NL8100970A - Vaartuig voorzien van ten minste een steunband. - Google Patents

Vaartuig voorzien van ten minste een steunband. Download PDF

Info

Publication number
NL8100970A
NL8100970A NL8100970A NL8100970A NL8100970A NL 8100970 A NL8100970 A NL 8100970A NL 8100970 A NL8100970 A NL 8100970A NL 8100970 A NL8100970 A NL 8100970A NL 8100970 A NL8100970 A NL 8100970A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
band
strap
vessel
wall
receiving element
Prior art date
Application number
NL8100970A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Aart Johan Willem Van Der Stig
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL8100722A external-priority patent/NL8100722A/nl
Application filed by Aart Johan Willem Van Der Stig filed Critical Aart Johan Willem Van Der Stig
Priority to NL8100970A priority Critical patent/NL8100970A/nl
Publication of NL8100970A publication Critical patent/NL8100970A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B32/00Water sports boards; Accessories therefor
    • B63B32/40Twintip boards; Wakeboards; Surfboards; Windsurfing boards; Paddle boards, e.g. SUP boards; Accessories specially adapted therefor
    • B63B32/45Fixation means for feet of the board user, e.g. footstraps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/08Ice-breakers or other vessels or floating structures for operation in ice-infested waters; Ice-breakers, or other vessels or floating structures having equipment specially adapted therefor
    • B63B35/086Vessels for displacing icebergs, or related methods

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)

Description

t , · T tJ/EA/v der Stigchel, 2 VAARTUIG VOORZIEKf VAN TEN MINSTS ÊEH STEUNBAND.
De uitvinding heeft betrekking op een vaartuig voorzien van ten minste één, door middel van bevestigingsmiddelen met ten minste één van zijn einden met het vaartuig verbonden steunband.
5 · Een dergelijk vaartuig kan bijvoorbeeld, een surf plank zijn, waarbij de steunband 'een voetband is. Het is bekend om een dergelijke voetband op een surfplank vast te zetten, met in, in de surfplank vastgelijmde pluggen gedraaide schroeven. Deze pluggen zijn veelal van metaal zoals alumini-10 urn. Een dergelijke bevestiging heeft het nadeel, dat de gebruiker van de surfplank zijn voeten gemakkelijk aan de kop van de schroef of de stijve uiteinden van de voetband kan verwonden. Ook het zeiltuig kan hierdoor worden beschadigd. Bovendien treedt elektrolytische corrosie op van de schroef 15 en van de plug, wanneer deze van verschillende metalen zijn. Doordat de schroef maar een klein oppervlak van de band vastklemt, scheurt de band snel los.
Het doel van de uitvinding is deze nadelen te verhelpen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 20 <3e bevestigingsmiddelen een met het vaartuig verbonden, een insteekholte voor het insteken van het bandeinde vertonend opneemelement en het bandeinde in de insteekholte vasthoudende aangrijpingsmiddelen omvatten. Hierdoor omvatten de bevestigingsmiddelen geen gevaarlijke uitstekende schroef koppen, 25 en wordt de voetband beneden het oppervlak van de surfplank vastgehouden.
Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de aangrijpingsmiddelen gevormd door een de insteekholte ten minste gedeeltelijk begrenzende klemwand en een daarmee sa-30 menwerkend wigelement. Montage en demontage van de voetband zijn hierbij zeer eenvoudig.
Bij voorkeur is de klemwand in hoofdzaak afgeknot kegelvormig en heeft deze een zodanige tophoek, dat de wig-werking niet zelfremmend is. Bovendien sluit daarbij aan de 35 zijde van de klemwand met kleine diameter een cilindrische vasthoudwand aan en omvat het wigelement een daarmee samen— 81 0 0 9 70 fr t - 2 - werkend cilindrisch deel voor het vasthouden van de band, terwijl van de klemwand, het wigelement en de band er ten minste één elastisch is. Voor het losnemen van de band behoeft nu alleen de wrijvingskracht van het cilindrische deel 5 van het wigelement in de cilindrische vasthoudwand overwonnen te worden voor het terugduwen van het wigelement, zodat de band uit de wigholte genomen kan worden. Deze wrijvingskracht is bij geschikte dimensionering'gering, zodat de steunband met weinig kracht los te maken is.
10 Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de steunband nabij zijn einde ten minste één aangrij-pingsuitsparing en draagt het opneemelement een in de opneera-holte uitstekende, de band in de aangrijpingsuitsparing aangrijpende nok. Bij deze uitvoeringsvorm is dus geen afzonder-15 lijk element nodig voor het vasthouden van de band.
Het opneemelement kan direct bij vervaardiging van het vaartuig in één geheel daarmee worden gevormd, maar is bij voorkeur opgenomen in een afzonderlijk in het vaartuig, zoals een zeilplank, aan te brengen·huls. Om een goede corro-20 siebestendigheid te bereiken worden de huls en het wigelement bij voorkeur van kunststof vervaardigd.
Een geschikt materiaal voor de steunband is volgens de uitvinding met kunststofvezel zoals polyester vezel gewapende PVC. Dit materiaal heeft de voor de vasthoudwerking 25 gewenste elasticiteit , maar is voldoende stijf om een hiervan vervaardigde band gemakkelijk in de wigholte te kunnen steken. Bovendien neemt een band van dit materiaal geen vocht op. In het geval dat de band een eerder genoemde voetband is, heeft dit materiaal nog het voordeel, dat de voetband omhoog 30 blijft staan, zodat de gebruiker onder alle omstandig heden snel zijn voet daaronder kan steken.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de hierna volgende beschrijving van uitvoerings-voorbeelden aan de hand van de figuren.
35 Figuur 1 toont een vaartuig volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont in langsdoorsnede een detail van het vaartuig van figuur 1 volgens pijl II. .
8100970 f - - 3 -
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede volgens lijn III- III in figuur 2.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens lijn IV— IV in figuur 2.
5 Figuur 5 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van een andere uitvoeringsvorm.
Figuur 6 toont een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm.
Figuur 7 toont de dwarsdoorsnede volgens pijl VII-10 VII in figuur 6.
Figuur 8 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 6.
Figuur 9 toont een gedeeltelijk met figuur 2 overeenkomend aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm.
15 Figuur 10 toont de dwarsdoorsnede volgens pijl X-X
in fig 9.
Figuur 11 en 12 zijn met figuur 7 en 10 overeenkomende dwarsdoorsneden van resp. een vijfde en zesde uitvoeringsvorm.
20 Figuur 13 toont een perspectivisch aanzicht van een zevende uitvoeringsvorm.
Het vaartuig 1 omvat een zeilplank 2 met een daarop gemonteerde mast 4. De zeilplank 2 is eveneens voorzien van voetbanden 3, waar een gebruiker van het vaartuig 1 zijn voe-25 ten onder kan plaatsen, ten einde zich schrap te zetten, en de zeilplank goed te kunnen besturen. In het bijzonder worden de voetbanden 3 gebruikt, wanneer met.de zeilplank over golven uit het water wordt gesprongen. De zeilplank 2 is verder voorzien van vaste zwaarden 5 en een zwaardkast 6 voor een 30 ophaalbaar zwaard.
De zeilplank 2 omvat aan de buitenzijde een harde kunststoflaag 10, die bijvoorbeeld een thermohardende kunst-stoflaag kan zijn van polyester of epoxy of een thermoplastische kunststoflaag, zoals bijvoorbeeld van polyetheen. Het 35 inwendige van de zeilplank 2 is gevuld met kunststofschuim 11. Hiervoor wordt bij voorkeur polyurethaanschuim gebruikt.
In combinatie met een harde kunststoflaag 10 van epoxyhars 8100970 » - 4 - wordt ook polystyreenschuim toegepast.De bevestigingsmiddelen 9 voor de voetband 3 omvatten een in de zeilplank 2 vastgelijmde huls 12. De huls 12 omsluit een opneemholte 13, met een door de binnenwand van de huls 12 ge vormde klemwand 14.
5 De klemwand 14 is afgeknot kegelvormig en werkt samen met een afgeknot kegelvormig wanddeel 16 van een wigelement 15 voor het vastklemmen van de band 19 van de voetband 3.'
De voetband 3 wordt op de volgende wijze op de zeilplank 2 vastgemaakt. Eerst steekt men het wigelement 15 10 in de wigholte 13. Hiertoe is het wigelement 15 voorzien van een koord 25. Hierna steekt men de band 19 van voetband 3, in dwarsrichting samengevouwen door de opening aan de bovenzijde van de huls 12 naar binnen. Vervolgens trekt men het wigelement 15 weer met het koord 25 omhoog. De band 19 wordt hier-15 bij vastgeklemd tussen het kegelvlak 16 van het wigelement 15 en de kegelvormige klemwand 14. Wanneer op de voetband 3 een trekkracht wordt uitgeoefend, wordt de klemkracht door de wigwerking automatisch groter en wordt het wigelement 15 vaster aangetrokken.
20 Bij de in de figuren getoonde voorkeursuitvoerings vorm omvat de huls 12 een aan de smalle zijde van de klemwand 14 aansluitende cilindrische vasthoudwand 17. Het wigelement 15 omvat een daarmee samenwerkend cilindrisch deel 18. De diameter van het cilindrische deel 18 en die van de vasthoud- 25 wand 17 zijn zodanig op de dikte en breedte van de band 19 afgestemd, dat het wigelement 15 de band 19 juist met enige wrijving tegen de vasthoudwand 17 aandrukt. Bovendien is de hellingshoek van het kegelvlak 16 en van de klemwand 14 zodanig gekozen, dat de wigwerking niet zelfremmend is. Dat wil 30 zeggen, dat wanneer geen trekkracht op het koord 25 of op de band 19 uitgeoefend word, alleen het cilindrische deel 18 van het wigelement 15 de band 19 tegen de vasthoudwand 17 aandrukt en deze daardoor op zijn plaats houdt. Doordat de vast-houdkracht slechts beperkt hoeft te zijn, kan de band 19 een-35 voudig uit de wigholte 13 worden verwijderd, door het wigelement 15 naar binnen te schuiven. Onafhankelijk van de vante-voren op de klemband 19 uitgeoefende trekkracht, kan deze band 19 dus altijd zeer gemakkelijk worden losgenomen. In- 8100970 · vr χ - 5 - dien het gewenst is de zeilplank zonder voetbanden te gebruiken kunnen deze in een handomdraai worden verwijderd, terwijl dan een bovenoppervlak zonder uitsteeksels overblijft.
De huls 12 is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat 5 zich onder de klemwand 14 een zijwand aansluit die-een ruimte bepaalt, waarin een deel van de band 19 opgenomen kan worden. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een lengte-instelling van de band 19 mogelijk, door deze ver of minder ver in de wig-holte 13 te steken. Hierdoor kan men zowel met blote voeten 10 als met schoenen gebruik maken van de band 3.
Het onder het kegelvlak 16 van het wigelement 15 aansluitende cilindrische deel 18 van het wigelement 15 dient om te voorkomen dat het wigelement 15 dwars in de wigholte 13 zou komen te liggen, waardoor het wigelement 15 niet op de 15 juiste wijze de band 19 vast zou kunnen klemmen. De huls 12 is bij voorkeur vervaardigd van een kunststof, zoals Delrin of ABS en omvat om fabrikage-technische redenen een deksel 22 aan de onderzijde. De huls 12 wordt in een door de harde kunststoflaag 10 en in het kunststofschuim 11 gevormd gat 20 vastgelijmd met een geschikte kunsthars, zoals polyester- of epoxyhars. Aan de bovenzijde zijn in de huls 12 twee kanalen 23 aangebracht, die dienen om, nadat de lijmlaag 21 uitgehard is, met behulp van een geschikt spuitgereedschap lijm na te vullen. Dit is nodig, omdat de oorspronkelijke lijm 21 ge-25 deeltelijk in de kunststofschuim 11 dringt, en bij het uitharden krimpt. Deze lijm moet aangevuld worden om een goede waterdichte afsluiting van de huls 12 in de surfplank 2 te bereiken.
De voetband 3 omvat, zoals in figuur 2 wordt ge-30 toond, nog een om de band 19 aangebrachte huls 20 van zacht kunststofschuimmateriaal.
Het is voor de wigwerking niet noodzakelijk, dat zowel de klemwand 14 als het wigelement 15 kegelvormig zijn. Het is voldoende wanneer de klemwand en het wigelement zoda-35 nig uitgevoerd zijn, dat bij het op de band uitoefenen van een trekkracht deze band vaster tussen de twee elementen wordt vastgeklemd.
Fig. 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm, 8100970 - 6 - -Jt waarbij het wigelement 15 niet door middel van een koord op zijn plaats wordt gebracht, maar door middel van een veer 26, waarmee het wigelement 15 vast in de huls 12 is gemonteerd. Bij het aanbrengen van de band 19 wordt het wigelement 15 5 tegen de kracht van de veer 26 in naar beneden gedrukt. Wan neer de band 19 voldoende ver in de wigholte is gestoken, wordt deze, door deze over een kleine afstand terug te trekken door het wigelement 15 vastgeklemd.
Bij de uitvoeringsvorm van figuren 6, 7 en 8 omvat 10 de band 19 een aantal uitsparingen 33. Deze uitsparingen kunnen aangegrepen worden door een nok 30 aan de binnenzijde van de huls 12. De huls 12 is eveneens voorzien van een verende borglip 31, die aan de onderzijde één geheel met de huls 12 vormt. De verende borglip 31 zorgt ervoor dat de band 19 niet 15 onbedoeld van de nok 30 afglijdt. Voor het aanbrengen van de band 19 of het verwijderen daarvan kan de borglip 31 tot in de gestippeld getekende stand worden uitgebogen. Voor de gewenste lengteverstelling van de band omvat deze een aantal gaten 33.
20 Bij de uitvoeringsvorm van de figuren 9 en 10 omvat de huls 12 borgnokken 34 die de band 19 in de gemonteerde toestand zijdelings opsluiten. De band kan in de opneemholte 13 worden gestoken door deze in dwarsriehting samen te vouwen, zoals in figuur 10 met stippellijnen is aangegeven. Wan-25 neer een gewenste uitsparing van de band 19 zich voor de nok 30 bevindt, laat men de band 19 terugveren, waardoor deze door de nok 30 aangégrepen wordt.
Bij de uitvoeringsvorm van figuur 11 wordt de band 19 in gebogen vorm in de opneemruimte opgenomen, waardoor de 30 diameter van de huls 12 kleiner kan zijn in vergelijking met de breedte van de band 19. Hierbij hoort de band 19 eveneens in dwarsriehting samengevouwen in de opneemholte gestoken, zoals in stippellijnen is weergegeven. Wanneer zich een geschikte opening 33 voor de nok 30 bevindt beweegt men de band 35 in figuur 11 gezien naar rechts, waarbij de nok 30 in de opening 33 dringt. De zijden van de band kunnen daarna achter de nokken 34 vallen om ongewenst losraken van de nok te voorkomen.
8100970 - 7 - _
In de uitvoeringsvorm van figuur 12 zijn geen afzonderlijke borgmiddelen aanwezig waar de band 19 wordt verhinderd van de nok 30 af te bewegen door zijn eigen stijfheid. De band 19 strekt zich in de gemonteerde toestand uit 5 volgens een diametraal vlak van de huls 12 en wordt door de wand van de huls tegen een zijdelingse beweging tegengehouden. De band 19 kan aangebracht en verwijderd worden door deze weer in dwarsrichting samen te vouwen, zoals in stippellijnen is aangegeven.
10 Behalve met een uitsparing in de vorm van een gat zoals in de figuren 8-12, kan de band 19 ook vastgezet worden met behulp van uitsparingen 37 in de zijkant van de band, zoals in figuur 13 wordt getoond. Het opneemelement heeft hierbij aan de bovenzijde een cirkelvormige opening 35 met 15 een bajonetsleuf 36. De band 19 kan in het opneemelement 12 gestoken worden en daaruit worden verwijderd, door dit ten opzichte van de in figuur 13 getekende stand een kwartslag te draaien. Het opneemelement 12 moet daarbij zodanig zijn aangebracht, dat de band 19 zich in de gebruiksstand, bijvoor-20 beeld naar een opneemelement voor zijn andere einde uitstrekt in de richting van de bajonetsleuf 36 zodat de breedte van de band 19 dwars daarop blijft staan. De band 19 kan in deze uitvoeringsvorm eveneens van een aantal paren uitsparingen 37 zijn voorzien in verband met de gewenste lengteverstelling.
25 Figuur 1 toont nog dat in de zijkant van de zeil-’ plank 2 eveneens bevestigingsmiddelen opgenomen kunnen worden, en wel dwars van het zwaartepunt van de plank. Door een normaal als voetband gebruikte band niet deze bevestigingsmiddelen 9 vast te zetten, kan de surfplank 2 zeer geriefelijk 30 aan deze band 7 worden gedragen.
Behalve toepassing bij surfplanken, kunnen de bevestigingsmiddelen ook gebruikt worden om bijvoorbeeld de bij een trapeze gebruikte voetband van een zeilboot vast te zetten.
81 0 0 9 70

Claims (13)

1. Vaartuig voorzien van tenminste één, door middel van bevestigingsmiddelen met ten minste één van zijn einden met het vaartuig verbonden steunband, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen een met het vaartuig verbonden, een in- 5 steekholte voor het insteken van het bandeinde vertonend op-neemelement en het bandeinde in de insteekholte vasthoudende aangrijpingsmiddelen omvatten.
2. Vaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opneemelement een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft.
3. Vaartuig volgen s conclusie 1 of 2, met het ken merk , dat de aangrijpingsmiddelen gevormd worden door een de insteekholte ten minste gedeeltelijk begrenzende klemwand en een daarmee samenwerkend wigelement.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu-15 sies, met het kenmerk, dat de klemwand in hoofdzaak afgeknot kegelvormig is met een zodanige tophoek, dat de wigwerking niet zelfremmend is, dat aan de zijde van de klemwand met kleine diameter een cilindrische vasthoudwand aansluit, dat het wigelement een daarmee samenwerkend cilindrisch deel om-20 vat voor het vasthouden van de band en dat van de klemwand, het wigelement en de band er ten minste één elastisch is.
5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunband nabij zijn einde tenminste één aan-grijpingsuitsparing heeft, en dat het opneemelement een in de 25 opneemholte uitstekende, de band in de aangrijpingsuitsparing aangrijpende nok draagt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door de band met de nok in aangrijping houdende borgmiddelen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 30 dat de borgmiddelen een de band op de nok dwingend verend, met het opneemelement verbonden element is.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de borgmiddelen met het opneemelement verbonden, de band ter hoogte van de nok zijdelings opsluitende opsluitnokken 35 omvatten. 8100970 * _ 9 -
9. Vaartuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de naar het bandeinde toegekeerde zijde van de aangrijpingsmiddelen in de opneemholte een een opneemruimte voor een deel van de band bepalende zij-5 wand aansluit.
10. Bevestigingsmiddelen voor een steunband in een vaartuig volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opneemelement een afzonderlijke huls is.
11. Bevestigingsmiddelen volgens conclusie 10, met 10 het kenmerk, dat de huls ten minste één aan de bovenste kopse wand open kanaal omvat, dat uitkomt in de buitenwand van de huls.
12. Bevestigingsmiddelen volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat deze van kunststof zijn vervaardigd.
13. Steunband voor gebruik bij een vaartuig volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat deze van met polyester weefsel gewapende PVC is. 8100970
NL8100970A 1981-02-13 1981-02-27 Vaartuig voorzien van ten minste een steunband. NL8100970A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100970A NL8100970A (nl) 1981-02-13 1981-02-27 Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100722 1981-02-13
NL8100722A NL8100722A (nl) 1981-02-13 1981-02-13 Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.
NL8100970 1981-02-27
NL8100970A NL8100970A (nl) 1981-02-13 1981-02-27 Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100970A true NL8100970A (nl) 1982-09-01

Family

ID=26645672

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100970A NL8100970A (nl) 1981-02-13 1981-02-27 Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8100970A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4592734A (en) * 1985-05-31 1986-06-03 Richard Metiver Foot strap and baseplate assembly
DE3634810A1 (de) * 1986-10-13 1988-04-14 Schuetz Werke Gmbh Co Kg Fussschlaufengurt fuer surfsegelbretter

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4592734A (en) * 1985-05-31 1986-06-03 Richard Metiver Foot strap and baseplate assembly
DE3634810A1 (de) * 1986-10-13 1988-04-14 Schuetz Werke Gmbh Co Kg Fussschlaufengurt fuer surfsegelbretter
DE3634810C2 (nl) * 1986-10-13 1991-07-11 Schuetz-Werke Gmbh & Co Kg, 5418 Selters, De

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4712394A (en) Surf lock
US7182661B2 (en) Detachable surfboard fin system
US4929208A (en) Surfboards for doing aerials
AU714281B2 (en) Foot support apparatus for a sportsboard
US10308329B2 (en) Mounting apparatus and related methods of fabricating or retrofitting a surfboard with said mounting apparatus
EP0374138A1 (en) Flanged fin for watercraft
US3380425A (en) Surfboard
JPS59502142A (ja) セ−ルボ−ドに関する改良
US5493989A (en) Adjustable fin box system
JP2010535657A (ja) フィンプラグ体およびその装着方法
NL8100970A (nl) Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.
HUT72772A (en) Fastening for clog of surf board
US9365268B1 (en) Fender for a watercraft
WO1991017080A1 (en) Variable angle fin
US10647391B2 (en) Mounting apparatus and related methods of fabricating or retrofitting a surfboard with said mounting apparatus
US6823811B1 (en) Buoy board
US4331093A (en) Composite wind surfboard
NL8100722A (nl) Vaartuig voorzien van ten minste een steunband.
US5779510A (en) Surfboard leash attachment
US20080176466A1 (en) Retractable Tow Hook
KR960015188B1 (ko) 서어프세일보드용 포오크붐 고정장치
GB2255937A (en) Variable geometry wind surfer fin
US11505290B2 (en) Mounting apparatus and related methods of fabricating or retrofitting a surfboard with said mounting apparatus
US5378181A (en) Release footstrap for windsurfing board
EP2644234A1 (fr) Dispositif de fixation pour planche de glisse et planche équipée d&#39;un tel dispositif

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed