NL8005210A - Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece - Google Patents

Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece Download PDF

Info

Publication number
NL8005210A
NL8005210A NL8005210A NL8005210A NL8005210A NL 8005210 A NL8005210 A NL 8005210A NL 8005210 A NL8005210 A NL 8005210A NL 8005210 A NL8005210 A NL 8005210A NL 8005210 A NL8005210 A NL 8005210A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stroke
bore
fastener
ejector
housing
Prior art date
Application number
NL8005210A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Dennison Mfg Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dennison Mfg Co filed Critical Dennison Mfg Co
Priority to NL8005210A priority Critical patent/NL8005210A/en
Publication of NL8005210A publication Critical patent/NL8005210A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C7/00Affixing tags
    • B65C7/003Affixing tags using paddle-shaped plastic pins
    • B65C7/005Portable tools

Landscapes

  • Labeling Devices (AREA)

Abstract

The dispenser for attachments (52), for example on clothing for fixing price tags, consists of an ejector which moves backwards and forwards from the dispenser. Each attachment, for instance made of plastics, consists of a crossbar (52) with a tubular top and bottom piece (53,56). A safety device which operates during the backward movement of the ejector prevents the ejector from working prematurely. The locking piece consists of a sprung lever, or cam. A housing (102) has a dispenser needle (16) at one end.

Description

*- ** - *

Apparaat voor het afgeven van bevestigingsorganen.Device for dispensing fasteners.

De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor het afgeven van bevestigingsorganen en meer in het bijzonder voor het afgeven van bevestigingsorganen uit continu verbonden bevestigingsmiddelen voorraad.The invention relates to an apparatus for dispensing fasteners and more in particular for dispensing fasteners from continuously connected fasteners stock.

5 Technieken voor het afgeven van bevestigingsorganen u-it continu verbonden bevestigingsmiddelen voorraad worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.121.487, 4.039.078 en 3.948.128.In deze octrooischriften wordt een voorraad van bevestigingsmiddelen gevormd door continu verbonden kunststof 10 zijorganen, die onderling verbonden zijn door een aantal dwarsverbindingen. De voorraad kan worden vervaardigd uit buigzame kunststogmaterialen, zoals nylon, polyethyleen en polypropy-leen, door spuitgieten of persen.Techniques for dispensing fasteners from a continuously bonded fastener stock are described in U.S. Pat. Nos. 4,121,487, 4,039,078 and 3,948,128. In these patents, a supply of fasteners is formed by continuously bonded plastic side members, which are interconnected are connected by a number of cross connections. The stock can be made from flexible plastic materials such as nylon, polyethylene and polypropylene by injection molding or pressing.

Dergelijke bevestigingsorganen kunnen worden afgegeven 15 om knopen vast te zetten op stoffen, etiketten voor koopwaren aan handelsprodukten, en in het algemeen bevestiging van één onderdeel aan een ander, zoals de bevestiging van buizen aan een chassis of elektrische bedrading aan een frame.Such fasteners can be issued to fasten buttons on fabrics, merchandise labels to commodities, and generally attaching one part to another, such as attaching tubing to a chassis or electrical wiring to a frame.

Bij de toepassing van de uitvinding wordt een bevesti-20 gingsorgaan gevormd door een filament met een kop aan het ene uiteinde en een eind- of dwarsstaaf aan het tegenovergelegen uiteinde op zijn plaats gebracht om te worden afgegeven door een uitstootapparaat, dat een voorwaartse slag en een terug-loopslag heeft.Het bevestigingsorgaan komt bij voorkeur uit 25 een continu verbonden voorraad.Tijdens de voorwaartse slag wordt een afzonderlijk bevestigingsorgaan afgegeven.Tijdens de terugloop slag wordt een anti-klem mechanisme gebruikt om er voor te zorgen dat de terugloopslag volledig wordt uitgevoerd en om voortijdige voorwaartse beweging van het uitstoot-30 apparaat te voorkomen.In the practice of the invention, a fastener formed by a filament having a head at one end and an end or cross bar at the opposite end is placed in place to be delivered by an ejector, which has a forward stroke and has a recoil stroke. The fastener preferably comes from a continuously connected supply. During the forward stroke, a separate fastener is issued. During the reverse stroke, an anti-pinch mechanism is used to ensure that the reclaim storage is fully performed and to prevent premature forward movement of the eject-30 device.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het anti-klem mechanisme in de vorm van een hefboom, die in en uit de baan van het uitstootapparaat wordt gedraaid.According to an embodiment of the invention, the anti-clamping mechanism is in the form of a lever, which is rotated in and out of the path of the ejector.

Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de uitvinti..^· 35 ding is het anti-klem mechanisme halfweg tussen een drager voor het uitstootapparaat en een indexeringsmechanisme, dat de bevestigingsmiddelen plaatst om te worden afgegeven.Dit plaat- 8005210 t - 2 - sen van het anti-klem mechanisme maakt het mogelijk het buiten de baan uit het uitstootapparaat te houden tijdens de voor- . waartse slag, terwijl het in de baan van het uitstootapparaat kan draaien tijdens de terugloop slag.Het kan aldus voortijdi-5 ge beëindiging van de terugloopslag voorkomen en tevens daarop volgende pogingen om het uitstootapparaat weer in werking te i.: stellen'en een<voortijdige voorwaartse slag te beginnen.In accordance with another embodiment of the invention, the anti-pinch mechanism is halfway between a carrier for the ejector and an indexing mechanism, which places the fasteners to be dispensed. This places 8005210 parts of the anti-jamming mechanism allows to keep it out of the way from the ejector during the front. upward stroke, while it can rotate in the path of the ejector during the backstroke stroke, thus preventing premature termination of the return storage and subsequent attempts to reactivate the ejector as well < premature forward stroke to begin.

Volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het anti-klem mechanisme voorzien van een nok, waarop een 10 aanvullende nok inwerkt op een verschuifbaar orgaan, dat ge- ** bruikt wordt om er voor te zorgen, dat het anti-klem mechanisme tijdens de voorwaartse slag uit de baan van het uitstootapparaat wordt gedraaid.According to yet another embodiment of the invention, the anti-clamping mechanism is provided with a cam, on which an additional cam acts on a slidable member, which is used to ensure that the anti-clamping mechanism during the forward stroke out of the ejector path is turned.

Andere kanten van de uitvinding zullen duidelijk worden 15 aan de hand van verschillende toelichtende uitvoeringsvormen die in de bijgaande tekeningen zijn weergegeven.Other sides of the invention will become apparent from various illustrative embodiments shown in the accompanying drawings.

Fig.1 toont in perspectief een afgifte apparaat volgens de uitvinding , waarin het insteken van een bevestigingsmiddel f in een laag materiaal wordt weergegeven; 20 Fig.2 toont een gedeelte van het tegenover gelegen voor ste deel van het afgifteapparaat uit Fig.1 in perspectief;Fig. 1 shows a perspective view of a delivery device according to the invention, in which the insertion of a fastening means f in a layer of material is shown; Fig. 2 shows a perspective view of part of the opposite front part of the dispenser of Fig. 1;

Fig.3 is een dwarsdoorsnede van het voorste deel van het afgifte apparaat uit Fig.1;Figure 3 is a cross-sectional view of the front portion of the delivery device of Figure 1;

Fig.4 is een bovenaanzicht van het apparaat uit Fig.1 met 25 gedeelten van het huis weggelaten om het daarin gelegen werkingsmechanisme te laten zien, waarbij stippellijnen de posi- = / tie van de bestanddelen aangeven, wanneer het mechanisme ten dele bediend is;Fig. 4 is a plan view of the device of Fig. 1 with 25 portions of the housing omitted to show the mechanism of action therein, dotted lines indicating the position of the components when the mechanism is partially actuated;

Fig.5 is een aanzicht van het apparaat uit Fig.4 met de 30 trekker helemaal ingedrukt en het mechanisme volledig bediend tijdens de voorwaartse slag van het uitstootapparaat waardoor het in Fig.1 weergegeven bevestigingsmiddel uit het apparaat wordt gestoten;Fig. 5 is a view of the device of Fig. 4 with the trigger fully depressed and the mechanism fully actuated during the forward stroke of the ejector, ejecting the fastener shown in Fig.1 from the device;

Fig.6 is nog een aanzicht van het pistool van Fig.4 dat 35 de terugloopslag van het uitstootapparaat laat zien;Fig. 6 is another view of the gun of Fig. 4 showing the return storage of the ejector;

Fig.7 is een explosietekening van het pistool van Figs.Fig.7 is an exploded view of the pistol of Figs.

1-6, die het inwendige mechanisme laat zien;1-6, showing the internal mechanism;

Fig.8 toont een nokschuiforgaan in perspectief, dat gebruikt wordt om het indexeringsmechanisme van het in Figs.1-7 8005210 4 - 3 - .weergegeven pistool alsmede het anti-klem mechanisme volgens .¾ de uitvinding te bedienen;Fig. 8 shows a perspective cam slider used to actuate the indexing mechanism of the gun shown in Figs. 1-7 8005210 4-3 and the anti-clamping mechanism of the invention;

Fig.9 is een deelaanzicht in perspectief van het in Fig.Fig. 9 is a partial perspective view of the structure shown in Figs.

7 weergegeven mechanisme van de andere kant, waarin bijzonder-5 heden van het anti-klem mechanisme volgens de uitvinding worden getoond.7 shows the mechanism from the other side, showing details of the anti-clamping mechanism according to the invention.

Met betrekking tö de tekeningen wordt in Fig.1 een apparaat of pistool 100 voor het afgeven van bevestigingsorganen 52 overeenkomstig de uitvinding weergegeven.Referring to the drawings, Fig. 1 shows an apparatus or gun 100 for delivering fasteners 52 according to the invention.

10 Het pistool 100 wordt gevormd door een hol huis 102 en ^ wordt met de hand in werking gesteld met een trekker 146.Het huis 102 bestaat bij voorkeur uit twee helften, die op gebruikelijke wijze met elkaar verbonden zijn, b.v. met behulp van schroefbevestigingen 210 en is vervaardigd uit enigerlei ge-15 schikt materiaal, zoals spuitgegoten kunststof.The gun 100 is formed by a hollow housing 102 and is manually actuated with a trigger 146. The housing 102 preferably consists of two halves which are connected together in a usual manner, e.g. using screw fasteners 210 and is made of any suitable material, such as injection molded plastic.

De bevestigingsmiddelen 52 zijn continu verbonden en het is wenselijk, dat ze gevoed worden uit een geschikt magazijn · of opslagcompartiment(niet weergegeven), dat in het pistool 100 gelegen kan zijn of daaraan als een hulpstuk verbonden is.The fasteners 52 are continuously connected and it is desirable that they be fed from a suitable magazine or storage compartment (not shown), which may be located in the gun 100 or attached thereto as an accessory.

20 De bevestigingsmiddelen zijn geschikt van het type als weergegeven in Amerikaans octrooischrift 4.121.487.Ieder afzonderlijk bevestigingsmiddel bestaat uit een filament, dat zich uitstrekt tussen een koporgaan en een tegenover gelegen eind-orgaan.De koppen en tegenovergelegen uiteinden van opeenvol-25 gende bevestigingsmiddelen zijn verbonden door dunne filamenten om continu verbonden bevestigingsmiddel voorraad te vormen.The fasteners are suitable of the type shown in US Patent 4,121,487. Each separate fastener consists of a filament extending between a head member and an opposite end member. The heads and opposite ends of successive fasteners are joined by thin filaments to form continuously bonded fastener stock.

Zoals weergegeven in Fig.1 wordt het vrije einde van de bevestigingsmiddel voorraad over de omtrek van een voedings-wiel 112, dat op een as zit om te draaien in huis 102, gevoed.As shown in Fig. 1, the free end of the fastener stock is fed over the circumference of a feed wheel 112, which sits on a shaft for rotation in housing 102.

30 Zoals duidelijker te zien is in Fig.3, is wiel 112 voorzien / van inkepingen 114 langs zijn omtrek om de filamenten van de bevestigingsmiddelen 52 op te nemen en ze langs een gebogen baan voort te bewegen naar een positie die grenst aan de achterkant van een naar voren uitstekende afgiftenaald 116.As seen more clearly in Fig. 3, wheel 112 is provided / notched 114 along its circumference to receive the filaments of the fasteners 52 and advance them along a curved path adjacent to the rear of a forward projection needle 116.

35 De naald 116 heeft een holle boring die in verbinding staat met een overlangse gleuf.Het eindorgaan wordt door de boring gedreven terwijl zijn bijbehorende filament uitsteekt door de overlangse gleuf.The needle 116 has a hollow bore which communicates with a longitudinal slot. The end member is driven through the bore with its associated filament protruding through the longitudinal slot.

De voortgang van de bevestigingsmiddelen over het voe- 8005210 #- * - 4 - dingswiel 112 wordt geregeld door bediening van de trekker 146. Als trekker 146 wordt vrijgegeven uit zijn uitsparing in de pistoolgreep 141, wordt een afzonderlijk bevestigingsmiddel op zijn plaats gebracht,definitief in lijn met de boring van 5 naald 116.The progress of the fasteners over the feed wheel 8005210 # - * - 4 - wheel 112 is controlled by actuation of the trigger 146. When trigger 146 is released from its recess in the pistol grip 141, a separate fastener is put in place, final in line with the bore of 5 needle 116.

Zoals aangegeven in Fig.3 de ligt de éindstaaf, die de omvang van-de boring van naald 116 nadert, ongeveer onder een 90° hoek met de hartlijn van de boring.De éindstaaf, als aangegeven met 56e, wordt daarna in lijn met de boring en met een 10 heen en weer gaand nokorgaan 126 gedraaid.De draaiing van éindstaaf 56e kan voldoende zijn om het bevestigingsmiddel, dat wordt afgegeven van de verbonden voorraad af te scheiden door 't breken van filament 57.Wanneer het draaien de verbinding niet verbreekt, zal de kracht van het uitstootapparaat 15 dat doen,Bovendien kan een afzonderlijk mes worden gebruikt in het kopgedeelte 102 van het pistool.As shown in Fig. 3, the end bar, which approaches the size of the bore of needle 116, is approximately at a 90 ° angle to the centerline of the bore. The end bar, as indicated by 56e, is then aligned with the bore and rotated with a reciprocating cam 126. The rotation of end bar 56e may be sufficient to separate the fastener dispensed from the bonded stock by breaking filament 57. When the twisting does not break the connection , the force of the ejection device 15 will do so. In addition, a separate blade can be used in the gun head 102.

Wanneer de naald in een laag materiaal 132 is gestoken, wordt het eind 56e van het bevestigingsmiddel uit het uiteinde van naald 116 gestoten,Als de naals uit het materiaal 132 20 wordt teruggetrokken, zal de éindstaaf 56e veerkrachtig zijn dwarspositie ten opzichte van het filament weer innemen.Dit voorkomt terugtrekken van het filament uit het materiaal.Beweging van het gereedschap als het van materiaal 132 wordt verwijderd, zal het verbindingsstuk 54 breken, dat lip 53 ver-25 bindt met de opvolgende lip op de wijze als b.v. aangegeven in Amerikaans octrooischrift 3,733.657.Voor dit doel moet verbindingsstuk 54 betrekkelijk zwak zijn.Ieder ander geschikt orgaan voor afsnijden kan worden gebruikt.When the needle is inserted into a layer of material 132, the end 56e of the fastener is ejected from the end of needle 116, When the needles are withdrawn from the material 132, the end bar 56e will resiliently transverse position with respect to the filament This prevents retraction of the filament from the material. Movement of the tool as it is removed from material 132 will break the connector 54, which connects lip 53 to the succeeding lip in the manner as eg indicated in U.S. Pat. No. 3,733,657. For this purpose, connector 54 should be relatively weak. Any other suitable cutting means may be used.

Naald 116 wordt op zijn plaats gehouden door een naald 30 slot 182.Needle 116 is held in place by a needle 30 slot 182.

Voedingwiel 112, weergegeven in Fig.3, staat op een afstand van de binnenwand van huis 102 om een doorgang te bepalen voor het opnemen en geleiden van de bevestigingsmiddel eindstaven, met inbegrip van staaf 56e, als het wiel draait.Feed wheel 112, shown in Fig. 3, is spaced from the inner wall of housing 102 to define a passage for receiving and guiding the fastener end bars, including bar 56e, as the wheel rotates.

35 Een laaddeur 115 hangt over wiel 112 om bij te dragen tot het in bedwang houden van de eindstaven zodat die in de doorgang lopen, en verschaft een gemakkelijke laadeigenschap.De inkepingen 114 van wiel 112 zitten gespreid over de omtrek over een afstand die ongeveer gelijk is aan de afstand tussen 8005210 * - 5 - opeenvolgende filamenten van de bevestigingsmiddelen 52.A loading door 115 hangs over wheel 112 to assist in restraining the end bars so that they pass through the passage and provides easy loading property. The notches 114 of wheel 112 are spaced about a distance approximately equal is the distance between 8005210 * - 5 - successive filaments of the fasteners 52.

Zoals weergegeven in Fig.4, zit in huis 102 ook een pal-pen 118, die voorgespannen wordt door een veer 120 omterug-waartse beweging van wiel 112 tegen te gaan.As shown in Fig. 4, housing 102 also includes a ratchet pin 118 which is biased by counteracting a spring 120 reverse movement of wheel 112.

5 Bovendien bevat het pistool 100, zoals aangegeven in Fig.In addition, the gun 100 includes, as shown in FIG.

4, een anti-klem mechanisme 200.Dit mechanisme voorkomt voortijdige bediening van het pistool voordat de plunjer 130 zijn terugloop slag heeft voltooid na de eindstaaf 56e te hebben uitgestoten door naald 116 tijdens een voorwaartse slag. ·*· 10 Nadat de verst naar het einde gelegen bevestigingsmiddel eindstaaf 56e om het voedingswiel 112 geïndexeerd is, neemt het een positie in dwars op het achtereinde van de boring 122 van naald 116 (Fig.3).Een snijrand 124 kan verbonden zijn aan de naald of aan het huis tegenover het verbindingsstuk 57, dat ^1'··· : 15 eindstaaf 56e verbindt met de. eindstaaf van 't direkt daarop volgende bevestigingsmiddel.Een heen en weer gaand nokorgaan 126, aangegeven in Figs.4-9, wordt dan naar voren bewogen om de dichtst bij het einde gelegen eindstaaf 56e om zijn verbindingsstuk als eén scharnier in lijn met de boring van de 20 naald te draaien.Een uitstekende lip 128 is in het vertikale vlak van wiel 112 in het huis aangebracht, en vormt een verlenging van de doorgang rond het wiel voor de eindstaven om die tijdens het draaien te geleiden.Lip 128 heeft een gekromd bovenoppervlak dat zodanig gevormd is dat het het filament 25 geleid dat uit het wiel uitsteekt, wanneer de eindstaaf 56e in lijn wordt gedraaid.4, an anti-clamping mechanism 200. This mechanism prevents premature actuation of the gun before the plunger 130 has completed its recoil stroke after ejecting the end rod 56e through needle 116 during a forward stroke. After the indexed furthest fastener end bar 56e is indexed about the feed wheel 112, it assumes a position transverse to the rear end of the bore 122 of needle 116 (Fig. 3). A cutting edge 124 may be attached to the needle or to the body opposite the connector 57, which connects the end rod 56e to the. End Bar of the Immediate Subsequent Fastener A reciprocating cam 126, shown in Figs. 4-9, is then moved forward about the end bar 56e closest to the end about its connector as a hinge in line with the bore of the needle.A protruding lip 128 is disposed in the vertical plane of wheel 112 in the housing, and extends the passage around the wheel for the end bars to guide them during rotation.Lip 128 has a curved top surface formed to guide the filament 25 protruding from the wheel when the end rod 56e is turned in line.

Nadat de eindstaaf in lijn met de naaldboring 122 is gedraaid wordt een plunjer 130 naar voren gebracht om in aanraking te komen met het vrije achtereinde van de in lijn ge-30 brachte eeindstaaf 56e om deze door de holle naald boring te duwen, waarbij gelijktijdig verbindingsstuk 57 gebroken of afgesneden wordt bij afsnijorgaan 124.Zoals weergegeven in Fig.1 drijft de plunjer de eindstaaf door de holle naald, die, indien hij door ëën of meer lagen materiaal 132 is gestoken, deze 35 aan elkaar zal vastmaken of een lip daaraan zal bevestigen.After the end bar is rotated in line with the needle bore 122, a plunger 130 is advanced to contact the free rear end of the aligned end bar 56e to push it through the hollow needle bore, simultaneously connecting 57 is broken or cut at cutter 124. As shown in Fig. 1, the plunger drives the end rod through the hollow needle, which, if inserted through one or more layers of material 132, will fasten it together or a lip thereto. to confirm.

Zoals weergegeven in Figs.4-9 is plunjer 130 aan zijn achterkant gemonteerd op een achterwaartse slede of plunjer steun 136, die heen en weer schuift in sledegroeven in het huis om de plunjer in en uit de naaldboring 122 heen en weer 8005210 - 6 - te laten bewegen.Slede 136 is draaibaar verbonden aan het bo*r veneinde 138 van hefboomorgaan 140, dat naar beneden doorloopt in het holle greepgedeelte 141 van huis 102,Het onderste einde van hefboomorgaan 140 is vastgezet door middel van gleuf 142 5 op een pen 144, die gedragen wordt door holle trekker 146, die bij 148 draaibaar verbonden is met huis 102 voor achterwaartse en voorwaartse beweging in holle greep 141.Pen 144 werkt als een nok en de wand van gleuf. 142 als een nokvolger om beweging over te brengen op hefboomorgaan 140.Orgaan 140 is tussen zijn 10 uiteinden verbonden aan een vrij draaipunt 150, dat bevestigd : is aan één uiteinde van orgaan 153, waarvan het tegenovergelegen uiteinde draaibaar bevestigd is aan greep 141 bij 155. Trekker 146 wordt in de open positie gedrukt door middel van drukveer 156, die hieronder nader zal worden beschreven.Hef-15 boom orgaan 140 staat onder spanning van veer 156 om de plun-jer steun 136 in zijn achterwaartse positie te houden.Bij indrukken van greep 141 en trekker 146 draait orgaan 140 om het vrije draaipunt 150 om steun 136 in werking te brengen, waardoor die van zijn achterwaartse positie naar zijn voorwaartse 20 positie schuift, daarbij de plunjer door naaldboring 122 drukt en een eindstaaf van een bevestigingsmiddel door de naald uitstoot.Plunjer 130 wordt uit de naaldboring teruggetrokken door de energie die in veer 156 is opgeslagen, wanneer de druk op de trekker wordt teruggenomen, 25 Een voorliggende slede 152, weergegeven in Fig.7 en in bijzonderheden in Fig.8 , is bevestigd in het voorste einde van huis 102 en schuift voor en achter-uit in sledegroeven 154a en 154b in het huis.Slede 152 heeft een uitsparing 159, die samen met de binnenwand van het huis een drukveer 158 30 huisvest, die het orgaan vormt om de slede in zijn voorwaartse positie te drukken.Slede 152 bevat een naar achteren stekende flexibele arm 160, die aan zijn achteruiteinde een arre-teeroppervlak 162 en een schuin nokoppervlak 164 bevat,Plunjer steun 136 draagt een meewerkend nokoppervlak 166 en 35 arreteeroppervlak 168, waardoor slede 152 als volgt in werking wordt gesteld.Wanneer trekker 146 wordt ingedrukt en hefboomorgaan 140 in werking wordt gebracht om plunjersteun 136 naar voren te bewegen, loopt nokoppervlak 166 op en over nokoppervlak 154, waardoor flexibele arm 160 afwijkt.Bij de 80 0 5 2 1 0 ί * - 7 -As shown in Figs. 4-9, plunger 130 is mounted at its rear on a rear carriage or plunger support 136, which slides back and forth in slide grooves in the housing to and from the needle bore 122 back and forth 8005210 - 6 - Slide 136 is pivotally connected to the front end 138 of lever member 140, which extends down into the hollow grip portion 141 of housing 102, The lower end of lever member 140 is secured by slot 142 on a pin 144, which is carried by hollow puller 146, which is pivotally connected at 148 to housing 102 for backward and forward movement in hollow grip 141. Pin 144 acts as a cam and the slot wall. 142 as a cam follower to transmit movement to lever member 140. Member 140 is connected between its 10 ends to a free pivot 150, which is attached to one end of member 153, the opposite end of which is rotatably attached to grip 141 by 155. Trigger 146 is pushed into the open position by compression spring 156, which will be described in more detail below. Lift-15 member member 140 is tensioned by spring 156 to maintain the plunger support 136 in its rearward position. of handle 141 and trigger 146, member 140 rotates about free pivot 150 to actuate support 136, causing it to slide from its rearward position to its forward position, pushing the plunger through needle bore 122 and an end rod of a fastener through the Plunger 130 is withdrawn from the needle bore by the energy stored in spring 156, when the pressure on the trigger is released, 25 Ee One front carriage 152, shown in Fig. 7 and in detail in Fig. 8, is mounted in the forward end of housing 102 and slides forward and backward into carriage grooves 154a and 154b in the housing. Carriage 152 has a recess 159, which, together with the inner wall of the housing, houses a compression spring 158, which forms the means for pushing the carriage into its forward position. Carriage 152 includes a rearwardly projecting flexible arm 160, which has a detent surface 162 and a locking surface at its rear end. includes inclined cam surface 164, Plunger support 136 carries a cooperating cam surface 166 and 35 detent surface 168, actuating carriage 152 as follows: When trigger 146 is depressed and lever member 140 is actuated to advance plunger support 136, cam surface is running 166 on and over cam surface 154, causing flexible arm 160 to deviate. At the 80 0 5 2 1 0 ί * - 7 -

Bij de terugloop slag van plunjer steun 136 pakken arreteer oppervlakken 162 en 168 in elkaar, zoals b.v. weergegeven in Fig.6 en plunjer steun 136 beweegt dan slede 152 naar achteren waarbij spanveer 158 wordt samengedrukt.At the return stroke of plunger support 136, detent surfaces 162 and 168 interlock, such as e.g. shown in Fig. 6 and plunger support 136 then moves carriage 152 backward, compressing tension spring 158.

5 Als plunjer steun 136 zijn achterwaartse positie nadert, komt een vaste nok 170, die op het huis bevestigd is, in aanraking met een achterwaarts verlengstuk van nokoppervlak 164, wat arm 160 doet afwijken naar beneden tot de arreteeropper-vlakkeh van elkaar los zijn.Na een dergelijke ontkoppeling ·*> 10 zorgt de samengedrukte spanveer 158 ervoor, dat slede 152 naar zijn voorgelegen positie terugkeert.Nok 126 wordt door slede 152 meegevoerd en bij zijn voorwaartse slag draait deze eind-staaf 56e in lijn met naaldboring 122,As plunger support 136 approaches its rearward position, a fixed cam 170 mounted on the housing contacts a rearward extension of cam surface 164 which deflects arm 160 downwardly until the detent surfaces are separated. After such decoupling, the compressed tension spring 158 causes carriage 152 to return to its forward position. Cam 126 is entrained by carriage 152, and at its forward stroke, this end rod 56e rotates in line with needle bore 122,

Slede 152 bevat een tweede naar voren stekende verende 15 arm 170, die een naar achteren gericht arreteeroppervlak 172 en een naar voren gericht nokoppervlak 174 .Voedingswiel 112 is voorzien van samenwerkende indexpennen 176, ëën voor iedere indexeringspositie, die ieder een nokoppervlak 178 hebben.Als slede 152 naar achteren wordt getrokken door plunjes steun 136 20 grijpt kamoppervlak 172 een pen 176 om voedingwiel 112 te draaien en het volgende bevestigingsmiddel op zijn plaats te brengen met zijn eindstaaf dwars op de lengteas van de naaldboring. Bij de opvolgende voorwaartse slag van slede 152 loopt nok oppervlak 174 tegen en over kamoppervlak 178 van de onder-25 ste pen 178 om arm 170 te doen afwijken en zijn doordang naar zijn voorwaartse positie mogelijk te maken, gereed voor de volgende indexeringslag.Carriage 152 includes a second protruding resilient arm 170, which has a rearwardly facing detent surface 172 and a forwardly projecting cam surface 174. Feed wheel 112 includes co-operating index pins 176, each for an indexing position, each having a cam surface 178. carriage 152 is pulled backward by plungers of support 136, comb surface 172 grips a pin 176 to rotate feed wheel 112 and place the next fastener in place with its end bar transverse to the longitudinal axis of the needle bore. In the succeeding forward stroke of carriage 152, cam surface 174 abuts and over crest surface 178 of lower pin 178 to deflect arm 170 and allow its passage to its forward position, ready for the next indexing stroke.

Wanneer tijdens de terugloop slag van plunjer 130 trekker 146 bediend wordt voordat de terugloop slag voltooid is, 3.0 zou het mogelijk kunnen zijn om een ander bevestigingsmiddel in naald 116 te voeren en een klemming te veroorzaken,Dit soort voortijdige bediening wordt voorkomen door een anti-klem mechanisme 200, dat bestaat uit een hefboom 201 gelegerd tussen de delen 102 van pistool 100 boven de baan van uitstootap- 35. paraat 130, en tussen voedingwiel 112 en de achterste positie van de plunjer steun 136,During the return stroke of plunger 130, trigger 146 is operated before the return stroke is completed, 3.0 it may be possible to insert another fastener into needle 116 and cause a jamming. This type of premature operation is prevented by an anti- clamping mechanism 200, which consists of a lever 201 mounted between the parts 102 of gun 100 above the path of ejector 130, and between feed wheel 112 and the rear position of the plunger support 136,

De anti-klem hefboom 201 wordt in de baan van de terug- t lopende steun 136 gedraaid door een bladveer 202 nadat de teruglopende steun 136 de positie van de anti-klem hefboom 201 8005210 - 8 - heeft vrijgemaakt.Als een gevolg van deze werking kan een niet s beoogd indrukken van trekker 146 voor dat de plunjer steun is teruggekeerd in zijn terugloop positie, niet een voortijdige voorwaartse beweging van plunjer 130 in de boring van naald 5 116 veroorzaken, aangezien de baan van steun 136 nu geblokkeerd is door de achterrand 203 van de anti-klem hefboom 201.The anti-clamping lever 201 is rotated in the path of the recoil support 136 by a leaf spring 202 after the recoil support 136 clears the position of the anti-clamp lever 201 8005210-8 - As a result of this operation An unintended depression of trigger 146 before the plunger support has returned to its return position cannot cause premature forward movement of plunger 130 into the bore of needle 5 116, since the path of support 136 is now blocked by the trailing edge 203 of the anti-clamping lever 201.

Aan het einde van de terugloop slag van plunjer 130, met steun 136 in zijn verst naar achteren gelegen positie, wordt de slede 159 vrijgegeven en het ontwinden van spanveer .158 10 drijft de slede voorwaarts waardoor een nok 203 die op het huis ^ 159 zit in een nok 204 van de anti-klem hefboom 201 grijpt en de anti-lem hefboom 201 draait en uit de baan van de achterste slede 136 houdt.Derhalve kan het pistool in de volgende cyclus worden bediend, omdat er niets is, dat de voorwaartse slag van 15 plunjer 130 kan blokkeren, maar net als daarvoor bij de terugloop slag draait het anti-klem mechanisme in een blokkerings-positie om voortijdige bediening van het apparaat te voorkomen.At the end of the return stroke of plunger 130, with support 136 in its furthest rearward position, the carriage 159 is released and the unwinding of tension spring 158 drives the carriage forward causing a cam 203 to sit on the housing ^ 159 engages a cam 204 of the anti-clamping lever 201 and rotates the anti-clamping lever 201 and keeps it out of the path of the rear carriage 136. Therefore, the gun can be operated in the next cycle because there is nothing to prevent the forward stroke of 15 piston 130 can lock, but as before with the return stroke, the anti-pinch mechanism rotates in a lock position to prevent premature operation of the device.

Naald 116 kan een holle gleufnaald zijn van een willekeurig bekend type dat geschikt is om flexibele bevestigingsmid-20 delen te voeden, waarbij de bevestigingsmiddel eindstaaf wordt afgegeven door de holle boring van de naald en het filament zich uitstrekt door en schuift in de communicerende gleuf 180. Naald 116 is bij voorkeur verwijderbaar vastgezet op de^vóórkant van huis 102 door middel van een pen 182.Needle 116 may be a hollow slit needle of any known type suitable for feeding flexible fasteners, the fastener end bar being dispensed through the hollow bore of the needle and the filament extending through and sliding into the communicating slit 180 Needle 116 is preferably removably secured to the front of housing 102 by means of a pin 182.

25 De bediening van het afgifteapparaat is als volgt: (1) Een rol bevestigingsmiddelen wordt in of op pistool 100 geplaatst.Het vrije einde wordt over voedingswiel 112 gevoerd en laaddeur 115 wordt gesloten.Twee (2) cycli van het gereedschap zijn nodig om het bevestigingsmiddel in de naaldbo- 30 ring te brengen.25 The dispenser is operated as follows: (1) A roll of fasteners is placed in or on gun 100.The free end is passed over feed wheel 112 and loading door 115 is closed.Two (2) cycles of the tool are required to fastener into the needle bore.

(2) Trekker 146 wordt tegen greep 141 gedrukt om hefboom orgaan 140 om draaipunt 150 te draaien, waardoor de terugloop veer 156 wordt samengedrukt en plunjer steun 136 naar voren wordt geschoven, waarbij nokoppervlak 166 over nokoppervlak 164 35 schuift en dat doet afwijken, (3) Trekker 146 wordt losgelaten, en veer 156 doet steun 136 terugkeren naar zijn achterwaartse positie.Als steun 136 terugkeert wordt slede 152 naar zijn achterste stand bewogen en veer 158 wordt samengedrukt tot de in elkaar grijpende 8005210 - 9 - ' arreteerders 162 en 168 ontkoppeld zijn door arm 160 te laten uitwijken door nokoppervlakken 171 en 164,Bij de teruglopende slag van slede 152 grijpt arreteerder 172 op arm 170 pen 176 van voedingswiel 112 om het wiel te indexeren en eindstaaf 56e 5 te voeren naar de in Fig,3 aangegeven plaats,Als slede 152 terugkeert naar zijn voorwaartse positie grijpen nokoppervlak.-.·;. i ken 174 en 178 in elkaar om arm 170 te doen uitwijken en nok 126 draait eindstaaf 56e om verbindingsstuk 57 in lijn met naaldboring 122, zoals weergegeven in Fig.3 10 (4) Het anti-klem mechanisme 200 werkt om voortijdige bediening van trekker 146 te voorkomen.Wanneer de terugloop slag van uitstootapparaat 130 eenmaal voltooid is (in een fraktie van een seconde) is het pistool gereed voor de volgende bedieningscyclus.(2) Trigger 146 is pressed against handle 141 to rotate lever member 140 about pivot 150, compressing return spring 156 and pushing plunger support 136 forward, cam surface 166 sliding over cam surface 164 and deflecting, 3) Trigger 146 is released, and spring 156 returns support 136 to its rearward position. When support 136 returns, slide 152 is moved to its rearmost position and spring 158 is compressed to interlock 8005210 - 9 - retainers 162 and 168 be disengaged by allowing arm 160 to deflect through cam surfaces 171 and 164. At the retraction stroke of carriage 152, detent 172 grasps arm 170 pin 176 of feed wheel 112 to index the wheel and advance end bar 56e 5 to that shown in Fig. 3 instead, When carriage 152 returns to its forward position, cam surface engages .-. · ;. 174 and 178 interlock to deflect arm 170 and cam 126 rotates end bar 56e about connector 57 in line with needle bore 122, as shown in Fig. 3 10 (4) The anti-pinch mechanism 200 acts to trigger trigger prematurely 146. Once the return stroke of ejector 130 has been completed (in a fraction of a second), the gun is ready for the next operating cycle.

15 (5) Trekker 146 wordt opnieuw ingedrukt om plunjer steun 136 en plunjer 130 voorwaarts te bewegen om in aanraking te komen met het blootliggende uiteinde van eindstaaf 56e en die door boring 122 af te geven, waarbij rand 124 het verbindingsstuk 57 doorsnijdt.(5) Trigger 146 is pressed again to advance plunger support 136 and plunger 130 to contact the exposed end of end bar 56e and dispense it through bore 122, edge 124 intersecting connector 57.

20 (6) Als trekker 146 weer los gelaten wordt wordt de reeks gebeurtenissen zoals hierboven onder (3) beschreven, herhaald om de volgende eindstaaf voor afgifte gereed te maken.(6) When trigger 146 is released again, the sequence of events described above under (3) is repeated to prepare the next end bar for delivery.

Ofschoon het beschreven apparaat goed geschikt is voor handbediening, kan de bediening op iedere geschikte wijze ge-25 schieden, b.v. door middel van elektrische inrichtingen of vloeistof druk.Ook kan, ofschoon de nieuwe bevestigingsmiddel voorraad hierin beschreven, goed geschikt is om te worden gebruikt bij de hierin beschreven methode en apparatuur, een andere geschikte bevestigingsmiddel voorraad worden gebruikt.Although the described device is well suited for manual operation, operation can be performed in any suitable manner, e.g. Also, although the new fastener stock described herein is well suited for use in the method and equipment described herein, another suitable fastener stock may be used.

80052108005210

Claims (10)

1. Apparaat voor het afgeven van bevestigingsorganen, die ieder gevormd worden door een filament met een kop aan één uiteinde en een dwarsstaaf aan het andere uiteinde en op hun plaats gebracht worden om te worden afgegeven,,m § t h | t 5kenmerk, dat , , ======= het voorzien is van een orgaan met een voorwaartse en teruglopende slag voor het uitstoten van een bevestigingsorgaan uit het apparaat tijdens een voorwaarste slag, en een orgaan voor het waarborgen van de voltooiing van de terugloop slag daarvan.1. Device for delivering fasteners, each formed by a filament with a head at one end and a cross bar at the other end and placed in place to be dispensed ,, m § t h | t 5, characterized in that it includes a forward and reverse stroke member for ejecting a fastener from the apparatus during a forward stroke, and a member for ensuring the completion of the return stroke thereof. 2. Apparaat volgens conclusie 1, | e | | | | k§g- merk, dat het waarborgorgaan een orgaan bevat voor het voorkomen van voortijdige bediening van het uitstootorgaan.2. Device according to claim 1 e | | | | k§g mark, that the assurance member includes a means for preventing premature operation of the ejection means. 3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, | § i b | ± b|S" m ! r k , dat het uitstootorgaan alternerend met een voorwaart 15 se en teruglopende slag werkt, en het voorkomingorgaan een eer-ste positie inneemt tijdens de voorwaartse slag en een tweede, anti-klem positie tijdens de terugloop slag.Device as claimed in claim 1 or 2 § i b | ± b | S "m! R k, that the ejector operates alternately with a forward and reverse stroke, and the preventer occupies a first position during the forward stroke and a second, anti-pinch position during the reverse stroke. 4. Apparaat volgens conclusie 3, | | het k § fi rn e r k , dat het anti-klem orgaan bestaat uit een onder 20 veerspanning staande draaibare hefboom, die in de baan van het uitstootapparaat wordt gedraaid tijdens en voor voltooiing van de terugloop slag daarvan.Device as claimed in claim 3 | it is known that the anti-clamping member is comprised of a spring tension rotatable lever which is rotated in the path of the ejector during and for completion of its return stroke. 5. Apparaat volgens conclusie 3 of 4,mei het k e g - ! e ε k , dat het anti-klem orgaan uit de baan van het uit- 25 stootorgaan wordt gedraaid tijdens de voorwaartse slag van het indexerende sledeorgaan.5. Device as claimed in claim 3 or 4, May k e g -! e, that the anti-clamping member is turned out of the path of the ejector during the forward stroke of the indexing carriage. 6. Apparaat volgens één of meer van de conclusies 3-5, m g £ e t kenmerk, dat het anti-klem orgaan een nok bevat waarop wordt ingewerkt tijdens de voorwaartse slag van het 30 indexerende sledeorgaan.6. Device according to one or more of claims 3-5, characterized in that the anti-clamping member comprises a cam which is acted upon during the forward stroke of the indexing carriage member. 7. Apparaat voor het af geven van bevestigingsmiddelen, .'die ieder voorzien zijn van een buigzaam filament dat uitloopt in een eindstaaf, bestaande uit een huis, een op dat huis bevestigde afgifte naald die voorzien is van een overlangse boring 35 voor het schuifbaar opnemen van de eindstaaf en een gleuf,die 8005210 - 11 - * ' in verbinding staat met de boring, voor het filament, een or gaan voor het voortbewegen van een bevestigingsmiddel uit een eerste positie die van de naald verwijderd gelegen is, naar een tweede positie die tegen het achtereinde daarvaan aanligt, 5 met de eindstaaf gelegen onder een hoek met de lengteas van de boring, een orgaan voor het uitlijnen van de eindstaaf met de . boring, een orgaan voor het af geven van de eindstaaf door de .1 boring, en een orgaan voor het regelen van de slag van het afgifteorgaan om voortijdige bediening daarvan te voorkomen.7. Device for dispensing fasteners, each of which comprises a flexible filament which terminates in an end rod consisting of a housing, a dispensing needle mounted on that housing and provided with a longitudinal bore 35 for slidable reception of the end bar and a slot, which 8005210 - 11 - * 'communicates with the bore, for the filament, a means for advancing a fastener from a first position away from the needle, to a second position abutting the rear end thereof, with the end bar at an angle to the longitudinal axis of the bore, means for aligning the end bar with the. bore, means for delivering the end bar through the .1 bore, and means for controlling the stroke of the dispenser to prevent premature actuation thereof. 8. Apparaat volgens conclusie 7, met ^ e | e n -© ê £ k , dat het verder voorzien is van een orgaan voor het opslaan van een bevestigingsmiddelen voorraad, die bestaat uit een aantal bevestigingsmiddelen, waarvan de eindstaven met hun uiteinden aan elkaar verbonden zijn door verbreekbare verbin-15 dingsstukken, en het apparaat verder voorzien is van een orgaan voor het doorsnijden van het verbindingsstuk tussen naburige eindstaven wanneer één van die eindstaven is uitgelijnd is met de boring.8. The device of claim 7, including e and - further comprising a means for storing a fastener supply, which consists of a plurality of fasteners, the end bars of which are joined together by breakable connectors, and the apparatus further provided with a means for cutting the connector between adjacent end bars when one of those end bars is aligned with the bore. 9. Apparaat volgens conclusie 7 of 8, § § £ | e | |en- 20. g r | , dat het voortbewegingsorgaan bestaat uit een wiel met organen voor het opnemen van de filamenten uit de voorraad om het eind bevestigingsmiddel langs een gebogen baan naar de tweede positie te bewegen.9. Device according to claim 7 or 8, § § £ | e | | en- 20. g r | that the advancing member consists of a wheel with means for receiving the filaments from the stock to move the end fastener along a curved path to the second position. 10. Apparaat volgens één of. meer van de conclusies 7-9, 25 |i| h | | | | n m § ï | , dat het verder een onder druk staand arreteerorgaan bevat voor het vertragen van de beweging van het wiel. 800521010. Device according to one or. more of claims 7-9, 25 | i | h | | | | n m § ï | further comprising a pressurized detent for decelerating the movement of the wheel. 8005210
NL8005210A 1980-09-18 1980-09-18 Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece NL8005210A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8005210A NL8005210A (en) 1980-09-18 1980-09-18 Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8005210A NL8005210A (en) 1980-09-18 1980-09-18 Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece
NL8005210 1980-09-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005210A true NL8005210A (en) 1982-04-16

Family

ID=19835897

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005210A NL8005210A (en) 1980-09-18 1980-09-18 Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8005210A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1155322A (en) Dispensing of attachment members
US5024365A (en) Apparatus for dispensing fasteners
US4706362A (en) Method of attaching tags
US4288017A (en) Method and apparatus for dispensing fasteners
US4955475A (en) Continuous fastener stock
US5683025A (en) Apparatus for dispensing individual plastic fasteners from fastener stock
US5320269A (en) Apparatus for dispensing individual plastic fasteners from continuously connected ladder stock
US4838469A (en) Hand-held tag attacher
US5033664A (en) Dispensing of attachment members
US4610385A (en) Tag dispensing and attaching apparatus
JPS5913375B2 (en) Fastener distributor
US4681248A (en) Tag dispensing and attaching method and apparatus
US4682721A (en) Tag dispensing and attaching apparatus
US5433366A (en) Dispensing of attachments
CA1223475A (en) Tag dispensing and attaching method and apparatus
US4673120A (en) Hand-held tag attacher, method of attaching tags and fasteners
US4998661A (en) Needle assembly for fastener dispensing apparatus
US4683635A (en) Tag dispensing and attaching method and apparatus
NL8005210A (en) Dispenser for clothing tags - consists of housing with to=and=fro moving ejector with locking piece
US4785987A (en) Hand-held tag attacher and method of attaching tags
US4634036A (en) Tag dispensing and attaching apparatus
US4715521A (en) Hand-held tag attacher
KR850000535Y1 (en) Dispensing of attachment members
US4696422A (en) Hand-held tag attacher, method of attaching tags and fasteners
JP4895246B2 (en) Device for dispensing individual plastic fasteners from fastener stock

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed