NL8102890A

NL8102890A - Wheelchair-anchoring equipment in vehicle - has claws and locking pin engaging in holes in rail

Info

Publication number: NL8102890A
Application number: NL8102890A
Authority: NL
Original assignee: Aapeha International B V
Priority date: 1981-06-16
Filing date: 1981-06-16
Publication date: 1983-01-17

Abstract

The equipment anchors a wheelchair in position in a motor vehicle, having a flat rail fixed to the floor and running in the lengthwise direction. Holes are formed in the top face of the rail at regular intervals, the horizontal portion of an anchor engaging with them, while a transverse stirrup engages between the vertical portion and the wheelchair. There are two claws (8) on the underside of the horizontal portion (3), fitting in two non-adjacent holes (2) in the rail (1) so as to engage under its top face when slid in its lengthwise direction, whereupon a spring-loaded locking pin (10) engages in an intervening hole, bearing against its rear edge.

Description

- 1 - N.O. 30148- 1 - N.O. 30148

Inrichting voor het vastzetten van een rolstoel in een motorvoertuig.Device for securing a wheelchair in a motor vehicle.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastzetten van een rolstoel in een voertuig, bestaande uit een vast met de vloer verbonden, in langsrichting van het voertuig verlopende plaatvormige rail met instelgaten in het bovenvlak op regelmatige 5 afstanden van elkaar, uit een anker met een liggend deel en een staander, welk liggend deel gekoppeld kan worden met de rail via een of meer gaten daarvan en uit een dwarsbeugel die enerzijds verbonden is met de rolstoel en anderzijds met de staander van het anker.The invention relates to a device for securing a wheelchair in a vehicle, consisting of a plate-shaped rail, which is fixed to the floor, running in the longitudinal direction of the vehicle, with adjustment holes in the top surface at regular distances from each other, from an anchor with a horizontal part and an upright, which horizontal part can be coupled to the rail via one or more holes thereof and from a transverse bracket which is connected on the one hand to the wheelchair and on the other to the upright of the anchor.

Een dergelijke inrichting is in de praktijk bekend. Het liggende 10 deel van het anker wordt dan met behulp van hefbomen of dergelijke verbonden met de rail. Door de aanwezigheid van een aantal gaten in de rail, is het mogelijk* een rolstoel op iedere gevvenste plaats van bijvoorbeeld een autobus of minibus vast te zetten, waarbij meerdere rolstoelen achter elkaar kunnen worden geplaatst en eventueel naast 15 elkaar, wanneer meerdere rails zijn aangebracht.Such a device is known in practice. The lying part of the anchor is then connected to the rail by means of levers or the like. Due to the presence of a number of holes in the rail, it is possible * to secure a wheelchair at any given location of, for example, a bus or minibus, where several wheelchairs can be placed one behind the other and possibly next to each other, if several rails are fitted .

De rolstoel wordt eerst naar binnen gereden via een oploop of platform of gehesen, dan wordt achter de rolstoel het anker gekoppeld met de rail en vervolgens wordt de achterzijde van de rolstoel via een dwarsbeugel verbonden met de staander van het anker.The wheelchair is first driven in via a ramp or platform or hoisted, then the anchor behind the wheelchair is coupled to the rail and then the rear of the wheelchair is connected to the upright of the anchor via a crossbar.

20 Hoewel de bekende inrichtingen wel aan hun doel beantwoorden zijn zij moeilijk te bedienen en tamelijk gecompliceerd.Although the known devices do serve their purpose, they are difficult to operate and quite complicated.

De uitvinding beoogt de bekende inrichting en in het bijzonder het anker te verbeteren en dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het liggende deel van het anker aan de onderzijde twee klauwen 25 draagt, die kunnen worden gestoken in twee niet aangrenzende gaten van de raj.l en na verschuiving van het anker in langsrichting van de rail onder het bovenvlak van de rail grijpen, alsmede een in hoofd-zaak verticale onder veerwerking staande grendelpen of dergelijke, die in verschoven stand van het anker grijpt in een tussen-liggend 30 gat van de rail en aanligt tegen de achterrand van dit gat.The object of the invention is to improve the known device and in particular the anchor, and this is achieved according to the invention in that the lying part of the anchor carries on the underside two claws 25 which can be inserted into two non-adjacent holes of the raj. 1 and after displacement of the armature in the longitudinal direction of the rail, grasp under the top surface of the rail, as well as a substantially vertical spring-loaded locking pin or the like, which in the displaced position of the armature engages in an intermediate hole of the rail and abuts the rear edge of this hole.

Het anker volgens de uitvinding wordt op de gewenste plaats op de rail geplaatst. De beide klauwen steken dan in de beide gewenste gaten. Het anker wordt iets naar voren geschoven ten opzichte van de rail, waardoor de bekken van de klauwen onder het bovenvlak van de 35 rail grijpen. Door de veerwerking schiet de grendelpen in een van de tussenliggende gaten van de rail en komt aan te liggen tegen de achterrand van dit gat. Het anker kan niet meer terugschuiven en kan 81 02 8 9 0 - 2 - ook niet omhoog.The anchor according to the invention is placed on the rail at the desired location. The two claws then stick into the two desired holes. The armature is slid forward slightly relative to the rail, causing the jaws of the claws to engage below the top surface of the rail. Due to the spring action, the locking pin shoots into one of the intermediate holes of the rail and rests against the rear edge of this hole. The anchor can no longer slide back and it cannot lift 81 02 8 9 0 - 2 - either.

Om het anker vveer los te maken behoeft slechts de grendelpen tegen veerwerking in omhoog getrokken te worden, waarna het anker weer iets naar achter verschoven kan worden en in bovenwaartse richting 5 vrijgemaakt kan worden van de rail.To release the anchor spring, it is only necessary to pull the locking pin upwards against spring action, after which the anchor can again be slid backwards and released in the upward direction from the rail.

De veer behoeft niet sterk te zijn, omdat zij slechts dient om de grendelpen in de werkzame stand te brengen en te houden. Zij heeft geen functie bij het vasthouden van het anker op de rail.The spring need not be strong because it only serves to bring and hold the locking pin in the operative position. It has no function when holding the anchor on the rail.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening nader worden 10 toegelicht, waarin: fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een deel van een rail met daarop een anker; en fig. 2 is een langsdoorsnede van fig. 1.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: fig. 1 is a perspective view of a part of a rail with an anchor thereon; and FIG. 2 is a longitudinal section of FIG. 1.

De rail 1 bestaat bij voorkeur uit roestvrij plaatmetaal, dat 15 gebogen is zoals in fig. 1 is getoond. Tegen de onderzijde kan een metaalstrook la zijn bevestigd, zodat een kokerprofiel ontstaat met grote stijfheid.The rail 1 preferably consists of stainless sheet metal, which is bent as shown in Fig. 1. A metal strip 1a can be attached to the underside, so that a tubular profile with great rigidity is created.

Deze rail 1 is in langsrichting van het niet-getoonde motor-voertuig, zoals een wegvoertuig, vliegtuig of trein bevestigd op of 20 in de vloer. Bij voorkeur is de rail 1 zodanig in de vloer bevestigd, dat het bovenvlak van de rail 1 in een vlak ligt met de vloer. De flenzen lb kunnen dan bijvoorbeeld tegen de onderzijde van de vloer bevestigd worden.This rail 1 is mounted on or in the floor in the longitudinal direction of the motor vehicle (not shown), such as a road vehicle, aircraft or train. Preferably, the rail 1 is mounted in the floor such that the top surface of the rail 1 is flush with the floor. The flanges 1b can then, for example, be fastened to the underside of the floor.

In het bovenvlak van de rail 1 bevinden zich op regelmatige 25 afstanden rechthoekige gaten 2.The top surface of the rail 1 has rectangular holes 2 at regular intervals.

Het anker is opgebouwd uit buisprofielen met vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede en bestaat uit een liggend deel 3, een verti-cale staander 4 en een geknikte schoorstang 5. Het anker bestaat bij voorkeur ook uit roestvrijstaal.The anchor is made up of tubular profiles with a square or rectangular cross section and consists of a horizontal part 3, a vertical upright 4 and a kinked strut 5. The anchor preferably also consists of stainless steel.

30 Tegen de onderzijde van het liggende deel 3 kunnen twee steun- platen 6 met behulp van schroeven 7 zijn bevestigd.Two support plates 6 can be secured to the underside of the horizontal part 3 by means of screws 7.

Nabij de einden van het liggende deel 3 zijn twee klauwen 8 met behulp van bouten 9 tegen de onderzijde van het deel 3 bevestigd.Two claws 8 are fastened to the underside of part 3 by means of bolts 9 near the ends of the horizontal part 3.

Deze klauwen 8 kunnen passeren door twee gaten 2 en dan kan het 35 anker iets naar voren worden geschoven, naar rechts in de tekening.These claws 8 can pass through two holes 2 and then the anchor can be slid slightly forward, to the right in the drawing.

De uitsparingen in de klauwen 8 grijpen dan om de voorranden van twee gaten 2.The recesses in the claws 8 then engage around the leading edges of two holes 2.

81 02 8 90 - 3 -81 02 8 90 - 3 -

Om te verhinderen dat het anker ongevvenst naar achteren ver-schuift, bijvoorbeeld bij afremmen van het voertuig, is een grendel-pen 10 in het deel 3 verschuifbaar geleid, die in de werkzame stand aanligt tegen de achterrand van een ander gat 2.In order to prevent the armature from sliding backwards in an accidental manner, for instance when the vehicle is braked, a locking pin 10 is slidably guided in the part 3, which in the operating position rests against the rear edge of another hole 2.

5 Deze pen 10 kan met een knop 10a tegen de werking van een veer 11 in omhoog worden getrokken, vrij van het gat 2.This pin 10 can be pulled up with a knob 10a against the action of a spring 11, free from the hole 2.

Na het aanbrengen van het anker op de rail 1, wordt het anker iets naar voren verschoven. De onder invloed van de veer 11 staande pen 10 valt dan vanzelf in een gat 2 en het anker zit vergrendeld.After placing the anchor on the rail 1, the anchor is shifted slightly forward. The pin 10 under the influence of the spring 11 then automatically falls into a hole 2 and the anchor is locked.

10 Het anker wordt achter een van te voren naar binnen gereden niet-getoonde invalidewagen geplaatst. Een op zich bekende dwars-beugel, die bevestigd wordt aan de achterzijde van de invalidewagen wordt dan verbonden met de staander 4·.10 The anchor is placed behind a disabled invalid carriage (not shown) that has been driven in beforehand. A transverse bracket, known per se, which is attached to the rear of the invalid carriage is then connected to the upright 4 ·.

\ 81 02 8 9 0\ 81 02 8 9 0

Claims

Device as claimed in claim 1, characterized in that the locking pin is brought into the operating position by a spring or the like.

3. Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the anchor between the lying part and the upright is provided with a strut, characterized in that the strut consists of an obliquely upwardly extending part and a substantially horizontally extending part extends above the locking pin. ή ·. Device according to one or more of the preceding claims, characterized in that both the anchor and the rail consist of stainless steel.

Anchor intended for the device according to one or more of the preceding claims.

Rail intended for the device according to claims 1 to 5, 30, characterized in that the rail is designed as a box section. 8102890