NL8105741A

NL8105741A - Inrichting voor het beveiligen van een in een voertuig gemonteerde autoradio of dergelijke.

Info

Publication number: NL8105741A
Application number: NL8105741A
Authority: NL
Original assignee: Wijnand Eduard Van Gils
Priority date: 1981-12-21
Filing date: 1981-12-21
Publication date: 1983-07-18

Description

* * * ' N/30.544-dV/id

Inrichting voor het beveiligen van een in een voertuig gemonteerde autoradio of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen van een in een voertuig gemonteerde autoradio of dergelijke.

Door het toenemende aantal autodiefstallen, 5 waarbij de autoradio, cassette-recorder of dergelijke apparatuur uit de auto wordt ontvreemd, tracht men deze apparatuur tegen diefstal te beveiligen door de auto zo goed mogelijk af te sluiten, waarbij men de apparatuur eventueel aan het zicht probeert te onttrekken. Voorts worden auto’s 10 in toenemende mate van een alarminstallatie voorzien, die, indien iemand de auto tracht binnen te dringen, bijvoorbeeld de claxon in werking stelt. Dergelijke alarminstallaties zijn echter betrekkelijk kostbaar, terwijl in de praktijk vaak een vals alarm wordt gegeven.

15 De uitvinding beoogt een eenvoudige, doch niet temin doelmatige inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

Volgens de uitvinding wordt de inrichting hiertoe gekenmerkt door een plaat, die, de voorzijde van de 20 autoradio overlappend, in het voertuig bevestigbaar is en die een centrale opening bezit, welke de voorzijde van de autoradio gedeeltelijk vrijlaat, en door een beschermkap, die door middel van een slotmechanisme losneembaar op de plaat vergrendelbaar is en in de vergrendelde stand de aan 25 de voorzijde van de plaat gelegen bevestigingsorganen afsluit.

Op deze wijze wordt een bijzonder eenvoudige inrichting voor het beveiligen van de autoradio of een dergelijk apparaat verkregen, waarbij diefstal van de auto-30 radio niet mogelijk is, doordat de bevestigingsorganen niet meer toegankelijk zijn.

Bij voorkeur is de plaat voorzien van doorlaat-openingen voor de concentrisch met de bedieningsassen van de autoradio verlopende montagebussen met uitwendige schroef-35 draad, waarbij de plaat door middel van de op deze montagebussen schroefbare moeren bevestigbaar is. Hierdoor is een 8105741 i \ -2- eenvoudige montage van de inrichting volgens de uitvinding mogelijk.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding sluit de beschermkap in de vergrendelde stand 5 de gehele voorzijde van de autoradio af, zodat de autoradio volledig ontoegankelijk is.

Volgens de uitvinding kan de beschermkap aan zijn hoeken zijn voorzien van haken, die in, in de plaat gevormde sleuven kunnen worden gestoken en door verschuiven 10 van de beschermkap achter in deze sleuven gevormde dammen schuifbaar zijn, in welke stand de beschermkap door middel van het slotmechanisme tegen verschuiving vergrendelbaar is.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm draagt de plaat in dit geval een uitstekende lip, terwijl het slot-15 mechanisme een binnen de beschermkap gelegen, draaibaar gemonteerde grendel omvat, die met de lip kan samenwerken.

Op deze wijze wordt een eenvoudig uitgevoerde inrichting voor het beveiligen van de autoradio verkregen, die tegen een relatief lage kostprijs kan worden vervaardigd.

20 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van d^ tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Pig. 1 is een perspectivisch aanzicht van de voorzijde van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 25 de uitvinding, waarbij de beschermkap van de plaat is losgenomen .

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de inrichting volgens fig. 1, waarbij de plaat en de beschermkap vanaf de achterzijde zichtbaar zijn.

30 Fig. 3 is een detail van het slotmechanisme van de inrichting volgens fig. 1 in de sluitstand.

Fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomend detail van het slotmechanisme in de ruststand.

In de fig. 1 en 2 is een inrichting voor het 35 beveiligen van een in een niet-weergegeven voertuig gemonteerde autoradio 1 afgebeeld, welke autoradio 1 in fig. 1 schematisch is aangeduid. De afgebeelde inrichting bestaat uit een ongeveer rechthoekige plaat 2 en een in doorsnede eveneens ongeveer rechthoekige beschermkap 3. De plaat 2 8105741 > Ji -3- is zodanig in het voertuig bevestigbaar, dat de plaat 2 de voorzijde van de autoradio 1 overlapt. De plaat 2 is voorzien van doorlaatopeningen 4 voor de concentrisch met de bedieningsassen van de autoradio 1 verlopende montagebussen 5 5 met uitwendig schroefdraad. Hierdoor kan de plaat 2 met de doorlaatopeningen 4 op de montagebussen 5 worden geschoven, waarna de plaat 2 door middel van op deze montagebussen 5 schroefbare moeren 6 wordt vastgeklemd, welke moeren 6 tevens dienen voor de montage van de autoradio 1 in het 10 voertuig. De bedieningsassen van de autoradio 1 zijn in fig. 1 niet zichtbaar, doordat hierop bedieningsknoppen 7 zijn aangebracht.

De plaat 2 is voorts voorzien van een centrale opening 8, die de voorzijde van de autoradio 1 gedeeltelijk 15 vrijlaat, zodat de afstemschaal en eventuele druktoetsen of, in het geval van een autoradio met een cassette-recorder, het cassettevak toegankelijk blijven.

De beschermkap 3 is aan zijn hoeken voorzien van haken 9, die in sleuven 10 kunnen worden gestoken, welke in 20 de plaat 2 zijn uitgespaard. In de sleuven 10 zijn dammen 11 gevormd, waarachter de haken 9 kunnen worden geschoven door de beschermkap 3 ten opzichte van de plaat 2 te verschuiven. De beschermkap 3 kan in de door het verschuiven hiervan bereikte stand niet van de plaat 2 worden afgetrok- 25 ken. De beschermkap 3 is in deze stand tegen verschuiving vergrendelbaar door middel van een slotmechanisme 12. Op deze wijze wordt bereikt, dat na het vergrendelen van de beschermkap 3 de gehele voorzijde van de autoradio 1 is afgesloten, zodat de moeren 6 niet langer toegankelijk zijn.

30 De autoradio 1 kan hierdoor niet door onbevoegden uit het voertuig worden weggenomen, terwijl beschadiging van de autoradio 1 evenmin mogelijk is.

Zoals uit fig. 2 blijkt, is het slotmechanisme 12 voorzien van een binnen de beschermkap 3 gelegen curve-35 schijf 13 en van een eveneens binnen de beschermkap 3 gelegen grendel 14, die draaibaar in de beschermkap 3 is gemonteerd. De grendel 14 wordt door middel van een op de binnenwand 15 van de beschermkap 3 aangrijpende veer 16 in een in fig. 4 getoonde ruststand gehouden en is door middel van 8105741 -4- de door een niet weergegeven sleutel bedienbare curveschijf 13 van deze ruststand verplaatsbaar naar een in fig. 3 afgeheelde sluitstand. In deze sluitstand ligt de grendel 14 met een zijvlak 17 aan tegen een zijvlak 18 van een lip 19, 5 welke deel uitmaakt van de plaat 2, Hierdoor is de bescherm-kap 3 in de sluitstand van de grendel 14 tegen verschuiving vergrendeld.

Zoals uit de fig. 3 en 4 blijkt, bezit de grendel 14 een ten opzichte van het zijvlak 17 uitstekend ver-10 lengstuk 20, dat zich in de sluitstand gedeeltelijk over de lip 19 uitstrekt. Hierdoor wordt verhinderd, dat de grendel 14 door verbuiging onder de lip 19 kan worden doorgeschoven

De plaat 2 en de beschermkap 3 kunnen uit een slagvaste kunststof, bijvoorbeeld nylon, zijn vervaardigd.

15 De beschermkap 3 bezit twee uitstekende gedeelten 21, waarin de bedieningsknoppen 7 van de autoradio 1 komen te liggen.

Hoewel in het voorgaande de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding is beschreven als beveiliging 20 voor een autoradio, kan de inrichting volgens de uitvinding ook worden toegepast voor het beveiligen van andere soorten in een voertuig gemonteerde geluidsapparatuur.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het 25 kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

8105741

Claims

1. Inrichting voor het beveiligen van een in een voertuig gemonteerde autoradio of dergelijke, g e-kenmerkt door een plaat, die, de voorzijde van de autoradio overlappend, in het voertuig bevestigbaar is en 5 die een centrale opening bezit, welke de voorzijde van de autoradio gedeeltelijk vrijlaat, en door een beschermkap, die door middel van een slotmechanisme losneembaar op de plaat vergrendelbaar is en in de vergrendelde stand de aan de voorzijde van de plaat gelegen bevestigingsorganen af- 10 sluit.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de plaat is voorzien van doorlaatopenin-gen voor de concentrisch met de bedieningsassen van de autoradio verlopende montagebussen met uitwendige schroef- 15 draad, waarbij de plaat door middel van de op deze montagebussen schroefbare moeren bevestigbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de beschermkap in de vergrendelde stand de gehele voorzijde van de autoradio afsluit.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de beschermkap aan zijn hoeken is voorzien van haken, die in, in de plaat gevormde sleuven kunnen worden gestoken en door verschuiven van de beschermkap achter in deze sleuven gevormde dammen schuifbaar zijn, in 25 welke stand de beschermkap door middel van het slotmechanisme tegen verschuiving vergrendelbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de plaat een uitstekende lip draagt, terwijl het slotmechanisme een binnen de beschermkap ge- 30 legen, draaibaar gemonteerde .grendel omvat, die met de lip kan samenwerken.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de grendel door middel van een op een binnenwand van de beschermkap aangrijpende veer in een 35 ruststand wordt gehouden, waarbij het slotmechanisme is voorzien van een binnen de beschermkap gelegen curveschijf, waarmee de grendel vanuit de ruststand naar een sluitstand 8105741 -6- V- verplaatsbaar is, in welke sluitstand de grendel met een zijvlak tegen een zijvlak van de lip aanligt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de grendel een ten opzichte van het ge-5 noemde zijvlak uitstekend verlengstuk bezit, dat zich in de sluitstand gedeetelijk over de lip uitstrekt. 8105741