NL8105339A - Werkwijze voor het meten van een fluidumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan. - Google Patents

Werkwijze voor het meten van een fluidumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan. Download PDF

Info

Publication number
NL8105339A
NL8105339A NL8105339A NL8105339A NL8105339A NL 8105339 A NL8105339 A NL 8105339A NL 8105339 A NL8105339 A NL 8105339A NL 8105339 A NL8105339 A NL 8105339A NL 8105339 A NL8105339 A NL 8105339A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fluid
flow
passage
tube
sensing
Prior art date
Application number
NL8105339A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Phase Separations Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Phase Separations Ltd filed Critical Phase Separations Ltd
Publication of NL8105339A publication Critical patent/NL8105339A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F3/00Measuring the volume flow of fluids or fluent solid material wherein the fluid passes through the meter in successive and more or less isolated quantities, the meter being driven by the flow
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N30/00Investigating or analysing materials by separation into components using adsorption, absorption or similar phenomena or using ion-exchange, e.g. chromatography or field flow fractionation
    • G01N30/02Column chromatography
    • G01N30/26Conditioning of the fluid carrier; Flow patterns
    • G01N30/28Control of physical parameters of the fluid carrier
    • G01N30/32Control of physical parameters of the fluid carrier of pressure or speed
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01PMEASURING LINEAR OR ANGULAR SPEED, ACCELERATION, DECELERATION, OR SHOCK; INDICATING PRESENCE, ABSENCE, OR DIRECTION, OF MOVEMENT
    • G01P5/00Measuring speed of fluids, e.g. of air stream; Measuring speed of bodies relative to fluids, e.g. of ship, of aircraft
    • G01P5/18Measuring speed of fluids, e.g. of air stream; Measuring speed of bodies relative to fluids, e.g. of ship, of aircraft by measuring the time taken to traverse a fixed distance
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N30/00Investigating or analysing materials by separation into components using adsorption, absorption or similar phenomena or using ion-exchange, e.g. chromatography or field flow fractionation
    • G01N30/02Column chromatography
    • G01N30/26Conditioning of the fluid carrier; Flow patterns
    • G01N30/28Control of physical parameters of the fluid carrier
    • G01N30/32Control of physical parameters of the fluid carrier of pressure or speed
    • G01N2030/324Control of physical parameters of the fluid carrier of pressure or speed speed, flow rate

Landscapes

  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Measuring Volume Flow (AREA)

Description

-1- % VO 2583
Werkwijze voor het meten van een fluïdumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan.
De uitvinding heeft "betrekking op een werkwijze voor het meten van een fluïdumstroming, en op een inrichting voor het uitvoeren daarvan.
Bij vele toepassingen bestaat er behoefte aan het met pre-5 cisie en automatisch nauwkeurig meten van stromingssnelheden. Op het gebied met een lage stromingssnelheid bijv., gewoonlijk ondervonden in de vloeistofchromatografie onder hoge druk (HPLC) bestaan er geen automatische stromingsmeters, die nauwkeurig zijn. Stromingsmeters van de turbinesoort zijn thans niet geschikt voor lage stromingssnelheden van 10 minder dan 10 ml/min, die gewoonlijk worden ondervonden. Andere meters werken door het bepalen van de tijd van de doorgang van een bel door een buis, maa-r de moeilijkheid van het inbrengen van slechts een enkele bel Iran vraagstukken veroorzaken wanneer automatische waarneemtoestellen worden gebruikt.
15 Het is een doel van de uitvinding een stromingsmeter te verschaffen, die de voomoemde vraagstukken oplost, en die geschikt is voor het meten van lage stromingssnelheden.
Overeenkomstig de uitvinding is een stromingsmeetinrichting verschaft voor gebruik bij het meten van de snelheid van een fluïdumstro-20 ming door een doorgang, welke inrichting een waarneembuis omvat, die aftakt van de doorgang, middelen voor het door de waarneembuis leiden van het fluïdum, en middelen voor het omkeren van de richting van de fluïdumstroming in de waarneembuis, die althans twee waameemposities heeft voor gebruik bij het bepalen van de snelheid van de fluïdumstroming daartussen. 25 Bij voorkeur regelt een klep de richting van de fluïdumstro ming in de waarneembuis, welke klep op zijn beurt wordt geregeld door een paar sensoren, gedragen door de waarneembuis op de waameemposities, welke sensoren de doorgang van het fluïdum waarnemen. De sensoren werken in samenhang met een elektronische teller en een door een microprocessor 30 geregeld gegevensstelsel, dat de stromingssnelheid direkt berekent.
Bij een andere uitvoeringsvorm wordt een sifonbuis toegepast voor het veranderen van de richting van de fluïdumstroming in de waameem-buis, waardoor de waarneembuis door sifonwerking wordt geleegd wanneer het fluïdum in de buis een voorafbepaald péil bereikt.
35 Bij een verdere uitvoeringsvorm is de waarneembuis een U- 8105339 J -¾ .
-2-.
buis, die een vloeistof bevat, en bet fluïdum, meer in bet bijzonder een gas waarvan de stromingssnelheid moet wordt gemeten, verdringt de vloeistof in de waaraeembuis bij bediening van de klep, en de verdringings-snelheid van bet fluïdum, wordt dan gemeten.
5 Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding is een stromingsmeetinrichting verschaft voor fluïdums, welke inrichting een doorgang omvat waar het fluïdum doorheenstroomt, een evenwijdig mètlal-thans een gedeelte van de doorgang opgestelde waaraeembuis, die een vloeistof bevat, die onmengbaar is met het fluïldum, middelen' voor het met -10 tussenpozen- veroorzaken van een onderbreking van de stroom door de door- ·“ gang voor het in de waaraeembuis doen verdringen van de vloeistof met een snelheid, die afhankelijk is van de fluïdumstromingssnelheid, en middelen voor het waarnemen van deze verdringing van de vloeistof in de waaraeembuis en het daaruit afleiden van een aanduiding van de fluïèdum-15 stromingssnelheid.
Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding is een werkwijze verschaft voor het meten van de stromingssnelheid van een fluïdum, welke werkwijze het onderbreken omvat van de stroming van het fluïdum in een doorgang, het leiden van het fluïdum door een waarneem-20 buis, die aftakt van de doorgang, het meten van de verdringingssnelheid van de vloeistof of een ander fluïdum, dat in de waaraeembuis door het fluïdum wordt verdrongen, het dan omkeren van de richting van de stroming van het fluïdum in de waaraeembuis en het hervatten van de stroming van het fluïdum in de doorgang.
25 Overeenkomstig de voorgaande techniek uitgevoerde stromings- , snelheidsmetingen zijn nauwkeurig en precies. Met'voordeel kan de inrichting worden gebruikt voor het meten van stromingssnelheden in het heceik van 1 ^ul/m tot liters per minuut door een passende constructie van de waameembuis. Vloeistof- of gasstromingssnelheden kunnen worden 30 . gemeten onder gebruikmaking van een van de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding.
De uitvinding wordt slechts bij wijze van voorbeeld nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm verduidelijkt 35 van de stromingsmeetinrichting, figuur 2 schematisch een tweede uitvoeringsvorm verduidelijkt, 8 t 0 5 3 3 9 * -3- figuur 3 een gewijzigde uitvoering toont van de uitvoeringsvorm van figuur 1, figuur b schematisch een verdere uitvoeringsvorm verduidelijkt, en 5 figuur 5 schematisch nog een verdere uitvoeringsvorm ver duidelijkt .
Meer in het hij zonder onder verwijzing naar figuur 1, omvat de stromingsmeetinrichting voor het meten van de stromingssnelheid van een vloeistof, een met een solenoxde hedienhare klep 1, die een verbin-10 ding heeft voor een inlaat 7, een verbinding voor een uit laat 8 en een verbinding naar een waameembuis 2. De waameembuis 2 heeft een ont-luchiing 10 op afstand van de klepl, en een overlooppijp 9 is verbonden met het bovenste einde van de buis 2.
De waameembuis draagt eerste en tweede sensoren 3 Λ op 15 waameempunten, die op onderlinge afstand liggen, waarbij de sensoren 3, 4 aanspreken op de doorgang van de vloeistof daarlangs voor het zodoende naar een elektronische teller 5 doorlaten van een signaal. De teller 5 werkt ia samenhang met een door een microprocessor geregeld gegevens-bewerkingsstelsel 6.
20 De inrichting werkt op de volgende wijze. De vloeistof, waar van de stromingssnelheid moet worden gemeten, stroomt door een doorgang 7, 8, die de klep 1 opneemt. DekLep is gewoonlijk gesloten, zodat de vloeistof in de inlaat 7 stroomt door de klep 1 en in de waameembuis 2.
Wanneer de meniscus van de stromende vloeistof voorbij de eerste sensor 25 3 beweegt, wordt de elektronische teller 5 gestart, en wanneer de vloei stof voorbij de tweede sensor U beweegt, wordt de teller stilgezet en wordt de stromingssnelheid berekend uit de doorgangstijd van de vloeistof tussen de twee sensoren. Wanneer de vloeistof voorbij de tweede sensor b beweegt, wordt de klep 1 tot openen gebracht door een signaal van 30 de teller 5· De vloeistof vloeit dus weg door de uitlaat 8, en de door de inlaat 7 stromende vloeistof gaat ook door de uitlaat 8. Wanneer de vloeistof voorbij de eerste sensor beweegt tijdens het neerwaarts bewegen, zoals afgeheeld, d.w.z. met de klep 1 open, doet een signaal van de sensor 3 via de teller 5 de klep sluiten voor het beginnen van de 35 volgende kringloop. De meetwerking wordt dus herhaaldelijk uitgevoerd tenzij de automatische bediening van de klep teniet wordt gedaan.
Thans verwijzende naar de uitvoeringsvorm van figuur 2, 8105339 » ^ A- ' waarin dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt voor bet aanduiden van gelijke onderdelen, is een fluïdumdoorgang 7, 8 afgebeeid, voorzien van en inlaat 7» een uitlaat 8 en een sifonbuis 13» Een waarneembuis 2 takt af van een doorgang 11 tussen de inlaat 7 en de sifonbuis 13, en is evenwijdig met de sifonbuis 13. Samen bepalen de waarneembuis 2 5 en de sifonbuis 13 een U-vormige buis, en bet bovenste einde van de waarneembuis 2 is open naar de atmosfeer, waarbij bet bovenste einde van de sifonbuis is verbonden met de uitlaat 8, die zicb op een iets lagere boogte bevindt .dan de onderkant van de U-.· De waarneembuis' 2 draagt eerste en tweede sensoren 3Λ die de doorgang van de vloeistof 10 waarnemen. De sensoren 3, U werken in samenhang met een teller 5 en een gegevensprocessor 6. In beginsel komen de sensoren en bijbehorende inrichting overeen met die, gebruikt bij de uitvoeringsvorm van figuur 1..
De uitvoeringsvorm van figuur 2 werkt op de volgende wijze:
De vloeistof, waarvan de stromingssnelheid moet worden 15 gemeten, komt de inlaat 7 binnen en gaat naar boven door zowel de waarneembuis 2 als de sifonbuis 13. Het voorbij bewegen van de meniscus langs de eerste sensor 3 start de werking van de teller 5, en de teller wordt stilgezet wanneer de meniscus voorbij de tweede sensor b beweegt. De· vloeistof stijgt verder in beide buizen en stroomt in bet uitlaatge-20 deelte van de doorgang. Sifonwerking maakt dat de vloeistof wordt ver wijderd uit zowel de sifonbuis 13 als de waarneembuis 2. Door de waarneembuis ingezogen lucht veroorzaakt een onderbreking in de sifonwerking en de kringloop wordt herhaald met de vloeistof gaande vanaf de inlaat 7 naar boven in zowel de waarneem- als de sifonbuis. De sifonwerking is 25 sneller dan de stroming van de vloeistof in de inlaat. De teller stelt terug wanneer bet vloeistofpeil daalt in de waarneembuis, klaar voor de volgende kringloop.
Thans verwijzende naar figuur 3, is een wijziging afgebeeid van de uitvoeringsvorm van figuur 1, waarbij elk der sensoren 3 'en U 30 is vervangen door een infrarood-emitter en detector. De eerste sensor omvat een foto-emitter 23 en een detector 25. Öp soortgelijke wijze omvat de tweede sensor een foto-emitter 2k en een detector 26. De emitter en detector werken in samenhang met een elektronische teller 27 en een gegevensprocessor 28. De wijze van werken en de constructie van de in-35 richting komen overeen met die van figuur 1. De waarneembuis is aangeduid door het verwijzingscijfer 22,. en de door een solenoide bedienbare 8105339 «Γ -5- klep door het verwijzingscijfer 21.
Thans verwijzende naar de -uitvoeringsvorm van figuur U, is een inrichting af geheeld voor het meten van de stromingssnelheid van gassen. De inrichting omvat een doorgang, waari’het gas, waarvan de 5 stromingssnelheid moet worden gemeten, doorheen stroomt. De doorgang heeft een inlaat 3¼ en een nitlaat 35» en de uitlaat 35 kan worden gesloten door een door een solenoide bedienbare klep 33. Van de doorgang aftakkende is een U-vormige buis 31 aanwezig, die tot aan het peil 36 vloeistof bevat, en waarvan het rechter been, zoals afgeheeld, in ver-10 binding is met de doorgang. Het linker been heeft een expansiekamer 32 die open is naar de atmosfeer. Het rechter been van de U-buis dient als de waameembuis, en draagt eerste en tweede sensoren 3T» 38, die werken in samenhang met een gecombineerde elektronische teller en door een microprocessor geregelde gegevensprocessor 39· 15 De wijze van werken is als volgt.
Het gas, dat door de doorgang stroomt tussen de inlaat 3¼ en de uitlaat 35» ziet zijn uitlaat 35 afgesloten door de klep 33» en dit doet het peil van de vloeistof in de U-buis 31 over een kleine afstand neerdrukken. De vloeistof beweegt voorbij de eerste sensor 37 20 waardoor de elektronische teller wordt gestart, en wanneer het voorbij de tweede sensor 38 beweegt, wordt de teller stilgezet en de klep 33 geopend met als gevolg, dat de vloeistof terugkeert naar zijn oorspronkelijke peil. De doorgangstijd tussen de twee sensoren wordt gebruikt voor het bepalen van de waarde van de gasstromingssnelheid. Wanneer de 25 vloeistofmeniscus voorbij de eerste sensor 37 beweègt, kan de klep direkt of na een korte vertraging weer worden gesloten voor het weer starten van de meetkringloop. De klokaflezing kan worden omgezet in stromingssnelheid en worden weergegeven door de signaalbewerkingseenheid 39· De sensoren maken de nauwkeurige meting mogelijk van de doorgangstijd 30 van de vloeistof tussen de sensoren, hetgeen een nauwkeurige meting geeft van de stromingssnelheid van de vloeistof en derhalve van het gas. Hoewel het gas wordt gedwongen van druk te veranderen, is deze drukverandering zeer klein gemaakt en beïnvloedt deze niet de nauwkeurigheid of de precisie van de werkwijze.
35 Met voordeel verschaft de inrichting een werkwijze voor het meten van gasstromingssnelheden onafhankelijk van de gasviscositeit, en is hij in het bijzonder geschikt voor, hoewel niet beperkt tot stro- 8105339 * · : -β- mingssnelheden van minder dan 100. ml/m.
De kamer 32 dient voor hef voorkomen van hef ongewild naar "buiten "blazen van de vloeistof indien de solenöldè-klep 3 zou falen. Door het zo "breed mogelijk houden van de kamer 33,’ wordt verder 5 een zo klein mogelijke tegendrukhoogte ontwikkeld wanneer het fluïdum door de doorgang 31 naar "beneden stroomt.
De uitvoeringsvorm van figuur 5 kan worden aangebracht in een gesloten stelsel, en heeft geen atmosferische verbinding', zoals aangetroffen in de andere uitvoeringsvormen. De doorgang '36 3 waardoor 10 vloeistof of gas wordt gedwongen te stromen, is met de iiitlaatdoorgang 3T verbonden door middel van twee gescheiden wegen, waarvan de ene een horizontale, buis 38 en een vertikale buis 39 omvat en de andere een vertikale buis 40 en een horizontale buis 41 omvat. Omdat de buizen 39 en Uo van gelijke lengte zijn, zijn de twee wegen precies gelijk voor 15 wat betreft de vloeistof of het gas, dat de doorgang 36 verlaat, zodat gelijke hoeveelheden gas of vloeistof volgens elke weg zullen stromen.
De buizen 39, 4θ zijn op een tussenliggende plaats' langs een lengte verbonden door een buis 42, die halverwege tussen de buizen 39, 40 een neerwaarts U-vormig gedèelte 42a bevat. Sensoren 43-, 44.
20 zijn geplaatst nabij het bovenste einde van een beèn van het U-vormige gedeelte 42a, en zijn verbonden met een microprocessorstelsel (niet weergegeven) zoals in de andere uitvoeringsvormen. Het U-vormige gedeelte 42a bevat een vloeistof 45, die is gekozen om onmengbaar te zijn met de vloeistof of het gas, dat door het stelsel stroomt, waarbij de vloeistof 25 45 bijv. kwik kan zijn. In de afgebeelde uitvoeringsvorm, bevatten" de buizen 38.·, 4l elk een bijbehorende, door een solenoldegeregelde klep U6, 47.
De werking van de uitvoeringsvorm van figuur 5 is als volgt, v- Wanneer beide kleppen 46, hj open zijn, zijn de drukken 30 bij de verbindingspunten van de buis k2 met de buizen 39’, 4θ gelijk, en neemt de vloeistof 45 zijn afgebeelde stand aan in het U-vormige huis-deel 42a. Indien echter beide kleppen 46, 47 dan worden gesloten, doet de overmaat druk in het bovenstroomse linkerbeen van de U-buis 42a het kwik naar boven verplaatsen in het rechter been. Evenals hiervoor, 35 wordt de tijdsduur, die de rechter kwikmeniscus nodig heeft om te bewegen tussen de sensoren 44 en 43, bepaald door de microprocessor, en wordt - - een aanduiding van de stromingssnelheid dienovereenkomstig berekend.
8105339 ♦ -7- . Bij het door de meniscus bereiken van de bovenste sensor 1*3, worden de kleppen 1*6 en 1*T weer geopend, teneinde het mogelijk te maken de stroming naar de buis 37 weer te beginnen. Deze werking wordt in kringlopen herhaald.
5 In het bijzonder wanneer het lage stromingssnelheden be treft, is het mogelijk, dat de bovenste klep kj permanent gesloten blijft, d.w.z. dat het been 1*1 en het deel van het been 1*0 boven zijn verbinding met de buis 1*2, in feite beide zouden kunnen worden weggelaten. De voorwaarde is, dat wanneer de klep 1*6 open is, de drukken bij de twee ein-10 den van de buis 1*2 in evenwicht moeten kunnen worden gebracht, zodat het kwik 1*5 terugkeert naar zijn af geheelde evenwichtstoestand.
Hoewel in het algemeen slechts twee sensoren nodig zijn voor een Juiste werking van een van de beschreven uitvoeringsvormen, hunnen meer sensoren worden toegevoegd voor het vergroten van het bereik 15 van de waameemhoogte. Voor de grootste nauwkeurigheid wordt het waarnemen optisch tot stand gebracht. Zichtbare of niet zichtbare straling kan dus worden gebruikt. Andere middelen voor het waarnemen van de door- . gang van de vloeistof in de waameembuis kunnen wordentoegepast. Bijv. door het meten van de veranderingen in elektrische geleidbaarheid of 20 capaciteit of in bet magnetische veld of door het gebruiken van super-sone golven. De teller kan een eenvoudige elektromagnetische teller zijn of een ingewikkelder elektronisch toestel. De totale telling is evenredig aan de stromingssnelheid, welk getal kan worden weergegeven of bewerkt en als een direkte uitlezing worden toegevoerd aan een geschikte 25 weergeving. De teller wordt nauwkeurig geregeld, zodat de nauwkeurigheid bij alle stromingssnelheden wordt gehandhaafd. Door het dichtbij elkaar plaatsen van optische sensoren, kan de kringloopduur kort worden gemaakt terwijl nauwkeurigheid wordt gehandhaafd.
Wanneer de snelheid van aanspreken niet essentieel is, 30 kunnen de sensoren worden vervangen door twee of meer calihreringsmar-keringen op een doorzichtige of doorschijnende buis, en een bediener kan de tijd bepalen van doorgang van de vloeistof tussen de markeringen onder gebruikmaking van een passende klok, waarbij de klep dan kan worden geopend door de bediener. Ook kunnen in of op een ondoorzichtige buis 35 geplaatste sensoren tot aangeving worden gebracht van het voorbij bewegen van de meniscus door het geven van zichtbare of hoorbare signalen, zodat een bediener de tijd van de doorgang onder gebruikmaking van een 8105339 -8-
1 -I
klok kan bepalen.
Door bet in de waarneemhoogte plaatsen van het calibrerings-toestel en bet als een afzonderlijke eenheid bebbeb van de teller en. bet gegevensbewerkingstoestel» kunnen verschillend vooraf gecalibreerde waarneemhoogten om beurten worden gekoppeld aan dezelfde teller- en 5 gegevensbewerkingseenheid. Door het veranderen van de diameter van de waarneembuis kan dit toestel worden aangepast aan zeer verschillende stromingssnelheidsbereiken.
, Omdat de doorgangstijd van de vloeistof en derhalve zijn stromingssnelheid nibt afhankelijk is. van de eigenschappen'van het fluii 10 dum, is de calibrering onafhankelijk van chemische en fysische eigenschappen van het fluïdum» dat wordt gemeten. Dit laatste kenmerk is van bijzonder belang in een vorm van HPLC, genoemd gradient-elutie, waarbij de· viscositeit van de vloeistof doorlopend kan veranderen.
... 15- 8105339

Claims (9)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een klep (l, 21, 33,'46, 47) bedienbaar is voor het vanuit de doorgang (7, 8; 34, 35; 36, 37) in de vaameembuis (2, 31» 42) leiden'van de stroming van het fluïdum. 15 3· Inrichting volgens conclusie 2, met".iet kenmerk, dat het fluïdum een gas is, en de vaameembuis (31,· 45) een U-huis is, die een vloeistof (42a) bevat, die kan vorden verdrongen door het gas bij het bedienen van de klep (33; 46, 47) in de doorgang.
  2. 4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de vaameembuis (2, 22, 31 »-42} op onderlinge afstand liggende eerste en tveede sensoren (3, 4; 23, 24; 25, 26; 37, 385 43, kb) draagt op de vaameemposities, velke sensoren het voorbij bevegen van het fluïdum kunnen waarnemen.
  3. 5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 25 de eerste sensor (3, 23, 25, 37, 44) de klep (1, 21,.33, 46, 47) regelt voor het onderbreken van de fluldumstroming in de doorgang (7, 8; 34, 35; 36, 37)» en de tveede sensor (4, 24, 25, 38, 43] de klep regelt voor het veer tot stand brengen van de stroming in de doorgang»
  4. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 30 de sensoren (3, 4; 25, 26; 37, 38; 43, 44) verken in samenhahg met een elektronische teller (5, 27, 39) en een door een microprocessor geregeld gegevensbeverkingsstelsel (6, 28, 29) , dat de teller aflezingen omzet in de gewenste stromingssnelheidseenheden.
  5. 7. Inrichting volgens conclusie 1, mat het kenmerk, dat de 35 richting van de fluldumstroming in de vaameembuis (2) wordt omgekeerd door sifonverking.
  6. 8. Inrichting volgens conclusie 7, mefchet kenmerk, dat de vaameembuis (2) eerste en tveede sensoren (3, 4) draagt, die op onder- ----------- 8 1 0 5 3 3 9 •4 - ; j . -10- : l’ ] linge afstand liggen, en het voorbij bewegen' van het fluïdum waarnemen. '9- Stromingsmeetinrichting voor fluldums, gekenmerkt door een doorgang, waar het fluïdum doorheenstroomt, door een evenwijdig met althans een gedeelte van de doorgang (3I+, 35 j 36, 37) opgestelde waar-5 · neembuis (31, 1+2), die een vloeistof bevat, die onmengbaar- is met het fluïdum, door middelen (33, 1+6, 1+7) voor het met tussenpozen veroorzaken van een onderbreking van de stroming door de doorgang voor het in de waaraeembus doen verdringen van de vloeistof met een snelheid, • ‘ ; die afhankelijk is van de fluldumstromingssnelheid, en door middelen 10 . (37, 38, 39, 1+3, MO voor het waarnemen van deze verdringing van de vloeistof in de waarneembuis en het daaruit afleiden van een aanduiding van de fluldumstromingssnelheid.·
  7. 10. Werkwijze voor het meten van de stromingssnelheid van een fluïdum, gekenmerkt door de stappen van het onderbreken van de stro- 15 ming van'het fluïdum, in een doorgang (7, 8; 7, 13'; 3*+, 35; 36, 37) het door een waarneembuis (2, 22; 31, 1+2), die aftakt van de doorgang . leiden van het fluïdum, en het meten van de snelheid van de verdringing van het fluïdum of een ander fluïdum, verdrongen door het fluïdum, het dan. omkeren van. de richting van. de stroming van het fluïdum in de waar-20 neembuis en het hervatten, van de stroming van het fluïdum in de· doorgang.
  8. 11. Werkwijze volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat de verdringingssnelheid van. het fluïdum wordt gemeten door het bepalen van de tijd van de doorgang van het fluïdum tussen eerste en tweede op onderlinge afstand liggende sensoren (3, 1+3 23, 2*+; 25, 26; 37 , 38; 1+3, 25 M+)„ die werken in samenhang met een elektronische teller (5; 27, 39) en een door een microprocessor geregeld gegevenswerkingsstelsel (6, 28, 39).
  9. 12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 1.1,. met het kenmerk, dat een door de sensoren (3,’ 1+; 23, 2l+; 25, 26;37, 38; 1+3, MO geregelde 30 klep (1, 21, 33, 1+6, 1+7) werkt voor het onderbreken van de stroming van het fluïdum in de doorgang (7, 8; 3l+, 35; 36, 37) voor· het zodoende leiden van het fluïdum door de waarneembuis (2, 22; 31, 1+2}, waarbij de stroming van het fluïdum door de waarneembuis wordt omgekeerd bij het overschakelen van de klep. 35 13- Werkwijze volgens conclusie 10 of 11,. met letkenmerk, dat de richting van de fluidumstroming in de waarneembuis (2) wordt om---- gekeerd door de sifonwerking. ................ 8 1 0 5 3 3 9
NL8105339A 1980-11-25 1981-11-25 Werkwijze voor het meten van een fluidumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan. NL8105339A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8037666 1980-11-25
GB8037666 1980-11-25
GB8107042 1981-03-06
GB8107042 1981-03-06
GB8113721 1981-05-05
GB8113721 1981-05-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105339A true NL8105339A (nl) 1982-06-16

Family

ID=27261055

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105339A NL8105339A (nl) 1980-11-25 1981-11-25 Werkwijze voor het meten van een fluidumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3146752A1 (nl)
GB (1) GB2092757A (nl)
NL (1) NL8105339A (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
GB2092757A (en) 1982-08-18
DE3146752A1 (de) 1982-08-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4003255A (en) Measurement and control of fluid flow
US7373798B2 (en) Flowmeter/prover system and method
US7395690B2 (en) Flowmeter/prover system and method
NO996445L (no) Måling av stroemningsfraksjoner, stroemningshastigheter og stroemningsmengder av et flerfasefluid ved benyttelse av NMR- avfoeling
US4051723A (en) Force-type flowmeter
US3662598A (en) Flow control system
JPH0943025A (ja) 体積検知装置および方法
US5448919A (en) Gas flow meter
NL8105339A (nl) Werkwijze voor het meten van een fluidumstroming en inrichting voor het uitvoeren ervan.
US4996869A (en) System for selecting valid K-factor data points based upon selected criteria
JP2018534580A (ja) 磁気歪み方式の距離測定を利用したテーパ管形面積式流量計
JPS6039967B2 (ja) 流量の測定と調整装置
US3388258A (en) Fluid flow meter with comparator reference means
US3885434A (en) Flowmeter
US4346603A (en) Microflow transducer
CA3092018C (en) Dissolution monitoring method and apparatus
JPS6425011A (en) Mass flowmeter
JP6395189B2 (ja) コリオリ式質量流量計
RU179411U1 (ru) Устройство для измерения расхода жидкости и газа
US4860590A (en) Primary standard gas flow calibrator
US3404568A (en) Scanning transducing mechanism
JPH0571887B2 (nl)
KR20000065545A (ko) 액체용 유동자식 유량계
Guobing et al. Application Of High-Speed Photography In Liquid Flowmeter Calibration Systems
RU2142642C1 (ru) Способ определения профиля скорости потока жидкости в сечении трубопровода

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed