used today in industrial cationic electrolytic deposition. Examples of cationic electrolytically deposable materials which are used industrially are those described in U.S. Pat. Nos. 4,031,050 and 8201224 Fr - 2 - 4,190,567 and German Offenlegungsschrift 2,752,255. Although widely used throughout the electrolytic deposition industry, blocked isocyanate-containing materials are undesirable from the viewpoint of the isocyanate, some of which are undesirable in handling.

De Europese octrooiaanvrage 0 012 463 beschrijft thermohardende harsachtige bekledingsmaterialen die harden door middel van een omesteringsreactie. Het harsachtige bindmiddel van het bekledingsmateriaal omvat een hydroxylhou-10 dend polymeer en een verknopingsmiddel dat een polyester is die twee of meer β-hydroxyestergroepen per molecuul bevat. Het bekledingsmateriaal kan kationisch worden gemaakt en worden gebruikt voor elektrolytische afzetting.European patent application 0 012 463 describes thermosetting resinous coating materials which cure by means of a transesterification reaction. The resinous binder of the coating material includes a hydroxyl-containing polymer and a cross-linking agent which is a polyester containing two or more β-hydroxy ester groups per molecule. The coating material can be made cationic and used for electrolytic deposition.

Het is bekend dat esters die β-hydroxy-15 alkylgroepen bevatten zeer snel omesteren. Zie bijvoorbeeld J. Prakt. Chem.'312 (1970), 660-668. De Europese octrooiaanvrage 0 012 463 leert echter dat polyesters die geen β-hydroxyestergroepen maar in plaats daarvan eenvoudige estergroepen bevatten, zoals methylesters of butylesters, niet zo gemakke-20 lijk omesteren en te traag zijn om voldoende verknoping te be-werkstelligen onder aanvaardbare omstandigheden.It is known that esters containing β-hydroxy-15 alkyl groups transesterify very quickly. See, for example, J. Prakt. Chem. 312 (1970), 660-668. European patent application 0 012 463 teaches, however, that polyesters which do not contain β-hydroxy ester groups but instead simple ester groups, such as methyl esters or butyl esters, are not as easy to transesterify and are too slow to effect sufficient cross-linking under acceptable conditions.

Verrassenderwij s is gevonden dat bekledingsmaterialen die hydroxylgroep bevattende polymeren en een polyester-verknopingsmiddel dat geen β-hydroxyestergroepen be-25 vat omvatten zeer doeltreffend kunnen worden gehard.Surprisingly, it has been found that coating materials comprising hydroxyl group-containing polymers and a polyester cross-linking agent not containing β-hydroxy ester groups can be cured very effectively.

Het is een doel van de uitvinding door warmte hardbare bekledingsmaterialen te verschaffen die zeer doeltreffend kunnen worden gevormd onder vorming van oplos-middel-bestendige deklagen.It is an object of the invention to provide heat curable coating materials which can be formed very efficiently to form solvent resistant coatings.

30 Volgens de uitvinding werd een bekle dingsmateriaal dat door warmte hardbaar is onder verschaffing van een oplosmiddel-bestendige deklaag verschaft. Het bekledingsmateriaal omvat als harsvormig bindmiddel: (A) een polymere polyol, 35 (B) een polyesterverknopingsmiddel met ten minste twee gesubstitueerde estergroepen per molecuul, en 8201224 * it 4 - 3 - (C) een omesteringskatalysator.According to the invention, a heat curable coating material was provided to provide a solvent resistant coating. The coating material comprises as a resinous binder: (A) a polymeric polyol, (B) a polyester cross-linking agent with at least two substituted ester groups per molecule, and 8201224 * 4 - 3 - (C) a transesterification catalyst.

De substituenten aan de estergroep wor-den gekozen uit de klasse bestaande uit β-alkoxyestergroepen, β-estergroepen, β-amidogroepen, γ-hydroxygroepen, γ-ester-5 groepen en δ-hydroxygroepen.The substituents on the ester group are selected from the class consisting of β-alkoxyester groups, β-ester groups, β-amido groups, γ-hydroxy groups, γ-ester-5 groups and δ-hydroxy groups.

De bekledingsmaterialen kunnen kationisch van karakter gemaakt worden bijvoorbeeld door gebruikmaking van een polymere polyol welke kationische zoutgroepen bevat, het harsachtige bindmiddel in water gedispergeerd en de waterige 10 dispersie gebruikt in een kationische elektrolytische afzet-tingswerkwijze.The coating materials can be made cationic in nature, for example, by using a polymeric polyol containing cationic salt groups, dispersing the resinous binder in water and using the aqueous dispersion in a cationic electrolytic deposition process.

De polymere polyolcomponent van de bekledingsmaterialen kan worden gekozen uit een grote verschei-denheid van hydroxylgroep bevattende polymeren, zoals alkyd-15 harsen, polyesterharsen, hydroxyIgroepbevattende aerylpoly- meren, hydroxylgroepbevattende epoxyharsen en hydroxylgroep bevattende harsen die zijn afgeleid van epoxyharsen, zoals p olyepoxyde-amine-adducten.The polymeric polyol component of the coating materials can be selected from a wide variety of hydroxyl group-containing polymers, such as alkyd resins, polyester resins, hydroxy group-containing aeryl polymers, hydroxyl group-containing epoxy resins, and hydroxyl group-containing resins derived from epoxy resins, such as polyoxyde amine -adducts.

De molecuulgewichten van de polymere 20 polyolen kunnen varieren over een breed traject afhankelijk van het type en afhankelijk van de vraag of het bekledingsma-teriaal gebaseerd is op een organisch oplosmiddel of water en ook afhankelijk van de gewenste gedragskarakteristieken van de deklaag. Polyester-, epoxy- en alkydharsen kunnen molecuul-25 gewichten benedenwaarts tot ongeveer 500 en opwaarts tot onge- veer 10.000 hebben, bij voorkeur zijn de molecuulgewichten gewoonlijk in het traject van ongeveer 1000 tot 5000; waarbij de molecuulgewichten op gewichts-gemiddelde basis zijn en be-trokken zijn op polystyreen, als bepaald door gelpermeatie-30 chromatografie. Acrylpolymeren daarentegen kunnen molecuul gewichten opwaarts tot ongeveer 100.000 hebben en zullen gewoonlijk in het traject van ongeveer 5000 tot 50.000 zijn op gewichtsgemiddelde basis ten opzichte van polystyreen, als bepaald door gelpermeatiechromatografie.The molecular weights of the polymeric polyols can vary over a wide range depending on the type and depending on whether the coating material is based on an organic solvent or water and also depending on the desired performance characteristics of the coating. Polyester, epoxy and alkyd resins can have molecular weights down to about 500 and up to about 10,000, preferably the molecular weights are usually in the range of from about 1000 to 5000; wherein the molecular weights are on a weight average basis and are based on polystyrene as determined by gel permeation chromatography. Acrylic polymers, on the other hand, can have molecular weights up to about 100,000 and will usually be in the range of about 5000 to 50,000 on a weight average basis over polystyrene as determined by gel permeation chromatography.

35 Het hydroxylgehalte van de polymere polyol dient voldoende te zijn opdat wanneer de polyol in com- 8201224 I * i s - 4 - binatie met het hardingsmiddel is het materiaal zal harden tot een oplosmiddelbestendige deklaag. In het algemeen zal het hy-droxylgetal van de polymere polyol ten minste ongeveer 170 zijn en bij voorkeur in het traject van ongeveer 180 tot 300, 5 gebaseerd op de vaste stoffen in de hars.The hydroxyl content of the polymeric polyol should be sufficient that when the polyol is in combination with the curing agent, the material will cure to a solvent resistant coating. Generally, the hydroxyl number of the polymeric polyol will be at least about 170, and preferably in the range of about 180 to 300.5 based on the solids in the resin.

Een voorkeursklasse van polymere polyolen zijn hydroxy1groepbevattende epoxyharsen of harsen die zijn afgeleid van epoxyharsen, zoals polyepoxy-amine-adducten welke bijzondere voorkeur verdienen. De epoxyharsen die in de prak-10 tijk van de uitvinding gebruikt kunnen worden zijn polyepoxy- den, dat wil zeggen polymeren met een 1,2-epoxy-equivalentie groter dan 1, bij voorkeur ongeveer 2 of meer. De voorkeur wordt gegeven aan polyepoxyden die difunctioneel zijn met betrekking tot epoxy. De geprefereerde polyepoxyden zijn polyglycidyl-15 ethers van cyclische polyolen. Bijzondere voorkeur verdienen polyglycidylethers van polyfenolen zoals bisfenol A. Voorbeel-den van polyepoxyden worden gegeven in het Amerikaanse octrooi-schrift 4.260.716, kolom 3, regel 20 tot kolom 4, regel 30.A preferred class of polymeric polyols are hydroxy group-containing epoxy resins or resins derived from epoxy resins, such as particularly preferred polyepoxyamine adducts. The epoxy resins that can be used in the practice of the invention are polyepoxides, that is, polymers with a 1,2-epoxy equivalent greater than 1, preferably about 2 or more. Preference is given to polyepoxides which are difunctional with respect to epoxy. The preferred polyepoxides are polyglycidyl-15 ethers of cyclic polyols. Particular preference is given to polyglycidyl ethers of polyphenols such as bisphenol A. Examples of polyepoxides are given in U.S. Patent 4,260,716, column 3, line 20 to column 4, line 30.

Behalve de hierboven genoemde epoxyhar-20 sen zijn andere epoxyhoudende polymeren die gebruikt kunnen worden acrylpolymeren die epoxygroepen bevatten. Deze polymeren worden gevormd door polymerisatie van een onverzadigd epoxygroephoudend monomeer zoals glycidylacrylaat of -methacry-laat met §dn of meer andere polymeriseerbare ethenisch onver-25 zadigde monomeren. Voorbeelden van deze polymeren worden be-schreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.001.156, kolom 3, regel 59 tot kolom 5, regel 60.In addition to the above-mentioned epoxy resins, other epoxy-containing polymers that can be used are acrylic polymers containing epoxy groups. These polymers are formed by polymerizing an unsaturated epoxy group-containing monomer such as glycidyl acrylate or methacrylate with one or more other polymerizable ethylenically unsaturated monomers. Examples of these polymers are described in U.S. Patent 4,001,156, column 3, line 59 to column 5, line 60.

Behalve de hierboven genoemde hydroxyl-houdende epoxyharsen kunnen ook hydroxylgroepbevattende poly-30 meren afgeleid van epoxyharsen, zoals polyepoxyde-amine-adduc-ten, worden gebruikt. Voorbeelden van amines zijn ammoniak, primaire, secundaire en tertiaire amines en mengsels daarvan.In addition to the above-mentioned hydroxyl-containing epoxy resins, hydroxyl group-containing polymers derived from epoxy resins, such as polyepoxide amine adducts, can also be used. Examples of amines are ammonia, primary, secondary and tertiary amines and mixtures thereof.

Het reactieprodukt van het epoxyde en het amine kan ten minste gedeeltelijk worden geneutraliseerd met een zuur ter vorming 35 van een polymeer produkt dat aminezout- en/of kwaternaire ammoniumzout-groepen bevat. Reactie-omstandigheden van poly- 8201224 - 5 - epoxyden met amines, voorbeelden van diverse amines en ten minste gedeeltelijke neutralisering met zuur worden beschre-ven in het Amerikaanse octrooischrift 4.260.720, kolom 5, regel 20 tot kolom 7, regel 4.The reaction product of the epoxide and amine can be at least partially neutralized with an acid to form a polymer product containing amine salt and / or quaternary ammonium salt groups. Reaction conditions of polyoxygen with amines, examples of various amines, and at least partial neutralization with acid are described in U.S. Patent 4,260,720, column 5, line 20 to column 7, line 4.

5 Ook worden diverse polyepoxyde-amine- adducten beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0 012 463.Various polyepoxide amine adducts are also described in European patent application 0 012 463.

Met betrekking tot de hoeveelheid orga-nisch amine en polyepoxyde welke men met elkaar kan laten rea-geren, de relatieve hoeveelheden hangen af van de gewenste ma-10 te van kationische zoutgroepvorming en deze zal weer afhangen van het molecuulgewicht van het polymeer. De mate van kationische zoutgroepvorming en het molecuulgewicht van het re-actieprodukt dienen zodanig te worden gekozen dat wanneer men het kationische polymeer mengt met waterig medium een stabiele 15 dispersie gevormd zal worden. Een stabiele dispersie is een dispersie welke niet uitzakt of welke gemakkelijk dispergeer-baar is indien enige sedimentatie plaats vindt. Daarnaast dient de dispersie van voldoende kationisch karakter te zijn om de gedispergeerde harsdeeltjes te laten migreren naar de kathode 20 wanneer een elektrische potentiaal wordt aangelegd tussen een anode en een kathode die in.een waterige dispersie gedom-peld zijn.Regarding the amount of organic amine and polyepoxide that can be reacted with each other, the relative amounts depend on the desired degree of cationic salt group formation and will again depend on the molecular weight of the polymer. The degree of cationic salt group formation and the molecular weight of the reaction product should be chosen such that when the cationic polymer is mixed with aqueous medium a stable dispersion will be formed. A stable dispersion is a dispersion that does not settle or is easily dispersible if any sedimentation takes place. In addition, the dispersion should be of sufficient cationic nature to allow the dispersed resin particles to migrate to the cathode 20 when an electrical potential is applied between an anode and a cathode dipped in an aqueous dispersion.

Ook dient het molecuulgewicht, de struc-tuur en de mate-van kationische zoutgroepvorming zodanig te 25 worden geregeld dat de gedispergeerde hars de gewenste stro- ming zal hebben om een laag te vormen op het substraat; in het geval van elektrolytische afzetting om een laag te vormen op de kathode. Deze laag dient ongevoelig te zijn voor vocht in die mate dat zij niet opnieuw zal oplossen in het elektroly-30 tische afzettingsbad of wordt weggespoeld van het beklede op- pervlak na verwijdering uit het bad.Also, the molecular weight, structure and degree of cationic salt group formation should be controlled so that the dispersed resin will have the desired flow to layer on the substrate; in the case of electrolytic deposition to form a layer on the cathode. This layer should be insensitive to moisture to the extent that it will not redissolve in the electrolytic deposition bath or be rinsed away from the coated surface after removal from the bath.

In het algemeen zullen de meeste van de kationische polymeren die bruikbaar zijn in de praktijk van de uitvinding gemiddelde molecuulgewichten hebben binnen het 35 traject van ongeveer 500 tot 100.000 en ongeveer 0,01 tot 10, bij voorkeur ongeveer 0,1 tot 5,0, bij voorkeur ongeveer 0,3 8201224 - 6 - tot 3,0 milli-equivalenten kationische groep per gram vaste stof in de hars bevatten. Het is duidelijk dat men zijn deskun-digheid moet toepassen om het molecuulgewicht te koppelen met het kationgroepgehalte om tot een bevredigend polymeer te 5 komen. De polyglycidylethers zullen molecuulgewichten van on-geveer 500 tot 10.000, bij voorkeur 1000 tot 5000 hebben. Acrylpolymeren daarentegen zullen molecuulgewichten opwaarts tot 100.000, bij voorkeur 5000 tot 50.000 hebben.Generally, most of the cationic polymers useful in the practice of the invention will have average molecular weights within the range of about 500 to 100,000 and about 0.01 to 10, preferably about 0.1 to 5.0, preferably about 0.3-8201224-6 to 3.0 milliequivalents of cationic group per gram of solid in the resin. Obviously, one has to use his skill to couple the molecular weight with the cation group content to get a satisfactory polymer. The polyglycidyl ethers will have molecular weights of about 500 to 10,000, preferably 1,000 to 5,000. Acrylic polymers, on the other hand, will have molecular weights up to 100,000, preferably 5,000 to 50,000.

Naast epoxyharsen en van epoxyharsen 10 afgeleide harsen kunnen ook andere hydroxylgroepbevattende polymeren, zoals alkydharsen, polyesterharsen en hydroxylgroepbevattende acrylpolymeren worden gebruikt in de praktijk van de uitvinding. Voorbeelden van deze polymeren en de kationische elektrolytisch afzetbare derivaten daarvan worden 15 bijvoorbeeld gegeven in het Britse octrooischrift 1.303.480 (hydroxylgroepbevattende acrylpolymeren en polyesters) en het Britse octrooischrift 1.159.390 (hydroxylgroepbevattende acrylpolymeren).In addition to epoxy resins and epoxy resins derived from them, other hydroxyl group-containing polymers such as alkyd resins, polyester resins and hydroxyl group-containing acrylic polymers can also be used in the practice of the invention. Examples of these polymers and the cationic electrolytically deposable derivatives thereof are given, for example, in British Patent 1,303,480 (hydroxyl group-containing acrylic polymers and polyesters) and British Patent 1,159,390 (hydroxyl group-containing acrylic polymers).

Behalve de kationische polymeren die be-20 doeld zijn om op water gebaseerde bekledingsmaterialen te vormen die gebruikt kunnen worden voor bekledingsdoeleinden, zoals elektrolytische afzetting, spreekt het natuurlijk van zelf dat ook bekledingsmaterialen op basis van organisch oplos-middel waarbij gebruik gemaakt wordt van de bovengenoemde poly-25 meren zonder kationische zoutgroepen gebruikt kunnen worden.In addition to the cationic polymers that are intended to form water-based coatings that can be used for coating purposes, such as electrolytic deposition, it goes without saying that organic solvent-based coatings using the above-mentioned polymers without cationic salt groups can be used.

Het samenstellen van bekledingsmaterialen met zulke polymeren is algemeeh bekend en behoeft niet verder in detail te worden beschreven.The composition of coating materials with such polymers is generally known and need not be described in further detail.

Het verknopingsmiddel. van het bekledings-30 materiaal is een polyester die ten minste twee gesubstitueer-de estergroepen per molecuul bevat en is nagenoeg vrij van polyesters met meer dan eSn g-hydroxyestergroep per molecuul. Met nagenoeg vrij wordt bedoeld dat de g-hydroxyestergroepen aanwezig zijn in hoeveelheden kleiner dan die welke voldoende 35 zijn om een geharde deklaag te krijgen door deze groepen zelf, dat wil zeggen een deklaag die 40 dubbele wrijvingen met ace- 8201224 / » - 7 - ton als hieronder beschreven kan doorstaan. In het algemeen zullen de β-hydroxyestergroepen aanwezig zijn in hoeveelheden van minder dan 5 en bij voorkeur minder dan 2 gew.%, berekend als het gewicht aan β-hydroxyestergroepen betrokken op het 5 totale gewicht. van het verknopingsmiddel. Gewoonlijk zijn de verknopingsmiddelen volgens de uitvinding volledig vrij van β-hydroxyestergroepen.The cross-linking agent. of the coating material is a polyester containing at least two substituted ester groups per molecule and is substantially free of polyesters having more than eSn g-hydroxyester group per molecule. By substantially free it is meant that the g-hydroxy ester groups are present in amounts smaller than those sufficient to obtain a cured coating by these groups themselves, ie a coating containing 40 double rubs with ace-8201224 / »- 7 - tons as described below. Generally, the β-hydroxy ester groups will be present in amounts of less than 5 and preferably less than 2 wt%, calculated as the weight of β-hydroxy ester groups based on the total weight. of the cross-linking agent. Usually, the cross-linking agents of the invention are completely free of β-hydroxy ester groups.

De substituenten en de estergroep wor-den gekozen uit de klasse bestaande uit β-alkoxyestergroepen, 10 β-estergroepen, β-amido-groepen, γ-hydroxygroepen, γ-ester-groepen en δ-hydroxygroepen. Voorbeelden van geschikte verknopingsmiddelen zijn die welke ten minste twee β-alkoxyestergroepen per molecuul bevatten, zoals die gevormd door een poly-carbonzuur of een functioneel equivalent daarvan te laten rea-15 geren met een of meer 1,2-polyol-monoethers. Voorbeelden van geschikte polycarbonzuren omvatten dicarbonzuren, zoals ver-zadigde alifatische dicarbonzuren, bijvoorbeeld adipinezuur en azelainezuur; aromatische. zuren, zoals ftaalzuur; ethenisch onverzadigde dicarbonzuren, zoals fumaarzuur en itaconzuur.The substituents and the ester group are selected from the class consisting of β-alkoxyester groups, β-ester groups, β-amido groups, γ-hydroxy groups, γ-ester groups and δ-hydroxy groups. Examples of suitable cross-linking agents are those containing at least two β-alkoxyester groups per molecule, such as those formed by reacting a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof with one or more 1,2-polyol monoethers. Examples of suitable polycarboxylic acids include dicarboxylic acids, such as saturated aliphatic dicarboxylic acids, for example, adipic acid and azelaic acid; aromatic. acids, such as phthalic acid; ethylenically unsaturated dicarboxylic acids, such as fumaric acid and itaconic acid.

20 Behalve de zuren zelf kunnen functione- le equivalenten van de zuren, zoals anhydriden wanneer deze bestaan en lagere alkyl (Cj-C^) esters van de zuren worden gebruikt. Voorbeelden omvatten barnsteenzuuranhydride, ftaalzuur anhydride en maleinezuuranhydride.In addition to the acids themselves, functional equivalents of the acids, such as anhydrides when they exist and lower alkyl (C 1 -C 6) esters of the acids, can be used. Examples include succinic anhydride, phthalic anhydride and maleic anhydride.

25 Polycarbonzuren of de functionele equi valenten daarvan met de functionaliteit van meer dan 2 kunnen eveneens worden gebruikt. Voorbeelden omvatten trimelliet-zuur en polycarbonzuren gevormd door een dicarbonzuur te laten reageren met een stoechiometrische ondermaat van een polyol 30 met een functionaliteit van 3 of meer, bijvoorbeeld adipinezuur met trimethylolpropaan in een molverhouding van 3:1. Het resulterende produkt zal een zuur functionaliteit van ongeveer 3 hebben.Polycarboxylic acids or their functional equivalents with the functionality of more than 2 can also be used. Examples include trimellitic acid and polycarboxylic acids formed by reacting a dicarboxylic acid with a stoichiometric undersize of a polyol 30 with a functionality of 3 or more, for example, adipic acid with trimethylol propane in a 3: 1 molar ratio. The resulting product will have an acid functionality of about 3.

Voorbeelden van geschikte 1,2-polyol-35 monoethers zijn die van.formule 1, waarin , R2, R^, R^ en R^ gelijk of verschillend zijn en de volgende betekenis hebben: 8201224 - 8 - waterstof, en de groepen alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl met 1 tot 18 koolstofatomen, waaronder gesubstitueerde groepen waarin de groepen en de substituenten de veresteringsreactie met het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan 5 niet nadelig zullen beinvloeden en de omesterings-hardings-reactie of de wenselijke eigenschappen van het bekledings-materiaal niet nadelig zullen beinvloeden. Voorbeelden van ge-schikte substituenten omvatten chloor, alkoxy, carboxy, vinyl en wanneer Rj en R^ een gesloten koolwaterstofring vormen.Examples of suitable 1,2-polyol-35 monoethers are those of formula 1, wherein, R 2, R 3, R 3, and R 3 are the same or different and have the following meanings: 8201224-8 - hydrogen, and the groups alkyl , cycloalkyl, aryl, alkaryl of 1 to 18 carbon atoms, including substituted groups in which the groups and the substituents will not adversely affect the esterification reaction with the polycarboxylic acid or its functional equivalent and the transesterification curing reaction or the desirable properties of the coating material will not adversely affect. Examples of suitable substituents include chlorine, alkoxy, carboxy, vinyl and when R 1 and R 1 form a closed hydrocarbon ring.

10 Voorbeelden van geschikte groepen voor Rj, R2, R^ en R^ omvatten methyl, ethyl en chloormethy1. Voorbeelden van geschikte groepen R,. omvatten methyl, ethyl, propyl, butyl, isobutyl, cyclohexyl, fenyl, 2-ethoxyethyl en 2-methoxyethyl. Bij voor-keur zijn Rj, R2, R^ en R^ waterstof of methyl en is R^ alkyl, 15 cycloalkyl, aryl met 1 tot 6 koolstofatomen.Examples of suitable groups for R 1, R 2, R 1, and R 1 include methyl, ethyl, and chloromethyl. Examples of suitable groups R 1. include methyl, ethyl, propyl, butyl, isobutyl, cyclohexyl, phenyl, 2-ethoxyethyl and 2-methoxyethyl. Preferably R 1, R 2, R 1 and R 1 are hydrogen or methyl and R 1 is alkyl, cycloalkyl, aryl of 1 to 6 carbon atoms.

Specifieke voorbeelden van 1,2-glycol-monoethers zijn 2-ethoxyethanol, 2-butoxyethanol, 2-fenoxyetha-nol, 2-ethoxypropanol en 2-butoxypropanol. Andere voorbeelden zijn 2-methoxyethanol, 2-isopropoxyethanol, 2-(2-ethoxyethoxy)-20 ethanol en 2-(2-methoxyethoxy)ethanol.Specific examples of 1,2-glycol monoethers are 2-ethoxyethanol, 2-butoxyethanol, 2-phenoxyethanol, 2-ethoxypropanol and 2-butoxypropanol. Other examples are 2-methoxyethanol, 2-isopropoxyethanol, 2- (2-ethoxyethoxy) -20 ethanol and 2- (2-methoxyethoxy) ethanol.

Het verknopingsmiddel kan worden ge-vormd door het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met een 1,2-glycol-monoether bij verhoogde temperatuur, gewoonlijk terugvloeitemperatuur, in 25 aanwezigheid van een veresteringskatalysator, zoals een zuur of een tinverbinding. Gewoonlijk wordt een oplosmiddel, bij-voorbeeld een azeotropisch oplosmiddel, zoals tolueen of xyleen, gebruikt. De reactie wordt voortgezet, waarbij voort-durend water wordt verwijderd, totdat een laag zuurgetal, 30 bijvoorbeeld 3 of minder, is verkregen.The cross-linking agent can be formed by reacting the polycarboxylic acid or its functional equivalent with a 1,2-glycol monoether at an elevated temperature, usually reflux temperature, in the presence of an esterification catalyst, such as an acid or a tin compound. Usually a solvent, for example an azeotropic solvent, such as toluene or xylene, is used. The reaction is continued, continuously removing water, until a low acid number, eg 3 or less, is obtained.

Voorbeelden van andere verknopingsmid-delen zijn polyesters die ten minste twee 8-amido-estergroepen per molecuul bevatten. Voorbeelden van geschikte verknopings-middelen zijn die welke worden gevormd door een polycarbonzuur 35 of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met een of meer f3-hydroxyalkylamiden ter vorming van de polyester 8201224 - 9 - die ten minste twee β-alkoxy-amidogroepen per molecuul bevat.Examples of other cross-linking agents are polyesters containing at least two 8-amido ester groups per molecule. Examples of suitable cross-linking agents are those formed by reacting a polycarboxylic acid or its functional equivalent with one or more β-hydroxyalkylamides to form the polyester 8201224-9 which contains at least two β-alkoxy amido groups per molecule contains.

Voorbeelden van geschikte polycarbon-zuren zijn de hierboven genoemde.Examples of suitable polycarbonic acids are those mentioned above.

Voorbeelden van geschikte β-hydroxy-5 alkylamiden zijn die van formule 2, waarin Rj en R2 water- stof zijn en Rj, en R^ zijn gekozen uit de klasse bestaande uit alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl met 1 tot 18 koolstof-atomen, waaronder gesubstitueerde groepen waarin de substituen-ten de veresteringsreactie met het polycarbonzuur of het func-10 tionele equivalent daarvan niet nadelig zullen beinvloeden en de omesterings-hardings-reactie of de wenselijke eigenschappen van het bekledingsmateriaal niet nadelig zullen beinvloeden. Voorbeelden van geschikte groepen omvatten alkyl, zoals methyl, ethyl en isobutyl.Examples of suitable β-hydroxy-5 alkyl amides are those of formula 2, wherein R 1 and R 2 are hydrogen and R 1, and R 1 are selected from the class consisting of alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl of 1 to 18 carbon atoms including substituted groups in which the substituents will not adversely affect the esterification reaction with the polycarboxylic acid or its functional equivalent and will not adversely affect the transesterification curing reaction or the desirable properties of the coating material. Examples of suitable groups include alkyl, such as methyl, ethyl and isobutyl.

15 De β-hydroxyalkylamiden van de bovenge- noemde structuur kunnen worden gevormd door een β-hydroxyamine met een ester, anhydride of ander functioneel equivalent van een organisch monocarbonzuur te laten reageren. Voorbeelden van β-hydroxyaminen zijn hydroxyethylamine, β-hydroxypropyl-20 amine en 2-hydroxybutylamine. Voorbeelden van esters van or- ganische monocarbonzuren zijn alkylesters van alifatische mono-carbonzuren, zoals methyl-, ethyl-, hydroxyethyl- en alkoxy-ethyl-esters van azijnzuur, propionzuur en isoboterzuur. De reactie-omstandigheden voor het vormen van de β-hydroxyalkyl-25 amiden zijn typische ammonialyse-reactie-omstandigheden.The β-hydroxyalkylamides of the above structure can be formed by reacting a β-hydroxyamine with an ester, anhydride or other functional equivalent of an organic monocarboxylic acid. Examples of β-hydroxyamines are hydroxyethylamine, β-hydroxypropyl-20 amine and 2-hydroxybutylamine. Examples of esters of organic monocarboxylic acids are alkyl esters of aliphatic monocarboxylic acids, such as methyl, ethyl, hydroxyethyl and alkoxyethyl esters of acetic acid, propionic acid and isobutyric acid. The reaction conditions for forming the β-hydroxyalkyl-25 amides are typical ammonialysis reaction conditions.

Het verknopingsmiddel kan worden gevormd door het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met het β-hydroxyalkylamide bij verhoogde temperatuur, gewoonlijk terugvloeitemperatuur, in aanwezigheid 30 van een oplosmiddel, bijvoorbeeld een azeotropisch oplosmiddel, zoals tolueen of xyleen. De reactie wordt voortgezet, waarbij voortdurend water wordt verwijderd, totdat een laag zuurgetal, bijvoorbeeld 7 of minder, is verkregen.The cross-linking agent can be formed by reacting the polycarboxylic acid or its functional equivalent with the β-hydroxyalkylamide at an elevated temperature, usually reflux temperature, in the presence of a solvent, for example an azeotropic solvent, such as toluene or xylene. The reaction is continued, continuously removing water, until a low acid number, for example 7 or less, is obtained.

Voorbeelden van andere verknopings-..Examples of other cross-linking ..

35 middelen zijn polyesters die ten minste twee γ- en/of δ-hydroxy-estergroepen per molecuul bevatten. Voorbeelden van geschikte 8201224 - JO - verknopingsmiddelen zijn die welke worden gevormd door een polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten rea-geren met een of meer 1,3- en/of 1,4-polyolen.Agents are polyesters containing at least two γ and / or δ-hydroxy ester groups per molecule. Examples of suitable 8201224-JO cross-linking agents are those formed by reacting a polycarboxylic acid or its functional equivalent with one or more 1,3 and / or 1,4 polyols.

Voorbeelden van geschikte polycarbon-5 zuren zijn die welke hierboven zijn genoemd.Examples of suitable polycarbon-5 acids are those mentioned above.

Voorbeelden van geschikte 1,3-polyolen en 1,4-polyolen zijn die van de formules 3 en 4, waarin Rj tot Rg gelijk of verschilend kunnen zijn en de volgende bete-kenis hebben: waterstof en de groepen alkyl, cycloalkyl, 10 aryl, alkaryl, aralkyl met 1 tot 18 koolstofatomen, waaronder gesubstitueerde groepen waarin de groepen en de substituenten de veresteringsreactie met het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan niet nadelig zullen beinvloeden noch de omesterings-hardings-reaetie of de wenselijke eigenschappen 15 van het bekledingsmateriaal nadelig zullen beinvloeden. Voorbeelden van geschikte substituenten omvatten chloor, hydroxy, alkoxy, carboxy en vinyl. Voorbeelden van geschikte groepen· omvatten methyl, ethyl, propyl, fenyl en hydroxymethyl.Examples of suitable 1,3-polyols and 1,4-polyols are those of formulas 3 and 4, wherein R 1 to R 5 may be the same or different and have the following meanings: hydrogen and the groups alkyl, cycloalkyl, aryl , alkaryl, aralkyl of 1 to 18 carbon atoms, including substituted groups in which the groups and the substituents will not adversely affect the esterification reaction with the polycarboxylic acid or its functional equivalent, nor will the transesterification curing reaction or the desirable properties of the coating material be adversely affected to influence. Examples of suitable substituents include chlorine, hydroxy, alkoxy, carboxy and vinyl. Examples of suitable groups include methyl, ethyl, propyl, phenyl and hydroxymethyl.

Specifieke voorbeelden van 1,3-polyolen . 20 omvatten 1,3-propaandiol, trimethylolpropaan, trimethylol-ethaan en 3,3-butaandiol.Specific examples of 1,3-polyols. 20 include 1,3-propanediol, trimethylolpropane, trimethylolethane and 3,3-butanediol.

Specifieke voorbeelden van 1,4-polyolen omvatten 1,4-butaandiol en 2-buteen-l,4-diol.Specific examples of 1,4-polyols include 1,4-butanediol and 2-butene-1,4-diol.

Het verknopingsmiddel kan worden gevormd 25 door het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met de 1,3- en/of 1,4-polyol bij verhoogde temperatuur, gewoonlijk terugvloeitemperatuur, in aanwezigheid van een veresteringskatalysator, zoals een zuur of een tinver-binding. Gewoonlijk wordt een oplosmiddel, bijvoorbeeld een-' 30 azeotropisch oplosmiddel, zoals tolueen of xyleen, gebruikt.The cross-linking agent can be formed by reacting the polycarboxylic acid or its functional equivalent with the 1,3- and / or 1,4-polyol at an elevated temperature, usually reflux temperature, in the presence of an esterification catalyst, such as an acid or a tin ester -binding. Usually, a solvent, for example, an azeotropic solvent, such as toluene or xylene, is used.

De reactie wordt voortgezet, waarbij voortdurend water wordt verwijderd, tot een laag zuurgetal, bijvoorbeeld 3 of minder, is verkregen.The reaction is continued, removing water continuously, until a low acid number, for example 3 or less, is obtained.

Voorbeelden van andere verknopingsmidde-35 len zijn polyesters die ten minste twee β- en/of γ-ester- groepen per molecuul bevatten. Voorbeelden van geschikte ver- 8201224 4 - 11 - knopingsmiddelen zijn die welke worden gevormd door reactie van: (A) een polycarbonzuur of een funetio-neel equivalent daarvan met 5 (B) een lid van de klasse bestaande uit: (1) 1,2-polyolen of 1,2-epoxyverb ind ingen, (2) 1,3-polyolen, (C) een monocarbonzuur.Examples of other cross-linking agents are polyesters containing at least two β and / or γ ester groups per molecule. Examples of suitable crosslinking agents 8201224 4-11 are those formed by the reaction of: (A) a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof with 5 (B) a member of the class consisting of: (1) 1, 2-polyols or 1,2-epoxy compounds, (2) 1,3-polyols, (C) a monocarboxylic acid.

10 Voorbeelden van geschikte polycarbon- zuren zijn de hierboven genoemde.Examples of suitable polycarboxylic acids are those mentioned above.

Het verknopingsmiddel kan worden gevormd door het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met de 1,2-polyol, de 1,2-epoxy-15 verbinding of de 1,3-polyol en het monocarbonzuur in een equi-valentverhouding van ongeveer 1:2:1 bij een verhoogde tempe-ratuur, gewoonlijk terugvloeitemperatuur, in aanwezigheid van een veresteringskatalysator, zoals een zuur of een tinverbin-ding. Gewoonlijk wordt een oplosmiddel, bijvoorbeeld een azeo-20 tropisch oplosmiddd, zoals tolueen of xyleen, gebruikt. De reactie wordt voortgezet onder voortdurende verwijdering van water tot een laag zuurgetal, bijvoorbeeld 7 of minder, is verkregen.The cross-linking agent can be formed by reacting the polycarboxylic acid or its functional equivalent with the 1,2-polyol, the 1,2-epoxy-15 compound or the 1,3-polyol and the monocarboxylic acid in an equivalent ratio of about 1: 2: 1 at an elevated temperature, usually reflux temperature, in the presence of an esterification catalyst, such as an acid or a tin compound. Usually, a solvent, for example an azeo-20 tropical solvent, such as toluene or xylene is used. The reaction is continued with continuous removal of water until a low acid number, for example 7 or less, is obtained.

Voorbeelden van geschikte 1,2-polyolen 25 en 1,3-polyolen zijn de hierboven vermelde. Voorbeelden van 1,2-epoxyverbindingen zijn die van formule 5, waarin B.^ en R^ gelijk of verschillend zijn en de volgende betekenis hebben: waterstof en de groepen alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl met 1 tot 18 koolstofatomen, met inbegrip van gesubstitueerde 30 groepen waarin de groepen of de substituenten de veresterings-reactie met het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan niet nadelig zullen beinvloeden, noch de omesterings-hardings-reactie of de wenselijke eigenschappen van het be-kledingsmateriaal nadelig zullen beinvloeden. Voorbeelden van 35 geschikte substituenten omvatten chloor, hydroxy, alkoxy, carboxy, vinyl en wanneer Rj en R^ een gesloten koolwaterstof- 8201224 - 12 - ring vormen. Voorbeelden van geschikte groepen omvatten methyl, ethyl, hydroxymethyl, chloormethyl, carboxymethyl, fenyl, methoxy en fenoxy.Examples of suitable 1,2-polyols and 1,3-polyols are those mentioned above. Examples of 1,2-epoxy compounds are those of formula 5, wherein B. ^ and R ^ are the same or different and have the following meanings: hydrogen and the groups alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl having 1 to 18 carbon atoms, including substituted groups in which the groups or substituents will not adversely affect the esterification reaction with the polycarboxylic acid or its functional equivalent, nor will it adversely affect the transesterification curing reaction or the desirable properties of the coating material. Examples of suitable substituents include chlorine, hydroxy, alkoxy, carboxy, vinyl and when R 1 and R 1 form a closed hydrocarbon ring. Examples of suitable groups include methyl, ethyl, hydroxymethyl, chloromethyl, carboxymethyl, phenyl, methoxy and phenoxy.

Specifieke voorbeelden van 1,2-epoxy-5 verbindingen omvatten ethyleenoxyde, propyleenoxyde, 1,2-epoxybutaan, butadieen-monoepoxyde, glycidol, cyclohexaan-oxyde en een glycidylester van een verzadigd alifatisch monocar-bonzuur met 9 tot 12 koolstofatomen, namelijk CARDURA E.Specific examples of 1,2-epoxy-5 compounds include ethylene oxide, propylene oxide, 1,2-epoxybutane, butadiene monoepoxide, glycidol, cyclohexane oxide and a glycidyl ester of a saturated aliphatic monocarboxylic acid having 9 to 12 carbon atoms, namely CARDURA E .

Voorbeelden van monocarbonzuren zijn 10 organische monocarbonzuren van formule 6, waarin Rg een hydro-carbamylgroep met 1 tot 18 koolstofatomen is. De voorkeur ver-dienende monocarbonzuren bevatten 1 tot 8 koolstofatomen en omvatten..azijnzuur, propionzuur, isoboterzuur, benzoezuur en stearinezuur.Examples of monocarboxylic acids are 10 organic monocarboxylic acids of formula 6, wherein Rg is a hydrocarbamyl group having 1 to 18 carbon atoms. Preferred monocarboxylic acids contain 1 to 8 carbon atoms and include acetic acid, propionic acid, isobutyric acid, benzoic acid and stearic acid.

15 Het verknopingsmiddel kan worden ge- vormd door het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met de 1,3-polyol en het monocarbon-zuur bij verhoogde temperatuur, gewoonlijk terugvloeitempera-tuur, in aanwezigheid van een veresteringskatalysator, zoals 20 een zuur of een tinverbinding. Gewoonlijk wordt een oplos- middel zoals tolueen of xyleen gebruikt. De reactie wordt voort-gezet onder voortdurende verwijdering van water tot een laag zuurgetal, bijvoorbeeld 7 of minder, is verkregen.The cross-linking agent can be formed by reacting the polycarboxylic acid or its functional equivalent with the 1,3-polyol and the monocarboxylic acid at elevated temperature, usually reflux temperature, in the presence of an esterification catalyst such as an acid or a tin compound. Usually a solvent such as toluene or xylene is used. The reaction is continued with continuous removal of water until a low acid number, for example 7 or less, is obtained.

De derde component in de bekledingsma-25 terialen volgens de .uitvinding is een omesteringskatalysator.The third component in the coating materials of the invention is an transesterification catalyst.

Deze katalysatoren zijn op zichzelf bekend en omvatten zouten of complexen van metalen zoals lood, zink, ijzer, tin en man-gaan. Geschikte zouten en complexen omvatten 2-ethylhexonaten (octoaten), naftanaten en acetylacetonaten.These catalysts are known per se and include salts or complexes of metals such as lead, zinc, iron, tin and manganese. Suitable salts and complexes include 2-ethylhexonates (octoates), naphthanates and acetylacetonates.

30 De relatieve hoeveelheden van de poly- mere polyol en het verknopingsmiddel die in het bekledingsma-teriaal aanwezig zijn kunnen varieren binnen tamelijk brede grenzen afhankelijk van de reactiviteit van de componenten en de hardingstijd en -temperatuur en de eigenschappen die 35 voor de geharde deklaag gewenst zijn. In het algemeen zal de polymere polyol aanwezig zijn in hoeveelheden van ongeveer 20 tot 95 gew.%, bij voorkeur ongeveer 50 tot 85 gew.%, en 8201224 ·*· - 13 - het verknopingsmiddel in hoeveelheden van ongeveer 5 tot 80, bij voorkeur 15 tot 50 gew.%; de gewichtspercentages zijn daar-bij gebaseerd op het totale gewicht van de polymere polyol en het verknopingsmiddel, en zijn vastgesteld op basis van vaste 5 stof.The relative amounts of the polymeric polyol and the cross-linking agent present in the coating material can vary within fairly wide limits depending on the reactivity of the components and the curing time and temperature and the properties desired for the cured coating. to be. Generally, the polymeric polyol will be present in amounts from about 20 to 95% by weight, preferably about 50 to 85% by weight, and 8201224 · 13 · 13 - the cross-linking agent in amounts from about 5 to 80, preferably 15 to 50% by weight; the weight percentages are thereby based on the total weight of the polymeric polyol and the cross-linking agent, and are determined on a solid basis.

De katalysator is aanwezig in hoeveelheden van ongeveer 0,1 tot 2,0, bij voorkeur ongeveer 0,2 tot 1,0 gew.% metaal, betrokken op het totale gewicht (vaste stof) van de polymere polyol en het verknopingsmiddel.The catalyst is present in amounts from about 0.1 to 2.0, preferably about 0.2 to 1.0, weight percent metal, based on the total weight (solid) of the polymeric polyol and the cross-linking agent.

10 De componenten van het bekledingsmate- riaal kunnen gelijktijdig of in willekeurig welke geschikte volgorde worden gemengd. Indien de componenten vloeistoffen zijn met een voldoende lage viscositeit kunnen ze zonder meer met elkaar worden gemengd ter vorming van het bekledingsmate-15 riaal. Alternatief, indien de componenten vloeistoffen met een hogere viscositeit of vaste stoffen zijn kunnen de componenten worden gemengd..met een verdunningsmiddel om de viscositeit van het materiaal zodanig te verlagen dat het geschikt kan zijn voor bekledingstoepassingen.The components of the coating material can be mixed simultaneously or in any suitable order. If the components are liquids of sufficiently low viscosity, they can readily be mixed together to form the coating material. Alternatively, if the components are higher viscosity liquids or solids, the components can be mixed with a diluent to reduce the viscosity of the material so that it may be suitable for coating applications.

20 Met vloeibaar verdunningsmiddel wordt bedoeld een oplosmiddel of een niet-oplosmiddel dat vluchtig is en dat wordt verwijderd nadat de deklaag is aangebracht en dat nodig is om de viscositeit voldoende te verlagen om krach-ten die voor handen zijn in eenvoudige bekledingstechnieken, 25 dat wil zeggen borstelen en sproeien, in staat te stellen het bekledingsmateriaal uit te spreiden tot een beheersbare, ge-wenste.en gelijkmatige dikte. Ook zijn verdunningsmiddelen behulpzaam bij substraatbevochtiging, verenigbaarheid van harsachtige componenten en coalescentie of filmvorming. In het 30 algemeen zal het verdunningsmiddel, indien gebruikt, in het materiaal aanwezig zijn in hoeveelheden van ongeveer 20 tot 90 en bij voorkeur 50 tot 80 gew.%, betrokken op het totale gewicht van het bekledingsmateriaal, ofschoon meer verdunningsmiddel kan worden gebruikt afhankelijk van de betrokken bekle-35 dingstoepassing.20 By liquid diluent is meant a solvent or a non-solvent which is volatile and which is removed after the coating has been applied and which is necessary to lower the viscosity sufficiently to provide powers available in simple coating techniques, ie say brushing and spraying, to allow the coating material to spread to a controllable, desired and uniform thickness. Diluents also assist in substrate wetting, resinous component compatibility, and coalescence or film formation. Generally, the diluent, if used, will be present in the material in amounts of about 20 to 90 and preferably 50 to 80% by weight, based on the total weight of the coating material, although more diluent may be used depending on the coating application concerned.

Yoorbeelden van geschikte vloeibare yer- 8201224 - 14 - dunningsmiddelen voor op organisch oplosmiddel gebaseerde dek-lagen zullen enigszins afhangen van het gebruikte specifieke systeem. In het algemeen echter kunnen aromatische koolwater-stoffen, zoals tolueen en xyleen, ketonen, zoals methylethyl-5 keton en methylisobutylketon, alkoholen, zoals isopropanol, n-butanol, monoalkylethers van glycolen, zoals 2-alkoxyethanol, 2-alkoxypropanol en verenigbare mengsels van deze oplosmidde-len, worden gebruikt.Examples of suitable liquid thinners for organic solvent based coatings will depend somewhat on the particular system used. Generally, however, aromatic hydrocarbons, such as toluene and xylene, ketones, such as methyl ethyl ketone and methyl isobutyl ketone, alcohols, such as isopropanol, n-butanol, monoalkyl ethers of glycols, such as 2-alkoxyethanol, 2-alkoxypropanol, and compatible mixtures of these solvents are used.

Behalve organische oplosmiddelen kan ook 10 water worden gebruikt als verdunningsmiddel, hetzij alleen hetzij in combinatie met met water mengbare organische oplosmiddelen. Bij gebruik van water wordt het bekledingsmateriaal gewoonlijk gemodificeerd, zoals door opneming van water-solubi-liserende groepen, zoals de kationische groepen die hierboven 15 genoemd zijn, ter verschaffing van de noodzakelijke oplosbaar- heid in water. Behalve de hierboven genoemde kationische groepen kunnen ook andere water-solubiliserende groepen, zoals niet-ionische groepen^ bijvoorbeeld ethyleenoxydegroepen, en anionische groepen, zoals carboxylaatzoutgroepen, in de poly-20 mere polyol of het polyesterverknopingsmiddel worden gexntro- duceerd om het bekledingsmateriaal te dispergeren of te solu-biliseren in water.In addition to organic solvents, water can also be used as a diluent, either alone or in combination with water-miscible organic solvents. When using water, the coating material is usually modified, such as by incorporating water-solubilizing groups, such as the cationic groups mentioned above, to provide the necessary water solubility. In addition to the above-mentioned cationic groups, other water-solubilizing groups, such as non-ionic groups, for example ethylene oxide groups, and anionic groups, such as carboxylate salt groups, can be extracted into the polymeric polyol or the polyester cross-linking agent to disperse the coating material or solubilize in water.

De bekledingsmaterialen volgens de uit-vinding kunnen eventueel ook een pigment bevatten. Pigmenten 25 kunnen van elk conventioneel type zijn, en omvatten bijvoorbeeld ijzeroxyden, loodoxyden, strontiumchromaat, roet, kolenstof, titaandioxyde, talk, bariumsulfaat, alsmede kleurpigmenten, zoals cadmiumgeel, cadmiumrood, chroomgeel, en metallische pigmenten, zoals aluminiumkrullen.The coating materials of the invention may optionally also contain a pigment. Pigments can be of any conventional type, and include, for example, iron oxides, lead oxides, strontium chromate, carbon black, coal dust, titanium dioxide, talc, barium sulfate, as well as color pigments such as cadmium yellow, cadmium red, chrome yellow, and metallic pigments such as aluminum shavings.

30 Het pigmentgehalte van het bekledings materiaal wordt gewoonlijk uitgedrukt als de gewichtsver-houding van pigment tot hars. In de praktijk van de onderha-vige uitvinding kunnen de gewichtsverhoudingen van pigment tot hars opwaarts tot 2:1 zijn en voor de meeste gepigmenteerde 35 deklagen zijn zij gewoonlijk binnen het traject van ongeveer 0,05 tot 1:1.The pigment content of the coating material is usually expressed as the weight ratio of pigment to resin. In the practice of the present invention, the pigment to resin weight ratios can be up to 2: 1, and for most pigmented coatings, they are usually within the range of about 0.05 to 1: 1.

8201224 * - 35 -8201224 * - 35 -

Naast de boveagenoemde bestanddelen kunnen desgewenst diverse vulstoffen, weekmakers, antioxydantia, ultravioletlicht absorbeermiddelen, stroombeheersingsmiddelen, oppervlakteactieve middelen en andere recepteertoevoegingen 5 worden gebruikt. Deze materialen zijn facultatief en vormen in het algemeen ten hoogste 30 gew.% van bet bekledingsmateriaal, betrokken op de totale vaste stoffen.In addition to the above-mentioned ingredients, various fillers, plasticizers, antioxidants, ultraviolet light absorbers, flow control agents, surfactants and other recipe additives can be used if desired. These materials are optional and generally constitute up to 30% by weight of the coating material, based on the total solids.

De bekledingsmaterialen volgens de uit-vinding kunnen worden aangebracht door conventionele methoden, 10 zoals met de kwast, door dompelen, door stromingsbekleden, door sproeien en, voor op water gebaseerde materialen die ioni-sche zoutgroepen bevatten, door elektrolytische afzetting. Ge-woonlijk kunnen ze over praktisch elk substraat worden aangebracht, zoals hout, metaal, glas, doek, leer, kunststof, schuim 15 en dergelijke, alsmede over diverse grondverven. Op elektrisch geleidende substraten, zoals metalen, kunnen de deklagen door elektrolytische afzettingjworden aangebracht. In het algemeen zal de deklaagdikte enigszins varieren afhankelijk van de ge-wenste toepassing. In het.. algemeen kunnen deklagen met een dik-20 te van ongeveer 2,.54-tot 254 yum worden aangebracht en deklagen van ongeveer 2,54 tot 327 yum zijn gebruikelijk.The coating materials of the invention can be applied by conventional methods, such as by brush, by dipping, by flow coating, by spraying, and, for water-based materials containing ionic salt groups, by electrolytic deposition. Usually they can be applied over practically any substrate, such as wood, metal, glass, cloth, leather, plastic, foam and the like, as well as over various primers. The coatings can be applied to electroconductive substrates, such as metals, by electrolytic deposition. Generally, the coating thickness will vary slightly depending on the desired application. Generally, coatings with a thickness of about 2.54 to 254 µm can be applied and coatings of about 2.54 to 327 µm are common.

Bijgebruik van waterige dispersies van het bekledingsmateriaal voor toepassing in elektrolytische afzetting wordt.de waterige dispersie in aanraking gebracht met 25 een elektrisch geleidende anode en een elektrisch geleidende kathode. In het geval van kationische elektrolytische afzetting is het te bekleden oppervlak de kathode. Na contact met de waterige dispersie wordt een hechtende film van het bekledende materiaal afgezet op de te bekleden elektrode wanneer een vol-30 doende spanning wordt aangelegd tussen de elektroden. Qmstan- digheden waaronder elektrolytische afzetting wordt uitgevoerd zijn op zichzelf bekend. De aangelegde spanning kan worden ge-varieerd en kan bijvoorbeeld benedenwaarts tot 1 volt zijn en opwaarts tot enige duizenden volt zijn, maar kenmerkenderwijs 35 is deze tussen 50 en 500 volt. De stroomdichtheid is gewoonlijk 2 tussen 0,1075 en 3,632 A/dm en heeft de neiging af te nemen 8201224 - 16 - tijdens de elektrolytische afzetting, hetgeen wijst op de vor-ming van een isolerende film.When using aqueous dispersions of the coating material for use in electrolytic deposition, the aqueous dispersion is contacted with an electrically conductive anode and an electrically conductive cathode. In the case of cationic electrolytic deposition, the surface to be coated is the cathode. After contact with the aqueous dispersion, an adhesive film of the coating material is deposited on the electrode to be coated when a sufficient voltage is applied between the electrodes. Conditions under which electrolytic deposition is carried out are known per se. The applied voltage can be varied and can be, for example, down to 1 volt and up to several thousand volts, but typically it is between 50 and 500 volts. The current density is usually 2 between 0.1075 and 3.632 A / dm and tends to decrease during electrolytic deposition, indicating the formation of an insulating film.

Nadat de deklaag is aangebracht wordt deze gehard door verwarming op verhoogde temperaturen zoals 5 ongeveer 150 tot 205°C, gedurende ongeveer 10 tot 45 minuten ter vorming van oplosmiddel-bestendige deklagen. Met oplos-middelbestendige deklagen wordt bedoeld dat de deklaag bestand zal zijn tegen aceton, bijvoorbeeld door over de deklaag te wrijven met een met aceton verzadigde doek. Deklagen die niet 10 of slecht gehard zijn zullen het wrijven met aceton niet door-staan en zullen na minder dan 10 dubbele wrijvingen met aceton worden verwijderd. Geharde deklagen daarentegen zullen 30 dubbele wrijvingen met aceton en bij voorkeur ten minste 100 dubbele wrijvingen met aceton doorstaan.After the coating is applied, it is cured by heating at elevated temperatures such as about 150 to 205 ° C for about 10 to 45 minutes to form solvent resistant coatings. Solvent resistant coatings mean that the coating will be resistant to acetone, for example, by rubbing the coating with an acetone-saturated cloth. Coatings that are not 10 or poorly cured will not withstand rubbing with acetone and will be removed after less than 10 double rubs with acetone. Cured coatings, on the other hand, will withstand 30 double rubs with acetone and preferably at least 100 double rubs with acetone.

15 De uitvinding wordt toegelicht door de volgende voorbeelden' die echter niet dienen te worden uitge-legd als beperkend. In de voorbeelden, zoals ook in de be-schrijving, zijn alle delen en percentages naar gewicht, ten-zij anders aangegeven.The invention is illustrated by the following examples, which, however, are not to be construed as limiting. In the examples, as well as in the description, all parts and percentages are by weight unless otherwise indicated.

20 Voorbeeld IExample I

Het volgende voorbeeld laat de berei-ding zien van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel bevat met drie beta-alkoxyestergroepen per molecuul. Het verknopingsmiddel werd gevormd door trimellietzuuranhydride te 25 laten reageren met 2-butoxyethanol in een molverhouding van 1:3. Het verknopingsmiddel werd daarna gemengd met een polyme-re polyol gevormd door een epoxyhars (polyglycidylether van een polyfenol) te condenseren met een amine. Het mengsel werd gedispergeerd in water met behulp van zuur en gecombineerd met 30 loodoctoaatkatalysator. Stalen panelen werden kathodisch elek- trolytisch bekleed in de dispersie en de deklagen werden ver-warmd om ze oplosmiddelbestendig te maken. De details van het voorbeeld worden hieronder weergegeven: 35 8201224 * % - 17 -The following example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent with three beta-alkoxy ester groups per molecule. The cross-linking agent was formed by reacting trimellitic anhydride with 2-butoxyethanol in a 1: 3 molar ratio. The cross-linking agent was then mixed with a polymeric polyol formed by condensing an epoxy resin (polyglycidyl ether of a polyphenol) with an amine. The mixture was dispersed in water using acid and combined with lead octoate catalyst. Steel panels were electrocoated electrolytically in the dispersion and the coatings were heated to make them solvent resistant. The details of the example are shown below: 35 8201224 *% - 17 -

VerknopingsmiddelCross-linking agent

Het verknopingsmiddel werd bereid uit het volgende mengsel van bestanddelen:The cross-linking agent was prepared from the following mixture of ingredients:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equiva- Molen 5 _ (g) (g) lenten _Ingredient Weight Solid Equiva Mill 5 _ (g) (g) lenten _

Trimellietzuur- anhydride 192 192,0 3,00 1,00 2-butoxyethanol 365 354,0 3,09 3,09Trimellitic anhydride 192 192.0 3.00 1.00 2-butoxyethanol 365 354.0 3.09 3.09

Para-tolueensul- 10 fonzuur 1,4 1,4Para-toluenesulfonic acid 1.4 1.4

Xyleen 40,0Xylene 40.0

De bestanddelen werden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken. Het mengsel werd verwarmd onder terugvloeiing tot een zuurgetal van 2,2 was verkregen.The ingredients were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket. The mixture was refluxed until an acid number of 2.2 was obtained.

15 Polymere polyolPolymeric polyol

De polymere polyol als besehreven in de Europese octrooiaanvrage 0 012 463 werd gevormd door een poly-glycidylether van bisfenol A te laten reageren met diethanolamine in een equivalentverhouding van ongeveer 3:1. Het adduct 20 werd vervolgens onderworpen aan ketenverlenging met een mengsel van een primair en een disecundair amine, namelijk 3-dimethyl-aminopropylamine, en het adduct van 1,6-hexamethyleendiamine en de glycidylether van versatinezuur (CARDURA E).The polymeric polyol disclosed in European patent application 0 012 463 was formed by reacting a polyphenyl ether of bisphenol A with diethanolamine in an equivalent ratio of about 3: 1. The adduct 20 was then chain extended with a mixture of a primary and a secondary amine, namely 3-dimethyl-aminopropylamine, and the adduct of 1,6-hexamethylenediamine and the glycidyl ether of versatinic acid (CARDURA E).

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equiva- Molen 25 _ (g)__(g) lenten _ EP0H 8291 460,7 445,5 '.'3?(0,573ΓComponent Weight Solid Equiva Mill 25 _ (g) __ (g) lenten _ EP0H 8291 460.7 445.5 '.' 3? (0.573Γ

Bisfenol A 128,0 128,0 1,123 0,562Bisphenol A 128.0 128.0 1,123 0.562

Xyleen 30,0 - 30 Diethanolamine 38,0 38,0 0,362 0,362 2- butoxyethanol 307,2 - - - 3- dimethylamino- propylamine 18,4 18,4 0,361 0,180 1,6-hexamethy- 35 leen-CARDURA E 122,4 122,4 0,36 ‘ 0,18 adduct (mol- ^ verhouding 1:2)Xylene 30.0 - 30 Diethanolamine 38.0 38.0 0.362 0.362 2-butoxyethanol 307.2 - - - 3-dimethylamino-propylamine 18.4 18.4 0.361 0.180 1,6-hexamethylene-CARDURA E 122, 4 122.4 0.36 '0.18 adduct (mol: ratio 1: 2)

Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent 40 van 196, commerciee- verkrijgbaar bij Shell Chemical Company.Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent 40 of 196, commercially available from Shell Chemical Company.

8201224 - 18 - ^ Adduct gevormd door de glycidylester van versatinezuur drup-pelsgewijs toe te voegen aan het 1,6-hexamethyleendiamine bij 60°C. Na voltooiing van de toevoeging werd het mengsel ver-warmd tot 100°C en daarop 2 uren gehouden. De glycidylester 5 van versatinezuur is commercieel verkrijgbaar bij Shell8201224-18 - Adduct formed by adding dropwise the glycidyl ester of versatin acid to the 1,6-hexamethylenediamine at 60 ° C. After completion of the addition, the mixture was heated to 100 ° C and held there for 2 hours. The glycidyl ester 5 of versatin acid is commercially available from Shell

Chemical Company als CARDURA E.Chemical Company as CARDURA E.

Waterige dispersieAqueous dispersion

Een waterige dispersie werd bereid door de volgende bestanddelen met elkaar te mengen: 10 Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten _ (8) (8) _An aqueous dispersion was prepared by mixing the following ingredients together: 10 Component Weight Solid Equivalents _ (8) (8) _

Polymere polyol 144,3 107,4 0,155 (amine)Polymeric polyol 144.3 107.4 0.155 (amine)

Verknopingsmiddel 44,5 39,9Cross-linking agent 44.5 39.9

Loodoctoaat* 15 (katalysator) 2,70 2,05 2Lead octoate * 15 (catalyst) 2.70 2.05 2

Melkzuur 7,11 0,07Lactic acid 7.11 0.07

Gedeioniseerd water 797,1 * Loodoctoaat opgelost in een koolwaterstofoplosmiddel.Deionized water 797.1 * Lead octoate dissolved in a hydrocarbon solvent.

2 20 45 % van de totale theoiretische neutralisatie.2 20 45% of the total theoretical neutralization.

In een grote roestvast stalen beker werden de polymere polyol, het verknopingsmiddel dat bereid was als hierboven beschreven en de loodkatalysator gebracht.The polymeric polyol, the cross-linking agent prepared as described above, and the lead catalyst were placed in a large stainless steel beaker.

De bestanddelen werden gemengd tot gelijkmatigheid. Melkzuur 25 werd toegevoegd onder roeren en het reactiemengsel werd met water verdund ter vorming van een waterige dispersie met een vaste stof gehalte van 14,8 % (berekend 15 %). Zowel onbehan-delde als met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch bekleed in de dispersie bij on-30 geveer 90 tot 120 volt gedurende 90 seconde. De beklede panelen werden gebakken op 180°C gedurende 30 minuten om oplos-middelbestendige deklagen te vormen. De onbehandelde stalen panelen doorstonden 100 dubbele wrijvingen met aceton en de met zinkfosfaat voorbehandelde panelen 45 dubbele wrijvingen 35 met aceton. Het aantal dubbele wrijvingen met aceton is het aantal wrijvingen heen en terug met een met aceton verzadigde doek onder toepassing van normale handdruk om de geharde dek- 8201224 - 19 - laag te verwijderen.The ingredients were mixed until even. Lactic acid 25 was added with stirring and the reaction mixture was diluted with water to form an aqueous dispersion with a solids content of 14.8% (calculated 15%). Both untreated and zinc phosphate pretreated steel panels were cathodically electrolytically coated in the dispersion at about 90 to 120 volts for 90 seconds. The coated panels were baked at 180 ° C for 30 minutes to form solvent resistant coatings. The untreated steel panels withstood 100 double rubs with acetone and the panels treated with zinc phosphate 45 double rubs 35 with acetone. The number of double rubs with acetone is the number of rubs back and forth with an acetone saturated cloth using normal hand pressure to remove the cured coating.

Voorbeeld IIExample II

Het volgende voorbeeld toont de bereiding van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel bevat 5 dat 6 beta-alkoxyestergroepen per molecuul bevat. Het verkno pingsmiddel werd gevormd door trimellietzuuranhydride te laten reageren met trimethylolpropaan in een molverhouding van 3:1 en te veresteren met 6 molen 2-butoxyethanol. Het verknopingsmiddel werd gemengd met een polymere polyol gevormd door een 10 epoxyhars (polyglycidylether van een polyfenol) te condenseren met een amine als hieronder beschreven. Het mengsel werd samen-gesteld tot een op organiseh oplosmiddel gebaseerd bekledingsmateriaal met en zonder loodoctoaat-katalysator. Stalen panelen werden bekleed met het materiaal en de beklede substraten ver-15 warmd ter verschaffing van geharde deklagen.The following example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent containing 6 beta-alkoxy ester groups per molecule. The crosslinking agent was formed by reacting trimellitic anhydride with trimethylolpropane in a molar ratio of 3: 1 and esterifying with 6 moles of 2-butoxyethanol. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol formed by condensing an epoxy resin (polyglycidyl ether of a polyphenol) with an amine as described below. The mixture was formulated into an organic solvent based coating material with and without lead octoate catalyst. Steel panels were coated with the material and the coated substrates heated to provide cured coatings.

Polymere polyolPolymeric polyol

De polymere polyol werd gevormd door ke-tenverlenging van een epoxyhars met polyesterdiol en laten reageren van de keten-verlengde epoxyhars met een mengsel van ami-20 nen, namelijk methylethanolamine en een diketiminederivaat van diethyleentriamine.The polymeric polyol was formed by chain extension of an epoxy resin with polyester diol and reacting the chain-extended epoxy resin with a mixture of amines, namely methyl ethanolamine and a diketimine derivative of diethylene triamine.

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ (g) (g)___ EPON 8281 953,7 953,7 4,819 (epoxy) 2,41 25 PCP 02002 320,6 320,6 1,2 (OH) 0,6Ingredient Weight Solid Equivalents Mill _ (g) (g) ___ EPON 8281 953.7 953.7 4,819 (epoxy) 2.41 25 PCP 02 002 320.6 320.6 1.2 (OH) 0.6

Xyleen 80,0Xylene 80.0

Bisfenol A 274,7 274,7 2,41 (OH) 1,205Bisphenol A 274.7 274.7 2.41 (OH) 1.205

Benzyldimethyl- amine 5,9 30 2-ethoxyethanol 317,9Benzyldimethylamine 5.9 2-ethoxyethanol 317.9

Methylisobutyl-diketimine van diethyleentriamine 3 85,7 61,9 0,232(amine) 0,232 35 N-methylethanol- amine 69,5 69,5 0,926(amine) 0,926 8201224 - 20 - * Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent van ca 198, commercieel verkrijgbaar bij Shell Chemical Company.Methylisobutyl-diketimine of diethylene triamine 3 85.7 61.9 0.232 (amine) 0.232 35 N-methyl ethanol amine 69.5 69.5 0.926 (amine) 0.926 8201224 - 20 - * Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of approx. 198, commercially available from Shell Chemical Company.

22

Polycaprolacton-diol met een molecuulgewicht van ca 545, 5 commercieel verkrijgbaar bij Union Carbide Company.Polycaprolactone diol with a molecular weight of about 545.5 commercially available from Union Carbide Company.

33

Methylisobutylketon-oplosmiddel.Methyl isobutyl ketone solvent.

Het EPON 828, het PCP 0200 en het xyleen werden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken en verwarmd onder terugvloeiing gedurende 30 minuten. Het reactie-10 mengsel werd afgekoeld tot 155°C, gevolgd door toevoeging van de bisfenol A. Benzyldimethylamine (1,9 g) werd toegeyoegd en het reactiemengsel werd door de optredende reactie warmer. Het werd afgekoeld tot 130 C, waarna de resterende 4,0 g benzyldimethylamine werden toegevoegd. Het reactiemengsel werd onge-15 veer 3 uren op ongeveer 13Q°C gehouden tot de viscositeit van let reactiemengsel als een 50 %-ige oplossing van vaste hars in 2-ethoxyethanol N was. De 2-ethoxyethanol, het methyliso-butyldiketimine van diethyleentriamine en het methylethanol-amine werden toegevoegd en het reactiemengsel werd ongeveer 20 1 uur op ongeveer 110°C gehouden, gevolgd door afkoeling tot kamertemperatuur. Het reactiemengsel had een vaste stofgehalte van ongeveer 80 gew.%.EPON 828, PCP 0200 and xylene were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and heated at reflux for 30 minutes. The reaction mixture was cooled to 155 ° C, followed by addition of the bisphenol A. Benzyldimethylamine (1.9 g) was added and the reaction became warmer by the reaction that occurred. It was cooled to 130 ° C and the remaining 4.0 g of benzyldimethylamine was added. The reaction mixture was held at about 130 ° C for about 3 hours until the viscosity of the reaction mixture was as a 50% solution of solid resin in 2-ethoxyethanol N. The 2-ethoxyethanol, the methyl iso-butyldiketimine of diethylene triamine and the methyl ethanol amine were added and the reaction mixture was kept at about 110 ° C for about 20 hours, followed by cooling to room temperature. The reaction mixture had a solid content of about 80% by weight.

- Een bekledingsmateriaal werd bereid door mengen van 27,9 g (23,2 g vaste stof) van de polymere polyol en 25 12,3 g (11,5 g vaste stof) van het verknopingsmiddel. Het mengsel werd verdund met 6,1 g '2-ethoxyethanol ter vorming van een bekledingsmateriaal met 75% vaste stof. Een gedeelte van het bekledingsmateriaal werd opzij gezet; een tweede gedeelte (21,2 g) werd gemengd met 0,34 gew.dln (0,26 g vaste 30 stof) loodoctoaat. De beide bekledingsmaterialen werden uitge-streken op onbehandelde en met zinkfosfaat voorbehandelde stalen.panelen en de natte films werden gedurende 30 minuten bij 177°C gehard* De deklagen zonder de loodkatalysator werden verwijderd door 23 dubbele wrijvingen met aceton (op onbe-35 handelde ..stalen panelen) en 15 dubbele wrijvingen met aceton (op met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen), terwijl de 82 0 1 224 - 21 - deklaag met de katalysator 175 dubbele wrijvingen met aceton doorstond op beide substraten.A coating material was prepared by mixing 27.9 g (23.2 g of solid) of the polymeric polyol and 12.3 g (11.5 g of solid) of the cross-linking agent. The mixture was diluted with 6.1 g of 2-ethoxyethanol to form a coating material with 75% solid. A portion of the coating material was set aside; a second portion (21.2 g) was mixed with 0.34 parts (0.26 g of solid) lead octoate. Both coatings were spread on untreated and zinc phosphate-treated steel panels and the wet films were cured at 177 ° C for 30 minutes. The coatings without the lead catalyst were removed by 23 double rubs with acetone (untreated). steel panels) and 15 double rubs with acetone (on zinc phosphate pretreated steel panels), while the 82 0 1 224 - 21 catalyst coating endured 175 double rubs with acetone on both substrates.

Voorbeeld IIIExample III

Dit voorbeeld laat de bereiding zien 5 van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel bevat met twee β-amidoestergroepen per molecuul. Het verknopingsmiddel werd bereid door N-(2-hydroxyethyl)-isobutyramide te laten rea-geren met een condensaat van trimethylolpropaan en trimelliet-zuuranhydride. Het verknopingsmiddel werd gemengd met een poly-10 mere polyol gemaakt door een epoxyhars (polyglycidylether van een polyfenol) te condenseren met een amine. Het mengsel werd samengesteld tot een bekledingsmateriaal met loodoctoaat-kata-lysator en het materiaal uitgestreken op stalen panelen ter vorming van deklagen. De deklagen werden verwarmd ter ver-15 schaffing van. oplosmiddelbestendige deklagen.This example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent with two β-amidester groups per molecule. The cross-linking agent was prepared by reacting N- (2-hydroxyethyl) isobutyramide with a condensate of trimethylolpropane and trimellitic anhydride. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol made by condensing an epoxy resin (polyglycidyl ether of a polyphenol) with an amine. The mixture was formulated into a coating material with lead octoate catalyst and the material spread on steel panels to form coatings. The coatings were heated to provide. solvent resistant coatings.

N-(2-hydroxyethyl)isobutyr amide N-(2-hydroxyethyl)isobutyramide werd als volgt bereid:N- (2-hydroxyethyl) isobutyramide N- (2-hydroxyethyl) isobutyramide was prepared as follows:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ (g) (g) ____ 20 Isoboterzuur 440,0 440,0 4,994 4,994 2-ethoxyethanol 495,0 450,0 5,500 5,500Ingredient Weight Solid Equivalents Mill _ (g) (g) ____ 20 Isobutyric acid 440.0 440.0 4,994 4,994 2-ethoxyethanol 495.0 450.0 5,500 5,500

Xyleen 80,0Xylene 80.0

Para-tolueen- sulfonzuur 2,0 2,0 25 Ethanolamine 305,0 305,0 5,000 5,000Para-toluene sulfonic acid 2.0 2.0 25 Ethanolamine 305.0 305.0 5,000 5,000

Het isoboterzuur, de 2-ethoxyethanol, de xyleen en het para-tolueensulfonzuur werden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken en een Dean-Stark-val en verwarmd tot terugvloeiing. Het reactiemengsel werd op de 30 terugvloeitemperatuur (165 C) gehouden tot een zuurgetal van 3,4 was verkregen (123 g waterige fase verzameld). Het reactiemengsel werd gekoeld tot 100°C, het ethanolamine werd toege-yoegd en het verwarmen onder terugvloeiing werd gedurende 9 uren voortgezet. Toen werd het reactiemengsel gesprenkeld tot 447 g 35 destillaat was verkregen. Het produkt vormde een donkerbruine natte kristallijne massa bij staan gedurende de nacht. Deze 8201224 - 22 - werd geherkristalliseerd uit ethanol en tolueen ter verkrijging van 231,8 g (35,4 % opbrengst, welke kon worden verhoogd met opvolgende winningen) gebroken-witte naaldvormige kristallen, smeltpunt 54-57°C.The isobutyric acid, the 2-ethoxyethanol, the xylene and the para-toluenesulfonic acid were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and a Dean-Stark trap and heated to reflux. The reaction mixture was kept at the reflux temperature (165 ° C) until an acid value of 3.4 was obtained (123 g of aqueous phase collected). The reaction mixture was cooled to 100 ° C, the ethanolamine was added and the refluxing was continued for 9 hours. Then the reaction mixture was sprinkled until 447 g of distillate was obtained. The product formed a dark brown wet crystalline mass upon standing overnight. This 8201224-22 was recrystallized from ethanol and toluene to give 231.8 g (35.4% yield, which could be increased with subsequent recoveries) of off-white acicular crystals, mp 54-57 ° C.

5 Verknopingsmiddel5 Cross-linking agent

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen __ (g) ω .......... .Ingredient Weight Solid Equivalents Mill __ (g) ω ...........

Trimellietzuur- anhydride 131,9 131,9 2,061 0,687 10 Trimethylol- propaan 30,7 30,7 0,687 0,229 N- (2-hydroxy-ethyl) isobutyr- amide 180,0 180,0 1,374 1,374 15 Xyleen 80,0Trimellitic anhydride 131.9 131.9 2.061 0.687 10 Trimethylol propane 30.7 30.7 0.687 0.229 N- (2-hydroxyethyl) isobutryamide 180.0 180.0 1,374 1,374 15 Xylene 80.0

Het trimellietzuuranhydride, het tri-methylolpropaan en de xyleen werden gebracht in een reactie-vat onder een stikstofdeken en een Dean-Stark^val en gedurende 30 minuten onder terugvloeiing verwarmd. Het reactiemengsel 20 werd daarna afgekoeld tot 100°C, de amido-alkohol werd toege-voegd en het verwarmen onder terugvloeiing werd yoortgezet tot een zuurgetal van 3,2 was verkregen. Het produkt bleek een vaste stof-gehalte van 81,7 % te zijn.The trimellitic anhydride, the trimethylolpropane and the xylene were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and a Dean-Stark trap and heated at reflux for 30 minutes. The reaction mixture was then cooled to 100 ° C, the amido alcohol was added and the refluxing was continued until an acid number of 3.2 was obtained. The product was found to be a solids content of 81.7%.

Polymere polyol 25 De polymere polyol werd gevormd door ketenverlenging van een epoxyhars met een polyesterdiol en daarna laten reageren van de keten-verlengde polyester met een mengsel van aminen, een waarvan primaire aminegroepen geblok-keerd met ketimine omvatte.Polymeric Polyol The polymeric polyol was formed by chain extending an epoxy resin with a polyester diol and then reacting the chain-extended polyester with a mixture of amines, one of which included primary amine groups blocked with ketimine.

30 8201224 - 23 -30 8201224 - 23 -

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ (g) (g) ' __ EPON 8281 1686,2 1686,2 8,674 (epoxy) 4,337 PCP 02002 588,4 588,4 2,160 (OH) 1,080 5 Xyleen 144,0Component Weight Solid Equivalents Mill _ (g) (g) '__ EPON 8281 1686.2 1686.2 8.674 (epoxy) 4.337 PCP 02 002 588.4 588.4 2.160 (OH) 1.080 5 Xylene 144.0

Bisfenol A 494,5 494,5 4,337 (OH) 2,169Bisphenol A 494.5 494.5 4.337 (OH) 2.169

Benzyldimethylamine 10,6 2-ethoxyethanol 572,2 10 Methylisobutyl- diketimine van diethyleentri- amine 3 150,2 111,4 0,417 (amine) 0,417Benzyldimethylamine 10.6 2-ethoxyethanol 572.2 10 Methyl isobutyl diketimine of diethylene triamine 3 150.2 111.4 0.417 (amine) 0.417

Monoethanol- J5 amine 125,1 125,1 1,668 (amine) 1,668 1 Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent van ca 198, commercieel verkrijgbaar bij Shell Chemical Company, 2 20 Polycaprolacton-diol met een molecuulgewicht van ca 545, commercieel verkrijgbaar bij Union Carbide Company.Monoethanol- J5 amine 125.1 125.1 1,668 (amine) 1,668 1 Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of about 198, commercially available from Shell Chemical Company, 2 20 Polycaprolactone diol with a molecular weight of about 545, commercially available at Union Carbide Company.

33

Oplossing in methylisobutyl-keton.Solution in methyl isobutyl ketone.

Het EPON 828, het PCP 0200 en de xyleen werden in een reactievat gebracht en verwarmd onder een stikstof-25 deken tot terugvloeiing en gedurende 30 minuten onder terug-vloeiing gehouden. Het reactiemengsel werd gekoeld tot 155°C, gevolgd door toevoeging van de bisfenol A. Benzyldimethylamine (3,4 g) werd toegevoegd en het reactiemengsel werd warm door de exotherme reactie. Het werd gekoeld tot 130°C, gevolgd door 30 toevoeging van het resterende benzyldimethylamine en het reactiemengsel werd op 130°C gehouden tot het een Gardner-Holdt-viscositeit (50 % vaste hars in 2-ethoxyethanol) van N . De 2-ethoxyethanol, het diketimine en het monoethanolamine werden daarna toegevoegd en het reactiemengsel werd ongeveer een uur . 35 op 110°C gehouden om de reactie te voltooien.EPON 828, PCP 0200 and xylene were placed in a reaction vessel and heated under a nitrogen blanket to reflux and refluxed for 30 minutes. The reaction mixture was cooled to 155 ° C followed by addition of the bisphenol A. Benzyldimethylamine (3.4 g) was added and the reaction mixture warmed by the exothermic reaction. It was cooled to 130 ° C followed by addition of the residual benzyl dimethylamine and the reaction mixture was kept at 130 ° C until it had a Gardner-Holdt viscosity (50% solid resin in 2-ethoxyethanol) of N. The 2-ethoxyethanol, the diketimine and the monoethanolamine were then added and the reaction mixture was stirred for about an hour. Held at 110 ° C to complete the reaction.

Aan 34,78 gew.dln van het polymere polyol-reactiemengsel, bereid als hierboven beschreven, werden 37,43 gew.dln van het verknopingsmiddel en 7,87 g’2-ethoxyethanol toe- 8201224 - 24 - gevoegd. Het mengsel werd verwarmd en geroerd tot homogeni-teit ter vorming van een bekledingsmateriaal. Een.gedeelte van dit mengsel werd opzij gezet en het overige gedeelte (27,70 g) werd gemengd met 0,44 g loodoctoaat (0,33 g vaste stof). De 5 beide bekledingsmaterialen werden uitgestreken over onbehan-To 34.78 parts by weight of the polymeric polyol reaction mixture prepared as described above, 37.43 parts by weight of the cross-linking agent and 7.87 g of 2-ethoxyethanol were added. The mixture was heated and stirred to homogeneity to form a coating material. One portion of this mixture was set aside and the remaining portion (27.70 g) was mixed with 0.44 g of lead octoate (0.33 g of solid). The two coating materials were spread over untreated

delde en met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen. De beklede panelen werden vervolgens 30 minuten gebakken op 177°C. De deklagen verkregen met de materialen die geen lood bevatten vertoonden praktisch geen acetonbestendigheid (13 10 tot 15 dubbele wrijvingen met aceton). De deklagen verkregen met materialen' die de loodkatalysator bevatten vertoonden echter een acetonbestendigheid van 75 dubbele wrijvingen met aceton op het onbehandelde staal en van 60 dubbele wrijyingen met aceton op de met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen. 15 Voorbeeld IVsteel panels pre-treated with zinc phosphate. The coated panels were then baked at 177 ° C for 30 minutes. The coatings obtained with the lead-free materials showed practically no acetone resistance (13 to 15 double rubs with acetone). However, the coatings obtained with materials containing the lead catalyst exhibited an acetone resistance of 75 double rubs with acetone on the untreated steel and 60 double rubs with acetone on the zinc phosphate-treated steel panels. Example IV

Dit voorbeeld laat de bereiding zien van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel bevat met twee δ-hydroxyestergroepen per molecuul. Het verknopingsmiddel wordt gevormd door adipinezuur te laten reageren met 20 1,4-butaandiol in een molverhouding van 1:2. Het verknopings middel werd gemengd met een polymere polyol gevormd door een epoxyhars (polyglycidylether van een polyfenol) te condenseren met een amine. Het mengsel werd opgelost in organisch oplos-middel, loodoctoaat werd toegevoegd en de oplossing uitge-'25 streken op stalen panelen en de beklede panelen verwarmd ter verschaffing van oplosmiddelbestendige deklagen. De details van het -voorbeeld worden hieronder weergegeven.This example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent with two δ-hydroxy ester groups per molecule. The cross-linking agent is formed by reacting adipic acid with 1,4-butanediol in a 1: 2 molar ratio. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol formed by condensing an epoxy resin (polyglycidyl ether of a polyphenol) with an amine. The mixture was dissolved in organic solvent, lead octoate was added and the solution spread on steel panels and the coated panels heated to provide solvent resistant coatings. The details of the example are shown below.

'Verknopingsmiddel .Cross-linking agent.

Het verknopingsmiddel werd bereid uit 30 het volgende mengsel van bestanddelen:The cross-linking agent was prepared from the following mixture of ingredients:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen ......... ---(8) (8)- .......... .Component Weight Solid Equivalents Mill ......... --- (8) (8) - ...........

Adipinezuur 146,0 146,0 2,000 1,000 1,4-butaandiol 180,0 180,0 4,000 2,000 35 Xyleen 50,0Adipic acid 146.0 146.0 2,000 1,000 1,4-butanediol 180.0 180.0 4,000 2,000 35 Xylene 50.0

Para-tolueen- 1,0 1,0 sulfonzuur 8201224 - 25 -Para-toluene- 1.0 1.0 sulfonic acid 8201224 - 25 -

De bestanddelen warden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken..Het reactiemengsel werd verwarmd tot terugvloeiing tot een zuurgetal van 1,3 was verkregen. Tijdens de reactie werd 48,1 g waterige laag ver-5 zameld in een Dean-Stark-val.The ingredients were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket. The reaction mixture was heated to reflux until an acid number of 1.3 was obtained. During the reaction, 48.1 g of the aqueous layer was collected in a Dean-Stark trap.

Polymere polyolPolymeric polyol

De polymere polyol werd gevormd door een polyglycidylether van bisfenol A te laten reageren met diethanolamine in een equivalentverhouding van ongeveer 3:1.The polymeric polyol was formed by reacting a polyglycidyl ether of bisphenol A with diethanolamine in an equivalent ratio of about 3: 1.

10 Het adduct werd vervolgens onderworpen aan ketenverlenging met een mengsel van een primair en een disecundair amine, namelijk 3-dime thylaminopropylamine, en het adduct van 1,6-hexamethyleen-diamine en de glycidylether van versatinezuur (CARDURA E).The adduct was then subjected to chain extension with a mixture of a primary and a secondary amine, namely 3-dime thylaminopropylamine, and the adduct of 1,6-hexamethylenediamine and the glycidyl ether of versatinic acid (CARDURA E).

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen 15 _ (g) (g) __ _ EPON 8291 2 921,0 890,6 4,537 .„ 2,268Component Weight Solid Equivalents Mill 15 _ (g) (g) __ _ EPON 8291 2 921.0 890.6 4.537. “2.268

Bisfenol A 255,8 255,8 2,244 1,122Bisphenol A 255.8 255.8 2,244 1,122

Xyleen 30,0 20 2-ethoxyethanol 608,0Xylene 30.0 20 2-ethoxyethanol 608.0

Diethanolamine 80,3 80,3 0,765 0,765Diethanolamine 80.3 80.3 0.765 0.765

Dimethylamino- propylamine 38,0 38,0 0,744 0,372 1,6-hexamethy-25 leendiamine- glycidylester van versatine-zuur-adduct (molverhouding 30 1:2)2 252,9 244,5 0,745 0,372 8201224Dimethylamino-propylamine 38.0 38.0 0.744 0.372 1,6-hexamethy-25-lendiamine-glycidyl ester of versatin acid adduct (mol ratio 30 1: 2) 2 252.9 244.5 0.745 0.372 8201224

Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent van ca 196, commercieel verkrijgbaar bij Shell Chemical Company.Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of about 196, commercially available from Shell Chemical Company.

2 35 Adduct gevormd door druppelsgewijze toevoeging van de glyci- dylester van versatinezuur aan het 3,6-hexamethyleendiamine bij een temperatuur van 60 C, Na voltooiing van de toevoeging werd het mengsel verwarmd tot 100°C.en 2 uren daarop gehouden. De glycidylester van versatinezuur is commercieel 40 verkrijgbaar bij Shell Chemical Company als CARDURA E.2 Adduct formed by dropwise addition of the glycidyl ester of versatin acid to the 3,6-hexamethylene diamine at a temperature of 60 ° C. After completion of the addition, the mixture was heated to 100 ° C and held for 2 hours. The glycidyl ester of versatin acid is commercially available from Shell Chemical Company as CARDURA E.

- 26 -- 26 -

Bekledingsmateriaal op bas is van organisch oplosmiddel Bestanddeel Gewicht (g)Base coating material is from organic solvent Component Weight (g)

Polymere polyol 36,18Polymeric polyol 36.18

Verknopingsmiddel 11,04 5 Loodoctoaat (75,9 % vaste stof in koolwaterstofoplosmiddel) 0,67 2-ethoxyethylacetaat 8,79Cross-linking agent 11.04 5 Lead octoate (75.9% solid in hydrocarbon solvent) 0.67 2-ethoxyethyl acetate 8.79

De bestanddelen werden met elkaar gemengd en verwarmd in een glazen pot van 59 ml ter verkrijging van een 10 heldere gele hars. Het bekledingsmateriaal werd uitgestreken op een onbehandeld stalen paneel en op een met zinkfosfaat voorbehandeld stalen paneel. De beklede panelen werden onge-veer 30 minuten gehard bij 180 C. De geharde deklagen vertoon-den een matige tot hoge glans en hadden een dikte van 40,6 15 tot 55,9 yum. De deklaag op het onbehandelde staal werd verwij- derd na 125 dubbele wrijvingen met aceton. Het beklede, met zinkfosfaat voorbehandelde stalen paneel doorstond 132 dubbele wrijvingen met aceton.The ingredients were mixed together and heated in a 59 ml glass jar to obtain a clear yellow resin. The coating material was spread on an untreated steel panel and on a zinc phosphate pretreated steel panel. The coated panels were cured at 180 ° C for about 30 minutes. The cured coatings showed moderate to high gloss and had a thickness of 40.6 to 55.9 µm. The coating on the untreated steel was removed after 125 double rubs with acetone. The coated steel panel pretreated with zinc phosphate withstood 132 double rubs with acetone.

Voorbeeld VExample V

20 Dit voorbeeld laat de bereiding van een bekledingsmateriaal zien dat een verknopingsmiddel bevat dat een γ-hydroxypolyester is, gevormd door adipinezuur te laten reageren met trimethylolpropaan in een molverhouding van 1:2. Het verknopingsmiddel werd gemengd met een polymere polyol, 25 gevormd door een polyglycidylether van een polyfenol met een amine te laten condenseren. Het mengsel werd gecombineerd met loodoctoaat-katalysator ter vorming van een bekledingsmateriaal. Stalen panelen worden bekleed met het materiaal en de beklede substraten werden verwarmd ter verschaffing van oplos-30 middelbestendige deklagen. Ook werd het mengsel in water gedis-pergeerd met behulp van zuur en stalen panelen werden katho-disch elektrolytisch bekleed met de dispersie. De details van het voorbeeld zijn als volgt:This example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent which is a γ-hydroxy polyester formed by reacting adipic acid with trimethylolpropane in a molar ratio of 1: 2. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol formed by condensing a polyglycidyl ether of a polyphenol with an amine. The mixture was combined with lead octoate catalyst to form a coating material. Steel panels are coated with the material and the coated substrates are heated to provide solvent resistant coatings. Also, the mixture was dispersed in water using acid, and steel panels were cathodically electrolytically coated with the dispersion. The details of the example are as follows:

Verknopingsmiddel 35 Het verknopingsmiddel werd bereid uit het volgende mengsel van bestanddelen: 82 0 1 224 - 27 -Cross-linking agent 35 The cross-linking agent was prepared from the following mixture of ingredients: 82 0 1 224 - 27 -

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _____ (g) ---(8) ......... ..Ingredient Weight Solid Equivalents Mill _____ (g) --- (8) ......... ..

Adipinezuur 146,0 146,0 2,000 1,000Adipic Acid 146.0 146.0 2,000 1,000

Trimethylolpropaan 268,0 268,0 6,000 2,000 5 Xyleen 40,0Trimethylol propane 268.0 268.0 6,000 2,000 5 Xylene 40.0

Para-tolueen- sulfonzuur 1,0 1,0Para-toluene sulfonic acid 1.0 1.0

De bestanddelen worden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken en verwarmd tot terug-10 vloeiing. Het reactiemengsel werd op de terugvloeitemperatuur gehouden tot een zuurgetal van ongeveer 1,7 was verkregen. Polymere polyolThe ingredients are placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and heated to reflux. The reaction mixture was kept at reflux temperature until an acid value of about 1.7 was obtained. Polymeric polyol

De polymere polyol werd gevormd door ketenverlenging van een polyglycidylether van bisfenol A met 15 een polyesterdiol. Het adduct liet men vervolgens reageren met een mengsel van aminen, namelijk monoethanolamine en het methyliso-butyldiketimine van ethyleentriamine.The polymeric polyol was formed by chain extension of a polyglycidyl ether of bisphenol A with a polyester diol. The adduct was then reacted with a mixture of amines, namely monoethanolamine and the methyl isobutyldiketimine of ethylene triamine.

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ (g) (g)___ 20 ΕΡ0Ν 8281 953,7 953,7 4,819 (epoxy) 2,41 PCP 02002 320,6 320,6 1,2 (OH) 0,6Component Weight Solid Equivalents Mill _ (g) (g) ___ 20 ΕΡ0Ν 8281 953.7 953.7 4,819 (epoxy) 2.41 PCP 02 002 320.6 320.6 1.2 (OH) 0.6

Xyleen 80,0Xylene 80.0

Bisfenol A 274,7 274,7 2,41 (OH) 1,205Bisphenol A 274.7 274.7 2.41 (OH) 1.205

Benzyldimethyl- 5,9 25 amine 2-ethoxyethano1 317,9Benzyldimethyl-5.9 amine 2-ethoxyethano1 317.9

Methylisobutyl-diketimine van diethyleentri- 30 amine 3 85,7 61,9 0,232 (amine) 0,232Methyl isobutyl diketimine of diethylenetriamine 3 85.7 61.9 0.232 (amine) 0.232

Monoethanolamine 69,5 69,5 0,926 (amine) 0,926 1 Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equiva- 35 lent van ca 198, commercieel verkrijgbaar bij ShellMonoethanolamine 69.5 69.5 0.926 (amine) 0.926 1 Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of ca 198, commercially available from Shell

Chemical Company.Chemical Company.

22

Polycaprolacton-diol met een molecuulgewicht van ca 545, eommercieel verkrijgbaar bij Union Carbide Company.Polycaprolactone diol with a molecular weight of about 545, commercially available from Union Carbide Company.

33

Oplossmg in methylisobutyl-keton. ...........Solution in methyl isobutyl ketone. ...........

8201224 4 - 28 -8201224 4 - 28 -

Het EPON 828, het PGP 0200 en de xyleen werden gebracht in een reactievat en onder een stikstofdeken tot terugvloeiing verwarmd en daarop gedurende 30 minuten ge-houden. Het reactiemengsel werd gekoeld tot 155°C, gevolgd 5 door toevoeging van de bisfenol A. Benzyldimethylamine (1,9 g) werd toegevoegd en het reactiemengsel werd warmer door de exotherme reactie. Het reactiemengsel werd gekoeld tot 130°C, gevolgd door de toevoeging van het resterende benzyldimethylamine en het reactiemengsel werd op 130°G gehouden, tot het 10 een gereduceerde Gardner-Holdt-viscositeit (50 % vaste hars in 2-ethoxyethanol) van N+ bereikte. De 2-ethoxyethanol, het di-ketimine en het monoethanolamine werden daarna toegevoegd en het reactiemengsel werd ongeveer 1 uur op 108 tot 112°C gehouden om de reactie te voltooien.EPON 828, PGP 0200 and xylene were placed in a reaction vessel and refluxed under a nitrogen blanket and held for 30 minutes. The reaction mixture was cooled to 155 ° C, followed by addition of the bisphenol A. Benzyldimethylamine (1.9 g) was added and the reaction mixture became warmer by the exothermic reaction. The reaction mixture was cooled to 130 ° C, followed by the addition of the residual benzyldimethylamine and the reaction mixture was kept at 130 ° G until it reached a reduced Gardner-Holdt viscosity (50% solid resin in 2-ethoxyethanol) of N + . The 2-ethoxyethanol, the diethanimine and the monoethanolamine were then added and the reaction mixture was kept at 108 to 112 ° C for about 1 hour to complete the reaction.

15 Aan 39,55 g (31,64 g vaste stof) van de15 to 39.55 g (31.64 g of solid) of the

polymere polyol, bereid als onmiddellijk hierboven beschreven werd 17,07 g (15,60 g vaste stof) van het verknopingsmiddel, bereid als hierboven beschreven, toegevoegd. Aan een monster van 31,78 g (26,5 g vaste stof) van het mengsel werd 0,50 g 20 van de loodoctoaat-oplossing als beschreven in voorbeeld IVpolymeric polyol, prepared as described immediately above, 17.17 g (15.60 g of solid) of the crosslinking agent, prepared as described above, was added. To a sample of 31.78 g (26.5 g of solid) of the mixture, 0.50 g of 20 of the lead octoate solution as described in Example IV

toegevoegd. Het materiaal werd uitgestreken met een staaf over onbehandelde en met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen en de panelen.werden 30 minuten op 182°C verwarmd. De geharde films waren glanzend met een getextureerd oppervlak. De deklaag over '25 het onbehandelde staal werd verwijderd na 150 dubbele wrijvin-gen met aceton, terwijl de deklaag over het met zinkfosfaat ' voorbehandelde staal 107 dubbele wrijvingen met aceton door-stond.added. The material was streaked over untreated and zinc phosphate-treated steel panels and the panels were heated at 182 ° C for 30 minutes. The cured films were glossy with a textured surface. The coating on the untreated steel was removed after 150 double rubs with acetone, while the coating on the steel pretreated with zinc phosphate survived 107 double rubs with acetone.

Wanneer vergelijkbare deklagen werden 30 gemaakt zonder toepassing van de loodkatalysator werden de geharde deklagen verwijderd door ongeveer 10 tot 23 dubbele wrijvingen met aceton.When comparable coatings were made without the use of the lead catalyst, the cured coatings were removed by about 10 to 23 double rubs with acetone.

Waterige dispersieAqueous dispersion

Een waterige dispersie werd bereid door 35 de volgende bestanddelen met elkaar te mengen: 8201224 - 29 -An aqueous dispersion was prepared by mixing the following ingredients together: 8201224 - 29 -

Bestanddelen Gewicht (g) Vaste Stof (g) EquiyalentenComponents Weight (g) Solid (g) Equiyalents

Polymere polyol 122,4 100,5 0,098Polymeric polyol 122.4 100.5 0.098

Verknopingsmiddel 52,4 49,5Cross-linking agent 52.4 49.5

Loodoctoaat (katalysa- 5 tor)1 2,75 2,09Lead octoate (catalyst) 1 2.75 2.09

Oppervlakteactief middel^ 3,75Surfactant ^ 3.75

Melkzuur 3,49 0,034Lactic acid 3.49 0.034

Gedeloniseerd water 829,1 10 1 Loodoctoaat in een koolwaterstofoplosmiddel.Deionized water 829.1 10 1 Lead octoate in a hydrocarbon solvent.

22

Oppervlakteactief middel bereid door menging van 120 g alkylimidazoline, commercieel verkrijgbaar bij Geigy Industrial Chemicals als GEIGY AMINE C, 120 gew.dln van 15 een acetylenische alkohol, commercieel verkrijgbaar bijSurfactant prepared by mixing 120 g of alkyl imidazoline, commercially available from Geigy Industrial Chemicals as GEIGY AMINE C, 120 parts of an acetylenic alcohol, commercially available from

Air Products and Chemicals Inc. als SURFYNOL 104, 120 gew. din 2-butoxyethanol en 221 gew.dln gedeioniseerd water en 19 gew.dln ijsazijn.Air Products and Chemicals Inc. as SURFYNOL 104, 120 wt. 2-butoxyethanol and 221 parts of deionized water and 19 parts of glacial acetic acid.

De polymere polyol en het verknopings-20 middel werden met elkaar gemengd onder verwarming in een sta-len beker. Het loodoctoaat werd bijgemengd, gevolgd door de toevoeging van het melkzuur. Het reactiemengsel werd daarna verdund met het gedeloniseerde water ter vorming van een dispersie met 14,6 gew.% vaste hars.The polymeric polyol and the cross-linking agent were mixed together with heating in a steel beaker. The lead octoate was mixed in, followed by the addition of the lactic acid. The reaction mixture was then diluted with the deionized water to form a dispersion with 14.6 wt% solid resin.

25 Panelen van onbehandeld staal en van met zinkfosfaat voorbehandeld staal worden kathodisch elektro-lytisch bekleed in de dispersie op 200 volt gedurende 90 se-conde. De beklede substraten werden daarna tot 204°C verwarmd gedurende 30 minuten om geharde deklagen te vormen. De deklaag 30 op het onbehandelde staal doorstond 150 dubbele wrijvingenPanels of untreated steel and of zinc phosphate-pretreated steel are electrocoated electrolytically in the dispersion at 200 volts for 90 seconds. The coated substrates were then heated to 204 ° C for 30 minutes to form cured coatings. The coating 30 on the untreated steel withstood 150 double rubs

met aceton, terwijl de deklaag op het met zinkfosfaat voorbe-handelde staal 140 dubbele wrijvingen met aceton doorstond. Voorbeeld VIwith acetone, while the coating on the steel treated with zinc phosphate withstood 140 double rubs with acetone. Example VI

Het volgende voorbeeld was soortgelijk 35 aan voorbeeld V, met de uitzondering van het verknopingsmiddel in de harsbereiding werd geintroduceerd.The following example was similar to Example V, except that the cross-linking agent was introduced into the resin preparation.

8201224 - 30 -8201224 - 30 -

Polymere polyol die verknopingsmiddel bevatPolymeric polyol containing cross-linking agent

De polymere polyol werd bereid als al-gemeen beschreven in voorbeeld V met de uitzondering dat het verknopingsmiddel in de bereiding werd opgenomen. De uitgangs-5 materialen voor het bereiden van de polymere polyol waren als volgt:The polymeric polyol was prepared as described generally in Example V with the exception that the cross-linking agent was included in the preparation. The starting materials for preparing the polymeric polyol were as follows:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ _Jg)__(g)____ EPON 828 702,6 702,6 3,614 (epoxy) 1,807 30 PCP 0200 244,0 244,0 0,90 (OH) 0,45Ingredient Weight Solid Equivalents Mill _ _Jg) __ (g) ____ EPON 828 702.6 702.6 3.614 (epoxy) 1.807 30 PCP 0200 244.0 244.0 0.90 (OH) 0.45

Xyleen 60,0Xylene 60.0

Bisfenol A 206,1 206,1 1,808 (OH) 0,904Bisphenol A 206.1 206.1 1.808 (OH) 0.904

Benzyldi- methylamine 4,8 15 Verknopingsmiddel 652,9 616,3 2-butoxyethanol 373,4Benzyldimethylamine 4.8 15 Crosslinker 652.9 616.3 2-butoxyethanol 373.4

Methylisobutyl-diketimine van diethyleen-tri- 20 amine 59,7 46,5 0,174 (amine) 0,174Methyl isobutyl diketimine of diethylene triamine 59.7 46.5 0.174 (amine) 0.174

Monoethanol- amine 52,1 52,1 0,694 (amine) 0,694 1 82 0 1 224Monoethanolamine 52.1 52.1 0.694 (amine) 0.694 1 82 0 1 224

Verknopingsmiddel: het adipinezuur/trimethylolpropaan-25 condensaat bereid als algemeen beschreven in voorbeeld V.Cross-linking agent: the adipic acid / trimethylolpropane-25 condensate prepared as generally described in Example V.

Het EPON 828, het PCP 0200 en de xyleen werden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken en verwarmd tot terugvbeiing en daarop gedurende 30 minuten ge-houden. Het reactiemengsel werd gekoeld tot 155°C en de bis-30 fenol A toegevoegd. De temperatuur daalde tot 128°C en het reactiemengsel werd ongeveer 20 minuten op deze temperatuur gehouden. Benzyldimethylamine (1,5 g) werd toegevoegd en het reactiemengsel steeg in temperatuur door de exotherme reactie tot 170°C. Het reactiemengsel werd afgekoeld tot 130°C, ge-35 volgd door de toevoeging van 3,3 g van het benzyldimethylamine. Het reactiemengsel werd op een temperatuur van ongeveer 130°C gehouden tot een Gardner-Holdt-viscositeit (50 % hars-vaste stof in 2-ethoxyethanol) van P was verkregen.EPON 828, PCP 0200 and xylene were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and heated to reflux and held for 30 minutes. The reaction mixture was cooled to 155 ° C and the bis-30 phenol A added. The temperature dropped to 128 ° C and the reaction mixture was kept at this temperature for about 20 minutes. Benzyldimethylamine (1.5 g) was added and the reaction mixture rose in temperature by the exothermic reaction to 170 ° C. The reaction mixture was cooled to 130 ° C, followed by the addition of 3.3 g of the benzyl dimethylamine. The reaction mixture was kept at a temperature of about 130 ° C until a Gardner-Holdt viscosity (50% resin solid in 2-ethoxyethanol) of P was obtained.

- 31 -- 31 -

Het verknopingsmiddel, opgelost in de 2-butoxyethanol, werd daarna toegevoegd, waarbij de temperatuur van het reactiemengsel daalde tot 85°C. Het reactiemengsel werd verwarmd tot 110°C en daarop ongeveer een uur gehouden om de reactie te 5 voltooien. Het reactiemengsel had een vaste stof-gehalte van 82,7 %.The cross-linking agent, dissolved in the 2-butoxyethanol, was then added, the temperature of the reaction mixture falling to 85 ° C. The reaction mixture was heated to 110 ° C and held there for about an hour to complete the reaction. The reaction mixture had a solids content of 82.7%.

Waterige dispersieAqueous dispersion

Het harsachtige reactieprodukt, bereid als onmiddellijk hierboven beschreven werd gedispergeerd in 10 waterig medium als volgt:The resinous reaction product prepared as described immediately above was dispersed in aqueous medium as follows:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten ___ -(g) (g) ...... -Component Weight Solid Equivalents ___ - (g) (g) ...... -

Polymere polyol die verknopingsmiddel 15 bevat bereid als on middellijk hierboven beschreven 965,0 800,0 0,521 (amine)Polymeric polyol containing cross-linking agent 15 prepared as described immediately above 965.0 800.0 0.521 (amine)

Oppervlakteactief middel van Vb. V 20,0 20 Melkzuur 18,65 0,182Surfactant of Ex. V 20.0 20 Lactic acid 18.65 0.182

Gedeioniseerd water 1282,1Deionized water 1282.1

De polymere polyol en het oppervlakte-actieve middel worden met elkaar gemengd in een roestvast stalen beker, gevolgd door de toevoeging onder menging van 25 het melkzuur. Het reactiemengsel werd daarna verdund met gedeioniseerd water ter vorming van een waterige dispersie met 34,2 % vaste stof.The polymeric polyol and the surfactant are mixed together in a stainless steel beaker, followed by the addition of the lactic acid with mixing. The reaction mixture was then diluted with deionized water to form an aqueous dispersion with 34.2% solid.

Een kationische elektrolytische afzet-tingsverf werd bereid uit het volgende mengsel van bestanddelen: 30 Bestanddeel Gewicht (g)A cationic electrolytic deposition paint was prepared from the following mixture of ingredients: 30 Ingredient Weight (g)

Gedeioniseerd water 1704,2Deionized water 1704.2

Loodacetaat 6,9Lead acetate 6.9

Waterige dispersie van polymere polyol 1703,2Aqueous dispersion of polymeric polyol 1703.2

Pigment-pasta1 385,7 35Pigment paste1 385.7 35

* De pigment-pasta bevatte 32,9 gew1% pigment, 13,2 gew.% harsachtige drager en 1,1 gew.% dibutyltinoxyde. De pigment-pasta werd bereid als algemeen beschreven in voorbeeld IIIThe pigment paste contained 32.9% by weight pigment, 13.2% by weight resinous support and 1.1% by weight dibutyltin oxide. The pigment paste was prepared as described generally in Example III

8201224 . t - 32 - van het Amerikaanse octrooischrift 4.007.154.8201224. t-32 - of U.S. Pat. No. 4,007,154.

Het gedeioniseerde water werd gebracht in een mengvat, gevolgd door de toevoeging van het loodacetaat. De polymere polyol (34,2 % vaste stof) werd vervolgens inge-5 roerd, gevolgd door de toevoeging van de pigmentpasta onder roeren. De uiteindelijke verf had een totaal vaste stof-gehal-te van 20 %, een pH van 6,25, een verhouding van pigment tot bindmiddel van 0,2:1. Na twee dagen roeren was de pH nog steeds 6,25 en de specifieke geleidbaarheid van de dispersie was 10 1250, gemeten bij 25°C. Met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch bekleed in de dispersie bij 120 volt gedurende 20 minuten bij een badtemperatuur van 21°C. De deklagen werden gehard bij 177°C gedurende 30 minuten. De deklagen werden verwijderd na 35 dubbele wrijvin-15 gen met aceton en werden geevalueerd op corrosiebestendigheid weIke werd bepaald door het geharde beklede paneel te bekras-sen met een "X" en het bekraste paneel bloot te stellen aan een zoutsproeimist volgens ASTM D-117 gedurende 14 dagen. De panelen werden uit de kamer verwijderd, gedroogd en de kras-20 markering beplakt met maskerende band, de band afgetrokken onder een hoek van 45° en de loslating vanaf de krasmarkering gemeten. De loslating is het verroeste, donker geworden gebied van het paneel waar de deklaag omhoog gekomen is van het pa-nee loppervlak. De loslating bij dekras was 1,6 mm. Wanneer on-25 behandelde stalen panelen kathodisch elektrolytisch werden be kleed in het bad bij 80 volt gedurende 2 minuten en de deklagen gehard en blootgesteld gedurende 14 dagen aan zoutsproei-corrosie als hierboven beschreven was de loslating bij de kras 4,8 mm.The deionized water was placed in a mixing vessel, followed by the addition of the lead acetate. The polymeric polyol (34.2% solid) was then stirred in, followed by the addition of the pigment paste with stirring. The final paint had a total solids content of 20%, a pH of 6.25, a pigment to binder ratio of 0.2: 1. After two days of stirring, the pH was still 6.25 and the specific conductivity of the dispersion was 10 1250, measured at 25 ° C. Steel panels pretreated with zinc phosphate were electrolytically coated electrolytically in the dispersion at 120 volts for 20 minutes at a bath temperature of 21 ° C. The coatings were cured at 177 ° C for 30 minutes. The coatings were removed after 35 double rubs with acetone and evaluated for corrosion resistance determined by scratching the cured coated panel with an "X" and exposing the scratched panel to a salt spray mist according to ASTM D-117 for 14 days. The panels were removed from the chamber, dried, and the scratch mark covered with masking tape, the tape subtracted at an angle of 45 °, and the detachment measured from the scratch mark. The release is the rusted, darkened area of the panel where the coating has lifted from the panel surface. The scratch release was 1.6 mm. When untreated steel panels were cathodically electrolytically coated in the bath at 80 volts for 2 minutes and the coatings cured and exposed for 14 days to salt spray corrosion as described above, the scratch release was 4.8 mm.

30 Voorbeeld VIIExample VII

Dit voorbeeld heeft betrekking op de bereiding van een bekledingsmateriaal dat het verknopingsmiddel van voorbeeld IV en de polymere polyol van voorbeeld V bevat. Het bekledingsmateriaal wordt samengesteld met loodkatalysa-35 tor en stalen panelen werden bekleed met het materiaal en de beklede substraten werden verwarmd ter verschaffing van oplos- 82 0 1 224 * - 33 - middelbestendige deklagen. De specifieke bekledingssamenstelling wordt hieronder weergegeven:This example relates to the preparation of a coating material containing the cross-linking agent of Example IV and the polymeric polyol of Example V. The coating material is formulated with lead catalyst and steel panels were coated with the material and the coated substrates were heated to provide solvent resistant coatings. The specific coating composition is shown below:

Op organisch oplosmiddel gebaseerd bekledingsmateriaal Bestanddeel Gewicht (g) Vaste stof (g) 5 Polymere polyol 11,64 9,67Organic Solvent Based Coating Material Component Weight (g) Solid (g) 5 Polymer Polyol 11.64 9.67

Verknop ingsmidde1 5,28 4,77 2-ethoxyethanol 7,15Crosslinking agent 5.28 4.77 2-ethoxyethanol 7.15

Loodoctoaat 0,24 0,18Lead octoate 0.24 0.18

De bestanddelen werden gemengd en ver-10 warmd ter vorming van een homogeen materiaal dat vervolgens werd uitgestreken op onbehandelde en met zinkfosfaat voorbe-handelde stalen panelen. De beklede panelen werden 30 minuten gehard op 204°C ter verschaffing van geharde deklagen die 150 dubbele wrijvingen met ace ton doors tonden.The ingredients were mixed and heated to form a homogeneous material which was then spread on untreated and zinc phosphate pretreated steel panels. The coated panels were cured at 204 ° C for 30 minutes to provide cured coatings which showed 150 double rubs with ace tons.

15 Deklagen samengesteld zonder loodkataly- sator en gebakken op 204°C gedurende 30 minuten werden verwij-derd door slechts 23 dubbele wrijvingen met aceton op onbehan-deld steal en 16 dubbele wrijvingen met aceton op met zinkfosfaat voorbehandeld staal.15 coatings composed without lead catalyst and baked at 204 ° C for 30 minutes were removed by only 23 double rubs with acetone on untreated steel and 16 double rubs with acetone on zinc phosphate pretreated steel.

20 Yoorbeeld VIII20 Example VIII

Dit voorbeeld toont de bereiding van een bekledingsmateriaal met een verknopingsmiddel met drie β-ester-ester-groepen per molecuul bevat. Het verknopingsmiddel werd gevormd door trimellietzuuranhydride te laten reageren met 25 ethyleenglycol en isoboterzuur in een molverhouding van 1:3:3. Het verknopingsmiddel wordt daarna gemengd met een polymere polyol gevormd door een epoxyhars (polyglycidylether van een polyfenol) te condenseren met een amine. Het mengsel werd ge-combineerd met lood-octoaatkatalysator en gedispergeerd in wa-30 ter met behulp van zuur. Stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch bekleed met de dispersie en de deklagen ver-warmd ter verschaffing van oplosmiddelbestendige deklagen.This example shows the preparation of a coating material with a cross-linking agent containing three β-ester-ester groups per molecule. The cross-linking agent was formed by reacting trimellitic anhydride with ethylene glycol and isobutyric acid in a molar ratio of 1: 3: 3. The cross-linking agent is then mixed with a polymeric polyol formed by condensing an epoxy resin (polyglycidyl ether of a polyphenol) with an amine. The mixture was combined with lead octoate catalyst and dispersed in water using acid. Steel panels were cathodically electrolytically coated with the dispersion and the coatings heated to provide solvent resistant coatings.

Ook werd het mengsel opgelost in organisch oplosmiddel, de oplossing uitgestreken op stalen panelen en de beklede panelen 35 verwarmd ter verschaffing van oplosmiddelbestendige deklagen.Also, the mixture was dissolved in organic solvent, the solution streaked on steel panels, and the coated panels heated to provide solvent resistant coatings.

De details van het voorbeeld zijn als volgt: 8201224 - 34 -The details of the example are as follows: 8201224 - 34 -

YerknopingsmiddelYerkinding agent

Het verknopingsmiddel werd bereid uit het volgende mengsel van bestanddelen:The cross-linking agent was prepared from the following mixture of ingredients:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen 5 ____ (g) (g) _____ _Ingredient Weight Solid Equivalent Mill 5 ____ (g) (g) _____ _

Trimellietzuur- anhydride 192,0 192,0 3,000 1,000Trimellitic anhydride 192.0 192.0 3,000 1,000

Ethyleenglycol 217,2 186,2 7,000 3,500Ethylene glycol 217.2 186.2 7,000 3,500

Isoboterzuur 264,3 264,3 3,000 3,000 10 Para-tolueen- sulfonzuur 1,4 1,4Isobutyric acid 264.3 264.3 3,000 3,000 Para-toluene sulfonic acid 1.4 1.4

Tolueen 80,0Toluene 80.0

De bovenstaande bestanddelen werden gebracht in een reactievat onder een stikstofdeken en ver-15 warmd tot terugvloeiing. De terugvloeiing werd voortgezet tot een zuurwaarde van 4,1 was verkregen. De hydroxylwaarde van het produkt was 2,9 (los van de zuurwaarde) en het waterge-halte was 0,03 %.The above ingredients were placed in a reaction vessel under a nitrogen blanket and heated to reflux. Reflux was continued until an acid value of 4.1 was obtained. The hydroxyl value of the product was 2.9 (apart from the acid value) and the water content was 0.03%.

Pelyaere pelyol 20 De polymere polyol werd gevormd door een polyglycidylether van bisfenol A te laten reageren met diethanolamine in een equivalentverhouding van ongeveer 3:1. Het adduct werd daama onderworpen aan ketenverlenging met een mengsel van een primair en een disecundair amine, namelijk 25 3-dime thy laminopropylamine, en het adduct van 1,6-hexamethy- leendiamine en de glycidylester van versatinezuur (CARDURA E) .Pelyaere pelyol 20 The polymeric polyol was formed by reacting a polyglycidyl ether of bisphenol A with diethanolamine in an equivalent ratio of about 3: 1. The adduct was then subjected to chain extension with a mixture of a primary and a secondary amine, namely, 3-dimethyl laminopropylamine, and the adduct of 1,6-hexamethylene diamine and the glycidyl ester of versatin acid (CARDURA E).

30 8201224 - 35 -30 8201224 - 35 -

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Helen _ (g) ω............ ···· EPOR 8291 921,0 890,6 4,537>(2>2M) 2>268>(1,J47) 5 Bisfenol A 255,8 255,8 2,244 1,122Component Weight Solid Equivalents Helen _ (g) ω ............ ···· EPOR 8291 921.0 890.6 4.537> (2> 2M) 2> 268> (1, J47 ) 5 Bisphenol A 255.8 255.8 2,244 1,122

Xyleen 30,0Xylene 30.0

Diethanol- " amine 80,3 80,3 0,765 0,765 3-dimethylamino- 10 propylamine 38,0 38,0 0,745 0,372Diethanol- "amine 80.3 80.3 0.765 0.765 3-dimethylamino-propylamine 38.0 38.0 0.745 0.372

Adduct van 1,6-hexamethy- leenglycidyl- ester en versa-. 256,8 253,4 0,745 0,372 15 tinezuur (mol- ^ verhouding 1:2j 2-butoxyethanol 614,2 ^ Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent 20 van ca 193-203, commercieel verkrijgbaar bij Shell ChemicalAdduct of 1,6-hexamethylene glycidyl ester and versa-. 256.8 253.4 0.745 0.372 15 tinic acid (mol: ratio 1: 2j 2-butoxyethanol 614.2 ^ Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of about 193-203, commercially available from Shell Chemical

Company.Company.

22

Adduct gevormd door de glycidylester van versatinezuur druppelsgewijs toe te voegen aan het 1,6-hexamethyleel-diamine bij een temperatuur van 60°C. Na voltooiing van de 25 toevoeging werd het mengsel verwarmd tot 100°C en 2 uur daarop gehouden. De glycidylester van versatinezuur is commercieel verkrijgbaar bij Shell Chemical Company als CARDURA E.Adduct formed by adding the glycidyl ester of versatin acid dropwise to the 1,6-hexamethyl-diamine at a temperature of 60 ° C. After completion of the addition, the mixture was heated to 100 ° C and held for 2 hours. The glycidyl ester of versatin acid is commercially available from Shell Chemical Company as CARDURA E.

Waterige dispersie 30 Een waterige dispersie van de polymere polyol en het verknopingsmiddel, bereid als hierboven be-schreven, werd bereid als volgt: 35 8201224 - 36 -Aqueous dispersion An aqueous dispersion of the polymeric polyol and the cross-linking agent, prepared as described above, was prepared as follows: 35 8201224 - 36 -

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten _ (e) '(a)· _____Component Weight Solid Equivalents _ (e) '(a) · _____

Polymere polyol 146,2 109,4 0,162 (amine)Polymeric polyol 146.2 109.4 0.162 (amine)

Verknopingsmiddel 52,7 40,7 5 Lood-octoaat- , oplossing 2,75 2,09 2Cross-linking agent 52.7 40.7 5 Lead octoate solution 2.75 2.09 2

Melkzuur 7,48 0,073Lactic acid 7.48 0.073

Gedeioniseerd water 805,5 10 1 75,9 % vast loodoctoaat opgelost in koolwaterstof-oplosmiddel 2 45 % van de totale theoretische neutralisatie.Deionized water 805.5 10 1 75.9% solid lead octoate dissolved in hydrocarbon solvent 2 45% of the total theoretical neutralization.

De polymere polyol, het verknopings-35 middel en het lood werden in een roestvast stalen beker ge-bracht en met elkaar gemengd. Het melkzuur werd toegevoegd en in het mengsel gemengd, gevolgd door verdunning met het gedexoniseerde water. De waterige dispersie had een vaste stof gehalte van 14,3 %.The polymeric polyol, the cross-linking agent and the lead were placed in a stainless steel beaker and mixed together. The lactic acid was added and mixed into the mixture, followed by dilution with the deionized water. The aqueous dispersion had a solids content of 14.3%.

20 Onbehandelde en met zinkfosfaat voor- behandelde stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch bekleed in de dispersie bij 100 volt gedurende 90 seconden. De deklagen werden daarnagehard op 180°C gedurende 30 minu-ten ter vorming van films met een dikte van ongeveer 17,8 25 tot 22,9.jm. De onbehandelde stalen panelen doorstonden tus-sen de 56 en de 70 dubbele wrijvingen met aceton en de met zinkfosfaat voorbehandelde stalen panelen tussen de 38 en de 65 dubbele wrijvingen met aceton.Untreated and zinc phosphate pre-treated steel panels were cathodically electrolytically coated in the dispersion at 100 volts for 90 seconds. The coatings were then cured at 180 ° C for 30 minutes to form films with a thickness of about 17.8 to 22.9 µm. The untreated steel panels withstood between 56 and 70 double rubs with acetone and the zinc panels pretreated with zinc phosphate between 38 and 65 double rubs with acetone.

Op organisch oplosmiddel gebaseerd bekledingsmateriaal 30 Bestanddeel Gewicht (g) Vaste stof (g)Organic Solvent Based Coating Material 30 Component Weight (g) Solid (g)

Polymere polyol 36,39 27,19Polymeric polyol 36.39 27.19

Verknopingsmiddel 18,12 13,46 2-ethoxyethanol 11,82Cross-linking agent 18.12 13.46 2-ethoxyethanol 11.82

De bovengenoemde bestanddelen werden 35 gebracht in een glazen pot van 59 ml en 25,19 g werd over- gebracht (na verwarming en menging tot homogeniteit) naar een tweede glazen pot van 59 ml. Na de overbrenging werd 0,37 g 8201224 Λ - 38 -The above ingredients were placed in a 59 ml glass jar and 25.19 g were transferred (after heating and mixing to homogeneity) to a second 59 ml glass jar. After the transfer 0.37 g 8201224 Λ - 38 -

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ ω (a) ......... .Component Weight Solid Equivalents Mill _ ω (a) ..........

Trimellietzuur- anhydride 80,1 80,1 1,252 0,417 5 1,3-propaandiol 100,0 95,3 2,628 1,314Trimellitic anhydride 80.1 80.1 1,252 0.417 5 1,3-propanediol 100.0 95.3 2,628 1,314

Isoboterzuur 110,3 110,3 1,252 1,252Isobutyric acid 110.3 110.3 1,252 1,252

Para-tolueen- sulfonzuur 1,0 1,0Para-toluene sulfonic acid 1.0 1.0

Tolueen 50,0 - 10 De bestanddelen werden gebracht in een reactievat en verwarmd onder terugvloeiing onder een stikstof-deken tot een zuurgetal van 6,3 was verkregen.Toluene 50.0-10 The ingredients were placed in a reaction vessel and heated under reflux under a nitrogen blanket until an acid number of 6.3 was obtained.

Waterige dispersieAqueous dispersion

Een waterige dispersie van het verkno-35 pingsmiddel, bereid als hierboven beschreven, en de polymere polyol van voorbeeld VIII en loodkatalysator werd als volgt bereid:An aqueous dispersion of the crosslinking agent prepared as described above and the polymeric polyol of Example VIII and lead catalyst was prepared as follows:

Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten _ (g) (g) _ 20 Polymere polyol van Vb.VIII 146,2 109,4 0,162 (amine)Ingredient Weight Solid Equivalents _ (g) (g) _ 20 Polymer Polyol of Ex.VIII 146.2 109.4 0.162 (amine)

Verknopingsmiddel 68,1 40,7Crosslinking agent 68.1 40.7

Loodoctoaat 2,75 2,09Lead octoate 2.75 2.09

Melkzuur 7,48 0,073^ 25 Gedeioniseerd water 790,1 * 45 % van de totale theoretische neutralisatie.Lactic acid 7.48 0.073 ^ 25 Deionized water 790.1 * 45% of the total theoretical neutralization.

De polymere polyol en het verknopingsmiddel werden gebracht in een roestvast stalen beker, gevolgd 30 door de toevoeging van het loodoctoaat. De bestanddelen werden met elkaar gemengd, gevolgd door de toevoeging van het melkzuur.The polymeric polyol and the cross-linking agent were placed in a stainless steel beaker, followed by the addition of the lead octoate. The ingredients were mixed together followed by the addition of the lactic acid.

Het mengsel werd daama verdund met gedeioniseerd water ter vorming van een dispersie met een vaste-stof-gehalte van 14,4 %.The mixture was then diluted with deionized water to form a 14.4% solids dispersion.

35 Onbehandelde en met zinkfosfaat voorbe- handelde stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch-be-kleed in de dispersie bij 100 volt gedurende 90 seconden.Untreated and zinc phosphate pretreated steel panels were cathodically electrolytically coated in the dispersion at 100 volts for 90 seconds.

8201224 - 37 - loodactoaat (75,9 % vaste stof in een koolwaterstofoplosmid-del) toegevoegd ter vorming van het bekledingsmateriaal.8201224 - 37 - Lead Actoate (75.9% solid in a hydrocarbon solvent) added to form the coating material.

Het bekledingsmateriaal werd uitge-streken op een onbebandeld stalen paneel en op een met zink 5 fosfaat voorbehandeld stalen paneel. De beklede panelen wer- den 30 minuten gehard op 177°C. De geharde deklaag had een dikte van ongeveer 45,7 tot 71,1 jm en doorstond 150 dubbele wrijvingen met aceton (onbehandeld staal) en 175 dubbele wrij-vingen met aceton (met zinkfosfaat voorbehandeld staal).The coating material was spread on an unbreated steel panel and on a zinc panel pretreated with zinc 5 phosphate. The coated panels were cured at 177 ° C for 30 minutes. The cured coating had a thickness of about 45.7 to 71.1 µm and withstood 150 double rubs with acetone (untreated steel) and 175 double rubs with acetone (zinc phosphate pretreated steel).

10 Bekledingsmaterialen samengesteld zon- der lood, aangebracht en gehard als hierboven beschreven wer-den al na 25 dubbele wrijvingen met aceton verwijderd in het geval van onbehandeld staal en na 37 ddbfele wrijvingen met aceton in het geval van met zinkfosfaat voorbehandeld staal.Coating materials composed without lead, applied and cured as described above were already removed after 25 double rubs with acetone in the case of untreated steel and after 37 parts rubs with acetone in the case of zinc phosphate-pretreated steel.

15 Voorbeeld IXExample IX

Dit voorbeeld laat de bereiding van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel met drie γ-ester-ester-groepen per molecuul bevat zien. Het verknopingsmiddel werd gevormd door trimellietzuuranhydride te laten rea-20 geren met 1,3-propaandiol en isoboterzuur in een molverhouding van 1:3:3. Het verknopingsmiddel werd gemengd met een polymere polyol als beschreven in voorbeeld VIII, gecombineerd met lood-octoaat-katalysator en gedispergeerd in water met behulp van zuur. Stalen panelen werden kathodisch elektrolytisch bekleed 25 met de dispersie en de deklaag gebakken ter verschaffing van oplosmiddel bestendige deklagen. Ook werd het mengsel opgelost in organisch oplosmiddel, de oplossing uitgestreken op stalen panelen en de beklede panelen verwarmd ter verschaffing van oplosmiddelbestendige deklagen.This example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent with three γ-ester-ester groups per molecule. The cross-linking agent was formed by reacting trimellitic anhydride with 1,3-propanediol and isobutyric acid in a molar ratio of 1: 3: 3. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol as described in Example VIII, combined with lead octoate catalyst and dispersed in water using acid. Steel panels were cathodically electrolytically coated with the dispersion and the topcoat baked to provide solvent resistant coatings. Also, the mixture was dissolved in organic solvent, the solution streaked on steel panels and the coated panels heated to provide solvent resistant coatings.

30 Verknoping smidde130 Linkage blacksmith 1

Het verknopingsmiddel werd bereid uit het volgende mengsel van bestanddelen: 8201224 - 39 -The cross-linking agent was prepared from the following mixture of ingredients: 8201224 - 39 -

De beklede panelen werden gedurende 30 minuten bij 180°C ge-bakken ter vorming van deklagen met een dikte van ongeveer 22,9’tot 27,9 yum. De onbehandelde stalen panelen doorstonden 39 tot 41 dubbele wrijvingen per aceton, terwijl de deklagen 5 op de met zinkfosfaat voorbehandelde panelen 16 tot 21 dubbe le wrijvingen met aceton doorstonden.The coated panels were baked at 180 ° C for 30 minutes to form coatings having a thickness of about 22.9 to 27.9 µm. The untreated steel panels withstood 39 to 41 double rubs per acetone, while the coatings on the panels treated with zinc phosphate withstood 16 to 21 double rubs with acetone.

Op organisch‘oplosmlddel'gebaseerd bekledingsmateriaal Bestanddeel Gewicht'(g) Vaste stof (g)Organic Solvent Based Coating Material Component Weight (g) Solid (g)

Polymere polyol 34,43 27,10 10 Verknopingsmiddel 22,36 13,35Polymeric polyol 34.43 27.10 10 Crosslinking agent 22.36 13.35

De bovenstaande bestanddelen werden ge-bracht in een glazen pot van 59 ml en verwarmd en gemengd tot gelijkmatigheid. De inhoud werd overgebracht naar een tweede glazen pot van 59 ml en gecombineerd met 0,35 g loodoctoaat 15 (75 % vaste stof) ter vorming van het bekledingsmateriaal.The above ingredients were placed in a 59 ml glass jar and heated and mixed until uniform. The contents were transferred to a second 59 ml glass jar and combined with 0.35 g of lead octoate 15 (75% solid) to form the coating material.

Het bekledingsmateriaal werd uitgestreken op stalen panelen en gehard bij verhoogde temperatuur. De resultaten worden hieronder weergegeven:The coating material was spread on steel panels and cured at an elevated temperature. The results are shown below:

Paneel Hardingsschema Bekledingsdikte Aceton- 2q (°C /minuten) (jm) bestendigheidPanel Hardening Schedule Coating Thickness Acetone- 2q (° C / Minutes) (µm) Resistance

Onbehandeld staal 177/30 48 95-96Untreated steel 177/30 48 95-96

Met zinkfosfaat voorbe- 25 handeld staal 177/30 81 84Steel treated with zinc phosphate 177/30 81 84

Onbehandeld staal 204/30 51 137-175Untreated steel 204/30 51 137-175

Met zinkfosfaat voorbe- 30 handeld staal 204/30 71-84 >175Steel pretreated with zinc phosphate 204/30 71-84> 175

Bekledingsmaterialen samengesteld zonder lood, afgezet en gehard als hierboven beschreven hebben de vol-gende eigenschappen: 8201224 - 40 -Lead-free coating materials, deposited and cured as described above have the following properties: 8201224 - 40 -

Paneel Hardingsschema Bekledingsdikte Aceton-be- ( C/minuten) ... (yam)... stendigheidPanel Curing Schedule Coating Thickness Acetone Resistance (C / Minutes) ... (yam) ... Resistance

Onbehandeld staal 177/30 43 30 5 Met zinkfos-faat voorbe- handeld staal 177/30 58 32Untreated steel 177/30 43 30 5 Steel pretreated with zinc phosphate 177/30 58 32

Onbehandeld staal 204/30 56 89 10 Met zinkfos- faat voorbe- handeld staal 204/30 102-107 91Untreated steel 204/30 56 89 10 Steel pre-treated with zinc phosphate 204/30 102-107 91

Voorbeeld XExample X.

15 Dit voorbeeld toont de bereiding van een bekledingsmateriaal dat een verknopingsmiddel met drie γ-ester-ester-groepen per molecuul bevat als beschreven in voorbeeld IX. Het verknopingsmiddel werd gemengd met een poly-mere polyol als hieronder beschreven; het mengsel werd opgelost 20 in organisch oplosmiddel en gecombineerd met loodoctoaat- katalysator. Het bekledingsmateriaal werd uitgestreken op stalen panelen en verwarmd ter verschaffing van oplosmiddel-bestendige deklagen.This example shows the preparation of a coating material containing a cross-linking agent with three γ-ester-ester groups per molecule as described in Example IX. The cross-linking agent was mixed with a polymeric polyol as described below; the mixture was dissolved in organic solvent and combined with lead octoate catalyst. The coating material was streaked on steel panels and heated to provide solvent resistant coatings.

Polymere polyol 25 De polymere polyol werd gevormd door ketenverlenging van een polyglycidylether van bisfenol A met een polyesterdiol. Het adduct liet men daarna reageren met een mengsel van aminen, namelijk monoethanolaminen en het methylisobutyldiketimine van diethyleentriamine.Polymeric polyol. The polymeric polyol was formed by chain extension of a polyglycidyl ether of bisphenol A with a polyester diol. The adduct was then reacted with a mixture of amines, namely monoethanolamines and the methyl isobutyldiketimine of diethylene triamine.

30 ' Bestanddeel Gewicht Vaste stof Equivalenten Molen _ _Jg)__(g)___ EPON 8281 953,7 953,7 4,819 (epoxy) 2,41 PCP 02002 320,6 320,6 1,2 (OH) 0,630 'Component Weight Solid Equivalents Mill _ _Jg) __ (g) ___ EPON 8281 953.7 953.7 4,819 (epoxy) 2.41 PCP 02 002 320.6 320.6 1.2 (OH) 0.6

Xyleen 80,0 35 Bisfenol A 274,7 274,7 2,41 (OH) 1,205Xylene 80.0 35 Bisphenol A 274.7 274.7 2.41 (OH) 1.205

Benzyldimethyl-amine 5,9 2-ethoxyethanol 317,9Benzyl dimethyl amine 5.9 2-ethoxyethanol 317.9

Methylisobutyl- 85,7 61,9 0,232 (amine) 0,232 diketimine van ^ diethyleentriamine^Methylisobutyl- 85.7 61.9 0.232 (amine) 0.232 diketimine of diethylene triamine ^

Monoethanolamine 69,5 69,5 0,926 (amine) 0,926 8201224 -41-- * Polyglycidylether van bisfenol A met een epoxyde-equivalent van ca 398, commercieel verkrijgbaar bij Shell Chemical Company.Monoethanolamine 69.5 69.5 0.926 (amine) 0.926 8201224 -41-- * Polyglycidyl ether of bisphenol A with an epoxide equivalent of about 398, commercially available from Shell Chemical Company.

22

Polycaprolacton-diol, met een molecuulgewicht van ca 545, 5 commercieel verkrijgbaar bij Union Carbide Company.Polycaprolactone diol, with a molecular weight of about 545.5, commercially available from Union Carbide Company.

3 ,3,

Oplossing in methylisobutyl-keton.Solution in methyl isobutyl ketone.

Het EPON 828, het PCP 0200 en de xyleen werden gebracht in een reactievat en onder een stikstofdeken 10 verwarmd tot terugvloeiing en daarop gehouden gedurende 30 minuten. Het reactiemengsel werd gekoeld tot 155°C, gevolgd door de toevoeging van de bisfenol A. Benzyldimethylamine (3,9 g) werd toegevoegd en het reactiemengsel werd warm door de vrijkomende reactiewarmte. Het reactiemengsel werd afgekoeld 35 tot 330°C, gevolgd door de toevoeging van het resterende benzyldimethylamine en het reactiemengsel werd op 130°C gehouden tot het een gereduceerde Gardner-Holdt-viscositeit (50 % vaste j· hars in 2-ethoxyethanol) van N bereikte. De 2-ethoxyethanol, het diketimine en het monoethanolamine werden daarna toegevoegd 20 en het reactiemengsel werd ongeveer een uur op 308 tot 312°C gehouden om de reactie te voltooien.The EPON 828, the PCP 0200 and the xylene were placed in a reaction vessel and heated to reflux under a nitrogen blanket 10 and held there for 30 minutes. The reaction mixture was cooled to 155 ° C, followed by the addition of the bisphenol A. Benzyldimethylamine (3.9 g) was added and the reaction warmed by the heat of reaction being released. The reaction mixture was cooled to 35 ° C to 330 ° C, followed by the addition of the residual benzyldimethylamine and the reaction mixture was kept at 130 ° C until it had a reduced Gardner-Holdt viscosity (50% solid resin in 2-ethoxyethanol) of N reached. The 2-ethoxyethanol, the diketimine and the monoethanolamine were then added and the reaction mixture was kept at 308 to 312 ° C for about an hour to complete the reaction.

Aan 24,23 g (20,14 g vaste stof) van de polymere polyol bereid als onmiddellijk hierboven beschreven werd 16,69 g (9,96 g vaste stof) van het verknopingsmiddel be-25 reid als beschreven in voorbeeld IX en 5,6 g 2-ethoxyethanol toegevoegd. Aan een monster van 20,03 g (12,94 g vaste stof) van het mengsel werd 0,23 g van de loodoctoaat-oplossing als beschreven in voorbeeld VIII toegevoegd. Het materiaal werd uitgestreken met een staaf over onbehandelde en met zinkfosfaat 30 voorbehandelde stalen panelen en de panelen werden gedurende 30 minuten verwarmd tot 177°C. De geharde deklagen over het onbehandelde staal waren 41 yum dik en doorstonden. 350 dubbele wrijvingen met aceton, terwijl de deklagen over het met zinkfosfaat voorbehandelde staal 73 yum dik was en 75 dubbele wrijvin-35 gen met aceton doorstond.24.23 g (20.14 g of solid) of the polymeric polyol prepared as described immediately above, 16.69 g (9.96 g of solid) of the cross-linking agent were prepared as described in Examples IX and 5, 6 g of 2-ethoxyethanol are added. To a 20.03 g (12.94 g solid) sample of the mixture was added 0.23 g of the lead octoate solution as described in Example VIII. The material was streaked over untreated and zinc phosphate pre-treated steel panels and the panels were heated to 177 ° C for 30 minutes. The cured coatings over the untreated steel were 41 µm thick and weathered. 350 double rubs with acetone, while the coatings on the zinc phosphate-treated steel were 73 µm thick and withstood 75 double rubs with acetone.

8201224 - 42 -8201224 - 42 -

Wanneer vergelijkbare deklagen werden vervaardigd zonder de toepassing van de loodkatalysator door-stonden de geharde deklagen slechts ongeveer J3 tot 25 dubbe-le wrijvingen met aceton.When comparable coatings were made without the use of the lead catalyst, the cured coatings withstood only about J3 to 25 double rubs with acetone.

82 0 1 22482 0 1 224

Claims (31)

1. Door warmte hardbaar bekledingsmateriaal dat een hydroxylbevattend polymeer, een polyester-hard ingsmiddel en een omesteringskatalysator bevat, met het 5 kenmerk, dat het polyesterverknopingsmiddel ten minste twee gesubstitueerde estergroepen per molecuul heeft, waarbij de substituenten zijn gekozen nit de klasse bestaande uit: (A) β-alkoxy-groepen, (B) β-es ter-groepen, JO (C) β-amido-groepen, (D) γ-hydroxygroepen, (E) γ-ester-groepen, (F) d-hydroxy-gro epen, alsmede mengsels daarvan.Heat-curable coating material containing a hydroxyl-containing polymer, a polyester curing agent and a transesterification catalyst, characterized in that the polyester cross-linking agent has at least two substituted ester groups per molecule, the substituents being selected from the class consisting of: ( A) β-alkoxy groups, (B) β-ester groups, JO (C) β-amido groups, (D) γ-hydroxy groups, (E) γ-ester groups, (F) d-hydroxy groups and mixtures thereof. 2. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hydroxylbevattende polymeer tevens kationische groepdn bevat en het bekledingsmateriaal is gedis-pergeerd in een waterig medium.Coating material according to claim 1, characterized in that the hydroxyl-containing polymer also contains cationic groups and the coating material is dispersed in an aqueous medium. 3. Bekledingsmateriaal volgens conclu- 20 sie 1 of 2, met het kenmerk, dat het hydroxylbevattende poly meer een hydroxylwaarde binnen het traject van 180 tot 300 heeft.Coating material according to claim 1 or 2, characterized in that the hydroxyl-containing poly has more a hydroxyl value within the range of 180 to 300. 4. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de substituenten β-alkoxygroepen : 25 zijn.Coating material according to claim 1 or 2, characterized in that the substituents are β-alkoxy groups: 25. 5. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het polyester verknopingsmiddel wordt bereid door een polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan te laten reageren met een of meer 1,2-polyol- 30 monoethers.Coating material according to claim 4, characterized in that the polyester cross-linking agent is prepared by reacting a polycarboxylic acid or its functional equivalent with one or more 1,2-polyol monoethers. 6. Materiaal volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan wordt gekozen uit de klasse bestaande uit tri-mellietzuuranhydride, adipinezuur en ftaalzuuranhydride.Material according to claim 5, characterized in that the polycarboxylic acid or its functional equivalent is selected from the class consisting of trimellellic anhydride, adipic acid and phthalic anhydride. 7. Materiaal volgens conclusie 5, met 8201224 - 44 - V het kenmerk, dat de 1,2-polyol-monoether een alkylether van ethyleen- of propyleen-glycol is waarin de alkylgroep 1 tot 6 koolstofatomen bevat.Material according to claim 5, characterized in that the 1,2-polyol monoether is an alkyl ether of ethylene or propylene glycol in which the alkyl group contains 1 to 6 carbon atoms. 8. Materiaal volgens conclusie 1 of 2, 5 met het kenmerk, dat de substituenten γ- en/of 5-hydroxygroepen zijn.Material according to claim 1 or 2, 5, characterized in that the substituents are γ and / or 5-hydroxy groups. 9. Materiaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de substituenten γ-hydroxy-groepen zijn.Material according to claim 8, characterized in that the substituents are γ-hydroxy groups. 10. Materiaal volgens conclusie 9, met het 10 kenmerk, dat het verknopingsmiddel wordt gevormd door een poly- carbonzuur of een functioneel equivalent daarvan te laten rea-geren met een 1,3-polyol.10. The material according to claim 9, characterized in that the cross-linking agent is formed by reacting a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof with a 1,3-polyol. 11. Materiaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het polycarbonzuur of het functionele equi-15 valent daarvan wordt gekozen uit de klasse bestaande uit tri- mellietzuuranhydride, adipinezuur en ftaalzuuranhydride.11. A material according to claim 10, characterized in that the polycarboxylic acid or its functional equivalent is selected from the class consisting of trellellitic anhydride, adipic acid and phthalic anhydride. 12. Materiaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 1,3-polyol wordt gekozen uit de klasse bestaande uit trimethylolethaan, trimethylolpropaan, 1,3-butaan-20 diol, 1,3-propaandiol en mengsels daarvan.The material according to claim 10, characterized in that the 1,3-polyol is selected from the class consisting of trimethylolethane, trimethylolpropane, 1,3-butane-20 diol, 1,3-propanediol and mixtures thereof. 13. Materiaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de substituenten δ-hydroxygroepen zijn.Material according to claim 8, characterized in that the substituents are δ-hydroxy groups. 14. Materiaal volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het verknopingsmiddel wordt gevormd door 25 een polycarbonzuur of een functioneel equivalent daarvan te laten reageren met een 1,4-polyol.14. A material according to claim 13, characterized in that the cross-linking agent is formed by reacting a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof with a 1,4-polyol. 15. Materiaal volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 1,4-polyol 1,4-butaandiol is.Material according to claim 14, characterized in that the 1,4-polyol is 1,4-butanediol. 16. Materiaal volgens conclusie 1 of 2, 30 'xiiet het kenmerk, dat de substituenten 6- en/of γ-ester-groepen zijn.Material according to claim 1 or 2, 30 ', characterized in that the substituents are 6 and / or γ-ester groups. 17. Materiaal volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de substituenten β-ester-groepen zijn.Material according to claim 16, characterized in that the substituents are β-ester groups. 18. Materiaal volgens conclusie 17, 35 met het kenmerk, dat het verknopingsmiddel is verkregen door ...... de volgende uitgangsmaterialen met elkaar te laten reageren: 8201224 t - 45 - (A) een polycarbonzuur of eea functio-neel equivalent daarvan; (B) een 1,2-polyol of een 1,2-epoxyverb inding en 5 (C) een monocarbonzuur.Material according to claim 17, 35, characterized in that the cross-linking agent is obtained by ...... reacting the following starting materials with each other: 8201224 t - 45 - (A) a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof ; (B) a 1,2-polyol or a 1,2-epoxy compound and 5 (C) a monocarboxylic acid. 19. Materiaal volgens conclusie 18, met het keiimerk, dat de 1,2-polyol wordt gekozen uit de klasse bestaande uit ethyleenglycol, propyleenglycol en 1,2-butaan-diol.A material according to claim 18, having the boulder mark that the 1,2-polyol is selected from the class consisting of ethylene glycol, propylene glycol and 1,2-butane diol. 20. Materiaal volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de 1,2-epoxyverbinding wordt gekozen uit de klasse bestaande uit 1,2-epoxybutaan, de glycidylester van een verzadigd alifatisch monocarbonzuur dat 9 tot 12 koolstof-atomen bevat, ethyleenoxyde, propyleenoxyde en n-butylglycidyl- 15 ether.Material according to claim 18, characterized in that the 1,2-epoxy compound is selected from the class consisting of 1,2-epoxybutane, the glycidyl ester of a saturated aliphatic monocarboxylic acid containing 9 to 12 carbon atoms, ethylene oxide, propylene oxide and n-butylglycidyl ether. 21. Materiaal volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de substituenten γ-ester-groepen zijn.Material according to claim 16, characterized in that the substituents are γ-ester groups. 22. Materiaal volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het verknopingsmiddel is verkregen door de 20 volgende uitgangsmaterialen met elkaar te laten reageren: (A) een polycarbonzuur of een functioneel equivalent daarvan; (B) een 1,3-polyol en (C) een monocarbonzuur.The material according to claim 21, characterized in that the crosslinking agent is obtained by reacting the following starting materials: (A) a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof; (B) a 1,3-polyol and (C) a monocarboxylic acid. 23. Materiaal volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de 1,3-polyol wordt gekozen uit de klasse bestaande uit 1,3-propaandiol, trimethylolpropaan, trimethylol-ethaan en 1,3-butaandiol.The material according to claim 22, characterized in that the 1,3-polyol is selected from the class consisting of 1,3-propanediol, trimethylolpropane, trimethylolethane and 1,3-butanediol. 24. Materiaal volgens conclusie 18 of 30 22, met het kenmerk, dat het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan wordt gekozen uit de klasse bestaande uit trimellietzuuranhydride, adipinezuur en ftaalzuur.24. A material according to claim 18 or 22, characterized in that the polycarboxylic acid or its functional equivalent is selected from the class consisting of trimellitic anhydride, adipic acid and phthalic acid. 25. Materiaal volgens conclusie 18 of 22, met het kenmerk, dat het monocarbonzuur is gekozen uit de klas- 35 se bestaande uit isoboterzuur, azijnzuur, propionzuur en benzoe-zuur. 8201224 * - 46 - \5 /25. Material according to claim 18 or 22, characterized in that the monocarboxylic acid is selected from the class consisting of isobutyric acid, acetic acid, propionic acid and benzoic acid. 8201224 * - 46 - \ 5 / 26. Bekledingsmateriaal volgens conclu-sie 1 of 2, met het kenmerk, dat de substituenten β-amido-groepen zijn.Coating material according to claim 1 or 2, characterized in that the substituents are β-amido groups. 27. Materiaal volgens conclusie 26, 5 met het kenmerk, dat het verknopingsmiddel is gevormd door een polycarbonzuur of een functioneel equivalent daarvan te laten reageren met een β'-hydroxyalkylamide.27. A material according to claim 26, characterized in that the cross-linking agent is formed by reacting a polycarboxylic acid or a functional equivalent thereof with a β'-hydroxyalkylamide. 28. Materiaal volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het β-hydroxyalkylamide voldoet aan for- 10 mule 2 van het formuleblad, waarin Rj en R£ waterstof zijn en Rj, R2 en R^ zijn gekozen uit de klasse bestaande uit alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl, waaronder gesubstitueerde groepen waarin de substituenten de veresteringsreactie met het polycarbonzuur of het functionele equivalent daarvan niet nadelig 15 zullen beitnvloeden en de omesterings-hardings-reactie of de wenselijke eigenschappen van het bekledingsmateriaal niet nadelig zullen beinvloeden.28. A material according to claim 27, characterized in that the β-hydroxyalkylamide satisfies formula 2 of the formula sheet, wherein R 1 and R 1 are hydrogen and R 1, R 2 and R 1 are selected from the class consisting of alkyl, cycloalkyl, aryl, alkaryl, including substituted groups in which the substituents will not adversely affect the esterification reaction with the polycarboxylic acid or its functional equivalent and will not adversely affect the transesterification curing reaction or the desirable properties of the coating material. 29. Materiaal volgens condusie 27, met het kenmerk, dat het polycarbonzuur of het functionele 20 equivalent daarvan is gekozen uit de klasse bestaande uit trimellietzuuranhydride, ftaalzuuranhydride en adipinezuur.29. Material according to condusion 27, characterized in that the polycarboxylic acid or its functional equivalent is selected from the class consisting of trimellitic anhydride, phthalic anhydride and adipic acid. 30. Bekledingsmateriaal in hoofdzaak als beschreven iiide beschrijving en/of de voorbeelden.30. Coating material substantially as described in the description and / or the examples. 31. Voorwerpen die bekleed zijn met een 25 bekledingsmateriaal volgens een van de voorgaande conclusies, in uitgeharde toestand. Λ ' \ 820122431. Articles coated with a coating material according to any one of the preceding claims, in a cured state. 2012 '\ 8201224
NL8201224A 1981-07-29 1982-03-24 Resinous materials which are curable by means of an transesterification hardening mechanism. NL8201224A (en)

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US28823981 1981-07-29
US06/288,239 US4489182A (en) 1981-07-29 1981-07-29 Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
US06/288,241 US4423168A (en) 1981-07-29 1981-07-29 Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
US28824181 1981-07-29
US06/288,238 US4423167A (en) 1981-07-29 1981-07-29 Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
US28823881 1981-07-29
US28824081 1981-07-29
US06/288,240 US4423169A (en) 1981-07-29 1981-07-29 Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201224A true NL8201224A (en) 1983-02-16

Family

ID=27501479

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201224A NL8201224A (en) 1981-07-29 1982-03-24 Resinous materials which are curable by means of an transesterification hardening mechanism.

Country Status (8)

Country Link
CA (1) CA1189995A (en)
DE (1) DE3224864A1 (en)
ES (1) ES511416A0 (en)
FR (1) FR2510590A1 (en)
GB (1) GB2102430B (en)
IT (1) IT1159067B (en)
MX (1) MX160805A (en)
NL (1) NL8201224A (en)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3324211A1 (en) * 1983-07-05 1985-01-17 Basf Farben + Fasern Ag, 2000 Hamburg HEAT-CURABLE BINDING MIXTURE
US4742096A (en) * 1986-06-06 1988-05-03 The Glidden Company Powder coatings with catalyzed transesterification cure
US4973392A (en) * 1988-12-27 1990-11-27 The Sherwin-Williams Company Curable coating compositions comprising crosslinked components
US4983266A (en) * 1988-12-27 1991-01-08 The Sherwin-Williams Company Curable coating compositions comprising self-crosslinkable components
DE4237492A1 (en) * 1992-11-06 1994-05-11 Herberts Gmbh Aqueous binder composition, coating compositions containing it and their use
DE4237490A1 (en) * 1992-11-06 1994-05-11 Herberts Gmbh Coating agent and its use for the production of acid-resistant coatings

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3996182A (en) * 1975-06-12 1976-12-07 Whittaker Corporation Water-based can coating composition and method of making same
JPS5949260B2 (en) * 1975-08-27 1984-12-01 日本エステル (株) Polyester resin composition for powder coatings
GB1588230A (en) * 1976-09-27 1981-04-15 British Industrial Plastics Artificial resin powder coating compositions
DE2806651C2 (en) * 1977-02-18 1981-10-08 Dainippon Ink and Chemicals, Inc., Tokyo Powder paint composed of an epoxy compound, a carboxyl-containing polyester resin and usual additives
ZA796485B (en) * 1978-12-11 1980-11-26 Shell Res Ltd Thermosetting resinous binder compositions,their preparation,and use as coating materials

Also Published As

Publication number Publication date
FR2510590A1 (en) 1983-02-04
DE3224864C2 (en) 1992-04-16
IT8222002A0 (en) 1982-06-22
CA1189995A (en) 1985-07-02
MX160805A (en) 1990-05-25
IT1159067B (en) 1987-02-25
GB2102430B (en) 1985-07-10
ES8307934A1 (en) 1983-07-01
FR2510590B1 (en) 1984-08-17
GB2102430A (en) 1983-02-02
DE3224864A1 (en) 1983-02-10
ES511416A0 (en) 1983-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4352842A (en) Process for coating and curing thermosetting resinous binder compositions using transesterification catalyst
CA1182598A (en) Isoluble metal curing catalysts for thermosetting binder compositions
US4458054A (en) Heat-hardenable cationic water-dilutable binders
US4423168A (en) Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
US4423167A (en) Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
CA1188038A (en) Thermosetting resinous binder compositions, their preparation and their use as coating materials
US4489182A (en) Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
US4423169A (en) Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
NL8201224A (en) Resinous materials which are curable by means of an transesterification hardening mechanism.
US4405763A (en) Thermosetting resinous binder compositions, their preparation, and use as coating materials
US4440612A (en) Resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
GB1590351A (en) Thermosetting compositions
JP3522377B2 (en) A coating composition capable of forming a coating film with excellent stain resistance
US4511447A (en) Electrodeposition of resinous compositions curable through a transesterification curing mechanism
JP3320719B2 (en) Method for depositing electrically applicable coating compositions on metal substrates by electrodeposition
JP3522376B2 (en) Paint composition capable of forming a coating film with excellent stain resistance
KR920010138B1 (en) Novel blocked isocyanates and method of making and using the same
EP0485420B1 (en) Coating compositions
CA1297626C (en) Saturated polyesters containing imide groups and terminal carboxyl groups
CA1137669A (en) Cathodically depositable compositions for electrodeposition
JPH07166111A (en) Electrodeposition coating composition containing zinc compound for improving throwing power
JPS62156175A (en) Aqueous electrophoretic enamel paint
MXPA98007840A (en) Curable coating composition that has late functionality
CA2200082A1 (en) Polymeric vehicles which include a phenolic urethane reactive diluent
JPH09241545A (en) Cationic electrodeposition coating resin composition

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed