NL8103942A

NL8103942A - DEVICE FOR RECORDING AND DISPLAYING A SIGNAL USING A MAGNETIC BAND

Info

Publication number: NL8103942A
Application number: NL8103942A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1970-02-14
Filing date: 1981-08-25
Publication date: 1982-01-04
Also published as: NL181532C; NL181532B

Description

ί.0. 30290 _L_ . _ ’ *ί.0. 30290 _L_. _ ’*

Inrichting voor het, met behulp van een magnetische band, opnemen en weergeven van een signaal.Device for recording and reproducing a signal with the aid of a magnetic tape.

De uitvinding betreft een inrichting voor het opnemen en weergeven van een signaal op respectievelijk van een, door middel van spoelen, in een cassette opgeslagen magnetische band, omvattende een geleidings-trommel voor de band met tenminste één roteerbare magnetische kop die in 5 een, in wezen met de omtrek van de trommel samenvallende baan kan roteren, en een aantal geleidingspennen die om de trommel heen, op een roteerbare ondersteuning zijn gemonteerd, zodat deze pennen om tenminste een deel van de trommel kunnen ronddraaien en een, op een afstand van de trommel gelegen geleidingsbaan vormen voor het brengen van de band van een niet werkzame 10 stand waarin de band van de trommel is verwijderd naar een werkzame stand waarin de band, in de vorm van een lus, van de spoelen uit de cassette is getrokken en in aanraking is met de trommel over een bepaald omtreksdeel daarvan om te worden afgetast door de magnetische kop, terwijl voor de aandrijving van de band een roteerbaar orgaan aanwezig is en een drukrol-15 samenstel waarmee de band tegen het roteerbare orgaan kan worden aangedrukt. Een dergelijke inrichting is bekend uit de op 8 februari 1971 ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7011268 van oudere voorrang.The invention relates to a device for recording and reproducing a signal on, respectively, a magnetic tape stored in a cassette by means of coils, comprising a tape guiding drum with at least one rotatable magnetic head inserted in a orbit which coincides essentially with the circumference of the drum, and a number of guide pins around the drum are mounted on a rotatable support, so that these pins can rotate about at least part of the drum and one at a distance from the drum a located guideway for moving the tape from an inoperative position in which the tape is removed from the drum to an operative position in which the tape, in the form of a loop, is pulled out of the reels from the reels and contacts with the drum over a certain peripheral part thereof to be scanned by the magnetic head, while a rotatable member is provided for driving the belt is a pressure roller assembly 15 with which the belt can be pressed against the rotatable member. Such a device is known from Dutch patent application 7011268 of older priority which was laid open on February 8, 1971.

Bij de bekende inrichting wordt het roteerbare orgaan gevormd door een, door een opening in de cassette stekende aandrijfas, die daarbij 20 achter het banddeel in de cassette grijpt, waarbij door het drukrolsamenstel het banddeel tegen de aandrijfas wordt aangedrukt. Hierbij moet dus de cassette een speciale opening hebben waar de aandrijfas doorheen kan steken.In the known device the rotatable member is formed by a drive shaft protruding through an opening in the cassette, which engages behind the tape part in the cassette, whereby the pressure roller assembly presses the tape part against the drive shaft. The cassette must therefore have a special opening through which the drive shaft can protrude.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde inrichting van het genoemde type te verschaffen.The object of the invention is to provide an improved device of the said type.

25 Dit doel wordt bereikt doordat bij de inrichting volgens de uitvinding het roteerbare orgaan in de vorm van een kaapstander zodanig op een afstand van de trommel is aangebracht, dat de lus van de uitgetrokken band in de werkzame stand tegen de kaapstander aanligt, en het drukrolsamenstel op de roteerbare ondersteuning is gemonteerd zodat het tot in de nabij-30 heid van de kaapstander kan worden bewogen bij de voltooiing van de beweging 'van de geleidingspennen naar de werkzame stand.This object is achieved in that in the device according to the invention the rotatable member in the form of a capstan is arranged at a distance from the drum in such a way that the loop of the extended belt rests in the active position against the capstan, and the pressure roller assembly mounted on the rotatable support so that it can be moved close to the capstan upon completion of the movement of the guide pins to the operative position.

Op deze wijze behoeft de cassette dus geen speciale opening te hebben voor het doorleiden van de aandrijfas.In this way, the cassette therefore does not need to have a special opening for the passage of the drive shaft.

Bij een inrichting waarbij de roteerbare ondersteuning wordt 35 gevormd door een ring is volgens de uitvinding de kaapstander tussen de trommel en de ringvormige, roteerbare ondersteuning gelegen.According to the invention, in a device in which the rotatable support is formed by a ring, the capstan is located between the drum and the annular, rotatable support.

8103942 \ < * * -2-8103942 \ <* * -2-

Bij voorkeur is het drukrolsamenstel zwaaibaar op de roteerbare ondersteuning gemonteerd terwijl een druksamenstel is aangebracht voor het tegen de kaapstaander aandrukken van het drukrolsamenstel, waarbij de band in de werkzame stand daar tussenin is gelegen, 5 Het drukrolsamenstel kan een solenoide omvatten en een daarmee verbonden stangenstelsel, waarbij een deel van dit stelsel tegen het drukrolsamenstel aanligt in aanspreking op de werking van de solenoide, wanneer de band naar de werkzame stand is bewogen,Preferably, the pressure roller assembly is pivotally mounted on the rotatable support while a pressure assembly is provided for pressing the pressure roller assembly against the capstan, with the belt in the operative position intermediate therebetween. The pressure roller assembly may include a solenoid and an associated rod assembly a portion of this assembly abutting the pressure roller assembly in response to the operation of the solenoid when the belt has moved to the operative position,

De uitvinding wordt nader uiteengezet onder verwijzing naar 10 de begeleidende tekening waarin:The invention is further explained with reference to the accompanying drawing, in which:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht is van een inrichting voor het automatisch inleggen van de band volgens de uitvinding voor een inrichting voor magnetische opname en weergave, die in de niet werkzame stand van zo'n inrichting met volle lijnen is weergegeven; 15 fig. 2 een aanzicht eender als dat in fig. 1 is, maar de inrich ting voor het inleggen van de band in de werkzame toestand van de inrichting toont; fig, 3 een schematisch zijaanzicht is van de inrichting in de werkzame toestand zoals getoond in fig. 2; 20 fig. 4 een zijaanzicht is van een armsamenstel voor het onder steunen van het de band aangrijpend orgaan van de inrichting voor het inleggen van de band; fig. 5 een aanzicht is van een nok die in de irchting voor het automatisch inleggen van de band zit; 25 fig, 6 een aanzicht van een deel op grotere schaal is dat de op stelling van een kaapstander en een drukrolsamenstel in de inrichting toont die een bandinleginrichting volgens de uitvinding heeft; fig. 7 een dwarsdoorsnede volgens de lijn 7-7 in fig. 6 is; fig. 8 een doorsnede volgens de lijn 8-8 in fig. 6 is; 30 fig. 9 een schematisch bedradingsdiagram van het systeem voor het regelen van de werking van de inrichting voor het automatisch inleggen van de band is; fig. 10 een bovenaanzicht van het deel volgens fig. 2 toont maar met een gewijzigd drukrolsamenstel; en 35 fig. 11 een deelaanzicht is eender aan dat van fig. 10 maar dat nog een andere uitvoering van drukrol toont.Fig. 1 is a schematic plan view of an automatic tape loading device according to the invention for a magnetic recording and reproducing device, shown in solid mode in the inoperative position of such a device; Fig. 2 is a view similar to that in Fig. 1, but showing the tape insertion device in the operative state of the device; Figure 3 is a schematic side view of the device in the operative condition as shown in Figure 2; FIG. 4 is a side view of an arm assembly for supporting the strap engaging member of the strap insertion device; FIG. 5 is a view of a cam included in the belt auto-insertion device; Fig. 6 is an enlarged view of a part showing the arrangement of a capstan and a pressure roller assembly in the device having a belt loading device according to the invention; Fig. 7 is a cross-sectional view taken on the line 7-7 in Fig. 6; Fig. 8 is a section on line 8-8 in Fig. 6; Fig. 9 is a schematic wiring diagram of the system for controlling the operation of the automatic tape loading device; Fig. 10 shows a top view of the part according to Fig. 2 but with a modified pressure roller assembly; and FIG. 11 is a partial view similar to that of FIG. 10 but showing yet another embodiment of pressure roller.

Onder verwijzing naar de figuren en in het begin van de fig.n 1, 2 en 3 zal worden opgemerkt dat de inrichting voor het automatisch inleggen van de band volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in deze figuren is 8103942 t i -3- getoond in een VTR van het cassette-type, maar moet goed worden begrepen dat de uitvinding eveneens kan worden toegepast bij elke andere inrichting voor magnetische opname en weergave waarin de magnetische band door voorraad-en opneemspoelen wordt opgenomen en het noodzakelijk is om de band tussen 5 deze spoelen uit te trekken en de band om een geleidingstrommel te slaan die een magnetische kop of koppen heeft voor het aftasten van de band die door de trommel wordt geleid.With reference to the figures and at the beginning of figures 1, 2 and 3, it will be noted that the automatic belt loading device according to an embodiment of the invention in these figures is 8103942 ti -3- shown in a VTR of the cassette type, but it should be well understood that the invention can also be applied to any other magnetic recording and reproducing apparatus in which the magnetic tape is taken up by supply and recording coils and it is necessary to move the tape between these coils and tap the tape to strike a guide drum having a magnetic head or heads for sensing the tape passed through the drum.

De VTR van het cassettetype die in de tekening is getoond is in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 20 en omvat een onderstel 10 21 met een cassettehouder 22 die slechts schematisch in fig. 3 is aangegeven en hierna in detail zal worden beschreven, en die boven het voorste deel van het onderstel 21 is gemonteerd om een cassette 23 op te nemen en te ondersteunen die een hoeveelheid magnetische band bevat. De inrichting 20 omvat verder een bandgeleidingstrommel 24· die op geschikte wijze boven het achter-15 ste deel van het onderstel 21 is gemonteerd en die een omtreksgleuf 24a (fig. 3) heeft waardoor één of meer roterende magnetische koppen 25 owrden blootgelegd die de magnetische band aftasten wanneer deze om een bepaalde afstand van de omtrek van de trommel 24 is geslagen.The cassette type VTR shown in the drawing is generally indicated by reference numeral 20 and includes an undercarriage 10 21 with a cassette holder 22 which is shown only schematically in FIG. 3 and will be described in detail below, and which is described above the front part of the chassis 21 is mounted to receive and support a cassette 23 containing an amount of magnetic tape. The device 20 further includes a belt guide drum 24 which is suitably mounted above the rear portion of the chassis 21 and which has a circumferential slot 24a (FIG. 3) exposing one or more rotating magnetic heads 25 which expose the magnetic scan the belt when it has been struck a certain distance from the circumference of the drum 24.

De magnetische band T is om een voorraadspoel 26 en een opneem-20 spoel 27 gewonden die roteerbaar binnen de cassette 23 liggen en loopt T over geleidingspennen 28 en 29 die bij de tegenover elkaar gelegen kanten van een opening 30 zijn gelegen die in het achterste deel van de cassette 23 is aangebracht zodat een deel van de band dat tussen de spoelen 26 en 27 loopt blootligt bij de operihg 30 van de cassette zoals getoond in fig. 1.The magnetic tape T is wound around a supply spool 26 and a take-up spool 27 rotatable within the cassette 23 and passes T over guide pins 28 and 29 located at the opposite sides of an opening 30 located in the rear portion of the cassette 23 is arranged so that part of the tape running between the reels 26 and 27 is exposed at the operation 30 of the cassette as shown in Fig. 1.

25 De inrichtinv voor het automatisch inleggen van de band volgens de uitvinding is in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 31 en omvat een ondersteuningsorgaan 32 bijvoorbeeld in de vorm van een ronde ring die om de trommel 24 loopt. De ring 32 is roteerbaar om zijn midden gemonteerd bijvoorbeeld door een aantal van een groef voorziene rollen of schij-30 ven 33 die de omtrek van de ring 32 bij op afstand van elkaar gelegen plaatsen grijpen en die roteerbaar zijn gemonteerd op stiften 34(fig. 3) die van het onderstel 21 omhoog lopen. Zoals getoond in fig. 3 is de ondersteunings-ring 32 bij voorkeur zodanig gemonteerd dat het vlak van rotatie schuin naar beneden loopt in voorwaartse richting tot onder het vlak van rotatie van de 35 spoelen 26 en 27. Verder is zoals is getoond de trommel 24 ook bij voorkeur zo gemonteerd dat het vlak van rotatie van de magnetische kop of koppen 25 in de omtreksgleuf 24a onder het niveau van de spoelen 26 en 8 1 0 3 9 42 •i ** -4- 27 in de cassette ligt én verder zo dat het vlak van rotatie van de koppen 25 ook in voorwaartse richting naar beneden helt om zo in wezen de hoek tussen het vlak van rotatie van de spoelen en het vlak van rotatie van de ondersteuningsring 32 in tweeën te delen. Zoals in 5 het bijzonder in fig. 1 is getoond is de cassette 23 bij voorkeur zijdelings verplaatst ten opzichte van de as van de trommel 24 én is de ring 32 excentrisch ten opzichte van de trommel 24 gelegen, zodat het middelpunt van de ring 32 in voorwaartse richting van de as van de trommel 24 is verplaatst, dat wil zeggen in de richting naar de 10 cassette 23.The automatic belt loading device according to the invention is generally indicated by the reference numeral 31 and comprises a support member 32, for example, in the form of a round ring which extends around the drum 24. The ring 32 is rotatably mounted about its center, for example, by a plurality of grooved rollers or discs 33 which grip the periphery of the ring 32 at spaced locations and which are rotatably mounted on pins 34 (FIG. 3) that run up from the frame 21. As shown in Fig. 3, the support ring 32 is preferably mounted such that the plane of rotation is inclined downward in the forward direction below the plane of rotation of the coils 26 and 27. Furthermore, as shown, the drum 24 is also preferably mounted so that the plane of rotation of the magnetic head or heads 25 in the circumferential slot 24a is below the level of the coils 26 and 8 1 0 3 9 42 • i ** -4-27 in the cassette and further so that the plane of rotation of the heads 25 also slopes downwardly so as to substantially divide the angle between the plane of rotation of the coils and the plane of rotation of the support ring 32 in half. As shown in particular in Fig. 1, the cassette 23 is preferably displaced laterally with respect to the axis of the drum 24 and the ring 32 is located eccentrically with respect to the drum 24, so that the center of the ring 32 is forward direction of the axis of the drum 24 is moved, that is, in the direction towards the cassette 23.

De ondersteuningsring 32 wordt geroteerd door een omkeerbare gelijkstroomelektromotor 35 (met gebroken lijnen getoond in de figuren 1 en 2 ) die op geschikte wijze aan de onderkant van het onderstel 21 is gemonteerd en waarvan de as 36 naar boven door een opening in het 15 onderstel loopt nabij de omtrek van de ring 32 en een aandrijfrol 37 met een van rubber voorzien oppervlak draagt die in wrijvende aanraking met de omtrek van de ring is. Aldus kan door een geschikte regeling van de motor 35 zoals hierna in detail zal worden besproken de ondersteuningsring 32 in de richting van‘de wijzers van de klok of in 20 de richting voor het inleggen van de band worden gedraaid van zijn niet werkzame stand zoals getoond in fig. 1 naar zijn werkzame stand zoals getoond in fig. 2 en op eendere wijze voor het terugbrengen van de band kan de ring 32 in de omgekeerde richting worden gedraaid van zijn werkzame stand zoals getoond in fig. 2 naar de uitgangs- of 25 niet werkzame stand zoals getoond in fig. 1,The support ring 32 is rotated by a reversible DC electric motor 35 (broken lines shown in Figures 1 and 2) suitably mounted on the bottom of the chassis 21 and the shaft 36 of which extends upwardly through an opening in the chassis near the circumference of the ring 32 and carries a drive roller 37 with a rubberized surface that is in rubbing contact with the circumference of the ring. Thus, by suitable control of the motor 35, as will be discussed in detail below, the support ring 32 can be rotated clockwise or belt loading direction from its inoperative position as shown. in Fig. 1 to its operative position as shown in Fig. 2 and similarly to return the belt, the ring 32 may be rotated in the reverse direction from its operative position as shown in Fig. 2 to the exit or 25 inactive position as shown in fig. 1,

Een de band aangrijpend orgaan 38 dat bij voorkeur bestaat uit een opstaande, roteerbare van flens voorziene pen of rol is door middel van een armsamenstel 39 op de ondersteuningsring 32 gemonteerd om zo met deze laatste te bewegen gedurende de draaiing van de onder-30 steuningsring, terwijl het orgaan beweegbaar is ten opzichte van de ring 32 zowel in de algemene richting naar en van het rotatiemiddel-punt van de ring en in richtingen in het algemeen loodrecht op het vlak van rotatie van de ring 32. Zoals getoond in figuren 1 en 4 kan het armsamenstel 39 een L-vormig kniestuk 40 omvatten dat een arm 40a 35 heeft die in het algemeen evenwijdig loopt met het vlak van rotatie van de ring 32 en dat het bandgrijpend orgaan 38 omvat welk orgaan om- 8103942 * ψ -5- hoog loopt van zijn vrije eind, en een opstaande arm 40b waaraan vertikaal op afstand van elkaar gelegen scharnierpennen 41a en 41b zijn bevestigd. De in het algemeen evenwijdig lopende armen of verbindingen 42a en 42t> zijn bij één eind draaibaar verbonden met respectievelijk 5 pennen 41a en 41b terwijl de tegenovergelegen einden van deze armen of verbindingen 42a en 42b op respectievelijk de scharnierpennen 43a en 43b zijn gemonteerd, die op vertikale afstand van elkaar zijn gelegen in een kniestuk 44. Het kniestuk 44 kan om een pen 45 zwaaien die door de ondersteuningsring 32 wordt gedragen en die in het algemeen 10 loodrecht op het rotatievlak van deze ring staat. Het zal duidelijk zijn dat bij het zwaaien van de evenwijdige armen of verbindingen 42a en 42b om de scharnierpennen 43a en 43j> het de band grijpend orgaan 38 op en neer zal bewegen dat wil zeggen in richtingen in het algemeen loodrecht op het rotatievlak van de ring 32 waarbij het de band grij-15 pend orgaan 38 in het algemeen rechtop blijft staan gedurende zo'n beweging, terwijl bij het zwaaien van het kniestuk 44 om de pen 45 het de bandgrijpend orgaan 38 naar buiten van de ring 32 zal bewegen, bijvoorbeeld in de stand zoals getoond in fig. 1, of naar binnen na een stand boven de ring 32 bijvoorbeeld getoond in fig. 2.A belt engaging member 38, which preferably consists of an upright, rotatable flanged pin or roller, is mounted on the support ring 32 by an arm assembly 39 so as to move with the latter during the rotation of the support ring, while the member is movable relative to the ring 32 both in the general direction to and from the center of rotation of the ring and in directions generally perpendicular to the plane of rotation of the ring 32. As shown in Figures 1 and 4 the arm assembly 39 may include an L-shaped elbow 40 which has an arm 40a 35 generally parallel to the plane of rotation of the ring 32 and which includes the strap gripping member 38 which is height-5103942 * ψ -5- from its free end, and an upright arm 40b to which vertically spaced hinge pins 41a and 41b are attached. The generally parallel arms or links 42a and 42t are pivotally connected at one end to 5 pins 41a and 41b, respectively, while the opposite ends of these arms or links 42a and 42b are mounted on hinge pins 43a and 43b, respectively, which are are vertically spaced in an elbow 44. The elbow 44 can swing about a pin 45 carried by the support ring 32 and generally perpendicular to the rotational plane of this ring. It will be appreciated that when swinging the parallel arms or joints 42a and 42b about the hinge pins 43a and 43j the belt gripping member 38 will move up and down, i.e. in directions generally perpendicular to the rotational plane of the ring 32 wherein the strap gripping member 38 generally remains upright during such movement, while swinging the elbow 44 about the pin 45 will move the strap gripping member 38 outwardly from the ring 32, for example in the position as shown in Fig. 1, or inward after a position above the ring 32 shown in Fig. 2, for example.

20 Zoals getoond in de figuren 1 en 2 staat de arm 40a van het knie stuk 40 zijdeling onder een hoek ten opzichte van de armen of verbindingen 42ji en 42b zodat wanneer het de band grijpend orgaan 38 zich in de stand bevindt zoals getoond in fig. 2 boven de ring 32, het arm-samenstel 39 ongeveer overeenkomt met de kromming van de daaronder 25 gelegen ring. Zoals in het bijzonder in fig. 4 is getoond loopt een spanveer 46 diagonaal tussen de armen 42a en 42Jj, bijvoorbeeld van de scharnierpen 411a naar een verankering 46a die op de arm 42 is aangebracht nabij het scharnierpunt 43a om de armen 42a en 42b meegevend te dwingen naar beneden te zwaaien naar de ring 32. Een torsie-30 veer 47 is om de scharnierpen 45 aangebracht waarbij de tegenovergelegen einden van deze veer aan deze scharnierpen zijn bevestigd en tegen het kniestuk 45 liggen om het armsamenstel 39 meegevend te dwingen om de scharnierpen 45 te zwaaien tegen de richting van de wijzers van de klok zoals gezien in fig. 1, dat wil zeggen om het de band grij-35 pende orgaan 38 meegevend te dwingen naar de srand boven de ring 32 te bewegen zoals getoond in fig. 2. Het zwaaien van het armsamenstel 8103942 I * -6- 39 door de werking van de veer 47 kan worden beperkt door een stop-orgaan 48 (fig. 1) dat van de ring 32 omhoog loop dat kan worden gegrepen door de arm 40a, terwijl de benedenwaartse zwaaiing van het armsamenstel onder de werking van de veer 46 wordt beperkt doordat de 5 arm 42a en het kniestuk 40 in aangrijping komen met het bovenoppervlak van de ring 32.As shown in Figures 1 and 2, the arm 40a of the knee pad 40 is laterally angled with respect to the arms or joints 42ji and 42b so that when the strap gripping member 38 is in the position shown in Figs. 2 above the ring 32, the arm assembly 39 approximately corresponds to the curvature of the ring below it. As shown in particular in Fig. 4, a tension spring 46 extends diagonally between the arms 42a and 42Jj, for example from the hinge pin 411a to an anchoring 46a mounted on the arm 42 near the hinge point 43a to yield the arms 42a and 42b. forcing to swing down to the ring 32. A torsion spring 47 is disposed about the hinge pin 45 with the opposite ends of this spring attached to this hinge pin and resting against the elbow 45 to yield the arm assembly 39 to yield the hinge pin 45 to swing counterclockwise as seen in FIG. 1, that is, to force the belt gripping member 38 to yield to the edge above the ring 32 as shown in FIG. 2 The swinging of the arm assembly 8103942 I * -6- 39 by the action of the spring 47 can be limited by a stop member 48 (Fig. 1) which extends up from the ring 32 which can be gripped by the arm 40a, while the bene downward swing of the arm assembly under the action of the spring 46 is limited by the fact that the arm 42a and the elbow 40 engage the top surface of the ring 32.

Om het de band grijpend orgaan 38 in de in fig. 1 getoonde stand te leggen, wanneer de ring 32 in de niet werkzame stand is dat wil zeggen om het armsamenstel 39 op te lichten en dit samenstel naar buiten 10 te zwaaien ten opzichte van de ring 32 omvat de de bandinbrengende inrichting 31 verder een gebogen nokplaat 49 die op kniestukken 50 is gemonteerd (figuren 4 en 5) die door het onderstel 21 worden ondersteund om zo langs een deel van de nokring 32 te lopen en van deze laatste naar voren uit te wijken tot nabij de cassette 23. Een gebogen uit-15 steeksel 51 (figuren 1,2 en 4) loopt naar buiten en dan naar beneden van het kniestuk 40 nabij zijn arm 40b en is een glijdende aangrijping over de bovenrand 49_a van de nokplaat 49 om zo als een nokvolger te werken. Zoals getoond in fig. 5 is de rand 49a van de nokplaat 49 zo gevormd dat deze naar boven loopt ten opzichte van het rotatievlak 20 van de ring 32 (aangegeven door de gebroken lijn 32' in fig, 5) in de richting van het eind 49b van de nokplaat 49 die is afgelegen van de cassette 23 naar het eind 49c van de nokplaat nabij de cassette.To place the belt gripping member 38 in the position shown in Fig. 1, when the ring 32 is in the inoperative position, i.e. to lift the arm assembly 39 and swing this assembly outwardly relative to the ring 32, the belt introducing device 31 further comprises a curved cam plate 49 mounted on elbows 50 (Figures 4 and 5) supported by the undercarriage 21 so as to pass along a portion of the cam ring 32 and forward from the latter to deflect near the cassette 23. A curved projection 51 (Figures 1, 2 and 4) extends outward and then down from the elbow 40 near its arm 40b and is a sliding engagement over the top edge 49_a of the cam plate 49 to work as a cam follower. As shown in Fig. 5, the ridge 49a of the cam plate 49 is formed to run upward relative to the plane of rotation 20 of the ring 32 (indicated by the broken line 32 'in Fig. 5) toward the end 49b from the cam plate 49 remote from the cassette 23 to the end 49c of the cam plate near the cassette.

Aldus zal gedurende het draaien van de ring 32 tegen de wijzers van de klok van de stand in fig. 2 naar de niet werkzame stand in fig. 1 25 het gebogen uitsteeksel 51 dat als een nokvolger werkt in aangrijping komen met de bovenrand 49a^ van de nokplaat 49 bij het eind 49b en daarna langs de rand 49a; bewegen naar het eind 49c van de nokplaat om zowel het armsamenstel 39 tegen de kracht van de veer 46 op te heffen en het armsamenstel naar buiten te zwaaien van de ring 32 te-30 gen de kracht van de veer 47. Wanneer de ring 32 zich in zijn niet werkzame stand bevindt zoals getoond in fig. 1 plaats de nokplaat 49 het armsamenstel 39 zo dat het de band grijpende orgaan 38 op dit samenstel naar boven zal lopen in de opening 30 bij de achterkant van de cassette 23 en voor he^ deel van de band zal liggen dat tussen 35 de geleidingspennen 29 en 28 loopt en dat in de opening van de cassette blootligt. Het is natuurlijk de bedoeling dat het de band grijpende orgaan 38 in de stand zal liggen zoals getoond in fig. 1 voordat de 8103942 • -7- T f cassette 23 op de houder 22 wordt geplaatst op de hoogte zoals aangegeven in fig. 3 en dat verder de cassette 23 van boven naar beneden moet worden bewogen naar het niveau als getoond in fig. 3 bijvoorbeeld door de werking van de houder 22 die hierna in bijzonderheden 5 zal worden beschreven, waarbij de benedenwaartse beweging van de cassette zal leiden tot het in de cassette-opening 30 komen van het de band grijpende orgaan 38.Thus, when the ring 32 is rotated counterclockwise from the position in Fig. 2 to the inoperative position in Fig. 1, the curved projection 51 acting as a cam follower will engage the top edge 49a of the cam plate 49 at the end 49b and then along the edge 49a; move to the end 49c of the cam plate to both lift the arm assembly 39 against the force of the spring 46 and swing the arm assembly outwardly from the ring 32 against the force of the spring 47. When the ring 32 is in its inoperative position as shown in Fig. 1, the cam plate 49 positions the arm assembly 39 such that the belt gripping member 38 on this assembly will run upwardly into the opening 30 at the rear of the cassette 23 and in part of the tape will lie between the guide pins 29 and 28 and exposed in the opening of the cassette. It is, of course, intended that the tape gripping member 38 will be in the position shown in Figure 1 before the cassette 23 is placed on the holder 22 at the height shown in Figure 3 and further, that the cassette 23 must be moved from top to bottom to the level shown in Fig. 3, for example, by the action of the holder 22 which will be described in detail below, wherein the downward movement of the cassette will result in the the cassette opening 30 comes from the tape gripping member 38.

De ondersteuningsring 32 draagt verder een aantal geleidings-pennen 52, 53, 54, 55 en 56 die van de ring naar boven uitsteken en op af-10 standen van elkaar liggen langs ongeveer die helft van de ring 32 die diametraal tegenover het deel van de ring ligt waarlangs het armsamen-stel 39 loopt wanneer dit samenstel boven de ring ligt zoals getoond in fig. 2. De geleidingspennen 52-56 vormen een geleidingsbaan die op afstand ligt van de omtrek van de trommel 24 en die door de band 15 kunnen worden gegrepen zoals hierna zal worden beschreven, wanneer de inrichting 31 werkt om een deel van de band om een bepaald omtreks -deel van de trommel 24 te leggen.The support ring 32 further carries a plurality of guide pins 52, 53, 54, 55 and 56 projecting upwardly from the ring and spaced apart about about half of the ring 32 diametrically opposite the portion of the ring. ring along which the arm assembly 39 passes when this assembly is above the ring as shown in Fig. 2. The guide pins 52-56 form a guide path which is spaced from the periphery of the drum 24 and which can be passed through the belt 15 gripped as will be described hereinafter, when the device 31 acts to wrap a portion of the belt around a defined circumferential portion of the drum 24.

Ook is op de ondersteuningsring 32 tussen de geleidingspen 56 en de plaats van het de band aangrijpend orgaan 38 wanneer dit orgaan 20 boven de ring 32 is gelegen als getoond in fig. 2 een drukrolsamenstel 57 gemonteerd (fig. 1-3, 6 en 8). Zoals in het bijzonder in de figuren 6 en 8 is getoond omvat het knijprolsamenstel 57 een hefboomarm 58 die bij een eind om een scharnierpen 59 kan scharnieren die op de ring 32 is aangebracht waarvan het andere eind de ondereinden van opstaande 25 drukrollen 60a en 60b ondersteunt die naar de binnenkant van de ring 32 zijn gericht en waarvan de boveneinden zijn verbonden door een dwarsplaat 61. Een steunrol 62 is buitenwaarts gelegen ten opzichte van de drukrollen 60a en 60b en is bij zijn boven- en ondereinden verbonden met de dwarsplaat 61 en de hefboomarm 58. Het zwaaien van de 30 hefboomarm 58 ten opzichte van de ring 32 wordt op geschikte wijze beperkt door een pen 63 die op de ring 32 is bevestigd en die een in zijwaartse richting lopende lange gleuf 64 in de hefboomarm 58 grijpt.Also, on the support ring 32 between the guide pin 56 and the location of the belt engaging member 38 when this member 20 is located above the ring 32 as shown in FIG. 2, a pressure roller assembly 57 is mounted (FIGS. 1-3, 6 and 8 ). As shown in particular in Figures 6 and 8, the pinch roller assembly 57 includes a lever arm 58 which can pivot at one end about a pivot pin 59 mounted on the ring 32, the other end of which supports the lower ends of upstanding pressure rollers 60a and 60b which face the inside of the ring 32 and the top ends of which are connected by a cross plate 61. A support roller 62 is located outwardly from the pressure rollers 60a and 60b and is connected at its top and bottom ends to the cross plate 61 and the lever arm 58. The swinging of the lever arm 58 relative to the ring 32 is suitably limited by a pin 63 mounted on the ring 32 which engages a laterally extending long slot 64 in the lever arm 58.

De hefboomarm 58 wordt meegevend naar buiten gedreven ten opzichte van de ring 32 tot de grens van deze buitenwaartse beweging, die wordt bepaald door het samenwerken van de pen 63 en de gleuf 64, bijvoorbeeld door 35 een torsieveer 65 die om de scharnierpen 59 ligt en waarvan de tegen- 8103942The lever arm 58 is compliantly driven outwardly from the ring 32 to the limit of this outward movement, which is determined by the interaction of the pin 63 and the slot 64, for example, by a torsion spring 65 surrounding the hinge pin 59 and of which the counter 8103942

τ Vτ V

-8- over elkaar gelegen einden tegen een rand van de hefboomarm 58 en de pen 63 liggen.Overlapping ends lie against an edge of the lever arm 58 and the pin 63.

Een. kaapstander 66 (figuren 1-3, 6 en 7) is binnen de cirkelvormige loopbaan van de ring 32 geplaatst en zo gelegen dat de drukrollen 5 60a en 60b naast hem zullen liggen wanneer de ring 32 naar zijn werkzame stand (fig. 2) wordt gedraaid. Zoals in het bijzonder is getoond in fig. 7 omvat het kaapstandersamenstel 66 een kaapstander 67 die in een leger 68 is gelegerd dat op het onderstel 21 is gemonteerd en wordt de kaapstander geroteerd door een motor (niet getoond) die onder 10 het onderstel is gelegen. Het boveneind van de kaapstander 67 is door een koppeling 69 roteerbaar gekoppeld met een aandrijfrol 70 die een van groeven voorzien oppervlak heeft en in een leger 71 is gelegerd dat wordt ondersteund door een arm 72 die van het onderstel 21 naar boven loopt.A. capstan 66 (Figures 1-3, 6 and 7) is positioned within the circular raceway of ring 32 and located so that pressure rollers 560a and 60b will be adjacent to him when ring 32 is moved to its operative position (Figure 2) rotated. As shown in particular in Fig. 7, the capstan assembly 66 includes a capstan 67 alloyed in a bearing 68 mounted on the chassis 21 and the capstan is rotated by a motor (not shown) located below the chassis . The upper end of the capstan 67 is rotatably coupled by a clutch 69 to a driving roller 70 which has a grooved surface and is mounted in a bearing 71 supported by an arm 72 extending upward from the chassis 21.

15 De getoonde inrichting voor het inbrengen van de band 31 omvat verder een druksamenstel 73 (fig. 1,2 en 3) dat zoals hierna in bijzonderheden zal worden beschreven de drukrollen 60a en 60b tegen de kaapstander 67 kan drukken waarbij de band tussen deze delen ligt wanneer de ring 32 zijn werkzame stand zoals getoond in fig. 2 heeft ingenomen.The shown belt insertion device 31 further comprises a pressure assembly 73 (Figures 1, 2 and 3) which, as will be described in detail below, can press the pressure rollers 60a and 60b against the capstan 67 with the belt between these parts lies when the ring 32 has assumed its operative position as shown in Fig. 2.

20 Het samenstel 73 omvat een drukorgaan 74 dat buiten de loopbaan van de ring 32 is gelegen en dat scharnierbaar om een pen 75 is gemonteerd die op het onderstel 21 is aangebracht (fig. 3) om zo naar en van de ring 32 te kunnen zwaaien. Bij zijn naar de ring 32 toegekeerde kant heeft het drukorgaan 74 een flens 74a die wanneer de ring 25 32 zich in zijn werkzame stand bevindt (fig. 2) en het drukorgaan 74 in de richting naar de ring 32 is gezwaaid de steunrol 62 van het druk-rolsamenstel 57 grijpt om de hefboomarm 58 tegen de kracht van de veer 65 te zwaaien en daardoor de drukrollen 60a en 60b tegen dë kaapstander 67 te drukken. Een veer 76 is verbonden met het drukorgaan 74 om deze 30 laatste in de stand zoals getoond in fig. 1 te drijven waarbij zijn flens 74^ op afstand ligt van de bewegingsbaan van het drukrolsamen-stel 57 en de ring 32. Een tuimelaar 77 is tussen zijn onder een rechte hoek staande armen 77a en 77b draaibaar gemonteerd op een scharnierpen 78 die door een stift 79 wordt gedragen (fig. 3) die 35 naar boven loopt vanaf het onderstel 21. Een bladveer 80 loopt van de tuimelaararm 77b en kan een flens 74b grijpen die aan de zijkant van het drukorgaan 74 is gevormd die van dë ring 32 is afgekeerd zodat 8103942 τ * -9- wanneer de tuimelaar 77 tegen de richting van de wijzers van de klok wordt gezwaaid, bijvoorbeeld van de stand zoals getoond in fig. 1 naar de stand zoals getoond in fig. 2, de bladveer 80 zodanig op de flens 74b van het drukorgaan 74 werkt dat deze laatste naar de ring 32 wordt 5 gezwaaid tegen de kracht van de veer 76. De andere arm 77a van de tuimelaar 77 loopt boven de baan van de ring 32 en ondersteunt bij zijn vrije eind een as 81 waarop een van een rubberen band voorzien wiel 82 excentrisch roteerbaar is ter hoogte van de van een groef voorziene aandrijf-rol 70 die is gekoppeld met de kaapstander 67 (fig. 3). Vanwege zijn 10 excentrische montering heeft het wiel 82 diametraal tegenover elkaar liggende omtreksdelen die respectievelijk op een maximale en minimale afstand van zijn rotatieas liggen en daartussen gelegen omtreksdelen met een in toenemende mate afnemende afstand van de rotatieas die wordt bepaald door de as 81.The assembly 73 comprises a pressure member 74 located outside the raceway of the ring 32 and pivotally mounted about a pin 75 mounted on the chassis 21 (fig. 3) so as to swing to and from the ring 32 . On its side facing the ring 32, the pressure member 74 has a flange 74a which, when the ring 25 32 is in its operative position (FIG. 2) and the pressure member 74 is pivoted toward the ring 32, the support roller 62 of the thrust roller assembly 57 engages to swing the lever arm 58 against the force of the spring 65 and thereby push the thrust rollers 60a and 60b against the capstan 67. A spring 76 is connected to the pressure member 74 to drive the latter into the position shown in Fig. 1 with its flange 74 ^ spaced from the path of movement of the pressure roller assembly 57 and ring 32. A rocker arm 77 is between its right-angled arms 77a and 77b, it is rotatably mounted on a hinge pin 78 carried by a pin 79 (Fig. 3) that extends upwardly from the chassis 21. A leaf spring 80 extends from the rocker arm 77b and may flange 74b formed on the side of the push member 74 which faces away from the ring 32 so that when the rocker arm 77 is turned counterclockwise, for example, from the position as shown in 8103942 τ * -9- Fig. 1 to the position shown in Fig. 2, the leaf spring 80 acts on the flange 74b of the presser 74 so that the latter is swung toward the ring 32 against the force of the spring 76. The other arm 77a of the rocker arm 77 runs above the orbit of the ring 32 and at its free end supports a shaft 81 on which a rubber banded wheel 82 is eccentrically rotatable at the grooved drive roller 70 coupled to the capstan 67 (FIG. 3). Because of its eccentric mounting, the wheel 82 has diametrically opposed circumferential parts which are respectively a maximum and minimum distance from its axis of rotation and circumferential parts therebetween with an increasingly decreasing distance from the axis of rotation defined by the axis 81.

15 Het samenstel 73 omvat verder een eerste vergrendelinrichting 83 in de vorm van een grendelhefboom die tussen zijn einden zoals bij 84 draaibaar is gemonteerd en die door een veer 85 in de richting van de wijzers van de klok wordt gedreven naar de stand zoals getoond in fig.The assembly 73 further includes a first locking device 83 in the form of a locking lever rotatably mounted between its ends as at 84 and driven by a spring 85 clockwise to the position as shown in FIG. .

1 waar een einddeel 83a van de grendelhefboom 83 onder de ring 32 20 loopt en een houder 83b bij het tegenovergelegen eind van de grendelhefboom 83 die in aangrijping is met een flens 77c die van het vrije eind van de tuimelaararm 77b naar beneden hang om het zwaaien van de tuimelaar 77 in de richting van de wijzers van de klok naar de stand zoals getoond in fig. 1 te beperken. Wanneer de tuimelaar 77 zich in 25 de stand zoals getoond in fig. 1 bevindt waarbij deze stand wordt bepaald door de aangrijping van de grendelhefboom 83 met de tuimelaar is de afstand tussen de rotatieas van het excentrische aandrijftviel 82 en het oppervlak van de van een groef voorziene aandrijfrol 70 iets groter dan de minimum afstand tussen de rotatieas van het aandrijfwiel 30 82 en de omtrek van het wiel en is bijgevolg het wiel 82 op afstand gelegen van de rol 70 en wordt dit wiel 82 niet door de rol 70 aangedreven. Om de grendelhefboom 83 vrij te geven hangt van de ring 32 een aanstootorgaan of pen 86 (figuren 1,2 en 8) naar beneden onder het drukrolsamenstel 57 waarbij deze pen 86 zodanig is gelegen dat hij 35 het einddeel 83^ van de grendelhefboom 83 kan grijpen om deze laatste in-de richting tegen de wijzers van de klok te zwaaien en daardoor de houder 83b van de tuimelaar 77 vrij te maken, wanneer de ring 32 naar 8103942 *- m -10- zijn werkzame stand zoals getoond in fig. 2 beweegt.1 where an end portion 83a of the latch lever 83 extends below the ring 32 and a holder 83b at the opposite end of the latch lever 83 which engages a flange 77c that hangs down from the free end of the rocker arm 77b to swing of the rocker arm 77 in a clockwise direction to the position shown in Fig. 1. When the rocker arm 77 is in the position as shown in Fig. 1, this position being determined by the engagement of the locking lever 83 with the rocker arm, the distance between the axis of rotation of the eccentric drive valve 82 and the surface of the groove provided drive roller 70 is slightly greater than the minimum distance between the axis of rotation of the drive wheel 82 and the circumference of the wheel, and therefore the wheel 82 is spaced from the roller 70 and this wheel 82 is not driven by the roller 70. To release the locking lever 83, an abutment member or pin 86 (Figures 1, 2 and 8) hangs from the ring 32 below the pressure roller assembly 57, with this pin 86 positioned to accommodate the end portion 83 of the locking lever 83 to swing the latter counterclockwise, thereby releasing the holder 83b of the rocker arm 77, when the ring 32 moves to its operating position as shown in FIG. 2 moves.

Wanneer de houder 83b van de grendelhefboom 83 aldus is vrij-gekQmen van de ruimelaar 77 wordt de werking van de veer 76 op het drukorgaan 74· door de veer 80 overgebracht naar de tuimelaar 77 om 5 deze laatste verder in de richting van de wijzers van de klok te zwaaien en daarbij het wiel 82 tegen de roterende rol 70 aan te brengen. Het wiel 82 wordt aldus door de rol 70 geroteerd en komen gedurende deze rotatie omtreksdelen van het wiel 82 met een geleidelijk toenemende afstand van de rotatieas van het wiel 82 tegenover de rol 10 70 waarbij deze rotatieas die wordt bepaald door de as 81, van de rol 70 af wordt bewogen en de tuimelaar: 77 in de richting tegen de wijzers van de klok wordt gezwaaid naar de stand zoals getoond in fig. 2.When the holder 83b of the locking lever 83 is thus released from the reamer 77, the action of the spring 76 on the pressure member 74 is transferred by the spring 80 to the rocker arm 77 to continue the latter in the clockwise direction. swing the clock, thereby placing the wheel 82 against the rotating roller 70. The wheel 82 is thus rotated by the roller 70 and, during this rotation, circumferential parts of the wheel 82 move at a gradually increasing distance from the axis of rotation of the wheel 82 opposite the roller 10, this axis of rotation defined by the axis 81 from the roll 70 is moved and the rocker arm: 77 is swung counterclockwise to the position shown in fig. 2.

De beschreven zwaaiing van de tuimelaar 77 wordt door de veer 80 overgebracht naar het drukorgaan 74· om de flens 74-a daarvan tegen de 15 steunrol 62 te drukken en daardoor de drukrollen 60a en 60b tegen de kaapstander 67 te drijven.The described swing of the rocker arm 77 is transferred by the spring 80 to the pressure member 74 to press the flange 74-a thereof against the support roller 62 and thereby drive the pressure rollers 60a and 60b against the capstan 67.

Om de drukrollen 60a en 60b tegen de kaapstander 67 aan te houden, om de band gedurende de werking van de inrichting 20 aan te drijven voor het opnemen of weergeven van signalen op de band T, omvat het 20 samenstel 37 verder een tweede grendelinrichting 87 die een grendelhefboom 88 omvat die bij een eind zoals bij 89 draaibaarjs gemonteerd en die door een veer 90 in de stand zoals getoond in fig. 2 wordt gedreven, in welke stand het vrije eind van de hefboom 88 de terugkerende zwaaiing in de richting van de wijzers van de klok van de tuimelaar 25 77 blokkeert. De grendelinrichting 87 omvat verder een vrijgeefhef boom 91 die tussen zijn einden zoals bij 92 draaibaar is gemonteerd en waarvan één eind tegen een flens 88a van de grendelhefboom 88 kan liggen waarbij het andere eind van de vrijgeefhefboom 91 door een pen en gleufverbinding 93 is verbonden met het anker 94· van een solenoide 30 95. Het anker 94· wordt door een veer (niet getoond) in zijn uitgezette stand gedreven zoals getoond in fig. 1 zodat de vrijgeefhefboom 91 de grendelhefboom 88 in de stand drukt die met volle lijnen in fig. 1 is aangegeven en waarin deze vrij van de tuimelaar 77 is. Wanneer echter de solenoide 95 wordt bekrachtigd wordt het anker 94· ingetrokken zoals 35 met volle lijnen is aangegeven in fig. 2 zodat de veer 90 de grendelhefboom 88 omhoog brengt en het vrije eind van deze hefboom in aan- 8103942 r · -11- grijping komt met de tuimelaar 77 nadat deze laatste is gezwaaid in aanspreking op een draaien van het wiel 82 zoals hierboven is beschreven.To hold the pressure rollers 60a and 60b against the capstan 67, to drive the tape during the operation of the device 20 for recording or reproducing signals on the tape T, the assembly 37 further includes a second locking device 87 a locking lever 88 which is rotatably mounted at one end such as at 89 and which is driven by a spring 90 into the position as shown in Fig. 2, in which position the free end of the lever 88 returns the clockwise swing of the tumbler clock 25 77. The latch 87 further includes a release lever 91 rotatably mounted between its ends as at 92 and one end of which can rest against a flange 88a of the lock lever 88 with the other end of the release lever 91 connected by a pin and slot connection 93 to the armature 94 of a solenoid 95. The armature 94 is driven by a spring (not shown) into its expanded position as shown in Fig. 1 so that the release lever 91 presses the latching lever 88 into the position with solid lines in Fig. 1. 1 and in which it is free from the rocker arm 77. However, when the solenoid 95 is energized, the armature 94 is retracted as indicated by solid lines in FIG. 2 so that the spring 90 raises the locking lever 88 and engages the free end of this lever. with the rocker arm 77 after the latter has been swung in response to a rotation of the wheel 82 as described above.

De bekrachtiging van de solenoide 95 wordt geregeld door een 5 normaal open schakelaar 96 die wordt gesloten om de solenoide te bekrachtigen wanneer een bedieningsinrichting 97 voor de schakelaar naar rechts is geplaatst vanuit de stand zoals getoond inf ig. 1. Zo'n verplaatsing van de bedieningsinrichting 97 wordt tot stand gebracht door een hefboom 98 die in aangrijping is daarmee en die bij 99 draaibaar 10 is gemonteerd om zo onder de baan van de ring 32 te lopen -naar een flens 100 op de hefboom 98 die door een pen 101 (fig. 8) kan worden gegrepen welke pen een benedenwaartse verlenging van de scharnierpen 59 kan zijn. Wanneer de ring aldus in zijn werkzame stand beweegt zoals getoond in fig. 2 grijpt de pen 101 de flens 100 om de hefboom 98 15 vanuit de stand in fig.1 naar de stand in fig. 2 te zwaaien waardoor de bedieningsinrichting 97 wordt verplaatst om de schakelaar 96 te sluiten en daardoor de solenoide 95 te bekrachtigen.The actuation of the solenoid 95 is controlled by a normally open switch 96 which is closed to energize the solenoid when an actuator 97 for the switch is positioned to the right from the position as shown in FIG. 1. Such displacement of the operating device 97 is accomplished by a lever 98 engaged therewith and mounted pivotally at 99 so as to run under the path of the ring 32 to a flange 100 on the lever. 98 which can be gripped by a pin 101 (Fig. 8) which pin can be a downward extension of the hinge pin 59. Thus, when the ring moves into its operative position as shown in Fig. 2, the pin 101 grips the flange 100 to swing the lever 98 15 from the position in Fig. 1 to the position in Fig. 2, thereby moving the actuator 97 to to close the switch 96 and thereby energize the solenoid 95.

Qm de band die uit de cassette is getrokken verder te geleiden heeft de inrichting 20 vaste geleidingspennen 102 en 103 die achter 20 de plaats van de cassette 23 zijn gelegen wanneer deze laatste op de houder 22 ligt en naast de geleidingspennen 28 en 29 van de cassette.In order to further guide the tape pulled from the cassette, the device 20 has fixed guide pins 102 and 103 located behind the location of the cassette 23 when the latter is on the holder 22 and adjacent to the guide pins 28 and 29 of the cassette .

Verder is een vaste geleidingspen 104 nabij de trommel 24 gelegen ongeveer op een lijn die tangentieel van de geleidingspen 102 naar het oppervlak van de trommel 24 loopt en is een geleidingspen 105 25 nabij de trommel 24 gelegen ongeveer op een lijn die tangentieel tussen de trommel 24 en de kaapstander 67 loopt. Zoals dit in het bijzonder duidelijk in fig. 3 is weergegeven staat de geleidingspen 104 in wezen rechtop en reikt tot een hoogte die overeenkomt met die van de band die uit de cassette 23 is getrokken en staat de geleidingspen 105 30 onder een hoek met de verticaal om zo in wezen loodrecht op het rotatievlak van de ring 32 te staan terwijl deze pen tot een hoogte reikt die in wezen lager is dan die van de geleidingspen 104 om in aangrijping te komen met het deel van de band dat van het oppervlak van de trommel 24 naar het de band grijpend orgaan 38 loopt wanneer 35 de ring 32 zich in zijn werkzame stand bevindt zoals aangegeven in de figuren 2 en 3.Furthermore, a fixed guide pin 104 is located near the drum 24 approximately on a line tangentially extending from the guide pin 102 to the surface of the drum 24 and a guide pin 105 25 is located near the drum 24 approximately on a line tangentially between the drum 24 and the capstan 67 is running. As is particularly clearly shown in FIG. 3, the guide pin 104 is substantially upright and extends to a height corresponding to that of the tape pulled from the cassette 23, and the guide pin 105 30 is angled to the vertical so as to be substantially perpendicular to the rotational plane of the ring 32 as this pin extends to a height substantially lower than that of the guide pin 104 to engage the portion of the belt that is off the surface of the drum 24 runs to the belt gripping member 38 when the ring 32 is in its operative position as shown in FIGS. 2 and 3.

8103942 -12- ♦ ψ8103942 -12- ♦ ψ

Een vaste magnetische opname- en/of weergavekop is op het onderstel 21 gemonteerd tussen de kaapstander 66 en de geleidingspen 105 om zo door de band te worden gegrepen wanneer de ring 32 zich in zijn werkzame stand bevindt en kan zo'n vaste magnetische kop 106 worden 5 gebruikt voor het opnemen en/of weergeven van audio- en/of regelsigna-len op de band terwijl de roterende kop of koppen 25 kunnen worden gebruikt voor het opnemen en/of weergeven van videosignalen in schuin-lopende banen die schuin over de band lopen.A fixed magnetic recording and / or reproducing head is mounted on the chassis 21 between the capstan 66 and the guide pin 105 so as to be gripped by the band when the ring 32 is in its operative position and such a fixed magnetic head 106 are used for recording and / or reproducing audio and / or control signals on the tape, while the rotating head or heads 25 can be used for recording and / or reproducing video signals in oblique trajectories obliquely across the walking tire.

Om de draaiing van de ring 32 naar zijn werkzame stand zoals 10 getoond in fig. 2 en de terugkerende beweging van de ring naar zijn niet werkzame stand zoals getoond in fig. 1 te beperken heeft de inrichting 31 grensschakelaars 107 en 108 (figuren 1 en 2) die op geschikte wijze op het onderstel zijn gemonteerd nabij de ring 32 en die be-dieningsorganen 107' en 108' hebben die selectief worden ingedrukt door 15 een schakelaar bediend orgaan 109 dat op cfe ring is bevestigd. De bedie-ningsorganen 107' en 108' worden door het orgaan 109 ingedrukt wanneer de ring 32 zich respectievelijk in zijn werkzame en in zijn niet werkzame stand bevindt. De schakelaars 107 en 108 zijn normaal gesloten en worden slectief geopend door de aangrijping van het de schakelaar 20 bedienende orgaan 109 met een respectievelijk bedieningsorgaan 107' en 108[. De inrichting 31 heeft verder een normaal gesloten schakelaar 110 die ook op het onderstel nabij de ring 32 is gemonteerd en die op een betrekkelijk kleine hoekafstand bijvoorbeeld ongeveer 30° in de richting tegen de wijzers van de klok van de schakelaar 107 is gemon-25 teerd gezien in de figuren 1 en 2, zodat het bedieningsorgaan 110' van de schakelaar 110 door op de schakelaar in werking brengende orgaan 109 zal worden gegrepen om de gewoonlijk gesloten schakelaar 110 te openen wanneer de ring 32 over de genoemde betrekkelijk kleine hoekafstand in de richting tegen de wijzers van de klok wordt gedraaid van zijn werk-30 zame stand zoals getoond in fig. 2.To limit the rotation of the ring 32 to its operative position as shown in Fig. 2 and the return movement of the ring to its inoperative position as shown in Fig. 1, the device 31 has limit switches 107 and 108 (Figs. 1 and 2) which are suitably mounted on the chassis near the ring 32 and which have actuators 107 'and 108' selectively depressed by a switch actuated member 109 mounted on the ring. The actuators 107 'and 108' are depressed by the member 109 when the ring 32 is in its operative and non-operative positions, respectively. The switches 107 and 108 are normally closed and are opened selectively by the engagement of the switch actuator 109 with a respective actuator 107 'and 108 [. The device 31 further has a normally closed switch 110 which is also mounted on the chassis near the ring 32 and which is mounted at a relatively small angular distance, for example, approximately 30 ° counterclockwise of the switch 107 as seen in FIGS. 1 and 2, so that the actuator 110 'of the switch 110 will be gripped by the actuator 109 on the switch to open the normally closed switch 110 when the ring 32 moves over said relatively small angular distance in the direction is turned counterclockwise from its operating position as shown in Fig. 2.

In fig. 9 is te zien dat de regelingen voor de bandinbrengende inrichting 31 verder een "speel"-schakelaar 111, een "ogenblikkelijke" stopschakelaar 112 en een "volledige" stop-schakelaar 113 omvatten die nabij elkaar kunnen zijn aangebracht op een regelpaneel van de opneem 35 en weergeefinrichting 20 en die gewoonlijk open zijn zoals getoond.In FIG. 9, it can be seen that the controls for the tape introducing device 31 further include a "play" switch 111, an "instantaneous" stop switch 112, and a "full" stop switch 113 which may be arranged adjacent to one another on a control panel of the recording 35 and display device 20 and which are usually open as shown.

De schakelaars 111, 112 en 113 zijn selectief in hun gesloten standen te brengen bijvoorbeeld door met de hand de respectievelijke druk- 8103942 4Τ * -13- knoppen te bedienen. Verder kunnen elk van de schakelaars 111, 112 en 113 in hun gesloten standen worden gehouden door middel van gebruikelijke mechanische vergrendelinrichtingen nadat elk van de respectievelijke drukknoppen zijn bediend, en zijn de vergrendelinrichtingen op 5 gebruikelijke wijze mechanisch met elkaar verbonden zoals schematisch is aangegeven door de streep-punt-lijn 114· in fig. 14 zodat bij het in zijn gesloten stand brengen van elk van de schakelaars 111, 112 en 113 elke andere van de schakelaars 111, 112 en 113 die daarvoor in zijn gesloten stand gehouden of is vergrendeld wordt vrijgegeven en terugkeert 10 in zijn normale open stand. De schakelaars 112 en 113 zijn verder samengevoegd of mechanisch met elkaar verbonden zoals aangegeven door de gebroken lijn 115 en 116 met de omkeerschakelaars respectievelijk 112' en 113'. De schakelaars 112' en 113' sluiten normaal hun respectievelijke contacten a wanneer de schakelaars 112 en 113 zich in hun nor-15 maal open standen bevinden. In aanspreking op het sluiten van de schakelaars 112 en 113 worden de samengevoegde schakelaars 112* en 113' respectievelijk bediend om in aangrijping te komen met hun contacten t). De schakelaars 112 en 113 zijn verder samengevoegd of mechanisch verbonden met respectievelijk de schakelaars 112f'en 113'’ die normaal 20 zijn gesloten en in hun open standen worden gebracht in aanspreking op het sluiten van de schakelaars respectievelijk 112 en 113.The switches 111, 112 and 113 can be selectively brought into their closed positions, for example, by manually operating the respective push buttons 8103942 4 * -13. Furthermore, each of the switches 111, 112 and 113 can be held in their closed positions by conventional mechanical locking devices after each of the respective pushbuttons have been actuated, and the locking devices are mechanically connected to each other as indicated schematically by the dash-dotted line 114 in FIG. 14 so that when each of switches 111, 112 and 113 is brought into its closed position, each of the switches 111, 112 and 113 previously held in its closed position or locked is locked released and returns 10 to its normal open position. Switches 112 and 113 are further joined or mechanically connected as indicated by the broken line 115 and 116 with the reversing switches 112 'and 113', respectively. Switches 112 'and 113' normally close their respective contacts a when switches 112 and 113 are in their normally open positions. In response to the closing of switches 112 and 113, the combined switches 112 * and 113 'are actuated to engage their contacts t), respectively. The switches 112 and 113 are further joined or mechanically connected to the switches 112f 'and 113' 'which are normally closed and brought into their open positions in response to the switches 112 and 113 closing, respectively.

Zoals getoond is de omkeerbare gelijkstroommotor 35 voor het aandrijven van de ondersteuningsring 32 verbonden met de tegenover elkaar gelegen klemmen van een elektrische bron E via de in serie liggende scha-25 kelaars 111 en 107 en via de contacten a van de in serie liggende schakelaars 112 en 113. Wanneer de "speel"-schakelaar 111 is gesloten en de schakelaars 112' en 113’ in hun normale standen liggen zoals aangegeven met volle lijnen in fig. 16 zal aldus stroom door de motor 35 lopen in de richting van de pijl 119 tot het moment dat de grensschakelaar 107 30 wordt geopend, waarbij deze stroom door de motor 35 een rotatie van zijn as in de richting van de pijl 119 de figuren 1 en 2 tot stand brengt voor het draaien van de ring 32 in de richting van de wijzers van de klok. De schakelaars 112 en 110 zijn in serie met elkaar verbonden tussen één eindklem van de bron E en een knooppunt 121 tussen de motor - 35 35 en het contact a van de schakelaar 112' terwijl een geleider 122 van het knooppunt 123 tussen de motor 35 en de grensschakelaar 107 loopt en met het contact bi van beide schakelaars 112' en 113' is 8103942 -14- verbonden. De schakelaars 113 en 108 zijn in serie verbonden tussen een eindklem van de bron E en een knooppunt 124 tussen de schakelaar 112' en een contact a van de schakelaar 113'. Tenslotte is in fig. 16 getoond dat de schakelaars 112" en 113" in serie zijn verbonden met 5 de hiervoor beschreven schakelaar 96 in de kringloop voor het bekrachtigen van de solenoide 95 van de grendelinrichting 87. Wanneer de schakelaar 112 of de schakelaar 113 is gesloten is het effect van zo'n sluiting en van de daaruit voortvloeiende bediening van de omkeer-schakelaar 112' of 113'· dat de stroom door de motor 35 in de richting 10 van de pijl 120 in fig. 16 loopt met als gevolg dat de motor in de richting van de pijl 120' in de figuren 1 en 2 wordt geroteerd om de ondersteuningsring 32 in de richting tegen de wijzers van de klok te draaien.As shown, the reversible DC motor 35 for driving the support ring 32 is connected to the opposite terminals of an electrical source E through the series switches 111 and 107 and through the contacts a of the series switches 112 and 113. When the "play" switch 111 is closed and switches 112 'and 113' are in their normal positions as indicated by solid lines in FIG. 16, current will thus flow through motor 35 in the direction of arrow 119 until the limit switch 107 30 is opened, this current through the motor 35 causing a rotation of its axis in the direction of the arrow 119 in Figures 1 and 2 to rotate the ring 32 in the direction of the hands of the clock. The switches 112 and 110 are connected in series between one end terminal of the source E and a node 121 between the motor 35 and the contact a of the switch 112 'while a conductor 122 of the node 123 between the motor 35 and limit switch 107 is running and 8103942 -14- is connected to contact bi of both switches 112 'and 113'. The switches 113 and 108 are connected in series between an end terminal of the source E and a node 124 between the switch 112 'and a contact a of the switch 113'. Finally, in Fig. 16 it is shown that switches 112 "and 113" are connected in series with the previously described switch 96 in the circuit for energizing the solenoid 95 of the latch 87. When the switch 112 or the switch 113 is When closed, the effect of such a closure and the consequent actuation of the reversing switch 112 'or 113' · is that the current flows through the motor 35 in the direction of the arrow 120 in FIG. 16, with the result that the motor is rotated in the direction of the arrow 120 'in Figures 1 and 2 to rotate the support ring 32 counterclockwise.

De hierboven beschreven bandinbrengende inrichting 31 werkt 15 als volgt:The belt-introducing device 31 described above operates as follows:

Met de ring 32 oorspronkelijk in zijn niet werkzame stand zoals getoond in fig. 1, en een cassette 23 op de houder 22 gelegen, loopt het de band grijpend orgaan 38 omhoog in de opening 30 aan de achterkant van de cassette en grijpt aan de voorkant van het banddeel 20 dat bij deze opening blootligt. Bij het sluiten van de "speel"-schakelaar 111 stroomt electrische stroom van de bron E door de schakelaars 111 en 107, door de motor 35 in de richting van de pijl 119 en dan door de contacten a_ van de schakelaars 112' en 113' terug naar de bron.With the ring 32 originally in its inoperative position as shown in Fig. 1, and a cassette 23 located on the holder 22, the tape gripping member 38 runs up into the opening 30 at the rear of the cassette and engages at the front of the tape portion 20 exposed at this opening. When closing the "play" switch 111, electric current from source E flows through switches 111 and 107, through motor 35 in the direction of arrow 119 and then through contacts a_ of switches 112 'and 113' back to the source.

De motor 35 wordt aldus in de richting van de pijl 119' in fig. 1 aan-25 gedreven om de ring 32 in de richting van de wijzers van de klok te roteren. Gedurende het begin van zo'n rotatie in de richting van de wijzers van de klok van de ring 32 van zijn niet werkzame stand af wordt het de band grijpende orgaan 38 met de ondersteuningsring bijvoorbeeld naar de stand zoals getoond met gebroken lijnen bij 38^ van 30 fig. 1 bewogen en trekt de band uit de cassette om een bandlus L te vormen. Vanwege de samenwerking van de nokplaat 49 en omgebogen uitsteeksel 51 dat als een nokvolger werkt wordt gedurende de beginnende beweging van de ring 32 uit zijn niet werkzame stand het armsamenstel 39 in een stand gebracht ongeveer boven de ring 32 zoals aangegeven 35 met gebroken lijnen bij 39a in fig. 1. Er zal worden opgemerkt dat de aldus gevormde bandlus L een deel omvat dat tussen het de band grijpende orgaan 38 en de geleidingspen 102 loopt en dat naar de 8103942 -15- trommel 24 is gericht en een deel dat tussen het de band grijpende orgaan 38 en de geleidingspen 103 loopt en dat van de geleidingstrom-mel is afgericht. Gedurende de beginnende draaiing in de richting van de wijzers van de klok van de ondersteuningsring 32 komen het drukrol-5 samenstel 57 en de nabij gelegen geleidingspen 56 in de lus L tussen de delen en en wanneer deze rotatie van de ring 32 wordt voortgezet, bijvoorbeeld tot de werkzame stand zoals getoond in fig. 2 wordt de bandlus steeds langer, bijvoorbeeld zoals aangegeven bij L’ in fig. 2 en komen de andere geleidingspennen 55, 54, 53 en 52 opeen-10 volgend in de aldus vergrote lus. De beweging van het drukrolsamenstel 57 en de opeenvolgende geleidingspennen 56-52 in de zich in toenemende mate vergrotende lus onder het deel van de band dat tussen de geleidingspennen 102 en 104 loopt wordt mogelijk gemaakt door het beschreven hellende rotatievlak van de ondersteuningsring 32 waardoor de ring 32 en 15 de door deze ring gedragen delen zich op een betrekkelijk laag niveau bevinden bij het deel van de ring tussen de trommel 24 en de cassette 23.Motor 35 is thus driven in the direction of arrow 119 'in FIG. 1 to rotate ring 32 in a clockwise direction. For example, during the beginning of such a clockwise rotation of the ring 32 away from its inoperative position, the belt gripping member 38 with the support ring becomes, for example, to the position as shown by broken lines at 38 ° of Fig. 1 moved and pulls the tape out of the cassette to form a tape loop L. Due to the cooperation of the cam plate 49 and bent projection 51 acting as a cam follower, during the initial movement of the ring 32 from its inoperative position, the arm assembly 39 is positioned approximately above the ring 32 as indicated 35 with broken lines at 39a. in Fig. 1. It will be noted that the belt loop L thus formed comprises a part which runs between the belt gripping member 38 and the guide pin 102 and which faces the drum 24103942-15 and a part which is between the belt gripping member 38 and the guide pin 103 are running and that of the guide drum is facing away. During the initial clockwise rotation of the support ring 32, the pressure roller-5 assembly 57 and the adjacent guide pin 56 enter the loop L between the parts and and as this rotation of the ring 32 is continued, for example until the operative position as shown in Fig. 2, the tape loop becomes progressively longer, for example, as indicated at L 'in Fig. 2, and the other guide pins 55, 54, 53 and 52 consecutively follow in the thus enlarged loop. The movement of the pressure roller assembly 57 and the successive guide pins 56-52 in the increasingly expanding loop under the portion of the belt running between the guide pins 102 and 104 is enabled by the described inclined plane of rotation of the support ring 32 through which the ring 32 and 15, the parts carried by this ring are at a relatively low level at the part of the ring between the drum 24 and the cassette 23.

Gedurende de beschreven rotatie van de ring 32 in de richting van de wijzers van de klok naar zijn werkzame stand zoals getoond in 20 fig. 2 wordt het deel L'^ van de zich in toenemende mate vergrotende lus L' om een wezenlijk omtreksdeel van de trommel 24 gewonden en wordt het deel van de band aan die kant van de lus die van de trommel 24 naar het de band grijpende orgaan 38 loopt nabij de kaapstander 67 en de vaste magnetische kop 106 gebracht zoals getoond in fig. 2. Wanneer de band-25 lus in toenemende mate wordt verlengd wordt verder het andere deel L'^ van de band dat van het de band grijpende orgaan 38 naar de geleidingspen 103 loopt gegrepen door de geleidingspennen 52-56 op de ring 32 en bepalen deze geleidingspennen 52-56 een geleidingsbaan om het deel L'2 van de verlengde lus van het oppervlak van de trommel 24 af te 30 houden.During the described rotation of the ring 32 in a clockwise direction to its operative position as shown in Fig. 2, the portion L '^ of the increasingly enlarging loop L' is wrapped around an essential peripheral portion of the drum 24 is wound and the portion of the tape on that side of the loop running from the drum 24 to the tape gripping member 38 is brought near the capstan 67 and the fixed magnetic head 106 as shown in FIG. 2. When the tape In addition, the loop is increasingly extended, the other portion L '1 of the belt running from the belt gripping member 38 to the guide pin 103 is gripped by the guide pins 52-56 on the ring 32 and defines these guide pins 52-56 a guiding path to keep the portion L 2 of the elongated loop from the surface of the drum 24.

Vanwege het hellende rotatievlak van de ring 32 wordt het de band aangrijpende orgaan 38 tot een betrekkelijk laag niveau bewogen wanneer het de stand zoals getoond in fig. 2 bereikt, zodat het deel L'^ van de bandlus L' dat om een wezenlijk omtreksdeel van de trommel 24 loopt 35 een deel van een schroeflijn op het oppervlak van de trommel vormt dat wil zeggen dat dit deel schuin staat ten opzichte van het rotatievlak 8103942 -16- van de roterende kop of koppen 25 zodat deze kop of koppen schuinlo-pende banen op de band zullen aftasten.Because of the inclined plane of rotation of the ring 32, the belt engaging member 38 is moved to a relatively low level when it reaches the position as shown in Fig. 2, so that the portion L '1 of the belt loop L' which extends around a substantial peripheral portion of the drum 24 runs part of a helix on the surface of the drum, that is to say that this part is inclined with respect to the rotary plane 8103942 -16- of the rotating head or heads 25 so that these head or heads run obliquely will scan on the tape.

Wanneer de ring 32 de stand zoals getoond in fig. 2 bereikt grijpt het de schakelaar bedienende orgaan 109 de bedieningsinrich-5 ting 107' van de schakelaar 107 om deze laatste te openen zoals uit fig. 16 blijkt, om de kringloop voor het doorleiden van de stroom door de motor 35 in de richting van de pijl 119 te onderbreken. Bijgevolg wordt het draaien van de ring 32 gestopt bij zijn werkzame stand.When the ring 32 reaches the position shown in Fig. 2, the switch actuator 109 grasps the actuator 107 'of the switch 107 to open the latter as shown in Fig. 16, to pass the cycle for passing interrupt the current through motor 35 in the direction of arrow 119. Consequently, the rotation of the ring 32 is stopped at its operating position.

Zoals hiervoor beschreven veroorzaakt de beweging van de ring 10 32 naar zijn werkzame stand het vrijgeven van de vergrendelhefboom 83 en ook het sluiten van de schakelaar 96 zodat het druksamenstel 73 in werking wordt gebracht om de drukrollen 60a en 60b tegen de kaapstander 67 te drukken met de band tussen deze delen gelegen om de band in de richting van de pijl 125 in fig. 2 aan te drijver*.As previously described, the movement of the ring 10 32 to its operative position causes the release of the locking lever 83 and also the closing of the switch 96 so that the pressure assembly 73 is actuated to press the pressure rollers 60a and 60b against the capstan 67 with the belt located between these parts to drive the belt in the direction of the arrow 125 in Figure 2 *.

15 Zolang als de solenoide 95 bekrachtigd blijft door het sluiten van de schakelaar 96 en het in hun normale gesloten standen houden van de schakelaars 112" en 113", is de vergrendelinrichting 87 werkzaam om het druksamenstel 73 de drukrollen 60a en 60b tegen de kaapstander 67 te doen houden zodat de band continu in de richting van de 20 pijl 125 wordt aangedreven om van de vooraadspoel 26 te worden afgewonden en op de opneemspoel 27 te worden gewonden.As long as the solenoid 95 remains energized by closing the switch 96 and keeping the switches 112 "and 113" in their normally closed positions, the locking device 87 operates to engage the pressure assembly 73 and the pressure rollers 60a and 60b against the capstan 67 so that the tape is continuously driven in the direction of the arrow 125 to be unwound from the supply reel 26 and wound onto the take-up reel 27.

Wanneer wordt verlangd om de opnemende op weergevende werking van de inrichting 20 te stoppen zonder de band van de trommel 24 af te wikkelen of af te halen, wordt de "ogenblikkelijke stop"-schakelaar 25 112 gesloten en wordt als gevolg van de onderlinge verbinding van de mechanische vergrendelmechanismen die bij 114 zijn aangegeven de "speel"-schakelaar 111 vrijgegeven en in zijn open stand teruggevoerd. Het sluiten van de schakelaar 112 veroorzaakt een verplaatsing van de schakelaar 112' naar de stand die met gebroken lijnen in 30 fig. 14 is aangegeven om zijn contact b te sluiten vanwege de mechanische verbinding die is aangegeven bij 115 en veroorzaakt verder het openen van de schakelaar 112'' vanwege de mechanische verbinding 117. Het openen van de schakelaar 112" neemt de kracht weg van de solenoide 95 om de vergrendelinrichting 87 vrij te geven zodat het 35 wiel 82 weer de aandrijfrol 70 kan grijpen en het wiel 82 vanuit de stand in fig. 2 naar de stand fig. 1 wordt gedraaid. Het als gevolg daarvan zwaaien van de tuimelaar 77 doet het drukorgaan 74 van het 8103942 -17- ' drukrolsamenstel 57 af bewegen en daardoor het vrijmaken van de druk-rollen 60a en 601b van de kaapstander 67. Het sluiten van de schakelaar 112 voltooit een bekrachtigingscircuit voor de motor 35 van de bron E via de schakelaars 112 en 110, door de motor 35 in de richting 5 van de pijl 120, door de geleider 122 naar de schakelaar 112' door middel van zijn gesloten contact J> en dan door de schakelaar 113' terug naar de bron E. Aldus wordt gelijktijdig met het vrijgeven van de vergrendelinrichting 87 en het als gevolg daarvan afnemen van de kracht van het drukrolsamenstel 57 dat de drukrollen tegen de kaap-X0 stander 67 drijft, de ring in de richting tegen de wijzers van de klok gedraaid vanuit de stand getoond in fig. 1 en beweegt de pen 87 van het einddeel 83a van de vergrendelhefboom 83 om de houder 83b op deze vergrendelhefboom weer de tuimelaar 77 te laten grijpen om deze laatste in de stand zoals getoond in fig. 1 te houden. Het draai-15 en van de ondersteuningsring 32 in de richting tegen de wijzers van de klok gaat slechts door totdat het de schakelaar bedienende orgaan 109 van de stand getoond in fig. 2 naar een stand beweegt waar het het bedieningsorgaan 110' van de schakelaar 110 grijpt om deze laatste te openen. Het zal duidelijk zijn dat het openen van de schakelaar 20 HO het circuit voor het bekrachtigen van de motor 35 onderbreekt en bijgevolg de ring 32 doet stoppen in een stand die over een hoek van ongeveer 30° van zijn werkzame stand is afgelegen. Zo'n hoekverplaat-sing van de ring 32 is voldoende om de band buiten aangrijping met de kaapstander 67 te brengen, zodat de aandrijving van de band wordt 25 gestopt, terwijl het deel L'^ van de bandlus in wezen in omliggende aangrijping met de omtrek van de trommel 24- blijft.When it is desired to stop recording or reproducing operation of the device 20 without unwinding or unwinding the tape from the drum 24, the "instant stop" switch 25 112 is closed and due to the interconnection of the the mechanical locking mechanisms indicated at 114 release the "play" switch 111 and return it to its open position. Closing the switch 112 causes the switch 112 'to move to the position indicated by broken lines in Fig. 14 to close its contact b due to the mechanical connection indicated at 115 and further causes the opening of the switch. switch 112 '' due to the mechanical connection 117. Opening the switch 112 "takes the force away from the solenoid 95 to release the locking device 87 so that the wheel 82 can again engage the drive roller 70 and the wheel 82 from the position in Figure 2 is turned to the position of Figure 1. As a result, swinging the rocker arm 77 causes the pressure member 74 to move away from the pressure roller assembly 57 and thereby release the pressure rollers 60a and 601b from the capstan 67. Closing the switch 112 completes an excitation circuit for the motor 35 from the source E through the switches 112 and 110, through the motor 35 in the direction of the arrow 120, through the conductor 122 to the switch 112 'through its closed contact J> and then through the switch 113' back to the source E. Thus simultaneously with the release of the locking device 87 and the consequent decrease in the force of the pressure roller assembly 57, the pressure rollers float against the cape-X0 stand 67, rotate the ring counterclockwise from the position shown in Fig. 1, and move the pin 87 of the end portion 83a of the locking lever 83 to the holder 83b on this lock lever again to engage the rocker arm 77 to hold the latter in the position shown in Fig. 1. The counterclockwise rotation of the support ring 32 continues only until the switch actuating member 109 moves from the position shown in FIG. 2 to a position where it actuates the actuator 110 'of the switch 110 grabs to open the latter. It will be appreciated that opening the switch 20 HO interrupts the circuit for energizing the motor 35 and consequently stops the ring 32 in a position remote from its operating position by an angle of approximately 30 °. Such angular displacement of the ring 32 is sufficient to disengage the strap from the capstan 67 so that the drive of the strap is stopped, while the portion L 'of the strap loop is essentially in surrounding engagement with the strap. circumference of the drum 24- remains.

Wanneer het wordt verlangd om weer de opnemende of weergevende werking van de inrichting 20 te laten beginnen wordt de "speel"-schakelaar 111 weer gesloten en wordt via de mechanische verbinding 30 die is aangegeven bij 114 de schakelaar 112 geopend. Het sluiten van de schakelaar 111 veroorzaakt weer dat de motor 35 in de richting aangegeven door de pijl 119' in de fig.n 1 en 2 wordt aangedreven, waardoor de ring 32 weer wordt gedraaid in de richting van de wijzers van de klok naar de stand getoond in fig. 2 en de drukinrichting 35 73 weer op het drukrolsamenstel 57 werkt om de band tussen de drukrollen 60a en 60b en de kaapstander 67 te klemmen om de band aan te 8103942 , -18- dr ijven die weer in aanraking is met de vaste magnetische kop 106* Wanneer het wordt verlangd om de opnemende of weergevende werking van de inrichting 20 te stoppen en de band terug te brengen in de cassette 23 wordt de "vplledige stop"-schakelaar 113 gesloten en wor-5 den door de mechanische onderlinge verbinding 114 de hiervoor gesloten schakelaars 111 en 112 geopend. Het sluiten van de schakelaar 113' via de mechanische onderlinge verbinding 116 zodat de schakelaar 113' naar de stand wordt bewogen die met gebroken lijnen in fig. 14 is aangegeven om zijn contact Jb te sluiten veroorzaakt verder het slui-10 ten van de schakelaar 113 en het openen van de schakelaar 113' door de mechanische onderlinge verbinding 118. Indien de ring zich in zijn werkzame stand bevindt zoals getoond in fig. 2 wordt aldus door het sluiten van de schakelaar 113 en het openen van de schakelaar 113' de kracht weer van de solenoide 95 afgenomen om de kracht te verwij-15 deren die het drukrolsamenstel 57 tegen de kaapstander 67 drijft zoals hierboven in verband met het sluiten van de schakelaar 112 is beschreven. Verder voltooit het sluiten van de schakelaar 113 een kringloop voor het bekrachtigen van de motor 35 vanuit de bron E via de schakelaars 113 en 108 naar het knooppunt 124, via de schakelaar 112* en 20 de motor 35 in de richting van de pijl 120 en dan door de geleider 122 en het gesloten contact ^ van de schakelaar 113' terug naar de bron E. De motor 35 wordt aldus in de richting 120' in fig. 2 geroteerd om de ring 32 in de richting tegen de wijzers van de klok te draaien. Gedurende zo'n draaiing in de richting tegen de wijzers van 25 de klok van de ring 32 wordt de opneemspoel 27 op gebruikelijke wijze aangedreven in de richting voor het weer daar opwinden van de band zodat wanneer de ring 32 van de stand getoond in fig. 2 terugkeert in zijn niet werkzame stand getoond in fig. 1 de bandlus L in toenemende mate wordt verkleind, totdat deze lus geheel is verdwenen en 30 het banddeel weer tussen de geleidingspennen 28 en 29 van de cassette 23 loopt. Wanneer de ring 32 naar zijn niet werkzame stand in fig. 1 terugkeert grijpt het de schakelaar bedienende orgaan 109 het bedieningsorgaan 108' van de schakelaar 108 om de schakelaar 108 te openen en daardoor het circuit voor het bekrachtigen van de motor 35 35 te onderbreken. Het draaien van de ring 32 wordt aldus gestopt en liggen alle delen van de bandinbrengende inrichting 32 in hun oorspronkelijk of niet werkzame standen zoals getoond in fig. 1.When it is desired to restart recording or reproducing operation of the device 20, the "play" switch 111 is closed again and the switch 112 is opened via the mechanical connection 30 indicated at 114. Closing the switch 111 again causes the motor 35 to be driven in the direction indicated by the arrow 119 'in Figures 1 and 2, whereby the ring 32 is again rotated in a clockwise direction to the 2 shown in Fig. 2 and the printer 35 again acts on the pressure roller assembly 57 to clamp the belt between the pressure rollers 60a and 60b and the capstan 67 to actuate the belt which is in contact with the fixed magnetic head 106 * When it is desired to stop the recording or reproducing action of the device 20 and return the tape to the cassette 23, the "full stop" switch 113 is closed and is closed by the mechanical interconnection 114 opened previously closed switches 111 and 112. Closing the switch 113 'through the mechanical interconnection 116 so that the switch 113' is moved to the position indicated by broken lines in Fig. 14 to close its contact Jb further causes the closure of the switch 113 and opening the switch 113 'by the mechanical interconnection 118. When the ring is in its operative position as shown in Fig. 2, closing the switch 113 and opening the switch 113' thus resets the force removed from the solenoid 95 to remove the force driving the pressure roller assembly 57 against the capstan 67 as described above in connection with the closing of the switch 112. Furthermore, closing the switch 113 completes a circuit for energizing the motor 35 from the source E through the switches 113 and 108 to the node 124, through the switches 112 * and 20 the motor 35 in the direction of the arrow 120 and then through conductor 122 and the closed contact of switch 113 'back to source E. Motor 35 is thus rotated in direction 120' in FIG. 2 to rotate ring 32 in a counterclockwise direction. to spin. During such a counterclockwise rotation of the ring 32, the take-up reel 27 is conventionally driven in the tape rewinding direction so that when the ring 32 is of the position shown in FIG. 2 returns to its inactive position shown in FIG. 1, the tape loop L is progressively reduced until this loop has completely disappeared and the tape portion again runs between the guide pins 28 and 29 of the cassette 23. When the ring 32 returns to its inoperative position in Fig. 1, the switch actuator 109 grips the actuator 108 'of the switch 108 to open the switch 108 and thereby interrupt the motor 35 energizing circuit. Rotation of the ring 32 is thus stopped and all parts of the belt introducer 32 are in their original or inoperative positions as shown in Fig. 1.

8103942 -19- in fig. 10 is te zien dat het drukrolsamenstel 57 van de de band inbrengende inrichting 31 die hierboven is beschreven en de daarbij behorende drukinrichting 73 worden vervangen door een drukrolsamenstel 257 dat slechts een arm 258 omvat die om 259 op de ring 32 kan schar-5 nieren en een roteerbare drukrol 260 draagt die tegen de roterende kaapstander 67 wordt gedrukt wanneer de ring 32 zich in zijn werkzame stand bevindt door middel van een torsieveer 265 die om de scharnier-pen 259 loopt en waarvan de einden in aangrijping zijn met de pennen 261 en 262 op respectievelijk de ring 32 en de arm 258. Het naar 10 binnen zwaaien van de arm 258 door de veer 265 wordt begrensd door een stoppen 263 op de ring 32 die in een inkeping 264 op de arm 258 grijpt zodat wanneer de ring 32 nabij zijn werkzame stand zoals getoond in fig. 17 komt de drukrol 260 in dichte aanraking met de kaapstander 67 zal rollen om de band tussen deze delen voort te drijven.8103942-19 in FIG. 10, it can be seen that the pressure roller assembly 57 of the belt introducing device 31 described above and the associated printing device 73 are replaced by a pressure roller assembly 257 which includes only one arm 258 mounted on the ring about 259. 32 can pivot and carry a rotatable thrust roller 260 which is pressed against the rotating capstan 67 when the ring 32 is in its operative position by means of a torsion spring 265 which extends about the hinge pin 259 and whose ends engage pins 261 and 262 on ring 32 and arm 258, respectively. Swinging arm 258 inwardly by spring 265 is limited by a plugs 263 on ring 32 which engages a notch 264 on arm 258 so that when the ring 32 approaches its operative position as shown in Fig. 17, the pressure roller 260 will come into close contact with the capstan 67 to drive the belt between these parts.

15 In fig. 11 is een andere wijziging van de beschreven band inbrengende inrichting getoond waarbij het de band grijpende orgaan 238 die door de arm 39 wordt gedragen tegen de kaapstander 67 wordt gedrukt wanneer de ring 32 zich in zijn werkzame stand bevindt om zo als een drukrol te werken om de band tussen de kaapstander 67 en het orgaan 20 238 voort te drijven welk orgaan 238 een vrij roteerbare rol is.In Fig. 11, another modification of the described tape introducing device is shown in which the strap gripping member 238 carried by the arm 39 is pressed against the capstan 67 when the ring 32 is in its operative position to act as a pressure roller to drive the belt between capstan 67 and member 238 which member 238 is a freely rotatable roller.

Met de inrichting volgens fig. 18 kan derhalve worden afgezien van een drukrolsamenstel dat is gescheiden van het de band grijpend orgaan 238.Thus, with the device of Figure 18, a pressure roller assembly separate from the belt gripping member 238 can be dispensed with.

In alle beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding beweegt 25 het de band grijpende orgaan 38 of 238 van een betrekkelijk hoge stand om de band in de cassette te grijpen, naar een betrekkelijk lage stand in aanspreking op het draaien van de ring 32 naar zijn werkzame stand, waardoor de band schroeflijnvormig om de trommel wordt geslagen voor een schuine aftasting door de roterende kop of koppen. De excen-30 trische ligging van de ring 32 ten opzichte van de trommel 24 verzekert verder dat wanneer het de band grijpend orgaan 38 of 238 zich in zijn 8103942 -20- werkzame stand zoals getoond in de fig.n 2, 17 en 18 bevindt een wezenlijk deel van de band om dit orgaan naar het oppervlak van de trommel 24 zal lopen om de vaste kop 106 te bedienen en ook het druk-rolsamenstel 57 of 257 zonder dat een te grote diameter voor de ring 5 32 nodig is. Aldus kan de de band inbrengende inrichting 31 in een betrekkelijk compacte video bandrecorder worden toegepast.In all described embodiments of the invention, the tape gripping member 38 or 238 moves from a relatively high position to engage the tape in the cassette, to a relatively low position in response to the rotation of the ring 32 to its operative position, whereby the belt is helically wrapped around the drum for an oblique scan through the rotating head or heads. The eccentric position of the ring 32 relative to the drum 24 further ensures that when the belt gripping member 38 or 238 is in its operating position as shown in FIGS. 2, 17 and 18 a substantial portion of the belt around this member will run to the surface of the drum 24 to operate the fixed head 106 and also the pressure roller assembly 57 or 257 without the need for an oversized diameter for the ring 5 32. Thus, the tape introducing device 31 can be used in a relatively compact video tape recorder.

Alhoewel toegelichte uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding in detail hier zijn beschreven onder verwijzing naar de begeleidende tekening moet goed worden begrepen dat de uitvinding niet tot deze 10 uitvoeringsvormen wordt beperkt en dat verschillende wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangebracht zonder dat de strekking en de gedachte van de uitvinding worden verlaten.Although exemplary embodiments of the invention are described in detail here with reference to the accompanying drawing, it is to be understood that the invention is not limited to these embodiments and that various modifications and changes can be made without the scope and idea of the invention be abandoned.

t 8103942t 8103942

Claims

Device according to claim 1, wherein the rotatable support is a ring, characterized in that the capstan 25 (67) is located between the drum (24) and the annular rotatable support (32).

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the pressure roller assembly (60, 260) is mounted pivotally on the rotatable support (32) and a pressure assembly is provided for pressing the pressure roller assembly against the capstan (67), wherein the belt in the operative position is located in between.

Device according to claim 3, characterized in that the pressure assembly comprises a solenoid (94, 95) and a rod system (77, 83, 88, 91) connected thereto, wherein a part of this system abuts against the pressure roller assembly in response on the action of the solenoid when the belt has moved to the operative position.

Device according to claim 4, characterized in, 8103942 <*, v -22-, that the linkage is connected to a thrust member (74) and comprises a hinged lever (71) which can engage the thrust member to drive the latter towards the pressure roller and a rotatable drive wheel (82) which is circumferentially engageable with the capstan and mounted eccentrically on the lever (71) to engage a first and second peripheral portion of the wheel with a maximum and minimum distance from the axis of rotation of the wheel, respectively, and a first locking means (89) which can engage the lever (71) to position the latter so that the wheel (82) is at a distance of the capstan with the second circumferential portion of the wheel facing the capstan and that when released allows engagement of the wheel with the capstan so that the latter rotates the wheel and engages the lever (71). One position corresponding to the engagement of the first peripheral part of the wheel with the capstan is swung, and a second solenoid-connected locking means (88, 91) which may engage the lever in said swung position of the latter. 8103942