NL8005137A - Werkwijze voor een droge rookgaszuivering. - Google Patents

Description

-1- vo 0961

Werkwijze voor een droge rookgaszuivering.

De uitvinding beeft "betrekking op een werkwijze voor het door sorptie "binden van gasvormige, luchtvreemde stoffen aan stofvormige toevoegingen in dwars- en tegenstroom bij gelijktijdige verdamping van water.

De in de laatste tijd beschreven methoden voor droge afvoer gas zuivering hebben ten doel om de reaktieomstandigheden voortdurend te verbeteren. Daarbij is ingezien, dat het gehalte aan waterdamp van het afvoergas een belangrijke rol speelt.

In het Duitse Auslegeschrift 2.331.156 wordt het afvoergas 10 voordat het poedervormige reaktiemiddel wordt toegevoegd, door in-sproeien van water bevochtigd en gekoeld. De inblaassproeiers voor water en stofvormige toevoeging zijn daarbij, betrokken op de richting van het rookgas, in gelijkstroom geplaatst.

In het Duitse Offenlegungsschrift 2.520.0^5 wordt een soort-15 gelijke werkwijze zonder toevoeging van water beschreven, waarbij de toevoegingen eveneens in gelijkstroom worden toegevoegd, en waarbij het stof-rookgasmengsel in venturiachtige reaktiegedeelten wordt verwerveid. Deze maatregelen geven echter onbevredigende omzettingsresultaten.

Volgens het Duitse Offenlegungsschrift 2.539*500 wordt deze 20 werkwijze volgens het Duitse Offenlegungsschrift 2.520.0^5 verbeterd doordat het water wordt gekoeld voordat de toevoegingen worden ingeblazen. Ook hier zijn de inblaasplaatsen voor stof en water in gelijkstroom geplaatst.

In het Duitse Auslegeschrift 2.^37.750 wordt voor het eerst 25 een dwars- en tegenstroomplaatsing beschreven, waarbij de stofvormige toevoeging met groot oppervlak in het centrum van een cycloon-wervel-put wordt geleid. De eentrifugaalkrachten drijven ook fijne stofdeeltjes dwars en tegen de rookgasstroom in naar buiten naar de wand.

In het Duitse Offenlegungsschrift 2.632.502 wordt op de in-30 vloed van vochtigheid gewezen. De waterdampontwikkeling op het oppervlak van de fijn korrelige reaktiemiddelen schijnt daarbij bijzonder gunstig te zijn, omdat men bijzonder vochtig-watergehalte tot 10$ worden voorgesteld - stof inblaast.

Verschillende onderzoeken hebben feitelijk aangetoond, dat 35 de reaktieomstandigheden vooral bij roókgastemperaturen beneden 300°C

an n f 117 -2- zeer moeilijk zijn en dat om goede omzettingen te "hereiken, meerdere maatregelen goed op elkaar moeten worden afgestemd. Daarbij is zowel een voorconditioneren van het afvoergas ter verhoging van het dauwpunt van water alsook een in dwars- en tegenstroom voeren met gelijk-5 tijdige verdamping van water aan het oppervlak van het toegevoegde stof noodzakelijk.

Een dergelijke bijzonder werkzame werkwijze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de stofvormige reaktiematerialen zodanig in een reaktiesysteem met het rookgas in contact worden gebracht, dat 10 bij een in dwars- en tegenstroom voeren van de stofdeeltjes, deze met een vloeistof, bij voorkeur water worden bevochtigd en dat bij het aankomen van de vastestof-waterdeeltjes aan de wanden van de reaktie-systemen, het water volledig vathmpt.

De uitvinding wordt voorts gekenmerkt doordat het insproeien 15 van water in gelijkstroom via ringvormige geplaatste sproeiers boven de uittreedopening geschiedt, waarbij een suspensie-verdampingskoeler voor. de wervelputtenreaktor is geschakeld.

Voorts wordt de uitvinding gekenmerkt doordat in de eerste reaktietrap een suspensie van een mengsel van kalkhydraat met ijzer-20 oxydehoudende aluminiumsilicaten wordt ingebracht.

Alternatief wordt de uitvinding verder gekenmerkt doordat in de eerste reaktietrap uit de wervelputtenreaktor en/of uit het filter afgevoerde stof alleen of gemengd met kalkhydraat en ijzerhoudende aluminiumsilicaten wordt ingebracht.

25 De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toege licht.

De afvoergaszuivering bestaat uit meerdere trappen, waarmee verschillende behandelingsmethoden afhankelijk van de aard van de af-voergassen en het gehalte aan schadelijke stoffen, kunnen worden uitge-30 voerd.

Het ruwe gas. komt via het ruw gaskanaal 1 in de eerste trap 2, waarin het afvoergas door insproeien tegen de rookgasrichting in met een vastestoffensuspensie uit de suspensiehouder 3 wordt voorbehandeld en voorgekoeld. Doel van deze trap is om de temperaturen van he-35 tere afvoergassen met 10-100°C en bepaalde zeer hoge schadelijke stof-waarden in het ruwe gas door binding aan de vastestoffen van de suspensie te verlagen. De nabehandeling vindt dan in de tweede trap plaats, 80 05 13 7 -3- die uit een wervelputtenre akt or b bestaat. Hierin wordt als toevoeging een stofvormig sorptiemiddel met groot oppervlak en grote reaktiviteit uit houder 6 met behulp van de transportinrichting 7 door de uittreed-opening 12 ingeblazen, om de binding van de gasvormige, luchtvreemde 5 stoffen op de vereiste nominale waarde te brengen.

Bij het uittreden van de wolk van toegevoegd stof uit de opening 12 wordt deze uit daarboven gelegen watersproeiers 5 besproeid, die. ringvormig om de stoftoevoerpijp 13 zijn geplaatst, welke pijp weer de dompel- en gasuittreedbuis lU omsluit. Deze besproeiing met water 10 wordt beperkt tot zodanige hoeveelheden, dat de nog aanwezige restwarmte van het afvoergas deze hoeveelheid water volledig kan verdampen. De zich vormende atmosfeer van waterdamp bij het inblazen van stof leidt tot een aanzienlijk verbeterde omzetting en binding van de gasvormige, luchtvreemde stoffen met en aan de stofvormige toevoegingen.

15 De derde trap bestaat dan uit het filter 8, dat het afvoer gas van stof zuivert. Via blaasinrichting 9 wordt het gezuiverde afvoergas in de atmosfeer afgelaten.

Ook wordt in de wervelputtenreaktor H korrelig stof verkregen, dat door middel van de stofafvoersluis 10 naar buiten wordt gebracht, 20 terwijl de grootste hoeveelheid stof als filterstof uit de sluis 11 van het filter 8 wordt verkregen.

De werkzaamheid van de eerste trap 2 en de kosten voor alle toegepaste sorptiemiddelen hangen in beslissende mate af vaneb vaste-stoffen, die als suspensie uit houder 3 worden ingesproeid. Zeer werk-25 zaam zijn mengsels van kalkhydraat met ij zeroxydehoudende aluminiumsilicaten, die op verschillende wijze als afvalprodukten van de industrie worden verkregen. Verschillende vlieggassen uit industrieovens of verhittingsinrichtingen kunnen echter soortgelijke eigenschappen bezitten, zodat deze als suspensie ingeblazen goed voor de voorafgaande 30 sorptie in de eerste trap 2 alleen of voor verbeteren van de schadelijke stoffenbinding met kalkhydraat en/of ijzeroxydehoudende aluminiumsilicaten in houder 3 gesuspendeerd en ingesproeid kunnen worden. In dit geval kunnen zowel het filterstof uit de sluis 11 alsook het reaktorstof uit sluis 10 via een willekeurig transportsysteem 15 aan de suspensie-35 houder 3 worden toegevoerd.

80 05 13 7

Claims (4)

1. Werkwijze voor het door sorptie hinden van gasvormige, luchtvreemde stoffen aan stofvormige toevoegingen in dwars- en tegenstroom hij gelijktijdige verdamping van water, met het kenmerk, dat de 5 stofvormige reaktiematerialen zodanig in een reaktiesysteem (2, U) met het rookgas in contact worden gebracht, dat hij een in dwars- en tegenstroom voeren van de stofdeeltjes, deze met een vloeistof, hij voorkeur water worden bevochtigd en dat hij het aankomen van de vastest of-waterdeeltj es aan de wanden van de reaktiesystemen (2, h) het wa-10 ter volledig verdampt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het insproeien van water plaatsvindt via ringvormig geplaatste sproeiers (5) hoven de uittreedopening (12).

3. Werkwijze volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 'een suspensie-verdasrpingskoeler (2) voor de wervelputtenreaktor.(U) is geschakeld. U. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in de eerste reaktietrap (2) een suspensie van een mengsel van kalkhydraat met ijzeroxydehoudende aluminiumsilicaten wordt 20 ingébracht.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-U, met het kenmerk, dat in de eerste reaktietrap uit de wervelputtenreaktor (U) en/of uit het filter (8) afgevoerde stof alleen of gemengd met kalkhydraat en ijzerhoudende aluminiumsilicaten wordt ingébracht. 25 80 0 5 13 7