NL8001870A - Alarminstallatie. - Google Patents

Description

* VO 0337

Alarminstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een zender voor een alarmconditie en is ingericht om automatisch telefoonnummers samen te stellen en de ontvangen berichten automatisch te verzenden via het gemeenschappelijke telefoonnet vanaf de 5 plaats van bewaking waar de zender zich bevindt naar de door de automatisch door de zender opgeroepen plaats.

In een dergelijke zender worden de berichten die uitgezonden zijn ten tijde van een alarmconditie, in de vorm van de menselijke spraak geregistreerd op een magnetische band.

10 Sen dergelijke inrichting heeft het nadeel, dat voor het aan drijven van de band een mechanische aandrijving noodzakelijk is, waardoor tijdvertraging ontstaat en wil men toch een goede bruikbaarheid hebben van een dergelijke inrichting, dan nemen de kosten aanzienlijk toe. Met een dergelijke inrich-15 ting bestaat geen schrijfspoor van de alarmconditie, tenzij de opgeroepen bedienaar een met de hand geschreven afschrift maakt,

Men kent eveneens een zender waar het bericht wordt ge-’ codeerd in de vorm van een pulstrein met de frequentie van de 20 spraak, waarbij het dan noodzakelijk is om aan de opgeroepen zijde te beschikken over een decodeerapparaat, zodat het stelsel gecompliceerd en kostbaar wordt.

Dij één van de bekende zenders brengt het eerste programma of het wijzigen van de telefoonnummers met zich mee, en de 25 noodzaak het programma in een dood geheugen aan te brengen, of in een optische of magnetische ondersteuning, of in een codering met behulp van "strappes"; de werking van het programma is dus log, kostbaar en vereist een zeer specifiek apparaat voor de programmering.

30 De automatische zender volgens de uitvinding ondervangt deze bezwaren. Met deze zender is het mogelijk het bericht uit te zenden in geval van alarm en deze in klare taal over te dragen aan een standaardverreschrijver, die met een telefoon is verbonden via een standaard modulator-demodulator (MODEM). 35 Het uitgezonden bericht omvat niet alleen de oorspronkelijke 8001870 - 2 - oproep maar eveneens andere informatie die van belang kan zijn voor de opgeroepene: juistheid van de bron die de alarm veroorzaakt, de tijd verlopen sedert het optreden van het alarm, etc.

5 In de zender volgens de uitvinding wordt voor elke zen der op de juiste wijze de parameters aangebraoht (b.v. telefoonnummer van de opgeroepene, de oorsprong van de oproep, de wachttijd voor het uitschakelen van een locaal alarm De zender wordt daarbij op de gewenste plaats aangebracht en 10 staat via het openbare telefoonnet in verbinding met een telex met toetsenbord, die geplaatst is op de bewakingsplaats. Uit een dergelijke opstelling volgt, dat met dezelfde apparatuur: telex met toetsenbord en MODEM, de bewaker gelijktijdig een alarmbericht kan ontvangen en de nieuw geïnstalleerde zen-15 ders te programmeren of, wanneer dit noodzakelijk is de para meters van de geïnstalleerde zenders te modificeren. Een dergelijke gang van zaken vereenvoudigt de programmeringsprocedu-re en vermindert de kosten.

De zender volgens de uitvinding kan werken volgens twee 20 verschillende oycli. De algoritmes van twee cycli zijn opge slagen in een monolithisch dood geheugen en worden uitgevoerd in een monolithische microverwerkingsinrichting, De eerste cyclus is de alarmcyclus begint op het moment van de fysieke aanwezigheid van een alarmconditie (b.v, onderbreking van een 25 draad waardoorheen een stroom vloeit). De zender controleert dan dat zijn "niet-vluchtige" geheugen waar de uitvoerende parameters zijn geregistreerd, goed geprogrammeerd is; deze controle is mogelijk dankzij de redundante woorden, ingeschreven in het geheugen aan de uitgang van de programmeercyclus (zie 30 onderstaand). Indien het "niet-vluchtige" geheugen niet op de juiste wijze wordt ingesteld, (foutief werkende zender) schakelt deze een locaal alarm uit indien de te bewaken plaats bezet is. Onder deze condities geeft de zender geen telefoonnummer door aan de opgeroepene. Indien het geheugen op de juiste 35 wijze werkt, zal de zender telefoonnummers oproepen die in 8001870 - 3 - het geheugen zijn geregistreerd. Zodra een opgeroepene wordt losgehaakt, identificeert de zender de draaggolffrequentie van de MODEM aan het andere einde van de draad en zendt het gemoduleerde bericht conform de normen van de MODEM uit. Ver-5 volgens wacht de zender op een kwijting, die overeenkomt met een druk op één van de toetsen van het toetsenbord van de opgeroepene; wanneer de kwijting ontvangen is, zal de zender zijn alarmcyclus eindigen. Indien de opgeroepene niet antwoordt of indien de zender geen kwijting van zijn bericht 10 heeft gekregen, roept hij andere oproepplaatsen op, die voor komen op de lijst van telefoonnummers in zijn geheugen.

Als in de geprogrammeerde tijd ten tijde van een program-meercyclus (zie onderstaand), de zender nog steeds geen antwoord of kwijting heeft ontvangen, verbreekt hij een locaal 15 alarm indien de te bewaken plaats bezet is en zal vervolgens achter elkaar-de programma's afwerken tot een kwijting is verkregen of totdat de duur van de totale geprogrammeerde actie- r tijd is verstreken, binnen de tijd van een programmeercyclus.

De tweede cyclus waarop de zender volgens de uitvinding 20 kan werken is de programmacyclus; deze cyclus begint na het met de hand indrukken van een toets van de zender om het gewenste programma aan te geven. De zender neemt dan een telefoonlijn en praat met de opgeroepene aan de andere kant van de lijn, en wel door tussenkomst van de telex met toetsenbord 25 en van de MODEM; het dialoog is in de vorm van vragen opge steld door de zender, dat weergegeven wordt op de telex van de bedienaar. De door de bedienaar op zijn toetsenbord aangeslagen antwoorden worden in het geheugen van de zender geanalyseerd en opgeslagen. In geval van een syntactische of seman-50 tische fout, aangeslagen door de bedienaar, herhaalt de zender zijn vragen, totdat het juiste antwoord is ontvangen. De pro-grammeercyclus eindigt, wanneer de verzameling van parameters op de juiste wijze is afgegeven aan de zender, waarbij deze zender wacht op een bepaald commando, aangeslagen door de be-35 dienaar, teneinde aan te geven, dat de afhaking tot stand is 8001870 t ' - 4 - getracht. Hij voegt dan de redundante woorden toe in zijn geheugen ten tijde van een alarmcyclus (zie hierboven) en leidt vervolgens af, dat het geheugen op de juiste wijze geprogrammeerd is, waarna de cyclus eindigt,Opgemerkt wordt, dat de 5 ' programmeercyclus zich onbepaald kan herhalen en wel elke keer als het noodzakelijk is wijzigingen aan te brengen voor het geheel of een deel van de parameters van de zender,

Be uitvinding zal onderstaand aan de hand van een uitvoe-ringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening nader wor-10 den uiteengezet,

In de tekening is een verwerkingsinrichting 3 aangegeven van het type 6802 van Motorola, voorzien van een levend geheugen 5 met 128 octets. Het programma, uitgevoerd door de ver-werkingsinrichting, wordt geregistreerd in het dode geheugen 15 4 van het type 2716 van de firma Intel, waarvan de capaciteit 2048 octets is, Be decodeerinrichting 6, van het type 74 LS-138 ontvangt van meer gewicht zijnde adressen van de verwerkings inrichting en wekt geselecteerde signalen op, ten behoeve van de ketens 4, 7» 8 en 9. De vermenigvuldiger 9» van het 20 type 4512, vermenigvuldigt één van de ingangssignalen 21-27, geselecteerd door de drie bits van de adresbus 31> met de bit van de van de meer van gewicht zijnde adressen van de informa-tiebus 30. Het uitgangsregister van het type 74 LS-259 bestaat uit acht registers van elk één bit en adresseert individueel; 25 4e geladen bit van een minder van gewicht zijnd adres wordt toegevoerd aan het adres, gegeven door de drie andere bits van de adresbus 31. Het "niet-vluchtige" geheugen 8, van het type 5101, met een CMOS-technologie, wordt niet alleen geselecteerd door de decodeerinrichting 6, maar eveneens door het 30 uitgangsregister 40 via de integrator 15.

In rust is er een potentiaal op de potentiaallijn 2, zodat alleen het geheugen 8 én de poort 10 van het type 4078 onder spanning staan, daar deze worden gevoed door de batterij 12. In deze conditie is het opgenomen vermogen van de zender 35 te verwaarlozen.

8001870 -v.

- 5 -

Zodra één van de ingangslijnen 21-27 in actieve toestand geraakt, wordt het relais 11 'bekrachtigd door de poort 10 die er voor zorgt dat de spanning over de lijn 2 wordt toegevoerd aan de betrokken elementen van de inrichting op het potenti-5 aal 7 van de batterij. De verwerkingsinrichting 3 voert over eenkomstig het programma van het geheugen 4 na elkaar de bewerkingen uit, die in het geheugen 4 zijn geprogrammeerd en wekt op het uitgangsregister 41 een signaal op, teneinde de voeding van de batterij 12 naar de diverse componenten te 10 blokkeren,

De verwerkingsinrichting 3 benut het uitgangsregister 44 voor het bedienen van het relais 14 voor het afhaken, het samenstellen van de telefoonnummers en het inhaken van de telefoonlijn. Het uitgangsregister 43 zorgt ervoor dat de verwer-15 kingsinrichting de modulatie door de frequentiesprong conform de normen van de P.T.T. rechtstreeks verzendt; het filter 19 is een actief laag doorlaatfilter en zorgt voor de onderdrukking van de componenten van de hoge draaggolffrequentie in het rechthoekige signaal op het niveau van het register 43* 20 Het herhalen van de uitgang 42 zorgt ervoor, dat de verwer kingsinrichting 5 bet locale alarm activeert indien een dergelijke inrichting verbonden is met het register 42. Het vocale signaal, dat de informatie draagt met betrekking tot de verschillende telefoontoonaarden enerzijds, en de algemene modu-25 latie door de MODEM aan het andere einde van de telefoonlijn anderzijds, wordt in de operationele versterker 18 van het type 2M324 versterkt tot verzadiging en wordt daarna via de onderbrekingsingang 100 toegevoerd aan de verwerkingsinrichting 3* Deze opstelling maakt de meting van de geprogrammeer-30 de frequentie door een logische filtering mogelijk. De in gangsli jn 21', die verbonden is met de vermenigvuldiger 9» geeft in de verwerkingsinrichting 3 aan, wanneer deze actief is, waarbij dan de gevraagde cyclus een programmeercyclus is en niet een alarm. Indien daarentegen één van de lijnen 22-27 35 actief is, voert de verwerkingsinrichting 3 een alarmcyclus 800 1 8 70 - 6 - uit en, volgens de actieve lijn 22-27, zendt hij een overeenkomstig "bericht uit (b.v. brand op lijn 22, diefstal op lijn 23, etc.....). De verwerkingsinrichting berekent de tijd, verlopen sinds het uitvoeren van een programma en de duur van 5 de machinecyclus zoals gegeven op zijn kwartshorloge 16.

Aan het einde van de programmeercyclus of alarm, stelt de verwerkingsinrichting 3 zich buiten werking door zijn spanningstoevoer te blokkeren, dat wil zeggen door het relais 11 te bedienen onder inwerking van het register 41. Alvorens 10 het register 41 in werking treedt is het voldoende, dat de verwerkingsinrichting niet het geheugen 8 zal kiezen door aan het register 40 een signaal toe te voeren teneinde het geheugen 8 te beschermen tegen een foutief schrift, dat bij toeval opgewekt zou kunnen worden wanneer geen spanning aanwezig is. 15 De integrator 15 zorgt voor het niet-seleoteren van het geheugen 8, gedurende de terugspringingen, die kunnen ontstaan op de lijn 40, wanneer wel of geen spanning aanwezig is.

Hierboven is slechts een uitvoeringsvoorbeeld gegeven.

Het is duidelijk dat zonder buiten het kader van de uitvinding 20 te geraken wijzigingen kunnen worden aangebracht.

De automatische telefoonzender volgens de uitvinding kan worden toegepast in die gevallen wanneer men één of meer opge-roepenen heeft ten tijde van het optreden van een bijzondere conditie in de plaats waar de zender zich bevindt. De toepas-25 sing is zeer nuttig voor alle toepassingen waar men deze zen der geschikt wil maken aan specifieke condities op verschillende te bewaken plaatsen of dat men de parameters van de functie van de geïnstalleerde zender wenst te wijzigen, welke wijzigingen met zeer geringe kosten aangebracht kunnen worden.

8001870

Claims (9)

1. Telefonische alarmzender, geschikt om automatisch telefoonnummers samen te stellen als gevolg van een alarmtoestand, gekenmerkt door een zender voor het uitzenden van gecodeerde berichten volgens de normen van een modulatie-inrichting van 5 het gemeenschappelijke telefoonnet, teneinde automatisch het bericht in klare taal uit te sturen naar de telex van de opge-roepene, mits deze voorzien is van een telex en een MODEM-standaard.

2. Zender volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 modulatiefunctie geprogrammeerd is in een monolithisch geheu gen, waarbij een verwerkingsinrichting de code uitvoert.

3. Zender volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de zendsnelheid van het bericht door de zender zowel 110 bits/-seconde als 300 bits/seconde kan zijn.

4. Zender volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een middel omvat voor het herkennen van de frequentie van de toestand "Space" welke frequentie opgewekt wordt door een modulator voor een kwijting van een ontvangen bericht.

5. Zender volgens conclusie 4» net het kenmerk, dat de de- 20 tectie van de frequentie van de toestand "Space" opgewekt door de modulator wordt beveiligd door een logisch dood geheugen.

6. Zender volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een levend monolithisch geheugen van het type

25 CMOS, en niet voor functieparameters bij elke toepassing uit gewist wordt.

7. Zender volgens conclusies 1 en 6, met het kenmerk, dat deze voorzien is van een middel, die door middel van een telefoon zijn geheugen kan programmeren en het uitgezonden sig- 30 naai kan demoduleren door een MODEM aan het andere einde van de telefoonlijn.

8. Zender volgens conclusie 7> met het kenmerk, dat de de-modulatiefunctie wordt beveiligd door een logisch dood geheugen, dat wordt uitgevoerd door een verwerkingsinrichting. 30 0 1 6 75 - 8 -

9. Zender volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze de verschillende toonaarden herkent, die noodzakelijk zijn bij het samenstellen van de telefoonnummers en aan het etablissement van een oommunicatietelefoon danzij een logisch 5 dood geheugen dat wordt uitgevoerd door een verwerkingsinrich ting. 8001870