NL8103412A

NL8103412A - Werkwijze voor het tot verenmeel verwerken van veren en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Info

Publication number: NL8103412A
Application number: NL8103412A
Authority: NL
Original assignee: Stork Duke Bv
Priority date: 1981-07-17
Filing date: 1981-07-17
Publication date: 1983-02-16
Also published as: EP0070600A1

Description

λ i 81,5083/M/Rdm/sme

Korte aanduiding: Werkwijze voor het tot verenmeel verwerken van veren en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze,

De uitvinding heeft faetrekking op een werkwijze voor het tot verenmeel verwerken van veren van slachtpluimvee, waarbij aangevoerde veren na ontwatering naar een kookketel worden gevoerd om aan een warmtebehandeling te worden onderworpen en daarna als 5 verenmeel te worden afgevoerd,

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze voorzien van een of meer kookketels met een hierbij behorende drooginrichting en in het ve-renaanvoertraject naar de kookketels een inrichting voor het ont-10 wateren van veren,

Bij het verwerken van afval neemt het verwerken van veren van pluimveeslachterijen een bijzondere plaats in omdat deze veren in grote hoeveelheden tot verenmeel worden verwerkt dat weer een bruikbaar produkt vormt. Deze wijze van afvalverwerking wordt 15 of wel bij een slachterij voor pluimvee toegepast dan wel als af-zonderlijke eenheid waarbij de veren van verschillende slachterijen worden aangevoerd,

De veren worden meestal in natte toestand aangevoerd, waarbij het gehalte aan water zo groot kan zijn, dat de veren eerst 20 moeten uitdruipen om aan de kookketels in zo droog mogelijke toe-stand te kunnen worden toegevoerd,

Om de veren met een zo gering mogelijke hoeveelheid water aan kookketels te kunnen toevoeren, heeft men getracht de veren met behulp van schroefpersen uit te persen, Het gebruik van 25 schroefpersen is echter minder geschikt omdat deze nauwelijks ren-derend zijn.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze van de aan het begin beschreven soort te verbeteren, zodat de veren in een betrekkelijk droge toestand naar een kookketel kunnen worden ge- 8103412 ‘ 1 - 2 - « % voerd. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een nieuwe werk-wijze die daarin bestaat dat de natte veren stapsgewijs worden sa-mengeperst voor het verwijderen van het overtollige water en de veren na het uitpersen in een lossingstraject naar de kookketel 5 worden gevoerd. Qok hierbij worden de veren die door het persen tot een pakket zijn verenigd vdor het in de kookketel voeren uit het pakket los getrokken doch door het stapsgewijs samenpersen van de veren kan dit met zeer eenvoudige middelen geschieden. Door het stapsgewijs persen van een relatief kleine hoeveelheid veren, kan TO uiteindelijk toch een grote hoeveelheid achtereenvolgens worden verwerkt zonder dat van bijzonder hoge persdrukken gebruik wordt gemaakt, zodat met een eenvoudige persinrichting volstaan kan worden zonder dat van kostbare hogedrukpersen gebruik gemaakt behoeft te worden.

15 Een inrichting voor het uitvoeren van de nieuwe werk- wijze en voorzien van een of meer kookketels met een hierbij be-horende drooginrichting en in het verenaanvoertraject naar de kook-ketels een inrichting voor het ontwateren van veren is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat in het aanvoertraject van de 20 veren een pers met heen en terug beweegbare plunjer is aangebracht en de met de plunjer samenwerkende persruimte van drainage-openingen is voorzien.

Bij voorkeur is volgens de uitvinding de met de plunjer samenwerkende persruimte een perskanaal met in de wand hiervan 25 een toevoeropening voor de veren en gaten voor het doorlaten van uit de samengeperste veren druipend water.

De uitvinding zal nu aan de hand van de bijgaande te-kening nader worden toegelicht.

In de tekening is in het algemeen en schematisch een 30 inrichting voor het tot verenmeel verwerken van veren van slacht-pluimvee getoond.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn in een kook- 8103412 Μ Μ t - 3 - ruimte 1 drie kookketels 2 opgesteld. Deze kookketels zijn ingericht om de veren ααη een hoge temperatuur te onderwerpen, zodat zij uit-eenvallen en als verenmeel uit de kookketels verwijderd kunnen wor-den. Het koken geschiedt hierbij onder omwerking van de veren in 5 een zo droog mogelijke toestand. De kookketels 2 bezitten een af-sluitbare invoerschacht 3 die uitmondt bij een laadvloer 4. De ., kookketels zijn voorts voorzien van afsluitbare afvoeropeningen 5 die uitmonden boven een afvoergoot 6. In deze goot 6 is een transporter, bij voorkeur in de vorm van een schroeftransporter aange-10 bracht, welke eindigt boven een schroefvijzel 7 voor het opvoeren van het verenmeel naar een tussenopslag 8· Vanuit de tussenopslag 8 wordt het verenmeel \Sa een transporteur 9 naar een einddrooginrich-ting 10 gevoerd om vervolgens via een leiding 11 als droog verenmeel te worden afgevoerd bijvoorbeeld naar een niet getoonde silo.

15 De veren dienen in zo droog mogelijke toestand bij de laadvloer 4 te komen en zij moeten voorbewerkt worden, omdat de veren meestal in zeer natte toestand worden aangevoerd.

De veren worden of wel door een spoelgoot aangevoerd, wanneer de afvalverwerkingsinrichting volgens het getoonde uitvoe-20 ringsvoorbeeld direct aan een slachterij is verbonden of in houders in de vorm van een brij of pap.

Bij zeer eenvoudige installaties wordt een uitdruip-vloer toegepast, waarbij de uit de containers aankomende veren op de vloer worden gestort, zodat het overtollige water kan wegvloeien.

25 Bij beter uitgeruste installaties wordt een verenbunker toegepast, die in het getekende uitvoeringsvoorbeeld van de installatie in het algemeen met het verwijzingscijfer 12 is aangegeven. In deze verenbunker 12 worden de veren gestort en de bunker is van een hel-Xende vloer 13 met bij voorkeur hierop een roooster 14 voorzien.

30 Hierop kunnen de veren in de bunker 12 uitdruipen en met behulp van een schrapertransporteur 15 kunnen de veren naar het afvoereind van de bunker worden gevoerd. Met de afvoertransporteur 15 werkt verder 8103412 - 4 - -- * i t nog een eindafvoertransporteur 17 samen teneinde de veren regelmatig omlaag te bewegen,

Het afvoereind 18 van de verenbunker gaat over in een invoer voor een pers voor het uitpersen van de nog natte veren. Met 5 behulp van een takelschep 19 kan de verenbunker 12 worden gevuld, hetzij vanaf een vrachtwagen of vanuit containers of wel vanaf een naast de bunker 12 aanwezige stortvloer.

De pers voor het uitpersen van de veren is in het algemeen met het verwijzingscijfer 20 aangegeven. De pers bestaat 10 in het getekende uitvoeringsvoorbeeld uit een horizontaal verlopend perskanaal 21 met in de wanden hiervan openingen 22 voor het door-laten van water. In het perskanaal 21 is een plunjer 23 beweegbaar die met behulp van een drijfstang 24 is gekoppeld aan een ronddraai-ende aangedreven kruk 25. Er is een obstructie in de vorm van een 15 schot 26 aangebracht, welk schot het eind van het perskanaal 21 kan afsluiten, Het schot is met behulp van een schommelstang 27 en een aandrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een hydraulisch- qf pneumatisch cilinder-zuigersysteem 28>, aandrijfbaar. De slag van de plunjer 23 is kleiner dan de lengte van het perskanaal, zodat het 20 samenpersen van de veren tapsgewijs geschiedt, waarbij op het veren-pakket in het perskanaal steeds een schokkende werking optreedt.

Aan het uitlaateind van het perskanaal 21 is een opvoertransporteur 29 opgesteld, die als schrapertransporteur is uitgevoerd en de uit-geperste veren op het niveau van de laadvloer 4 brengt, zodat hier 25 ter plaatse de veren in de vulschachten 3 kunnen worden gevoerd.

Met de opvoertransporteur 29 werkt een omwerktransporteur 30 samen, die in tegengestelde richting loopt, teneinde de veren uit het uit de pers gestoten pakket los te trekken.

In het getekende uitvoeringsvoorbeeld is de pers 20 30 onder het afvoereind van de verenbunker opgesteld. Dit is echter niet noodzakelijk. De verenpers 20 kan ook naast de verenbunker 12 zijn opgesteld, waarbij de afvoer 18 van de verenbunker zijwaarts 8103412 *τ -5 - aflopend is uitgevoerd en boven de vulschachtvan de pers 20 uit-mondt. In dit geval kan de pers buiten de verenbunker 12 om direct met behulp van de takelschep 19 of op een andere wijze met veren worden gevuld. Afhankelijk van de aard van de aangevoerde veren kan 5 zelfs de verenbunker niet worden gebruikt of geheel achterwege blijven. De werkwijze volgens de uitvinding bestaat dus daarin dat de natte veren stapsgewijs worden samengeperst voor het verwijderen van het overtollige water en de veren na het uitpersen in een los-singstraject naar de kookketel worden gevoerd. De veren die door het 10 persen tot een pakket zijn verenigd, worden dus voor het in de kookketel voeren uit het pakket losgetrokken en het persen wordt schoks-gewijs in een perskanaal 21 uitgevoerd en het transport in dit pers-kanaal geschiedt intermitterend telkens bij elke slag van de plunjer 23.

15 De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze is dus voorzien van een of meer kookketels 2 met een hierbij behorende drooginrichting 10 en in het verenaanvoertraject naar de kookketels 2 is een inrichting 12 voor het ontwateren van de veren aanwezig.

Volgens de uitvinding is dus de inrichting zodanig 20 uitgevoerd, dat in het aanvoertraject van de veren een pers 20 met heen en terug beweegbare plunjer 23 is aangebracht en de met de plunjer 23 samenwerkende persruimte 21 is van drainage-openingen 22 voorzien. De met de plunjer samenwerkende persruimte is een perskanaal met in de wand hiervan een toevoeropening 18 voor de veren 25 en gaten 22 voor het doorlaten van uit de samengeperste veren drui-pend water. Bij het perskanaal 21 is een terugtrekbare obstiuctie 26 aanwezig voor het opwekken van een tegendruk bij het samenpersen van de veren.

Zoals hierboven reeds is uiteengezet, is de pers aan 30 de afvoerzijde 18 van een uitdruipinrichting aangebracht. In dit geval de uitlaatzijde van een verenbunker. Het perskanaal 21 van de pers 20 mondt dus uit bij een inrichting 29, 30 voor het lostrek- 8103412 ' » - 6 -- ken van de veren, die in dit uitvoeringsvoorbeeld een opvoertrans-porteur 29 naar de vulopeningen of schachten 3 van de kookketels 2 is.

8103412

Claims

1. Werkwijze voor het tot verenmeel verwerken van veren van slachtpluimvee, waarbij aangevoerde veren na ontwatering naar een kookketel worden gevoerd om aan een warmtebehandeling te worden onderworpen en daarna als verenmeel te worden afgevoerd, met 5 het kenmerk, dat de natte veren stapsgewijs worden samen-geperst voor het verwijderen van het overtollige water en de veren na het uitpersen in een lossingstraject naar de kookketel worden gevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het ken-10 merk, dat de veren die door het persen tot een pakket zijn ver- enigd v66r het in de kookketel voeren uit het pakket worden losge-trokken.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, me t het k e n- m e r k, dat het persen schoksgewijs in een perskanaal wordt uitge-15 voerd en het transport in dit perskanaal intermitterend geschiedt.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1-3, voorzien van een of meer kookketels met een hierbij behorende drooginrichting en in het veren-aanvoertraject naar de kookketels een inrichting voor het ontwateren 20 van veren, met het kenmerk, dat in het aanvoertraject van de veren een pers met heen en terug beweegbare plunjer is aan-gebracht en de met de plunjer samenwerkende persruimte van drainage-openingen is voorzien.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het ken-25 m e r k, dat de met de plunjer samenwerkende persruimte een pers- 8103412 »< . V» - 8 - vrf». V kanaal is met in de wand hiervan een toevoeropening voor de veren en gaten voor het doorlaten van uit de samengeperste veren druipend water.

6. Inrichting volgens conclusies 4 en 5, m e t het 5 kenmerk, dat bij het perskanaal een terugtrekbare obstructie aanwezig is voor het opwekken van een tegendruk bij het samenpersen van de veren.

7. Inrichting volgens conclusie 4, methetken-me r k, dat de pers aan de afvoerzijde van een uitdruipinrichting 10 is, aangebracht.

8. Inrichting volgens conclusies 4 en 7, m e t het kenmerk, dat de pers aan de uitlaatzijde van een verenbunker is aangebracht. -

9. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 4-8, 15 met het kenmerk, dat het perskanaal van de pers uit- mondt bij een inrichting voor het lostrekken van de veren.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het ken-m e r k, dat de inrichting voor het lostrekken van de veren een opvoertransporteur voor de veren naar de vulopening van de kookketel 20 is. 8103412