NL8006429A - Dampgenerator. - Google Patents

Dampgenerator. Download PDF

Info

Publication number
NL8006429A
NL8006429A NL8006429A NL8006429A NL8006429A NL 8006429 A NL8006429 A NL 8006429A NL 8006429 A NL8006429 A NL 8006429A NL 8006429 A NL8006429 A NL 8006429A NL 8006429 A NL8006429 A NL 8006429A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat recovery
casing
vapor generator
convection
generator according
Prior art date
Application number
NL8006429A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Foster Wheeler Energy Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Foster Wheeler Energy Corp filed Critical Foster Wheeler Energy Corp
Priority to NL8006429A priority Critical patent/NL8006429A/nl
Publication of NL8006429A publication Critical patent/NL8006429A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F22STEAM GENERATION
    • F22BMETHODS OF STEAM GENERATION; STEAM BOILERS
    • F22B31/00Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus
    • F22B31/0007Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed
    • F22B31/0015Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type
    • F22B31/003Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type with tubes surrounding the bed or with water tube wall partitions
    • F22B31/0038Modifications of boiler construction, or of tube systems, dependent on installation of combustion apparatus; Arrangements of dispositions of combustion apparatus with combustion in a fluidized bed for boilers of the water tube type with tubes surrounding the bed or with water tube wall partitions with tubes in the bed
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D13/00Heat-exchange apparatus using a fluidised bed

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Fluidized-Bed Combustion And Resonant Combustion (AREA)

Description

N/30.Oll-tM/cs Dampgenerator.
De uitvinding heeft betrekking op een warmtewisselaar met een gefluïdiseerd bed en meer in het bijzonder op een dampgenerator, die bestaat uit een aantal op elkaar gestapelde gefluïdiseerde bedden voor het produceren van warmte.
!5 : De toepassing van laagwaardige vaste brandstof, zo-: ! als kolen, is een wel bekende warmtebron die wordt gebruikt 1 ! | bij het produceren van stoom. In sommige van deze uitvoerin-: gen wordt de brandstof aangebracht in een vast bed met een kettingroosterstookinrichting of dergelijke, die wordt benut 10 voor het bevorderen van de verbranding, waarbij water in warmteoverdracht daarmee wordt gebracht om de stoom te produceren. Deze inrichtingen hebben echter verschillende nadelen met inbegrip van problemen bij het hanteren van de vaste brandstof, bij het toevoeren daarvan aan of het verwijderen 15 vanuit de bedden tijdens de werking. Ook wordt een betrekkelijk lage warmteoverdracht bereikt en de bedtemperaturen zijn vaak ongelijkmatig en moeilijk te regelen.
Pogingen zijn gedaan om een gefluïdiseerd bed toe te passen om warmte te produceren voor het maken van stoom cl.6 2 0 tengevolge van het feit, dat een gef luïdiseerd bed., voordelen heeft van een verbeterde warmteoverdracht, een reductie in corrosie, een reductie in ketelvervuiling, een reductie in zwaveldioxyde-emissie, een betrekkelijk lage verbrandings-temperatuur en een reductie in ketelgrootte. In deze uitvoe- 25 ringen wordt lucht omhoog gestuurd door een massa deeltjesvormige brandstofmateriaal, waardoor dit materiaal uitzet en een gesuspendeerde of gefluïdiseerde toestand aanneemt. Er is echter een beperking aan de warmtetoevoer naar het water, dat in warmtewisseling aan het gefluïdiseerde bed wordt toe- ! 30 gevoerd, hoofdzakelijk tengevolge van het feit, dat de aan het bed toegevoerde hoeveelheid lucht voldoende moet zijn om dit in een gefluïdiseerde toestand te houden, maar niet de oorzaak mag zijn, dat overmatige hoeveelheden brandstofmateriaal weggeblazen worden.
35 Dit nadeel is grotendeels overwonnen door de uit voering volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.823.396. Bij de uitvoering volgens dit octrooischrift was de ovensectie 8006429 - 2 - ; van de generator gevormd door een aantal verticaal uitge-lijnde kamers of cellen, die elk een gefluïdiseerd bed be-| vatten. Het te verhitten fluïdum werd omhoog gestuurd door de gefluïdiseerde bedden in warmteuitwisseling daarmede om I 5 geleidelijk de temperatuur van het fluïdum te verhogen. Een buizenbundel was geplaatst in de zone boven elk bed om een convectieoppervlak te verschaffen voor de uit elk bed stromende gassen.
Bij deze uitvoering is echter het volume van de 10 ruimte, die boven elk bed beschikbaar is voor het opnemen van! : het convectieoppervlak betrekkelijk klein tengevolge van be- ' perkingen, die worden opgelegd aan het dwarsdoorsnedeopper-vlak van elke cel door de buisafstanden, toegankelijkheid voor lassen, stofverstopping, verbrandingseisen, enzovoorts.
15 Als resultaat was het door de buizenbundels gevormde convectieoppervlak zodanig beperkt, dat de massastroming van de uitstromende gassen per zone van het convectieoppervlak en de resulterende warmteoverdrachtcoëfficiënt boven elk bed veel kleiner dan optimaal waren.
20
Overzicht van de uitvinding.
Derhalve is een doel van de onderhavige uitvinding het verschaffen van een warmtewisselaar, die de voordelen van het ontwerp met op elkaar gestapelde gefluïdiseerde bedden 25 heeft, maar een convectiewarmteoverdrachtoppervlak met optimale waarde verschaft.
Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dampgenerator van het bovengenoemde type, waarin een watergekoeld warmtétarugwinornhulsel is ver-30 : schaft bij de ovensectie van de dampgenerator voor het ver-; krijgen van een uitgebreid convectieoppervlak.
Weer een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dampgenerator van het bovenbedoelde type, waarin een watergekoeld warmteterugwinomhulsel is 35 verschaft tussen de ovensectie en de convectiesectie van de dampgenerator en een gemeenschappelijke wand met beide deelt.
Korte beschrijving van de tekeningen.
Fig. 1 is een schematische verticale doorsnede van 40 de dampgenerator volgens de onderhavige uitvinding.
8006429 - 3 -
Fig. 2 is een doorsnede op grotere schaal langs de : lijn 2-2 in fig. 1.
Beschrijving van de bij voorkeur toegepaste uit-5 voeringsvormen.
De dampgenerator volgens de onderhavige uitvinding is in detail afgebeeld in fig. 1 van de tekeningen, waarbij : het verwijzingscijfer 10 in het algemeen verwijst naar een huis, dat op een gebruikelijke wijze is gevormd uit vuurvast 10 materiaal en ander steunconstructiemateriaal. Een ovensectie 12 is aangebracht binnen het huis 10 en omvat een voorwand 14 en een achterwand 16, die in dwarsdoorsnede zijn afgebeeld, waarbij elke wand is gevormd door een aantal verticale buizen waarop continue ribben aan diametraal tegenovergestelde delen 15 daarvan zijn aangebracht en zich over de lengte daarvan uitstrekken, waarbij de ribben van aangrenzende buizen aan elkaar zijn gelast op gebruikelijke wijze om een gasdichte wand te vormen. De ovensectie 12 heeft ook een paar zijwanden 18 en 20, die loodrecht staan op de voorwand 14 en de achterwand 20 16, waarbij de zijwand 18 is afgebeeld in fig. 1 en de beide zijwanden 18 en 20 zijn afgebeeld in fig. 2. Het zal duidelijk zijn, dat de zijwanden 18 en 20 op gelijke manier zijn geconstrueerd als de wanden 14 en 16.
Een paar verdeelstukken, die in eindaanzicht zijn 25 aangegeven met de verwijzingscijfers 22 en 24, zijn aangebracht aan de bovenzijde van de ovensectie 12 en staan in verbinding met de buizen, die de wanden 14 respectievelijk 16 vormen. Een verdeelstuk 26 is ook aangebracht aan de bovenzijde van het omhulsel 12 en staat in verbinding met de bui-30 zen, die de zijwand 18 vormen, waarbij het duidelijk zal zijn, dat een ander verdeelstuk, gelijk aan het verdeelstuk 26, is aangebracht in verbinding met de zijwand 20. Op gelijke wijze zijn verdeelstukken 28, 30 en 32 aangebracht aan de onderzijde van de ovensectie 12 in verbinding met de buizen, die 35 : de wanden 14, 16 respectievelijk 18 vormen, waarbij het ook duidelijk zal zijn, dat een aanvullend verdeelstuk is aange- ; bracht in de onderzijde van het omhulsel in verbinding met de zijwand 20.
Een aantal horizontale geperforeerde luchtverdeel-40 platen 34 is op afstand van elkaar aangebracht in de oven- 800 6 42 9 - 4 - sectie 12 om deze te verdelen in een aantal verticaal op elkaar gestapelde compartimenten, elk aangeduid met het verwij-zingscijfer 36. Een luchtinlaat 38 is aangebracht door de voorwand 14 van de ovensectie 12 en een luchtopvangkamer 39 5 strekt zich onder elk van de platen 34 uit om de lucht naar de compartimenten 36 te verdelen, waarbij de stroming wordt geregeld door kleppen 40 of dergelijke, die zijn aangebracht in openingen die zich uitstrekken door de voorwand 14.
Het zal duidelijk zijn, dat een groot aantal toe-10 voerleidingen of dergelijke (niet afgeheeld) in verbinding staat met elk compartiment 36 en geschikt zijn voor het opnemen van deeltjesvormige brandstof uit een uitwendige bron, : zoals een pneumatisch toevoerorgaan of dergelijke en deze afleveren in elk compartiment. Een inert materiaal is ook aange-15 bracht in elk compartiment 36 en vormt tesamen met het deel-tjesvormige brandstofmateriaal een materiaalbed in elk compartiment, dat wordt gefluïdiseerd door de lucht, die omhoog stroomt^°°rde platen 34 in elk bed. Een aantal toevoerbuizen 42 is verbonden met de verdeelstukken 22,24 en 26 aan het 20 bovenste deel van het omhulsel 12, terwijl een aantal toevoer-I buizen 44 is verbonden met de verdeelstukken 24 en 26 aan het: onderste deel van het omhulsel. Hoewel niet afgebeeld in de tekening1 zal het duidelijk zijn, dat aanvullende toevoerbuizen zijn aangebracht, die zijn verbonden met de verdeelstuk-25 ken die behoren bij de zijwand 20.
Elke toevoerbuis 42 en 44 is verbonden met een betreffende daalbuis, waarvan er één is aangegeven met het ver-wijzingscijfer 50, waarbij het duidelijk zal zijn, dat verschillende aanvullende daalbuizen zich onmiddellijk achter de 30 in fig. 1 afgebeelde daalbuis uitstrekken en daaraan gelijk zijn. De met elke wand verbonden verdeelstukken en de toevoerbuizen en daalbuizen maken het mogelijk, dat het water in een voorafbepaalde volgorde door de wanden stroomt om warmte in het water te doen opnemen zoals in detail later zal worden 35 verklaard.
Een paar buizenbundels 52 en 54 zijn respectievelijk aangebracht in twee aangrenzende compartimenten 36 binnen het omhulsel 12 en zijn in serie geschakeld tussen een paar verdeelstukken 56 respectievelijk 58, die op hun beurt door mid-40 del van toevoerbuizen zijn verbonden met afzonderlijke daalbuizen, die gelijk zijn aan de daalbuis 50 en zich daarachter 8006428 - 5 - ; uitstrekken.
Op soortgelijke wijze is een aanvullend paar bui-: zenbundels 60 en 62 aangebracht in aangrenzende compartimen-i ten 36 boven de buizenbundels 52 en 54 en in serie geschakeld 5 via een verdeelstuk 63. De buizenbundel 60 is via een verdeel-: stuk 64 verbonden met een daalhuis die zich uitstrekt aan de j ; achterzijde van de daalhuis 50 en de buizenbundel 62 is via een verdeelstuk 66 verbonden met een uitlaatleiding 68.
Een buizenbundel 70 is aangebracht in het bovenste 10 compartiment 36 en is verbonden met een inlaatleiding 72 via een verdeelstuk 73 en met een uitlaatleiding 74 via een verdeelstuk 75. Elke buizenbundel 52, 54, 60, 62 en 70 bestaat uit een aantal buizen, die elk zijn aangebracht op de manier van een serpentijn, waarbij het duidelijk zal zijn, dat hoe-15 wel slechts een enkele buis is afgebeeld in fig. 1, elke bundel bestaat uit een aantal naast elkaar geplaatste buizen, die zich uitstrekken over de breedte van het omhulsel in de richting loodrecht op het vlak van de tekening. De buizen van elke bundel zijn ondergedompeld in hun respectievelijke bed-20 den om een warmteoverdracht van de daardoorheen stromende vloeistof te bewerkstelligen, zoals later in detail zal worden beschreven.
Zoals boven is vermeld, wordt lucht in elk bed toegevoerd via de plaat 34 die bij elk bed behoort onder rege-25 ling van de kleppen 40 om de bedden te fluïdiseren, waarbij het duidelijk zal zijn, dat de snelheid en de hoeveelheid van de luchtstroming die door de bedden gaat, wordt geregeld zo- : dat deze hoog genoeg is om de deeltjesvormige brandstof te fluïdiseren en een economische verbranding of warmteproductie 30 per eenheid van oppervlakte van het bed te verkrijgen, maar laag genoeg is om het verlies van teveel kleine brandstofdeeltjes uit het bed te vermijden en om een voldoende verblijfstijd van de gassen te verkrijgen voor goede zwavelverwijde-ring door een absorptiemateriaal, dat is toegevoegd aan de 35 brandstof, zoals ook later in detail zal worden beschreven.
Een aantal uitlaten 78 zijn aangebracht in de ach- : terwand 16, waarbij elke uitlaat ligt in het bovenste deel van een corresponderend compartiment 36 en boven het gefluïdi-seerde bed in het compartiment. De verhitte lucht, na passage 40 ; door de gefluïdiseerde bedden, combineert zich met de ver- 8006429 - 6 - brandingsproducten uit de bedden en het resulterende mengsel of gas (hierna aangeduid als de uitstromende gassen) treedt : : ί ; | uit door de uitlaten 78 en stroomt in een warmtéterugwinomhul*· ; sel 80, dat ligt bij en aan de achterzijde van de ovensectie 5 12.
' Het warmteterugwinomhulsel 80 is gevormd door een achterwand 82 en twee zijwanden 84 en 86 (fig. 2), die samen ; met de achterwand 16 van de ovensectie de grenswanden van het i omhulsel vormen. Zoals wordt opgemerkt uit fig. 2, zijn de 10 wanden 82, 84 en 86 op dezelfde manier gevormd als de wanden 14, 16, 18 en 20, dus zij zijn gevormd door een aantal verticale buizen met op diametraal tegenovergestelde delen ervan ribben die zich over de gehele lengte ervan uitstrekken, waarbij de ribben met elkaar zijn verbonden om de buizen gasdicht 15 te maken.
Hoewel niet volledig afgebeeld in de tekeningen, zal het duidelijk zijn, dat verdeelstukken zijn aangebracht aan elk eind van de wanden 82, 84 en 86 en in verbinding staan met de buizen die elke wand vormen op dezelfde manier 20 als de wanden 14, 16, 18 en 20. Ook zijn toevoerbuizen aange-; bracht bij de bij de wanden 82, 84 en 86 behorende verdeelstukken en verbonden met daalhuizen en dergelijke, zodat het : water kan worden gestuurd door de gehele lengte van de wanden in een voorafbepaalde volgorde om warmte toe te voegen aan 25 het water zoals later in detail zal worden beschreven.
Zoals in fig. 1 in door streepjespijlen is aange-; geven, stromen de uitstromende gassen omhoog uit de gefluïdi-seerde bedden tot in het warmteterugwinomhulsel 80 en dan I gaan ze omhoog en treden ze binnen in een cycloonstofafschei-30 der 90, die ligt in het bovenste deel van het warmteterugwin-: omhulsel. De scheider 90 werkt op een gebruikelijke manier om de fijne deeltjes, grotendeels bestaande uit kool, te verwijderen uit de uitstromende gassen. Een stofbak 92 staat in verbinding met de scheider 90 via een leiding 94 en verzamelt 35 de uit de uitstromende gassen door de scheider 90 afgescheiden fijne deeltjes en stuurt ze in een injector 96, die de deeltjes teruginjecteert in het onderste compartiment 36 in de ovensectie 12 via een leiding 98. De deeltjes worden ge-fluïdiseerd en verbrand in het laatste compartiment 36 op 40 soortgelijke wijze als de deeltjesvormige kolen in de gefluï- 8006429 - 7 - ; diseerde bedden, die behoren bij de andere compartimenten.
Een convectieomhulsel, dat in het algemeen is afge-; 1 I beeld door het verwijzingscijfer 100, is aangebracht bij en ! ; achter het warmteterugwinomhulsel 80. Het convectieomhulsel j 5 omvat een achterwand 102 en twee zijwanden 104 en 106 (fig. 2) : die samen met de achterwand 82 het warmteterugwinomhulsel 80 ; de grenswanden van het omhulsel vormen. De wanden 102, 104 en: 106 zijn ook gevormd door een aantal verticale buizen met con-| tinue ribben op diametraal tegenovergestelde delen ervan 10 langs de gehele lengte ervan om het omhulsel gasdicht te maken.
Zoals in fig. 1 wordt opgemerkt, heeft het convectieomhulsel 100 een inlaat 108, die de stofvrije uitstromende gassen uit het uitlaateind van de scheider 90 opneemt, waar- i 15 door de gassen omlaagpasseren door het omhulsel om te worden ; afgevoerd door een uitlaat 110. Een aantal verdeelstukken, die in het algemeen zijn aangegeven door het verwijzingscijfer 112, zijn aangebracht in verbinding met de boveneinden van de buizen die de wanden 102, 104 en 106 vormen en een aantal ver-20 deelstukken 114 zijn aangebracht aan de ondereinden van de buizen die de laatstgenoemde wanden vormen. Toevoerbuizen 116 verbinden de verdeelstukken 112 met een serie daalhuizen, : waarvan er één is aangegeven door het verwijzingscijfer 118 in fig. 1, en een aantal toevoerbuizen 120 verbinden de ver-25 deelstukken 114 met de daalhuizen.
I : :
Een buizenbundel, die in het algemeen is aangegeven i met het verwijzingscijfer 122 is aangebracht in de convectie-sectie, zodat voedingwater of dergelijke via een inlaatverdeel-stuk 124 in en door de buizenbundel kan worden gestuurd om 30 het water voor te verwarmen voordat het uittreedt naar een uitlaatverdeelstuk 126. Een toevoerbuis 128 verbindt het uit-laatverdeelstuk 126 met het verdeelstuk 114, dat behoort bij . de achterwand 102 van het convectieomhulsel 100 om het voor- : verwarmde water in de laatstgenoemde wand te sturen om het 35 water achtereenvolgens te laten stromen door de grenswanden van de ovensectie 12, het warmteterugwinomhulsel 80 en het convectieomhulsel 100 als later in detail zal worden beschreven.
Opgemerkt wordt, dat hoewel de zijwanden van de 40 ovensectie in elk van de omhulsels 80 en 100 afzonderlijk 800 6 42 9 - 8 - zijn beschreven, in de werkelijke praktijk kunnen zijn gevormd door twee continue op afstand van elkaar geplaatste zijwanden die de ovensectie 12, het warmteterugwinomhulsel 80 en het convectieomhulsel 100 overspannen zoals is afge-5 beeld, waarbij de verticale afmeting van de zijwanden, die het convectieomhulsel overspant, kleiner is, dan die welke de ovensectie 12 en het warmteterugwinomhulsel 80 omspant, zoals in fig. 1 is afgebeeld. Hoewel de twee zijwanden, die de zijwanden 18, 84 en 104 en de zijwanden 20, 86 en 106 vormen, 10 continu kunnen zijn, kunnen afzonderlijke verdeelstukken zijn aangebracht om de stroming door elk van de afzonderlijke wanden te verdelen zoals boven beschreven is.
Tijdens de werking wordt lucht gevoerd in de inlaat 38 door de voorwand 14 van de ovensectie 12, waardoor deze 15 passeert door de kleppen 40 en de met elk compartiment 36 verbonden verdeelplaten 34 en door het bed van deeltjesmateriaal in elk compartiment. Elk bed wordt opgestart door een hulpgas-brander of dergelijke te laten branden tot de minimum brandstof ontstekingstemperatuur, zodat de brandstof wordt verbrand 20 in elk bed en zal blijven branden na het opstarten. Het warm-teuitwisselflu’idum zoals water wordt toegevoerd in het inlaat-verdeelstuk 124, dat is verbonden met de buizenbundel 120 in het convectieomhulsel 100, waardoor het passeert door het laatstgenoemde omhulsel in warmteoverdracht met de hete lucht, 25 die in de tegenovergestelde richting passeert, voordat het water uittreedt uit het laatstgenoemde omhulsel naar het uit-laatverdeelstuk 126. Uit het uitlaatverdeelstuk 126 wordt het fluïdum dan door de toevoerbuis 128 gestuurd naar het verdeel-stuk 114, dat is verbonden met de achterwand 102 van het con-30 vectieomhulsel 100. Na passage door de verticale lengte van de buizen, die de wand 102 vormen, passeert het water door de buizen die de wanden van de convectiesectie 100 vormen, de warmteterugwinsectie 80 en de ovensectie 12 in de volgende volgorde: 35 1. Door de zijwand 104 van het convectieomhulsel 100; 2. Door de zijwand 106 van het convectieomhulsel 100; 3. Door de achterwand 82 van het warmteterugwin-40 omhulsel 80; _ _ 4. Door de voorwand 14 van de ovensectie 12; 8 00 6 42 9 - 9 - ! 5. Door de zijwand 18 van de ovensectie 12; 6. Door de achterwand 16 van de ovensectie 12; !| 7. Door de zijwand 20 van de ovensectie 12; 8. Door de zijwand 86 van het warmteterugwinomhul- I5 ; sel 80; 9. Door de zijwand 84 van het warmteterugwinomhul- I sel 80.
Het zal duidelijk zijn, dat tijdens dit achtereen-: volgens passeren van het water door de verschillende wanden, 10 het water aanvankelijk binnentreedt in de inlaatverdeelstuk-ken, die liggen bij de ondereinden van de buizen die elke wand vormen en in detail boven zijn beschreven, en uittreedt door de uitlaatverdeelstukken, die liggen aan de boveneinden van de buizen die elke wand vormen. Om van één wand naar de 15 volgende te stromen, passeert het water door de toevoerbuizen en daalhuizen, die ook boven beschreven zijn, alvorens binnen te treden in de inlaatverdeelstukken die zijn verbonden met de wand van de volgende passage. Kortheidshalve is de gedetailleerde beschrijving van de specifieke passages van het fluïdum 20 door deze verdeelstukken, toevoerbuizen en daalhuizen weggelaten.
Tijdens de voorgaande passages door de verschillende wanden wordt geleidelijk warmte uit de gefluïdiseerde bedden en de uitstromende gassen toegevoerd aan het water, het-25 geen uiteindelijk resulteert in complete verdamping van het water tot stoom.
Na het passeren door de eindwand 84, die is verbonden met het warmteterugwinomhulsel 80 en de daarmede verbonden daalhuizen, verdeelstukken en toevoerbuizen, wordt het water 30 via het verdeelstuk 64 naar en door de buizenbundel 60 gestuurd. Aanvullende warmte wordt dus toegevoegd aan de stoom uit het gefluïdiseerde bed, waarin de buizenbundel 60 ligt voordat de stoom via het verdeelstuk 63 in en door de buizenbundel 62 wordt gestuurd, waardoor de temperatuur van de stoom 35 wordt verhoogd tot oververhitting. De overhitte stoom wordt dan verzameld in het verdeelstuk 66 en afgevoerd door de uitlaat 68, waar deze kan worden gebruikt om een stoomturbine of dergelijke aan te drijven.
De buizenbundel 70 is aangebracht voor het opnemen 40 van stoom met betrekkelijke lage temperatuur, die vooraf is 8006429 - 10 - gebruikt in een andere trap van de installatie zoals een stoomturbine, om zijn temperatuur voor verder gebruik te verhogen. In het bijzonder wordt de laatstgenoemde stoom opgenomen door de inlaat 72 en via een verdeelstuk 63 gestuurd ; 5 door de buizenbundel 70 om de temperatuur van de stoom te verhogen voordat deze uittreedt via het verdeelstuk 73 en de uitlaat 74.
Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoering is de deeltjesvormige brandstof in de vorm van een mengsel van 10 gemalen bitumineuze kool en kalksteen, waarbij deze laatste functioneert als een absorptiemateriaal voor de zwaveldioxyde in verbrandingsgassen uit de kool volgens de gebruikelijke chemische theorie. Daar de lage verbrandingstemperaturen en de lage luchtovermaateisen ook de stikstofoxyde uit het ver-15 brandingsgas verminderen, bevat dit laatste een minimum aan verontreinigingen.
Er zijn vele andere voordelen in de uitvoering volgens de onderhavige uitvinding. Bijvoorbeeld vermindert het gebruik van de verticaal opgestapelde compartimenten, die 20 zijn gevormd door continue wanden, aanzienlijk de fabricage-kosten en -tijd, daar hierdoor minder verdeelstukken, verbin-dingspijpen en daalhuizen nodig zijn maar een maximaal gebruik kan worden gemaakt van de betreffende warmteoverdrachtopper-vlakken. Natuurlijk bevordert de vrije beweging van de deel-25 tjesvormige brandstof in het gefluïdiseerde bed een snelle warmteoverdracht zowel binnen het bed als tussen het bed en de ondergedompelde huizengroepen. Als resultaat zijn de bed-temperaturen gelijkmatig en gemakkelijk te beheersen.
Het verschaffen van het afzonderlijke warmteterug-30 winomhulseifïs gevormd door aanvullende waterwanden, maakt het mogelijk, dat het convectieoppervlak onafhankelijk is van de geometrie van de op elkaar gestapelde wanden, zodat het kan worden vergroot voorzover dit nodig is om een optimale warmte-: overdrachtcoëfficiënt te verkrijgen, waarbij de noodzaak Van 35 betrekkelijk dure buizenbundels in elk bed is vermeden.
Het zal duidelijk zijn, dat wijzigingen in het voorgaande binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn. Bij-doorbeeld kan de bijzondere volgorde van de waterstroming door de buizen die de bovengenoemde grenswanden vormen, wor-40 den gewijzigd waarbij enige parallelle stroming door twee of meer wanden kan bestaan.
8006429

Claims (13)

1. Dampgenerator, gekenmerkt door een oven sectie, middelen die een aantal verticaal uitgelijnde gefluï-diseerde bedden in de ovensectie vormen, waarbij een grens-wand van de ovensectie openingen heeft.voor de afvoer van uit-15 : stromende gassen uit de gefluïdiseerde bedden, middelen met inbegrip van deze grenswand voor het vormen van een warmte-terugwinomhulsel naast de ovensectie voor het opnemen van de : uitstromende gassen, en een convectieomhulsel dat is aange-: bracht naast het warmteterugwinomhulsel voor het opnemen van 10 de uitstromende gassen uit het warmteterugwinomhulsel en het afvoeren van deze gassen, waarbij elk van de grenswanden van de ovensectie, het warmteterugwinomhulsel en het convectieomhulsel zijn gevormd door een aantal met elkaar verbonden : buizen, en middelen om fluïdum door de grenswanden in een 15 * voorafbepaalde volgorde te laten stromen om warmte van de ge-: ' fluïdiseerde bedden Over te brengen op het fluïdum.
2. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee wanden van de ovensectie, het warmteterugwinomhulsel en het convectieomhulsel zijn gevormd door 20 twee continue wanden die de breedte van de generator overspannen.
3. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van warmtewisselmiddelen die zijn ondergedompeld in elk van de gefluïdiseerde bedden, 25 en middelen om het fluïdum te laten stromen door deze warmtewisselmiddelen om aanvullende warmte toe te voeren aan het fluïdum.
4. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van warmtewisselmiddelen 30 die zijn aangebracht in het convectieomhulsel en middelen om het fluïdum door deze warmtewisselmiddelen te laten stromen om ..het fluïdum voor te verhitten voordat dit wordt gestuurd naar de grenswanden.
5. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het 35 kenmerk, dat deze is voorzien van middelen in het warmteterugwinomhulsel voor het opnemen van de uitstromende gassen uit de bedden en om vaste deeltjes te scheiden uit deze gassen voordat de gassen worden gestuurd naar het convectieomhulsel. 8006429 - 12 - «* y
;6. Dampgenerator volgens conclusie 5, met het ! ; k e n m e r k, dat deze is voorzien van middelen in het | warmteterugwinomhulsel om de vaste deeltjes terug te sturen : naar ëén van de gefluïdiseerde bedden om de koolstof in de 5 i vaste deeltjes te verbranden.
7. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ovensectie is voorzien van een voorwand, een achterwand en twee zijwanden, waarbij de openingen zijn : gevormd in de achterwand.
8. Dampgenerator volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het warmteterugwinomhulsel is gevormd door twee zijwanden en een achterwand en door de achterwand van de ovensectie.
9. Dampgenerator volgens conclusie 8, met het 15 kenmerk, dat het convectieomhulsel is gevormd door twee zijwanden en een achterwand en door de achterwand van het : warmteterugwinomhulsel.
10. Dampgenerator volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de zijwanden van de ovensectie het warmte- 20 terugwinomhulsel en het convectieomhulsel alle zijn gevormd door twee continue wanden die elk de gehele breedte van de ! dampgenerator overspannen.
11. Dampgenerator volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de hoogten van de ovensectie van het 25 warmteterugwinomhulsel althans nagenoeg gelijk zijn en groter ; zijn dan de hoogte van het convectieomhulsel, terwijl de zijwanden overeenkomstige afmetingen hebben.
12. Dampgenerator volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het dak van de ovensectie, het warmteterug- 30 winomhulsel en het convectieomhulsel is gevormd door een enkele continue wand die de gehele breedte van de dampgenerator overspant.
13. Dampgenerator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zone boven elk gefluïdiseerde bed vrij 35 is van warmtewisseloppervlakken behalve die welke zijn ge-: vormd door de wanden. 8006429
NL8006429A 1980-11-26 1980-11-26 Dampgenerator. NL8006429A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006429A NL8006429A (nl) 1980-11-26 1980-11-26 Dampgenerator.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8006429A NL8006429A (nl) 1980-11-26 1980-11-26 Dampgenerator.
NL8006429 1980-11-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006429A true NL8006429A (nl) 1982-06-16

Family

ID=19836240

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006429A NL8006429A (nl) 1980-11-26 1980-11-26 Dampgenerator.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8006429A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4267801A (en) Circulating fluidized bed boiler
EP0005964B1 (en) Boiler and combustion means therefor
US4253425A (en) Internal dust recirculation system for a fluidized bed heat exchanger
US4682567A (en) Fluidized bed steam generator and method of generating steam including a separate recycle bed
US3902462A (en) System and method for generating heat utilizing fluidized beds of different particle size
EP0046406B1 (en) A fluidised bed furnace and power generating plant including such a furnace
US4617877A (en) Fluidized bed steam generator and method of generating steam with flyash recycle
US5033413A (en) Fluidized bed combustion system and method utilizing capped dual-sided contact units
NL8103165A (nl) Warmte-uitwisselaar met een gefluidiseerd bed.
JPH0743230B2 (ja) 熱交換器を有する流動床反応器装置及び方法
KR100289287B1 (ko) 유동층반응기시스템및그작동방법
US4333909A (en) Fluidized bed boiler utilizing precalcination of acceptors
US4250839A (en) Vapor generator utilizing stacked fluidized bed and a water-cooled heat recovery enclosure
US4454838A (en) Steam generator having a circulating fluidized bed and a dense pack heat exchanger for cooling the recirculated solid materials
US4359968A (en) Fluidized bed heat exchanger utilizing a baffle system
US3823693A (en) Fluidized bed heat exchanger
US4955190A (en) Method for driving a gas turbine utilizing a hexagonal pressurized fluidized bed reactor
US2276659A (en) Wet refuse furnace and system
US4854854A (en) Fluidized bed fuel-fired power plant
NL8006429A (nl) Dampgenerator.
CA1144827A (en) Vapor generator utilizing stacked fluidized bed and a water-cooled heat recovery enclosure
US1911501A (en) Steam generating apparatus and method
JPH01203801A (ja) 垂直伝熱管を有した流動床ボイラおよび該ボイラを用いた流動床温水ボイラ
EP0128020B1 (en) Fluidised bed combustion apparatus
US2250536A (en) Steam generating apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed