NL8101800A - Circulatieklep. - Google Patents
Circulatieklep. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101800A NL8101800A NL8101800A NL8101800A NL8101800A NL 8101800 A NL8101800 A NL 8101800A NL 8101800 A NL8101800 A NL 8101800A NL 8101800 A NL8101800 A NL 8101800A NL 8101800 A NL8101800 A NL 8101800A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- valve
- support structure
- pressure
- circulation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH DRILLING; MINING
- E21B—EARTH DRILLING, e.g. DEEP DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B34/00—Valve arrangements for boreholes or wells
- E21B34/06—Valve arrangements for boreholes or wells in wells
- E21B34/063—Valve or closure with destructible element, e.g. frangible disc
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH DRILLING; MINING
- E21B—EARTH DRILLING, e.g. DEEP DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B34/00—Valve arrangements for boreholes or wells
- E21B34/06—Valve arrangements for boreholes or wells in wells
- E21B34/10—Valve arrangements for boreholes or wells in wells operated by control fluid supplied from outside the borehole
- E21B34/102—Valve arrangements for boreholes or wells in wells operated by control fluid supplied from outside the borehole with means for locking the closing element in open or closed position
- E21B34/103—Valve arrangements for boreholes or wells in wells operated by control fluid supplied from outside the borehole with means for locking the closing element in open or closed position with a shear pin
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH DRILLING; MINING
- E21B—EARTH DRILLING, e.g. DEEP DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B49/00—Testing the nature of borehole walls; Formation testing; Methods or apparatus for obtaining samples of soil or well fluids, specially adapted to earth drilling or wells
- E21B49/001—Testing the nature of borehole walls; Formation testing; Methods or apparatus for obtaining samples of soil or well fluids, specially adapted to earth drilling or wells specially adapted for underwater installations
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T137/00—Fluid handling
- Y10T137/1624—Destructible or deformable element controlled
- Y10T137/1632—Destructible element
- Y10T137/1782—Frangible element returns pressure responsive valve
Description
ί» φ. ...............—, * - -1- Γ )
Circulatieklep.
De uitvinding heeft algemeen betrekking op een inrichting voor het testen van een olieput, en meer in het bijzonder, maar niet bij w.jze van beperking, cp een arikeercirculatieklep, die afgaande op annulusdruk werkt.
5 De onderhavige uitvinding is een verbeterde versie van een op annulusdruk afgaande arikeercirculatieklep,die geopenbaard is in het Amerikaanse octrooischrift 3.970.147 ten name van de onderhavige aanvrager.
Het genoemde octrooischrift openbaart een schuifhulstype 10 cnkeercirculatiéklep, die afgaande op annulusdruk,die irwerkt op een ringvormige zuiger, welke aan het schuifklepcnderdeel verbonden is, werkt. Die hetende inrichting omvat afschuifpenorganen, welke direct verbonden zijn aan het schuifklepanderdeel door aangebracht te zijn in radiale gaten in het klepanderdeel.
15 Met het békende afschuifpenstelsel wordt soms een probleem ondervonden wanneer de boorpi jpkolcm, waaraan de circulatieklep verbonden is, herhaaldelijk getest wordt door inwendige onderdruk-s telling gedurende de samenstelling en neerlating daarvan in de put.
Deze iiwendige onderdrukste lling van het schuifkleponderdeel van 20 de circulatieklep tot de zeer hoge drukken, die vaak ondervonden worden gedurende dit boorpijptesten, leidt tot het buigen van het schuifkleponderdeel en deze buiging van het schuifkleponderdeel is saus van invloed op bet lastdraagvermogen van de afschuifpennen, die direct verbonden zijn aan het schuifkleponderdeel.
25 Deze problemen worden ondervangen door de onderhavige uitvinding, waarbij het in het genoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven afschuifpenstelsel vervangen wordt door een aantal afschuifpennen, welke aangebracht zijn in een draagconstructie, die berstend is op krachtoverbrengaangrijping met een oppervlak van het 30 schuifkleponderdeel, maar die de afschuifpennen niet direct aan het schuifklepcnderdeel verbonden heeft. Dit vóórkant vroegtijdige werking van de afschuifpennen als gevolg van buiging van het schuifklepanderdeel gedurende inwendige onderdrukstelling van de boor- 8101800 4 * -2- pi jpreeks.
Een afschuifpenstelsel overeenkanstig aan dat van de onderhavige uitvinding is beschreven in de tevens aanhangige Amerikaanse octrooiaanvrage onder nummer 112.210 die op 15 januari 5 1980 ingediend is voor een door annulusdruk bediende sluitklep met verbeterde krachtdoom ten name van de onderhavige aanvrager. Dat afschuifpenstelsel is echter niet direct in aangrijping met een schuif-:’ . kleponderdeel van een cnkeercirculatieklep, en is ook anders uitgevoerd ten opzichte van de onderhavige uitvinding voor wat betreft 10 de bron van onder druk gesteld fluïdum, dat direct in contact kant met de draagconstructie, en de balancering van deze fluidumdrukken in langsrichting over de draagconstructie.
Andere tot dusver verschenen octrooischriften betreffen in het algemeen qp annulusdruk afgaande kleppen voor toepassing 15 bij het testen van oliepitten. Bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 3.850.250 en 3.930.540 ten name van de onderhavige aanvrager openbaren een circulatieklep, die opent nadat een bepaald aantal annulusdrukveranderingen uitgeoefend zijn qp de putannulus, d.w.z. ringruimte van de put.
20 Het Amerikaanse octrooischrift 4.064.937 ten name van de onderhavige aanvrager openbaart een sluitklep voor toepassing bij het testen van een oliepit, die een geheel openende stroandoorgang daardoor vormt, en die een cmkeercirculatieklep onvat. Die bekende circulatieklep is zo uitgevoerd, en geconstrueerd dat een schuif-25 klepdcom beweegbaar is van eei normaal gesloten positie, waarin hierdoor een circulatiepoort gesloten is, naar een normaal open positie, waarin hierdoor de circulatiepoort geopend is. Aan de klepdoom zijn een aantal veervingers verbonden, die aanvankelijk gehouden worden tegen een richel van een huis door dichte aangrijping met 30 een krachtdoom. Na beweging van de krachtdoom over een bepaalde afstand laat men de koppen van de veervingers samentrekken in een met kleinere diameter uitgevoerd deel van de krachtdoom, onder het zodoende vrijgeven van de krachtdoom en het omlaag laten bewegen daarvan naar zijn open positie. Die cmlaagbeweging kant 35 tot stand door uitzetting van een schroefdrukveer.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.823.773 openbaart een 8101800 κ 9 -3- r?ï rculatieklep, die een integraal deel van een moretermechanisme is wanneer het more telmechanisme client en sluit afgaande op drukveranderingen in de pitannulus. De daarin geopenbaarde cdrculatiéklep beweegt van een gesloten positie naar een open positie na een be-5 paald aantal verrichtingen van de nonsteraeemklep.
Ben dubbele ClP-ciikeercirculatieklep, die aangeboden wordt door de Halliburton Services van Duncan, Oklahoma, bestaat uit een cmkeercirculatieklep, waarbij veerbelaste vingers een schuif-hulsdoom in een positie houden, waarin hierdoor de ankeerkleppoorten 10 in een huis van de klep bedekt zijn. De hulsdoorn is veefbelast naar de open positie. De dubbele ClP-arikeefklep wordt bediend door boor-pijprotatie waarbij door rotatie een bediendoom voortbewogen wordt, die ook een testklepnechanisme opent en sluit. Na een bepaald aantal rotaties wordt de testklep gesloten en door bijkanende rotatie 15 een vrijgeefmechanisme geactiveerd, dat het mechanisme, dat de schuifliulsklepdoom vasthoudt, vrijgeeft. De schuifhulsklepdoorn wordt dan naar de open positie bewogen door de genoemde veer, onder het zodoende vrijgeven van de circulatiepoorten cm omgekeerde circulatie toe te laten.
20 De cmkeercirculatieklep volgens de uitvinding anvat een cilindrisch huis met een daardoor aangebrachte epen langsdoorgang en een circulatiepoort en een door een wand daarvan aangebrachte krachtpoort. Een klepdoom is verschuifbaar opgenemen in een huis en beweegbaar van een gesloten positie, waarin hierdoor de drcula-25 tiepcort gesloten is, naar een epen positie, waarin hierdoor de circulatiepoort geopend is.
De klepdoom cmvat een ringvormig zuigerorgaan, dat in het huis opgeromen is cm de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn epen positie te bewegen. Het door de wand van het huis 30 aangebrachte krachtpoortorgaan vormt een middel voor het in verbinding stellen van de zuiger met een druk buiten het huis.
Een breekbaar tegenwerkingsorgaan bevindt zich tussen de klepdoom en het cilindrische huis voor het tegenwerken van de beweging van de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn open 35 positie tot de druk buiten het huis een bepaalde waarde overschrijdt, en voor het door breken vrijgeven van de klepdoom wanneer die druk 8101800 -4- ♦ ï- buiten het huis die bepaalde waarde, overschrijdt.
Het breekbare tegenwerkingsorgaan cmvat een draagconstructie, die berekend is op krachtoverbrengaangrijping met een oppervlak van de klepdoom. De draagconstructie cmvat binnenste 5 en buitenste concentrische hulzen,waarbij de binnenste huls berekend is op die krachtoverbrengaangrijping met het oppervlak van de klepdoom. Afschuifpenorganen zijn cpgenomen tussen de binnenste en bui tense concentrische hulzen en er op berekend om af te schuiven bij relatieve langsbeweging tussen de binnenste en buitenste 10 cilindrische hulzen.
De draagconstructie staat in fluidumisolatie van de langs-doorgang van het huis,en is op druk gebalanceerd ten aanzien van onder druk gesteld fluïdum, buiten het huis, dat direct in verbinding staat met de draagconstructie door een buitendrukbalansdoorgang-15 orgaan.
Talrijke oogmerken, aspecten en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen de terzake deskundige zonder meer duidelijk warden uit de volgencfe beschrijving aan de hand van de tekeningen.
20 Fig. 1 is een schematische verticale afbeelding van een puttestkolan, waarbij de cmkeercirculatiéklep volgens de uitvinding aangewend wordt, op zijn plaats binnen een onderzeese olieput.
Fig. 2A en 2B behelzen een verticale doorsnede van alleen de rechterzijde van de orikeercirculatieklep volgens de uitvinding, 25 waarin de klepdoom in zijn gesloten positie weergegeven is.
Gedurende het ver loep van het boren van een olieput wordt het boorgat gevuld met een fluidum, dat boorfluidum of boorspoeling genoemd wordt. Een van de doeleinden van dit boorfluidum is om in doorsneden formaties elk formatiefluidum, dat 30 daarin gevonden kan worden, vast te houden. On deze formatiefluida te bevatten, wordt de boorspoeling verzwaard met verscheidene additieven, zodat de hydrostatische druk van de spoeling op de formatie-diepte voldoende is cm het formatiefluidum binnen de formatie te houden zonder het in het boorgat te laten ontsnappten.
35 Wanneer het gewenst is cm de productievermogens van de formatie te testen, wordt een testkolcm in het boorgat tot de forma- 8101800 -5- tiediepte neergelaten, en laat men het foniatieElmdum in de kolom vloeien in een geregeld testprogramma. De onderste druk wordt gehandhaafd in het inwendige van de testkolcm als deze in het boorgat neergelaten wordt. Dit wordt gewoonlijk gedaan door een formatietest-5 klep in de gesloten positie te houden nabij het ondereinde van de testkolcm. Wanneer de testdiepte bereikt is, wordt een pakking ingesteld cm het boorgat af te dichten onder het zodoende insluiten van de formatie van de hydrostatische druk van het boorfluidum in de put-annulus.
10 De klep aan het ondereinde van de testkolcm wordt dan ge opend en het farmatiefluidum, vrij van de tegenwerkingsdruk van het boorfluidum, kan in het inwendige van de testkolcm vloeien.
Het testprogramma anvat periodes van formatievloeiing en periodes dat de formatie ingesloten is. Drukregistraties worden uit-15 gevoerd gedurende het gehele programma voor latere analyse cm het productievermogen van de formatie te bepalen. Desgewenst kan een monster van het forniatiefluidum gevat worden in een geschikte monsterkamer.
Aan het einde van het testprogramma is een circulatieklep 20 in de testkolcm epen, wordt formatiefluidum in de testkolcm naar buiten gecirculeerd, wordt de pakking vrijgegeven en wordt de testkolcm uitgetrdfcken.
De onderhavige uitvinding betreft in het bijzonder verbeteringen ten aanzien van circulatiékleppen voor toepassing in een 25 testkolcm zoals net beschreven.
Bij het nu beschouwen van fig. 1 wordt een typerende inrichting voor het uitvoeren van een boorschachttest buitengaats gezien. De algemene inrichting van een dergelijke puttestkolcm is op dit gebied welbekend en is bijvoorbeeld in het Amerikaanse 30 octrooischrift 4.064.937 weergegeven, waarvande details hier opge-nemen warden als referentie.,
Van bijzonder belang voor de onderhavige uitvinding tocnt fig. 1 een drijvend werkstation 10, waarvan een puttestkolcm 12 afhangt in een onderzeese put, begrensd door een putschadit 14. Nabij 35 het ondereinde van de testkolcm 12 bevindt zich daarin een amkeer-circulatieklep 16 volgens de uitvinding. Onder de circulatieklep 16 be- 8101800 -5-A - % *- vindt zich een gebruikelijk pakkingorgaan 18 voor het af dichten van een annulus d.w.z. ringruimte 20 tussen de puttestkolcm 12 en de putschacht 14 boven de ondergrondse formatie 22, die getest wordt.
Bij het nu beschouwen van fig. 2A en 2B wordt daar een 5 verticale doorsnede van alleen de rechter zijde van de circulatie-klep 16 van de uitvinding gezien.
De circulatieklep 16 onvat een cilindrisch huis 24 met een epen langsdoorgang of axiale boring 26 daardoor.
Het cilindrische huis 24 heeft een bovenste verlocpstuk 10 28, een onderste verloopstuk 30, en een middelste cilindrisch huis-onderdeel 32. Een boveneinde van het middelste huisonderdeel is verbonden aan het bovenste verloopstuk 28 bij de geschroefde verbinding 34, en een ondereinde van het middelste huisonderdeel 32 is verbonden aan het onderste ver loops tukonderdeel 30 bij de geschroefde 15 verbinding 36.
Het bovenste verlocpstuk 28 van het cilindrische huis onvat een circulatiepoort of -doorgang 38, die radiaal door een wand daarvan aangébracht is.
Een klepdoom of klephuis 40 is verschuifbaar opgeronen in 20 het huis 24 en beweegbaar van een gesloten positie, zoals in fig.
2A en 2B voorgesteld, waarin hierdoor de circulatiepoort 38 gesloten is, naar een epen positie, waarbij de doom uit de in fig. 2Ά en 2B weergegeven positie omlaag bewogen is, waarin hierdoor de circulatiepoort 38 geopend is.
25 De klepdoom 40 onvat een bovenste klepdoomgedeelte 42 en een onderste klepdoomgedeelte 44, die door schroefdraad verbonden zijn bij de geschroefde verbinding 46.
Op het onderste klepdoomgedeelte 44 van de klepdoom 40 is een ringvormig zuigerorgaan 48 gevormd, dat een buitenoppervlak 30 50 dicht opgenemen heeft binnen een cilindrisch binnenoppervlak 52 van het onderste verloopstuk 30. Ringvormige dichtorganen 54 zorgen voor de afdichting tussen de zuiger 48 en het binnenste cilindrische oppervlak 52.
In een wand van het onderste verlocpstuk 30 is een kracht-35 poortorgaan 56 epgenemen voor het in verbinding stellen van de zuiger 48 met een druk buiten het huis 24 binnen de annulus 20 (zie fig. 1).
8101800 i -6-
Het zuigerorgaan 48 vormt een middel voor het bewegen van de klepdoom 40 van zijn gesloten positie naar zijn epen positie afgaande cp druk in de annulus 20, die in verbinding gesteld wordt met de zuiger 48 via de kraditpoort 56.
5 Een ringvormige zone 58 onder de zuiger 48 vormt een lagere drukzene, die ongeveer atmosferische druk bevat, en wanneer hogere druk in verbinding gesteld wordt met het bovenoppervlak van de zuiger 48 via de poort 56, zal door de drukkrachten, die op de zuiger 48 inwerken, de zuiger 48 relatief ten opzichte van het 10 huis 24 anlaag bewegen.
Opgencmen tussen de klepdoom 40 en het cilindrische huis 24 is een breekbaar tegenwerkingsorgaan, dat algemeen met het verwijzingscijfer 60 aangegeven is. Het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 vormt een middel voer het tegenwerken van de be-15 weging van de klepdoom 40 van zijn gesloten positie naar zijn open positie tot de druk buiten het huis 24 binnen de annulus 20 een bepaalde waarde overschrijdt, en voor het door breken vrijgeven van de klepdoom 40 wanneer die druk buiten het huis 24 een bepaalde waarde overschrijdt.
20 Het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 kan ook beschreven worden als een vergrendelingsorgaan 60 voor het vergrendelen van de klepdoom 40 in zijn eerste gesloten positie, en voor het ontgrendelen van de klepdoom 40 van het huis 24 wanneer de bepaalde druk in de armulus 20 bereikt wordt.
25 Het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 anvat een draag constructie 62, die cp zijn beurt binnenste en buitenste concentrische hulzen 64 en 66 respectievelijk anvat. Het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 anvat voorts een aantal afschuifpencrganen 68, die tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen 64 en 66 30 opgencmen zijn en er qp berekend zijn on afgeschoven te worden bij relatieve langsbeweging tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen 64 en 66.
De druk in de armulus 20, die vereist is cm de afschuif-pennen 68 af te schuiven, hangt van het aantal, de afmeting en het 35 constructiemateriaal van de afschuifpennen 68 af.
De binnenste concentrische huls 64 van de draagconstruc- 8101800 -7- V * , tie 62 van het breekbare tegenwefkingsorgaan 60 cravat een bovenste eindcppervlak 70/ dat berekend is op kradi-toverbrengaangrijping met een onlaag gekeerd ringvormig oppervlak 72 van de klepdoom 40.
Ben ops luithulsorgaan 73 is rond de buitenste concentri-5 sche huls 66 aangebracht voor het op hun plaats houden van de af-schuiipenarganen 68 binnen (^draagconstructie 62.
Een ringvormige dichting 74 zorgt voor de afdichting tussen een boveneinde van de klepdoom 40 en een binnenste cilindrische oppervlak 76 van het bovenste verloopstuk 28 van het klephuis 24.
10 Een ringvormige dichting 78 zorgt voor de afdichting tussen een ondereinde van de klepdoom 40 en een binnenste ciliidrische oppervlak 80 van het onderste verloopstuk 30.
Door middel van dichtingen 74 en 78 is de draagconstructie 62 van het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 geïsoleerd van de 15 fluidumdruk in de langsdoorgang 26 van het huis 24.
De draagconstructie 62 staat in direct fluidumcontact met onder druk gesteld fluïdum uit de annulus 20 door tussenkomst van een stroomdoorgang 82, die in fig. 2A en 2B aangegeven is met een aantal aanduidingen 82, die de baan weergeven, waarlangs fluïdum 20 van de krachtpoort 56 met de draagconstructie 62 in verbinding gesteld is.
Deze doorgang 82 kan beschreven worden als een buitendruk-balansorgaan voor het in verbinding stellen van de druk buiten het huis 24 net de draagconstructie 62, en voor het balanceren van die 25 buitendruk, en een daardoor veroorzaakte langskracht, over de draagconstructie 62 cm langsgerichte belasting van de afschuifpenorganen als gevolg van die buitendruk, die direct op de draagconstructie 62 inwerkt, te voorkcraen.
Bet belang van dit drukbalansorgaan wordt beter beseft 30 indien men de andere mogelijke manieren, waarop de draagconstructie 62 uitgevoerdzou kunnen, woncfen, beschouwd. Indien bijvoorbeeld een ondercppervlak van de draagconstructie 62 direct blootgesteld werd aan onder druk gesteld fluïdum uit de annulus 20, maar de draagconstructie zo dicht passend qpgencmen was tussen de klepdoom 40 en het 35 klephuis 24 dat dit buitenf luidum niet geheel in verbinding gesteld werd met het bovenoppervlak van de draagconstructie 62, zou een druk- 8101800 -8- onbalans in langsrichting over de draagconstructie 62 opgewekt worden, waardoor afschuif type krachten op de afschuifpenorganen 68 uitgeoefend zouden worden. Hierdoor zouden problemen ontstaan met het nauwkeurig kunnen voorspellen van de druk binnen de annulus 20, 5 waarbij het breekbare tegenwerkingsorgaan 60 de klepdoom 40 vrijgeven zou.
Zoals in fig. 2A en 2B gezien kan warden,bevindt de draagconstructie 62 zich aan dezelfde zijde, d.w.z. de bovenzijde, van het zuigerorgaan 48 als de krachtpoort 56. De draagconstructie 62 be-10 vindt zich ook tussen de krachtpoort 56 en de circulatiepoort 38.
De wijze van werking van de atkeercirculatieklep 16 volgens de uitvinding is in het algemeen als volgt.
De puttestkolcm wordt in de putschacht 14 neergelaten, zoals in fig. 1 weergegeven is, tot het ondereinde van de puttest-15 kolan zich nabij de te testen onderzeese formatie 22 bevindt. Het pakkingorgaan 18 wordt dan uitgezet cm de annulus 20 tussen de test-kolan 12 en de schacht 14 af te dichten cm zodoende een gedeelte van de annulus 20 boven de pakking 18 te isoleren. De eerder beschreven puttestprocedures worden dan uitgevoerd. Wanneer het gewenst is cm 20 de circulatieklep 16 te openen en fluida uit de annulus 20 door de circulatieklep 16 in de puttestkolcm 12 te circuleren, wordt de druk in de annulus 20 opgevoerd tot een bepaald niveau afhangende van de opzet van de afschuifpenorganen 68 zoals eerder beschreven, en oefent die druk uit de annulus 20, die door de krachtpoort 56 op 25 het zuigerorgaan 48 inwerkt, een cmlaaggerichte kracht cp de kracht-doom 40 uit, waardoor op zijn beurt een cmlaaggerichte kracht cp de binnenste concentrische huls 64 uitgeoefend wordt door de aanr-grijping van de oppervlakken 70 en 72. Hierdoor wordt een afschuif-kracht cp de afschuifpennen 68 uitgeoefend, waardoor die afschuif-30 pennen afschoven worden bij relatieve langsbeweging tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen 64 en 66.
De normale hydrostatische druk van putf luidum binnen de annulus 20 wordt in verbinding gehouden met het boveneinde van de zuiger 48 via de krachtpoort 56 en zodoende wordt de klepdoom 40 35 in zijn gesloten positie gehouden afgaande cp deze normale hydrostatische druk.
8101800 -9- v*· *
De circulatieklep volgens de uitvinding leent zich er der^-halve goed toe on de genoemde doeleinden en voordelen alsmede die welke daaraan verbonden zijn, te bereiken. Ofschoon mcmenteel de voorkeur verdienende uitvoeringen van de uitvinding hier met het 5 oog op deze toelichting beschreven zijn, kunnen talrijke wijzigingen in de constructie en uitvoering van onderdelen door de terzake deskundige uitgevoerd worden, welke wijzigingen geacht worden binnen het kader van de uitvinding te liggen.
Kort samengevat is in het voorgaande een omkeercirculatie-10 klep beschreven, voorzien van een cilindrisch huis met een open langsdoorgang daardoor aangebracht en een circulatiepoort en een krachtpoort door een wand daarvan aangebracht. Een.: klepdoom is verschuifbaar in het huis opgencmen en beweegbaar van een gesloten positie, waarin hierdoor de circulatiepoort gesloten is, naar een 15 open positie, waarin hierdoor de circulatiepoort geopend is. De klepdoom anvat een ringvormige zuiger, die in het huis opgencmen is voor het bewegen van de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn open positie. De krachtpoort stelt de zuiger in verbinding met een druk buiten het huis. Een breekbare tegenwerkingsccnstructie 20 bevindt zich tussen de klepdoom en het cilindrische huis voor het tegenwerken van de beweging van de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn open positie tot de druk buiten het huis een bepaalde waarde overschrijdt, en voor het door breken vrijgeven van de klepdoom wanneer die druk buiten het huis die bepaalde waarde 25 overschrijdt. De breekbare tegenwerkingscons truc tie omvat een draagconstructie, die berekend is op krachtoverbrengaangrijping met een oppervlak van de klepdoom. De draagconstructie anvat binnenste en buitenste concentrischs hulzen, waarbij de binnenste huls berekend is qp de krachtoverbrengaangrijping met het oppervlak van de klepdoom. 30 Afschuifpennan zijn opgencmen tussen de binnenste en buitenste hulzen en erop berekend cm afgeschoven te worden bij relatieve langs-beweging tussen de binnenste en buitenste cilindrische hulzen.
8101800
Claims (19)
1. Circulatieklep, bestaande uit een cilindrisch huis met een epen langsdcorgang daardoor en een circulatiepoort door een wand daarvan, een klepdoom, die verschuifbaar in het huis opge- 5 nomen en beweegbaar is van een gesloten positie, waarin hierdoor de circulatiepoort gesloten is, naar een epen positie, waarin hierdoor de circulatiepoort geopend is, en breekbare tegenwerkings-organen tussen de klepdoom en het cilindrische huis voor het tegelwerken van de beweging van de klepdoom van zijn gesloten posi- 10 tie naar zijn epen positie, welke breekbare tegenwerkingsorganen een draagconstructie omvatten, die berekend is op krachtovefbreng-aangrijping met een oppervlak van de klepdoom.
2. Circulatieklep volgens conclusie 1, waarbij de klepdoom een ringvormig zuigerorgaan omvat, dat in het huis cpge- 15 nonen is voor het bewegen van de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn epen positie, en het huis voorts een krachtpoort-orgaan omvat, dat door de wand daarvan aangebracht is voor het in verbinding stellen van de zuiger met een druk buiten het huis, voorts gekenmerkt doordat het breekbare tegerwerkingsorgaan een 20 middel vormt voor het tegenwerken van de beweging van de klepdoom van zijn gesloten positie naar zijn open positie tot de druk buiten het huis een bepaalde waarde overschrijdt, en voor het door breken vrijgeven van de klepdoom wanneer die druk buiten het huis die bepaalde waarde overschrijdt.
3. Circulatieklep volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de draagconstructie binnenste en buitenste concentrische hulzen cmvat, waarbij de binnenste huls berekend is op de krachtoverbreng-aangri jping met het genoemde oppervlak van de klepdoom, en het breekbare tegerwerkingsorgaan voorts afechuifpenorganen omvat, 30 die opgenemen zijn tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen en er cp berekend zijn cm afgeschoven te worden bij relatieve langsbeweging tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen.
4. Circulatieklep volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de draagconstructie geïsoleerd is van fluidumdruk in de genoemde 35 langsdoorgang van het huis.
5. Circulatieklep volgens conclusie 4, voorts gekenmerkt 8101800 -11- t* door buitendrukbalansorganen voor het in verbinding stellen van de druk buiten het huis met de draagconstructie, en voor het balanceren van die buitendruk, en een daardoor veroorzaakte langskracht, over de draagconstructie cm langsgerichte belasting van de afschuif-5 penorganen als gevolg van die buitendruk, welke direct op de. draagconstructie inwerkt, te voorkanen.
6. Circulatiéklep volgens conclusie 3, voorts gekenmerkt door cpsluithulsorganen, die rond de buitenste concentrische huls van de draagconstructie aangebracht zijn voor het op hun plaats 10 houden van de afschuifpenorganen binnen de draagconstructie.
7. Circulatiéklep volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de draagconstructie zich aan dezelfde zijde van de zuiger bevindt als de krachtpoort.
8. Circulatiéklep volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat 15 de draagconstructie zich tussen de krachtpoort en de circulatiepoort bevindt.
9. Circulatiéklep volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de draagconstructie in fluidumisolatie van de langsdoorgang van het huis staat.
10. Circulatiéklep volgens ccnclusie 1, gekenmerkt doordat de draagconstructie binnenste en buitenste concentrische hulzen cm-vat, waarbij de binnenste huls berekend is op de krachtoverbreng-aangrijping met het genoemde oppervlak van de klepdoom, en het breekbare tegenwerkingsorgaan voorts afschuifpenorganen cmvat, die 25 cpgenanen zijn tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen en er op berekend zijn on afschoven te worden bij relatieve langs-beweging tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen.
11. Inrichting voor circulatie van putfluida afgaande op druk in een geïsoleerd gedeelte van een annulus tussen het 30 apparaat en een onringende putboring, bestaande uit een cilindrisch huis met een axiale inwendige boring en een doorgang die de axiale inwendige boring met het uitwendige van het huis in verbinding stelt, een klephuis, dat door het genoemde huis gedragen wordt onbeweegbaar is tussen een eerste positie, waarin hierdoor de genoemde doorgang 35 gesloten is, en een tweede positie, waarin hierdoor de genoemde doorgang geopend is, een vergrendelingsorgaan voor het vergrendelen 8101800 V" , -12- van het kleihuis in de eerste positie aan het genoemde huis, en voor het ontgrendelen van het klephuis van het genoemde huis bij een bepaalde druk die op het klephuis uitgeoefend wordt,gekenmerkt doordat het vergrendelingsorgaan bestaat uit een breekbaar tegenwerkings-5 orgaan, dat een draagconstructie omvat, die berekend is cp kradhtover-brengaangrijping met een oppervlak van het klephuis, waarbij zuiger-organen optreden, die aan het klephuis verbonden zijn, voor het uitoefenen van de druk in het genoemde geïsoleerde gedeelte van de annulus op het klephuis, voor het bewegen van het klephuis naar 10 de tweede positie bij het vrijgeven van het vergrendelingsorgaan en voor het in de tweede positie houden van het klephuis afgaande qp normale hydrostatische druk in het geïsoleerde gedeelte.
12. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de draagconstructie van het breekbare tegenwerkingsorgaan binnenste 15 en buitenste concentrische hulzen anvat, waarbij de binnenste huls berekend is op krach tcverbrengaangrij ping met het genoemde oppervlak van het klephuis, en het breekbare tegenwerkingsorgaan voorts afschuifpenorganen anvat, die qpgenaien zijn tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen en er op berekend zijn om afgeschoven 20 te worden bij relatieve langsbeweging tussen de binnenste en buitenste concentrische hulzen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt doordat de draagconstructie geïsoleerd is van fluidumdruk in de axiale inwendige boring van het genoemde huis.
14. Inrichting volgens conclusie 13, voorts gekenmerkt door buitendrukbalansorganen voor het in verbinding stellen van de druk in het genoemde geïsoleerde gedeelte van de annulus met de draagconstructie, en voor het balanceren van die druk, en een daardoor veroorzaakte langskracht, over de draagconstructie cm langsge-30 rich te belasting van de afschuifpenorganen als gevolg van die druk, welke direct op de draagconstructie inwerkt, te voorkomen.
15. Inrichting volgens conclusie 12, voorts gekenmerkt door opsluithulsorganen, die rond de buitenste concentrische huls van de draagconstructie aangebracht zijn voor het op hun plaats houden van 35 de afschuifpenorganen binnen de draagconstructie.
16. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de 8101800 ,5 " -l3- draagconstructie zich aan dezelfde zijde van het zuigerargaan bevindt als de doorgang die de inwendigs boring met het "Uitwendige van het huis in verbinding stelt.
17. Inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt doordat 5 de draagconstructie in fluiduraisolatie van de axiale inwendige boring van het genoemde huis staat.
18. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.
19. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de 10 beschrijving en/of tekeningen. 15 20 25 30 35 8101800
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/145,319 US4324293A (en) | 1980-04-29 | 1980-04-29 | Circulation valve |
US14531980 | 1980-04-29 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101800A true NL8101800A (nl) | 1981-11-16 |
NL189371B NL189371B (nl) | 1992-10-16 |
NL189371C NL189371C (nl) | 1993-03-16 |
Family
ID=22512550
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8101800,A NL189371C (nl) | 1980-04-29 | 1981-04-13 | Circulatieafsluiter. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4324293A (nl) |
JP (1) | JPS56167093A (nl) |
AU (1) | AU540069B2 (nl) |
BR (1) | BR8102423A (nl) |
CA (1) | CA1151535A (nl) |
DE (1) | DE3115467A1 (nl) |
DK (1) | DK158275C (nl) |
ES (1) | ES501713A0 (nl) |
GB (1) | GB2074634B (nl) |
IT (1) | IT1138276B (nl) |
NL (1) | NL189371C (nl) |
NO (1) | NO163751C (nl) |
Families Citing this family (39)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4474242A (en) * | 1981-06-29 | 1984-10-02 | Schlumberger Technology Corporation | Annulus pressure controlled reversing valve |
US4452313A (en) * | 1982-04-21 | 1984-06-05 | Halliburton Company | Circulation valve |
US4529038A (en) * | 1982-08-19 | 1985-07-16 | Geo Vann, Inc. | Differential vent and bar actuated circulating valve and method |
US4494608A (en) * | 1982-12-06 | 1985-01-22 | Otis Engineering Corporation | Well injection system |
US4633952A (en) * | 1984-04-03 | 1987-01-06 | Halliburton Company | Multi-mode testing tool and method of use |
US4573535A (en) * | 1984-11-02 | 1986-03-04 | Halliburton Company | Sleeve-type low pressure responsive APR tester valve |
US4602684A (en) * | 1984-11-13 | 1986-07-29 | Hughes Tool Company | Well cementing valve |
US4655288A (en) * | 1985-07-03 | 1987-04-07 | Halliburton Company | Lost-motion valve actuator |
US4657082A (en) * | 1985-11-12 | 1987-04-14 | Halliburton Company | Circulation valve and method for operating the same |
US4657083A (en) * | 1985-11-12 | 1987-04-14 | Halliburton Company | Pressure operated circulating valve with releasable safety and method for operating the same |
US4667743A (en) * | 1985-12-12 | 1987-05-26 | Halliburton Company | Low pressure responsive tester valve with ratchet |
US4691779A (en) * | 1986-01-17 | 1987-09-08 | Halliburton Company | Hydrostatic referenced safety-circulating valve |
US4878538A (en) * | 1987-06-19 | 1989-11-07 | Halliburton Company | Perforate, test and sample tool and method of use |
US4787447A (en) * | 1987-06-19 | 1988-11-29 | Halliburton Company | Well fluid modular sampling apparatus |
US4817723A (en) * | 1987-07-27 | 1989-04-04 | Halliburton Company | Apparatus for retaining axial mandrel movement relative to a cylindrical housing |
GB8802498D0 (en) * | 1988-02-04 | 1988-03-02 | Hy Ram Eng Co Ltd | Improvements relating to valves |
GB8909892D0 (en) * | 1989-04-28 | 1989-06-14 | Exploration & Prod Serv | Well control apparatus |
US5383520A (en) * | 1992-09-22 | 1995-01-24 | Halliburton Company | Coiled tubing inflatable packer with circulating port |
US5355959A (en) * | 1992-09-22 | 1994-10-18 | Halliburton Company | Differential pressure operated circulating and deflation valve |
US5411097A (en) * | 1994-05-13 | 1995-05-02 | Halliburton Company | High pressure conversion for circulating/safety valve |
GB2302607B (en) * | 1995-02-10 | 2000-06-28 | Baker Hughes Inc | Method and apparatus for remote control of wellbore end devices |
US5826660A (en) * | 1996-06-18 | 1998-10-27 | Schlumberger Technology Corporation | Dual action valve including a built in hydraulic circuit |
US6102126A (en) * | 1998-06-03 | 2000-08-15 | Schlumberger Technology Corporation | Pressure-actuated circulation valve |
US6145595A (en) | 1998-10-05 | 2000-11-14 | Halliburton Energy Services, Inc. | Annulus pressure referenced circulating valve |
CA2266809C (en) | 1999-03-23 | 2004-11-02 | Rodney Leeb | Reverse circulating control valve |
BR0202248B1 (pt) * | 2001-04-23 | 2014-12-09 | Schlumberger Surenco Sa | Sistema de comunicação submarina e método utilizável com um poço submarino |
CA2445870C (en) | 2001-04-30 | 2009-04-07 | Weatherford/Lamb, Inc. | Automatic tubing filler |
CA2412072C (en) | 2001-11-19 | 2012-06-19 | Packers Plus Energy Services Inc. | Method and apparatus for wellbore fluid treatment |
US8167047B2 (en) | 2002-08-21 | 2012-05-01 | Packers Plus Energy Services Inc. | Method and apparatus for wellbore fluid treatment |
US7299880B2 (en) * | 2004-07-16 | 2007-11-27 | Weatherford/Lamb, Inc. | Surge reduction bypass valve |
NO324703B1 (no) * | 2006-01-20 | 2007-12-03 | Peak Well Solutions As | Anordning ved sementeringsventil |
US8047278B2 (en) | 2006-02-08 | 2011-11-01 | Pilot Drilling Control Limited | Hydraulic connector apparatuses and methods of use with downhole tubulars |
US8002028B2 (en) | 2006-02-08 | 2011-08-23 | Pilot Drilling Control Limited | Hydraulic connector apparatuses and methods of use with downhole tubulars |
US8381823B2 (en) | 2006-02-08 | 2013-02-26 | Pilot Drilling Control Limited | Downhole tubular connector |
US8316930B2 (en) | 2006-02-08 | 2012-11-27 | Pilot Drilling Control Limited | Downhole tubular connector |
US8006753B2 (en) | 2006-02-08 | 2011-08-30 | Pilot Drilling Control Limited | Hydraulic connector apparatuses and methods of use with downhole tubulars |
CA2540499A1 (en) * | 2006-03-17 | 2007-09-17 | Gerald Leeb | Dual check valve |
US8757273B2 (en) * | 2008-04-29 | 2014-06-24 | Packers Plus Energy Services Inc. | Downhole sub with hydraulically actuable sleeve valve |
US9334710B2 (en) * | 2013-01-16 | 2016-05-10 | Halliburton Energy Services, Inc. | Interruptible pressure testing valve |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3850250A (en) * | 1972-09-11 | 1974-11-26 | Halliburton Co | Wellbore circulating valve |
US3930540A (en) * | 1972-09-11 | 1976-01-06 | Halliburton Company | Wellbore circulating valve |
US3823773A (en) * | 1972-10-30 | 1974-07-16 | Schlumberger Technology Corp | Pressure controlled drill stem tester with reversing valve |
US3970147A (en) * | 1975-01-13 | 1976-07-20 | Halliburton Company | Method and apparatus for annulus pressure responsive circulation and tester valve manipulation |
US4063593A (en) * | 1977-02-16 | 1977-12-20 | Halliburton Company | Full-opening annulus pressure operated sampler valve with reverse circulation valve |
US4064937A (en) * | 1977-02-16 | 1977-12-27 | Halliburton Company | Annulus pressure operated closure valve with reverse circulation valve |
US4270610A (en) * | 1980-01-15 | 1981-06-02 | Halliburton Company | Annulus pressure operated closure valve with improved power mandrel |
-
1980
- 1980-04-29 US US06/145,319 patent/US4324293A/en not_active Expired - Lifetime
-
1981
- 1981-03-30 CA CA000374172A patent/CA1151535A/en not_active Expired
- 1981-04-01 AU AU69001/81A patent/AU540069B2/en not_active Ceased
- 1981-04-13 NL NLAANVRAGE8101800,A patent/NL189371C/nl not_active IP Right Cessation
- 1981-04-16 DE DE19813115467 patent/DE3115467A1/de active Granted
- 1981-04-22 BR BR8102423A patent/BR8102423A/pt unknown
- 1981-04-23 JP JP6073881A patent/JPS56167093A/ja active Pending
- 1981-04-24 GB GB8112758A patent/GB2074634B/en not_active Expired
- 1981-04-28 ES ES501713A patent/ES501713A0/es active Granted
- 1981-04-28 DK DK188581A patent/DK158275C/da active
- 1981-04-28 NO NO811434A patent/NO163751C/no unknown
- 1981-04-29 IT IT21445/81A patent/IT1138276B/it active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3115467C2 (nl) | 1989-06-08 |
DK188581A (da) | 1981-10-30 |
NL189371C (nl) | 1993-03-16 |
IT1138276B (it) | 1986-09-17 |
NO163751B (no) | 1990-04-02 |
CA1151535A (en) | 1983-08-09 |
ES8300984A1 (es) | 1982-11-01 |
JPS56167093A (en) | 1981-12-22 |
DK158275B (da) | 1990-04-23 |
NO163751C (no) | 1990-07-18 |
DK158275C (da) | 1990-09-17 |
GB2074634B (en) | 1983-08-24 |
BR8102423A (pt) | 1981-12-29 |
AU540069B2 (en) | 1984-11-01 |
ES501713A0 (es) | 1982-11-01 |
GB2074634A (en) | 1981-11-04 |
US4324293A (en) | 1982-04-13 |
IT8121445A0 (it) | 1981-04-29 |
NL189371B (nl) | 1992-10-16 |
AU6900181A (en) | 1981-11-05 |
NO811434L (no) | 1981-10-30 |
DE3115467A1 (de) | 1982-03-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8101800A (nl) | Circulatieklep. | |
US4063593A (en) | Full-opening annulus pressure operated sampler valve with reverse circulation valve | |
US4270610A (en) | Annulus pressure operated closure valve with improved power mandrel | |
US4109725A (en) | Self adjusting liquid spring operating apparatus and method for use in an oil well valve | |
US4109724A (en) | Oil well testing valve with liquid spring | |
US4311197A (en) | Annulus pressure operated closure valve with improved reverse circulation valve | |
US4667743A (en) | Low pressure responsive tester valve with ratchet | |
US3970147A (en) | Method and apparatus for annulus pressure responsive circulation and tester valve manipulation | |
NO318067B1 (no) | Lukkeinnretning for omlopsventil | |
US2874927A (en) | Subsurface tubing tester | |
US4515219A (en) | Low pressure responsive downhole tool with floating shoe retarding means | |
GB2077815A (en) | Hydraulic fluid supply apparatus for a downhole tool | |
US4664196A (en) | Downhole tool with compressible liquid spring chamber | |
US4502537A (en) | Annular sample chamber, full bore, APR® sampler | |
US4440230A (en) | Full-bore well tester with hydrostatic bias | |
US4576235A (en) | Downhole relief valve | |
US2815925A (en) | Valves for controlling fluids in well bores | |
US4445571A (en) | Circulation valve | |
US5411097A (en) | High pressure conversion for circulating/safety valve | |
CA1151533A (en) | Drill pipe tester and safety valve | |
US4624317A (en) | Well tool with improved valve support structure | |
US3519075A (en) | Formation tester | |
US4421172A (en) | Drill pipe tester and safety valve | |
US4295361A (en) | Drill pipe tester with automatic fill-up | |
US4560004A (en) | Drill pipe tester - pressure balanced |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19951101 |