NL8003859A - Veiligheidssluiting met buitenkap van metaalplaat. - Google Patents

Description

* P & c ,

LW 3399-101 Ned.dB/LvD

Veiligheidssluiting met buitenkap van metaalplaat.

De uitvinding heeft betrekking op veiligheidssluitingen voor houders, zoals die voor medicijnen, insektenbestrijdingsmiddelen, vergiften en andere mogelijk schadelijke stoffen. In het bijzonder 5 betreft de uitvinding een veiligheidssluiting uit twee delen, die eenvoudig is van constructie, relatief goedkoop te vervaardigen en toch zeer doelmatig voor het beoogde doel.

In de laatste jaren zijn een aantal gevallen bekend geworden waarin kleine kinderen medicijnflesjes en dergelijke houders hebben geopend en 10 de inhoud hebben ingeslikt, waardoor ernstig lichamelijk letsel of de dood zijn veroorzaakt. Daarom is er veel moeite gedaan om sluitingen voor deze houders te ontwikkelen, welke niet gemakkelijk kunnen worden geopend door kleine kinderen, maar anderzijds betrekkelijk makkelijk door volwassenen wel.'kunnen worden geopend.

15 Veel van de veiligheidssluitingen die zijn ontwikkeld voor houders met schroefdraad, maken gebruik van een paar delen, die op de een of andere manier zodanig moeten worden behandeld, dat zij samenwerken bij het openen van de sluiting. Sommige van deze sluitingen vragen het in elkaar grijpen van stellen tanden aan de delen van de sluiting, die 20 in elkaar grijpen bij op elkaar drukken van de delen wanneer het samenstel wordt gedraaid teneinde het van de houder te verwijderen. Deze sluitingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.733.000, 3.924.770 en 3,946.890. Deze sluitingen bestaan in het algemeen uit delen uit kunststof omdat het vrij gemakkelijk is om tanden in kunststof 25 te vormen of te gieten. Het is mogelijk tanden te drukken of te vormen in sluitingdelen van metaal, maar de nauwkeurigheid van de afmetingen, de nauwkeurige vorm en de kleine afmetingen, die cewoonlijk nodig zijn voor deze tanden, maken deze handelingen moeilijk en in het algemeen duur.

Een sluiting met een buitenste deel van metaalplaat heeft echter 30 enkele voordelen. Een dergelijk samenstel kan worden vervaardigd met een kleinere diameter dan een geheel uit kunststof-bestaand samenstel omdat een buitenkap van kunststof een dikker rokdeel nodig heeft dan een metalen buitenkap bij de zelfde vereiste sterkte. Een metalen buitenkap geeft ook voordelen bij het bedrukken ten opzichte van een soortgelijke 35 buitenkap van kunststof. In het algemeen worden de buitenkappen van kunststof, wanneer zij worden bedrukt , bedrukt door een stempelwerkwijze.

Deze methode is in het algemeen niet geschikt voor het drukken van kleine tekens, die toch goed leesbaar moeten zijn, of voor het drukken op een niet-vlak oppervlak, zoals de gebogen rok, vein een in hoofdzaak cilinder- 40 vormige buitenkap.

Q Λ Λ T Q K Q

, I

' ' w - 2 -

Daarentegen kan een metalen buitenkap vóór de vorming ervan worden bedrukt met een offset procédé. Hiermee kunnen kleine nauwkeurige tekens worden afgedrukt op een vlak metalen plano voordat dit wordt vervormd tot de cilindrische buitenkap.

5 Qm de bovengenoemde redenen zou het gunstig zijn als een sluitingsamenstel zou kunnen worden ontwikkeld, dat is voorzien van een metalen buitenkap wanneer daarbij de problemen zouden kunnen worden overwonnen bij het aanbrengen van tanden in een dergelijke buitenkap.

Een dergelijk samenstel is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 10 3,097.756. Volgens fig. 17 tot 30 van dit octrooischrift, kan een veiligheidssluitingssamenstel uit twee delen bestaan,uit een binnenkap met een reeks paltanden en een buitenkap met een reeks naar omlaag uitstekende verende tongen, die zijn uitgestoken van de bovenwand van de kap.

Deze delen zijn echter niet op zichzelf voldoende voor de veiligheids-15 sluiting, daar een gereedschap, bijvoorbeeld een munt moet worden gebruikt voor het vergrendelen van de binnenkap en de buitenkap, teneinde de sluiting van de houder te kunnen verwijderen. Hoewel dus volgens dit octrooischrift het probleem -van het aanbrengen van tanden in een metalen buitenkap is overwonnen, is bij deze sluiting het gebruiken van een 20 gereedschap nodig voor het verwijderen van de sluiting van de houder.

Er bestaat daarom nog behoefte aan een verbeterde veiligheids-sluiting, met metalen buitenkap, waarbij men niet het probleem heeft van het aanbrengen van tanden met kleine afmetingen in metaal en die kan worden gebruikt zonder extra gereedschap.

25 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een veiligheids- sluiting met metalen buitenkap, die kan worden gebruikt voor houders met een schroefdraacLhals. Voor deze sluiting moet het niet nodig zijn kleine nauwkeurige tanden te vormen in de metalen buitenkap. Verder moet voor het bedienen van de houder geen extra gereedschap nodig zijn. De sluiting 30 moet een vrij kleine diameter hebben, en de buitenkap moet kunnen worden bedrukt met kleine tekens, welke goed leesbaar zijn.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een veiligheids-sluiting voor een houder met schroefdraadhals, welke op de hals kan worden geschroefd voor het afdichten van de houder en daarvan kan worden 35 afgeschroefd, teneinde toegang te verkrijgen tot de inhoud van de houder, waarbij deze sluiting bestaat uit een binnenkap met een bovenwand en een afhangende rok, een aantal tanden op de bovenwand en inwendig schroefdraad, voor samenwerking met de schroefdraadhals van de houder; en een buitenkap van dun metaalplaat met een bovenwand met afhangende rok, waarbij een 40 aantal jaloezie-delen in de bovenwand zijn aangebracht, elk bestaande uit 8003859 * ύ Λ . t -3-.

een flensdeel, dat naar omlaag van de bovenwand uitsteekt onder een hoek daarmee, en eindigt in een eindrand die wordt bepaald door een sleuf in de bovenwand, en uit een uit een stuk ermee gevormd steundeel, dat elke zijde van het flensdeel verbindt met de bovenwand tussen de eindrand ervan 5 en de overgang tussen het flensdeel en de bovenwand, welke jaloezie-delen kunnen samenwerken met de tanden van de binnenkap, waarbij de buitenkap is gelegen boven en los is gemonteerd op de binnenkap, zodanig dat een naar omlaag gerichte minimale kracht kan worden uitgeoefend op de buitenkap tijdens het draaien daarvan in de richting voor het sluiten van de sluiting 10 op de houder, voor het doen ingrijpen van de jaloezie-delen van de buitenkap met de tanden van de binnenkap, zodat de sluiting op de houderhals kan worden geschroefd, waarbij een naar omlaag gerichte kracht ook moet worden uitgeoefend og de buitenkap bij het draaien daarvan in de richting voor het verwijderen van de sluiting, voor het doen ingrijpen van de 15 jaloezie-delen van de buitenkap met de temden van de binnenkap, waardoor de sluiting van de houderhals kan worden geschroefd.

Het uitoefenen van een naar omlaag gerichte kracht, kleiner dan de verwijderingskracht, bij het draaien van de buitenkap in de losdraairichting van de sluiting, doet de jaloezie-delen schuiven of slippen over 20 de tanden van de binnenkap, zodat niet de noodzakelijke samenwerking ontstaat tussen de buitenkap en de binnenkap, welke nodig is om de binnenkap te draaien. De sluiting kan dus niet van de houder worden verwijderd tehsij een voldoende, naar omlaag gerichte verwijderingskracht wordt uitgeoefend op de buitenkap, terwijl deze in de losdraairichting wordt 25 gedraaid.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de sluiting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de veiligheidssluiting, 30 aangebracht op een houder.

Fig. 2 is een doorsnede door de houder van fig. 1.

Fig. 3 is een aanzicht op de onderzijde of binnenzijde van de buitenkap van de sluiting,

Fig. 4 is een aanzicht in perspectief van een der jaloezie-delen 35 van de buitenkap.

Fig. 5 is een aanzicht op de buitenzijde van de binnenkap.

Fig. 6 is een doorsnede van de ingrijping tussen een jaloezie-deel van de buitenkap met een tand van de binnenkap tijdens het draaien van de buitenkap in de sluitrichting.

40 Fig. 7 is een doorsnede van de ingrijping tussen een jaloezie-deel

fi η η- a * Q

- 4 - van de buitenkap en een tand van de binnenkap bij het draaien van de buitenkap in de openingsrichting.

De in fig. 1 en 2 weergegeven veiligheidssluiting 10 kan worden aangebracht op een houder 12, welke een schroefdraadhals heeft 5 en representatief is voor de gebruikelijke medicijnflesjes. De sluiting 10 heeft een buitenkap 14 van dun metaalplaat. Deze buitenkap heeft een bovenwand 16 en een rondom neerhangende rok 18.

ZOals blijkt uit fig. 2 en 3 heeft de rok 18 een radiaal naar binnen gerichte vasthoudrand 22 voor het houden van de binnenkap 32 (fig. 2 en 5) 10 binnen de buitenkap. De bovenwand 16 van de buitenkap 14 heeft een aantal jaloezie-delen 20, die bij voorkeur volgens een cirkel zijn geplaatst (zie fig. 1 en 3). Een aanzicht in perspectief van een van de jaloezie-delen 20 is weergegeven in fig. 4. Elk jaloezie-deel heeft een flens-deel 28, dat onder een hoek van de bovenwand 16 naar omlaag steekt en dat 15 eindigt in een eindrand 24, die wordt bepaald door een sleuf 44 (zie fig. 6 en 7)in de bovenwand. Elk jaloezie-deel heeft ook uit een stuk er mee gevormde steundelen 30, welke elke zijkant van het flens-deel 28 verbinden met de bovenwand 16 tussen de eindrand 24 en de overgang 26 tussen .i het flensdeel en de bovenwand.

20 Fig. 2 en 5 tonen de binnenkap 32 van het sluitingssamenstel 10.

De kap 32 heeft een bovenwand 34 met een rondgaande, naar omlaag uitstekende rok 36. Verder heeft de kap bij voorkeur een afdichtvoering 35 voor afdichting met de mond van de houder 12, en inwendige schroefdraad 37 voor samenwerking met de schroefdraad van de houderhals. De bovenwand van 25 de kap 32 heeft verder een aantal tanden 38, welke bij voorkeur volgens een cirkel zijn geplaatst. De kap 32 kan worden geplaatst binnen de buitenkap 14 en wordt daarin vastgehouden door de rand 22. De rok 36 van de binnenkap 32 is iets korter dan de rok 18 van de buitenkap, zodat beperkte axiale verplaatsingen mogelijk zijn tussen de binnenkap en de 30 buitenkap. De jaloezie-delen 20 van de buitenkap 14 kunnen samenwerken met de tanden 38 van de binnenkap 32. Daar echter de binnenkap los binnen de buitenkap is gemonteerd kan de buitenkap vrij worden geroteerd ten opzichte van de binnenkap, wanneer de sluitingdelen axiaaal van elkaar af zijn geplaatst.

35 Fig. 6 toont de samenwerking tussen de jaloeziedelen van de buitenkap en de tanden van de binnenkap wanneer een minimale kracht wordt uitgeoefend naar omlaag op de buitenkap tijdens het draaien daarvan in de sluitrichting. De invloed van de zwaartekracht op de buitenkap is voldoende om de jaloeziedelen en de tanden in ingrijping met elkaar te 40 brengen volgens figuur 6. Wanneer deze minimale kracht wordt uitgeoefend 8003859 'te - 5 - en de buitenkap in de sluitrichting wordt geroteerd, kanen de eindranden 24 van de jaloezie-delen 20 aan tegen de tanden 38 volgens fig. 6,

Bij voorkeur zijn deze tanden in hoofdzaak trapeziumvormig in doorsnede, waarbij het bovenvlak 40 van elke tand in hoofdzaak evenwijdig is aan het 5 vlak van de bovenwand 34 van de binnenkap. Deze trapeziumvorm geeft sterkte aan de tanden en belet het afschuiven van de tanden door de jaloezie-delen van de buitenkap. In de voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 6 staat de zijkant 46 van de tand-doorsnede in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de bovenwand 34 en helt de zijkant 42 onder een hoek van 10 ongeveer 55 graden met dat vlak.

Daar de zijkant 46 in hoofdzaak loodrecht staat op het vlak van J derbovenwand 34, kan de eindrand 24 van het jaloezie-deel 20 gemakkelijk voldoende daarmee in aanraking komen, wanneer de naar omlaag gerichte minimale kracht wordt uitgeoefend voor het op de houderhals schroeven van 15 de sluiting.

Fig. 7 toont de ingrijping tussen een jaloezie-deel van de buitenkap en een tand van de binnenkap bij rotatie van de buitenkap in de openingsrichting van de sluiting. Het uitoefenen van een omlaag gerichte kracht op de buitenkap bij het draaien daarvan in de openingsrichting 20 geeft een effect dat afhangt van de grootte van de uitgeoefende kracht. Wanneer de kracht groot genoeg is, oefenen de flensdelen 28 van de jaloezie-delen 20 een nok-werking uit tegen de zijkanten 42 van de tanden 38 en wordt bij het draaien van de buitenkap de sluiting van de houderhals geschroefd. Als daarentegen een onvoldoende kracht wordt uitgeoefend, schui-25 ven of slippen de flensdelen 28 langs de zijkanten 42 en over de bovenvlakken 40. Deze schuifbeweging gaat natuurlijk gepaard met een axiale verplaatsing van de buitenkap ten opzichte van de binnenkap terwijl de flensdelen 28 langs de hellende vlakken van de zijkanten 42 naar omhoog schuiven. Het verschil in lengte tussen de rok 36 van de binnenkap 32 30 en de rok 18 van de buitenkap 14 laat deze axiale verplaatsing toe bij het schuiven van de opvolgende jaloezie-delen 20 van de buitenkap 14 over de opvolgende tanden 38 van de binnenkap 32, zonder dat een draaibe-weging op de binnenkap wordt uitgeoefend.

De grootte van de verwijderingskracht, die nodig is om de 35 noodzakelijke nokwerking te geven voor een draaibeweging van de binnenkap bij rotatie van de buitenkap in de openingsrichting van de sluiting, hangt af van de materialen waarvan de sluiting is vervaardigd, en van de hellings-hoek van de zijkanten 42 van de tanden 38 van de binnenkap.

Voor het verkrijgen van een doelmatige veiligheidssluiting, die niet door 40 kleine kinderen kan worden geopend, is gebleken, dat het gewenst is wanneer - 6 - een omlaag gerichte verwijderingskracht moet worden uitgeoefend van ten minste 22 N. Teneinde te verzekeren dat de sluiting voor de meeste volwassenen wel kan worden geopend is het gebleken gewenst te zijn de verwijderingskracht te beperken tot 35,6 N of minder.

5 Een uitgevoerd voorbeeld van de sluiting volgens de uitvinding heeft een binnenkap van polypropyleen en een buitenkap van plaat van de aluminiumlegering CH14-H19 met een dikte van 2,28 mm. Een verwijderings-kracht van 28,9 N werd gekozen als optimaal voor de sluiting. Voor het verkrijgen van deze sluitkracht werd berekend dat de hellingshoek van de 10 zijkanten 42 van de tanden van de binnenkap ongeveer 55 graden moest bedragen. Voor voldoende sterkte van de tanden werd de binnenkap vervaardigd met een breedte van het bovenvak van de tanden van 0,5 mm. Het bleek dat deze sluiting de gewenste veiligheidseigenschappen had en kon dienen als doelmatige sluiting, welke vrij gemakkelijk kon worden geopend door 15 volwassenen.

8003859

Claims (6)

1. Veiligheidssluiting voor een houder met schroefdraadhals, welke sluiting op de hals kan worden geschroefd voor afdichting van de houder en kan worden losgeschroefd teneinde toegang te verkrijgen tot de inhoud van de houder, welke sluiting bestaat uit een paar samenwerkende 5 houderdelen, gekenmerkt door een binnenkap met een bovenwand met rondgaande afhangende rok, een aantal tanden op de bovenwand en inwendige schroefdraad voor samenwerking met de schroefdraadhals van de houder; door een buitenkap van dun metaalplaat met een bovenwand met rondgaande afhangende rok, een aantal jaloezie-delen in de bovenwand, elk bestaande 10 uit een felnsdeel, dat onder een hoek naar omlaag steekt van de bovenwand en eindigt in een eindrand, welke wordt bepaald door een sleuf in de bovenwand, en een een stuk met het flensdeel vormend steundeel aan elke zijde van het flensdeel als verbinding met de bovenwand tussen de eindrand en de overgang tussen het flensdeel en de bovenwand, welke jaloezie-delen 15 kunnen samenwerken met de tanden van de binnenkap; waarbij de buitenkap is gelegen boven en los is gemonteerd op de binnenkap, zodanig dat een'naar omlaag gerichte minimale kracht kan worden uitgeoefend op de buitenkap bij het draaien daarvan in de sluitrichting van de sluiting, waardoor de jaloezie-delen van de buitenkap in ingrijping komen met de tanden van 20 de binnenkap en daardoor de sluiting op de houder kan worden geschroefd, terwijl een naar omlaag gerichte verwijderingskracht moet worden uitgeoefend op de buitenkap bij het draaien daarvan in de openingsrichting van de sluiting voor ingrijping tussen de jaloezie-delen van de buitenkap en de tanden van de binnenkap, voor het losdraaien van de sluiting van de houder.

2. Sluiting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de tanden van de binnenkap en de jaioeziedelen van de buitenkap volgens cirkels zijn geplaatst.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tanden van de binnenkap elk in hoofdzaak trapeziumvormig van dwarsdoorsnede zijn, 30 waarbij het· bovenvlak van elke tand in hoofdzaak evenwijdig is aan het vlak van de bovenwand van de binnenkap.

4. SLuiting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bovenvlak van elke tand een breedte heeft van ongeveer 0,5 mm.

5. Sluiting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat een 35 van de zijden van de tanden niet evenwijdig zijn, waarbij een zijde in hoofdzaak loodrecht staat op het vlak van de bovenwand van de binnenkap en de andere zijde helt onder een hoek van ongeveer 55 graden met het vlak van de bovenwand. 8003859 - 8

- 6.Sluiting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenkap bestaat uit de aluminiumlegering CH14-H19. 8003859