NL8105381A - Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf. Download PDF

Info

Publication number
NL8105381A
NL8105381A NL8105381A NL8105381A NL8105381A NL 8105381 A NL8105381 A NL 8105381A NL 8105381 A NL8105381 A NL 8105381A NL 8105381 A NL8105381 A NL 8105381A NL 8105381 A NL8105381 A NL 8105381A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pressure
signal
circuit
peak
value
Prior art date
Application number
NL8105381A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tno
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tno filed Critical Tno
Priority to NL8105381A priority Critical patent/NL8105381A/nl
Priority to EP82201506A priority patent/EP0080778B1/en
Priority to AT82201506T priority patent/ATE27767T1/de
Priority to DE8282201506T priority patent/DE3276564D1/de
Priority to US06/444,363 priority patent/US4510940A/en
Priority to CA000416515A priority patent/CA1187311A/en
Priority to ZA828732A priority patent/ZA828732B/xx
Priority to AU90920/82A priority patent/AU560799B2/en
Priority to DK529282A priority patent/DK159006C/da
Priority to ES517714A priority patent/ES8307477A1/es
Priority to JP57208368A priority patent/JPS58103437A/ja
Publication of NL8105381A publication Critical patent/NL8105381A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B5/00Measuring for diagnostic purposes; Identification of persons
    • A61B5/02Detecting, measuring or recording pulse, heart rate, blood pressure or blood flow; Combined pulse/heart-rate/blood pressure determination; Evaluating a cardiovascular condition not otherwise provided for, e.g. using combinations of techniques provided for in this group with electrocardiography or electroauscultation; Heart catheters for measuring blood pressure
    • A61B5/021Measuring pressure in heart or blood vessels
    • A61B5/022Measuring pressure in heart or blood vessels by applying pressure to close blood vessels, e.g. against the skin; Ophthalmodynamometers
    • A61B5/0225Measuring pressure in heart or blood vessels by applying pressure to close blood vessels, e.g. against the skin; Ophthalmodynamometers the pressure being controlled by electric signals, e.g. derived from Korotkoff sounds
    • A61B5/02255Measuring pressure in heart or blood vessels by applying pressure to close blood vessels, e.g. against the skin; Ophthalmodynamometers the pressure being controlled by electric signals, e.g. derived from Korotkoff sounds the pressure being controlled by plethysmographic signals, e.g. derived from optical sensors

Description

it « HO 30504 , - 1 -
Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij de het-meten van*bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het corri-geren van de manchetdruk bij het indirect, niet-invasief, continu meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel onder toepassing van een plethysmograaf in een fluldumgevulde drukmanchet, een electronische 5 regelschakeling, en een electrisoh drukventiel, waarbij de manchetdruk door het plethysmografische signaal in gesloten-Lusbedrijf ge-stuurd wordt met behulp van een via een geheugensehakeling verkregen servoreferentieniveau dat initiSel ingeregeld wordt zodanig dat de manchetdruk nagenoeg overeenkomt met de momentele arteriSle druk. De 10 uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uit-voeren van deze werkwijze, welke inrichting omvat een plethysmograaf in een flurdumgevulde drukmanchet, een electrisch drukventiel, en een electronische regelschakeling voorzien van een regelkring met verschilversterker en geheugensehakeling in de terugkoppelketen voor 15 het servoreferentieniveau, en van een regelkring met PID-schakeling, een op de druk in de drukmanchet reagerende parallelketen van piek-detector en daldetector voor het druksignaal, en een toestandschake-laar voor gesloten-openlusbedrijf. Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bekend uit de Hederlandse octrooiaanvrage 81.04879· 20 Bij de in bovengenoemde Hederlandse octrooiaanvrage beschreven werkwijze en inrichting wordt aan de hand van het signaal van de plethysmograaf en het door een servokring gestuurde, electrische regel venti el de druk van het fluldum, zoals lucht, in de drukmanchet rond een lichaamsdeel, zoals een vinger, zodanig geregeld dat op 25 elk moment het verschil tussen een servoreferentieniveau of nominale waarde en het plethysmografische signaal of werkelijke waarde op een servorestfout na gelijk is aan nul. Bij deze werkwijze en inrichting wordt het servoreferentieniveau initiSel zodanig automatisch ingeregeld, dat de manchetdruk voortdurend vrijwel overeenkomt met de 30 momentele arteriSle druk onder de manchet zowel voor de pulsaties als 00k voor het absolute drukniveau. Hierdoor kan deze arteriSle druk worden afgelezen uit de fluldumdruk in de drukmanchet.
In de praktijk is nu gebleken dat het servoreferentieniveau voor een correcte bioeddrukmeting in de tijd verloopt. Dit kan bij-35 voorbeeld geconstateerd worden door vergelijking van de manchetdruk met een op conventionele wijze invasief in een nabij gelegen slag- 8105381 «*' * - 2 - ader gem©ten bloeddruk. la de initi§el uitgevoerde inregeling worden er aanvankelijk overeenkomstige bloeddrukken gemeten. Ha enig tijds-verloop, bijvoorbeeld tussen 10 en 1000 seconden, ligt d© mancbetdruk hoger maar veelal lager dan de invasief gemeten bloeddruk. Ua een her-5 haalde inregeling blijkt bet bloeddrukniveau opnieuw correct te worden gemeten, waarbij het nieuwe servoreferentieniveau afwijkt van bet vorige. Deze verscbuiving wordt door (patbo)-fysiologisehe oorzaken teweeggebracht, zoals verandering in de tonus van bet gladde spier-weefsel in de article vaatwand. Hierdoor kan een verandering,zoals 10 een contractie, optreden in bet ongerekte volume van de arteriSn,
Bij een bloeddrukmeting aan normal© gezonde proefpersonen wordt na een 44n of tweemaal uitgevoerde inregeling een servoreferentie-niveau verkregen waarmede bet mogelijk is om vervolgens gedurende lange ti jd, zoals 30 tot 60 minuten, correcte bloeddrukken te meten.
15 Bij patiSnten ecbter waarvan de bloedsomloop zwaar belast is, zoals onder narcose, bij bet ondergaan van een operatie of bij bloedafna-me, zal de periode van correcte bloeddrukregistratie korter worden. Hierbij kan een geleidelijke verscbuiving in de mancbetdruk, een abrupt wegvallen van de mancbetdruk of een plotselinge sterk toene-20 mende mancbetdruk optreden ten opzicbte van de invasieve meting.
len einde dergelijke fouten bij de meting van de mancbetdruk, welke bebandelende doktoren in verwarring kunnen brengen, te voor-komen zou bet noodzakelijk zijn om de inregelproeedure elke twintig tot dertig seconden te herbalen. Bij een typische inregeltijd van 25 vijftien seconden resteert slecbts nog weinig bedrijfstijd. Men kan dan niet meer spreken van een continue en betrouwbare bloeddrukmeting.
De uitvinding beoogt nu een werkwijze en inrichting te verschaf-fen voor bet door bijstelling van het servoreferentieniveau automa-50 tisch corrigeren van de bloeddruk zodanig dat met procentueel zeer gering tijdverlies een correcte meting continu gewaarborgd blijft.
Dit wordt bij een werkwijze van de in de aahhef genoemde soort volgens de uitvinding aldus bereikt, dat bet servoreferentieniveau bijgesteld wordt door de gesloten lus van de regelschakeling gedu-35 rende een kort interval te openen, waarna in open-lusbedrijf de man-chetdruk ingesteld wordt op^de^laatst gemeten druS^tulllndruk an»· bet servoref erentieniveau via de getuigensehakeling bijgesteld wordt. Deze bijstelling van bet servoreferentieniveau kan regelmatig, zoals " telkens £4nmaal per periode van twintig - dertig seconden, uitgevoerd 40 worden. Bij een verdere uitvoering kan bet servoreferentieniveau 8105381 * » - 3 - worden bijgesteld in afhankelijkheid van de, door de grootte van de afwijking van de in open-lusbedrijf ingestelde manchetdruk ten op-zichte van de werkelijke article druk belnvloede vorm van het plethysmografische signaal. Tevens heef t de in de aanhef genoemde in-5 richting voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijze het kenmerk dat op de piekdetector en daldetector voor het druksignaal een om-zets.chakeling volgt die uit de piek- en/of dalamplitudewaarden van het druksignaal in gesloten-lusbedrijf een tussenwaarde·. afleidt, dat een tijdstuur s chakeling is aangebracht die de toestandschakelaar 10 gedurende een kort interval vanuit gesloten-lusstand in openlusstand plaatst, waarbij de genoemde tussenwaarde via de toestandschakelaar aan het electrisch drukventiel wordt toegevoerd en de geheugenscha-keling het servoreferentieniveau bijstelt zodanig dat het gemiddelde verschil op de verschilversterker nul is.
15 De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding kunnen met voordeel worden toegepast in combinatie met een foto-electrische plethysmograaf in een drukmanehet rond een liehaamsdeel, zoals een daar vinger waarbij de hoeveelheid un overgedragen licht wordt gemeten.
Maar zij kunnen ook worden toegepast in combinatie met een electri—· 20 sche impedantie plethysmograaf in een drukmanehet rond een lichaams-deel, zoals een bovenarm, waarbij de electrische impedantie wordt gemeten.
De uitvinding zal aan de hand van enkele uitvoeringsvormen nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin dezelfde 25 onderdelen in de verschillende figuren met dezelfde verwijzingscij-fers zijn aangeduid en waarin:
Figuur 1 een vereenvoudigd blokschema geeft van de bij de beken-de werkwijze toegepaste inrichting;
Figuur 2 een vergelijkende registratie geeft van een niet-inva-30 sief gemeten bloeddruk aan een vinger en van een op ge- bruikelijke wijze, invasief gemeten bloeddruk in een nabij gelegen slagader;
Figuur 5 schematisch een opstelling geeft voor een foto- electrische plethysmograaf rond een vinger bij ontlaste 35 arteriewand;
Figuur 4 een voorbeeld geeft van het plethysmografische signaal bij bepaalde constante manchetdruk; i’iguur 5 een schema geeft van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; 40 ]?iguur 6 drie golfvormen toont van het plethysmografische 8103381 ♦ s - 4 - signaal big open-lusbedrijf voor verschillende waarden van ingestelde manchetdruk;
Piguur 7 een schema geeft van een in de electronische regelscha-keling van de inrichting toegepaste geheugenschakeling 5 vo1gens de uitvinding;
Piguur 8 een schema geeft van een andere, in de electronische regelschakeling van de inrichting toegepaste geheugen-schakeling volgens de uitvinding;
Piguur 9 een schema geeft van een andere uitvoeringsvorm van 10 de inrichting volgens de uitvinding;
Piguur 10 geregistreerde golfvormen toont ter toelichting van de uitvinding; en
Piguur 11 een Schema geeft van weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
15 De in figuur 1 aangegeven bekende inrichting heeft een foto-elec-trische piethysmograaf bestaande uit een rond de vinger 2 aangebrach-te drukmanchet 1 die aan de binnenzigde voorzien is van een lichtbron 5 en sen lichtdetector 4* Set door de lichtdeteetor 4 afgegeven ple-thysmografische- en volumeveranderingssignaal wordt via de leiding 5¾ 20 toegevoerd aan een verschiiversterker 7j waaraan vanaf het instelor-gaan 13 eveneens een instel- of servoreferentieniveau wordt toegevoerd. Het uitgangssignaal van de verschiiversterker 7 wordt in ge-s1oten-lusbedrijf van de schakelaar S toegevoerd aan een DID-schake-ling 8. In open-lusbedrijf, dat wil zeggen bij geopende regellus, 25 wordt vanaf het manuale instelorgaan 11 een drukinstelsignaal aan de PID-schakeling 8 toegevoerd. Deze toestandschakelaar S kan 00k na de PID-schakeling zijn opgenomen. let uitgangssignaal van de PID-schakeling stuurt het eleetrische drukventiel 10 zodanig dat het fluldum, zoals lucht, van de compressor 12 ingesteld wordt op de gewenste druk 30 welke via de leiding 5a wordt overgebracht naar de drukmanchet 1. Met behulp van een op de uitgang van het eleetrische dmikventiel 10 aange-sloten drukomzetter 6 kan de druk worden afgelezen of geregistreerd.
In figuur 2 is ten opzichte van de tijd op lign a het electro-kardiogram en op lijn b de bloeddruk weergegeven van een patiSnt big 35 een gebruikeligke invasieve meting in een niet ver van de betreffende vinger gelegen slagader. Op lign 2c is ten opzichte van de tigd een niet-invasieve bloeddnikmeting aan de. vinger weergegeven, waarbij de onderbreking in het druksignaal links een calibratie voorstelt. ITit figuur 2c bligkt dat big de vingerbl0eddrukmeting een manchetdruk 40 wordt gemeten die na enige tigd verloopt ten opzichte van de invasief 8105381 - * 4 - 5 - gemeten bioeddruk volgens figuur 2b. ¥ordt zoals rechts in fig. 2c aangegeven de inregelprocedure herhaald, dan wordt opnieuw een correct bloeddrukniveau gemeten. Hierbij blijkt echter het nieuwe servoreferentieniveau af te wijken van het vorige, een en ander te-5 weeggebracht door (patho)-fysiologische oorzaken. Hierdoor kan een verandering, bijvoorbeeld een contractie, optreden in het ongerekte volume van de arteriSn. Ben dergelijk contractieverschijnsel kan zich binnen een tijdperiode van tien seconden voordoen. Dit weglopen van de manchetdruk doet zich vooral voor in gevalXen, waarin de 10 bXoedsomXoop zwaar beXast is, zoais wanneer de patiSnt onder narcose is,een operatie ondergaat, of biood Xaat afnemen. Dit kan zowel plot-seling op willekeurige momenten ais geleidelijk gebeuren.
In figu.ur 3 is schematisch de foto-eiectrische plethysmograaf aangegeven. In de drukmanchet 1 rond de in dwarsdoorsnede aangegeven 15 vinger 2 wordt het fluldum, zoaXs Xucht, via een Xeiding 5a onder een druk P_ toegevoerd. Het vanaf de Xichtbron 3> zoals een Xicht- v emitterende diode, afkomstige Xicht wordt via het weefsei gedeelte-lijk overgedragen aan een Xichtdetector, zoaXs een XichtgevoeXige diode. Deze is.eventueel aangesloten op een spanningsbron in sper-20 richting waardoor de stroomsterkte evenredig is met de intensiteit van het op de Xichtdetector invaXXende Xicht.
Het weefsei in de vinger wordt door de Xichtbron diffuus ver-licht. Een gedeeite van het Xicht wordt onderschept, dat wii zeggen geabsorbeerd of verstrooid door de rode bXoediichaampjes in de bloed-25 vaten, vooraameiijk de beide arteriSn, tussen Xichtbron en lichtde-tector. Ben ander gedeeite passeert het ais gevoig van de uitwendig aangebrachte manchetdruk PQ niet meer doorbioede weefsei en vait op de Xichtdetector in.
In figuur 4 is het door de versterker 7 afgegeven plethysmogra-30 fische signaal uitgezet ais functie van de tijd bij een op de drukmanchet uitgeoefende druk P . De beide arteriSn in de vinger zijn c niet gecollabeerd wanneer de intra-arteriSle druk groter is dan de extra-murale weefseldruk die bij goede benadering gelijk is aan de manchetdruk. In deze toestand bereikt relatief weinig Xicht de iicht-35 detector zoais weergegeven door de minima rond niveau n^ in het pie-thysmogram in figuur 4* Zijn daareentegen de arteriSn gecoliabeerd dan bereikt er relatief veel Xicht de fotocei, zoais weergegeven door de maxima rond niveau in het plethysmogram van figuur 4· Wordt derhalve de manchetdruk ingesteld op een niveau-waarde n^ geiegen 40 tussen de maximaie of systoiische en de minimale of diastoiische 8105381
~ V
- 6 - bloeddruk, dan zal afwisselend een positief en een negatief drukver-sohil over de arteriewand optreden. Be arterign zullen derhalve pe-riodiek eollaberen en openen. Be hoeveelheid licht die de fotocel be-reikt.zal varigren in de tijd, zoals weergegeven in figuur 4> daar de 5 lichtverzwakking evenredig is met de totale arterigle met bloed gevul-de dwarsdoorsnede.
Wanneer nu het joiste servo ref er en ti eniveau van de servoregel-kring ergens tussen het open en het gecollabeerde niveau ligt, dan zal zodra de hoeveelheid strooilieht verandert zonder dat het servo-10 referentieniveau wordt aangepast, een foutieve meting volgen. Ook, wanneer het juiste servoreferenti eniveau op een fractie K tussen open en gecollabeerde toestand ligt en het verschil tussen deze niveaus snel zou veranderen, zal het servoreferentieniveau voor een corrects bloeddrukmeting moeten worden aangepast. Be uitvinding corrigeert 15 deze potentiSle foutenbronnen door middel van een automatische bij-stelling van het servoreferentieniveau gedurende een korte onderbre-king in de continue meting.
In figuur 5 is een schema van een uitvoeringsvorm van de inrich-ting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding weer-20 gegeven. Het van de versterker 29 afkomstige plethysmografische sig-naal wordt als werkelijke waarde toegevoerd aan een uit de verschil-versterker J>2 en geheugenschakeling 35 bestaande ene regelkring en aan een ingang van de in een verdere regelkring opgenomen HCB-scha-. . . keling 8. Be geheugenschakeling 35 kan met voordeel uit een inte- 25 gratieschakeling bestaan. Het uitgangssignaal van de PIB-schakeling 8 wordt via een als deler uitgevoerde schakeling 41 voor instelling van de lusversterking toegevoerd aan een ingang a van de toestand-schakelaar S1. In gesloten-lusbedrijf wordt dit signaal via het met lucht van de compressor 12 voorziene, electrische drukventiel 10 om-30 gezet indruk welke via de leiding 5a wordt overgebracht aan de druk-manchet 1.
Bij deze uitvoering volgens de uitvinding kan in een zogenaamde passieve έέη-stapsprocedure het servoreferentieniveau worden bijge-steld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het van minder belang is 35 op welk drukniveau tussen systolisch en diastolisch niveau de man-chetdruk in open-lusbedrijf wordt ingesteld, daar over een gebied van manchetdrukken de arterign onder de manchet toch periodiek zullen openen en eollaberen.
In de gesloten-lusstand a van toestandschakelaar S1 wordt door 40 de geheugenschakeling 35 het constants servoreferentieniveau of ..-'8 1 0 5 3 8 1 i - 7 - nominale waarde verzorgd daar elk verschil tussen werkelijke en no-minale waarde op de verschilschakeling 32 door de snelle regelkring via de PID-schakeling tot nul wordt teruggeregeld.
De op de drukomzetter 6 aangesloten parallelketen van piekde-5 tector 84 en daldetector 83 bepaalt bij elke hartslag de systolische en diastolische druk in het bloeddruksignaal.
Direct na beSindiging van de detectie door beide detectoren 83, 84 wordt door een opvolgende omzetschakeling 85 een tussen de piek- en dalamplitudewaarden gelegen tussenwaarde afgeleid en aan de toe- 10 standschakelaar 51 toegevoerd. De omzetschakeling 85 kan met voordeel uit een weerstandsdeler met instelbare aftakking en opvolgende buf- een ferversterker bestaan. Op deze wijze kan da^met een vast of variabel deel van het piekdalamplitudeverschil boven de dalamplitude gelegen signaalwaarde worden verkregen. Ook kan de omzetschakeling uit een 15 sommeerschakeling en opvolgende tweedelerbestaan zodat een (Psyst + Pdias)/2 waarde wordt verkregen. Op door de tijdstuursehakeling 54 voorafbepaalde tijdstippen, bijvoorbeeld έέηmaal per dertig seconden, of manuaal door een waarnemer wordt de toestandschakelaar S1 geduren-de een kort interval van bijvoorbeeld drie seconden.in de open-lus-20 stand b gezet.
In deze open-lusstand wordt de door de omzetschakeling 85 tussen de laatst waargenomen systolische en diastolische druknlveaus bepaalde tussendruk -toegevoerd aan de manchet en gedurende drie seconden vast-gehouden. Gedurende dit interval kan de geheugenschakeling 35 zijn 25 uitgangs (servoreferentie) niveau bijstellen, zodanig dat het gemid-delde verschil op de verschilversterker 32 nul is. Hierna wordt de toes:tandschakelaar S1 weer in de gesloten-lusstand a teruggezet.
Het is hierbij mogelijk om het moment van omschakelen van geslo-ten- naar open-lusbedrijf na het door de tijdstuurschakeling bepaalde 30 tijdsverloop synchroon met de hartslag, bijvoorbeeld gedetecteerd door de piekdetector en daldetector, te laten plaats vinden.
Deze bijstelling vereist betrekkelijk weinig tijd en er gaan slechts weinig hartslagen verloren. Indien echter grotere variaties in het juiste servoreferentieniveau gaan optreden, kan de situatie 35 ontstaan dat deze bijstelling meer frequent herhaald moet worden.
Bij een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding wordt uit bepaalde kenmerken van het plethys-mografische signaal gedurende een kort interval in open-lusbedrijf afgeleid of het servoreferentienievau of correct of te hoog dan wel 40 te laag staat ingesteld, ten einde vervolgens dit niveau in de juiste 8105381
V
--8-
«· V
richting bij te stellen. Tevens kan uit de bepaalde gegevens worden afgeleid hoe snel de bijstelling herhaald moet worden en hoe groot de lusversterking van de servolus moet worden ingesteld. Het genoem-de korte interval kan enkele hartslagen of bij voorkeur d£n hartslag 5 omvatten. Bij deze uitvoeringsvorm gaat slechts ongeveer iin slag per twintig tot veertig hartslagen verloren. Bit wordt tijdens bijvoor-beeld patiSntenbewaking niet als hinderlijk of nadelig ervaren ter-wijl een vrijwel volledig betrouwbaar en correct servoreferentieni-veau wordt verkregen.
10 In geslo ten-lusbedrij f wordt een voorafbepaald punt op de golf- vorm van het druksigmaal, bijvoorbeeld het begin van arteriSle systole, gedetecteerd waarop de regellus geopend en de manchetdruk op een tussenwaarde ingesteld wordt. Beze waarde kan bijvoorbeeld op een deelwaarde tussen de laatst waargenomen systolische en diasto-15 lisehe druk of op een vaste c.q. variabele waarde of zwaai boven de diastolische druk liggen. Yervolgens wordt in open-lusbedrijf op de golfvorm van het plethysmografische signaal het overeenkomstige -punt gedetecteerd, zoals het begin van 6in van de volgende systolen of van de volgende systole. Tevens wordt de minimale of dalamplitude-20 waarde en de maximale of piekamplitudewaarde in het plethysmografische signaal bepaald. Na detectie van het overeenkomstige punt in het plethysmografische signaal wordt de lus weer gesloten onder bijstel-ling van het servoreferentieniveau aan de uitgang van de integratie-schakeling op een waarde tussen de dalamplitude en de piekamplitude-25 waarde. Beze waarde ligt namelijk op een fractie P van het piekdal-amplitudeverschil boven de dalamplitudewaarde.
Be waarden voor de fractie P kan met verwijzing naar fig. 6 uit de vorm van het plethysmogram worden afgeleid.
Is de gedurende open-lusbedrijf toegevoerde manchetdruk relatief 30 hoog ten opzichte van de werkelijke intra-arteriSle druk dan zal de arterie gedurende een relatief lange tijd ten opzichte van de perio-deduur van de hartslag gecollabeerd zijn en het plethysmogram zal de in fig. 6a aangegeven vorm hebben. Het servoreferentieniveau was relatief te hoog ingesteld. Hierdoor zal dit servoreferentieniveau bij-35 gesteld worden in de richting van het minimum of de dalamplitudewaarde van het plethysmogram met een daarbij behorende kleine waarde voor de fractie P.
Is de ingestelde en toegevoerde manchetdruk relatief laag ten opzichte van de werkelijke intra-arterigle druk, dan sal de arterie 40 gedurende een betrekkelijk korte tijd ten opzichte van de periodeduur 8105381 * - - 9 - van de hartslag gecollabeerd zijn of het niveau van volledige collaps niet bereiken. Dit laatste zal gepaard gaan met een relatief kleine amplitude van het plethysmografische signaal zoals inderdaad uit fig.
6b (ten opzichte van fig. 6a) blijkt. Het servoreferentieniveau was 5 betrekkelijk laag ingesteld. Het servoreferentieniveau zal bijgesteld worden in de richting van het maximum of piekamplitudewaarde met een grotere waarde voor de fractie P·*-
Vanneer de in open-lusbedrijf ingestelde en toegevoerde manchet-druk correct was en ook het servoreferentieniveau, volgt een plethys-10 mogram als in fig. 6c aangegeven. De fractie P kan eenvoudig uit de golfvorm gemeten worden ondermeer door de verhoudi ng P = t/l.
In fig. 7 is een schema gegeven van de betreffende eenheid voor het na een kort interval, zoals 66n hartslag, bijstellen van het servoreferentieniveau aan de uitgang van de geheugsnsohakeling..
15 Het bij 70 ingevoerde plethysmografische signaal wordt toege- voerd respektievelijk aan de parallelketen van piekdetektor 34 en daldetector 33 en aan een referentiewaarde doorsnijdingsdetector 57·
Bij het openen van de servolus, bijvoorbeeld middels een bij de de-tectieketen van piekdetector en daldetector voor het druksignaal op-20 genomen afzonderlijke detector voor het detecteren van het vooraf-bepaalde punt, zoals het begin van de opgaande slag van systole, wordt de piekdetector 34 en daldetector 33 via een stuursignaal op de leiding 71 ingeschakeld.
Door een op deze detectoren volgende omzetschakeling 55 wordt 25 een tussen de piek- en dalamplitudewaarden gelegen waarde afgeleid en als referentie aan de doorsnijdingsdetector 57 toegevoerd. De omzetschakeling 55 kan met voordeel uit een weerstandsdeler met instelba-re aftakking en opvolgende bufferversterker bestaan. Op deze wijze kan een vaste of variabele, tussen de piek- en dalamplitudewaarden 30 gelegen tussenwaarde worden verkregen. 0b:k kan de omzetschakeling 55 uit een sommeerschakeling en opvolgende twee-deler bestaan, zodat een (Pletp^e£. + Plet^a-j ) / 2 waarde wordt verkregen.
Het uitgangssignaal van de detector 57 wordt als omschakelsig-naal aan de omschakelaar 58 toegevoerd. Het uitgangssignaal van deze 35 omschakelaar wordt via een schakelaar 59 toegevoerd aan de ingang van de uit meerdere integratoren bestaande geheugenschakeling 56. Aan het begin van het open-lusinterval worden deze integratoren middels het stuursignaal op de leiding 71 teruggesteld op nul. Bij het sluiten van de lus middels de afzonderlijke detector 74 voor het detecteren 40 van het overeenkomstige punt in de volgende systole in het plethys- 8103381
V V
- 10 - mografische signaal, zoals in het begin van de neergaande slag, worden via een stuursignaal op de leading 72 zowel da sehakelaar 59 ia de ingangsketen van de integrator 68 als de Schakelaar 65 in de in-gangsketen van de tweede integrator 67 geopend.
5 Wanneer het plethysmografische signaal in de doorsnijdingsdetec- tor 57 zich gedurende de tijd t (fig. 6) onder de referentiewaarde bevindt, wordt de piekamplitudewaarde van de detector 34 toegevoerd aan de integrator 68. Wanneer het plethysmografische signaal in de do o rsni j dings detector 57 zich gedurende de resterende tijd t-T bo— 10 ven de referentiewaarde bevindt, wordt de dalamplitudewaarde van de detector 33 toegevoerd aan de‘integrator 68. Eveneens wordt in de tweede integrator 67 het gedurende de periodeduur T toegevoerde een-heidssignaal geIntegreerd, waardoor aan de ULitgang als maat voor de tijd T een signaal aan de op de integrator 68 aangesloten deler 72 15 wordt toegevoerd. Hierdoor wordt aan de uitgang van de geheugen-schakeling het op een fractie E van het piek-dalamplitudeverschil hoven het dalamplitudewaarde bijgestelde sevoreferentieniveau ver-kregen.
Tevens wordt 00k de fractie 1 afzonderlijk hepaald door het 20 uitgangssignaal van de doorsnijdingsdetector 57 als schakelsignaal toe te voeren aan de in de ingangsketen van een derde integrator 69 opgenomen schakelaar 66. Daardoor wordt het eenheidssignaal in de integrator 69 alleen gedurende de tijd t gelntegreerd, waardoor na deling door het tijdsighaal T in de tweede deler 73 aan de uitgang 25 daarvan de genoemde fractie E wordt verkregen.
In fig. 8 is aangegeven op welke andere wijze de fractie E 00k hepaald kan worden. De geheugenschakeling hevat dan een integrator 92 om het variSrende verschil tussen het plethysmografische signaal en de piekamplitudewaarde te integreren. In een verdere integrator 93 30 wordt gedurende dezelfde tijd het constante verschil tussen de piek-* amplitude en dalamplitudewaarde gelntegreerd. Deling van het eerste integratiesignaal door het verdere integratiesignaal levert opnieuw een dergelijke fractie E op. Deze kan voor de bijstelling gehruikt worden door hij de dalamplitudewaarde het met de fractie E vermenig-35 vuldigde piek-dalamplitudeverschil op te tellen. Deze fractiewaarde zal door de integrerende hepaling wat minder gevoelig zijn voor ver-storing in de golfvorm van het plethysmografische signaal.
Door een microprocessorhesturing te gehruiken kunnen met voordeel 00k op andere tijdstippen dan aan het begin van de systole in het 40 druksignaal respektievelijk het plethysmografische signaal monsters 8105381 5 .* - 11 - in een geheugen opgeslagen worden. Yervolgens kan de berekening hier-op uitgevoerd worden. Een gunstig moment voor het openen van de regel-kring is dan bijvoorbeeld wanneer het druksignaal dalend het niveau halverwege de systolische en diastolische druk passeert. Yoor het op-5 nieuw sluiten van de regelkring geldt dit eveneshs maar dan aan de hand van het piethysmografische signaal. Door op deze tijdstippen de regelkring te openen en te sluiten wordt een vloeiend verloop van de drukcurve verkregen.
In fig. 9 is een schema gegeven van een verdere uitvoeringsvorm 10van de inriohting voor het uivoeren van de werkwijze volgens de uit-vinding. In deze inriohting wordt de door het blok 75 weergegeven volumeveranderings-eenheid van fig. 7 of 8 toegepast. Yanaf de uitgang 1 van deze Y-eenheid wordt het bijgestelde servoreferentieniveau toe-gevoerd aan de ingangen van de verschilschakeling 32 en de PID-schake-15 ling 8. Sevens wordt vanaf de uitgang 3 van de eenheid 75 het E-frac-tiesignaal toegevoerd aan de tijdstuurschakeling 54· Een kenmerkend normale waarde voor E bij een correct voorafgaand servoreferentie— en derhalve bioeddrukniveau is 0,25. Wanneer de berekende fractie hier-van in belangrijke mate afwijkt, wordt in de tijdstuurschakeling beslo-20 ten dat een afwijking is ontstaan die mogelijkerwijs niet in 4έη hart-slagperiode bijgesteld kan worden zodat een verhoogde frequent!e van bijstelling nodig is. Normaal kan in de tijdstuurschakeling een bij-stelling van £4nmaal per twintig tot dertig seconden bepaald zijn.
Bij fraotiewaarden kleiner dan een voorafbepaalde waarde, bijvoorbeeld 250,15 of groter dan een andere voorafbepaalde waarde, bijvoorbeeld 0,4 kan het interval tot de volgende bijstelling verkort worden tot bij-voorbeeld vijf & tien seconden. Zonodig kan de bijstelfrequentie meer gradueel verlopend in de tijdstuurschakeling 54 ingesteld worden. Is door welke oorzaak dan 00k een verloop in het servoreferentieniveau 30 opgetreden dan kan op deze wijze versneld worden bijgesteld.
Bij de bekende werkwijze en inriohting wordt de kringversterking in de PID-regelkring ingesteld omgekeerd evenredig met de piek-dalver-schilamplitude in het plethysmografische signaal in open-lusbedrijf. Hierdoor is de lusversterking aangepast aan de verschillende gevoelig-35 heden van de individuele personen en aan die van de verschillende foto-elektrische plethysmograven. Door nu in de vermenigvuldiger 76 het produkt te nemen van het fractiesignaal en het van de uitgang 2 van de eenheid 75 afgenomen piek-dalamplitudeverschil wordt een verbetering verkregen van deze aanpassing. Het is namelijk mogelijk dat door een 40 yoorafgaande ontregeling van het servoreferentieniveau de bloeddruk 8105381 ~ s.
- 12 - zodanig laag geschat is dat een sub-maximale pie thy smo gr af i s che pul-satie in open-lusbedrij f gemeten wordt. legelijkertijd is de gemeten fractiewaarde dan betrekkelijk groot, kenmerkend in de buurt van 0,5 in plaats van de streefwaarde van 0,25. Door vermenigvuldiging van 5 beide grootheden wordt een compensatie verkregen zodat hoogfrequente oscillaties als gevolg van bij deze toestand ontstane hoge lusver-sterking voorkomen worden.
In de op de drukomzetter 6 volgende drukveranderingseenheid 77 wordt in de op de detectoren 83, 84, volgende omzetschakeling (fig.5), 10 een tussen de piek- en dalamplitudewaarden gelegen drukwaarde be-paald en aan de uitgang 1 afgegeven.
Deze tussenwaarde kan een gemiddelde waarde zijn halverwege tussen de piek- en dalamplitude waarden. Hij kan echter ook een vaste zwaaiwaarde boven de diastolische of dalamplitudewaarde liggen. De 15 zwaaiwaarde kan echter met voordeel variabel ingesteld worden in af-; '‘ laatst bepaalde hankelijkheid telkens van defgrootte van i1. Het he eft hierbij voordeel om uit te gaan alleern van de diastolische drukwaarde daar dit meer vast ligt en minder varieert dan de systolische drukwaarde.
Sevens zakt de diastolische drukwaarde bij collaps niet zo diep.
20 Sevens wordt in de H-eenheid 77 via een afzonderlijke detector het voorafbepaalde punt op het 8105381 3 - 13 - druksignaal, zoals hat "begin van arteriSle systole, bepaald wam-neer deze druk van langzaam dalend naar snel stijgend overgaat.
Dit laatste "begin-opgaandeslagsignaal wordt vanaf de uitgang 2 van de P-eenheid toegevoerd aan de tijdstuurschakeling 54· 5 Deze afzonderlijke detector kan een doorsnijdingsdetector zijn die reageert op de nuldoorsnijding van de eerste afgeleide van het druksignaal. Ook kan het "begin van elke hartslag worden vastgesteld door middel van een in een besturingsmicro-processor opgenoemen algoritme. Uit het tijdverloop tussen twee opvolgende 10 overeenkomstige tijdstippen kan de momentane hartfrequentie worden berekend als 6o/T^ in slagen per minuut. Zoals eerder reeds aange-geven kan in het korte interval in open-lusbedrijf voor de bijstalling alleen het pulserende plethysmografische signaal en niet de bloeddrukpulsatie waargenomen worden. Aan de hand van dit plethys-15 mografische signaal kan ook het begin van de hartslag worden vastgesteld op dezelfde wijze middels de in figuur 7 aangegeven detector 74· Van deze detector wordt het signaal via de nitgang 4 van de eenheid 75 toegevoerd aan de tijdstuurschakeling 54 zodat een, niet door de bijstelling onderbroken slag-op-slag berekening van de 20 hartfrequentie wordt verkregen. Ben in de tijdstuurschakeling 54 op-genomen hartslagteller bepaalt uit de toegevoerde pulsreeks de hartfrequentie.
De teller stelt de t i j dstuurschakeling bij elke puls terug en telt het aantal slagen tot het moment van omschakelen van de toe-25 standschakelaar S1 van a naar b. Dit aantal slagen kan variabel zijn in afhankelijkheid van de voorafgegane waarde van de fractie P. Op het moment van omschakelen naar open-lusbedrijf wOrdt de eenheid 75 via het signaal 71 geactiveerd. In de eenheid 75 wordt dan het nieuwe bijgestelde servoreferentieniveau, de fractie P, de piek-dal-30 verschilamplitude van het plethysmografische signaal en het begin van de systole in het plethysmografische signaal, waar dit overgaat van langzaam stijgend naar snel dalend, bepaald.
Bij het bereiken van dit laatste tijdstip van het begin van de systole in het plethysmografische signaal wordt de regellus door de 35 toestandschakelaar S1 gesloten. De lusversterking wordt ingesteld aan de hand van het aan de instelschakeling 41 toegevoerde produkt van piek-dalamplitude en fractiesignaal.
Zoals in de Nederlandse octrooiaanvrage 81.04879 is beschreven kan het in bepaalde situaties van bewaking van patignten voorkomen 8105381 *· s - Η - dat de bloeddruk bewaakt moet worden terwijl het hart tijdelijk is stilgelegd* Bijvoorbeeld tijdens open-hart operaties of wanneer door andere oorzaken geen perifere polsdruk in een vinger waarneem-haar is. Mormaal wordt voor de bijstelprocednre gebruik gemaakt 5 van een constants tussen systolische en diastolische druk in gele-gen manchetdruk en van een pulserende intra-arteriSle druk. Het is bij het onfbreken van deze pulsatie ook mogelijk om op de vaste manchetdruk een exteme dmkpul satie te super? oner en zodanig dat toch een pulserend transxnuraal drukverschil en derhalve een pulse-10 rend piethysmografi sch signaal wordt verkregen. Zoals in hoven-genoemd Hederlandse octrooiaanvrage is heschreven worden de kunst-matige pulsaties geInverteerd aangehracht, dat wil zeggen dalend in systole en stijgend in diastole. Deze vereiste golfvorm kan worden verkregen van een simulator als heschreven in Med. Biol. Engi-15 neering (1973) biz. 214-216. Men kan ook echter een gestyleerde golfvorm aanbieden in de vorm van een zaagtand bijvoorbeeld met een stijgtijd in diastole van 0,5 seconde en een daaltijd in systole van 0,1 seconde met een piek-piekwaarde van 60 mm Eg. Deze pulsatie wordt dan gesuperponeerd op de, op de laatst waargenomen gemiddelde 20 drukwaarde vastgehouden manchetdruk.
Wanneer door een van bovengenoemde oorzaken de hartslagen in het druksignaal onthreken, worden er geen begin-opgaandeslag-pulsen aan de hartslagteller in de tijdstuurschakeling 54 toege-voerd. Een in de tijdstuurschakeling opgenomen bewakingssehakeling 25 detecteert deze afwezigheid en start na een voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld tien tot twintig seconder, een externe simulator 53· Sevens wordt hierbij de toestandschakelaar S1 via de hartslagteller omgeschakeld. Het druksignaal van de eenheid 77 wordt nu gelijk gemaakt aan de gemiddelde manchetdruk. Hierop wordt het simulatiesignaal 50 in de juiste fase gesuperponeerd zodat toch een normale pulsatie in de transmurale druk wordt verkregen. Be 7-eenheid 75 hepaalt op de ge-bruikelijke manier de verschillende niveaus en tijdstippen waarna de lus gesloten wordt.
In figuur 10 zijn enkele geregistreerde golfvormen aangegeven 35 hij meting van de bloeddruk in de vinger van een patient. In figuur 10a, 10b en IOC zijn respektievelijk de manchetdruk, het plethysmo-grafisohe signaal en het servoreferentieniveau aangegeven. Be regis-tratie van de manchetdruk geeft tevens de hartslagfrequentie weer 8105381 -15 - * t van de patiSnt, die aangeeft dat de patiSnt bij het wakker worden (t^-t^) in dit geval geleidelijk een hogere frequentie krijgt.
Be intervallen van steeds 44n hartslag, waarin het servoreferentie-niveau in open-lusbedrijf bijgeregeld wordt, zijn duidelijk zicht-5 baar. Ook is duidelijk zichtbaar dat het punt van omschakelen halverwege het piek-dalamplitudeverschil ligt. Het aantal hartsla-gen waarna in 44n slag bijgeregeld wordt is afhankelljk van de grootte van de laatst gevonden I'-waarde.
Het in fig. 10h weergegeven ac-plethysmografische signaal 10 geeft in de negatief gaande pieken (naar richting meer lichtover-dracht in de arm) op de tijdstippen to, t1 .....t22 de golfvor-men weer, aan het eind waarvan het in fig. 10c weergegeven servo-referentieniveau bijgeregeld wordt. Op de tijdstippen tO en t1 is een te verwaarlozen afwijking van I* ten opzichte van de nominale 15 waarde gevonden en het aantal slagen tot de volgende bijstelling hedraagt twintig. Bij t2 is wel een afwijkende I’-waarde hepaald en het aantal slagen tot de volgende hijstelling hedraagt tien. Bij t5 wordt een grote I’-waarde gevonden hij een kleine amplitudewaar-de van het plethysmogram.
20 Be heide in de manchetdruk aanwezige verstoringen tussen t12 en t13 zijn door externe oorzaken, namelijk het ophlazen van een proximale manchet, veroorzaakt en zijn van geen helang.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet tot de weergege-.en ven uitvoeringsvozmPvan de werkwijze en inrichting heperkt is, 25 maar dat wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder huiten het kader van de uitvinding te treden. Zo kunnen de bovenbesehre-ven werkwijzestappen behalve met de beschreven uitvoeringsvormen ook met een microcomputer uitgevoerd worden.
Ook is een verdere uitvoeringsvorm mogelijk uitgaande van 30 het feit dat het servoreferentieniveau en de manchetdruk bij hena-derirg juist zijn zolang de verschuiving in het aanvankelijk juist ingestelde referentieniveau door welke oorzaak dan ook nog niet ver is voortgeschreden. Ban wordt met twee of drie drukniveaus rond de in gesloten-lusbedrijf laatst gemeten manchetdruk gevarigerd 35 en wordt daarbij in open-lusbedrijf de maximale plethysmografische amplitude gezocht. Baarna wordt bij het drukniveau, waarbij het grootste amplitudeverschil gevonden wordt, het bijbehorende gemid-delde plethysmografische niveau bepaald en wordt de regelkring ge-sloten.
8103381 16 -
In figuur 11 is deze uitvoeringsvorm, welke voor een deel ge-lijk is aan de inrichting nit eerder genoemde Hederlandse octrooi-aanvrage, aangegeven. Op het moment van bijstellen wordt de inrichting onder hestaring Tan de stnnrschakeling 40 via de toestandsoha-5 kelaar S1 van toestand c naar a gebracht. Yanaf de parallelketen van piekdetector 84 en daldetector 83 wordt via de omzetschakeling 85 een halverwege de piek-dalverschilamplitude van-het dmksignaal verkregen waarde toegevoerd aan een stapgenerator 86. Deze generator wordt gestuurd door de logische stnnrschakeling 40 en bewerkt het 10 toegevoerdesignaal zodanig, dat eerst de gemiddelde manchetdrnk minns een vaste'waarde, zoals bijvoorbeeld 15 of 20 mm Hg of 0,2 x de gemiddelde drnk, toegevoerd wordt aan de toestandschakelaar S1, vervolgens de gemiddelde drnk en daarna de gemiddelde drnk pins een vaste waarde, bijvoorbeeld 15 of 20 mm Hg of 0,2 x de gemiddelde 15 drnk. Bij elke via de stand a toegevoerde dmkwaarde wordt van het plethysmografische signaal de piek-dalamplitnde bepaald, en die drnkwaarde waarbij de grootste amplitude wordt waargenomen onthonden.
Het plethysmografische signaal wordt via de versterker 29 en de verschilversterker 32 toegevoerd aan de parallelketen van 20 piekdetector 34 on daldetector 33· De van de verschilversterker 39 verkregen verschilamplitude wordt toegevoerd aan een eerste geheu-genschakeling 37 die aanvankelijk op nul staat. Een vergelijker-schakeling 36 vergelijkt telkens de nieuwe verschil amplitude met de vorige, en bij overs chrij ding daarvan wordt de aanwezige druk-25 waarde op de uitgang van de toestandschakelaar S1 overgenomen in een tweede geheugenschakeling 38. Hierbij wordt de nienwe verschil-amplitnde in de eerste geheugenschakeling 37 overgenomen en worden de piekdetector en daldetector teruggezet onder sturing van de logische stuurschakeling 40. Be manchetdrnk wordt met de stap-30 grootte verhoogd en het proces herhaalt zieh. Be tweede geheugenschakeling 38 onthoudt het drukniveau waarbij het plethysmografische signaal met maximaal amplitudeverschil optrad.
Hieraa wordt de inrichting in toestand b van de toestandschakelaar gebracht gedurende bijvoorbeeld drie seconden. In dit 35 korte interval krijgt de integratieschakeling gelegenheid zijn uitgangswaarde of servoreferentienivean bij te stellen terwijl de gevonden manchetdrnk gedurende deze tijd wordt vastgehonden.
Ha dit korte interval wordt de inrichting in toestand c van de toestandschakelaar gebracht en is het gesloten-lusbedrijf 8 1 0 5 3 8 1 :- S * -17- hersteld.
Het is ook mogelijk om in plaats van een stapvormige variatie van de manchetdruk het servoreferentieniveau stapvormig te variSren. Hierbij wordt dan waargenomen bij walk niveau daarvan degrootste 5 drukamplitude wordt waargenomen of bij welk steeds hoger servo-ref erentieniveau de inrichting juist niet instabiel wordt. Deae werkwijze is wat minder nauwkeurig.
Behaive dat de bekende inrichting slechts relatief gering uitgebreid behoeft te worden, namelijk met twee topdetectoren 83, 10 84 voor het druksignaal en een tijdschakeling 91, bestaat het voor-deel dat relatief grote afwijkingen in 64n aoekperiode gecorri-geerd kunnen worden. Een nadeel is echter dat de beoogde continue meting van de bloeddruk frequent door bijstelintervallen van vijf tot zes seconden duur onderbroken wordt.
8105381

Claims (23)

1. Werkwijze voor het corrigeren van de mancbetdruk bij bet indirect, niet-invasief, continu meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel onder toepassing van een piethysmograaf in een fluldum-gevulde drukmanchet, een elektronische regelschakeling en een elek-triseh drukventiel, waarbij de mancbetdruk door bet plethysmogra-5 fisebe signaal in gesloten-lusbedrijf gestuurd wordt met behulp van een via een geheugenscbakeling verkregen servo-referentie-niveau dat initiSel ingeregeld wordt zodanig dat de mancbetdruk nagenoeg overeenkomt met de momentele arteriSle druk, met bet k e n m e r k, dat bet servo-referentieniveau bijgesteld wordt 10 door de gesloten Ins van de regelscbakeling gedurende een kort Mi interval te openen, waama in opehlusbedrijf de mancbetdruk inge-steld wordt op een uit de laatst gemeten dmk afgeleide tnssendruk en het servoreferentienivean via de integratiescbakeling bijgesteld wordt.
2. Werkwijze volgens conclnsie 1, m e t bet kenmerk, dat de bijstelling van bet servoreferentienivean regelmatig, zoals bijvoorbeeld telkens 44imaal per periode van 20-30 seconder, uitge-voerd wordt. Verkwijze volgens conclnsie 1 of 2,. met bet ken-20 m e r k, dat bet servoreferentienivean wordt bijgesteld in afhan-kelijkheid van de, door de grootte van de afwijking van de in open-lnsbedrijf ingestelde mancbetdruk ten opzicbte van de werke-lijke arterigle druk belnvloede vorm van het plethysmografische signaal. 25 4· Werkwijze volgens conclnsie 3, waarbij de piek- en dal- amplitndewaarden van bet plethysmografische signaal in open-lusbe-drijf worden bepaald, met het kenmerk, dat nit de piek- en dalamplitudewaarden van bet pletbysmografiscbe signaal een tussenwaarde, zoals een gemiddelde amplitndewaarde, afgeleid 30 wordt, en dat de piek- en dalamplitndewaarden respektievelijk · gednrende bet onder en boven deze gemiddelde amplitndewaarde gele-gen deel van bet plethysmografiscbe signaal gedurende bijvoorkenr 44tl polsperiodednnr geintegreerd en door deze polsperiodeduur ge-deeld wordt waardoor bet servoreferentienivean bijgesteld wordt op 35 een fraktie van bet piek-dalamplitudeverschil boven de dalamplitn- 8105381 -19- ψ de waarde. 5.Verkwijze volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat uit de piek- en dalamplitudewaarden van het plethysmografische signaal een tussenwaarde, zoals een gemiddel.de amplitudewaarde 5 afgeleid wordt, dat het variSrende verschil tussen plethysmografisch signaal en piekamp1itudewaarde gelntegreerd wordt, dat tegelijker-tijd het oonstante piek-dalamplitudeverschil gelntegreerd wordt, en dat het, met de, door deling van eerste door tweede integratie-signaal verkregen, fractiewaarde r vermenigvuldigde, piek-dalampli-10 tudeverschil opgeteld wordt bij de dalamplitudewaarde waardoor het bijgestelde servoreferentieniveau wordt verkregen. 6. .Werkwijze το1gens 44n der voorgaande conclusies, waarbij de piek- en dalamplitudewaarden van het druksignaal in gesloten-lusbedrijf worden hepaald, met het kenmerk, dat het 15 moment van omschakelen van gesloten naar open-lusbedrijf respek-tievelijk weer terug synchroon met de hartslag geheurt aan de hand van het druksignaal in gesloten-lusbedrijf respektievelijk aan de hand van het plethysmografische signaal in open-lusbedrijf.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, methetken- 20. e r k, dat in gesloten-lusbedrijf het begin van arteriSle systole gedetecteerd wordt waarop de gesloten lus van de regelschakeling geopend wordt, en dat in open-lusbedrijf het begin van de volgende arteriSle systole gedetecteerd wordt waarop de open lus van de regelschakeling^gesloten wordt en het bijgestelde servoreferentie-25 niveau in de regelschakeling ingevoerd wordt.
8. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5» met het kenmerk, dat de genoemde fraktie 00k afzonderlijk bepaald wordt door een eenheidssignaal gedurende het onder de tussenamplitude-waarde gelegen deel van het plethysmografische signaal te inte- 50 greren en vervolgens door de polsperiodeduur te delen.
9· Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de kringversterking in de regelschakeling ingesteld wordt omgekeerd evenredig met de piek-dalverschilamplitude van het plethysmografische signaal in open-lusbedrijf, met het kenmerk, dat de piekdal-55 verschilamplitude eerst met de genoemde fraktie vermenigvuldigd wordt alvorens voor de instelling van de kringversterking in de regelschakeling gebruikt te worden.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9j met het kenmerk, dat, wanneer de bepaalde fraktie meer dan een voorafbe- 8105381 v , -20 - * ** paalde waarde afwijkt van de nominale fraktie, de frequentie van hijstelling verhoogd wordt.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, mat het k e n-m e r k, dat de frequentie van hijstelling gradueel verlopend 5 ingesteld wordt.
12. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de voor het synchro on met de hartslag omschakelen, uit het druksignaal in gesloten-lushedrijf en uit het plethysmogra-fische signaal in open-lushedrijf afgeleide signalen worden gehruikt 10' voor het tellen van de hartslag.
13. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in open-lushedrijf de manchetdruk ingesteld op een gemiddelde druk tussen de laatst gemeten piek- en dalamplitudewaarden.
14· Werkwi jze volgens conclusie 6, met het kenmerk, 15 dat in open-lushedrijf de manchetdruk ingesteld wordt op een zwaai-waarde hoven de laatst gemeten dalamplitudewaarde.
15· Werkwijze volgens conclusies4 en 5> met het kenmerk, dat de zwaaiwaarde in afhankelijkheid van de laatst he-paalde fraktiewaarde ingesteld wordt.
16. Inriohting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens έέη der voorgaande conelusies hij het indirect, niet-invasief, lichaamsdeel continu meten van de hloeddruk in een —>^ ,' welke inrichting om-vat een plethysmograaf in een fluldumgevulde drukmanchet, een elek-trisch drukventiel en een elektronische regelschakeling voorzien 25 van een regelkring met verschilversterker en geheugenschakeling in de terugkoppelketen voor het servoreferentieniveau, en van een regelkring met ΡΙΏ-schakeling, een op de druk in de drukmanchet reage-rende parallelketen van piekdetector en daldetector voor het druksignaal, en een toestandsehakelaar voor gesloten-open lushedrijf, 30 met het kenmerk, dat op de piekdetector en daldetector voor het druksignaal een omzetsehakeling volgt die uit de piek-en/of dalamplitudewaarden van het druksignaal in gesloten-lushedrijf een tussenwaarde afleidt, dat een tijdstuurschakeling is aange-hracht die de toestandsehakelaar gedurende een kort interval vanuit 35 gesloten-lusstand in open-lusstand plaatst, waarhij de genoemde tussenwaarde via de toestandsehakelaar aan het elektrisch drukventiel wordt toegevoerd en de geheugenschakeling het servoreferentieniveau hijstelt zodanig dat het gemiddelde verschil op de verschilversterker nul is. 8 1 0 5 3 8 1 :- •S F - 21 -r·
17· Inrichting volgens conclusie 16, met het k e n-m e r k, dat de geheugenschakeling een integratieschakeling omvat.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17» met het k e n m e r k, dat de tijdstuurschakeling zodanig uitgevoerd is, 5 dat hij regelmatig, zoals eenmaal per periode van 20-30 seconden, de toestandschakelaar gedurende het korte interval in open-lusstand plaatst, waardoor het servoreferentieniveau regelmatig bijgesteld wordt.
19· Inrichting volgens conclusie 16, 17 of 18, waarbij de 10 regelkring met verschilversterker en geheugenschakeling verder bevat een parallelketen van piekdetector en daldetector voor het plethysmografische signaal, met het kenmerk, dat op de parallelketen van piekdetector en daldetector voor het plethysmografische signaal een verdere omaetschakeling volgt die uit 15 de piek- en dalamplitudewaarden van het plethysmografische signaal een gemiddelde referentiewaarde, zoals halverwege het piek-dal-amplitudeverschil, afleidt, en een vergelijkerschakeling om te be-palen gedurende welk ene en volgende tijdsdeel van een polsperiode-duur het plethysmografische signaal respektievelijk onder en boven de 20 referentiewaarde ligt ten einde de geheugenschakeling in staat te stellen in het ene tijdsdeel de piekamplitude en in het volgende tijdsdeel de dalamplitude te integreren ten opzichte van de tijd, zodat aan de uitgang daarvan het op een fraktie van het piek-dal-amplitudeverschil boven de dalamplitudewaarde bijgestelde servo-25 referentieniveau wordt verkregen.
20. Inrichting volgens conclusie 19» met het kenmerk, dat de vergelijkerschakeling een doorsnijdingsdetector omvat om te bepalen wanneer het plethysmografische signaal het niveau van de referentiewaarde doorsnijdt, en dat een door het uit-30 gangssignaal van de doorsnijdingsdetector gestuurde schakelaar is aangebraeht in de ingangsketen van de geheugenschakeling, waarvan de ene en de andere ingang respektievelijk op de piekdetector en op de daldetector van het plethysmografische signaal zijn aangeslo-ten.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het ken merk, dat de geheugenschakeling omvat een op de uitgang van de schakelaar aangesloten, eerste integrator gevolgd door een deler, en een door een eenheidssignaal gestuurde, tweede integrator waar- iiols e/periodeduur aan de 8105381 - 22 - deler wordt toegevoerd.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het k e n-m e r k, dat de geheugenschakeling verder "bevat een door het een-heidssignaal gestuurde, derde integrator, in de uitgangsketen 5 waarvan een tweede deler is opgenomen waaraan het ui tgangssignaal van de tweede integrator wordt toegevoerd, en in de ingangsketen waarvan een door het nit gangs s ignaal van de doorsnijdingsdetector gestuurde, tweede schakelaar is aangebracht, waarbij aan de nitgang van de tweede deler een de genoemde fraktie weergevend signaal 10 wordt verkregen. 2J. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij de regelkring met verschilversterker en geheugenschakeling verder hevat een parallelketen van piek- en daldetector voor het plethysmografische signaal gevolgd wordt door een vers chil schakeling, met het 15 k e n m e r k, dat de geheugenschakeling omvat een integrator om het variSrende verschil tussen het plethysmografische signaal en de piekamplitudewaarde daarvan te ingreren, een verdere integrator om gedurende dezelfde tijd het constante piek-‘dalamplitudeverschil te integreren, een deler om door deling van het ene integratiesig-20 naal door het verdere integratiesignaal de fraktiewaarde te verkrij-gen, dat in een vermenigvuldiger met het constante piek-dalamplitude-verschil vermenigvuldigd wordt, waarbij het vermenigvuldigsignaal bij de dalamplitudewaarde opgeteld wordt.
24- Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de parallel-25 keten van piek- en daldetector voor het plethysmografische signaal gevolgd wordt door een verschilschakeling, en de PID-schakeling gevolgd wordt door een door het piek-dalamplitudeverschil belnvloede versterkingsinstelschakeling, met het kenmerk, dat een op de verschilschakeling aangesloten vermenigvuldiger is aan-30 gebracht,waarin het piek-dalamplitudeverschil met het fraktie- signaal vermenigvuldigd wordt en vervolgens toegevoerd wordt aan de versterkingsinstelschakeling.
25. Inrichting volgens έέη der conclusies 16-24, g e k earner k t door een op het druksignaal in gesloten-lusbedrijf re-35 agerende, eerste detector om een bepaald punt in de slag te de-tecteren, en een op het plethysmografische signaal in open-lusbe-drijf reagerende, tweede detector om het overeenkomstige punt in volgende slag te detecteren teneinde de lus in de regelschakeling synchroon met de hartslag te openen en te sluiten. 8105381 i f - 23 -
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het k e n-m e r k, dat de eerste deteotor in het druksignaal het "begin van de opgaande slag van arteriSle systole en de tweede detector in het plethysmografische signaal het "begin· van de neergaande slag 5 van de volgende arteriSle systole detecteert. 27« Inrichting volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat aan de tijdstuurschakeling de uitgangssignalen respektievelijk van de eerste en tweede detector worden toegevoerd teneinde de toestandschakelaar synchroon met de hartslag gedurende 10 een slag om te schakelen van gesloten- naar open-lusbedrijf en terug, en dat de tigdstuurschakeling aan de 'hand van de afwijking van het fraktiesignaal ten opzichte van een nominale waarde van het fraktiesignaal "bepaalt om de hoeveel hartslagen de omschakeling naar open-lusbedrijf ten "behoeve van de bijstelling van het servo-15 referentieniveau meet plaatsvinden.
28. Inrichting volgens 44n der eonclusies 25-27, met het kenmerk, dat de tigdstuurschakeling voorzien is van een hartslagteller om aan de hand van de uitgangssignalen van eerste en tweede detectoren de momentane hartslag-frequentie in 20 slagen per minuut te bepalen zowel in gesloten- als in open-lusbe-drijf.
29· Inrichting volgens conclusie 28, waarbij een pulsatie-simulator is aangebracht om bij afwezigheid van natuurlijke arteriSle drukpulsaties kunstmatig drukpulsaties in de regelschakeling 25 in te voeren, met het kenmerk, dat de tigdsfuur- sehakeling voorzien is van een bewakingsschakeling om big afwezigheid van hartslagen na een voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld 10-20 seconden, de pulsatiesimulator in te schakelen, waarvan het kunstmatige drukpulsatiesignaal in de/juiste fase op het in open-50 lusbedrijf aan de toestandschakelaar toegevoerd,tussengelegen druk-waardesignaal wordt gesuperponeerd. 8105381
NL8105381A 1981-11-27 1981-11-27 Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf. NL8105381A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105381A NL8105381A (nl) 1981-11-27 1981-11-27 Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf.
EP82201506A EP0080778B1 (en) 1981-11-27 1982-11-25 A method and a device for correcting the cuff pressure in measuring the blood pressure in a part of the body by means of a plethysmograph
AT82201506T ATE27767T1 (de) 1981-11-27 1982-11-25 Verfahren und geraet zur regelung des manschettendrucks bei der blutdruckmessung an einem koerperteil mittels fotoelektrischem plethysmograph.
DE8282201506T DE3276564D1 (en) 1981-11-27 1982-11-25 A method and a device for correcting the cuff pressure in measuring the blood pressure in a part of the body by means of a plethysmograph
US06/444,363 US4510940A (en) 1981-11-27 1982-11-26 Plethysmograph pressure correcting arrangement
CA000416515A CA1187311A (en) 1981-11-27 1982-11-26 Method and a device for correcting the cuff pressure in measuring the blood pressure in a part of the body by means of a plethysmograph
ZA828732A ZA828732B (en) 1981-11-27 1982-11-26 A method and a device for correcting the cuff pressure in measuring the blood pressure in a part of the body by means of a plethysmograph
AU90920/82A AU560799B2 (en) 1981-11-27 1982-11-26 Correcting cuff pressure in measuring blood pressure
DK529282A DK159006C (da) 1981-11-27 1982-11-26 Fremgangsmaade og apparat til korrektion af manchettrykket under maaling af blodtrykket i en legemsdel ved hjaelp af en plethysmograf
ES517714A ES8307477A1 (es) 1981-11-27 1982-11-26 Procedimiento y aparato para corregir la presion de manguito en la medicion continua, indirecta y no invasiva de la presion sanguinea en una parte del cuerpo.
JP57208368A JPS58103437A (ja) 1981-11-27 1982-11-27 カフ圧力訂正方法及び装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105381 1981-11-27
NL8105381A NL8105381A (nl) 1981-11-27 1981-11-27 Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105381A true NL8105381A (nl) 1983-06-16

Family

ID=19838461

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105381A NL8105381A (nl) 1981-11-27 1981-11-27 Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4510940A (nl)
EP (1) EP0080778B1 (nl)
JP (1) JPS58103437A (nl)
AT (1) ATE27767T1 (nl)
AU (1) AU560799B2 (nl)
CA (1) CA1187311A (nl)
DE (1) DE3276564D1 (nl)
DK (1) DK159006C (nl)
ES (1) ES8307477A1 (nl)
NL (1) NL8105381A (nl)
ZA (1) ZA828732B (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8104879A (nl) * 1981-10-28 1983-05-16 Tno Werkwijze en inrichting voor het regelen van de manchetdruk bij het meten van de vingerbloeddruk met een foto-electrische plethysmograaf.
CS272057B1 (en) * 1987-03-27 1991-01-15 Jan Doc Mudr Csc Penaz Blood pressure automatic non-invasive meter
US4969466A (en) * 1988-09-15 1990-11-13 Spacelabs, Inc. Inflation rate control circuit for blood pressure cuffs
US5140990A (en) * 1990-09-06 1992-08-25 Spacelabs, Inc. Method of measuring blood pressure with a photoplethysmograph
JP2979933B2 (ja) * 1993-08-03 1999-11-22 セイコーエプソン株式会社 脈波解析装置
DE4331451C1 (de) * 1993-09-16 1994-11-17 Hewlett Packard Gmbh Blutdruckmeßvorrichtung und Verfahren zum Steuern des Manschettendruckes bei einer Blutdruckmeßvorrichtung
US5533511A (en) * 1994-01-05 1996-07-09 Vital Insite, Incorporated Apparatus and method for noninvasive blood pressure measurement
US6371921B1 (en) * 1994-04-15 2002-04-16 Masimo Corporation System and method of determining whether to recalibrate a blood pressure monitor
US6027452A (en) * 1996-06-26 2000-02-22 Vital Insite, Inc. Rapid non-invasive blood pressure measuring device
AT408066B (de) 1999-03-30 2001-08-27 Juergen Dipl Ing Fortin Kontinuierliches nicht-invasives blutdruckmessgerät
US6280390B1 (en) 1999-12-29 2001-08-28 Ramot University Authority For Applied Research And Industrial Development Ltd. System and method for non-invasively monitoring hemodynamic parameters
US7029443B2 (en) * 2002-10-21 2006-04-18 Pacesetter, Inc. System and method for monitoring blood glucose levels using an implantable medical device
AT412702B (de) * 2003-10-21 2005-06-27 Cnsystems Medizintechnik Gmbh Vorrichtung und verfahren zur regelung des druckes in einer aufblasbaren manschette eines blutdruckmessgerätes
RU2309668C1 (ru) * 2006-02-20 2007-11-10 Александр Сергеевич Парфенов Способ неинвазивного определения функции эндотелия и устройство для его осуществления
JP5193224B2 (ja) 2006-12-11 2013-05-08 ツェーエンシステムズ・メディツィーンテヒニーク・ゲー・エム・ベー・ハー 動脈圧の連続非観血式測定のための装置とその利用法
EP2319408A1 (en) * 2009-10-15 2011-05-11 Finapres Medical Systems B.V. Device for controlling the pressure in an inflatable pressure pad
CN102647940B (zh) * 2009-10-29 2015-02-04 Cn体系药物技术有限公司 测量血压的数字控制方法
US8571622B2 (en) * 2010-08-31 2013-10-29 General Electric Company Method for reducing power consumption in pulse oximeter systems, pulse oximeter system and pulse oximeter sensor
AT512304B1 (de) 2012-05-31 2013-07-15 Cnsystems Medizintechnik Ag Verfahren und Vorrichtung zur kontinuierlichen, nicht-invasiven Bestimmung des Blutdruckes
US10945612B2 (en) 2014-04-03 2021-03-16 The Regents Of The University Of California Assessing endothelial function using a blood pressure cuff
AU2016308466A1 (en) 2015-08-14 2018-03-08 The Regents Of The University Of California Assessing endothelial function and providing calibrated UFMD data using a blood pressure cuff
EP3446627A4 (en) * 2016-04-19 2019-10-09 Socionext Inc. MONITOR
US20180338694A1 (en) 2017-05-23 2018-11-29 Edwards Lifesciences Corporation Method for correcting cuff pressure in a non-invasive blood pressure measurement
US20180338695A1 (en) 2017-05-24 2018-11-29 Edwards Lifesciences Corporation Systolic pressure calibration
US20190133466A1 (en) * 2017-11-06 2019-05-09 Edwards Lifesciences Corporation Method for use in an optimization of a non-invasive blood pressure measurement device
US11357416B2 (en) * 2018-02-27 2022-06-14 Edwards Lifesciences Corporation Adaptive tuning for volume clamp blood pressure measurement
WO2020176207A1 (en) * 2019-02-25 2020-09-03 Edwards Lifesciences Corporation Finger cuff device with non-volume clamp plethsmography method for continuous non-invasive blood pressure measurement
AT522324B1 (de) 2019-05-22 2020-10-15 Cnsystems Medizintechnik Gmbh Verfahren und vorrichtung zur validierung eines blutdruckmesssystems
CN114126483A (zh) 2019-08-06 2022-03-01 爱德华兹生命科学公司 在无创血压测量设备中使用的压力袖带

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3585987A (en) * 1967-08-11 1971-06-22 Bofors Ab Method for automatic continuous measuring and recording of blood pressure and arrangements for executing said method
FR1597009A (nl) * 1968-12-20 1970-06-22
US4105021A (en) * 1976-08-13 1978-08-08 Joseph H. Allen Method and arrangement for measuring blood pressure
DE3006477A1 (de) * 1980-02-21 1981-09-03 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Schaltung zum messen des pulses einer person mit einer steuerbaren lichtquelle
NL8005145A (nl) * 1980-09-12 1982-04-01 Tno Inrichting voor de indirekte, niet-invasieve, continue meting van de bloeddruk.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0080778B1 (en) 1987-06-16
JPS58103437A (ja) 1983-06-20
AU9092082A (en) 1983-06-02
DE3276564D1 (en) 1987-07-23
DK159006C (da) 1991-01-28
ES517714A0 (es) 1983-08-16
ZA828732B (en) 1983-09-28
ATE27767T1 (de) 1987-07-15
CA1187311A (en) 1985-05-21
US4510940A (en) 1985-04-16
ES8307477A1 (es) 1983-08-16
DK529282A (da) 1983-05-28
AU560799B2 (en) 1987-04-16
DK159006B (da) 1990-08-20
JPH0520095B2 (nl) 1993-03-18
EP0080778A1 (en) 1983-06-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8105381A (nl) Werkwijze en inrichting voor het corrigeren van de manchetdruk bij het meten van de bloeddruk in een lichaamsdeel met behulp van een plethysmograaf.
Tardy et al. Non-invasive estimate of the mechanical properties of peripheral arteries from ultrasonic and photoplethysmographic measurements
KR100609927B1 (ko) 압박 대를 사용하지 않는 비-침습적 혈압 측정장치
US6648828B2 (en) Continuous, non-invasive technique for measuring blood pressure using impedance plethysmography
US5704362A (en) Method for oscillometric blood pressure determination employing curve fitting
RU2378982C2 (ru) Устройство для определения гемодинамического параметра
US4730621A (en) Blood pressure measurement
EP2240072B1 (de) Druckmesser, insbesondere blutdruckmesser, verfahren zur bestimmung von druckwerten, verfahren zum kalibrieren eines druckmessung und computerprogramm zur implementierung dieser verfahren
US5265615A (en) Method and apparatus for continuous measurement of cardiac output and SVR
EP0078090B1 (en) Method and device for controlling the cuff pressure in measuring the blood pressure in a finger by means of a photo-electric plethysmograph
US4548211A (en) Computer assisted admittance plethysmograph
US6547740B2 (en) Blood pressure monitoring apparatus
US20040030261A1 (en) Measuring blood pressure
EP1608261A2 (de) Vorrichtung und verfahren zur kontinuierlichen, nicht-invasiven messung des blutdruckes
EP0195048A4 (en) CALIBRATED BLOOD PRESSURE MEASURING DEVICE.
US20110015531A1 (en) Electronic blood pressure gauge for measuring blood pressure by using volume compensation method
NL8200104A (nl) Inrichting en werkwijze voor het meten van de bloeddruk.
US11298031B2 (en) Sphygmomanometer, blood pressure measurement method, and blood pressure measurement program
CN106580303B (zh) 与收缩压相关的脉搏波传播时间的校正方法
EP4173555A1 (en) Device, system and method for calibrating a blood pressure surrogate for use in monitoring a subject's blood pressure
EP1887929B1 (en) Apparatus for determining at least one patient-related parameter for monitoring a patient
CN106377238B (zh) 与舒张压相关的脉搏波传播时间的校正方法
JPS61247431A (ja) 非観血連続血圧計
RU2088143C1 (ru) Способ измерения артериального давления
CN117426761B (zh) 一种电子血压计自适应泄压速度的控制方法、装置及设备

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
BV The patent application has lapsed