NL8200455A

NL8200455A - Reciprocating-to-rotary movement conversion mechanism - has hinging component coupled to belt driving freewheeling rollers alternately

Info

Publication number: NL8200455A
Application number: NL8200455A
Authority: NL
Original assignee: Henricus Lambertus Gerardus An
Priority date: 1982-02-05
Filing date: 1982-02-05
Publication date: 1983-09-01

Abstract

The mechanism converts a reciprocating movement into a rotary one, e.g. for lifting loads, propelling vehicles etc. It incorporates two or more winches or rollers (8,10), each coupled to the drive shaft (12) by a freewheel acting in the same direction. These are driven in turn by a belt (1) coupled to a hinging reciprocating component (2). It can have the controls for steering, braking, freewheeling and torque all mounted on one lever.

Description

. _ - .t · V · "Λ. - . - . ’ H .+, f ;; t. _ - .t · V · "Λ. -. -." H. +, f ;; t

Verbetering aan een inrichting voor het ornzetten van een ongedwongen, heen en weergaande beweging in een roterende beweging, in het bijzonder toegepast op een door mankracht voortbewogen voertuig.Improvement on a device for converting a forced, reciprocating movement into a rotary movement, in particular applied to a man-propelled vehicle.

55

De uitvinding heeft betrekking op een verbetering aan een inrichting voor het omzetten van een heen en weergaande, scharnierende danwel draaiende beweging in een bepaalde roterende beweging door middel van een snaar, koord, kabel en dergelijke en twee of meer lieren of rollen die elk zijn voorzien van een éénrichtingskoppeling.The invention relates to an improvement in a device for converting a reciprocating, hinged or rotating movement into a certain rotary movement by means of a belt, cord, cable and the like and two or more winches or rollers, each provided one-way coupling.

Het doel van de inrichting is, dat twee tegengestelde bewegingen een as in één richting doen draaien waarbij het is uitgesloten dat die as in de andere richting kan draaien.The object of the device is that two opposite movements cause an axis to rotate in one direction, while it is excluded that that axis can rotate in the other direction.

15 Toepassingen zijn bijvoorbeeld het ophijsen of transporteren van lasten en het aandrijven .van voertuigen, door mankracht danwel mechanisch.Applications include lifting or transporting loads and driving vehicles, either by manpower or mechanically.

Een dergelijke inrichting is in het bijzonder toegepast op een door mankracht aangedreven voertuig dat is voorzien van één 20 hefboom waarop alle functies met betrekking tot voortbeweging, zoals onder meer aandrijving, besturing, rem, vrijloop en koppelverandering kunnen worden aangebracht.Such a device is in particular applied to a man-powered vehicle which is provided with one lever on which all functions related to propulsion, such as inter alia drive, steering, brake, freewheel and torque change, can be arranged.

Een dergelijk voertuig is geschikt voor recreatieve, educatieve, revaliderende en therapeutische doeleinden.Such a vehicle is suitable for recreational, educational, rehabilitative and therapeutic purposes.

25 Enigszins vergelijkbare inrichtingen zijn reeds in verschillende uitvoeringen bekend zoals bijvoorbeeld in octrooi no.Somewhat comparable devices are already known in various embodiments, such as, for example, in patent no.

2081 kl. 63 k, NOS no. 431.155, NOS no. 578.438 en no. 6900615. Alle tot nu toe bekende inrichtingen maken gebruik van kettingen en kettingwielen met éénrichtingskoppelingen. Aan deze 30 inrichtingen kleven onder meer de volgende bezwaren: (1) De daarbij, gebruikte kettingen zijn slechts in één richting scharnierend. Ten einde de terugvoer van de ketting in een compacte uitvoering mogelijk te maken, is het derhalve noodzakelijk de ketting om en nabij het terugvoerkatrol te onder 35 breken en een snaar.en dergelijke in te lassen (zie octrooi no. 2081, fig. 1, nos. 7, 8 en 9).(2) Door de tot nu toe ge- 0\ bezigde inrichtingen door middel van éénrichting koppelende kettingwielen is het onmogelijk zonder een vrijloop-inrichting in de koppeling in te bouwen, een teruggaande vrijloop te 40 bereiken. De teruggaande vrijloop is noodzakelijk om het voer- 8200455 « 2 tuig in achterwaartse richting te kunnen· verplaatsen..2081 kl. 63 k, NOS no. 431,155, NOS no. 578,438 and no. 6900615. All heretofore known devices use chains and sprockets with one-way clutches. The following drawbacks are associated with these 30 devices, among others: (1) The chains used thereby are hinged in one direction only. Therefore, in order to allow the return of the chain in a compact design, it is necessary to break the chain around and near the return pulley and to insert a belt and the like (see patent no. 2081, fig. 1, Nos. 7, 8 and 9) (2) Due to the hitherto used 0 \ gears coupling by one-way coupling it is impossible to achieve a return free-wheel without installing a freewheel device in the clutch. . The reverse freewheel is necessary to be able to move the vehicle backwards.

De inrichting die betrekking heeft op het gebruik maken van snaren en lieren en dergelijke, heeft de navolgende voordelen: (l) Een compacte bouw is mogelijk, omdat de terugvoer direct ® achter de lieren of rollen kan plaatsvinden aangezien van een snaar en dergelijke wordt gebruikgemaakt. Zulks geldt eveneens voor de aanvoer. (2) Een vrijloop, waardoor een achterwaartse beweging van het voertuig mogelijk is, is te bereiken op de volgende twee manieren: (a) door de spanning op het terugvoer-*0 katrol rechtstreeks te verminderen, of ('b) door een of beide uiteinden van de aandrijfsnaar te verleningen. (3) Deze vrij loop voor een achterwaartse beweging is geleidelijk en gecontroleerd tot stand te brengen.The device related to the use of belts and winches and the like has the following advantages: (l) A compact construction is possible, because the return can take place directly behind the winches or rollers since a belt and the like is used . This also applies to landings. (2) A freewheel, which allows reverse movement of the vehicle, can be achieved in the following two ways: (a) by directly reducing the tension on the return * 0 pulley, or ('b) by one or extend both ends of the drive belt. (3) This freewheel for reverse movement can be achieved gradually and in a controlled manner.

De inrichting toegepast in een voertuig, heeft afgezien van 15i bovengenoemde voordelen, de navolgende voordelen: (1) Door gebruik, te maken van' een snaar en dergelijke in combinatie met lieren of rollen, is het mogelijk op wat betreft constructie en bediening eenvoudige wijze de functies besturing, kop-pelverandering en voortbeweging door middel van één hefboom 20 te realiseren. Belangrijk hierbij is, dat dankzij de één-richtingskoppoling(en) een ongedwongen beweging mogelijk is, zodat zonder complicaties verschillende functies tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. (2) Bij voorkeur wordt op dezelfde hefboom een vrijloop en éen reminrichting geconstru- . 25 eerd. (3) Indien het wenselijk is, dat de aandrijving plaats vindt op twee voorwielen of twee achterwielen, kan op eenvoudige wijze worden bereikt, dat elk der lieren of rollen beurtelings slechts één der wielen aandrijft. Een (sper)differentieel is hierdoor overbodig.The device used in a vehicle has, in addition to the above advantages, the following advantages: (1) By using a belt and the like in combination with winches or rollers, it is possible in construction and operation in a simple manner realize the functions control, torque change and propulsion by means of one lever 20. It is important here that, thanks to the unidirectional coupling (s), unrestricted movement is possible, so that different functions can be performed simultaneously without complications. (2) Preferably a freewheel and a braking device are constructed on the same lever. 25 eerd. (3) If it is desirable for the drive to take place on two front wheels or two rear wheels, it can be easily achieved that each of the winches or rollers alternately drives only one of the wheels. A (limited) differential is therefore unnecessary.

20 De uitvinding wordt aan de hand van 4 tekeningen nader toegelicht.The invention is explained in more detail with reference to 4 drawings.

Fig. 1 is een perspectivische afbeelding van een uitvoering van de uitvinding.Fig. 1 is a perspective view of an embodiment of the invention.

Fig. 2 is een zijaangezicht van een uitvoering van een voer-25 tuig waarin de aandrijving volgens fig. i is toegepast.Fig. 2 is a side view of an embodiment of a vehicle incorporating the drive of FIG.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van het voertuig volgens fig. 1. Fig..4 is een bovenaanzicht van een uitvoering waarbij elk de? lieren een afzonderlijk wiel aandrijft.Fig. 3 is a plan view of the vehicle of FIG. 1. FIG. 4 is a plan view of an embodiment where each the? winches drive a separate wheel.

\\

De uitvoering van de uitvinding in fig. 1 geeft weer hoe snaar 40 · 1 door middel van hefboom 2 de as 3 aandrijft. Snaar 1 is 8200455 ' ** s Η» 3 aangehecht op punt 4 van de hefboom 2 die met behulp van bout 6 is verankerd in bus 7 waarpp de draaipunten 5 zijn bevestigd. De hefboom. 2 draait derhalve om draaipunt 5.De aldus aangedreven snaar wordt een of meer malen om lier 8 gevoerd en ver-5 volgens via katrol 9 naar lier 10 geleid. Wederom wordt de snaar een of meer malen om lier 10 gevoerd en wordt de snaar via katrol 11 naar het aanhechtingspunt 4 op hefboom 2 geleid, 'Door middel van het lbsdraaien van bout 6 kan hefboom 2 ten opzichte van bus 7 worden verschoven waardoor een koppelver-10 andering ontstaat.The embodiment of the invention in fig. 1 shows how belt 40 · 1 drives the shaft 3 by means of lever 2. Belt 1 is 8200455 '** s Η »3 attached to point 4 of lever 2, which is anchored by means of bolt 6 in sleeve 7 where the pivot points 5 are attached. The lever. 2 therefore revolves about pivot point 5. The belt thus driven is passed one or more times around winch 8 and is then guided via pulley 9 to winch 10. Again, the belt is passed one or more times around winch 10 and the belt is guided via pulley 11 to the attachment point 4 on lever 2. 'By means of the lbs turning of bolt 6, lever 2 can be shifted relative to bush 7, so that a torque -10 change occurs.

De lieren 8 en 10 zijn door middel van éénrichtingskoppelingen aangebracht op as 12. 'De éénrichtingskoppelingen werken in dezelfde richting. In het aanzicht van fig. 1 komt een koppe ling tussen elk van beide lieren en de as tot stand door draai-15 ing van een lier in de richting'van de pijlen in fig. 1,The winches 8 and 10 are mounted on shaft 12 by unidirectional couplings. The unidirectional couplings operate in the same direction. In the view of Fig. 1, a coupling is made between each of the winches and the shaft by rotating a winch in the direction of the arrows in Fig. 1,

De as 12 draait in dezelfde richting.The shaft 12 rotates in the same direction.

. Veer 13 is aangebracht om een "spanning op de snaar te „bewerkstelligen zodat de wrijving van de snaar op de lieren voldoende is om de aandrijving mogelijk te maken.. Spring 13 is provided to provide a tension on the belt so that the friction of the belt on the winches is sufficient to allow the drive.

20 Bovendien maakt veer 13 de verandering van het koppel mogelijk daar door koppelverandering de lengte van de snaar tussen katrol 11 en de lieren verandert.In addition, spring 13 allows the torque to be changed as torque changes change the length of the belt between pulley 11 and the winches.

Door ontspanning van veer 13 wordt een vrijloop bereikt zodat * as 12 in de tegengestelde richting kan worden gedraaid danwel 25 de heen en weergaande beweging niet resulteert in een roterende beweging van as 12.By releasing spring 13, a freewheel is achieved so that shaft 12 can be rotated in the opposite direction or the reciprocating movement does not result in a rotating movement of shaft 12.

Het ontspannen van veer 13 kan eveneens geschieden door een inrichting die het mogelijk maakt de lengte van snaar I te variëren.Spring 13 can also be released by means of a device which makes it possible to vary the length of string I.

30 Fig. 2 toont het zijaanzicht van een voertuig waarbij de in fig. 1 getoonde aandrijving is toegepast, In deze toepassing vindt aandrijving plaats op de achteras 12a en is het draaipunt 5 aangebracht op een frame 14 zodat hefboom 2 de besturing van het voertuig middels, een op frame 14 bevestigd 35 pal 15 mogelijk maakt.FIG. 2 shows the side view of a vehicle using the drive shown in fig. 1 In this application drive takes place on the rear axle 12a and the pivot 5 is mounted on a frame 14 so that lever 2 controls the vehicle by means of a frame 14 attached allows 35 pawl 15.

In fig. 2 en in fig. 3 is een uitvoering aangegeven waarbij hefboom 15 door middel van een geleide kabel hefboom 16 bedient. Door verandering van de positie van de hefbomen 15 en 16 in de in de figuren 2 en 3 aangegeven richting, wordt 40 achtereenvolgens bereikt, dat eerst katrol 9 wordt verplaatst':.In fig. 2 and in fig. 3 an embodiment is shown in which lever 15 operates lever 16 by means of a guided cable. By changing the position of the levers 15 and 16 in the direction shown in Figures 2 and 3, it is successively achieved that pulley 9 is first moved.

8200455 τ 4 in de richting van de lieren 8 en 10 waardoor de spanning op snaar 1 wordt opgeheven zodat een vrijloop wordt tot stand * * t ,i gebracht, en vervolgens rem 17 in werking wordt gesteld.8200455 τ 4 toward the winches 8 and 10 releasing tension on string 1 to establish a freewheel * * t, i, then apply brake 17.

Door het indrukken van knop 18 wordt de verbinding tussen 5 hefboom 2 en bus 7 ontgrendeld zodat het koppel kan worden veranderd.By pressing button 18 the connection between lever 2 and socket 7 is unlocked so that the torque can be changed.

Ter verduidelijking is in fig. 4 weergegeven het bovenaanzicht van een uitvoering hoe in een voertuig getoond in fig. 2 en fig. 3 de wrijving van twee aangedreven, co-axiaal aange-10' brachte wielen bij verande'ring van richting van het voertuig kan worden voorkomen zonder gebruik te maken van een differen-tiëel.For clarification, Fig. 4 shows the top view of an embodiment of how in a vehicle shown in Fig. 2 and Fig. 3 the friction of two driven, co-axially mounted wheels when the direction of the vehicle changes. can be prevented without using a differential.

« Λ \ . —> / ' 8200455«Λ \. -> / '8200455

Claims

1. Improvement in a device for converting a reciprocating movement into a rotary movement, characterized in that use is made of two or more winches or rollers connected to the driven shaft or shafts, each previously of a same direction one way clutch, which are alternately driven by a belt or the like, attached to a reciprocating hinged or rotating member. ·

A device according to claim 1, characterized in that the device is built into a vehicle driven by manpower.

A vehicle according to claim 2, characterized in that 15 relevant functions such as, inter alia, drive, steering, brake, freewheel and change of torque are applied to one lever. »8200455