NL8201110A

NL8201110A - AUDIO / VIDEO MOUNTING SYSTEM WITH A TOUCH-SENSITIVE FUNCTION DISPLAY SCREEN.

Info

Publication number: NL8201110A
Application number: NL8201110A
Authority: NL
Original assignee: Ampex
Priority date: 1981-04-09
Filing date: 1982-03-17
Publication date: 1982-11-01
Also published as: AU8107082A; IT8248111A0; JPS57178532A; SE8202264L; DE3213036C2; FR2509075A1; FR2509075B1; IE820688L; GB2096868B; IE52655B1; JPH0644384B2; CA1177969A; SE454030B; AU545936B2; DE3213036A1; GB2096868A

Description

* r ¥ YO 3199* r ¥ YO 3199

Betr.: Audio/video montagestelsel met een aanrakingsgevoelig functieweer-geef schema. ____ ___ _____Subject: Audio / video mounting system with a touch sensitive function display scheme. ____ ___ _____

In de loop van de jaren hehhen audio/video montagestelsels een ontwikkeling ondergaan, die heeft geleid tot gecompliceerde en geavanceerde inrichtingen voor het op een gewenste wijze behandelen van daarmede geregistreerde video- en audio-informatie. Typerend voor een montagestelsel is, 5 dat gekozen video- of audio-informatie, afkomstig van een aantal verschillende ingangssignalen, onder de zorgvuldige besturing van een operateur wordt geregistreerd in een audio-video-bandrecorder. De te registreren informatie bevindt zich in de regel in een of meer van een aantal als bron fungerende bandrecorders; deze informatie kan echter tevens afkomstig zijn * 10 van andere ingangsbronnen, zoals een microfoon of een videokamera. Een tus sen de voor registratie bedoelde bandrecorder en de als bron fungerende bandrecorders en willekeurige andere ingangsinrichtingen aangesloten scha-kelinrichting is in responsie op montagecommando*s werkzaam om de exacte informatie die door de voor registratie bedoelde bandrecorder wordt gere-15 gistreerd, te besturen. De juiste synchronisatie die tijdens de registreer-operatie karakteristiek is voor een typerend montageproces wordt gehandhaafd, doordat wordt gerefereerd naar een gecodeerd referentiespoor dat bij elke bandregistratie aanwezig is en waardoor elk beeldfreem van de registratie wordt geïdentificeerd. Bij dergelijke referentiesporen wordt veelal gebruik 20 gemaakt van een tijdsignaleringscode (dat is geregistreerd hetzij 'rechtstreeks in het referentiespoor, hetzij binnen de videosporen gedurende het vertikale interval, hetzij als een combinatie van beide mogelijkheden), zoals nader gespecificeerd in verschillende documenten van de "Society of Motion Picture And Television Engineers"(SMPTE), en de "European Broad-25 casting Union" (EBU).Over the years, audio / video editing systems have evolved, leading to complicated and sophisticated devices for handling video and audio information recorded therewith in a desirable manner. Typical of a mounting system is that selected video or audio information from a number of different input signals is recorded in an audio-video tape recorder under the careful control of an operator. The information to be recorded is usually contained in one or more of a number of tape recorders acting as a source; however, this information may also come from * 10 other input sources, such as a microphone or a video camera. A switch connected between the tape recorder intended for recording and the tape recorders acting as source and any other input devices operates in response to edit commands to control the exact information recorded by the tape recorder intended for recording. The proper synchronization characteristic of a typical editing process during the recording operation is maintained by referring to an encoded reference track included with each tape recording and identifying each frame of the recording. Such reference tracks often use a time signaling code (which is recorded either directly in the reference track, or within the video tracks during the vertical interval, or as a combination of both possibilities), as further specified in various "Society" documents of Motion Picture And Television Engineers "(SMPTE), and the" European Broad-25 casting Union "(EBU).

Tijdens een typerende montage-operatie bedient de operateur een klavier, terwijl hij een videomonitor bekijkt, die een visuele weergave geeft van de video-informatie, die moet worden geregistreerd door de desbetreffende bandrecorder. Het klavier is in de regel een speciaal klavier, 30 d.w. z. dat daarop verschillende toetsen voorkomen die behoren bij specifieke montagefuncties. De toetsen kunnen zijn gerangschikt volgens een ASCII. -formaat of volgens elk willekeurig ander formaat dat in aanmerking komt. De volgens het ASCII-formaat gerangschikte toetsen zijn tevens gespecificeerd door letters die zijn gerangschikt volgens het conventionele formaat van 35 een schrijfmachineklavier, zodat de diverse, verschillende montagefuncties 82 0 1 1 1 0 1 ί - 2 - in hoofdzaak op gevoel, gebaseerd op ervaring en geheugen kunnen -worden gekozen, een en ander op dezelfde wijze, zoals een ervaren typiste werkt.During a typical editing operation, the operator operates a keyboard while viewing a video monitor that provides a visual representation of the video information to be recorded by the respective tape recorder. As a rule, the keyboard is a special keyboard, 30 i.e. z. that there are various keys associated with specific mounting functions. The keys can be arranged according to an ASCII. format or any other eligible format. The keys arranged according to the ASCII format are also specified by letters arranged according to the conventional format of a typewriter keyboard, so that the various, different mounting functions 82 0 1 1 1 0 1 ί - 2 - mainly by feel, based on experience and memory can be chosen, all in the same way as an experienced typist works.

Naarmate montagestelsels meer geavanceerd en gecompliceerd zijn geworden zijn de daarbij toegepaste klavieren meer uitgebreid en gecom-5 pliceerd geworden. Het is bijvoorbeeld niet ongebruikelijk dat gebruik wordt gemaakt van een montageklavier dat meer dan honderd toetsen omvat, die elk representatief zijn voor een van verschillende montagefuncties of soorten van functies. Zulks betekent, dat voor een gegeven machine veel tijd en ervaring zijn vereist alvorens de operateur de montagefunc-10 ties snel en efficient kan uitvoeren. Zelfs in die situaties, waarin de operateur ervaring heeft en geheel vertrouwd is geraakt met een gegeven montagestelsel, bestaat echter bij conventionele montagestelsels het probleem, dat de overwegingen van mechanische aard, die bij een gefixeerd klavier met zovele functies zijn betrokken, ernstig afbreuk doen aan de 15 creatieve aspecten van het' montageproces. In de regel wordt gesteund op gecodeerde tijdsignalen, representatief voor de montage-ingangsposities en de montage-uitgangsposities, in plaats van een proces, waarbij de montage geschiedt door waarneming van het beeld zelf.As mounting systems have become more advanced and complicated, the keyboards used therewith have become more elaborate and complicated. For example, it is not uncommon to use a mounting keyboard that includes more than a hundred keys, each of which is representative of one of several mounting functions or types of functions. This means that a given machine requires a lot of time and experience before the operator can perform the mounting functions quickly and efficiently. However, even in those situations where the operator has experience and is fully familiar with a given mounting system, conventional mounting systems have the problem that the mechanical considerations involved in a fixed keyboard with so many functions seriously compromise the 15 creative aspects of the 'assembly process. As a rule, it relies on coded time signals, representative of the edit input and edit output positions, rather than a process in which editing is done by observing the image itself.

Een verdere beperking van talrijke, conventionele montagestelsels 20 schuilt hierin, dat de intelligentie van het stelsel in êén centrale plaats is samengebracht. In die stelsels, waarin in samenhang met de montagefuncties gebruik is gemaakt van een centrale processor of andere verwerkende eenheid, is als regel beperkte verwerkende apparatuur geconcentreerd in een centrale plaats, waardoor de toekomstflexibiliteit van een 25 bepaald stelsel wordt beperkt.A further limitation of numerous conventional mounting systems 20 resides in that the intelligence of the system is centralized. In those systems in which use is made of a central processor or other processing unit in connection with the mounting functions, as a rule, limited processing equipment is concentrated in a central location, thereby limiting the future flexibility of a particular system.

In de loop van de jaren zijn talrijke pogingen ondernomen om de mens-machine-interface die is betrokken bij montageprocessen, te verbeteren. Volgens een van de voorgestelde benaderingen wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een lichtpen. De pen wordt met betrekking tot een re-30 agerend orgaan gemanipuleerd teneinde bepaalde montagefuncties te kiezen, waardoor het aantal benodigde toetsen wordt verminderd. Op zijn best genomen worden in dergelijke stelsels klaviertoetsen vervangen door de lichtpen, waarbij het vereist is, dat de operateur voor elke operatie de lichtpen opneemt en daarmede manipuleert.Numerous attempts have been made over the years to improve the man-machine interface involved in assembly processes. For example, one of the proposed approaches uses a light pen. The pen is manipulated with respect to a responsive member to select certain mounting functions, thereby reducing the number of keys required. At best, in such systems, keyboard keys are replaced by the light pen, requiring the operator to pick up and manipulate the light pen for each operation.

35 Uit dien hoofde zal het gewenst zijn om te kunnen beschikken over een montagestelsel met een verbeterde mens-machine-interface, teneinde ten aanzien van de artistieke aspecten en benadering van videomontage 820111035 For this reason, it will be desirable to have a mounting system with an improved man-machine interface, in order to respect the artistic aspects and approach to video editing 8201110

€ F€ F

- 3 - een verbetering te verkrijgen.- 3 - obtain an improvement.

Verder zou bet gewenst zijn een montagestelsel beschikbaar te . stellen, dat in staat is om verschillende menu's van montagefuncties, die door de operateur moeten kunnen worden gekozen, weer te geven.Furthermore, it would be desirable to have a mounting system available. enable to display various menus of mounting functions, which must be selectable by the operator.

5 · Verder zou het gewenst zijn een montagestelsel beschikbaar te stel len, dat plaats kan bieden aan de verschillende aantallen en soorten van informat i e-ingangen.Furthermore, it would be desirable to provide a mounting system that can accommodate the different numbers and types of information inputs.

Tevens zou het van voordeel kunnen zijn een montagestelsel beschikbaar te stellen, dat in staat is om intelligente operaties uit te voeren 10 bij randgedeelten van zulk een stelsel, als toevoeging aan een centraal gedeelte van het stelsel.It may also be advantageous to provide a mounting system capable of performing intelligent operations at edge portions of such a system, in addition to a central part of the system.

Bovenvermelde en andere doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt door het beschikbaar stellen van een montagestelsel, dat in staat is om verschillende menu's van montage-informatie en selecties weer te 15 geven op een weergeefscherm. Het weergeefscherm kan reageren wanneer de operateur gekozen gebieden daarvan aanraakt, teneinde de menu's te veranderen en gelijktijdig de gewenste montagefuncties te vervullen. Doordat op elk gegeven moment een beperkt menu van montage-informatie en selecties wordt gepresenteerd is de operateur in staat zijn aandacht te concentreren 20 op een bepaalde soort of bepaalde soorten van ten uitvoer te brengen mon-tage-operaties. Daarbij wordt echter een aanzienlijke winst wat diversiteit betreft, verkregen doordat de operateur in staat is om het niveau, waarop hij wenst te werken, kan kiezen en elk menu naar zijn inzicht kan veranderen teneinde met vrijwel onbeperkte mogelijkheden niveaus te combi-25 neren en menu's naar klant georiënteerd ontwerp samen te stellen.The above and other purposes are achieved according to the invention by providing a mounting system capable of displaying various menus of mounting information and selections on a display screen. The display can respond when the operator touches selected areas thereof to change the menus and simultaneously perform the desired mounting functions. By presenting a limited menu of mounting information and selections at any given time, the operator is able to focus his attention on a particular type or types of mounting operations to be performed. However, significant gains in diversity are achieved in this, as the operator is able to select the level at which he wishes to work and change each menu as he sees fit, combining levels and menus with virtually unlimited possibilities. put together customer-oriented design.

De diversiteit en aard van de operaties kunnen bij montagestelsels volgens de uitvinding worden uitgebreid door gebruik te maken van een systeemconfiguratie, waarbij zowel in randplaatsen alswel in een centrale plaats intelligente taken kunnen worden verricht. Op deze wijze kan een 30 enkele centrale processor vrijwel gelijktijdig communiceren met een diversiteit van verschillende ingangsapparatuureenheden. Door geschikte inter-face-apparatuur kunnen de desbetreffende data worden omgezet in een voor machinegebruik geschikte vorm die is aangepast aan de desbetreffende vereisten van ingangs- en uitgangsrandapparatuur.With mounting systems according to the invention, the diversity and nature of the operations can be extended by using a system configuration in which intelligent tasks can be performed both in peripheral locations and in a central location. In this way, a single central processor can communicate almost simultaneously with a variety of different input equipment units. Appropriate interface equipment allows the relevant data to be converted into a machine-ready format adapted to the respective input and output peripheral requirements.

35 In een voorkeursuitvoeringsvorm van een audio/video-montagestelsel volgens de uitvinding omvat een datamonitor een kathodestraalbuis of een ander een weergeefscherm omvattende inrichting, die is gekoppeld met een 820 1 1 1 0 « i - montagebesturingsèenheid van waaruit de verschillende menu’s van montage-informatie en selecties worden ontvangen. Aan het weergeefscherm is apparatuur toegevoegd met behulp waarvan een netwerk van te onderbreken bundels daarover kan worden gezwaaid. Wanneer de operateur naar een bepaald 5 symbool of een groep van symbolen, die op het weergeefscherm zijn afge-beeld, wijst, worden de zich in dat gebied van het weergeefscherm bevindende bundels onderbroken, waarbij 'een bijbehorend signaal aan de montage-besturingseenheid wordt aangeboden. De montagebesturingseenheid, waarvan deel uitmaken een centrale verwerkende eenheid, een geheugen en een sym-10 boolgenerator, reageert hierop ozodat in hetvisueel gepresenteerde menu de geëigende veranderingen worden aangebracht. De met de centrale verwerkende eenheid gekoppelde symboolgenerator vormt de verschillende symbolen waaruit de verschillende menu’s, die op de datamonitor worden weergegeven, zijn samengesteld. Tevens biedt de centrale verwerkende eenheid, samen met 15 zijn bijbehorend geheugen data aan aan andere gedeelten van het montage-stelsel, teneinde de aangevraagde montagefuncties te vervullen wanneer de operateur de desbetreffende gedeelten van de afgeheelde menu’s aanraakt. Het montagëstelsel kan, behalve van de aanrakingsgevoelige datamonitor zijn voorzien van een of meer conventionele klavieren, waarmede 20 het ook mogelijk is om montage-informatie en selecties aan de montagebesturingseenheid aan te bieden.In a preferred embodiment of an audio / video mounting system according to the invention, a data monitor comprises a cathode ray tube or other display screen device coupled to an 820 1 1 1 0 «i mounting control unit from which the various menus of mounting information and selections are received. Equipment has been added to the display screen with which a network of interruptible beams can be swung over it. When the operator points to a particular symbol or group of symbols displayed on the display screen, the beams located in that area of the display screen are interrupted, with an associated signal being presented to the mounting control unit . The mounting control unit, which includes a central processing unit, a memory and a symbol generator, responds to this so that appropriate changes are made in the visually presented menu. The symbol generator coupled to the central processing unit forms the different symbols that make up the various menus displayed on the data monitor. Also, the central processing unit, along with its associated memory, provides data to other portions of the editing system to perform the requested editing functions when the operator touches the appropriate portions of the completed menus. The mounting system can, in addition to the touch-sensitive data monitor, be provided with one or more conventional keyboards, with which it is also possible to provide mounting information and selections to the mounting control unit.

De montagebesturingseenheid omvat een aantal met de centrale verwerkende eenheid gekoppelde intelligente lijnbesturingseenheden. Een van deze intelligente lijnbesturingseenheden is gekoppeld met de aanrakings-25 gevoelige apparatuur, die behoort bij de datamonitor. Een ander exemplaar van deze intelligente lijnbesturingseenheden is gekoppeld met een voor registratie bedoelde bandrecorder, waarop het materiaal, dat wordt gemonteerd, wordt geregistreerd. Een ander exemplaar van de intelligente lijnbesturingseenheden is gekoppeld met een schakelinrichting. De resterende 30 exemplaren van de intelligente lijnbesturingseenheden zijn elk gekoppeld met een verschillende van ingangsinformatiebronnen. Deze ingangsinforma-tiebronnen kunnen zijn gevormd door eenheden, zoals videokamera’s of audiomicrofoons; als regel zijn zij echter gevormd door als bron fungerende bandrecorders. De tussen voor registratie bedoelde bandrecorder en 35 de verschillende ingangsbronnen fungerende bandrecorders gekoppelde schakelinrichting bestuurt de koppeling van de ingangsbronnen met de voor registratie bedoelde bandrecorder. Elk van de intelligente lijnbesturings- 8201110 9 m - 5 - eenheden die over zijn eigen verwerkende eenheid en geheugen "beschikt, is in staat om in plaatsen die zich op afstand "bevinden van de centrale verwerkende eenheid, intelligente functies te vervullen. Behalve het omzet-ten van data in parallelvorm, zoals afkomstig van de centrale verwerkende 5 eenheid, in serievorm en vice versa, is elke intelligente lijnbestu-ringseenheid werkzaam als een databuffer tussen de centrale verwerkende eenheid en de verschillende "bandrecorders en andere bandapparatuureen-heden. Door de intelligente functies die worden vervuld door de intelligente lijribesturingseenheden is de centrale verwerkende eenheid in staat 10 om vrijwel gelijktijdig te communiceren met de verschillende onderdelen van randapparatuur. Het resultaat is een open-einde montagestelsel, dat koppelbaar is met ingangsinrichtingen die wat aantallen en soort betreft, variabel zijn. De verschillende ingangsinrichtingen, zoals de als bron fungerende bandrecorders, alsook de schakelinrichting en de voor registra-15 tie bedoelde bandrecorder, zijn met de verschillende intelligente lijnbesturingseenheden gekoppeld via interface-eenheden die dienst doen om de seriële data, zoals afkomstig van de intelligente lijnbesturingseenheden om te zetten in een vorm, die voor de desbetreffende recorder of andere daarmede gekoppelde inrichting bruikbaar is.The mounting control unit comprises a number of intelligent line control units coupled to the central processing unit. One of these intelligent line controllers is coupled to the touch-sensitive equipment associated with the data monitor. Another instance of these intelligent line controllers is coupled to a tape recorder intended for recording, on which the material being mounted is recorded. Another instance of the intelligent line control units is coupled to a switching device. The remaining 30 copies of the intelligent line controllers are each coupled to a different of input information sources. These input information sources may be units such as video cameras or audio microphones; however, as a rule they are formed by tape recorders acting as a source. The switching device coupled between the tape recorder intended for recording and the tape recorders operating on the various input sources controls the coupling of the input sources with the tape recorder intended for recording. Each of the intelligent line control units 8201110 9 m - 5 which has its own processing unit and memory "is able to perform intelligent functions in places remote" from the central processing unit. In addition to converting data in parallel form, such as from the central processing unit, in serial form and vice versa, each intelligent line controller operates as a data buffer between the central processing unit and the various tape recorders and other tape equipment units Due to the intelligent functions performed by the intelligent line controllers, the central processing unit is able to communicate almost simultaneously with the various peripheral components, resulting in an open-end mounting system, which can be coupled to input devices which have some numbers and The various input devices, such as the tape recorders acting as the source, as well as the switching device and the tape recorder intended for recording, are coupled to the various intelligent line control units via interface units serving the serial data, such as from the convert intelligent line controllers into a form usable for the particular recorder or other device associated therewith.

20 Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het onderstaande een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan worden behandeld met. verwijzing naar de tekening, waarin : fig. 1 een perspectivisch getekend overzicht geeft van een audio-video-montagestelsel volgens de uitvinding; 25 fig· 2 een perspectivisch getekende datamonitor weergeeft, die deel uitmaakt van het in fig. 1 weergegeven montagestelsel, en waarbij de aanrakingsgevoelige apparatuur, die in samenhang daarmede wordt gebruikt, is weergegeven;· fig. 3 een blokschema weergeeft van het montagestelsel volgens 30 fig. 1; fig. h een blokschema weergeeft van het mens-georiënteerde inter-facegedeelte van het montagestelsel volgens fig. 3; fig. 5 een blokschema weergeeft van de verschillende basisfuncties die kunnen worden vervuld door de montagebesturingseenheid van het 35 montagestelsel volgens fig. 3; fig. 6 een blokschema weergeeft van een gedeelte van het in fig. 3 weergegeven stelsel, en ter nadere illustratie van de montagebesturings- 820 1 1 1 0 * i - 6 - eenheid; fig. 7 een hlokschema weergeeft Tan een van de videomachine-inter-face-eenheden ran de inrichting volgens fig. 6; fig. 8 een hlokschema weergeeft van een van de intelligente lijn-5 "besturingseenheden van de· inrichting volgens fig. 6; fig. 9 een hlokschema weergeeft van de schakelinrichting en effect-generator van de inrichting volgens fig. 6; en fig. 10 een stromingsdiagram weergeeft ter illustratie van de wijze, waarop in het montagestelsel de datamonitor en de aanrakingsgevoeli-10 ge apparatuur worden gebruikt om gebruikersbeslissingen om te zetten in montage-acties.In further explanation of the invention, a preferred embodiment thereof will be discussed below with. reference to the drawing, in which: fig. 1 shows a perspective drawn overview of an audio-video mounting system according to the invention; Fig. 2 shows a perspective drawn data monitor, which is part of the mounting system shown in Fig. 1, and shows the touch-sensitive equipment used in connection therewith; • Fig. 3 shows a block diagram of the mounting system according to 30 fig. 1; FIG. h is a block diagram of the human-oriented interface portion of the mounting system of FIG. 3; FIG. 5 is a block diagram of the various basic functions that can be performed by the mounting control unit of the mounting system of FIG. 3; FIG. 6 is a block diagram of a portion of the system shown in FIG. 3, and further illustrates the mounting control unit 820; FIG. 7 is a clock diagram showing one of the video machine interface units of the device of FIG. 6; Fig. 8 shows a clocking diagram of one of the intelligent line 5 "control units of the device of Fig. 6; Fig. 9 shows a clocking diagram of the switching device and effect generator of the device of Fig. 6; and Fig. 10 depicts a flow chart illustrating how the mounting system uses the data monitor and touch-sensitive equipment to convert user decisions into mounting actions.

Fig. 1 geeft een overzicht van een videomontagestelsel 10 volgens de uitvinding. Het videomontagestelsel 10 is aangebracht op of gemonteerd in een bureau 12 en omvat een van een aanrakingsgevoelig scherm voorziene 15 datamonitor en een videomonitor 16, die op het blad van het bureau 12 zijn opgesteld. Op het blad van het bureau 12 bevindt zich tevens een stuurhefboompaneel 18. Een speciaal klavier 20 of een speciaal klavier 22 met toetsen die zijn gerangschikt volgens een ASCII-formaat, en welke beide zijn weergegeven in fig. 1, kunnen ook worden gebruikt als alterna-20 tieve mens-georiënteerde interface-eenheden voor het stelsel 10.Fig. 1 gives an overview of a video editing system 10 according to the invention. The video mounting system 10 is mounted on or mounted in a desk 12 and includes a touch sensitive data monitor 15 and a video monitor 16 disposed on the tray 12. Also on the desk top 12 is a control lever panel 18. A special keyboard 20 or a special keyboard 22 with keys arranged in an ASCII format, both of which are shown in Figure 1, may also be used as alterna -20 active human oriented interface units for the system 10.

Het videomontagestelsel 10 van fig. 1 kan zijn voorzien van drie verschillende mens-georiënteerde interface-eenheden en die zijn gevormd door de een aanrakingsgevoelig scherm omvattende datamonitor 1U, het spe-ciaalklavier 20 en het ASCII-klavier 22, die elk gebruik maken van een 25 stuurhefboompaneel 18. Het stuurhefboompaneel 18 is voorzien van verschillende zich daarop bevindende besturingstoetsen en een stuurhefboom. Wanneer een van de mens-georiënteerde interface-eenheden 1l·, 20 en 22 de besturing uitoefent voor een bepaald bandtransport, kan het stuurhefboompaneel 18 worden gebruikt om de werking van dat desbetreffend transport 30 te besturen. Het speciaalklavier 20 kan van een conventioneel ontwerp zijn en omvat alle diverse toetsen en besturingsorganen die nodig zijn om de verschillende montagefuncties, die worden toegepast in een modern geavanceerd montagestelsel, te vervullen. Van het ASCII-klavier 22 zijn verschillende toetsen gerangschikt volgens een conventioneel schrijfma-35 chineformaat, zodat de diverse montagefuncties door de operateur door typewerking in het stelsel 10 kunnen worden ingevoerd. De klavieren 20 en 22 bieden twee verschillende mogelijkheden om het montagest elsel 10 8201110 a * - 7 - door de operateur te laten besturen. De een aanrakingsgevoelig scherm omvattende videomonitor 16 presenteert een beeld van de video-informa-tie, die moet worden geregistreerd met behulp van een voor registratie bedoelde bandrecorder, -wanneer het montageproces door de operateur wordt 5 uitgevoerd.The video editing system 10 of FIG. 1 may include three different human-oriented interface units and which are constituted by the touch sensitive screen including data monitor 1U, the dedicated keyboard 20 and the ASCII keyboard 22, each using a Steering lever panel 18. The steering lever panel 18 is provided with various control keys located thereon and a steering lever. When one of the human-oriented interface units 11, 20 and 22 exerts the control for a given belt transport, the control lever panel 18 can be used to control the operation of that particular transport 30. The special keyboard 20 may be of conventional design and includes all the various keys and controls necessary to perform the various mounting functions used in a modern advanced mounting system. Different keys of the ASCII keyboard 22 are arranged according to a conventional writing machine format, so that the various mounting functions can be entered into the system 10 by the operator by typing operation. Keypads 20 and 22 offer two different options for the operator to control mounting assembly 10 8201110 a * - 7 -. The video monitor 16 comprising a touch sensitive screen presents an image of the video information to be recorded using a tape recorder intended for recording when the editing process is performed by the operator.

Volgens de uitvinding wordt door de een aanrakingsgevoelig scherm omvattende datamonitor een superieure en vele voordelen biedende mens-geöri ent eerde interface-eenheid beschikbaar gesteld voor het monta-gestelsel 10. Zoals nader gedetailleerd is weergegeven in fig. 2 omvat 10 de een aanrakingsgevoelig scherm omvattende datamonitor 1h een kathode-straalbuis 26 aan de voorzijde waarvan een weergeefscherm 28 is aangebracht. Naast het weergeefscherm 28 bevindt zich een door aanraking be-dienbaar ingangsstelsel 30. Het door aanraking bedienbare ingangsstelsel 30 is in staat om onder gebruikmaking van licht-emitterende dioden en 15 fotodetectors een patroon van te onderbreken bundels op het frontvlak van het weergeefscherm 28 te vormen. Bij het behandelde uitvoeringsvoor-beeld is het door aanraking bedienbare ingangsstelsel 30 van het type, dat wordt gefabriceerd door Carroll Manufacturing Company of Champaign, Illinois en omvat twee'verschillende aantallen van licht-emitterende 20 dioden 32 en 3^-, die zich respectievelijk aan de linkerzijde en aan de bodemzijde van het weergeefscherm 28 bevinden. Het door aanraking bedienbare ingangsstelsel 30 omvat tevens een eerste aantal fotodetectors 36, dat zich bevindt aan de rechterzijde van het weergeefscherm 28 tegenover de licht-emitterende dioden 32, en een tweede aantal fotodetectors 25 38, die zich bevinden langs de bovenzijde van het weergeefscherm 28 en tegenover de licht-emitterende dioden 3^. De licht-emitterende dioden 32 zenden infrarode stralen uit, die zich in het algemeen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken over het frontvlak van het weergeefscherm 28 en naar de fotodetectors 36. Elk exemplaar van de licht-emit-30 terende dioden 32 correspondeert met een desbetreffend exemplaar van de fotodetectors 36, zodat de infraroodstraling, afkomstig van de licht-emitterende diode op de fotodetector invalt. Op soortgelijke wijze zenden de licht-emitterende dioden 3^ infraroodstralen uit, die zich in hoofdzaak bovenwaarts uitstrekken langs het frontvlak van het weergeefscherm 35 28 en volgens in hoofdzaak evenwijdige banen naar de desbetreffende fotodetectors 38.According to the invention, the touch monitor comprising data monitor provides a superior and many advantageous human-oriented interface unit to the mounting system 10. As shown in more detail in Fig. 2, the comprises a touch sensitive screen data monitor 1h has a cathode ray tube 26 on the front of which a display screen 28 is arranged. Next to the display screen 28 is a touch-operable input system 30. The touch-operable input system 30 is capable of forming a pattern of interruptible beams on the front face of the display screen 28 using light-emitting diodes and 15 photo detectors. . In the handled exemplary embodiment, the touch-operable input system 30 is of the type manufactured by Carroll Manufacturing Company of Champaign, Illinois and includes two different numbers of light-emitting diodes 32 and 31 which respectively the left and bottom of display screen 28. The touch controllable input system 30 also includes a first plurality of photodetectors 36 located on the right side of the display screen 28 opposite the light-emitting diodes 32 and a second plurality of photodetectors 38 located along the top of the display screen 28 and opposite the light-emitting diodes 3 ^. The light-emitting diodes 32 emit infrared rays, which generally extend substantially parallel to each other across the front face of the display screen 28 and to the photo detectors 36. Each of the light-emitting diodes 32 corresponds to a appropriate copy of the photodetectors 36 so that the infrared radiation from the light-emitting diode is incident on the photodetector. Likewise, the light-emitting diodes 31 transmit infrared rays extending substantially upwardly along the front face of the display screen 28 and along substantially parallel paths to the respective photo detectors 38.

De licht-emitterende dioden 32 en 3^ en de fotodetectors 36 en 38 8201110 - δ - vormen een X-Y-coSrdinatenstelsel van "bundels of stralen over het front-vlafc van het weergeef scherm 28. Wanneer de operateur, zoals in fig. 1 is weergegeven, een bepaalde plaats van het weergeefscherm 28 aanraait, worden een of meer van de infraroodstralen, zoals afkomstig van de licht-5 emitterende dioden 32 en 3k onderbroken. Een besturingslogica omvattende . eenheid kO, die is gekoppeld met de fotodetectors 36 en 38 reageert door het teweegbrengen van een signaal, dat representatief is voor de desbetreffende zich op het scherm 28 bevindende plaats die is aangeraakt door de operateur. Daartoe is de besturingslogica omvattende eenheid Uo inge-10 richt voor het bepalen van de gemiddelde Y-positie van de infraroodstralen, zoals afkomstig van de licht-emitterende dioden 32 en die worden onderbroken en voor het bepalen van de gemiddelde X-positie van de infraroodstralen, zoals afkomstig van de licht-emitterende dioden 3^· en die worden onderbroken. Het vanaf de besturingslogica omvattende eenheid 15 ^0 afkomstige uitgangssignaal is aldus representatief voor de gemiddelde X- en I-positie van het zich op het weergeef scherm 28 bevindende gebied, dat door de operateur is aangeraakt. De besturingslogica omvattende eenheid h-0 is van een conventioneel ontwerp en kan worden ontworpen of gekocht hetzij afzonderlijk, hetzij in combinatie met de licht-emitterende 20 dioden 32 en 3^ en de fotodetectors 36 en 38 als onderdeel van het volledige, door aanraking bestuurbare ingangsstelsel 30.The light-emitting diodes 32 and 3 ^ and the photodetectors 36 and 38 8201110 - δ - form an XY coordinate system of "beams or rays across the front panel of the display screen 28. When the operator is as shown in FIG. shown, touches a particular location of the display screen 28, one or more of the infrared rays, as emitted from the light-emitting diodes 32 and 3k, are interrupted A control logic comprising unit k0 coupled to the photodetectors 36 and 38 responds by generating a signal representative of the particular location on screen 28 touched by the operator For this purpose, the control logic comprising unit Uo is arranged to determine the average Y position of the infrared rays , such as from the light-emitting diodes 32 and which are interrupted and for determining the average X position of the infrared rays, such as from the light-emitter and the diodes 3 ^ and they are interrupted. Thus, the output signal from control logic unit 15 ^ 0 is representative of the average X and I position of the area on display screen 28 touched by the operator. The control logic comprising unit h-0 is of a conventional design and can be designed or purchased either separately or in combination with the light-emitting diodes 32 and 3 ^ and the photo detectors 36 and 38 as part of the complete touch-controllable input system 30.

Het speciale weergegeven en beschreven door aanraking bedienbare ingangsstelsel 30 is uitsluitend bedoeld als illustratie en het zal duidelijk zijn, dat andere door aanraking bedienbare stelsels, die in staat 25 zijn om een uitgangssignaal teweeg te brengen dat indicatief is voor een zich op het weergeefscherm 28 bevindend gebied, dat is aangeraakt, kunnen worden toégepast. Andere door aanraking bedienbare stelsels, die kunnen worden toegepast, omvatten een diversiteit van verschillende gefabriceerde, componenten, zoals die, waarbij gebruik is gemaakt van geleidend glas en 30 kunststoflaminaten, die, waarbij gebruik wordt gemaakt van akoestische golven en die, waarbij een geleidend patroon op het weergeefscherm is geëtst.The special displayed and described touch control input system 30 is for illustrative purposes only, and it will be appreciated that other touch control systems capable of producing an output indicative of a display on the display screen 28 area that has been touched can be applied. Other touch-operable systems that may be used include a variety of different fabricated components, such as those using conductive glass and plastic laminates, those using acoustic waves, and those using a conductive pattern is etched on the display screen.

Zoals uit de onderstaande uiteenzettingen duidelijk zal worden, vormt de datamonitor 1k met het daarvan deel uitmakende, door aanraking 35 bedienbare ingangsstelsel 30 een in hoge mate veelzijdig toepasbare en voordeelbiedende mens-geörienteerde interface met het montagestelsel 10. Het montagestelsel 10 is in staat om een willekeurig exemplaar van meer- 8201110 * a -9 - dere verschillende menu's van montage-informatie en selecties op de data-monitor 1¾ te presenteren. De operateur kiest dan een of meer van de mon-- tageselecties door die symbolen op het weergeefscherm 28, die·dergelijke selecties beschrijven of voorstellen, aan te raken. Telkens wanneer de 5 operateur het weergeef scherm 28 aanraakt, wordt het vanaf de besturings-logica. omvattende eenheid ^0 afkomstige uitgangssignaal aangelegd aan een gedeelte van het montagestelsel 10, dat dergelijke informatie vergelijkt met de symbolen die op het scherm zijn weergegeven, teneinde de desbetreffende functie, die door de operateur is gekozen, te bepalen. Het 10 stelsel 10 brengt elke willekeurige vereiste montagefunctie daarna ten uitvoer en verandert gelijktijdig de op het scherm 28 weergegeven informatie. Dergelijke veranderingen kunnen worden uitgevoerd doordat ofwel een volledig nieuw menu van informatie en selecties op de monitor 1^ wordt weergegeven, ofwel doordat het oorspronkelijk weergegeven menu eenvoudig-15 weg wordt gewijzigd. Hierdoor kan de operateur zich concentreren op het montageproces, uitgaande van het standpunt van verschillende niveaus of verschillende soorten van functies. Aangezien aan het samenstellen van een bepaald weergegeven menu vrijwel geen grenzen zijn gesteld, wordt in het montagestelsel 10 een grote mate van veelzijdigheid en flexibiliteit 20 geïntroduceerd.As will become apparent from the explanations below, the data monitor 1k with its touch-controllable input system 30 forms a highly versatile and advantageously human-oriented interface with the mounting system 10. The mounting system 10 is capable of random copy of more - 8201110 * a -9 - to present various different menus of mounting information and selections on the data monitor 1.. The operator then selects one or more of the mounting selections by touching those symbols on the display screen 28 describing or representing such selections. Whenever the operator touches the display screen 28, it becomes from the control logic. comprising unit output signal applied to a portion of the mounting system 10, which compares such information with the symbols displayed on the screen, in order to determine the appropriate function selected by the operator. The system 10 then performs any required mounting function and simultaneously changes the information displayed on the screen 28. Such changes can be made by either displaying a completely new menu of information and selections on the monitor 1 ^ or simply changing the originally displayed menu. This allows the operator to focus on the assembly process, starting from the viewpoint of different levels or different types of functions. Since there are practically no limits to the composition of a particular displayed menu, the mounting system 10 introduces a great deal of versatility and flexibility.

Fig. 3 toont een blokschema van het montagestelsel 10. Het montagestelsel 10 omvat een mens-geöriënteerde interface bZ, die is weergegeven in fig. U en waarvan deel uitmaken het stuurhefboompaneel 18, het speciaalklavier 20, het ASCII-klavier 22 en het door aanraking bedienba-25 re ingangsstelsel 30. De mens-georienteerde interface b2 is evenals de een aanrakingsgevoelig scherm omvattende datamonitor ik gekoppeld met een montagebesturingseenheid bb. Telkens wanneer een van de toetsen of andere besturingsorganen van het paneel 18 van de klavieren 20 en 22 wordt bediend, of wanneer het door aanraking bestuurbare ingangsstelsel 30 con-30 stateert, dat het gebied van het weergeefscherm van de datamonitor 1h is aangeraakt, wordt een corresponderend signaal aangeboden aan de monta— gebesturingseenheid bb. Behalve het beschikbaar stellen van de menu's van montage-informatie en selecties aan de datamonitor 14, bestuurt de montagebesturingseenheid W alle andere gedeelten van het montagestelsel 35 10, inclusief drie verschillende als bron fungerende audio-video-bandre- corders b6, bS en 50, een voor registratie bedoelde audio/video-band-recorder 52 en een schakelinrichting en effectgenerator 5^· Elk van de 8201110 - 10 - als bron fungerende audio/video-bandrecorders k6, k8 en 50 biedt een verschillend audio- en video-ingangssignaal aan aan de schakelinrichting en effectgenerator 5k. De schakelinrichting en effect gener at or 5k is in responsie op commando1 s afkomstig van de montagebesturingseenheid Uk werk-5 zaam om een of meer van de daaraan aangeboden audio- en video-ingangssig-nalen te koppelen met de voor registratie bedoelde audio/video-bandrecor-der 52. De video-informatie, die is geregistreerd voor de voor registratie bedoelde audio/video-bandrecorder 52 wordt tevens toegevoerd aan een voorbezichtigingsschakelinriehting 56, die onder het bestuur staat van de 10 montagebesturingseenheid Uk. De voorbezichtigingsschakelinrichting 56 biedt op zijn beurt de video-informatie aan om door de videomonitor 16 te worden weergegeven. De voorbezichtigingsschakelinrichting 56 is voor bepaalde soorten van bandrecorders vereist wanneer deze worden gebruikt als de voor registratie bedoelde audio/video-bandrecorder. Er bestaan 15 andere soorten van bandrecorders» waarbij een dergelijke voorbezichti-gingsschakelinrichting 56 niet nodig is. De montagebesturingseenheid kk is tevens gekoppeld voor de besturing van een drukker en een papierband-stelsel 58.Fig. 3 shows a block diagram of the mounting system 10. The mounting system 10 includes a human-oriented interface bZ, shown in FIG. U, which includes the control lever panel 18, the dedicated keyboard 20, the ASCII keyboard 22, and the touch control panel. The input system 30. The human-oriented interface b2, like the touch-sensitive screen comprising data monitor I, is coupled to a mounting control unit bb. Whenever one of the keys or other controls of the panel 18 of the keyboards 20 and 22 is actuated, or when the touch controllable input system 30 detects that the area of the display screen of the data monitor 1h has been touched, a corresponding signal presented to the mounting control unit bb. In addition to making the menus of mounting information and selections available to the data monitor 14, the mounting control unit W controls all other portions of the mounting system 35, including three different source video-tape recorders b6, bS and 50, a recording audio / video tape recorder 52 and a switching device and effect generator 5 ^ · Each of the 8201110-10 - source audio / video tape recorders k6, k8 and 50 offers a different audio and video input signal to the switching device and effect generator 5k. The switching device and effect generator at 5k is responsive to commands from the edit control unit UK operative to couple one or more of the audio and video input signals offered thereto with the audio / video for recording. tape recorder 52. The video information recorded for the audio / video tape recorder 52 intended for recording is also supplied to a preview switching device 56, which is under the control of the mounting control unit Uk. The preview switch 56, in turn, provides the video information for display by the video monitor 16. The preview switching device 56 is required for certain types of tape recorders when used as the recording audio / video tape recorder. There are 15 other types of tape recorders where such a preview switching device 56 is not required. The mounting control unit kk is also coupled to control a printer and a paper belt system 58.

Een "floppy disk" stelsel 60 is gekoppeld met de. montagebesturings-20 eenheid kk teneinde data zowel toe te voeren aan ofwel te ontvangen vanaf deze montagebesturingseenheid kk. Het "floppy disk" stelsel 60 omvat een voorbeeld van een voor massa-opslag geschikt medium, dat voor dit doel bruikbaar is, alsook diverse andere soortgen van voor massa-opslag dienende media , die voor dit doel bruikbaar zijn. In eerste aanleg worden 25 instructies voor de diverse menu’s die op de datamonitor 1k moeten worden weergegeven, alsook de diverse montagefuncties, die moeten worden geregistreerd in een "floppy disk", vanaf het stelsel 60 ingeladen in de montagebesturingseenheid kk. Hierna kan, wanneer de montagefuncties ten uitvoer worden gebracht, bepaalde informatie, die de positie en aard van 30 verschillende montagefuncties, die langs de bandsectie binnen de voor registratie bedoelde audio/video-bandrecorder 52 ten uitvoer worden gebracht, definieert, aan de uitgang van de montagebesturingseenheid kk worden aangeboden om te worden opgeslagen in het stelsel 6o. Anders uitgevoerde, voor massa-opslag geschikte stelsels kunnen de informatie op-35 slaan in een aanwezig programmeerbaar en uitsluitend afleesbaar geheugen of een ladings-gekoppeld geheugen.A "floppy disk" system 60 is coupled to the. mounting control unit kk in order to both supply or receive data from this mounting control unit kk. The "floppy disk" system 60 includes an example of a mass storage medium useful for this purpose, as well as various other types of mass storage media useful for this purpose. In the first instance, 25 instructions for the various menus to be displayed on the data monitor 1k, as well as the various mounting functions to be recorded in a "floppy disk", are loaded from the system 60 into the mounting control unit kk. After this, when the editing functions are performed, certain information defining the position and nature of 30 different editing functions performed along the tape section within the audio / video tape recorder 52 intended for recording may be output from the mounting control unit kk are presented to be stored in the system 6o. Other systems designed for mass storage can store the information in an existing programmable and only readable memory or a charge-coupled memory.

Hadat de menu's en andere· informatie vanaf het stelsel 60 zijn 8201110 - 11 - ingeladen in de montagebesturingseenheid 44, kan deze eenheid kb een "beginmenu ran informatie en selecties op de datamonitor 14 presenteren. Wanneer de operateur reageert door een ran de toetsen ran de klavieren 20 en 22 in te drukken of door het weergeefscherm 28 van de datamonitor 5 14 aan te raken, wordt het signaal ranaf de mens-geöriënteerde interface 42 orergedragen naar de montagehesturingseenheid 44. De montagebestu-ringseenheid Uit· identificeert de montagefunctie die is roorgesteld door het signaal, en verandert daarna, indien nodig, de weergave op de datamonitor 14, hetzij door het aahbrengen van veranderingen in het gepre-10 senteerde menu, hetzij door het aanbieden van een nieuw menu aan de datamonitor 14. Op dezelfde tijd kunnen willekeurige montagefuncties die binnen het stelsel 10 moeten worden uitgevoerd, onder het bestuur van de montagebesturingseenheid bb ten uitvoer worden gebracht. Bijvoorbeeld in de situatie, waarin video-informatie, afkomstig van een of meer als bron 15 fungerende recorders 46, 48 en 50 moet worden geregistreerd in de voor registratiedoeleinden bedoelde recorder 52, is de montagebesturings-eenheid 44 werkzaam om dié van de als bron fungerende recorders 46, 48 en 50, die hierbij zijn betrokken, alsook de voor registratie bedoelde recorder 52, alsook de schakelinrichting en effectgenerator 54 te bestu-20 ren. Verwerkingsprocessen van de diverse verschillende video-informaties worden zorgvuldig gesynchroniseerd onder gebruikmaking van de tijdsignaal-code of het besturingsspoor, dat is geregistreerd in de diverse band-secties en waardoor registraties op basis van freem-freem worden geïdentificeerd. De montagebesturingseenheid 44 gaat voort met het reageren op 25 ingangssignalen, afkomstig van de mens-geöriënteerde interface 42 en met het veranderen van de op de datamonitor 14 gepresenteerde menu's, waarbij montagefuncties dienovereenkomstig ten uitvoer worden gebracht, totdat alle montage-operaties zijn voltooid.Had the menus and other information from system 60 been loaded into the mounting control unit 44 8201110-11, this unit kb may present an "initial menu of information and selections on the data monitor 14. When the operator responds by pressing the keys of the pressing keyboards 20 and 22 or by touching the display screen 28 of the data monitor 5 14, the signal is transferred from the human-oriented interface 42 orer to the mounting control unit 44. The mounting control unit Off · identifies the mounting function proposed by the signal, and then, if necessary, change the display on the data monitor 14, either by making changes to the presented menu or by offering a new menu to the data monitor 14. At the same time, arbitrary editing functions may be to be implemented within system 10 are implemented under the control of the mounting control unit bb For example, in the situation where video information from one or more recorders 46, 48, and 50 acting as source 15 is to be recorded in the recorder 52 intended for recording purposes, the edit control unit 44 operates to control those of the source recorders 46, 48 and 50 involved, as well as control the recorder 52 intended for recording, as well as the switching device and effect generator 54. Processing processes of the various different video information are carefully synchronized using the time signal code or the control track, which is recorded in the various band sections, and identifies frame-based recordings. The mounting control unit 44 continues to respond to input signals from the human-oriented interface 42 and to change the menus presented on the data monitor 14, executing mounting functions accordingly, until all mounting operations are completed.

Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt, bestuurt de montagebe-30 sturingseenheid 44 de als bron fungerende recorders 46, 48 en 50, de voor registratie bedoelde recorder 52 en de schakelinrichting en effectgenerator 54. De montagebesturingseenheid 44 maakt een keuze mogelijk van sneden, toetsen, beëindigingen en speciale effecten. Queu-posities worden met de hand gekozen ter besturing van de snelheid en richting. Montage-35 ingangsposities en montage-uitgangsposities worden bij deze operatiemodus met de hand gemarkeerd. IncLien gewenst is het ook mogelijk om queu-posities te kiezen door het invoeren van tijdsignaalcodewaarden voor ingangsposi- 8201110 - 12 - ties en uitgangsposities. Waarden "betreffende voor-rol en na-rol worden eveneens ingevoerd, alsook gegevens "betreffende duur van een beëindi-gingsprocedure en een speciaal effect.As noted above, the mounting control unit 44 controls the source recorders 46, 48 and 50, the recorder 52 intended for recording, and the switching device and effect generator 54. The mounting control unit 44 allows selection of cuts, keys, terminations and special effects. Queu positions are manually selected to control speed and direction. Mounting 35 entry positions and mounting exit positions are hand marked in this operating mode. Incidentally, it is also possible to choose queue positions by entering time signal code values for input positions and output positions. Values "concerning pre-roll and after-roll are also entered, as well as data" concerning duration of a termination procedure and a special effect.

De als "bron fungerende audio/video-bandrecorders k6, k8 en 50 zijn 5 via de respectievelijke machine-geöriënteerde int er f ac e-eenheden 62, 6b en 66 gekoppeld met de montagebesturingseenheid kk. De voor registratie bedoelde audio-video-bandrecorder 52 is via een machine-georiënteerde interface 68 gekoppeld met de montagebesturingseenheid bb. De drukker en het papierbandstelsel 58 zijn via een interface 70 gekoppeld met de mon- 10 tagebesturingseenheid bb. De sehakelinrichting en effectgenerator 5b is via een schakelinrichtinginterface 72 gekoppeld met de montagebesturingseenheid bb. De diverse interfaces 62, 6b, 66, 68, 70 en 72 doen dienst om de data, die vanaf en naar de montagebesturingseenheid kk. worden getransporteerd om te zetten in een seriële vorm, zoals deze verschijnt aan 15 ie uitgang van de montagebesturingseenheid Uk, alsook in een vorm, die bruikbaar is voor de desbetreffende recorder of andere component, waarmede de desbetreffende interface is gekoppeld. Voor een bepaald type van -bandrecorder is bijvoorbeeld een gelijkspanning in het gebied van 0 V tot +10 V vereist voor de besturing van de voorwaarts', en terugwaarts' 20 gerichte handbeweging, terwijl bij een ander type van bandrecorder een signaal, waarvan de frequentie varieert, is vereist voor de besturing van de handbeweging. De diverse interfaces verzorgen de benodigde omzetting van data, afkomstig van de montagebesturingseenheid Uk in dergelijke vormen. Een typerende interface is nader gedetailleerd beschreven in verband 25 met fig. 7.The audio / video tape recorders k6, k8 and 50 acting as the source are coupled to the edit control unit kk via the respective machine-oriented interface units 62, 6b and 66. The audio video tape recorder intended for recording 52 is coupled to the mounting control unit bb via a machine-oriented interface 68. The printer and the paper web assembly 58 are coupled to the mounting control unit bb via an interface 70. The switch device and effect generator 5b is coupled to the mounting control unit bb via a switching device interface 72. The various interfaces 62, 6b, 66, 68, 70 and 72 serve to convert the data transported to and from the mounting control unit kk into a serial form as it appears at the 15th output of the mounting control unit uk. as well as in a form usable for the respective recorder or other component to which the respective interface is coupled. For example, the type of tape recorder requires a DC voltage in the range of 0 V to +10 V to control the forward and reverse hand movement, while another type of tape recorder has a signal whose frequency varies, is required to control the hand movement. The various interfaces provide the necessary conversion of data from the mounting control unit Uk into such forms. A typical interface is described in more detail in connection with Figure 7.

Fig. 5 is illustratief voor de basisfuncties die door de montagebesturingseenheid kk kunnen worden vervuld, terwijl fig. 6 de besturingseenheid kk nader gedetailleerd weergeeft. In eerste aanleg verwijzend naar fig. 6 blijkt daaruit, dat de montagebesturingseenheid kk een cen-30 trale verwerkende eenheid 7k en een bijbehorend geheugen 76 omvat. Het geheugen 76 omvat zowel een gedeelte dat fungeert als een uitsluitend afleesbaar geheugen, alswel een gedeelte dat fungeert als een vrij toegankelijk geheugen. De centrale verwerkende eenheid 7k is via een schijf-besturingseenheid J8 gekoppeld met het ’’"floppy disk”-stelsel 60. De cen-35 trale verwerkende eenheid 7k is tevens gekoppeld met de mens-georiënteer-de interface k2 via een symboolgenerator 80, die een uitgangssignaal representatief voor de informatie die moet worden weergegeven op de moni- 8201110 - 13 - tor Hl·, overdraagt naar de datamonitor 1h. Wanneer de informatie, zoals afkomstig van de "floppy disk" die deel uitmaakt van het stelsel 60, wordt ingevoerd in.de montagebesturingseenheid Ml·, wordt zulke informatie opgeslagen in het geheugen 76. De centrale verwerkende eenheid 7^ reageert 5 op de signalen die vanaf de mens-georiënteerde interface b2 daaraan worden toegevoerd via een intelligente lijnbesturingseenheid 82 en een data-busleiding 8b. Op basis van de signalen die vanaf de mens-georiënteerde interface h2 zijn overgedragen, vèrricht de. centrale'.verwerkende:‘.eenheid 7^ elke montagefunctie binnen het stelsel 10 die door deze signalen is voor-10 geschreven. Op dezelfde tijd wordt door de centrale verwerkende eenheid 7^ bewerkstelligd, dat het momentele op de datamonitor 1k gepresenteerde menu wordt veranderd of dat, indien nodig, een nieuw menu wordt gepresenteerd. Zulks wordt bereikt door het bepalen van de gewenste en van het geheugen 76 afkomstige symbolen die op de datamonitor ih moeten worden 1$ weergegeven en door het aanbieden van dergelijke symbolen aan de symbool-generator 80. De symboolgenerator 80 die de diverse symbolen in het formaat van een vlekkenmatrix opslaat, reageert op de symbolen die vanaf de uitgang van het geheugen 76 zijn aangeboden door te bewerkstelligen, dat de gewenste symbolen op de monitor 1U worden weergegeven.Fig. 5 is illustrative of the basic functions that can be performed by the mounting control unit kk, while FIG. 6 shows the control unit kk in more detail. Referring in the first instance to Fig. 6, it is apparent from this that the mounting control unit kk comprises a central processing unit 7k and an associated memory 76. Memory 76 includes both a portion that functions as an exclusively readable memory and a portion that functions as a freely accessible memory. The central processing unit 7k is coupled via a disk controller J8 to the "floppy disk" system 60. The central processing unit 7k is also coupled to the human-oriented interface k2 via a symbol generator 80, which transmits an output representative of the information to be displayed on the monitor 8201110-13 H11 to the data monitor 1h When the information, such as from the "floppy disk" included in the system 60, becomes inputted into the mounting control unit M1, such information is stored in the memory 76. The central processing unit 7 ^ responds to the signals supplied from the human-oriented interface b2 via an intelligent line control unit 82 and a data bus line 8b On the basis of the signals transferred from the human-oriented interface h2, the central processing unit performs every assembly function within the system 10 which These signals are written for-10. At the same time, the central processing unit 7 ^ causes the current menu presented on the data monitor 1k to be changed or, if necessary, a new menu to be presented. This is accomplished by determining the desired symbols to be displayed on the data monitor ih from memory 76 and displaying such symbols to the symbol generator 80. The symbol generator 80 containing the various symbols in the format of a spot matrix responds to the symbols presented from the output of the memory 76 by causing the desired symbols to be displayed on the monitor 1U.

20 Van de data, zoals opgeslagen in het geheugen 76, die afkomstig zijn van het "floppy disk"-stelsel 60, maken deel uit van totaal-instruc-ties die in fig. 5 zijn aangeduid als het operationele systeem 86. Het operationele systeem 86 oefent een besturing uit over vier afzonderlijke processen die zijn aangeduid als commandogenerator 88, weergeefgenerator 25 90, ingangs-uitgangsbesturing 92 en machinebesturing 9b. De vier verschillende processen 88, 80, 92 en 9b worden onder de besturing van het operationele systeem 86 parallel ten uitvoer gebracht. De commandogenerator 88 is in responsie op signalen, afkomstig van de mens-georiënteerde interface b2 werkzaam om te bepalen wat moet worden gedaan. Zulks heeft 30 tot gevolg, dat data teweeg worden gebracht, die worden ingevoerd in een gemeenschappelijke databasis 96. Het weergeefproces 90 houdt een evaluatie in van de data die in de gemeenschappelijke databasis 96 zijn ingevoerd, teneinde te bepalen wat op de datamonitor 1k moet worden weergegeven. De weergeefgenerator 90 is in staat om al die data waaraan behoefte bestaat 35 in verband met het veranderen van de weergave, aan de symboolgenerator 80 aan te bieden. Het ingangs/uitgangs-besturingsproces 92 verzorgt de besturing van het drukker/papierbandstelsel 53, alsook van het bestandstel- 8201110 - 1U: - sel, alsook elke willekeurige andere bandapparatuur naast de diverse bandrecorders en schakelinrichtingen. Het machinebesturingsproces $k is in responsie op data, die in de gemeenschappelijke databasis 96 zijn ingevoerd, werkzaam om vast te stellen welke acties moeten worden uitgevoerd 5 door de als bron fungerende bandrecorders hè, en 50, de voor registratie bedoelde bandrecorder 52 en de schakelinrichtingen. Hieruit ontstaan geëigende commando's die door de montagebesturingseenheid kb aan de bandrecorders en schakelinrichtingen worden toegevoerd.Of the data, as stored in the memory 76, which comes from the "floppy disk" system 60, is part of total instructions referred to in FIG. 5 as the operational system 86. The operational system 86 controls four separate processes designated as command generator 88, display generator 90, input-output controller 92, and machine controller 9b. The four different processes 88, 80, 92 and 9b are performed in parallel under the control of the operating system 86. The command generator 88 operates in response to signals from the human-oriented interface b2 to determine what to do. This has the effect of triggering data to be entered into a common database 96. The display process 90 involves evaluating the data entered into the common database 96 to determine what should be on the data monitor 1k displayed. The display generator 90 is able to present all of the data that is needed in connection with changing the display to the symbol generator 80. The input / output control process 92 controls the printer / paper belt system 53, as well as the file 8201110-1U: sel, as well as any other tape equipment in addition to the various tape recorders and switching devices. The machine control process $ k in response to data entered into the common database 96 is operative to determine which actions are to be performed by the source tape recorders eh, and 50, the tape recorder 52 for recording and the switching devices. . This results in appropriate commands which are supplied by the editing control unit kb to the tape recorders and switching devices.

Aangezien het montageproces in toenemende mate is geavanceerd, 10 dient een efficiënt gebruik van de kostbare "on-line" montagetijd de hoogste prioriteit. Daarentegen is het voor montageprocessen, die gedurende minder kostbare "of-line" tijd worden geconstrueerd en voorbezichtigd, vereist, dat de parameters daarvan moeten worden geregistreerd voor toekomstige referentiedoeleinden, weergave of overdracht naar "on-15 line" apparatuur. Teneinde zulks mogelijk te maken is een lijst van dergelijke montagebeslissingen, samen met alle parameters die voor de uitvoering daarvan nodig zijn, opgeslagen. Dergèlijke informatie kan worden opgeslagen in het "floppy disk"-stelsel 60, in het geheugen j6 of in het drukker/papierbandstelsel 58, weergegeven in fig. 3. Indien een montage-20 procedure wordt onderbroken, kunnen de montagebeslissingen en parameters tijdelijk in een van dergelijke plaatsen worden opgeslagen teneinde naderhand opnieuw te kunnen worden ingevoerd en te worden voltooid. Nadat de montage-instructie is voltooid, kan een dergelijke informatie worden gebruikt om te montage voor te bezichtigen of cm dergelijke montages 25 over te dragen naar "on-line" apparatuur.As the assembly process is increasingly sophisticated, efficient use of the costly "on-line" assembly time should be the top priority. Conversely, assembly processes constructed and previewed for less costly "off-line" time require that their parameters be recorded for future reference purposes, display or transfer to "on-line" equipment. To enable this, a list of such mounting decisions, along with all parameters necessary for their implementation, has been stored. Such information may be stored in the "floppy disk" system 60, in memory j6, or in the printer / paper belt system 58 shown in FIG. 3. If a mounting procedure is interrupted, the mounting decisions and parameters may be temporarily stored in a from such places are stored for later re-entry and completion. After the assembly instruction has been completed, such information can be used to view the assembly or to transfer such assemblies to "on-line" equipment.

Opnieuw verwijzend naar fig. 6 wordt opgemerkt, dat de centrale verwerkende eenheid 7^ kan zijn gevormd door elke willekeurige daartoe geschikte centrale verwerkende eenheid, zoals de een enkel klavier omvattende centrale verwerkende eenheid die door Digital Equipment Corporation 30 in de handel wordt gebracht onder de aanduiding LSI-11. Het geheugen j6 heeft bij voorkeur een vrij toegankelijke geheugencapaciteit van 6Π K bytes of meer. Een tijdsignaalgenerator 98 genereert de systeemtijdsigna-len voor de montagebesturings eenheid bb. Zoals in het voorafgaande werd vermeld is het aanrakingsgevoelige ingangsstelsel 30 in samenwerking met 35 de een aanrakingsgevoelig scherm omvattende datamonitor 1^ in staat om de diverse functies te vervullen in responsie op een aanraking door de operateur. Deze functies omvatten systeemoperaties, de invoer van data en het 8201110 <r * - 15 - veranderen van een montagebeslissing. Het stuurhefboompaneel 18 wordt in samenwerking met het aanrakingsgevoelige ingangsstelsel 30 gebruikt voor handbesturing van transportoperaties en keuze van montage-ingangs/uitgangs-posities. Het stuurhefboampaneel 18 kan tevens in samenwerking met het 5 speciaalklavier 20 of het ASCII-klavier 22 worden gebruikt.Referring again to FIG. 6, it is noted that the central processing unit 71 may be any suitable central processing unit, such as the single-keyboard central processing unit marketed by Digital Equipment Corporation 30 under the designation LSI-11. The memory j6 preferably has a freely accessible memory capacity of 6Π K bytes or more. A time signal generator 98 generates the system time signals for the mounting control unit bb. As mentioned above, the touch sensitive input system 30, in conjunction with the touch sensitive screen comprising data monitor 1, is able to perform the various functions in response to a touch by the operator. These features include system operations, data entry, and changing a mounting decision 8201110 <r * - 15. The control lever panel 18 is used in conjunction with the touch sensitive input system 30 for manual control of transport operations and selection of mounting input / output positions. The control lever panel 18 can also be used in conjunction with the special keyboard 20 or the ASCII keyboard 22.

Samen stellen het klavier 20 of 22 en het paneel 18 de operateur in staat om montagedata in het stelsel in te voeren, menu's te kiezen, montageposities te verstellen en transportbesturingsoperaties uit te voeren. Het speciaalklavier 20 heeft speciaal-doeltoetsen voor specifieke 10 systeemoperaties. Alle systeemoperatiefuncties worden bestuurd door daarvoor aangewezen toetsen,· zoals voorbezichtiging, montage, zoek, queu, • terugwikkelen, speelmerkteken, invoer/merkteken uitgang, toetsbeëindiging, en zet/trim invoer /uitgang. Bovendien kunnen ’'zachte” toetsen op het speciaalklavier 20 door de operateur worden gebruikt om functies te de- 15 finieren, die van montageproces naar montageproces kunnen veranderen.Together, the keyboard 20 or 22 and the panel 18 allow the operator to enter mounting data into the system, select menus, adjust mounting positions, and perform transport control operations. Special keyboard 20 has special target keys for specific 10 system operations. All system operation functions are controlled by appropriate keys, such as preview, edit, search, queue, rewind, play mark, input / mark output, key termination, and set / trim input / output. In addition, 'soft' keys on the special keyboard 20 can be used by the operator to define functions that can change from assembly process to assembly process.

Elk zulk een "zachte” toets kan worden gebruikt om de montagebesturings-eenheid W te besturen op een wijze soortgelijk aan de werking van het aanrakingsgevoelige ingangsstelsel 30, waarbij onderdelen van een op de datamonitor 1 h gepresenteerd menu worden veranderd of de menu's worden 20 veranderd.Any such "soft" key can be used to control the mounting control unit W in a manner similar to the operation of the touch sensitive input system 30, changing parts of a menu presented on the data monitor 1 h or changing the menus. .

De schakelinrichting en effectgenerator 5¼ kan worden gebruikt voor het kiezen van een snede, een beëindigingsprocedure, toets-of een van vele verschillende wispatronen. De wispatronen komen voor bij een overgang van een ene bron naar een andere, waarbij het mogelijk is om 25 harde of zachte randen te kiezen. Alle effecten zijn omkeerbaar in rich- • ting. De toetsmodus biedt de mogelijkheid van een "fade-up" of een "fade-down" van een ingetoetste voorgrond naar een achtergrond. De toets-ingang is in feite werkzaam om in de achtergrond een opening te snijden in de vorm van de in te toetsen video, zoals een titel of een grafische 30 voorstelling. De voorgrond van de toets vult de opening in de achtergrond. "Fade" duren kunnen worden gekozen. Gedurende alle effecten, met uitzondering van toetsen, wordt bij overgang van de ene bron naar een andere audio beëindigd.The switching device and effect generator 5¼ can be used to choose a cut, a termination procedure, key or one of many different erase patterns. The erasure patterns occur in a transition from one source to another, where it is possible to choose 25 hard or soft edges. All effects are reversible in direction. The key mode offers the possibility of a "fade-up" or a "fade-down" of a keyed foreground to a background. The key input is actually operative to cut an opening in the background in the form of the video to be keyed in, such as a title or a graphic. The foreground of the key fills the gap in the background. "Fade" durations can be chosen. During all effects, except keys, audio is stopped when switching from one source to another.

Ter verkrijging van een begrip omtrent de aard van de verschillen-35 de menu’s die op de datamonitor worden weergegeven, zal het dienstig zijn om een speciaal voorbeeld van een montagestelsel 10 met zowel primaire alswel secundaire menu's te beschouwen. De primaire menu's zijn 8201110 - 16 - ontworpen voor het ten uitvoer brengen van de meer gebruikelijke montage-taken. Typerend voor deze menu's is, dat zij een bescheiden hoeveelheid informatie weergeven, waardoor de operateur in staat is om de talrijke stappen te volgen zonder dat de menu's worden veranderd, terwijl op de-5 zelfde tijd de totale informatie, die bij elk willekeurig menu wordt weergegeven, is beperkt, teneinde verwarring en andere storingen te vermijden. Er bestaan zes primaire menu's die het volgende inhouden: 1. Systeemparameters - Dit is het eerste menu dat op de datamoni-tor 1¾ verschijnt nadat het montagestelsel is ingeschakeld. Het wordt TO primair gebruikt als een referentiepositie, of verzendbericht, uitgaande waarvan andere voor montage bedoelde menu's worden gekozen. Typerend is,dat int dit menu algemene systeem-instelbesturingen zijn opgenomen.In order to understand the nature of the different menus displayed on the data monitor, it will be helpful to consider a special example of a mounting system 10 with both primary and secondary menus. The primary menus are 8201110 - 16 - designed to perform the more common mounting tasks. Typical of these menus is that they display a modest amount of information, allowing the operator to follow the numerous steps without changing the menus, while at the same time the total information displayed with any menu is limited to avoid confusion and other interference. There are six primary menus that include the following: 1. System parameters - This is the first menu that appears on data monitor 1¾ after the mounting system is turned on. It is used TO primarily as a reference position, or shipping notice, from which other menus intended for mounting are chosen. It is typical that general system setting controls are included in this menu.

2. Montagebeslissingslij st -‘•Dit menu presenteert een gedeelte van de geldende montagebeslissing en verschaft de besturing die nodig is om 15 deze te veranderen. Tevens zijn weergegeven besturingsgegevens, waardoor met behulp van de schakelinrichting 5^ montages kunnen worden voorbezichtigd..2. Assembly decision list - "• This menu presents a portion of the applicable assembly decision and provides the control needed to change it. Control data are also shown, whereby assemblies can be viewed with the aid of the switching device.

3. Montagebeslissingslijstconfiguratie - Dit menu wordt gebruikt om de montagebeslissingsparameters te kiezen. Het menu heeft een lijst 20 van alle paramters die kunnen worden gebruikt als koppen op de montagebeslissingsli jst en de geldende configuratie. Dit menufèwaart meervoudige versies van de montagebeslissingslijstkoppen en verschaft besturingsgegevens, waardoor parameters met betrekking tot de montagebeslissings-lijsten kunnen worden toegevoegd, weggenomen of opnieuw worden gerang- 25 schikt.3. Assembly decision list configuration - This menu is used to choose the assembly decision parameters. The menu lists 20 of all parameters that can be used as headers on the mounting decision list and the applicable configuration. This menu upgrades multiple versions of the mounting decision list headers and provides control data, allowing parameters related to the mounting decision lists to be added, removed or rearranged.

ί. Montageconstructie - Dit menu omvat een actieve weergave van een desbetreffende montage die wordt geconstrueerd. Dit menu geeft een aanduiding omtrent en stelt de operateur in staat om een keuze te maken van montage-ingangsposities en montage-uitgangsposities, transporten, . 30 haspels en effecten. Dit menu kan met een aantal secundaire menu's worden gecombineerd teneinde aan meer specifieke montage-vereisten te kunnen voldoen.ί. Mounting Construction - This menu provides an active representation of a particular mounting being constructed. This menu provides an indication of and allows the operator to select mounting entry positions and mounting exit positions, transports,. 30 reels and securities. This menu can be combined with a number of secondary menus to meet more specific mounting requirements.

5· Transportconfiguratie - Dit menu houdt verband met keuze en weergave van de status van transportparameters, zoals logische volgorde, 35 kanaal, van intelligente lijnbesturingseenheid, interfacetype, haspel- *» nummer en transportstatus. '5 · Transport Configuration - This menu is related to selection and display of the status of transport parameters, such as logical sequence, 35 channel, of intelligent line control unit, interface type, reel * number and transport status. '

De secundaire menu's zijn bij het behandelde voorbeeld ontworpen 8201110 - 17' - voor afzonderlijke, gespecialiseerde montagefuncties en maken geen deel uit van de primaire menu’s. Alle secundaire menu’s, uitgezonderd een numerieke toetsondersteuning, verschijnen als toevoegingen aan het onderste gedeelte van,de primaire menu’s. De toestondersteuningen stellen de 5 operateur in staat om numerieke data, zoals voor-rol en na-rol duur in te voeren. Transportbesturingsgegevens voor de videobandrecorders geven mogelijkheid van speel-, terugwikkel-, snel vooruit-, zoek- en pendel-functies. Speciale effecten kunnen met behulp van een diversiteit van flexibele besturingen teweeg worden gebracht. Uitgaande van verschillende 10 posities op de als bron fungerende videobanden kunnen s'plits-montagemodi van audio en video worden gekozen. Besturingsgegevens voor voorbezichti-gingsmontages, sneden, beëindigingen, wisoperaties, fading naar of vanaf :r-zwart en toetsmodi met programmeerbare duur zijn evenals besturingsgegevens over rolbewegingen, in het geheel opgenomen.The secondary menus are designed in the treated example 8201110 - 17 '- for separate, specialized mounting functions and are not part of the primary menus. All secondary menus, with the exception of numeric key support, appear as additions to the bottom part of the primary menus. The allowance supports allow the operator to enter numerical data, such as pre-roll and after-roll durations. Transport control data for the videotape recorders provides play, rewind, fast forward, search and shuttle functions. Special effects can be produced using a variety of flexible controls. Starting from different 10 positions on the source video tapes, split editing modes of audio and video can be selected. Control data for preview assemblies, cuts, terminations, wiping operations, fading to or from: r-black and key modes with programmable duration are included as well as control data for rolling movements.

15 Fig. T geeft een nadere detaillering van een typerend exemplaar van de interfaces, zoals de machine-interfaces 62, 6b, 66 en 68. Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt, geeft elk zulk een interface de mogelijkheid van twee-richting communicatie tussen de besturingseenheid W en de bestuurde recorder. De naar de interface leidende ingang omvat een 20 paar lijnen 100 en 102 voor seriële data. Via de lijn 100 worden de seriële data, afkomstig van een voor seriële data bedoelde processor 104 aangeboden aan de montagebesturingseenheid bh. Via de lijn 102 worden daarentegen seriële data, afkomstig van de montagebesturingseenheid aangeboden aan de voor seriële data bedoelde processor 10b. Deze seriële 25 dataprocessor 10^ omvat een universele asynchrone zender/ontvanger, die de binnenkomende seriële data omzet in parallelvorm alvorens deze worden toegevoerd aan een centrale processoreenheid en geheugen 105- Een personaliteit smoduul 106 is toegewezen aan de desbetreffende randinrichting waarvoor de interface is bedoeld, zoals een bandrecorder 108:· De perso-30 naliteitsmoduul 106 vertaalt de in-parallelvorm aangeboden data, afkomstig van de centrale processoreenheid en geheugen 106 in transportcomman— do’s die de juiste vorm hebben om door de bandrecorder 108 te worden gebruikt. Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt, vereisen verschillende randinrichtingen verschillende soorten van signalen. Sommige bandrecorders 35 vereisen bijvoorbeeld een gelijkspanning voor het besturen van de aandrijf-rolsnelheid, terwijl in andere recorders een wisselstroomsignaal is vereist, waarvan de frequentie bepalend is voor de bandsnelheid.FIG. T further details a typical instance of the interfaces, such as the machine interfaces 62, 6b, 66 and 68. As noted above, each such interface provides the possibility of two-way communication between the control unit W and the controlled recorder. The input leading to the interface includes a 20 pair of lines 100 and 102 for serial data. The serial data from a processor 104 intended for serial data is presented via the line 100 to the mounting control unit bh. On the other hand, serial 102 from the edit control unit is presented via line 102 to the processor 10b intended for serial data. This serial data processor 10 ^ comprises a universal asynchronous transmitter / receiver, which converts the incoming serial data in parallel before it is fed to a central processor unit and memory 105. A personality module 106 is assigned to the respective peripheral for which the interface is intended, such as a tape recorder 108: The personality module 106 translates the data presented in parallel form from the central processor unit and memory 106 into transport commands that are properly formatted for use by the tape recorder 108. As noted above, different peripheral devices require different types of signals. For example, some tape recorders 35 require a DC voltage to control the drive roll speed, while other recorders require an AC signal, the frequency of which determines the tape speed.

8201110 -18:-8201 110 -18: -

De bandrecorder 108 is met de centrale processereenheid en het geheugen 105 gekoppeld zowel via de personaliteitsmoduul 106 alsvel via een tijdsignaalcodeprocessor/leesinrichting 110. De verbinding vanaf de bandrecorder 108 met de tijdsignaalcodeprocessor/leesinrichting 110 biedt 5 een communicatiemogelijkheid voor het tijdsignaalcodespoor tussen de band en de tijdsignaalcodeprocessor/leesinrichting 110, Typerend is, dat het tijdsignaalcodespoor vanuit de band in de bandrecorder 108 wordt uitgelezen en de uitgelezen informatie wordt overgedragen naar de tijdsignaal-codeprocessor/leesinrichting 110, waar deze, uitgaande van een seriële . 10 bitstroom wordt gedecodeerd, zodat data in parallelvorm worden verkregen.The tape recorder 108 is coupled to the central processor unit and the memory 105 both through the personality module 106 and through a time signal code processor / reader 110. The connection from the tape recorder 108 to the time signal code processor / reader 110 provides a communication capability for the time signal code track between the tape and the time signal code processor / reader 110, Typically, the time signal code track is read from the tape into the tape recorder 108 and the read information is transferred to the time signal code processor / reader 110, where it is based on a serial. 10 bit stream is decoded so that data is obtained in parallel form.

Van de interface volgens fig. 7 afkomstige uitgangssignalen die worden geleid naar de montagebesturingseenheid 44 bestaan uit transport-meet signalen, statussignalen en tijdsignaalcodedata. Meet- en status-signalen worden tijdelijk opgeslagen en vervolgens overgedragen naar de 15 databusleiding 84 die zich in de montagebesturingseenheid 44 bevindt.Output signals from the interface of Fig. 7 which are fed to the mounting control unit 44 consist of transport measuring signals, status signals and time signal code data. Measurement and status signals are temporarily stored and then transferred to the data bus line 84 located in the mounting control unit 44.

Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt is de tijdsignaalcodeprocessor/ leesinrichting 110 in staat om de seriële tijdsignaalcodedata om te zetten in data in parallelvorm. Deze data worden vervolgens overgedragen naar de montagebesturingseenheid 44.As noted above, the time signal code processor / reader 110 is capable of converting the serial time signal code data into data in parallel form. This data is then transferred to the mounting control unit 44.

20 Opnieuw verwijzend naar fig. 6 wordt eraan herinnderd, dat de mens-georiënteerde interface 42 via een intelligente lijnbesturingseenheid 82 is gekoppeld met de centrale verwerkende eenheid 74. Bij het behandelde voorbeeld omvat de montagebesturingseenheid 44 de intelligente lijnbesturingseenheid 82 en drie toegevoegde intelligente lijnbesturings-25 eenheden 112, 114 en 11.6. De intelligente lijnbesturingseenheid 112 vormt een koppeling tussen de centrale verwerkende eenheid 74 en de machine-interface 62. De intelligente lijnbesturingseenheid 114 vormt een kop- · peling tussen de centrale verwerkende eenheid 74 en de schakelinrichting-interface 72. De intelligente lijnbesturingseenheid 116 vormt een koppe-30 ling tussen de centrale verwerkende eenheid 74 en de machine-geöriënteerde interface 68. Elk van de intelligente lijnbesturingseenheden 82, 112, 114 en 116 omvat een intelligente communicatie-interface tussen de montagebesturingseenheid 44 en externe randapparatuur als de audio/video-bandre-corders en de mens-geöriënteerde interface 42. Data, afkomstig van de 35 centrale verwerkende eenheid 74 worden in., parallelvorm over de databusleiding 84 getransporteerd. Elk van de besturingseenheden 82, 112, 114 en 116 zet de data in serievorm om alvorens deze worden aangelegd aan de 8201110 ____ - 19’ - randapparatuur. Omgekeerd worden voor de centrale verwerkende eenheid jk· bestemde data, afkomstig van de randapparatuur, vanuit serievorm cangezet in parallelvorm door de diverse besturingseenheden 82, 112, 11¾ en 116.Referring again to Figure 6, it is recalled that the human-oriented interface 42 is coupled to the central processing unit 74 via an intelligent line controller 82. In the example discussed, the mounting controller 44 includes the intelligent line controller 82 and three additional intelligent line controllers. 25 units 112, 114 and 11.6. The intelligent line control unit 112 forms a link between the central processing unit 74 and the machine interface 62. The intelligent line control unit 114 forms a link between the central processing unit 74 and the switching device interface 72. The intelligent line control unit 116 forms a link 30 between the central processing unit 74 and the machine-oriented interface 68. Each of the intelligent line controllers 82, 112, 114 and 116 includes an intelligent communication interface between the mounting controller 44 and external peripherals as the audio / video tape recorder. corders and the human-oriented interface 42. Data from the central processing unit 74 are conveyed in parallel form over the data bus line 84. Each of control units 82, 112, 114 and 116 converts the data in series form before being applied to the 8201110 ____ - 19 'peripherals. Conversely, data intended for the central processing unit jk · from the peripherals can be parallelized from the serial form by the various control units 82, 112, 11, and 116.

De diverse besturingseenheden 82, 112', 11¾ en 116 fungeren niet alleen 5 als amzetters van dataformaat, maar zijn tevens werkzaam.als buffers tussen de randapparatuur en de centrale verwerkende eenheid 7¾. De intelligente eindbesturingseenheden verifiëren tevens ingangsdataformaten, zetten deze dataformaten om en verrichten bepaalde eenvoudige besturingsfuncties, zoals die, welke zijn betrokken bij een automatische tijdsig-10 naalcode en statusverzoeken. De centrale verwerkende eenheid 7¾ is niet in staat cm met twee of meer eenheden van de randapparatuur gelijktijdig te communiceren. De diverse besturingseenheden hebben echter het effect, dat in hoofdzaak gelijktijdige communicatie mogelijk is doordat de desbetreffende data worden ontvangen en vastgehouden totdat de centrale ver-15 werkende eenheid 7¾ vrij is om, dergelijke data te ontvangen.The various control units 82, 112 ', 11¾ and 116 not only function as amzetters of data format, but also act as buffers between the peripherals and the central processing unit 7¾. The intelligent end controllers also verify input data formats, convert these data formats and perform certain simple control functions, such as those involved in an automatic timestamp code and status requests. The central processing unit 7¾ is unable to communicate with two or more units of the peripherals simultaneously. The various control units, however, have the effect that substantially simultaneous communication is possible in that the relevant data is received and held until the central processing unit 7 om is free to receive such data.

De diverse intelligente lijnbesturingseenheden. 82, 112, 11¾ en 116 zijn wat constructie betreft identiek en één exemplaar hiervan is weergegeven in fig. 8. De in fig. 8 weergegeven intelligente lijnbesturingseenheid omvat een eerste busleiding zender/ontvanger 118, die is ge-20 koppeld met de centrale verwerkende eenheid 7¾ en waardoor adressen en data tussen de intelligente lijnbesturingseenheid en de centrale verwerkende eenheid 7¾ kunnen worden uitgewisseld. De busleiding zender/ont-vanger 118 is via een adresbusleiding 122 en een databusleiding 12¾ gekoppeld met een ILC centrale processoreenheid 120. De adresbusleiding 25 122 is tevens gekoppeld met een vrij toegankelijk geheugen 126 met een capaciteit van ¾ K en met een uitsluitend afleesbaar geheugen 128 met een capaciteit van 1 K. De databusleiding 121»· is tevens gekoppeld met het ’1»K, vrij toegankelijk geheugen 126 en het 1 K uitsluitend afleesbaar geheugen 128. Een tweede busleiding zender/ontvanger 130 is via een be-30 sturingsbusleiding 132 gekoppeld met de centrale verwerkende eenheid 120, alsook met de centrale verwerkende eenheid 7¾¾ deze zender/ontvanger is werkzaam om tijdsignalering en besturingsdienstaanvragen die-.tussenide intelligente lijnbesturingseenheid en de centrale verwerkende eenheid 7¾ worden uitgewisseld, te behandelen.The various intelligent line control units. 82, 112, 111, and 116 are identical in construction, one example of which is shown in FIG. 8. The intelligent line controller shown in FIG. 8 includes a first bus line transmitter / receiver 118 coupled to the central processing unit. unit 7¾ and through which addresses and data can be exchanged between the intelligent line control unit and the central processing unit 7¾. The bus line transmitter / receiver 118 is coupled via an address bus line 122 and a data bus line 12¾ to an ILC central processor unit 120. The address bus line 25 122 is also coupled to a freely accessible memory 126 with a capacity of ¾K and with an exclusively readable memory 128 with a capacity of 1 K. The data bus line 121 is also coupled to the '1 »K, freely accessible memory 126 and the 1 K only readable memory 128. A second bus line transmitter / receiver 130 is via a control bus line 132 coupled to the central processing unit 120, as well as to the central processing unit 7¾¾, this transmitter / receiver is operable to handle time signaling and control service requests exchanged between the intelligent line control unit and the central processing unit 7¾.

35 Een adrescomparator 13¾ is voorzien van twee verschillende in gangen en wel één waarop de busleiding zender/ontvanger 118 uitkomt en de andere waarop een boordadreskeuzeschakelaargroep 136 uitkomb. De adres- 82 0 1 1 1 0 - 20 - comparator 13¾ vergelijkt de inhoud van het adres dat wórdt ontvangen vanaf de centrale verwerkende eenheid 7¾ met de instelling van de woordadres-keuzeschakelaargroep 136. Indien de vergelijking een geldig resultaat oplevert verzoekt de comparator 13¾ om de data- en adreshusleidingen 122 5 en 12¾ vanaf de centrale processoreenheid 120 te besturen. Wanneer door de intelligente lijnbesturingseenheid van een dergelijke besturing afstand wordt gedaan, worden data vanaf de centrale verwerkende eenheid 7¾ over-gedragen naar het van de intelligente lijnbesturingseenheid deel uitmakende vrij toegankelijke geheugen 126. De ILC centrale processoreenheid 120 10 brengt op zijn beurt de zich in het vrij toegankelijke geheugen 126 bevindende data in een formaat en verzendt hierna de data via een universele, asynchrone zender 138 naar de interface, zoals weergegeven in fig. 7·An address comparator 13¾ has two different inputs, one on which the bus line transmitter / receiver 118 opens and the other on which an on-board address selector switch group 136 opens. The address 82 0 1 1 1 0 - 20 - comparator 13¾ compares the content of the address received from the central processing unit 7¾ with the setting of the word address selector switch group 136. If the comparison yields a valid result, the comparator requests 13¾ to control the data and address bus lines 122 5 and 12¾ from the central processor unit 120. When such a control is surrendered by the intelligent line control unit, data is transferred from the central processing unit 7 naar to the freely accessible memory 126 forming part of the intelligent line control unit. The ILC central processing unit 120 in turn inserts the the freely accessible memory 126 contains data in a format and then transmits the data via a universal, asynchronous transmitter 138 to the interface, as shown in Fig. 7 ·

Vanaf de interface binnenkomende seriële data worden in parallelvorm gebracht door de universele synchrone ontvanger/zender 138 die een onder-15 brekingssignaal teweegbrengt en overdraagt naar de ILC centrale proces-soreenheid 120. Wanneer deze eenheid 120 het onderbrekingssignaal behandelt. worden de binnenkomende data in'formaat gebracht en in het vrij toegankelijke geheugen 126 ingeschreven. De nieuwe data die zich in het vrij toegankelijke geheugen 126 bevinden, worden vervolgens door de cen- 20 trale verwerkende èenheid 7¾ gelezen doordat om busleidingbesturing \ % » * V' vanaf de ILC centrale processoreenheid 120 wordt verzocht en de data worden gelezen. De frequentie waarmede de seriële signalen vanaf de universele asynchrone zender/ontvanger 138 worden overgedragen naar de interface wordt door een baud snelheidgenerator ^0 in samenwerking met een 25 baud snelheid-keuzeschakelaargroep lb2 bepaald.Serial data incoming from the interface is paralleled by the universal synchronous receiver / transmitter 138 which generates an interrupt signal and transfers it to the ILC central processor unit 120. When this unit 120 processes the interrupt signal. the incoming data are formatted and written into the freely accessible memory 126. The new data contained in the freely accessible memory 126 is then read by the central processing unit 7¾ by requesting bus line control \% »* V 'from the ILC central processor unit 120 and reading the data. The frequency at which the serial signals are transferred from the universal asynchronous transmitter / receiver 138 to the interface is determined by a baud rate generator ^ 0 in conjunction with a 25 baud rate select switch group 1b2.

De schakelinrichting en effectgenerator 5¾ is nader gedetailleerd weergegeven in fig, 9· De bij de schakelinrichting 5¾ behorende intelligente lijnbesturingseenheid 11¾ is via de schakelaarinterface 72 gekoppeld met de schakelinrichting 5¾. De schakelaarinterface 72, waarvan de con-30 structie dezelfde kan zijn als die welke is weergegeven in fig. 7, is gekoppeld om de samengestelde synchronisatie- en samengestelde doofsignalen te ontvangen. De schakelaarinterface 72 is aan zijn uitgang voorzien van een adresbusleiding 1¾¾ en een databusleiding 1½. De busleidingen 1¾¾ en lb6 zijn bij de uitgang van de schakelinrichting 5¾ gekoppeld met een 35 videoprocessor/mengeenheid 1^8 ofwel via een videokruispuntketen 150, ofwel via een golfvormgenerator 152 en een videoprocessor 15¾. De busleidingen 1¾¾ en 1¾6 zijn tevens gekoppeld met een audiokruispuntketen 8201110 -21 - 156.The switching device and effect generator 5¾ is shown in more detail in fig. 9 · The intelligent line control unit 11¾ associated with the switching device 5¾ is coupled to the switching device 5¾ via the switch interface 72. The switch interface 72, the construction of which may be the same as that shown in Fig. 7, is coupled to receive the composite synchronization and composite quench signals. The switch interface 72 is provided at its output with an address bus line 1¾¾ and a data bus line 1½. The bus lines 1¾¾ and 1b6 are coupled at the output of the switching device 5¾ to a video processor / mixer 1 ^ 8 either via a video crosspoint circuit 150, or via a waveform generator 152 and a video processor 15¾. Bus lines 1¾¾ and 1¾6 are also coupled to an audio crosspoint chain 8201110 -21 - 156.

De schakelinrichting en effectgenerator 5^t· worden in hoofdzaak gebruikt voor mengoperaties en wisoperaties. Wanneer het een mengoperatie betreft wordt een van de ingangssignalen voor de audiokruispuntketen 156 •5 en een van de ingangssignalen voor de videokruispuntketen 150 toegevoerd aan de videoprocessor/mengeenheid 1^-8. De videoprocessor 15^· wordt ook gebruikt voor een dergelijke operatie. Een wisoperatie wordt ten uitvoer gebracht onder gebruikmaking van de golfvormgenerator 152 en de videoprocessor 15^· 10 Fig. 10 geeft een stromingsdiagram ter illustratie van de wijze waarop het montagestelsel 10' onder gebruikmaking van de datamonitor 1U samen met het aanrakingsgevoelige ingangsstelsel 30 door de operateur genomen beslissingen omzet in montage-acties.The switching device and effect generator 5 ^ t · are mainly used for mixing operations and erasing operations. When it is a mixing operation, one of the input signals for the audio crosspoint circuit 156 • 5 and one of the input signals for the video crosspoint circuit 150 is supplied to the video processor / mixer 1 ^ -8. The video processor 15 ^ is also used for such an operation. A delete operation is performed using the waveform generator 152 and the video processor 15 ^ 10. 10 is a flowchart illustrating how the mounting system 10 'converts decisions made by the operator into mounting actions using the data monitor 1U together with the touch sensitive input system 30.

Tijdens de in fig. 10 door 160 aangeduide faze vormt het stelsel 15 10 via de montagebesturingseenheid UH een lijst van geldige keuzemogelijkheden die aan de operateur worden aangeboden. Op-ver schillende''pósities van een montageproces worden verschillende stellen van operateurverzoeken als geldig beschouwd. De montagebesturingseenheid bepaalt eerst dit stel van keuzemogelijkheden tijdens de faze 160. Gewoonlijk is dit een 20 functie van de soort van actie die op dat moment wordt ondernamen. De montagebesturingseenheid Uh kan bovendien gedwongen zijn om informatie die is ontvangen vanaf andere transportinrichtingen of bronnen, alsook informatie die eerder was opgeslagen in het geheugen 76, te onderzoeken.During the phase indicated by 160 in FIG. 10, system 15 through the mounting control unit UH creates a list of valid options offered to the operator. At different positions of an assembly process, different sets of operator requests are considered valid. The mounting control unit first determines this set of choices during phase 160. Usually this is a function of the type of action being taken at that time. In addition, the mounting control unit Uh may be forced to examine information received from other transport devices or sources, as well as information previously stored in memory 76.

Tijdens de volgende faze 162, wordt elke geldige keuze weergegeven 25 op het scherm 28 van de datamonitor 1^. Bij elke keuze in het stel van geldige keuzemogelijkheden behoren verscheidene belangrijke formatie-onderdelen. Een van deze onderdelen heeft een beschrijving van de plaats op het scherm 28 waar de keuzemogelijkheid zal moeten worden gepresenteerd aan de operateur. Door een toegevoegd informatie-onderdeel wordt kenbaar 30 gemaakt welk etiket op het scherm 28 moet worden afgedrukt, dat de operateur in staat is cm de keuzemogelijkheid te identificeren en te begrijpen. Sadat een geldig stel van keuzemogelijkheden is geassembleerd wordt elk etiket in zijn bijbehorende plaats op het scherm weergegeven. Aldus wordt aan de operateur kenbaar gemaakt waaruit het lopend stel van keuze-35 mogelijkheden bestaat en dat van hem thans wordt verwacht, dat hij een daarvan kiest.During the next phase 162, each valid choice is displayed on the screen 28 of the data monitor 1 ^. Each choice in the set of valid choices includes several important formation items. One of these items has a description of the location on screen 28 where the choice will have to be presented to the operator. An additional information item indicates which label is to be printed on screen 28 that the operator is able to identify and understand the selection. Once a valid set of choices has been assembled, each label is displayed in its corresponding location on the screen. The operator is thus informed of what the current set of options consists of and that he is now expected to choose one of them.

Tijdens de volgende faze 16^, wordt het scherm 28 van de datamonitor 8201110 - 22 - 11+ af getast en een "beslissing 166 wordt genomen of een bundel wel of niet is verbroken. Fanneer de operateur heeft vastgesteld welk van de op het scherm 28 weergegeven etiketten correspondeert met de actie die naar zijn keuze door het montagestelsel 10' moet worden uitgevoerd, plaatst 5 hij een vinger (of ander object) op dat zich op het scherm 28 bevindende etiket. Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt zenden de licht-emitterende dioden 32 en 3^, die naast het scherm 28 zijn aangebracht, infrarode bundels uit die zijn gericht op bijbehorende exemplaren van de foto-detectors 36 en 38. Fanneer de operateur zijn vinger op een bepaalde 10 plaats op het scherm 28 zet zullen een of meer van de fotodetectors 36 zulks detecteren als een onderbreking van de normaliter daardoor ontvangen infrarode bundels. Door de uitgangssignalen van de fotodetectors 36 en 38 periodiek te onderzoeken is het montagestelsel in staat om de aanwezigheid van een vinger te detecteren. Doordat aan de diverse fotodetectors 15' 36 en 38 numerieke waarden zijn toegewezen is het montagestelsel tevens in staat om nummers te berekenen, die representatief zijn voor de horizontale en vertikale coördinaten van de plaats waar de vinger zich op het scherm 28 bevindt. Het periodieke onderzoek van de uitgangssignalen van de fotodetectors 36 en 38 heeft als resultaat een beslissing, welke aan-20 geeft of een of meer van de infrarode bundels al dan niet zijn onderbroken.During the next phase 16 ^, the screen 28 of the data monitor 8201110 - 22 - 11+ is scanned and a "decision 166 is made as to whether or not a bundle is broken. When the operator has determined which of the screen 28 displayed labels corresponds to the action to be performed at its option by the mounting system 10 ', it places a finger (or other object) on the label located on the screen 28. As noted above, the light emitting diodes 32 and 31, which are disposed next to the screen 28, emit infrared beams directed at corresponding copies of the photo detectors 36 and 38. When the operator puts his finger on a particular location on the screen 28, one or more more of the photodetectors 36 detect this as an interruption of the infrared beams normally received thereby. By periodically examining the output signals of the photodetectors 36 and 38, the mounting system able to detect the presence of a finger. Since numerical values are assigned to the various photo detectors 15 ', 36 and 38, the mounting system is also able to calculate numbers representative of the horizontal and vertical coordinates of the location of the finger on the screen 28. The periodic examination of the output signals from the photodetectors 36 and 38 results in a decision indicating whether or not one or more of the infrared beams have been interrupted.

Indien de beslissing 166 inhoudt, dat een of meer van de infrarode bundels zijn onderbroken, wordt tijdens een volgende faze Ί68 de afstand berekend tussen de vinger en elk van de keuzemogelijkheden die op het 25 scherm 28 is weergegeven. In het voorafgaande werd reeds opgemerkt, dat aan elke op het scherm 28 weergegeven keuzemogelijkheid is toegevoegd een indicatie omtrent een positie op het scherm, waar deze is weergegeven.If the decision 166 implies that one or more of the infrared beams are interrupted, during a subsequent phase Ί68 the distance between the finger and each of the options displayed on the screen 28 is calculated. It has already been noted above that each option displayed on screen 28 has been appended with an indication of a position on the screen where it is displayed.

Elk element van een stel van keuzemogelijkheden wordt onderzocht en de afstand tussen de positie die behoort bij de desbetreffende keuzemoge-30 lijkhèid en de positie van de vinger wordt berekend. Aangenomen wordt, dat de keuzemogelijkheid die zich op de kleinst mogelijke afstand bevindt van de vingerpositie, de mogelijkheid is, die de operateur heeft bedoeld. Indien de vinger zich ié ver verwijderd bevindt van de meest nabijgelegen keuzemogelijkheid, wordt geen actie ondernomen. Deze acties zijn voorge-35 steld door een beslissing 1J0 (is vinger wel dan niet nabij) weergegeven in fig. 10.Each element of a set of selections is examined and the distance between the position associated with the respective selections and the position of the finger is calculated. It is believed that the choice that is at the smallest possible distance from the finger position is the possibility that the operator intended. If the finger is located too far from the nearest choice, no action is taken. These actions are suggested by a decision 1J0 (finger is close or not) shown in Fig. 10.

Indien de beslissing 170 als antwoord (ja) oplevert, aangevende dat 8201110 - 23 - de vinger tenminste binnen een nominale afstand tot een van de keuzemoge- lijkheden is geplaatst en dat is vastgesteld, dat deze keuzemogelijkheid dé mogelijkheid is die door de operateur is gewenst, wordt de bij die keuzemogelijkheid behorende waarde tijdens een volgende faze 172 bere-5 kend. Bij elke keuzemogelijkheid in een stel van voorafbepaalde keuzemogelijkheden behoort een waarde. Tijdens de faze 172 wordt de waarde, die behoort bij de keuzemogelijkheid die door de operateur is gekozen, bepaald. Onder gebruikmaking van deze waarde voert het montagestelsel 10 de gewenste actie uit tijdens een volgende faze die in fig. 10 door 17^ is 10. aangeduid. De tijdens de faze 172 bepaalde waarde komt overeen met de soort van het signaal, dat wordt aangeboden wanneer ofwel het speciaal-klavier 30 ofwel het ASCII-klavier 22 wordt gebruikt.If the decision 170 gives the answer (yes), indicating that 8201110 - 23 - the finger is placed at least within a nominal distance from one of the options and it has been established that this option is the option desired by the operator. , the value associated with that option is calculated during a subsequent phase 172. Each option in a set of predetermined options has a value. During phase 172, the value associated with the choice chosen by the operator is determined. Using this value, mounting system 10 performs the desired action during a subsequent phase designated 17 by 10 in FIG. The value determined during phase 172 corresponds to the type of the signal presented when either the special keyboard 30 or the ASCII keyboard 22 is used.

Ter nadere toelichting van de diverse operaties die door het stro-mingsdiagram volgens fig. 10 zijn geïllustreerd zal een voorbeeld worden 15 beschouwd. Indien wordt aangenomen dat op een bepaald punt in een mon-tageprocedure van de operateur wordt verwacht dat hij een cijfer tussen 0- èn-:9 invoert, bestaan onder deze omstandigheden tien keuzemogelijkheden. Bij elk van de keuzemogelijkheden behoort een positie op het scherm 28 van de datamonitor 1¼. Bij elke keuzemogelijkheid is een etiket af gedrukt 20 op het scherm 28, zodat de cijfers 'M", n2n, "3", enz.op het scherm zijn weergegeven. Indien de operateur het cijfer ”7,f wenst te kiezen, plaatst hij een vinger op het scherm 28 op de plaats waar het etiket ,,7” is weergegeven. De infrarode bundels die met deze positie corresponderen worden onderbroken en het montagestelsel bepaalt de horizontale en vertikale 25 coördinaten van de vingerpositie. Elk van de tien keuzemogelijkheden wordt onderzocht en de afstand tussen de positie op het scherm 28 daarvan en de vingerpositie op het scherm 28 wordt berekend. Bij het gegeven voorbeeld wordt de keuzemogelijkheid, corresponderende met het cijfer "7" als de meest dichtst bij zijnde bepaald. Bij elke keuzemogelijkheid 30 behoort een waarde. Bij het gegeven voorbeeld zal de waarde voor ”7" de ASCII-code voor "7" kunnen zijn. Dit is de waarde die de meeste computer- en communicatie-apparatuur gebruikt ter aanduiding van een toets die is geëtiketteerd als ,f7" · Het montagestelsel 10 gebruikt nu deze waarde alsof deze afkomstig was van een conventioneel" klavier of een 35 communicatie-inrichting, zoals het speciaalklavier 20, of het ASCII-kla-vier 22.To illustrate the various operations illustrated by the flow chart of FIG. 10, an example will be considered. If it is assumed that at some point in an installation procedure the operator is expected to enter a digit between 0 and 1: 9, there are ten options under these circumstances. Each of the options includes a position on the screen 28 of the data monitor 1¼. For each selection, a label is printed 20 on the screen 28 so that the digits “M”, n2n, “3”, etc. are displayed on the screen. If the operator wishes to choose the digit ”7, f, he place a finger on the screen 28 where the label “7” is displayed. The infrared beams corresponding to this position are interrupted and the mounting system determines the horizontal and vertical coordinates of the finger position. Each of the ten choices is explored and the distance between the position on the screen 28 thereof and the finger position on the screen 28 is calculated. In the example given, the selection corresponding to the number "7" is determined as the closest to each. value In the example given, the value for "7" may be the ASCII code for "7". This is the value that most computer and communication equipment uses to denote a key labeled as, f7 "· Mounting system 10 now uses this value as if it came from a conventional" keyboard or a communication device, such as the special keyboard 20, or the ASCII keyboard four 22.

Alhoewel de uitvinding in het bijzonder is geïllustreerd en beschre- 8201110 - - ven in verband met een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, zal het voor de gemiddelde vakman op dit gebied duidelijk zijn, dat diverse veranderingen ten aanzien van uitvoeringsvorm en detaillering kunnen worden gemaakt zonder het kader van de uitvinding te verlaten.Although the invention has been particularly illustrated and described in connection with a preferred embodiment thereof, it will be apparent to those skilled in the art that various embodiments and detailing changes may be made without the scope of to abandon the invention.

82011108201110

Claims

1. Mounting system, whereby information from at least one source can be recorded under the control of a control device, characterized by a monitor, which is coupled to the control device, and is arranged to form a visual display of mounting information and selections, means which, in response to touching selected areas of the visual display by an operator, provide an indication of the touched area to the controller, and means located in the controller and serving to respond to the indication issued to the control device to fulfill a mounting function.

Mounting system according to claim 1, characterized by means associated with the control device, which are arranged to change the visual representation in response to the indication, as delivered to the control device.

3. Mounting system according to claim 1 or 2, characterized in that said monitor comprises a cathode ray tube with a screen, and the means in response to touch comprising means arranged next to a surface of the screen to form a screen over the screen. ongoing network, of rays and means for providing an indication when at least one of the rays is interrupted by an operator. H. Mounting system, comprising at least one source for providing information to be mounted, a recorder for recording information to be mounted and means for controlling the recording in the recorder of the information to be mounted, characterized in that of the means for controlling the registration form a visual representation, - means for forming various menus of mounting information for display on visual representation, and means which are different copies in response to an operator touching selected areas of the visual representation from the mounting information menus choose 30 display on the visual display.

Mounting system according to claim 1, characterized in that among the means which in response to an operator touching selected areas of the visual display are means for selecting a menu of mounting information for display on the visual display, 35 based on the mounting information displayed in a particular location of the visual display touched by the operator. 8201110 - 2 6 -

Mounting system according to claim k or 5, characterized in that the steering means comprise means which carry out mounting operations in response to an operator touching selected areas of the visual display within the mounting system.

Mounting system comprising at least one information source, a recorder, a switching device, with which an information source can be optionally connected to the recorder, characterized by a processor for controlling the information source, the recorder and the switching device, a memory coupled to the processor , a symbol generator. 10 coupled to the processor and serving to provide symbols for display under the control of the processor; a display monitor coupled to the symbol generator and serving to display symbols provided by the symbol generator; and means responsive to a selection of a particular portion of the display on the monitor to provide a corresponding indication to the processor.

Mounting system according to claim 7, characterized by a data storage system coupled to the processor.

Mounting system according to claim 6 or 7, characterized by a number of control units coupled between the processor and at least one information source, the recorder, the switching device and the means for issuing a corresponding indication, each of these control units operating is to convert data between serial and parallel form.

Mounting system according to any one of the preceding claims 7-9, characterized by a number of interface units coupled between the processor and at least one information source, the recorder and the switching device, each of the interface units acting to transfer data between serial and suitable shape for a machine.

Mounting system according to any one of the preceding claims 7-10, characterized in that the means for issuing a corresponding indication responds to an operator touching certain parts of the display on the monitor.

A mounting system according to any one of the preceding claims 7-11 35, characterized in that the monitor comprises a cathode ray tube with a spring-giving screen, and the means for issuing a corresponding indication comprise a device for forming an over the 8201110 - 27 - display screen of the cathode ray tube extending network of interruptible "beams.

13. Mounting system characterized by a central processing unit, a memory coupled to the central processor-unit, a "-sym-5" bool generator coupled to the central processing unit, a human-oriented interface coupled to the symbol generator, means for coupling the human-oriented interface to the central processing unit, at least one "source-functioning recorder", a first "control unit forming a link between the at least one" source-functioning recorder and the central processing unit unit; a recorder intended for recording, a second control unit, which couples the recorder intended for recording with the central processing unit, a switching device. coupled between the at least one recorder acting as a source and the recorder intended for recording and a third control unit coupled between the switching devices. the central processing unit, wherein the first, second and third control units are each operable to store and shape data transferred from or to the central processing unit. 20 1b. Mounting system according to claim 13, characterized in that at least one of the first, second and third control units comprises a central processing unit and a memory. Mounting system according to claim 13, characterized in that at least one of the first, second and third control units comprises a processor, a transmitter / receiver coupled to the processor, a memory coupled to the processor and with the transmitter / receiver and an address separator that is linked between the transmitter / receiver and the processor. 1

Mounting system according to claim 15, characterized in that said transmitter / receiver is operable to convert data between parallel and serial form.

17. Assembly system according to any one of the preceding claims 13-16, characterized by a first interface coupled between the first control unit and the at least one source acting recorder, a second interface coupled between the second control unit and the recording unit recorder and a third interface coupled between the third control unit and the switching device, 820 1 1 1 0 -> - 28 - at each run. the first, second and third interface units comprise a processor for converting data between serial and machine usable form.

Mounting system according to claim 17 'with. characterized in that at least 5 of one of the first, the second and the third interface units comprises a serial data capable processor coupled to one of the control units, a time signal code processor coupled to the serial data capable processor and a data conversion module coupled to the serial data capable processor. .10 19 '· Audio-video editing system characterized by a editing control unit, a data monitor coupled to the editing control unit and including a display display screen, a human-oriented interface coupled to the editing control unit and operative to provide the mounting control unit with signals representative of specific operator-selected portions of the display on the monitor, which mounting control unit displays on the data monitor. as well as operating to change the displays according to signals provided therefrom from the human-oriented interface, a number of source 20 audio / video tape recorders coupled to the edit control unit, a recording audio / video tape recorder coupled to the edit control unit and a switching device coupled between the plurality of audio-video tape recorders acting as the source and the audio / video tape recorder intended for recording, the switching device also being coupled to the edit control unit The edit control unit is operative to control the number of audio-video tape recorders acting as the source, the audio / video tape recorder intended for recording, and the switching device.

A mounting system according to claim 19 characterized by a data storage system 30 coupled to the mounting control unit.

Mounting system according to claim 19 or 20, characterized in that the human-oriented interface comprises a touch-sensitive device mounted on a display surface of the monitor.

Mounting system according to any one of the preceding claims 19-21, characterized in that said human-oriented interface further comprises at least one keyboard with a number of keys located thereon, which are representative of predetermined mounting functions. 8201110 - 29 -

Mounting system according to any one of the preceding claims V - 22, characterized by a number of interface units which are each coupled, between the mounting control unit and a different copy of the number of source audio / video tape recorders, the 5 registration meant audio / video tape recorder and the switching device. 2k. Editing system according to any one of the preceding claims 19-23, characterized in that the edit control unit comprises a number of intelligent line control units, each coupled to a different copy of the number of audio-video tape recorders used as recording means / video tape recorder, the switching device and the human-oriented interface. 8201110