NL8100269A - Securing scaffold board to tube - by fixed and weighted pivoted hooks on board together gripping around more than 180 degrees of tube - Google Patents

Securing scaffold board to tube - by fixed and weighted pivoted hooks on board together gripping around more than 180 degrees of tube Download PDF

Info

Publication number
NL8100269A
NL8100269A NL8100269A NL8100269A NL8100269A NL 8100269 A NL8100269 A NL 8100269A NL 8100269 A NL8100269 A NL 8100269A NL 8100269 A NL8100269 A NL 8100269A NL 8100269 A NL8100269 A NL 8100269A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hook
locking
profile
tube
gripping
Prior art date
Application number
NL8100269A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL178709B (en
NL178709C (en
Original Assignee
Hein Aberson
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hein Aberson filed Critical Hein Aberson
Priority to NL8100269A priority Critical patent/NL178709C/en
Publication of NL8100269A publication Critical patent/NL8100269A/en
Publication of NL178709B publication Critical patent/NL178709B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL178709C publication Critical patent/NL178709C/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/302Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members
    • E04G7/303Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members the added coupling elements are only fixed at one of the bars or members to connect
    • E04G7/305Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members the added coupling elements are only fixed at one of the bars or members to connect without tying means for connecting the bars or members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/15Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
    • E04G1/154Non-detachably fixed and secured connections between platform and scaffold

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Abstract

The arrangement is intended for securing an object with an end face to a bar or tube, partic. a scaffolding board (not shown) to a scaffold tube (2'), by means of at least one fixed hook (9' is part of one, 10) which is secured (6,8) to that face and grips over the tube. It comprises at least one pivoted (12) safety hook (13) which, in installation, engages the tube under its own weight (E) and, together with the fixed hooks, grips the tube over an angle greater than 180 deg. The hook (13) may be a two-armed (14,15) lever of which the curved arm (14) gripping (14') the tube is the heavier. The hooks may be secured to a U-section (6,8) fixed over the end of a board.

Description

- 1 - -% I *- 1 - -% I *

Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp aan een vlak van een staaf, in het bijzonder van een steigerplank aan de buizen van een steiger.Device for attaching an object to a plane of a rod, in particular of a scaffold board to the tubes of a scaffold.

De uitvinding betreft een inrichting voor het bevestigen van een voorwerp met een vlak aan een staaf, waarbij aan het vlak van het voorwerp tenminste één grijphaak is aangebracht, die over de staaf heen grijpt.The invention relates to a device for attaching an object with a surface to a rod, wherein at least one gripping hook is arranged on the surface of the object, which grips over the rod.

5 Bij de tot nu toe toegepaste bevestigingsinrichtingen voor bijvoorbeeld een steigerplank aan de buizen van een steiger zijn aan beide kopvlakken van de steigerplank telkens twee grijphaken bevestigd, die zich nabij de zijranden van de steigerplank bevinden. Deze steigexplanken kunnen weliswaar zeer eenvoudig en snel worden gemon-10 teerd en gedemonteerd, maar deze wijze van bevestigen brengt ook het risico met zich mee, dat de steigexplanken bij een van beneden uit daarop uitgeoefende kracht van de steigerbuizen los raken. Daarbij kan men de grijphaken wel op de steigerbuis vastzetten met een stuk touw of draad, maar dan neemt het opbouwen en afbreken van de steiger 15 veel kostbare tijd in beslag.In the mounting devices hitherto used for, for instance, a scaffolding plank to the tubes of a scaffolding, two gripping hooks are each attached to both end faces of the scaffolding plank, which are located near the side edges of the scaffolding plank. Although these scaffold planks can be assembled and disassembled very simply and quickly, this method of fastening also entails the risk that the scaffold planks become detached from the scaffold tubes under a force exerted on them from below. The gripping hooks can be secured to the scaffolding tube with a piece of rope or wire, but then building and dismantling the scaffolding 15 takes a lot of valuable time.

De uitvinding heeft ten doel, deze bezwaren van de bekende bevestigingsinrichting op te heffen.The object of the invention is to eliminate these drawbacks of the known fastening device.

Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding aan tenminste één vlak van het voorwerp tenminste één scharniexbare 20 borghaak is gemonteerd, die bij het monteren van het voorwerp door zijn eigen gewicht om de staaf heen valt, zodanig, dat de door de grijphaak en de borghaak tezamen omsloten hoek van de staaf groterThis object is achieved in that, according to the invention, at least one pivotable locking hook is mounted on at least one surface of the object, which, when the object is mounted, falls around the rod by its own weight, such that the hook and the locking hook together enclosed angle of the rod larger

QQ

is dan 180 .is then 180.

Door toepassing van deze maatregelen wordt bereikt, dat bij-25 voorbeeld de steigexplanken niet zonder meer door van beneden af werkende krachten van de steigerbuizen kunnen worden los gemaakt, doordat de omsluitingshoek van de grijphaak en de borghaak samen groter is dan 180° en doordat de borghaak bij optillen over een kleine afstand, die als gevolg van bij de vervaardiging aangehouden 30 speling mogelijk is, door zijn eigen gewicht juist verder om de buis heen tracht te grijpen. Ondanks de bereikte beveiliging of borging 8100269 U r - 3 -By applying these measures it is achieved that, for example, the scaffold boards cannot simply be detached from the scaffolding tubes acting from below, because the angle of enclosure of the grappling hook and the locking hook together is greater than 180 ° and because the Retaining hook when lifted over a small distance, which is possible due to the slack maintained during manufacture, by trying to grip further around the tube by its own weight. Despite the security or safeguarding achieved 8100 269 U r - 3 -

Fig. 3 is een zijaanzicht volgens de pijl III in fig. 1,Fig. 3 is a side view according to the arrow III in FIG. 1,

Fig. 4 is een bovenaanzicht van het rechtej-einddee 1 van de inrichting volgens fig. 1 enFig. 4 is a plan view of the straight end portion 1 of the device of FIG. 1 and

Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4.Fig. 5 is a sectional view taken on the line V-V in FIG. 4.

5 De in de tekening weergegeven inrichting volgens de uitvin ding bestaat uit een metalen U-profiel 1, dat op de kopeinden van een steigerplank 2 wordt bevestigd met behulp van bussen 3, die uitsteken door op één lijn liggende gaten 4 en 5 in de flenzen 6 in het ü-profiel 1 respectievelijk de steigerplank 2 en waarvan de uit-10 einden 7 zijn omgekraald op de buitenvlakken van het ü-profiel 1, zoals uit de fig. 4 en 5 blijkt, De lengte van het ü-profiel 1 kan worden aangepast aan de breedte van de steigerplanken.The device according to the invention shown in the drawing consists of a metal U-profile 1, which is fixed on the head ends of a scaffolding board 2 with the aid of bushings 3, which protrude through aligned holes 4 and 5 in the flanges. 6 in the u-profile 1 and the scaffolding board 2, respectively, and the ends of which 7 are curled on the outer surfaces of the u-profile 1, as can be seen from figs. 4 and 5. The length of the u-profile 1 can be adapted to the width of the scaffold planks.

Op het lijf 8 van het ü-profiel 1 zijn een aantal, bij de getekende uitvoeringsvorm drie, vaste, halfcirkelvormige grijphaken 15 9, 10 en 11 bevestigd, bijvoorbeeld vastgelast. De grijphaken 9, 10 en 11 zijn aan de concave binnenzijde voorzien van een half-cirkel-vormig profiel 9', 10' respectievelijk 11', waarvan de diameter iets groter is dan die van de steigerbuis 2'. De grijphaken 9, 10 en 11 grijpen over een hoek van ongeveer 180° over de steigerbuis 2' heen.A number of fixed semi-circular gripping hooks 9, 10 and 11, for example welded, are fixed on the body 8 of the u-profile 1, in the embodiment shown three. The gripping hooks 9, 10 and 11 are provided on the concave inner side with a semi-circular profile 9 ', 10' and 11 ', the diameter of which is slightly larger than that of the scaffold tube 2'. The gripping hooks 9, 10 and 11 grip over the scaffold tube 2 'at an angle of approximately 180 °.

. o 20 Deze hoek kan echter ook wel kleiner zijn dan 180 . Bij de getekende uitvoeringsvorm zijn de twee grijphaken 9 en 10 op korte afstand van elkaar geplaatst nabij het ene uiteinde van het ü-profiel 1, terwijl de andere grijphaak 11 nabij het andere uiteinde van het ü-profiel 1 is aangebrhcht. De afstanden A en B tussen de grijphaken 9 en 11 en 25 de eindvlakken van het ü-profiel 1 zijn zodanig gekozen, dat bij in eikaars verlengde liggende steigerplanken 2 de grijphaak 11 van de eertvolgende steigerplank in fig. 1 aan de linkerzijde naast de grijphaak 9 komt te liggen en de grijphaken 9 en 11 van de eerstvolgende steigerplank in fig. 1 aan de linkerzijde naast de grijp-30 haak 11 komen ;te_liggen. Daarbij is de afstand A bij voorkeur iets groter dan de afstand plus de dikte van de grijphaak 11, om eventuele maatafwijkingen te kunnen opvangen.. o 20 However, this angle can also be less than 180. In the embodiment shown, the two gripping hooks 9 and 10 are placed at a short distance from each other near one end of the profiel-profile 1, while the other gripping hook 11 is attached near the other end of the profiel-profile 1. The distances A and B between the gripping hooks 9 and 11 and 25 the end faces of the u-profile 1 are chosen such that with scaffolding planks 2 which are in line with each other, the gripping hook 11 of the next scaffold plank in fig. 1 is on the left side next to the gripping hook 9 and the gripping hooks 9 and 11 of the next scaffolding board in fig. 1 are placed on the left side next to the gripping hook 11. The distance A is preferably slightly greater than the distance plus the thickness of the gripping hook 11, in order to be able to compensate for possible dimensional deviations.

De grijphaken 9 en 10 zijn op een korte afstand C van elkaar geplaatst, waarbij de afstand C groter is dan de dikte van de grijp-35 haken 9 en 10.The gripping hooks 9 and 10 are placed at a short distance C from each other, the distance C being greater than the thickness of the gripping hooks 9 and 10.

8100269 1 t · - 2 - van de steigerplanken kunnen deze toch zonder enige moeite en snel worden gemonteerd en gedemonteerd. Bij het monteren van de steiger-planken wordt bij het neerlaten van het kopeinde van de plank de borghaak door de steigerbuis opgetild, t'otdat deze over de steiger-5 buis kan vallen en bij het demonteren van de steigezplanken behoeft men de borghaak slechts even met de hand op te tillen. Mocht door welke oorzaak dan ook de borghaak worden opgetild, dan zal deze na het wegvallen van die oorzaak dankzij zijn eigen gewicht automatisch in de borgstand terugvallen.Daardoor wordt een optimale veiligheid 10 bereikt.8100269 1 t - - 2 - of the scaffolding planks, these can be assembled and disassembled without any effort and quickly. When assembling the scaffolding planks, when the head end of the plank is lowered, the locking hook is lifted through the scaffolding tube, until it can fall over the scaffolding tube and when removing the scaffolding planks, the locking hook only needs to be lift by hand. Should the locking hook be lifted for any reason, it will automatically fall back into the locking position after its removal, thanks to its own weight, thus ensuring optimum safety.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bestaat de borghaak uit een tweearmige hefboom, waarvan de borgarm aan de naar de staaf toegekeerde zijde een profiel bezit, dat in de borgstand in zijaanzicht gedeeltelijk samenvalt met 15 dat van de grijphaak en gedeeltelijk een verlengstuk daarvan vormt, welke profielen nauwsluitend aanliggen op het omtreksvlak van de staaf en doordat de borgarm een groter gewicht heeft dan de andere arm.In a preferred embodiment of the device according to the invention, the locking hook consists of a two-arm lever, the locking arm of which has a profile on the side facing the rod, which in the locking position coincides partly in side view with that of the gripping hook and partly an extension thereof. which profiles lie snugly on the circumferential surface of the rod and because the locking arm has a greater weight than the other arm.

Deze uitvoeringsvorm van de borghaak is bijzonder doelmatig 20 en bedrijfszeker.This embodiment of the locking hook is particularly efficient and reliable.

Volgens de uitvinding is verder de andere arm van de borghaak aan zijn vrije uiteinde voorzien van een aanslag, die in de borg-richting voorbij de borgstand tegen het vlak van het voorwerp komt te liggen en van een in de borgstand boven het bovenvlak van het voor-25 werp uitstekend, aan gevormd deel.According to the invention, the other arm of the locking hook is further provided at its free end with a stop, which comes to lie in the locking direction past the locking position against the surface of the object and with a stop in the locking position above the top surface of the front -25 throw excellent, in molded part.

Daardoor blijft enerzijds ondanks de aanwezigheid van de borgarm de stapelbaarheid van bijvoorbeeld de steigezpbnken ten volle behouden, terwijl anderzijds door het uitstekende, aangevormde deel de bediening van de borghaak wordt vergemakkelijkt.This means that, despite the presence of the locking arm, the stackability of, for example, the scaffolding beams is fully retained, while, on the other hand, the protruding, molded part facilitates the operation of the locking hook.

30 De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uit- voeringsvoorbeeld van de bevestigingsinrichting van een steigerplank aan een steigerbuis nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing, with an embodiment of the fastening device of a scaffold plank to a scaffold tube.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding, 35 Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-XI in fig. 1, 8100269 ♦ . r - 4 -Fig. 1 is a top view of the device according to the invention, FIG. 2 is a sectional view taken on the line II-XI in FIG. 1, 8100269 ♦. r - 4 -

Volgens de uitvinding is tussen de grijphaken 9 en 10 op een schamieras 12, die in boringen in de haken 9 en 10 is bevestigd, een schamierbaxe borghaak 13 gelagerd. De borghaakli3 heeft bij voorkeur dezelfde dikte als de grijphaken 9, 10 en 11 en bestaat uit 5 een tweearmige hefboom 14, 15, waarvan de borgarm 14 zwaarder is dan de andere arm 15 en cirkelboogvormig is gekromd en aan de concave binnenrand een cirkelvormig profiel 14' bezit, waarvan de diameter iets groter is dan die van de steigerbuis en dat in de borgstand, die in fig. 2 in zijaanzicht is getekend, gedeeltelijk samenvalt met 10 het profiel 9', 10' en 11’ van de grijphaken 9, 10 respectievelijk 11 en gedeeltelijk een verlengstuk daarvan vormt, zodanig, dat de door de grijphaken 9, 10 en 11 en de borghaak 13 tezamen oros loten hoek van de steigerbuis 2' groter is dan 180°, en bij voorkeur onge-o veer 225 bedraagt, zoals uit de fig. 2 en 3 blijkt. Wordt nu m de 15 richting van de pijl D aan de steigerplank 2 getrpkken of tegen de plank geduwd, dan kan de steigerplank 2 niet zonder meer worden opgetild, zoals hierboven nader is toegelicht.According to the invention, between the gripping hooks 9 and 10 on a hinge shaft 12, which is mounted in bores in the hooks 9 and 10, a hinge baxe locking hook 13 is mounted. The locking hook l3 preferably has the same thickness as the gripping hooks 9, 10 and 11 and consists of a two-arm lever 14, 15, the locking arm 14 of which is heavier than the other arm 15 and is curved in a circular arc and a circular profile 14 on the concave inner edge. whose diameter is slightly larger than that of the scaffold tube and which in the securing position shown in side view in Fig. 2 partly coincides with the profile 9 ', 10' and 11 'of the gripping hooks 9, 10 11 and part thereof respectively form an extension thereof, such that the angle of the scaffold tube 2 ', which is jointly engaged by the gripping hooks 9, 10 and 11 and the locking hook 13, is greater than 180 °, and preferably approximately 225, as can be seen from Figs. 2 and 3. If the scaffold plank 2 is pushed or pushed against the plank in the direction of the arrow D, the scaffold plank 2 cannot simply be lifted, as further explained above.

Wanneer de steigerplank niet in gebruik is, zal de borghaak 13 trachten, in de richting van de pijl E in fig. 2 door te draaien 20 Om dit nu te verhinderen, is volgens de uitvinding aan de andere arm 15 van de borghaak 13 een aanslag 16 gevormd, die in de borgrichting E voorbij de borgstand volgens fig. 2 tegen het lijf 8 van het profiel 1 komt te liggen. Daardoor blijft de stapelbaarheid van de steigerplanken geheel behouden, terwijl boven-dien het bevestigen van 25 de steigerplanken ondanks de aanwezigheid van de borginrichting aanzienlijk wordt vergemakkelijkt, zoals reeds duidelijk is gemaakt. Daarbij is zoals uit figuur 2 blijkt de borgarm 14 smallerruitgevoerd dan de grijphaken 9 en 10 zodat tussen de grijphaken 9 en 10 een holte ontstaat. Bij het stapelen van de steigerplanken wordt het 30 vrije uiteinde van de borgarm in deze holte opgenomen.When the scaffolding board is not in use, the locking hook 13 will try to turn in the direction of the arrow E in fig. 2. To prevent this now, according to the invention, a stop is provided on the other arm 15 of the locking hook 13. 16, which comes to rest against the body 8 of the profile 1 in the locking direction E past the locking position according to Fig. 2. As a result, the stackability of the scaffold planks is fully retained, while, moreover, the fixing of the scaffold planks is considerably facilitated despite the presence of the locking device, as has already been made clear. As can be seen from figure 2, the locking arm 14 is lined narrower than the gripping hooks 9 and 10, so that a cavity is formed between the gripping hooks 9 and 10. When stacking the scaffold planks, the free end of the locking arm is received in this cavity.

Volgens de uitvinding is de andere arm 15 van de borghaak 13 voorzien van een aangevormd deel 17, dat in de borgstand volgens fig. 2 boven het bovenvlak van de steigerplank 2 uitsteekt. Bij het demonteren van de steigerplank behoeft men nu slechts het uitsteken-35 de deel 17 omlaag te drukken, waardoor de borghaak 13 in de pijl- 8 1 00 26 9 * » - 5 - richting F scharniert en de borghaak vrij van de steigerbuis 2' kan worden opgetild.According to the invention, the other arm 15 of the locking hook 13 is provided with a molded-on part 17, which protrudes above the top surface of the scaffolding board 2 in the locking position according to Fig. 2. When disassembling the scaffolding board, one now only has to press the protruding part 17 downwards, whereby the locking hook 13 hinges in the direction F and the locking hook free from the scaffolding tube 2. can be lifted.

Wanneer bij het lopen of verschuiven van materiaal en gereedschappen over de steigerplanken de borghaken door neerdrukken van het 5 uitstekende deel 17 worden opgetild, zullen de borghaken na vrijkomen van het deel 17 door het grotere gewicht van de borgarmen 14 automatisch in de borgstand terugvallen.When, when walking or shifting material and tools over the scaffold planks, the locking hooks are lifted by pressing down the projecting part 17, the locking hooks will automatically fall back into the locking position after the part 17 is released, due to the greater weight of the locking arms 14.

Aan het lijf 6 van het U-profiel 1 is tussen de grijphaken 10 en 11 verder nog een V-vormige lijst 18 bevestigd, waarvan de breedte IQ in langsrichting van de steigerplank 2 tenminste gelijk is aan, maar bij voorkeur groter is dan de breedte van de spleet tussen het lijf 8 en de steigerbuis 2'. Daarbij ligt het ene uiteinde van de lijst 18 op enige afstand van de derde grijphaak 11, zodanig, dat het samenstel van de twee grijphaken 9 en 10 en de borghaak 13 van de 25 eerstvolgende steigerplank tussen dit uiteinde van de lijst 18 en de derde grijphaak 11 op de steigerbuis 2' kan aangrijpen. Daarbij moet de afstand G tussen het uiteinde van de lijst 18 en het ene uiteinde van het U-profiel 1 aan de zijde van de derde grijphaak 11 tenminste gelijk zijn aan de afstand A tussen het andere uiteinde van het Q-20 profiel 1 en het samanstel van de twee grijphaken 9, 10 en de borghaak 13 plus de dikte van dat samanstel. Om eventuele maatafwijkingen te kunnen opvangen, wordt deze afstand bij voorkeur iets groter gekozen. De lijst 18 heeft ten doel, de spleet tussen het lijf 8 van het U-profiel 1 en de steigerbuis 2' af te dekken, alsmede te ver-25 hinderen, dat de steigerplanken in dwarsrichting ten opzichte van elkaar verschuiven.A further V-shaped strip 18 is attached to the body 6 of the U-profile 1 between the gripping hooks 10 and 11, the width IQ of which is longitudinal of the scaffolding board 2 at least equal to, but preferably larger than, the width of the gap between the web 8 and the scaffold tube 2 '. In this case, one end of the frame 18 lies at some distance from the third grappling hook 11, such that the assembly of the two grappling hooks 9 and 10 and the locking hook 13 of the next scaffolding board is between this end of the molding 18 and the third grappling hook 11 can engage on the scaffold tube 2 '. The distance G between the end of the frame 18 and one end of the U-profile 1 on the side of the third gripping hook 11 must be at least equal to the distance A between the other end of the Q-20 profile 1 and the assembly of the two gripping hooks 9, 10 and the locking hook 13 plus the thickness of that assembly. In order to be able to accommodate possible dimensional deviations, this distance is preferably chosen to be slightly larger. The purpose of the strip 18 is to cover the gap between the web 8 of the U-profile 1 and the scaffolding tube 2 ', and to prevent the scaffolding planks from sliding in the opposite direction.

Hoewel bij‘ het beschreven uitvoeringsvoorbeeld slechts één samenstel van twee grijphaken 9 en 10 met daartussen een schamier-bare borghaak 13 is toegepast, kan de derde borghaak 11 vanzelf-30 sprekend ook worden vervangen door een dergelijk samenstel, waarbij zonodig de genoemde afstanden A, B en G moeten worden aangepast.Although in the described exemplary embodiment only one assembly of two gripping hooks 9 and 10 with a hinged locking hook 13 between them is used, the third locking hook 11 can of course also be replaced by such an assembly, wherein if necessary the aforementioned distances A, B and G need to be adjusted.

Bij zeer brede steigerplanken kunnen ook neer dan twee van dergelijke samenstellen zijn aangebracht.In the case of very wide scaffolding planks, two such assemblies can also be arranged downwards.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van de toepassing 35 op steigerplanken en de bevestiging daarvan op steigerbuizen is de 8 1 00 26 9 - 6 - uitvinding vanzelfsprekend niet daartoe beperkt. De bevestigings-inrichting volgens de uitvinding kan ook zeer goed worden toegepast voor het bevestigen van bijvoorbeeld een tafelblad aan het onderstel van een tafel, van magazijnplanken of I 5 -schappen aan het freem van een magazijnstelling, van planken in boekenkasten, enz.Although the invention has been described with reference to the application to scaffolding planks and their attachment to scaffolding tubes, the invention is of course not limited thereto. The fastening device according to the invention can also be used very well for attaching, for example, a table top to the base of a table, warehouse shelves or 15 shelves to the frame of a storage rack, shelves in bookcases, etc.

8 1 0 0 26 98 1 0 0 26 9

Claims (13)

1. Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp met een vlak aan een staaf, waarbij aan het vlak van het voorwerp tenminste één grijphaak is aangebracht, die over de staaf heen grijpt, met het kenmerk, dat aan tenminste één vlak van het voorwerp (2) tenminste 5 één schamierbare borghaak {13} is gemonteerd, die bij het monteren Vein het voorwerp (2) door zijn eigen gewicht om de staaf (2') heen valt, zodanig, dat de door de grijphaak (9, 10, 11) en de borghaak (13) tezamen omsloten hoek van de staaf (2') groter is dan 180°.Device for attaching an object with a surface to a rod, wherein at least one gripping hook is arranged on the surface of the object, which grips over the rod, characterized in that at least one surface of the object (2 ) at least 5 one hinged locking hook {13} is mounted, which during mounting Vein the object (2) falls around the bar (2 ') by its own weight, such that the hook (9, 10, 11) and the locking hook (13) together enclosed angle of the rod (2 ') is greater than 180 °. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 borghaak (13) bestaat uit een tweearmige hefboom (14, 15), waarvan de borgarm (14) aan de naar de staaf (2') toegekeerde zijde een profiel (14'} bezit, dat in de borgstand in zijaanzicht gedeeltelijk samenvalt met dat (9r, 10*, 11') van de grijphaak (9, 10, 11) en gedeeltelijk een verlengstuk daarvan vormt, welke profielen nauwsluitend aan-15 liggen op het omtreksvlak van de staaf (2’} en dat de borgarm (14) een groter gewicht heeft dan de andere arm (15).2. Device according to claim 1, characterized in that the locking hook (13) consists of a two-arm lever (14, 15), the locking arm (14) of which has a profile (14 on the side facing the rod (2 ')). '}, which in the securing position in side view partly coincides with that (9r, 10 *, 11') of the grappling hook (9, 10, 11) and partly forms an extension thereof, which profiles lie closely on the circumferential surface bar (2 '} and that the locking arm (14) has a greater weight than the other arm (15). 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de andere arm (15) van de borghaak (13) aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een aanslag (16) , die in de borgrichting (E) voorbij de 20 borgstand tegen het vlak van het voorwerp (2) komt aan te liggen en van een in de borgstand boven het bovenvlak van het voorwerp (2*) uitstekend, aangevormd deel (17).Device according to claim 2, characterized in that the other arm (15) of the locking hook (13) is provided at its free end with a stop (16), which in the locking direction (E) extends beyond the locking position against the surface of the object (2) and a protruding part (17) protruding in the locking position above the top surface of the object (2 *). 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de borghaak (13) schamierbaar aan de grijphaak (9, 10} is gemonteerd.Device according to claim 3, characterized in that the locking hook (13) is mounted pivotally on the gripping hook (9, 10}). 5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de borghaak (13) schamierbaar is gemonteerd tussen twee grijphaken (9, 10), waarbij de scharnier as (12) in de grijphaken is gelagerd.Device according to one of the preceding claims, characterized in that the locking hook (13) is pivotally mounted between two gripping hooks (9, 10), the hinge shaft (12) being mounted in the gripping hooks. 6. Inrichting volgens conclusie 5 waarbij het voorwerp een 30 steigerplank en de staaf een buis is, met het kenmerk, dat het samenstel van de twee grijphaken (9, 10) en de borghaak (13) nabij de ene zijrand van de steigerplank (2) is gemonteerd en dat een derde grijphaak (11) nabij de andere zijrand van de steigerplank (2) is bevestigd, zodanig, dat de afstand (A) tussen de ene zijrand en de 8 1 00 26 9 * - 8 - Λ- het dichtst bij die zijrand gelegen grijphaak (9) tenminste gelijk is aan de afstand (B) tussen de andere zijrand en de derde grijphaak (11) plus de dikte van de derde grijphaak.6. Device according to claim 5, wherein the object is a scaffolding plank and the rod is a tube, characterized in that the assembly of the two gripping hooks (9, 10) and the locking hook (13) near the one side edge of the scaffolding plank (2). ) and that a third grappling hook (11) is attached near the other side edge of the scaffold plank (2) such that the distance (A) between one side edge and the 8 1 00 26 9 * - 8 - het- grappling hook (9) closest to that side edge is at least equal to the distance (B) between the other side edge and the third grappling hook (11) plus the thickness of the third grappling hook. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk» dat het 5 genoemde samenstel en de derde grijphaak (11) aan de twee kopvlakken van de steigerplank (2) diagonaalsgewijze tegenover elkaar liggen.7. Device according to claim 6, characterized in that said assembly and the third grappling hook (11) are diagonally opposite each other on the two end faces of the scaffold plank (2). 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het genoemde samenstel en de derde grijphaak (11) zijn bevsfcigd op het lijf (8) van een metalen U-profiel (1) , dat op de kopeinde van de 10 steigerplank (2) is bevestigd.Device according to claim 7, characterized in that said assembly and the third grappling hook (11) are mounted on the body (8) of a metal U-profile (1), which is mounted on the head end of the scaffolding board (2). ) is attached. 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het U-profiel (1) door middel van bussen (3) met omgezette einden (7) op de kopeinden van de steigerplank (2) is bevestigd.Device according to claim 8, characterized in that the U-profile (1) is fixed to the head ends of the scaffold board (2) by means of sleeves (3) with bent ends (7). 10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat op 15 het lijf (8) van het U-profiel (1) tussen de grijphaken (10) en (11) een afdekorgaan (18) is bevestigd, waarvan de breedte in langs richting van dë steigerplank (2) tenminste gelijk is aan de breedte van de spleet tussen het lijf (8) van het U-profiel (1.) en de steigerbuis (21).10. Device according to claim 8, characterized in that on the body (8) of the U-profile (1) is mounted a covering member (18) between the gripping hooks (10) and (11), the width of which is longitudinally direction of the scaffold plank (2) is at least equal to the width of the gap between the web (8) of the U-profile (1.) and the scaffold tube (21). 11. Inrichting volgens 'conclusie 10, met het kenmerk, dat het 20 afdekorgaan bestaat uit een in dwarsdoorsnede V-vormige lijst (18) , die met de vrije uiteinden van de benen van de V aan het lijf (8) van het U-profiel (1) is vastgelast.11. Device as claimed in claim 10, characterized in that the covering member consists of a cross-section V-shaped strip (18), which, with the free ends of the legs of the V, adjoin the body (8) of the U- profile (1) is welded. 12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afstand (G) tussen het ene uiteinde van de lijst (18) en het ene uit- 25 einde van het U-profiel (1) aan de zijde van de derde .grijphaak (11) tenminste gelijk is aan de afstand (A) tussen het andere uiteinde van het U-profiel (1) en het samenstel van de twee grijphaken (9, 10) en de borghaak (13) plus de dikte van dat samenstel.Device according to claim 11, characterized in that the distance (G) between one end of the strip (18) and the one end of the U-profile (1) on the side of the third gripping hook (11) is at least equal to the distance (A) between the other end of the U-profile (1) and the assembly of the two gripping hooks (9, 10) and the locking hook (13) plus the thickness of that assembly. 13. Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp met een 30 vlak aan een staaf, in het bijzonder van een steigerplank aan de buizen van een steiger, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 810026913. Device for attaching an object with a plane to a rod, in particular of a scaffolding board, on the tubes of a scaffolding, substantially as described in the description and / or shown in the drawing. 8100269
NL8100269A 1981-01-21 1981-01-21 DEVICE FOR ATTACHING AN OBJECT WITH A FLAT TO A BAR. NL178709C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100269A NL178709C (en) 1981-01-21 1981-01-21 DEVICE FOR ATTACHING AN OBJECT WITH A FLAT TO A BAR.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100269A NL178709C (en) 1981-01-21 1981-01-21 DEVICE FOR ATTACHING AN OBJECT WITH A FLAT TO A BAR.
NL8100269 1981-01-21

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8100269A true NL8100269A (en) 1982-08-16
NL178709B NL178709B (en) 1985-12-02
NL178709C NL178709C (en) 1986-05-01

Family

ID=19836899

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100269A NL178709C (en) 1981-01-21 1981-01-21 DEVICE FOR ATTACHING AN OBJECT WITH A FLAT TO A BAR.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL178709C (en)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0305014A2 (en) * 1987-08-28 1989-03-01 Beleggingsmaatschappij Bouwmaterieel Europa B.V. Scaffold comprising uprights, cross members and platforms connected to the cross members
FR2690942A1 (en) * 1992-05-06 1993-11-12 Casaccia Rene Scaffolding boards - has rotating hook, fixed to vertical lath, which has end weight automatically locking onto tubular element
EP1138849A2 (en) * 2000-03-25 2001-10-04 Günther Krause Tube element

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0305014A2 (en) * 1987-08-28 1989-03-01 Beleggingsmaatschappij Bouwmaterieel Europa B.V. Scaffold comprising uprights, cross members and platforms connected to the cross members
EP0305014A3 (en) * 1987-08-28 1989-04-26 Beleggingsmaatschappij Bouwmaterieel Europa B.V. Scaffold comprising uprights, cross members and platforms connected to the cross members
FR2690942A1 (en) * 1992-05-06 1993-11-12 Casaccia Rene Scaffolding boards - has rotating hook, fixed to vertical lath, which has end weight automatically locking onto tubular element
EP1138849A2 (en) * 2000-03-25 2001-10-04 Günther Krause Tube element
WO2001073302A2 (en) * 2000-03-25 2001-10-04 Krause Guenther Tubular element
WO2001073302A3 (en) * 2000-03-25 2002-02-28 Guenther Krause Tubular element
EP1138849A3 (en) * 2000-03-25 2003-03-26 Günther Krause Tube element

Also Published As

Publication number Publication date
NL178709B (en) 1985-12-02
NL178709C (en) 1986-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4441583A (en) Grating cable hanger
US4694531A (en) Suspended overhead hollow track support system
US4382416A (en) Detachable nestable mast steps
US5145032A (en) Mason's scaffold
CA1301220C (en) Scaffolding platform
US5358069A (en) Stepboard for ladders
US4139173A (en) Instant scaffold and paint can holder
WO1993009311A1 (en) Connector for assembling components of scaffolding
NL8100269A (en) Securing scaffold board to tube - by fixed and weighted pivoted hooks on board together gripping around more than 180 degrees of tube
US2905416A (en) Cable rack
US4187929A (en) Scaffold stabilizer
US4003543A (en) Column lift bracket
US3452958A (en) Cargo pallet rail assembly
NL8301020A (en) CABLE LADDER.
GB2056545A (en) A coupling device
US3360287A (en) Scaffolding
ES2026893T3 (en) SCAFFOLDING BOARD BOARD.
US3080941A (en) Collapsible scaffold
US4391348A (en) Scaffold safety pin
NL9202269A (en) Scaffolding construction, in particular means for connecting two or more uprights thereof in vertical position.
BE1015029A3 (en) Proposition ladder.
CA1109849A (en) Clamp
EP1446333B1 (en) Connection device; box and clamp
NL8402996A (en) COUPLING SYSTEM FOR REMOVABLE INSTALLATION OF A SCAFFOLDING RAIL.
US3042432A (en) Device for fastening boards to tubular supports and the like

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: WOODLAND B.V.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee