NL8100160A - Inrichting voor het oprichten van wand- en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeursbouw. - Google Patents
Inrichting voor het oprichten van wand- en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeursbouw. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8100160A NL8100160A NL8100160A NL8100160A NL8100160A NL 8100160 A NL8100160 A NL 8100160A NL 8100160 A NL8100160 A NL 8100160A NL 8100160 A NL8100160 A NL 8100160A NL 8100160 A NL8100160 A NL 8100160A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- profile
- beams
- turnbuckle
- strut
- ribs
- Prior art date
Links
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 8
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 5
- 238000007373 indentation Methods 0.000 claims description 2
- 238000005303 weighing Methods 0.000 claims description 2
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims 2
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims 2
- 210000002105 tongue Anatomy 0.000 abstract 6
- 230000000712 assembly Effects 0.000 abstract 1
- 238000000429 assembly Methods 0.000 abstract 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 abstract 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 4
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 2
- 230000001154 acute effect Effects 0.000 description 1
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 description 1
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 238000003825 pressing Methods 0.000 description 1
- 238000007493 shaping process Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/58—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements
- E04B1/5825—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/7407—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts
- E04B2/7416—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers
- E04B2/7433—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers with panels and support posts
- E04B2/7438—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers with panels and support posts with adjustable angular connection of panels to posts
- E04B2/744—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with free upper edge, e.g. for use as office space dividers with panels and support posts with adjustable angular connection of panels to posts using angularly-spaced longitudinal grooves of the posts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/74—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
- E04B2/76—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge with framework or posts of metal
- E04B2/78—Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge with framework or posts of metal characterised by special cross-section of the frame members as far as important for securing wall panels to a framework with or without the help of cover-strips
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/58—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements
- E04B1/5825—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section
- E04B2001/5856—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section using the innerside thereof
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/38—Connections for building structures in general
- E04B1/58—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements
- E04B2001/5881—Connections for building structures in general of bar-shaped building elements using an undercut groove, e.g. dovetail groove
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
Description
-1- * N/30.061-tM/f.
Inrichting voor het oprichten van wand- en/of plafondcon-structies, in het bijzonder in de jaarbeursbouw.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het oprichten van wand- en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeursbouw, als jaarbeurspaviljoen, openluchtstand, van ëên of meer etages voorziene hal of der-5 gelijke, met een stutprofiel, aan de uitsteeksels waarvan liggers voor wand en/of plafonddelen losneembaar kunnen worden bevestigd, waarbij als uitsteeksels axiaal resp. vertikaal verlopende in dwarsdoorsnede ongeveer T-vormige ribben dienen, waartussen overeenkomstige groefvormige opneemplaat-10 sen zijn gevormd.
Stutprofielen van de bovenaangeduide soort dienen gewoonlijk als centrale constructie-elementen of als hoekconstructie-elementen, waarvan met bepaalde hoeken ten opzichte van elkaar staande wanden resp. plafonds uitgaan.
15 De op te richten constructies, bijvoorbeeld jaarbeursstands, zijn in de regel uitgevoerd als regelmatige vierhoek -, zeshoek- of aghthoekconstructies.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een' inrichting van de bovengenoemde soort zo verder te ontwikke-20 len, dat de bevestiging van de liggers aan het stutprofiel enerzijds vereenvoudigd wordt, anderzijds wat de sterkte betreft verbeterd wordt, terwijl tevens een verkleining van de diameter van het stutprofiel mogelijk wordt.
Volgens de uitvinding wordt dit doel in 25 hoofdzaak bereikt, doordat de liggers telkens door middel van drie vasthoudelementen radiaal in drie naburige groefvormige opneemplaatsen tussen vier naburige ribben van het stutprofiel ingrijpen, terwijl de drie vasthoudelementen door in de dwars-richting ten opzichte daarvan aangebrachte spanmiddelen onder-30 ling tegen de ribben van het stutprofiel en tevens tegen de binnenwand van een de vasthoudnemer opnemende liggerkamer vastgespannen kunnen worden.
De uitvinding maakt op gunstige wijze de radiale aanbrenging van liggers aan het stutprofiel op elke 35 willekeurige hoogte daarvan mogelijk zonder dat vooraf vast-houdrails in de groefvormige opneemplaatsen tussen de ribben axiaal ingevoerd en bevestigd moeten worden. De liggers 8100160 ti- -2- .
worden bovendien niet alleen aan het stutprofiel gehangen, maar door het volgens de uitvinding vastspannen kracht- en vormsluitend met het stutprofiel verbonden. De belasting van de ribben van het stutprofiel is wat sterkte betreft zeer 5 gunstig, omdat de drie vasthoudelementen in drie onmiddellijk naburige groefvormige opneemplaatsen ingrijpen, zodat de ribben in hoofdzaak slechts op, trek belast worden en niet op buiging. Door de in vergelijking met een buigbelasting wat de sterkte betreft gunstigere trekbelasting van de ribben van 10 het stutprofiel volgens de onderhavige uitvinding, worden kleine wanddikten en dus een kleinere diameter van het stutprofiel mogelijk. Ook het reeds bovengenoemde wegvallen van afzonderlijke vasthoudrails in de groefvormige opneemplaatsen tussen de ribben heeft een zeer gunstige uitwerking bij 15 de inrichting volgens de uitvinding wat betreft het verminderen van de diameter van het stutprofiel.
Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de drie vasthoudelementen bestanddelen van een afzonderlijk spanslot en kan het spanslot 20 binnen de hol uitgevoerde ligger losneembaar worden bevestigd. Door de verdeling in ligger en afzonderlijk spanslot wordt de fabricage en de montage van de liggers eenvoudiger, die bijvoorbeeld kunnen worden vervaardigd als trekprofielen uit licht metaal.
25 Bij de verdere ontwikkeling van de grond gedachte van de uitvinding kunnen de drie vasthoudelementen telkens door een zich in de dwarsrichting door de ligger resp. de liggerkamer en de vasthoudelementen uitstrekkende span-s.chroef vastgespannen worden, waarbij op doelmatige wijze dé 30 spanschroef tevens voor de fixering van het spanslot binnen de ligger resp. de liggerkamer kan dienen. Volgens een verder zeer belangrijk kenmerk van de uitvinding bezitten de liggers aan hun bovenzijde en/of aan hun onderzijde telkens vier uitsteeksels (vier ribben met drie daartussen liggende groef-35 vormige opneemplaatsen), op zodanige wijze, dat ze naar keuze als ligger of als stutprofiel waaraan andere liggers kunnen worden bevestigd, kunnen worden toegepast.
Verdere bijzonderheden en gunstige uitvoeringen van de uitvinding kunnen worden ontleend aan de on-40 derconclusies en - aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeel-8100160 έ · i -3- den - aan de tekening en de navolgende beschrijving van deze uitvoeringsvoorbeelden.
Hierin toont: fig. 1 in horizontale doorsnede een cirkel-5 cilindervormig stutprofiel met twee diametraal tegenover elkaar aangebrachte liggers, waarvan de éne in de montage-stand en de tweede los genomen van het stutprofiel is afge-beeld; fig. 2 -een perspectivische afbeelding van 10 de ligger volgens fig. 1 met een gedeeltelijk gemonteerd spanslot; fig. 3-5 andere, in dwarsdoorsnede vierkante uitvoeringsvormen van een stutprofiel overeenkomstig af-gebeeld als fig. 1; 15 fig. 6 en 7 verdere uitvoeringsvormen van cilindrische stutprofielen, telkens in doorsnede afgeheeld overeenkomstig fig. 1; fig. 8 een ligger overeenkomstig fig. 1 en 2 in dwarsdoorsnede afgebeeld; ' 20 fig. 9-15 andere uitvoeringsvormen van liggers, telkens in dwarsdoorsnede afgebeeld overeenkomstig fig. 8.
In fig. 1 betekent 10 een als getrokken hol cilinderprofiel uitgevoerd stutprofiel, dat aan zijn 25 omtrek 24 uitsteeksels in de vorm van in dwarsdoorsnede T-vormige ribben 11 met daartussen liggende groefvormige op-neemplaatsen 12 heeft.
Aan twee diametraal tegenover elkaar liggende plaatsen van het stutprofiel 10 zijn twee liggers 13 30 en 14 aangebracht, waaraan weer wand- of plafonddelen (niet getekend) op geschikte wijze aangebracht kunnen zijn.
Voor het bevestigen van de liggers 13 resp.
14 aan het stutprofiel 10 dient telkens een spanslot, dat in zijn geheel met 15 is aangeduid. De spansloten 15 bezitten 35 telkens drie plaatvormig of in hoofdzaak plaatvormig uitgevoerde vasthoudelementen 16, 17, 18, die telkens radiaal in drie naburige groefvormige opneemplaatsen 12 tussen vier naburige ribben 11 van het stutprofiel 10 ingrijpen. De afstanden van de ribben 11 en de dikte van de vasthoudelementen 8100160 ' -4- Λ » 16/ 17/ 18 zijn zo op elkaar afgestemd/ dat de vasthoudelemen-ten 16/ 17, 18 in de ongespannen toestand radiaal van buiten in de groefvormige opneemplaatsen 12 tussen de ribben 11 van het stutprofiel 10 ingevoerd kunnen worden.
5 Zoals uit fig. 1 en 2 verder blijkt, hebben de vasthoudelementen 16, 17, 18 van het spanslot 15 telkens doorgaande boringen 19, 20, 21, die in lijn met elkaar liggen. Een overeenkomstige boring 22 is telkens ook in de ene zijwand van de ligger 13 en 14 aangebracht. De boring 19 in 10 het buitenste vasthoudelement 16 is getrapt uitgevoerd. De boring 21 in het vasthoudelement 17 heeft een schroefdraad 23, die samenwerkt met een spanschroef 24.
Zoals fig. 1 toont strekt de spanschroef 24 zich in de gemonteerde toestand van het spanslot 15 uit 25 door de in lijn met elkaar liggende boringen .19-22 en deze spanschroef kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als schroef met een inwendige zeskant. De spanschroef 24 grijpt met zijn vrije eind in de schroefdraad 23 van de boring 21. Uit de afbeelding van fig. 1 blijkt verder, dat door het aan-20 trekken van de spanschroef 24 de afstand tussen de drie vasthoudelementen 16, 17, 18 verkleind kan worden. De beide buitenste vasthoudelementen 16, 17 hebben aan hun binnenzijde elk een inkerving 25, die bij het aantrekken van de spanschroef 24 vormsluitend worden gearreteerd op de ribben 11 25 van het stutprofiel 10.
In fig. 2 is de montage van het spanslot 15 in de ligger 13 resp. 14 afgebeeld. Het spanslot 15 wordt hierbij eerst in de hol uitgevoerde ligger 13, 14 vanaf de open kopzijde daarvan ingeschoven. Fig, 2 toont de aanvangs-30 fase van deze handeling. Het spanslot 15 wordt zo ver in de ligger 13, 14 naar binnen geschoven, tot de boringen 19-22 in lijn met elkaar liggen.
Aansluitend kan de spanschroef 24 in de boringen 19, 20 en 22 ingevoerd en gemakkelijk in de schroef-35 draad 23 van de boring 21 geschroefd worden. Nu kan de montage van de liggers 13, 14, zoals in fig. 1 rechts zichtbaar is, aan het stutprofiel 10 geschieden. Tenslotte wordt door het aantrekken van de spanschroef 24 de uiteindelijke fixe-ring van de liggers. 13, 14 aan het stutprofiel bewerkt. Ver-40 der hieronder is in detail toegelicht, dat de spanschroef 24 8100160 i i -5- niet alleen voor het vastspannen van de vasthoudelementen 16, 17, 18 met het stutprofiel 10 dient,maar daarenboven tevens een fixering van de spansloten 15 binnen de betreffende liggers 13 resp. 14 bewerkt.
5 Het spanslot 15 heeft een achterwaarts, hol uitgevoerd/ in dwarsdoorsnede ongeveer driehoekig deel 33, waaraan alleen het middelste vasthoudelement 18 in één stuk aangevormd is. De beide buitenste vasthoudelementen 16, 17 zijn daarentegen als afzonderlijke plaatdélen uitgevoerd. Ze 10 bezitten aan beide zijden telkens een snijkantvormig arre-teerelement 61, dat telkens door twee schuine vlakken 62,63 gevormd wordt. In het middelste deel 18, 33 van het spanslot 15 zijn aan beide zijden door schuine vlakken 64, 65 gevormde verdiepingen ingewerkt, waarin de arreteerelementen 61 grij-15 pen.
Zoals fig. 1 en 2 verder tonen, is het middelste vasthoudelement 18 wigvormig uitgevoerd, dat wil zeggen zijn met 66 aangeduide zijvlakken lopen naar voren toe volgens een scherpe hoek samen. Door de schuine vlakken 65, 66 20 wordt aan beide zijden van het middelste vasthoudelement 18 telkens een kant 67 gevormd, waarop de beide buitenste vasthoudelementen 16 resp. 17 als weegbalk kipbaar aangebracht zijn.
Worden nu de drie vasthoudelementen 16, 17, 25 18 in de gemonteerde stand van het spanslót 15 (fig. 1} door de spanschroef 24 van voren samengedrukt (pijl 681 dan hebben tevens de achtereinden 69 van de beide buitenste vasthoudelementen 16, 17 (tengevolge van de beweegbalk achterge-legen ring bij 67) de neiging telkens naar buiten (pijl 7Q1 30 te zwenken. Hun bewegingsvrijheid wordt echter door de binnenwanden 71 van de ligger 13 beperkt. Op deze wijze wordt door het aan de voorzijde vastspannen van de vasthoudelementen 16, 17, 18 door middel van de spanschroef 24 tevens een vast, maar elastisch aandrukken van de vasthoudelementen 16, 35 17 en daarmede van het totale spanslot 15 tegen de binnenwand 71 van de ligger 13 bereikt. Het spanslot 15 is dus vast met de ligger 13 verbonden. Een axiale fixering van het spanslot 15 in zijn in fig. 1 zichtbare montagestand is bovendien door de kop van de spanschroef 24 gewaarborgd, die 8100160 » . 1 -6- enerzijds met de boring 22 van de drager 13 (resp. 14) en anderzijds met de getrapte boring 19 van het vasthoudelement 16 samenwerkt.
In fig. 3, 4 en 5 zijn verdere uitvoerings-5 vormen van stutprofielen afgeheeld. De stutprofielen 10a/ 10b, 10c zijn telkens in dwarsdoorsnede vierkant uitgevoerd, waarbij ze aan elk omtreksvlak 3 groefvormige opneemplaatsen 12, twee T-vormige ribben 11 en aan de profielhoeken telkens een hoekprofiel 5.2a resp. 52b resp 52 c bezitten. Aan het stutpro-10 fiel 10a, 10b, 10c volgens fig. 3-5 kunnen dus in totaal vier liggers, bijvoorbeeld van de in fig. 1 en 2 afgeheelde en met 13, 14 aangeduide soort bevestigd worden.
Bij de uitvoeringenvormen van fig. 6 en 7 gaat het daarentegen om stutprofielen lOd resp. 10e, die, in dwars-15 doorsnede gezien, half- resp. kwartcirkelvormig uitgevoerd zijn. Deze profielen komen in aanmerking voor toepassingsge-vallen, waarbij de aansluiting van liggers alleen over een hoek van 180° resp. 90° vereist resp. bedoeld is.
Het in fig. 7 afgeheelde stutprofiel 10e 20 heeft overigens de bijzonderheid, dat het in zijn binnenruimte voor het opnemen van een spanslot 15 (vergelijk hierbij fig.
1 en 2) geschikt is. Het als hol licht metaal trekprofiel uitgevoerde stutprofiel 10e heeft twee tegenoverliggende, naar elkaar gerichte en aan het profiel aangevormde tegenhouders 80, 25 81. De tegenhouders 80, 81 dienen voor het ondersteunen van een in het holle profiel 10e ingezette steun 82, die in dwarsdoorsnede ongeveer T-vormig uitgevoerd is. Door de binnenwanden 83, 84 van het profiel 10e enerzijds en de wanden 85, 86 van de steun 82 anderzijds, wordt een in dwarsdoorsnede ongeveer 30 vierkante (of rechthoekige) opneemkamer 87 gevormd, die voor het opnemen van een spanslot (zoals bijvoorbeeld in fig. 1 en 2 met 15 aangeduid is) geschikt is. Het profiel 10e dient in dit geval niet meer als stutprofiel, maar kan op gunstige wijze tengevolge van de bovenbeschreven: maatregelen ook alters 35 natief als ligger toegepast worden.
Het spanslot (15) steunt hierbij met zijn beide buitenste vasthoudelementen 16, 17 aan de licht naar binnen gewelfde wanden 83, 86.
De kwartcirkelvormige uitvoering van de hol-40 le ruimte binnen het profiel 10e en de symmetrische aanbrenging 8100 16 0 -7- • i van de tegenhouders 80, 81 maken ook een spiegelsymmetrische • aanbrenging van de steun 82 mogelijk, zoals in fig. 7 met streepjeslijnen aangegeven en bij 82' aangeduid is. In de daarbij verkregen, als spiegelbeeld ten opzichte van de op-5 neemkamer 87 liggende opneemkamer is voor de illustratie van de bovenbeschreven mogelijkheden een spanslot 15, bestaande uit de drievasthoudelementen 16, 17, 18 - eveneens met streepjeslijnen - ingetekend.
De volgens de uitvinding verkregen naar keu-10 ze te benutten toepassing van de stutprofielen als liggers beperkt zich intussen geenszins tot Het kwartcirkelvormige stutprofiel van fig. 7. Veeleer zijn ook de stutprofielen vaifig. 3, 4 en 6-eventueel met toepassing van geschikte tegenhouders en steunen - volkomen geschikt voor het opnemen 15 van spansloten (bijv. 15), zodat ze eveneens naar keuze als stutprofielen of liggers toegepast kunnen worden. Overigens zijn de getekende stutprofielen (fig. 1 en 3-6) evenals het hierboven beschreven stutprofiel van fig. 7, bij voorkeur uitgevoerd als holle lichtmetaal-trekprofielen.
20 In fig. 8-15 zijn verschillende mogelijke liggerprofielen in dwarsdoorsnede getekend. Fig. 8 toont hierbij het liggerprofiel 13 resp. 14 van fig. 1 en 2. Dit liggerprofiel is*als z.g. êénkamerlijst voor het opnemen van een spanslot 15 aan- een liggereind of aan elk liggereind tel-25 kens van een spanslót 15 voorzien. De liggerkamer is - volgens de dwarsdoorsnede van de ligger 13 resp. 14 - in hoofdzaak rechthoekig uitgevoerd en aangeduid met 72.
De met 73, 74, 79 en 80 aangegeven leggerprofielen van fig. 9, 10, 13 en 14 zijn eveneens uitgevoerd 30 als z.g. ëênkamerlijsten. De liggerkamers zijn hier met 72a-72d aangegeven en hebben in dwarsdoorsnede telkens een rechthoekige (fig. 13 ) of vierkante (fig. 9, 10 en 14) vorm.
Fig. 11, 12 en 15 tonen telkens een ligger, die is uitgevoerd als tweekamerlijst. De met 39,40 resp. 76 35 aangegeven liggerprofielen van fig. 15, 11 resp. 12 hebben telkens een bovenste en een onderste kamer 41, 42 resp. 41a, 42a, die telkens voor het opnemen van een spanslot, bijvoorbeeld 15, zijn uitgevoerd. De spansloten liggen dan in de ligger 39 resp. 40 resp. 76 boven elkaar.
40 40 Bij de ligger van fig. 11 bestaat de bijzon- 8100160 0 V * -8- derheid, dat zich tussen de beide kamers 41a, 42a een rib-vormig profiel 75 uitstrekt/ dat deze kamers verbindt.
Ook bij de uitvoeringsvorm van dé ligger 76 van fig. 12 gaat het om een z.g. tweekamerlijst. De beide 5 liggerkamers 41, 42 zijn volgens de uitvoeringsvorm van fig.
15 uitgevoerd. Tussen de beide kamers 41, 42 strekt zich echter bij het leggerprofiel 76 van fig. 12 een blinde kamer uit, die met 44 is aangegeven.
Een verdere bijzonderheid van de getekende 10 en beschreven liggerprofielen bestaat hierin, dat deze aan hun bovenzijde en aan hun onderzijde (fig. 1, 2, 8,9, 12-15) telkens twee in dwarsdoorsnede ongeveer T-vormige ribben 11, op soortgelijke wijze als bij het stutprofiel 10 (fig. 1) hebben. Bij deze uitvoeringsvormen zijn de zijwanden van de 15 liggers naar boven en naar onderen, telkens zo verlengd, dat zich tussen de zijwandverlengstukken 45, 46 en de ribben 11 aan elke zijde in totaal drie groefvormige opneemplaatsen 12 vormen, eveneens, in overeenstemming met de groefvormige opneemplaatsen 12 bij het stutprofiel 10 van fig. 1.
20 Bij de uitvoeringsvorm van fig. IQ zijn slechts aan één zijde T-vormige ribben 11, zijwandverlengstu-ken 45, 46 en groefvormige opneemplaatsen 12 aangebracht.
Het liggerprofiel 40 van fig. 11 bezit aan de onderzijde van de liggerkamer 42a zijwandverlengstuk-25 ken 45, 46 maar niet daartussenliggende T-vormige ribben.
Bij de uitvoeringsvormen van fig. 13, 14 en 15 zijn aan de zijwanden rechthoekig afgebogen hoekstukken 77, 78 (fig. 13 en 15) resp. 77a, 78a (fig. 14) aangevormd, die voor verstijvingsdoelen en/of doelen van bijzondere vorm-30 geving kunnen dienen.
De in het bovenstaande beschreven delen 11,12 en 45,46 aan de liggers van fig. 8-15 kunnen dienen om overeenkomstige wand- of plafonddelen te bevestigen. De beschreven uitvoering van de liggers maakt in het bijzonder ook 35 mogelijk, dat de liggers.zelf als vertikale stutprofielen, (zoals het deel 10 van fig. 1) worden toegepast om weer zijwaarts liggers te bevestigen. De getekende en beschreven uitvoering van de liggers maakt dus een zeer veelzijdige toepassing daarvan mogelijk.
40 De binnenwanden van de als opneemkamers 8100160 -9- voor spansloten 15 dienende liggers resp. stutprofielen kunnen - zoals in de meeste figuren van de tekening ook is af-gebeeld - zijn uitgevoerd met platte vlakken, zodat dienovereenkomstig vierkante of rechthoekige doorsneden van de 5 opneemkamers (in fig. 9 en 10 bijvoorbeeld met 72a resp. 72b aangeduid) worden verkregen. Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding moeten echter die binnenwanden van de liggeropneemkamers, waaraan de zijwaartse vasthoudelementen 16, 17 van het spanslot krachtsluitend 10 steunen, naar binnen gewelfd en verdikt uitgevoerd zijn.
Een dergelijke uitvoering van de hiervoor in aanmerking komende binnenwand is bijvoorbeeld in fig. 8 afgeheeld. De naar binnen gewelfde en verdikte binnenwanden zijn hierbij met 71 aangeduid. Overeenkomstige maatregelen zijn ook bij 15 de bovenbeschreven en in fig. 7 afgeheelde uitvoeringsvorm aangebracht (vergelijk hiertoe binnenwanden 83, 86). Door de naar binnen gewelfde uitvoering van de binnenwanden van de opneemkamers wordt het voordeel bereikt, dat bij het vastspannen van het spanslot 15 tegen de binnenwanden* in elk 20 geval de nagestreefde lijnaanraking tussen.de zijwaarse vasthoudelementen 16, 17 van het spanslot 15 en de binnenwanden (bijvoorbeeld 71 resp. 83, 86) van de betreffende ’ opneemkamer (bijv. 72 resp. 87) optreedt, waarbij men in aanmerking moet nemen, dat de binnenwanden bij het vast 25 aantrekken van de spanschroef 24 (vergelijk fig. 1 en 2) in geringe mate naar buiten elastisch meegeven.
ühfig. 8 is deze welving van de zijwanden 71 voor de betere illustratie iets overdreven afgebeeld? in de praktijk kunnen eventueel zo geringe welvingen vol-30 doende zijn, dat men deze op het eerste gezicht niet zou merken.
De in fig. 7 en 8 zichtbare zijwandwelvin-gen kunnen dus ook bij de eventueel voor het opnemen van spansloten 15 geschikte resp. uitgevoerde liggers resp.
35 stutprofielen van fig. 3, 4, 6 en 9-15 aangebracht worden.
Bij de profielen met rechthoekige dwarsdoorsneden van de opneemkamers (fig. 1, 2, 8, 12, 13 en 15) zouden telkens de beide tegenover elkaar liggende langere binnenwanden naar binnen gewelfd en verdikt uitgevoerd moeten zijn. Bij de 8100160 a -·* * -10- prof ielen met vierkante dwarsdoorsneden van de opneemkamers (fig. 4, 9, 10, 11 en 14) daarentegen zijn aanbrengingen van het spanslot alternatief in twee over 90° ten opzichte van elkaar verzwenkte standen mogelijk. Bij deze profielen met in 5 dwarsdoorsnede vierkante opneemkamer verdient het dus aanbeveling alle vier binnenwanden naar binnen te welven en verdikt uit te voeren.
8 1 00 1 6 0.
Claims (21)
1. Inrichting voor het oprichten van wand-en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeurs-bouw , als jaarbeurspaviljoen, openluchtstand, van ëën of meer etages voorziene hal of dergelijke, met een stutprofiel, 5 aan de uitsteeksels waarvan liggers voor wand- en/of pla-fonddelen losneembaar bevestigd kunnen worden, waarbij als uitsteeksels axiaal resp. vertikaal verlopende, in'dwarsdoorsnede ongeveer T-vormige ribben dienen, waartussen overeenkomstige groefvormige opneemplaatsen zijn gevormd, met 10 het kenmerk, dat de liggers telkens door middel van drie vasthoudelementen radiaal in drie naburige groefvormige opneemplaatsen tussen vier naburige ribben van het stutprofiel grijpen en dat de drie vasthoudelementen door in de dwarsrichting ten opzichte daarvan aangebrachte spanmiddelen 15 tegen elkaar, tegen de ribben van het stutprofiel en tevens tegen de binnenwand van een de vasthoudelementen opnemende liggerkamer vastgespannen kunnen worden.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, 'dat als spanmiddel telkens een de lig- 20 ger resp. de liggerkamer en de vasthoudelementen in de dwarsrichting doorlopende spanschroef dient.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstanden van de ribben en dikten van de vasthoudelementen zo op elkaar zijn afge- 25 stemd, dat de vasthoudelementen in de ongespannen toestand radiaal van buiten in de groefvormige opneemplaatsen tussen de ribben van het stutprofiel ingevoerd kunnen worden.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de beide buitenste vast- 30 houdelementen telkens aan een binnenzijde telkens een inkerving voor de ingrijping van de ribben van het stutprofiel hebben.
5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drie 35 vasthoudelementen bestanddelen van een afzonderlijk spanslot zijn en dat het spanslot binnen de hol uitgevoerde ligger losneembaar bevestigd is.
6. Inrichting volgens één of meerdere van de 8100160 * v- -12- conclusies 2-5/ met het kenmerk, dat de span-schroef tevens voor fixering van het spanslot binnen de ligger dient.
7. Inrichting volgens ëén of meerdere van 5 de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide zijwaartse vasthoudelementen telkens een snijkantvormig arreteerelement hebben, waarmee ze telkens in hun overeenkomstige complementaire verdieping van het middelste vasthoud-element grijpen, waarbij het zich in de richting naar het 10 stutprofiel zwak wigvormig versmallende middelste vasthoud-element aan beide zijden telkens een kant heeft, waarop de beide buitenste vasthoudelementen als een weegbalk kipbaar aangebracht zijn, zodat door het aantrekken van de span-schroef het vastspannen van de achtereinde! van de beide zij-15 waartse vasthoudelementen op de binnenwand van de liggerkamer geschiedt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de beide buitenste vasthoudelementen en/of de wanden van de liggerkamer elastisch zijn uitge- 20 voerd, zodat de achtereinden^van de beide buitenste vasthoudelementen verend tegen de telkens aangebrachte binnenwand van de liggerkamer steunen.
9. Inrichting volgens één of meerdere der conclusies 5-8, met het' kenmerk, dat-de ligger 25. ten minste aan zijn naar het stutprofiel toegekeerde bereik hol als liggerkamer uitgevoerd is en aan de betreffende kop-zijde open is en dat het spanslot vanaf de open kopzijde in de ligger geschoven kan worden.
10. Inrichting volgens één of meerdere van 30 de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat het stutprofiel cirkelcilindrisch is uitgevoerd en aan zijn omtreksvlak een ten minste door de getallen 3 en 8 deelbaar aantal uitsteeksels, bij voorkeur 24, op gelijkmatige afstanden aan de omtrek aangebrachte uitsteeksels voor de los-35 neembare bevestiging van de liggers bezit (fig. 1).
11. Inrichting volgens ëén of meerdere der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het cilindrische stutprofiel (lOd, 10e) aan zijn de uitsteeksels bezittend omtrëksvlak gedeeltelijk cirkelvormig, bij voorkeur, 40 half- of kwartcirkelvormig is(fig. 6 en 7). 8100160 -13-
12. Inrichting volgens één of meerdere conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het stut-profiel in dwarsdoorsnede vierkant is uitgevoerd en aan zijn vier omtreksvlakken telkens een groep van twee uitsteeksels 5 (11) bezit, waarbij de hoeken van het vierkante profiel tel kens door een hoekprofiel (52) worden gevormd (fig. 3-5).
13. 'Inrichting voor het oprichten van wand-en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeurs-bouw als jaarbeurspaviljoen, openluchtstand, van één of meer 10 etages voorziene hal of dergelijke, met een stutprofiel, aan de uitsteeksels waarvan liggers voor wand- en/of plafondde-len losneembaar kunnen worden bevestigd, waarbij als uitsteeksels axiaal resp. vertikaal verlopende in dwarsdoorsnede ongeveer T-vormige ribben dienen, waartussen overeenkomstige 15 groefvormige opneemplaatsen zijn gevormd, in het bijzonder volgens één of meerdere van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de liggers aan hun bovenzijde en/of aan hun onderzijde telkens twee uitsteeksels (twee · ribbèü 11) met daartussenliggende groefvormige opneemplaatsen 20 (12) hebben, zodat ze naar keuze als ligger of als stutpro fiel, waaraan andere overeenkomstige liggers kunnen worden bevestigd, kunnen worden toegepast (fig. 8-15).
14. Inrichting volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 liggers, eventueel met inbegrip van uitsteeksels (11) aan de boven- en/of onderzijde als holle lichtmetaal—trekprofielen zijn uitgevoerd.
15. Inrichting volgens één of meerdere voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 30 liggers als éënkamerlijsten voor het opnemen telkens van één spanslot uitgevoerd zijn (fig. 2, 8-10, 13,14).
16. Inrichting volgens één of meerdere der conclusies 1-14, met^het kenmer'k, dat de liggers als meerkamerlijsten zijn uitgevoerd, waarbij ze een boven- 35 ste en een onderste kamer (41 resp. 42) telkens voor het opnemen van een spanslot (15) hebben (fig. 11, 12 en 15).
17. Inrichting volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan zijwandverlengstukken (45, 46) van de liggers rechthoekig 40 uitgevoerde hoekstukken (77, 78) aangevormd zijn (fig. 13-15). 8100160 * V ' * -14-
18. Inrichting volgens één of meerdere der voorgaande conclusies/ met het kenmerk/ dat de stutprofielen (bijv. 10e) als holle lichtmetaal-trekprofielen voor het opnemen van een spanslot (15) zijn uitgevoerd/ zodat 5 ze zelf als ligger toepasbaar aan andere stutprofielen aan-sluitbaar zijn (bijv. fig. 7).
19. Inrichting volgens conclusie 18, m e t hetkenmerk, dat in de binnenruimte van het stut-profiel (10e) een afzonderlijke steun (82) is aangebracht, 10 waarvan de wanden (85, 86) als aanvulling op de binnenwand (83, 84) van het steunprofiel (10e) een met de dwarsdoorsnede van het spanslot (15) ongeveer overeenkomende opneemkamer (87) voor het spanslot vormen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, me t 15 het kenmerk, dat aan de binnenwand van het stutpro-fiel (10e) tegenhouders (80, 81) voor het steunen en fixeren van de steun (82) zijn aangebracht.
21. Inrichting volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 met de beide andere vasthoudelementen (16, 17) van het spanslot (15) in krachtsluitende aanraking staande'binnenwanden (71 resp. 83, 86) van de liggers (13, 14) resp. stutprofielen (10e) resp. steunen (82) naar binnen gewelfd en verdikt uitgevoerd zijn (bijvoorbeeld fig. 7 en 8) :· 25 » 8100160
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8100160A NL188705C (nl) | 1981-01-15 | 1981-01-15 | Samenstel voor het bouwen van een wand- of plafondconstructie. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8100160A NL188705C (nl) | 1981-01-15 | 1981-01-15 | Samenstel voor het bouwen van een wand- of plafondconstructie. |
NL8100160 | 1981-01-15 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8100160A true NL8100160A (nl) | 1982-08-02 |
NL188705B NL188705B (nl) | 1992-04-01 |
NL188705C NL188705C (nl) | 1992-09-01 |
Family
ID=19836860
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8100160A NL188705C (nl) | 1981-01-15 | 1981-01-15 | Samenstel voor het bouwen van een wand- of plafondconstructie. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL188705C (nl) |
-
1981
- 1981-01-15 NL NL8100160A patent/NL188705C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL188705B (nl) | 1992-04-01 |
NL188705C (nl) | 1992-09-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4126364A (en) | Connector for frame members | |
US6299268B1 (en) | Metallic framework equipped with a progressive tightening corner-piece, in particular for an electrical cabinet | |
CA2937572C (en) | Modular switchgear cabinet system | |
US9506252B2 (en) | Extruded profile for a fitted panel and fitted panel comprising said extruded profile | |
US4955490A (en) | Shelf system, particularly pallet shelf system | |
SU1831595A3 (ru) | Угловое соединение двух профилей и угольник углового соединительного элемента | |
GB2176217A (en) | Interconnecting mullions and transoms of curtain walls | |
JP3514772B2 (ja) | 枠体用の角コネクタ | |
US5161701A (en) | Installation shelf arrangement or like storage apparatus in particular for long material | |
GB2036150A (en) | I-sectioned light metal girder | |
EP0570374B1 (en) | Framework of partition walls | |
NL8100160A (nl) | Inrichting voor het oprichten van wand- en/of plafondconstructies, in het bijzonder in de jaarbeursbouw. | |
US3160281A (en) | Partition structure | |
US3774366A (en) | Box beam structures and connections for beam-supported structures | |
US5131505A (en) | Guide rail system for elevators | |
US20200048044A1 (en) | Car corner bracket for joining two side wall elements of an elevator car | |
GB1336991A (en) | Structure and method of forming such a structure | |
EP2011915B1 (en) | Rack, such as a drying rack | |
NL8503506A (nl) | Verbinder voor de aansluiting van draagprofielen aan staande profielen, in het bijzonder voor de vorming van gevelroosterwerken. | |
GB2288417A (en) | Elongate structural elements | |
CN103929997A (zh) | 家具单元 | |
JP2000352015A (ja) | 橋梁下部常設通路 | |
ATE117518T1 (de) | Stützprofil für ein ladenbausystem oder dergleichen. | |
RU163539U1 (ru) | Стеллаж | |
FI66529C (fi) | Staellning saosom skjutvagn eller hylla |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20010115 |