NL8105444A - Projectie-eenheid met een aan de voorkant hiervan in te voeren lamp in de vorm van een hierin snappende capsule. - Google Patents

Description

."“1“

Projectie-eenbeid met een aan de voorkant hiervan in te voeren lamp in de vorm van een hierin snappende capsule.

De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een gloeilamp en eten glazen reflector die in projectiestelsels kan warden gebruikt zoals bijvoorbeeld een 16 urn. filmprojector en een diaprojector.

5 Bij vele projectie-eenheden welke een van te voren gevormde glazen reflector en een projectielamp (bijvoorbeeld een wolfram-halogeen-lairp) in deze eenheid bevatten, wordt de lamp in zijn correcte stand in de reflector gehouden door van doelmatige kit (sauereisen) in de reflector zelf en random het 10 af gedichte einde van de lamp gebruik te maken. Voorbeelden van dergelijke constructies zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.314.331 en 3.639.750. Wanneer echter van kit of een soortgelijk hechtmiddel van een permanent type wordt gebruik gemaakt, wordt hierdoor het losnemen van de lamp ten 15 opzichte van de reflector in het geval verhinderd., dat het noodzakelijk is cm ëen van deze canpcnenten te vervangen. In de meeste gevallen vertoont alleen de gloeilamp gebreken en moet vervangen worden. Mat betrekking tot de bovengenoemde permanente verbinding tussen de lamp en de glazen reflector werd aangenomen 20 dat deze noodzakelijk was cm de essentiële nauwkeurige onderlinge stand tussen deze componenten en binnen het algehele stelsel tussen deze delen en andere elementen (zoals bijvoorbeeld het filrnvenster, projectielens) te waarborgen. De juiste stand tussen de reflector en de lamp werd gewoonlijk door gebruik naken 25 van een TprecisieHLnstrument verkregen, waarna de samengestelde eenheid klaar was on deze in ear desbetreffende houderconstructie voor een lampvoet in te voeren zoals deze bijvoorbeeld bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 3.789.212. Dit laatstgenoemde invoeren van de lamp wordt meestal door de bedienende persoon van 30 de projector uitgevoerd.

Ben . voorbeschreven vervanging van zowel de lamp als de 8105444 . -2- «· % glazen reflector heeft daarom een onnodig verlies van materiaal tot resultaat, waardoor weer op aanzienlijke wijze de algehele kosten voor het gebruik van dergelijke stelsels worden verhoogd.

De uit het Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 beken-5 de projectie-eenheid was ontworpen cm de boven bespreken ongewenste eis uit de weg te gaan door een fittingorgaan te verschaffen, dat vanaf de achterkant van de reflector kan worden verwijderd, doch. waardoor nietemin qp positieve wijze een correcte stand van de gloeilamp van de eenheid binnen de reflector werd 10 gewaarborgd wanneer de lamp daarin was geplaatst. Het fittingorgaan is aan het afgedichte einde van de lairp vastgemaakt en kan uit een "bus" van : metaal'bestaan, uit een van te voren gevormde carponent van isolatiemateriaal zoals bijvoorbeeld keramisch isolatiemateriaal of uit een combinatie van beide mogelijkheden.

15 · De uit het Amerikaanse octrooischrift 4.219.807 bekende projectie-eenheid werdi als een verbetering van de uit het Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 bekende eenheid ontworpen door hierin middelen toe te passen, waardoor het fittingorgaan, waarin zich het af gedichte einde van de lamp bevindt, vanuit de 20 voorkant Uit het holle reflecterende, gedeelte van de glazen reflector kon worden verwijderd. Zoals reeds is vermeld bestand de methode voor het verwijderen van de lamp volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 uit de methode cm deze via het achterste hals- (of kraag-) gedeelte van de reflector hieruit 25 te verwijderen. Voor deze eerder uitgevoerde constructie was de toepassing van een betrekkelijk grote opening in het halsgedeelte van de reflector nodig, waardoor dientengevolge het totale reflecterende oppervlak van de reflector wordt verkleind en als gevolg hiervan het totale naar voren uitgestraalde licht van de 30 eenheid. Verder kan het verwijderen van de lamp vanaf de achterkant bij vele heden ten dage courant verkrijgbare projectie-stelsels enigszins moeilijk blijken te zijn ten gevolge van de beperkte toegankelijkheid tot dit gedeelte van de eenheid bij de meeste stelsels. Het zal duidelijk zijn dat door de techniek 35 van het verwijderen van de lamp vanaf de voorkant bovenstaande 8105444 4c * -3- en andere hiermee in verband staande nadelen worden qpgeheven.

Bij de eenheid die uit het Amerikaanse octrooischrift 4.219.870 bekend is wordt van een paar fittingonderdelen gebruik gemaakt, en wel een cm het afgedichte einde van de 5 lamp vast te houden en de lamp in de juiste stand in de glazen reflector te houden, en het andere, dat uit een uitwendig klem-cnderdeel bestaat, cm dit op verschuifbare wijze in een paar tegenover elkaar gelegen uitwendige gleuven in het halsgedselte van de glazen reflector aan te brengen/an dan dienst doet cm qp 10 verschuifbare wijze in aangrijping met de naar buiten staande lippen te kanen, die op die gedeelten van het eerste doosvormige fittingonderdeel zijn aangebracht, dat over een hiervoor noodzakelijke afstand vanaf de achterkant van de reflector uitsteefct.

15 Door de uitvinding wordt evenwel een andere verbetering van de boven beschreven variant gevormd doordat volgens de uitvinding een projectie-eenheid wordt verschaft, waarbij een betrekkelijk kleine opening in de glazen reflector kan worden toegepast cm de lamp van de eenheid en het eerste fittingonderdeel 2Q cp te nemen, die beide vanaf de vóórkant van de reflector kunnen worden verwijderd, en waarbij van tenminste één indrukbare veer wordt gebruik gemaakt, die cp het eerste fittingonderdeel is bevestigd en ingedrukt kan worden cm hierdoor het invoeren en v^er verwijderen van de lairp en het eerste fittingonderdeel 25 mogelijk te maken, De eerste in te drukken veer kan dus samen net de genoemde componenten in de reflector worden gestoken en daarna weer worden losgelaten, zodat deze op positieve wijze in aangrijping met een oppervlak qp het achterste gedeelte van de reflector kcrnt, zodat deze componenten op deze wijze qp hun 3Q plaats worden vastgehouden.

Hiervan uitgaande wordt aangenomen dat door een projectie-eenheid, waardoor de boven cmschreven verbeteringen worden verschaft en verder de meer in detail in het onderstaande gedetailleerde verbeteringen, een stap vooruit van aanzienlijke betekenis 35 voor dit gebied van de techniek wordt gevormd.

8105444 ·' / -4-

Een eerste deel van de uitvinding is daarom cm de techniek van het vervaardigen van projectie-eenheden te verrijken door een projectie-eenheid te verschaffen, waarmee het ncgelijk is cm de projectielarrp van de eenheid cp gemakkelijke 5 wijze ten opzichte van de glazen reflectorccnpcnenten ervan te scheiden, en waarmee verder de verschillende voordelige kenmerken worden verkregen, die in deze beschrijving zijn omr schreven.

Volgens een eerste kenmerk van de uitvinding wordt een 10 verbeterde projectie-eenheid verschaft, die een glazen reflector bevat, alsmede een projectiegloeilamp, een eerste fittingonder-deel, dat qp losneembare wijze in de glazen reflector is geplaatst en dienst doet cm de lamp in een juiste stand binnen de reflector te houden, en een tweede fittingonderdeel om het eerste onderdeel 15 weer in de glazen reflector vast te houden en het verwijderen daarvan door het .voorste gedeelte van de reflector mogelijk te maken. De verbetering ten opzichte van de eenheid wordt door de toepassing van een tweede fittingonderdeel gevormd, waaruit een in te drukken veer bestaat, die zodanig cp het eerste onder-2Q deel is vastgemaakt dat deze kan worden ingedrukt om op deze wijze het invoeren en weer verwijderen van het eerste fittingonderdeel mogelijk te maken, waarbij dit tweede onderdeel wanneer dit eenmaal in de opening van de reflector is geplaatst weer kan worden vrijgegeven zodat dit in aangrijping met de reflector 25 kernt en dan dienst doet cm het eerste fittingonderdeel vast te houden.

De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Fig. l geeft een uitelkaar gehaald iscmetrisch aanzicht 30 van een projectie-eenheid in overeenstemming met een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding weer; fig. 2 geeft een aanzicht qp vergrote schaal weer, dat gedeeltelijk als een zijaanzicht en gedeeltelijk als een doorsnede is uitgevoerd en waarin de plaats van de lamp en het eerste 35 en tweede fittingonderdeel volgens de uitvinding in de opening 8105444 -5- is geïllustreerd, die in de glazen reflector volgens de uitvinding is aangebracht; en fig. 3 geeft een gedeeltelijk vooraanzicht weer, dat gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 2 5 is uitgeveerd en waarin is aangegeven hoe de ópstaande segmenten volgens de uitvinding in de groeven grijpen, die in de opening aan de achterkant van de glazen reflector zijn aangebracht.

In fig. 1 is een projectie-eenheid 10 volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding 10 afgebeeld. Zoals reeds is vermeld, is de eenheid 10 in het bijzonder uitgevoerd cm in een projectiestelsel te worden gebruikt zoals bijvoorbeeld een diaprojector of een 16 irm film-projector. Dit brengt met zich mee dat de projectie-eenheid 10 in een doelmatig (niet afgebeeld). houdersamenstel voor een 15 lanpvoet is geplaatst, zoals deze bijvoorbeeld bekend is uit het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.789.212.

De projectie-eenheid 10 bevat een glazen reflector 11 en een proj ectiegloeilamp 13, die zodanig is uitgevoerd dat deze in de reflector 11 (fig. 2) kan worden qpgenanen. Ben bij 20 voorkeur in de eenheid 10 te gebruiken lamp wordt door een wolfrairrfialogeen-lamp van de soort gevormd, die volgens de ANSI Code EEH is geregistreerd en door Aanvraagster wordt geproduceerd en verkocht. Door deze lamp wordt een vermogen van 300 Watt geproduceerd, terwijl de lamp bij een normale 25 netspanning kan worden toegepast en een gemiddelde levensduur van 35 uur bezit. Het ballongedeelte 15 van de lamp 13 bevat een CC8 gloeidraadccnstructie 17 van wolfram, die electrisch in het door druk af gedichte einde 19 (nabij de ballon 151 van de lamp met een paar contactpennen 21 is verbonden, die vanuit het einde 3G 19 naar buiten steken. De lamp 13 wordt zodoende in zijn werkzame toestand gebracht wanneer de pennen 21 met een doelmatig (niet afgebeeld) lampvoetonderdeel worden verbonden en het bijbehorende projectiestelsel in werking wordt gezet. Andere cp doelmatige wijze in de eenheid 10 te gebruiken lampen bestaan uit de lampen 35 die volgens ANSI Code ENH en ENX zijn geregistreerd, waarbij 8105444 < * -6- deze lampen evenzo door Aanvraagster worden geproduceerd en verkocht. De INH lampen kunnen bij normale netspanningen worden gebruikt en zijn in staat on over een gemiddelde levensduur van 175 uur een vermogen van 250 Watt te produceren.

5 Door ENX laitpen wordt een vermogen van 360 Watt geproduceerd, terwijl deze lampen voor een spanning van 82 Volt zijn bestemd en verder voor een gemiddelde levensduur van 75 uur zijn getaxeerd. Vóór beide lampen van het ENH en ENX type wordt van een CC8 gloeidraadconstructie gébruik gemaakt. Nog andere in de eenheid 10 10 te gebruiken lampen bestaan uit die lampen, waardoor vermogens van 80 tot 250 Watt worden geproduceerd en die cp betrekkelijk lage spanningsbereiken tussen 12 en 24 Volt kunnen worden aangesloten. Bij lampen van dit type wordt cp kenmerkende wijze van C6 of CC6 gloeidraden gebruik gemaakt, terwijl deze een 15 gemiddelde levensduur hebben, die tussen 25 en 1000 uur ligt.

Deze laatstgenoemde lampen zijn ander de ANSI code aanduidingen zoals DED, EDA, EJM, EJN, EJL, en ELC geregistreerd. De contact-pennen 21, waarvan qp kenmerkende wijze in wolfram halogeen lampen van de boven beschreven soort wordt gebruik gemaakt, bestaan uit 20 molybdeen of geleidend materiaal.

De reflector 11 bestaat bij voorkeur uit hard glas (bijvoorbeeld bórosilicaat) en bevat een naar voren gericht of reflecterend gedeelte 23 en een hieraan aansluitend hol achterste halsgedeelte 25. Het reflecterende gedeelte 23 bezit 25 bij voorkeur da vorm van een ellips of een parabool en bevat cp het binnenvlak er van een (niet af geheelde) dichroitische spiegelbekleding om te verkrijgen dat het gunstig gedeelte van de door de lamp 13 ontwikkelde warmte hierdoorheen passeert, terwijl de zichtbare lichtopbrengst van de lamp hierdoor toch 30 in een richting "A" naar voren wordt gereflecteerd. Dergelijke bekledingen zijn op dit gebied van de techniek békend en zijn op kenmerkende wijze besténdig tegen temperaturen van 500°C, welke dan geen verschuivingen in de karakteristieke eigenschappen er van tot resultaat hebben.

35 Zoals reeds is vermeld is het aanhouden van de juiste 8105444 * / ' -7- stand tussen de lamp 13 en de reflector 11 uiterst kritisch teneinde een optimaal uitgestraald vermogen naar voren van de eenheid 10 te verzekeren. Het zal duidelijk zijn dat het bewerkstelligen van een juiste stand tussen de eenheid 10 en de 5 resterende elementen van het algehë&^Ecgectiestelsel zoals het filmvenster van de projector en de projectielens eveneens kritisch is. Dergelijke elementen zijn genoegzaam uit de stand van de techniek bekend en zullen hier niet nader worden beschreven. Cm de genoemde juiste stand tussen de lamp en de 20 reflector 11 in stand te houden wordt van een eerste fitting-onderdeel 31 gebruik gemaakt, dat vast aan het afgedichte einde 19 van aan de larrp 13 is bevestigd en waardoor bijvoorbeeld van doelmatige hechtstrips 32 (bijvoorbeeld saureisen) kan worden gebruik gemaakt. Het onderdeel 31 bestaat zoals in de 15 figuur is aangegeven uit een onderdeel van metaal (bijvoorbeeld ga.staal 26meteen dikte van 0,46 mm) en is nagenoeg doosvormig uitgevoerd, zodat hierdoor bijna het gehele af gedichte einde 19 wordt omhuld. Dit onderdeel heeft tot functie cm de lamp 13 in de juiste stand in de· detector 11 ds të houden, 20 zodat de ballon zich. in de vereiste stand binnen het holle gedeelte 23 van de reflector 11 bevindt en het af gedichte einde 19 van de lamp zich nagenoeg in het halsgedeelte 25 (fig. 2) bevindt. Door het onderdeel 31 en de lamp 13 wordt dan een voetstuk omvattend onderdeel in de vorm van een capsule gevormd. 25 Cm het onderdeel 31 (en dientengevolge het afgedichte einde 19 van de lamp 131 te kunnen cpnemen bevat het achterste halsgedeelte 25 van de reflector 11 een betrekkelijk kleine hierin aangebrachte opening 33. Zoals reeds is vermeld, wordt door de toepassing van een kleine opening een vergroting van 30 het totale inwendige reflecterende oppervlak verkregen waardoor volgens de uitvinding in vergelijking net de uit het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 bekende eenheid weer een dienovereenkomstige toename van het totaal naar voren uitgestraalde licht wordt verkregen. De doorsnede van de 35 opening 33 is nagenoeg rechthoekig om (¾) deze wijze het doosvormige onderdeel 31 met een soortgelijke vorm te kunnen cpnemen.

8105444

V

-8-

Deze opening bevat bovendien een aantal hierin aangebrachte groeven, die op de wijze functioneren, zoals in het onderstaande nog zal worden aangegeven.

Volgens nog een andere verbetering blijkt uit fig. 2, 5 dat bij de eenheid volgens de uitvinding in vergelijking met de uit het Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 bekende eenheid een grotere hoeveelheid materiaal in de zijkant van het halsgedeelte 25 van de reflector 13 is aangebracht en evenzo in het overgangsgedeelte tussen het holle gedeelte 23 en de 10 hals 25. Doordat in versterkte mate van dit materiaal wordt gebruik, gemaakt, wordt de reflector 13 op deze plaatsen versterkt, waardoor zowel het behandelen als het transport van deze component wordt vergemakkelijkt. Verder wordt opgemerkt dat de reflector 11 (van voren naar achteren), aanzienlijk korter is 15 dan de uit het Amerikaanse octrooischrift 4.156.901 bekende reflector, hetgeen tot een algehele besparing van het voor de eenheid gebruikte glas leidt.

De lamp 13 wordt cp zodanige wijze in de reflector 11 vastgehouden, dat de CC8 gloeidraadconstructie 17 cp de optische 20 as QArQA van de reflector ligt en in het brandpunt (f^ van de door de reflector gevormde ellips, in deze stand valt de lengte-as van de lamp 13 met de as QA-QA samen. Gn de bovengenoemde bepaling van de plaats van het onderdeel 31 en het aanbrengen in de correcte stand van de lamp 13 in de 25 reflector 11 te vergemakkelijken, is een aantal groeven 41 in de tegenover elkaar gelegen vlakkei rond (boven en onder) de opening 33 aangebracht, ='- welke vlakken cp een van te voren vastgelegde afstand van het voorvlak 43 (fig. 1} van de reflector eindigen. Door de groeven wordt een dienovereenkomstig aantal naar buiten 30 gerichte segmenten 44 opgenomen, die vanaf de tegenover elkaar gelegen zijkanten van het doosvormige fittingonderdeel naar buiten steken. Zoals in de figuren is afgebeeld bevindt een enkele groef 41 zich in het lak boven de opening 33, terwijl zich in het hier tegenover gelegen vlak onder de opening een 35 paar(twedgroeven bevinden. Op dienovereenkomstige wijze zijn een 8105444 -9- scortgelijk aantal segmenten 44 toegepast, waarvan de onderste twee cp plaatsen naar buiten steken, die in vergelijking met de plaats van het bovenste segment 44 nagenoeg centraal in het voorste gedeelte van het onderdeel 31 is aangebracht.

5 Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is on het aantal en/of de plaats van de segmenten 44 en de dienovereenkomstige groeven 41 te variëren en dan dienovereenkomstig bedoelde (zie onder) resultaten te verkrijgen. Het is bijvoorbeeld mogelijk cm twee , segmenten in het vbk boven de opening aan te brengen, en hetzij 10 het zelfde aantal van dit soort elementen of eventueel een enkel element in de onderkant. Andere ccnbinaties vallen binnen het kader van de uitvinding, zodat een verdere beschrijving hiervan niet nodig wordt geacht. Door de afgebeelde constructie wordt een juiste hoekstand van de lamp 13 in de reflector verzekerd 15 en evenzo een juiste insteekdiepte van het onderdeel 31 en de lamp 13 in het achterste halsgedeelte van de reflector.

Bij de in de figuren afgebeelde constructie is het doosvormige fittingonderdeel 31 zodanig ontworpen, dat dit nauwsluitend in de opening 33 past om de beschreven noodzakelijke, 2Q kritisch juiste stand van de lamp te verkrijgen. Om te voorkenen dat dit onderdeel verschuift, zoals door trillingen of andere bewegingen kan worden veroorzaakt, die zich cp kenmerkende wijze tijdens de werking en het behandelen van projectiestelsels voordoen, wordt volgens de uitvinding een tweede fittingonderdeel 51 25 toegepast, waardoor een verbetering van '" betékenis ten opzichte van het onderdeel wordt verkregen, dat in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 4.219.870 is beschreven en geïllustreerd. Dit onderdeel 51 bevat tenminste een in te drukken veer 53, die bij voorkeur door middel van lassen aan het onderdeel 31 is 30. vastgemaakt en de eigenschap bezit dat deze gedurende het insteken van de lamp 13 en het onderdeel 31 in de opening 33 kan worden ingedrukt cm cp deze wijze het gemakkelijk insteken van alle drie componenten mogelijk te maken zonder dat de reflector 11 hierdoor qp nadelige wijze wordt beïnvloed (bijvoorbeeld door het maken 35 van krassen in de naar binnen gekeerde oppervlakken rond de 8105444 't ’*» Λτ -10- opening 33 of doordat het insteken tot gevolg heeft dat het halsgedeelte 25 breekt). Nadat het onderdeel 31 volledig in de reflector is gestoken (fig. 2), zal de veer 53 trachten on weer in zijn oorspronkelijke, naar buiten gerichte stand te komen, 5 waarbij de veer dan in aangrijping met een rand van het achterste gedeelte 25 zal komen zodat het fittingonderdeel 31 dan op positieve wijze in de gewenste stand in de opening 33 zal worden vastgehouden. Zoals in fig. 2 is af geheeld, worden bij voorkeur twee veren 53 toegepast, die elk aan een andere 10 zijde van het onderdeel 31 zijn aangebracht (dezelfde zijden als die welke de segmenten 44 bevatten). Elk. segment is aan het ene einde (551 vastgemaakt en bevat een naar voren en onder een hoek verlopend gedeelte 57, waardoor de beschreven aangrijping met de as 25 wordt bewerkstelligd. Dientengevolge 15 werkt elke veer 53 op de wijze van een vrijdragende balk.

Elke veer is evenzo uit metaal (bijvoorbeeld van roestvast staal) vervaardigd en uit plat uitgangsmateriaal met een dikte van ongeveer 0,18 mm. 'Wat de afmetingen betreft, bezit het doosvormige fittingonderdeel 31 een breedte ("W") van ongeveer 2Q 12,3 mm, een dikte ("T”) van ongeveer 6,2 nm, en een lengte ("A”) van ongeveer 15,2 mm. Elk opstaand segment 44 steekt over een afstand van ongeveer 0,8 mm vanaf het betreffende oppervlak van het onderdeel 31 naar buiten. Elke als vrijdragende balk fungerende veer 53, die uit het bovengenoemde door staal gevormde 25 uitgangsmateriaal is vervaardigd, bezit een oorspronkelijke (voor het buigen) totale lengte van ongeveer 8,3 urn en een breedte van 3,2 mm. Door de aangrijping bewerkstelligende en onder een rand hoek naar voren gerichte *57 wordt bij het aangrijpen een hoek mat het platte achtervlak 61 van de reflector 11 gevormd, waarvan 30. de waarde tussen 50 en 70° ligt. Verder bevat het einde 55 van elke veer een vergrendelend segment 63, dat naar binnen in het onderdeel 31 steekt en aldus hiermee vrordt vergrendeld, zodat cp deze wijze een verdere bevestiging van de veer met dit onderdeel wordt verzekerd. Het is verder mogelijk om een groter 35 aantal veren dan het aangegeven aantal veren toe te passen cm 8105444 -11- de in deze beschrijving vermelde resultaten te bereiken. In zender is het mogelijk cm qp dezelfde wijze als bij de segmenten 44 een combinatie van één (¾) twee toe te passen. Van dergelijke combinaties zijn er nog andere mogelijk, doch 5 · een verdere beschrijving hiervan wordt niet nodig geacht.

Om de bovengenoemde wijze voor het plaatsen van de lamp 13, het onderdeel 31 en de veren 53 in de reflector 11 te vergemakkelijken zijn in de tegenover elkaar gelegen vlakken boven en onder de opening 33 een paar langssleuven 71 aangebracht, 10 die elk voor de opname van een desbetreffende veer van de veren 53 zijn bestemd. Dientengevolge worden door de bovenrand en onderrand van de hals 25 gleuven 71 bepaald, die vervolgens in aangrijping met het onder een hoek verlopende gedeelte 57 komen. Bén van de kenmerken van betekenis van de in te drukken 15 veren 53 wordt door de omstandigheid gevormd, dat deze wijze van vasthouden een bepaalde variatie in de dikte van het glas voor de reflector 11 toelaat, waarbij toch. de gedefinieerde positieve wijze van vasthouden wordt bewerkstelligd. In bijzonder kan de wanddikte van het halsgedeelte 25 variëren en evenzo de 20 totale lengte van dit gedeelte van de reflector zonder dat dit tot resultaat heeft, dat hieraan gedurende het insteken en vastzetten van de lamp schade (bijvoorbeeld breuk: wordt toegéracht. Verder Jennen efe lamp en de fittingonderdelen volgens de uitvinding qp gemakkelijke wijze uit de glazameflector worden gehaald 25 zonder dat hiervoor betrekkelijk ingewikkelde losmaakprocedures en/of mechanismen nodig zijn. Gedurende het beginstadium van het verwijderen van de lamp is het alleen noodzakelijk cm een naar buiten gericht oppervlak van elke veer (bij het gedeelte 57) aan te grijpen en in te drukken en tegelijkertijd de lamp 13 naar 3Q voren te trekken. Van het meeste belang is dat de toegankelijkheid tot dit gebied van de eenheid 10 bij de neesiethans normaal verkrijgbare projectiestelsels qp gemakkelijke wijze kan worden bewerkstelligd zender dat in de behuizing van het stelsel aanzienlijke wijzigingen moeten worden aangebracht. De uitvinding kan .

35 dus gemakkelijk in de meeste heden ten dage gebruikelijke 8105444 -12- projectiestelsels worden toegepast.

Binnen het kader van de uitvinding zijn nog verschillende wijzigingen en veranderingen mogelijk zoals bijvoorbeeld het laten verspringen van de gleuven 71 voor het opnemen van de 5 veren 53 on op deze wijze er voor zorg te dragen dat de lamp slechts op één enkele wijze in de reflector kan worden gestoken en wel in het geval dat deze eigenschappen niet reeds door de stand van de segmenten 44 wordt verzekerd (zoals inderdaad in het geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld het geval is).

10 8105444

Claims (9)

1. Projectie-eenheid met een' glazen reflector, die een naar voren gericht bol reflecterend gedeelte en een achterste halsgedeelte met een opening hierin bevat, alsmede met een gloeien lanp, die een ballcngedeelte 'aangrenzend aan dit ballongedeelte 5 een af gedicht einde bevat, net een eerste fittingonderdeel dat aan het genoemde afgedichte einde van de lamp is bevestigd cm deze lamp hierin vast te houden en een juiste stand van de lamp in de reflector te verzekeren, zodat het genoemde ballongedeelte zich dan nagenoeg in het naar voren gerichte holle IQ reflecterende gedeelte van de reflector bevindt en het afgedichte einde zich nagenoeg in de genoemde opening in het achterste halsgedeelte Bevindt, waarbij het eerste fittingonderdeel qp losneembare wijze in de genoemde opening is geplaatst en zodanig is uit-gevoerd dat dit door het genoemde naar voren gerichte holle 15 reflecterende gedeelte van de reflector kan worden verwijderd, en met een tweede fittingonderdeel om het eerstgenoemde fitting-cnderdeel in de genoemde opening van de reflector vast te houden en het verwijderen hiervan door het genoemde naar voren gerichte holle reflecterende gedeelte mogelijk te maken, met het kenmerk, 2q dat het genoemde tweede fittingonderdeel tenminste een in te drukken veer bevat, die aan het eerste fittingonderdeel is bevestigd en zodanig is uitgevoerd dat deze in een eerste stand kan worden gedrukt waarbij het eerstgenoemde fittingonderdeel in de genoemde opening kan worden gestoken en weer hieruit kan worden 25 gehaald, en weer kan worden vrijgegeven zodat de veer in een tweede cpgerichte stand kant wanneer het eerstgenoemde fittingonderdeel volledig in de genoemde opening is gestoken en in aangrijping met het achterste halsgedeelte is gekomen, waardoor wordt bewerkstelligd dat het eerstgenoemde fittingonderdeel in 30 de genoemde opening wordt vastgehouden.

2. Projectie-eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in te drukken veer uit een onderdeel bestaat, dat qp de wijze van een vrljdragende balk werkzaam is, alsmede aan het ene einde aan het eerste oppervlak van het eerstgenoemde fitting- 8105444 v -14- onderdeel is vastgemakt en een onder een hoek naar?.· buiten stekend gedeelte bevat, waarbij dit onder een hoek verlopende gedeelte in aangrijping mat bet genoemde achterste halsgedeelte kont om te bewerkstelligen dat het eerstgenoemde 5 fittingonderdeel qp. deze wijze wordt vastgehouden.

3. Projectie-eenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aantal als vrijdragende balken fungerende onderdelen twee bedraagt, waarbij het tweede exemplaar van deze onderdelen aan een tweede, tegenover het eerste oppervlak gelegen oppervlak van 10 het eerstgenoemde fittingonderdeel is vastgemaakt.

4. Projectie-eenheid volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de genoemde opening in het achterste halsgedeelte van de glazen reflector een eerste en tweede groef bevat, die zich binnen tegenover elkaar gelegen vlakken rondom deze opening 15 bevinden, en dat het eerstgenoemde fittingonderdeel een eerste en tweede naar buiten gericht segment bevat, waarbij het segment vanuit een desbetreffend oppervlak van de genoemde tegenover elkaar gelegen oppervlakken van het eerstgenoemde fittingonderdeel naar buiten steken, zodat dit segment zich tegenover een 2Q desbetreffende groef bevindt en hier binnenvalt wanneer het eerstgenoemde fittingonderdeel in de opening is geplaatst.

5. Projectie-eenheid volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat dit in êën van de tegenover elkaar gelegen oppervlakken rond de opening een derde groef bevat, waarbij het eerstgenoemde 25 fittingonderdeel een derde naar buiten gericht segment bevat, dat vanuit een van de oppervlakken van het eerstgenoemde fittingonderdeel naast het tweede naar buiten gerichte segment naar buiten steekt, zodat dit zich tegenover de derde groef bevindt en hierin valt wanneer het eerstgenoemde fittingonderdeel 3Q in de genoemde opening is geplaatst.

6. Projectie-eenheid volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het eerstgenoemde fittingonderdeel nagenoeg de vorm van een doos heeft en dat de opening binnen het genoemde achterste halsgedeelte van de glazen reflector een nagenoeg rechthoekige 35 vorm van het doorsnijdingsvlak er van bezit, 8 1 0 5 4 4 4 \ -15-

7. Projectie-eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in te drukken veer uit dun metaal bestaat.

8. Projectie-eenheid volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het metaal waaruit de veer is gemaakt uit staal bestaat. 5

9. Projectie-eenheid in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of af geheeld in de figuren. / / 8105444