NL8102573A - Breedbandcommunicatiesysteem met een optisch breedbandkabelnet. - Google Patents

Description

* Λ PHN 10060 1 N.v. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Breedbandcatrnunicatiesysteem met'een optisch breedbandkabelnet.

De uitvinding heeft betrekking op een breedbandcannanicatie-systeem met een tussen een centrale en een groot aantal abonneeplaatsen aangelegd optisch breedbandkahelnet dat uit lichtgolfgeleiders is opge-bouwd, welke van de centrale uitgaand naar de abonneeplaatsen toe in 5 steeds kleiner wordende bundels zijn samengevat, welke tenslotte nog slechts de voor de aansluiting van een abonneeplaats bestemde lichtgolfgeleiders omvatten, waarbij telkens in vertakkingspunten een uit de richting van de centrale inkomende bundel in twee of meer afzonderlijke uitgaande bundels vertakt wordt.

10 Eten dergelijke breedbandccmmnicatiesysteem is bekend uit het

Duitse Qffenlegungsschrift 2818656. In het aldaar beschreven systeem worden de bundels in lasmoffen gescheiden in kleinere bundels.

• In een locaal verdeelnetwerk zullen op vele plaatsen langs het traject vertakkingen plaatsvinden in een kast of een mof. Voer het lassen 15 van optische kabels wordt een zeker dempingsgetal per las gehanteerd, welke bijvoorbeeld 0,5 dB kan bedragen. Wanneer bijvoorbeeld gemiddeld om de 300 m een las gemaakt moet worden, dan moet langs een traject van bijvoorbeeld 4 km gerekend worden met 7 dB extra verliezen door lassen. Voorts is het lassen van grote aantallen glasvezels zeer tijdrovend en 20 duur.

De uitvinding beoogt een breedbandcanmunicatiesysteem van het aangegeven type te verschaffen met minder demping.

Het breedbandcomraunicatiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat iedere bundel bestaat uit een aantal in dezelfde richting 25 verlopende afzonderlijke kabels en in tenminste twee opeenvolgende vertakkingspunten een inkanende bundel van afzonderlijke kabels zonder lassen wordt vertakt in tenminste twee afzonderlijke in verschillende richtingen verder lopende uitgaande bundels van afzonderlijke kabels.

Bij een kabellengte van 1 km en gemiddeld cm de 300 m een 30 aftakpunt wordt hierdoor een besparing gerealiseerd van 1 dB/km en van vele lassen.

Bij een kabellengte van 1,5 km wordt gemiddeld 2 dB/km bespaard. Ter vergelijking kan worden vermeld, dat thans een demping van 8102573 ΡΗΝ 10060 2 * '"φ een glasvezel in het 1300 ran venster van 0.8 dB/km mogelijk is, zodat 2 dB overeenkomt met de demping van een kabel met een lengte van 2.5 km.

De uitvinding zal aan de hand van de figuren en een praktijkvoorbeeld nader worden toegelicht.

5 Daarbij toont :

Figuur 1 een voorbeeld van een distributienetwerk volgens de uitvinding.

Figuur 2 een tweede voorbeeld van een distributienetwerk volgens de uitvinding.

10 Figuur 3 een laspunt in een distributienetwerk volgens de uit vinding.

In figuur 1 duidt 1 een centrale aan van waaruit breedbandsig-nalen naar een groot aantal abonneeplaatsen 4 moeten worden gedistribueerd. Door 2 is een optische hoofdverdeler aangeduid, welke het equivalent 15 is van de gangbare hoofdverdeler in de huidige telefooncentrales. Door 3 is de verdeelmof aangeduid, waarin de optische lichtgeleiders (fibers) in een aantal optische kabels verdeeld zijn, in dit voorbeeld 16 kabels K1-K16. Iedere kabel in dit voorbeeld omvat de aansluiteenheid voor één abonneeplaats, bijvoorbeeld een stel van twee fibers. De kabels gaan zoveel 20 mogelijk zonder lassen van de verdeelmof 3 naar de abonneeplaatsen 4. Onderweg volgen de kabels zoveel mogelijk dezelfde route, waarbij in de vertakkingspunten VP1, VP2, VP3 en VP4 de inkomende bundel van afzonderlijke kabels zonder lassen wordt vertakt in een aantal afzonderlijke in verschillende richtingen verder lopende uitgaande bundels van afzonderlijke 25 kabels, in dit voorbeeld in ieder vertakkingspunt in twee uitgaande bundels. Deze vertakking in een vertakkingspunt vindt eenvoudig plaats door inkomende kabels naar een andere richting om te buigen. De getallen tussen haakjes in figuur 1 geven het aantal kabels in een bundel aan.

In het voorbeeld van figuur 2 worden de kabelbundels HK1, HK2, 30 HK3 en HK4 voor zover dit mogelijk is, van de verdelingsmof 3 direkt naar de Qptische kabelvertakkers 5-1, 5-2, .......gevoerd. De aftak- bundels AK gaan van de optische kabelvertakkers direkt naar de optische eindverdelers 6-1, 6-2, 6-3, ..........De getallen tussen haakjes in figuur 2 geven het aantal fibers in een bundel aan. Aangenomen is, dat 35 een aansluiteenheid voor een abonneeplaats twee fibers omvat. Van de optische eindverdelers gaan de enkele kabels EK, welke ieder een aansluiteenheid omvatten, naar de abonneeplaatsen. In de kabelvertakkers 5-1, 5-2, ......en 6-1, 6-2, 6-3, ........ wordt in principe op dezelfde wijze te 8102573 + * PHN 10060 3 werk gegaan als In de vertakkingspunten van figuur 1, dat wil zeggen dat een inkomende kabel zonder lassen door onbuigen naar een andere richting wordt geleid.

Wanneer de lengte van het traject van de centrale naar de 5 abonneeplaatsen groter is dan de maximale kabellengte dan is ergens in het traject een laspunt nodig. Als een laspunt SP (figuur 3) nodig is, dan is het van voordeel cm deze te combineren net een vertakkingspunt, in dit voorbeeld het vertakkingspunt VP (n+1) dat tussen de vertakkings-punten VPn en VP(n+2) in ligt. Het is tevens voordelig cm in dit geval 10 voor het laspunt één type kabel toe te passen, in het voorbeeld met ieder 32 aansluiteenheden, en achter het laspunt één ander type kabel toe te passen, in het voorbeeld met één aansluiteenheid per kabel. Tussen de centrale en het laspunt SP kan het distributienet geheel volgens de principes van figuur 1 met kabels van 32 aansluiteenheden per kabel worden 15 qpgebouwd. Voorts kan tussen het laspunt en de abonneeplaatsen op dezelfde wijze als in figuur 1 te werk worden gegaan, in dit geval met kabels met één aansluiteenheid per kabel.

Praktijkvoorbeeld.

Een kahelreeks voorstellende de grootte van de kabels gaande 20 van de centrale naar de abonnees in een conventioneel locaal distributienet zou kunnen zijn : 900-450-150-50-25-12-6-1, waarin de eenheid het aantal optische lichtgeleiders is dat nodig is voor het aansluiten van één abonneeplaats.

Volgens de uitvinding kan het traject van 900-450-150 worden 25 uitgevoerd met bundels van afzonderlijke kabels met ieder 150 aansluiteenheden en kan het traject 50-25-12-6 worden uitgevoerd met bundels van afzonderlijke kabels met ieder 6 aansluiteenheden. De overgang van 150 naar 50 aansluiteenheden per kabel en van 6 naar 1 aansluiteenheden per kabel vindt daarbij plaats door lassen. Vergeleken met het conventio- ort nele locale distributienet levert dit een besparing op van 4500 fiber-fiber lassen en een vermindering van de demping net 2.5 dB.

Begraven kabels worden vaak beschadigd als gevolg van graafwerkzaamheden. Wanneer een kabel met bijvoorbeeld 900 fibers wordt beschadigd, dan moet uiteraard de hele doorsnede gerepareeerd worden omdat 35 de kabel één gemeenschappelijke bepantsering (omhulling) heeft. Echter kan in het systeem volgens de uitvinding in dit geval bij een bundel van 90 kabels met elk 10 fibers volstaan worden met reparatie van de werkelijk beschadigde kabels, cmdat elk van de 90 kabels een afzonder- 81 02 5 73 FHN 10060 4

J

lijke eenheid vormt. Hetzelfde is van toepassing bij het optreden van een waterlekkage, welke bij een kabel met 900 fibers veel neer gevolgen heeft als bij een kabel met slechts 10 fibers.

5 ! 10 15 20 25 30 35 81 02 5 73

Claims (2)

1. Breedbandaonraunicatiesysteem met een tussen een centrale en een groot aantal abonneeplaatsen aangelegd optisch breedbandkabelnet dat uit lichtgolfgeleiders is cpgebouwd, welke van de centrale uitgaand naar de abanneeplaatsen toe in steeds kleiner wordende bundels zijn 5 samengevat, welke tenslotte nog slechts de voor de aansluiting van een ahonneeplaats bestemde lichtgolfgeleiders omvatten, waarbij telkens in vertakkingspunten een uit de richting van de centrale inkcmende bundel in twee of neer afzonderlijke uitgaande bundels vertakt wordt, met het kenmerk, dat iedere bundel bestaat uit een aantal in dezelfde richting 10 verlopende afzonderlijke kabels en in teminste twee opeenvolgende vertakkingspunten een inkcmende bundel van afzonderlijke kabels zonder lassen wordt vertakt in tenminste twee afzonderlijke in verschillende richtingen verder lopende uitgaande bundels van afzonderlijke kabels.

2. Breedbandccranunciatiesysteem volgens conclusie 1, waarbij 15 tenminste één laspunt aanwezig is, waarin de fibers van een inkcmende kabel êén-op-éên zijn gelast aan de fibers van twee of neer afzonderlijke uitgaande kabels, met het kenmerk, dat de genoemde afzonderlijke uitgaande kabels van hetzelfde type met een gelijk aantal fibers per kabel zijn. 20 25 30 8102573 35