NL8102359A - Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter. - Google Patents

Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter. Download PDF

Info

Publication number
NL8102359A
NL8102359A NL8102359A NL8102359A NL8102359A NL 8102359 A NL8102359 A NL 8102359A NL 8102359 A NL8102359 A NL 8102359A NL 8102359 A NL8102359 A NL 8102359A NL 8102359 A NL8102359 A NL 8102359A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
valve
float
measuring reservoir
meter
Prior art date
Application number
NL8102359A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kummer Electronics Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kummer Electronics Bv filed Critical Kummer Electronics Bv
Priority to NL8102359A priority Critical patent/NL8102359A/nl
Priority to EP81201214A priority patent/EP0052396B1/en
Priority to DE8181201214T priority patent/DE3176287D1/de
Priority to US06/319,612 priority patent/US4437346A/en
Publication of NL8102359A publication Critical patent/NL8102359A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G17/00Apparatus for or methods of weighing material of special form or property
    • G01G17/04Apparatus for or methods of weighing material of special form or property for weighing fluids, e.g. gases, pastes
    • G01G17/06Apparatus for or methods of weighing material of special form or property for weighing fluids, e.g. gases, pastes having means for controlling the supply or discharge
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/02Devices for withdrawing samples
    • G01N1/10Devices for withdrawing samples in the liquid or fluent state
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N33/00Investigating or analysing materials by specific methods not covered by groups G01N1/00 - G01N31/00
    • G01N33/02Food
    • G01N33/04Dairy products

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)

Description

* P & c ' *
W 1035-15 Ned.dB/LvD
Inrichting voor monstemame, bestemd voor een melkmeter.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor monster-name, bestemd voor een periodiek werkende melkmeter voorzien van tenminste 5 een meetreservoir met melkafvoerklep.
Melkmeters voor het meten van de door een koe afgegeven melk-hoeveelheid zijn bekend, a.a. uit de Nederlandse octrooiaanvragen 7908184, 8001991 en 8006246. Deze werken periodiek, d.w.z. dat telkens na het vullen van een meetreservoir met melk een electrisch signaal wordt 10 gegeven, waarna deze gemeten hoeveelheid, gewoonlijk via een klep in de bodem van het meetreservoir, wordt afgevoerd naar een opslagtank.
Het is gebruikelijk dat van de melk van een koe regelmatig o.en monster ..wordt_gênomerE._j.. voor de bepaling van het vet- en eiwitgehalte daarvan, waardoor de kwaliteit van de geleverde melk kan worden 15 gecontroleerd.
De uitvinding beoogt nu het verschaffen van een inrichting voor monstemame die kan worden aangesloten op een der bovengenoemde periodiek werkende melkmeters en waarmee snel en gemakkelijk monsters kunnen worden genomen.
20 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in de bodem van de melkmeter, onder de melkafvoerklep, een buisvormige houder is aangebracht, waarvan een deel van de bodem omhoog steekt en aan het open boveneinde een monster-opneemvolume heeft met een door een bodemklep afsluitbare afvoeropening.
25 Telkens wanneer de melkafvoerklep van het meetreservoir opent, vloeit een gedeelte van de wegstromende melk in het monsteropneemvolume van de buisvormige houder.Een belangrijk deel van,de in -de houder terechtkomende melk vloeit- over de. rand daarvan weer uit de houder.
3
Achterblijft een bepaald proportioneel deel,bijv. 1,5 cm . Dit volume kan 30 worden afgevoerd naar een monsterflesje, aan te sluiten op het ondereinde van de houder, door de bodemklep van het opneemvolume te openen.
Bij voorkeur is de bovenrand van het monster-opneemvolume over ongeveer de hoogte van dit opneemvolume naar boven verlengd met een verder wanddeel, waarbij op de overgang tussen dit verdere wanddeel en 35 de bovenrand doorlaatopeningen zijn aangebracht. Door de val van de melk op de bodem van het opneemvolume beweegt een deel daarvan langs de wand er van weer naar omhoog en verlaat dit opneemvolume, waardoor de kans bestaat dat het volume niet geheel gevuld is na het leegstromen van het meetreservoir. Dit wordt door de genoemde voorkeursconstructie voorkomen.
40 Het is mogelijk de bodemklep van het opneemvolume mechanisch te 81 023 5 9 .- s .
* H
\ - 2 - bedienen door een verlengstuk naar omlaag van de melkafvoerklep van het meetreservoir wanneer de bodemklep van het monsteropneemvolume een=-kl-ep'-ie- met-eeft-:*klep.s.tee.l, die tot boven de bovenrand resp. boven het verdere wanddeel van het monster-opneemvolume doorloopt. Voor 5 het overbrengen van de melk uit het opneemvolume van de monsterhouder naar een monsterflesje is de buisvormige houder aan het ondereinde voorzien van een aansluit spruit, waardoor een aantal monsters van de zelfde melking kunnen worden overgebracht in een mengbeker. Daaruit kan weer een monster worden overgebracht in een monsterflesje.
10 Een gunstige uitvoering van een monsterflesje verkrijgt men wan neer in de binnenwand van het flesje op de halve hoogte ervan een soepele membraan is bevestigd, die in zijn beide uiterste standen aanligt tegen de binnenzijde van de bovenste, resp. de onderste helft van het flesje, waarbij in de bodem een druk- resp. onderdruk-aansluitopening is aangebracht. 15 Er ontstaat dan bij het in- en uitbrengen van de melk van het flesje geen beschadiging van de melk, terwijl slechts het halve flesje met melk in aanraking komt, hetgeen sneller reinigen mogelijk maakt. Het reinigen kan eveneens door drukmediumbediening van de membraan plaats vinden, met behulp van een reinigingsmiddel.
20 Wanneer men bij gebruik vande melkmeter geen monsters wil nemen, kan de monsterhouder van de melkmeter worden verwijderd wanneer de buis-vormi ge houder is voorzien van uitwendige schroefdraad of een bajonetslui-ting, of dgl., waarmee de houder wegneembaar.in de bodem van het melkaf-voerreservoir van de melkmeter kan worden bevestigd. De opening kan dan 25 met een schroefstop-of bajonetstop worden gesloten.
De uitvinding omvat nog een verbetering van een melkmeter met gewichtsbepaling van de melk door middel van een vlotter, van het type van de Nederlandse o.a.8006246, welke verbetering zodanig is, dat hierdoor de invloed van de melktoevoerbuis wordt gecompenseerd.
30 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor monstername volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 is een vertikale doorsnede door een melkmeter met inrichting voor monstername.
35 Fig. 2 toont een mengbeker.
Fig. 3 is een doorsnede door een monsterflesje aangesloten op de onderzijde van een mengbeker.
Fig. 4 toont een monsterflesje.
Fig. 5 toont schematisch de melkmeter met vlotter en compensa-40 tie lichaam.
8102359 • Λ % - 3 -
Fig. 6 toont schematisch de melkmeter met gecompenseerde vlotter. De in fig. 1 weergegeven melkmeter heeft twee meetreservoirs 1, voor elk waarvan een inrichting voor monstername is aangebracht. Daar de opstelling identiek is voor de beide meetreservoirs zal er slechts een worden be-5 sproken.
In het meetreservoir 1 mondt een melktoevoerbuis 2 uit, die naar omlaag verloopt van een melktoevoerreservoir 40, waaraan de van een koe afkomstige melk wordt toegevoerd door een op een toevoerspruit 41 aansluitbare slang (niet weergegeven). Van de melktoevoerbuis 2 kan het 10 ondereinde worden afgesloten door een melktoevoerklep 3, aangebracht op een klepstang 4. De klep is bedienbaar door een veerbelaste zuiger 42, opgenomen in een cilinder 43 en wel pneumatisch door een onderdrukaanslui-ting 44 en een buitenluchtaansluiting 45. Een bodemopening van het meetreservoir 1 is voorzien van een melkafvoerklep 5, aangebracht op de zelf-15 de klepstang 4. Wanneer de melktoevoerklep 3 de melktoevoerbuis 2 afsluit is de melkafvoerklep 5 geopend (rechterdeel van fig. 1), terwijl wanneer de klep 3 is geopend, de klep 5 de bodemopening van het meetreservoir afsluit(linkerhelft fig. 1). Melk toegevoerd door de toevoerbuis 2 stroomt bij geopende klep 3 in het meetreservoir 1.
20 Voor de melkhoeveelheidsmeting wordt bij de weergegeven meter gebruik gemaakt van het principe van de meter volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 8006246. Daarbij wordt het gewicht van de melk met behulp van een vlotter bepaald. Een dergelijke vlotter is in fig. 1 met 46 aangeduid. Deze vlotter is nog verder verbeterd ten opzichte van die 25 volgens de aanvrage 8006246. Hiervoor wordt verwezen naar fig. 5. Het zal duidelijk zijn dat de gemeten melkhoeveelheid niet meer gelijk is aan ( HA-hO).s zodra de melk het ondereinde van de toevoerspruit 2 bereikt, maar overeenkomstig het ondergedompelde volume van deze spruit kleiner.
Dit wordt nu volgens de uitvinding gecompenseerd door een van de bodem 30 tot het ondereinde van de spruit 2 in het reservoir aangebrachte gesloten buis 47 of ander prismatisch -lichaam met gelijke doorsnede als de spruit 2.
Een andere oplossing in in fig. 6 weergegeven, eveneens zichtbaar in fig. 1. Hierbij is de vlotter 46 getrapt uitgevoerd (48) d.w.z. met een diameterverschil zodanig dat dit verschil een verschil in dwars-35 doorsnede-oppervlak 0^- 0^ geeft overeenkomend met het dwarsdoorsnede-oppervlak van de toevoerspruit 2. De diametersprong moet zich bevinden ter hoogte van het ondereinde van de spruit 2 als de vlotter in de meet-stand staat (overeenkomstig fig. 2 van de aanvrage 8006246).
De laatste hoeveelheid melk, afkomstig van een melking, vult 40 gewoonlijk niet het meetreservoir 1 geheel, zodat de vlotter 2 niet gaat 81 0235 9
V
- 4 - drijven en niet via de schakelaar de hoeveelheid aan de teller doorgeeft. Daarom zijn in de wand .van het meetreservoir electroden 6 aangebracht, op regelmatige afstanden boven elkaar, zodanig dat wanneer de melk het niveau van de onderste electrode 6 bereikt, de hoeveelheid melk in het 5 meetreservoir bijvoorbeeld ongeveer 100 g.bedraagt. Stijgt de melk daarna verder en bereikt deze de tweede electrode 6, van onder af gerekend, dan is een hoeveelheid van 200 g melk in het reservoir aanwezig.
Bij het bereiken van de bovenste electrode 6 is 400 g melk in het meetreservoir aanwezig. Elke electrode is zodanig met een electronische inrich-10 ting, die niet is weergegeven, verbonden dat wanneer de melk de electrode bereikt, deze een signaal af geeft aan de teller, dat weer 100 g is gemeten.
Wanneer de vlotter 46 schakelt wordt door de electronische inrichting de klepstang 4 naar omhoog bewogen, zodat de klep 3 sluit en de klep 5 wordt geopend. De hoeveelheid melk in het meetreservoir vloeit nu 15 door de bovenopening daarvan in een opvangruimte 7 van de melkmeter.
Van daar kan de melk door een opening in de bodem van deze ruimte worden vervoerd naar een niet weergegeven opslagtank.
Volgens de uitvinding is nu in de bodem van de opvangruimte 7 onder elk meetreservoir 1 een monsterhouder 8 aangebracht.
20 De houder 8 is in het weergegeven geval een aan het boveneinde open cilinder, voorzien van uitwendige schroefdraad 9, waarmee de houder in de bodem is geschroefd, zodanig dat het bovendeel ervan boven de bodem uitsteekt en doorloopt tot kort onder de klep 5.
De houder 8 heeft aan het ondereinde een afvoerspruit 10, welke hier 25 is weergegeven als los ingeschroefd onderdeel in verband met gemakkelijke reiniging van de buisvormige houder.
Boven in de houder is een monster-opneemvolume 11 gevormd, dat aan de„ande.rzijde is afgesloten door een bodemklep 12.
De klep heeft een klepsteel 13, welke wordt geleid door, in het 30 getekende geval, twee geleiders 14, bijvoorbeeld bestaande uit een binnenring en een buitenring, welke onderling, door radiale ruggen met elkaar zijn verbonden.
Elke geleider 14 wordt op zijn plaats in de buis 8 vastgehouden door een Seegerring 15. Tussen de bovenste geleider 14 en de klep 12 35 is een drukveer 16 opgesloten, die de klep 12 naar de gesloten stand voorbelast.
40 81 0 2 3 5 9 - 5 -
Zoals hierboven reeds is aangegeven is het monster- opneemvolume 11 aan de bovenrand verlengd met een verder wanddeel 17 waarbij tussen de wand van het volume 11 en de wand 17 doorlaatopeningen 18 zijn aange-* bracht waardoor de melk niet hoger in het bovendeel van de houder komt 5 te staan dan de onderrand van deze openingen 18.
Bij de weergegeven melkmeter loopt de klepstang 4 naar omlaag door voorbij de klep 5, zodat aan de onderzijde van de klep 5 een uitsteeksel 19 is gevormd. Daarmee is mechanische bediening van de bodemklep 12 van het monster-volume mogelijk wanneer men ook de klepsteel 14 van de 10 klep 12 boven deze klep laat doorlopen met een verlengstuk 20 dat bij voorkeur eindigt iets boven de bovenrand van het verdere wanddeel 17.
Bij de weergegeven melkmeter kunnen de beide af voer spruiten 10 van de monsterhouders door slangverbinding worden verbonden met toevoer-spruiten 21, aangebracht op het bovendeksel 22 van een mengbeker 23 15 (fig. 3). De mengbeker 23 heeft een zodanig volume dat daarin een flink aantal monsters kan worden verzameld. Deze monsters worden in de beker vermengd, zodat de monsters van het begin van de melking worden vermengd met monsters van het einde van de melking, zodat de inhoud van de mengbeker de gemiddelde samenstelling van de melk weergeeft.
20 Uit fig. 3 blijkt dat zich in de bodem van de mengbeker 23 een afvoeropening 24 met een veerbelast klepje 25 bevindt. De opening 24 gaat aan de onderzijde over in een wijdere opening 26, waarin de hals 27 kan worden gebracht van een monsterflesje 28.
In de binnenwand van dit flesje is op de halve hoogte ervan 25 een soepele membraan 29 bevestigd, die in zijn beide uiterste standen aanligt tegen de binnenzijde van de bovenste, resp. de onderste helft van het flesje. In de weergegeven vorm bestaat het flesje 28 uit twee delen, een bovendeel 30 en een onderste-deel 31, welke in elkaar schroef-baar zijn bij 32 en tegelijk de met een der delen verbonden membraan 29 30 tussen zich in vasthouden. Het flesje heeft een nauwe melktoevoeropening 33 in de hals 27 en een opening 34 in de bodem van het onderste deel 31.
Op deze opening 34 kan een onderdruk-aansluiting worden aangesloten, waardoor de membraan 29 naar zijn onderste uiterste stand wordt gebracht en tegelijk melk uit de mengbeker 23 via het kanaal 33 in de bovenruimte 35 van het flesje wordt gezogen. Het flesje kan nu van de melkbeker worden afgenomen en worden opgeslagen. In het laboratorium kan nu een druklucht-aansluiting met de opening 34 worden verbonden, waardoor de membraan in zijn bovenste uiterste stand komt, zoals weergegeven infig. 3,en de zich boven de membraan in de bovenste helft van het flesje bevindende 40 melk door het kanaal 30 in een reageerbuis kan worden gebracht. In de 81 0 2 3 5 9
« ·. I
- 6 - buitenomtrek van het flesje 28 is een groef 35 gevormd, waarin een magnetische band 36 kan worden geplaatst waarop alle gegevens van de gemolken koe en de datum van de melking kunnen zijn opgenomen.
De werking van het geheel is als volgt dat bij het openen van 5 een meetreservoir 1 van de melkmeter via de opening van de klep 5 melk wegstroomt in de opvangruimte 7. Een klein deel·-.van dezer melk komt in de buisvormige houder 8 terecht en daarvan blijft, nadat alle melk uit het meetreservoir 1 is weggestroomd, een. proportioneel deel, gelijk aan het monster-opneemvolume 11,over. De rest van de melk verlaat de opneemruimte 10 7 via een afvoerspruit 37 van de melkmeter. Sluit nu de klep 5 van het ene meetreservoir, waarbij tegelijk de klep 5 van het andere meetreservoir wordt geopend, dan drukt het uitsteeksel 19 van de klepstang 4 op het uitsteeksel 20 van de klep 12 van de monsterhouder en stroomt de melk uit het volume 11 via de melkdoorlatende geleiders 14 naar de afvoerspruit 10 15 van de houder en van daar naar de aangesloten mengbeker 23. Deze mengbeker heeft in het weergegeven geval twee aansluitspruiten 21 voor de beide meetreservoirs van de melkmeter vanfig. 1. Verder heeft deze mengbeker 23 een met de buitenlucht verbonden spruit 37 voor afvoer van lucht uit de mengbeker, die wordt verdrongen door de binnenkomende melk.
20 Na schudden van de mengbeker kan hieruit op de bovenbeschreven wijze een monsterflesje voor laboratoriumonderzoek worden gevuld, dat dan een representatief monster van de gehele melkhoeveelheid bevat.
Het is duidelijk dat de compensatie volgens fig. 5 in het algemeen bereikt kan worden door er voor te zorgen dat de melk bevattende 25 doorsnede op elk niveau gelijk is. Dit kan ook worden verkregen met een vernauwing, resp. verwijding van het meetreservoir, waarmee alle, eventueel in het reservoir aangebrachte onderdelen kunnen worden gecompenseerd.
De melkafvoerkleppen 5 volgens fig. 5 kunnen ook omgekeerd konisch zijn uitgevoerd, zodat zij sluiten bij omlaag_beweging en openen 30 bij omhoogbeweging. De zitting van de bodemklep 12 van de monsterhouder moet dan bovenliggend zijn in tegenstelling tot fig. 1.
8102359

Claims (8)

1. Inrichting voor monstemame, bestemd voor een periodiek werkende melkmeter, voorzien van tenminste één meetreservoir met melk-afvoerklep, met het kenmerk, dat in de bodem van de melkmeter onder de melkafvoerklep (5) een buisvormige houder (8) is aangebracht, waarvan 5 een deel van de bodem omhoog steekt en aan het open boveneinde een monster-opneemvolume (11) heeft met door een bodemklep (12) afsluitbare afvoerope-ning.
2. Inrichting volgens conclusie 1, mët het kenmerk, dat de bovenrand van het monster-opneemvolume (11) over ongeveer de hoogte van 10 dit opneemvolume naar boven is verlengd met een verder wanddeel (17), waarbij op de overgang tussen dit verdere wanddeel (17) en de bovenrand doorlaatopeningen (18) zijn aangébracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bodemklep (12) van het monster-opneemvolume (11) een 15 klep is met een klepsteel (13) die tot boven df bovenrand resp. het verdere wanddeel (17) van het monsteropneemvolume (11) doorloopt (20).
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buisvormige houder (8) aan het ondereinde is voorzien van een aansluitspruit (10). 20
-5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buisvormige houder (8) is voorzien van uitwendige schroefdraad (9) of een bajonet-sluiting, of dgl., waarmee de houder wegneembaar in de bodem van het melkafvoerreservoir (7) van -êe mdfcmeter kauworden bevestigd.
6. Monsterflesje voor gebruik bij de inrichting volgens een 25 der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat in de binnenwand van het flesje (28) op de halve hoogte ervan een soepele membraan (29) is bevestigd, die in zijn beide uiterste standen aanligt tegen de binnenzijde van de bovenste (30) resp. de onderste (31) helft van het flesje, waarbij in dé bodem een druk- resp. onderdruk-aansluitopening (34) is 30 aangebracht.
7. Melkmeter met vlotter voor het bepalen van het gewicht van de door een koe tijdens het melken afgegeven hoeveelheid melk, voorzien van een meetreservoir met toevoerbuis voor melktoevoer aan het meetreservoir, aan het ondereinde afsluitbaar met een periodiek bedienbare toe- 35 voerklep, en met een afvoerklep in de meetreservoirbodem, waarbij de vlotter een vertikaal beweegbaar geleide langwerpige vlotter is, aangebracht in het meetreservoir, van welke vlotter het boveneinde samenwerkt 8102359 - 8 - met een vast boven dit boveneinde aan het meetreservoir aangebrachte schakelaar, die bij kontakt met het vlotterboveneinde de melktoevoer-klep sluit en de melk_afvoerklep opent, met het kenmerk, dat in het meetreservoir (1) een gesloten vertikaal compensatielichaam (47) is 5 aangebracht, verlopend van de bodem tot het ondereinde van de melktoe-voerbuis (2) , van welk lichaam de dwarsdoorsnede gelijk is aan die van de melktoevoerbuis.
8. Melkmeter met vlotter voor het bepalen van het gewicht van de door een koe tijdens het melken afgegeven hoeveelheid melk, voorzien 10 van een meetreservoir met toevoerbuis voor melktoevoer aan het meetreservoir, aan het ondereinde afsluitbaar met een periodiek bedienbare toevoerklep, en met een afvoerklep in de meetreservoirbodem, waarbij de vlotter een vertikaal beweegbaar geleide langwerpige vlotter is, aangebracht in het meetreservoir, van welke vlotter het boven-einde samen-15 werkt met een vast boven dit boveneinde aan het meetreservoir aangebrachte schakelaar, die bij kontakt met het vlotterboveneinde de melktoevoerklep sluit en de melk afvoerklep opent, met het kenmerk, dat de vlotter (46) in de stand, waarin zijn boveneinde in kontakt is met de schakelaar, over zijn lengte onder het niveau van het ondereinde van de melktoevoer-20 buis(2) een constante grotere doorsnede heeft dan in zijn bovendeel, waarbij het doorsnedeverschil (48) gelijk is aan de doorsnede van de melktoevoerbuis (2). ---++--- 25 8102359
NL8102359A 1980-11-14 1981-05-13 Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter. NL8102359A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8102359A NL8102359A (nl) 1981-05-13 1981-05-13 Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter.
EP81201214A EP0052396B1 (en) 1980-11-14 1981-10-28 Milkmeter measuring the weight of the quantity of milk issued by a cow, and device for taking samples adapted for use with said milkmeter
DE8181201214T DE3176287D1 (en) 1980-11-14 1981-10-28 Milkmeter measuring the weight of the quantity of milk issued by a cow, and device for taking samples adapted for use with said milkmeter
US06/319,612 US4437346A (en) 1980-11-14 1981-11-09 Milkmeter measuring the weight of the quantity of milk issued by a cow, and device for taking samples adapted for use with said milkmeter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8102359A NL8102359A (nl) 1981-05-13 1981-05-13 Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter.
NL8102359 1981-05-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102359A true NL8102359A (nl) 1982-12-01

Family

ID=19837503

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102359A NL8102359A (nl) 1980-11-14 1981-05-13 Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8102359A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4231324A (en) Milk quantity meter
PL175803B1 (pl) Sposób i urządzenie do pobierania próbki mleka w trakcie udoju
US5632411A (en) Meter and a method for measuring quantity of a flowing liquid
EP1496738B1 (en) A device and a method for sampling of milk
US2270511A (en) Sampling device
US3452901A (en) Liquid dispensing device
EP2089688B1 (en) A device and a method for sampling of milk
US4437346A (en) Milkmeter measuring the weight of the quantity of milk issued by a cow, and device for taking samples adapted for use with said milkmeter
US6694830B2 (en) Sampling method and sampling device therefor
NL8102359A (nl) Inrichting voor monstername, bestemd voor een melkmeter.
CN106714549B (zh) 双腔室容积式牛奶计量器
JPH0379962B2 (nl)
US2872818A (en) Liquid sampling system
US2058587A (en) Milk sediment testing apparatus
RU2053654C1 (ru) Молокомер
NL1043134B1 (nl) Apparaat voor het nemen van een vloeistofmonster uit een buis of reservoir en inrichting daarmee uitgerust.
US1000973A (en) Liquid-meter.
US1630203A (en) Coin-actuated liquid-dispensing machine
SU1683501A3 (ru) Пробоотборник сточных вод
AU682046B2 (en) Method of sub-sampling milk and apparatus for same
NZ264234A (en) Milk sub-sampling; apparatus using probes to automatically take milk from pairs of sample tubes and mix the samples before analysis
IES59118B2 (en) A meter and a method for measuring quantity of a flowing liquid
US20040060373A1 (en) Fluid receptacle assembly
CS239603B1 (cs) Průtokový měřič mléka
CS269631B1 (cs) Poměrová měřici zařízeni průtočných kapalin

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed