NL8001585A - Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien. - Google Patents

Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien. Download PDF

Info

Publication number
NL8001585A
NL8001585A NL8001585A NL8001585A NL8001585A NL 8001585 A NL8001585 A NL 8001585A NL 8001585 A NL8001585 A NL 8001585A NL 8001585 A NL8001585 A NL 8001585A NL 8001585 A NL8001585 A NL 8001585A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ram
shear blade
shearing
bore
sealing
Prior art date
Application number
NL8001585A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hydril Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hydril Co filed Critical Hydril Co
Publication of NL8001585A publication Critical patent/NL8001585A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B33/00Sealing or packing boreholes or wells
    • E21B33/02Surface sealing or packing
    • E21B33/03Well heads; Setting-up thereof
    • E21B33/06Blow-out preventers, i.e. apparatus closing around a drill pipe, e.g. annular blow-out preventers
    • E21B33/061Ram-type blow-out preventers, e.g. with pivoting rams
    • E21B33/062Ram-type blow-out preventers, e.g. with pivoting rams with sliding rams
    • E21B33/063Ram-type blow-out preventers, e.g. with pivoting rams with sliding rams for shearing drill pipes
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B29/00Cutting or destroying pipes, packers, plugs or wire lines, located in boreholes or wells, e.g. cutting of damaged pipes, of windows; Deforming of pipes in boreholes or wells; Reconditioning of well casings while in the ground
    • E21B29/08Cutting or deforming pipes to control fluid flow

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Shearing Machines (AREA)
  • Scissors And Nippers (AREA)

Description

t. -· * -1- 21224/CV/ts * i
Aanvrager: Hydril Company, Houston, Texas, Verenigde Staten van Amerika.
Korte aanduiding: Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien.
De uitvinding heeft betrekking op afschuif- en afsluitrammen bestemd 5 voor inrichtingen voor het tegengaan van spuien.
Bekende pijpafschuiframmen voor het afschuiven van boorstrengen of boorpijpen, zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooien 2.919.111, 2.969.838, 3.561.526, 3-590.920 en 3-766.978. Er bestaat hier echter de vraag of afgesneden einden van pijpen of resten, die resulteren 10 uit het afschuiven de afsluitwerking bij deze afschuiframmen zal hinderen.
Bij de constructie volgens de Amerikaanse octrooien 3.736.982, 3.817.326 en 3.946.806 wordt gebruik gemaakt van een afdichtelement, dat is aangebracht op een van de beide afschuiframmen in het afschuifvlak om af te dichten tussen de twee rammen indien deze gesloten zijn. In aanvulling 15 op de afschuif- en afsluithandelingen is het vaak noodzakelijk deze rammen te gebruiken als blinde” rammen teneinde de boring af te dichten zonder enige pijp af te schuiven. Hierbij bestaat de zorg, dat het afdichtelement tussen de rammen kan extruderen voorbij het ramoppervlak na· verschillende "blinde” sluitingen. Indien dan de noodzaak zou ontstaan om een boorpijp af 20 te schuiven zal het afdichtelement aan beschadiging door de afgeschoven boorpijp bloot staan. Verder werd het afdichtelement tussen de bladen bekrachtigd door zijdelingse beweging van elastomeer. Tengevolge van wrij-vingskrachten werd de afdichtdruk op het elastomeer naar het hart van het afdichtelement verminderd ten opzichte van die bij de buitenste gedeelten.
25 In de constructie volgens het Amerikaanse octrooi 3-736.982 werd een zijdelings afdichtelement tussen de twee afschuiframoppervlakken bekrachtigd indien een ramblok van een bovenste ram van de twee rammen in contact kwam met de onderste ram. Indien echter een boorpijp in contact komt met het ramblok tijdens de afschuiving, vond bekrachtiging van de af-30 schuivingen plaats. Het zijdelingse afdichtelement kon dus worden bewogen in een stand, waarin het was onderworpen aan beschadiging door de afgeschoven boorpijp. Verder was het zijdelingse afdichtelement begrensd in afmeting tot een kleine zijdelingse reservoirsleuf in een ram en indien de beschadiging door de afgeschoven pijp groot was, zou er onvoldoende elastomeer aan-35 wezig zijn in het reservoir om een afdichting tussen de twee rammen te bewerkstelligen.
De onderhavige uitvinding voorziet in nieuwe en verbeterde rammen voor inrichtingen voor het tegengaan van spuien voor het afschuiven van « η n 1 *ï « r -2- 21224/CV/ts boorstrengen of putpijpen of andere voorwerpen in de boring van een inrichting voor het tegengaan van spuien en voor het afdichten van de boring.
De rammen kunnen ook worden gebruikt als blinde rammen voor het afdichten van de boring in de afwezigheid van voorwerpen in de boring.
5 De afdichtram wordt gebruikt voorfhet afdichten van de boring in samenhang met een verdere ram en . omvat een dragerblok voor het bewegen van een afschuifblad naar en van de boring en een afdichtorgaan met een onderste afdichtgedeelte, dat naar beneden beweegt voor het afdichten met de andere ram. Een bovenste persorgaan van het afdichtorgaan reageert op beweging 10 tussen de twee rammen om het onderste afdichtgedeelte naar beneden te dringen. De twee delen van het afdichtorgaan zijn van elkaar gescheiden door een dwars-verlopende scheidingssleuf, welke vlakke contactoppervlakken tussen deze delen van het afdichtorgaan vormt. De scheidingssleuf maakt het mogelijk dwarsstroming van het materiaal van het persorgaan in reactie op 15 relatieve beweging tussen de rammen om te zetten in een neerwaardsb’. stroming van het materiaal van het afdichtgedeelte van het afdichtorgaan.
De rammen volgens de uitvinding vormen ook een nieuwe en verbeterde constructie voor het aanbrengen van het afschuifblad aan het draagblok voor het weerstaan van krachten, die daarop worden aangebracht tijdens het af-20 schuiven en welke het afschuifblad uit lijn kunnen brengen of beschadigen en de doelmatigheid van het afschuiven nadelig kunnen beïnvloeden.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede over een inrichting voor het tegen-25 gaan van spuien met afschuif- en afdichtrammen volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een deel van de in fig. 1 afgebeelden rammen in bovenaanzicht en weergegeven in de stand voor het afschuiven van een voorwerp.
Fig. 3 toont een dwarsdoorsnede over de in;fig. 2 afgebeelde rammen.
30 Fig. 4 toont in bovenaanzicht een deel van de in fig. 1 afgebeelde rammen in de stand voor het afdichten van een putboring volgend op het afschuiven van een voorwerp.
Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede over in fig. 4 weergegeven rammen.
Fig. 6 toont een dwarsdoorsnede over één van de in fig. 1 afge-35 beelde afschuif- en afdichtrammen.
Fig. 6A toont een vooraanzicht op de in fig. 6 weergegeven ram.
Fig. 7 toont schematisch de stroming van elastomeer bij het vormen van een afdichting in de rammen volgens de uitvinding.
800 1 5 85 -3- 21224/CV/jl S 1
Fig. 8 toont een dwarsdoorsnede over delen van de in fig. 6 weergegeven rammen.
De inrichting B voor het tegengaan van spuien heeft een boring 10, die is aangebracht door een lichaam 12 voor het doorvoeren van een in 5 een punt in te brengen voorwerp T, welk voorwerp kan worden gevormd door een putbuis, putgereedschappen of dergelijke voorwerpen, die algemeen gebruikelijk zijn voor het bedrijven van boorputten en dergelijke.
'De inrichting B is zodanig vervaardigd, dat deze is opgesteld in een stapel inrichtingen voor het tegengaan van spuien of in een streng TO van een puntmantel of pijp op een of andere geschikte wijze, zoals aan vaklui op dit gebied duidelijk zal zijn. Zoals nader hieronder zal worden uiteengezet, is het met de inrichting voor het tegengaan van spuien volgens de huidige uitvinding mogelijk om de boring 10 van de put af te dichten zonder dat het vereist is het voorwerp T te verwijderen door het 15 voorwerp T af te schuiven en daarna de putboring af te dichten over de oppervlakken waarlangs de afschuiving van het voorwerp T plaats vindt.
De inrichting B voor het tegengaan van spuien omvat een afschuif-en afdichtram S, welke in samenwerking met een afschuifram R het voorwerp T in de boring 10 afschuift. Zoals Verder hieronder zal worden uiteen-20 gezet, dicht daarna de afdichtconstructie op de ram S de boring 10 tussen de rammen R en S af tegen de putdrukken. De ram S en de ram R zijn ook aangepast voor het afdichten van de bering 10 zonder afschuiving indien er geen voorwerp 'in de boring 10 aanwezig is.
De ram S is aangebracht in een uitsparing 14, die is gevormd in 25 een op het lichaam 12 aangebrachte kap 16. De uitsparing 14 is in lijn gelegen met een opening 18 in het lichaam 12 dwars op de boring 10, zodat de ram S dwars in de boring 10 kan bewegen voor het afschuiven van het voorwerp T in samenwerking met de ram R.
Op soortgelijke wijze is de ram R aangebracht in een uitsparing 20, 30 die is gevormd in een kap 22, welke aan de van de kap 16 afgekeerde zijde op het lichaam 12 is aangebracht. De uitsparing 20 is in lijn gelegen met een opening 24 in het lichaam 12 en dwars op de boring 10 en in ' 'lijn met de uitsparing 14 en de opening 18, zodat de ram R dwars in de boring 10 kan bewegen en het voorwerp T in samenwerking met de ram S kan 35 afschuiven.
De ram S en de ram R zijn ieder aangebracht op een binneneinde 26 van een zuigerstang 28 van een draagzuiger 30. De draagzuigers 30 van de rammen zijn ieeferaangebracht in een steunhuls 32 binnen een rameylinder 3^.
-4- 21224/CV/jl
Onder druk staand fluïdum kan aan de ramcylinders 34 worden toege-woerd via gebruikelijke fluïdumleidingen, die hetzij in het lichaam 12 zijn gevormd of zijn uitgevoerd als afzonderlijke fluïdumleidingen met inlaten in de cylinders 34. Voor het sluiten bedoeld fluïdum wordt onder druk 5 ingebracht in de cylinder 34 om in te werken op een achtervlak 30a van iedere zuiger 30 zodanig dat de rammen S en R in de bering 10 naar binnen worden bewogen voor het afschuiven van het voorwerp T en het daarna afdichten van de boring 10. Onder druk staand fluïdum voor het openen wordt in de cylinders 34 toegevoerd, zodanig dat dit fluïdum inwerkt op de 10 voorvlakken 30b van de zuigers 30, ten einde zo de rammen S en R uit de boring 10 naar buiten te bewegen voor het openen van de boring 10 indien dit gewenst mocht zijn. Geschikte afdichtingen zijn in de cylinders 34 aangebracht, zoals bij de zuigers, ter voorkoming van lekkage van dit onder druk staande fluïdum tussen de vlakken 30a en 30b van de zuigers 30 15 en andere lekkage, zoals duidelijk zal zijn aan vaklui op dit gebied.
Ieder van de zuigers 30 is voorzien van een staartas 36, welke zich naar buiten toe uitstrekt in een opening .38 van een eindcylinder 39, die is aangebracht op de cylinder 34. De assen 36 bewegen ten opzichte van de openingen 38 aan de cylinders 39 tijdens de beweging van de rammen S en R 20 in <ie inrichting B naar binnen en naar buiten. De inrichtingr. B kan ook zijn voorzien van geschikte automatische of met de hand te bedienen hendel-organen, zoals aan vaklui op dit gebied van de techniek duidelijk zal zijn, maar welke terwille van de overzichtelijkheid in de figuren niet zijn weergegeven.
25 In de figuren 3 en 5 zijn de rammen R en S slechts gedeeltelijk weergegeven, maar het zal duidelijk zijn, dat de andere delen van deze rammen van een constructie zijn overeenkomend met die van de afgebeelde delen. De ram R omvat een draagblok 40 (fig. 3) met een achterste opening 41 voor het opnemen van een knop, welke pp het binneneinde 26 van de zui-30 gerstang 28 is gevormd. Het draagblok 40 heeft een onderste afschuifblad 42 dat op het blok 40 is aangebracht op een onderste binnenste vlak gedeelte 44 met behulp van bouten 46 of andere geschikte bevestigingsorganen.
Het onderste bladvormige orgaan 42 is aangepast voor het afschuiven van het voorwerp T in samenhang met een blad op de ram S.
35 Een spelingszak of -ruimte 48 is gevormd in het draagblok 40 boven het binnenste gedeelte 44 voor het opnemen van een stomp of ax'gesneden boveneinde van het voorwerp T. Een van schroefdraad voorziene uitsparing kan zijn gevormd in een bovenoppervlak 54 van het blok 40 voor het opnemen 800 1 5 85 * ♦ -5- 21224/CV/jl van een verbindingsbout, zodat de ram R uit de inrichting B kan worden verwijderd voor onderhoud, reparatie of dergelijke.
Een ringvormige afdichtzak 56 is gevormd in het bovenvlak 54 van het blok 40 voor het opnemen van een althans in hoofdzaak hoefijzervormig 5 afdichtorgaan 58, dat is vervaardigd uit een geschikt afdichtend elastomeer* ’materiaal. Het afdichtorgaan 58 vormt een afdichting om de bovenoratrek van de ram R met het lichaam 12. Vergrote kop of voorste afdichtgedeèlten 60 van het afdichtorgaan 58 zijn gevormd in voorste zakken 62 in binnen-gedeelten aan iedere zijde van het blok 40 voor het in ingrijping komen 10 met een soortgelijke constructie op de ram S en vormen verticale afdichtingen tussen de ram R en de ram S in de boring 10.
Contactvlakken 64.zijn gevormd op binnenste voorste vlakgedeelten van het blok 40 nabij het afdichtgedeelte 60 voor het in ingrijping komen met een afdichtcon3fcructie op de ram S tijdens relatieve beweging tussen 15 de rammen S en R na het afschuiven van het voorwerp T, ten einde bij te dragen in het vormen van een dwars-verlopende afdichting op hieronder nader uiteengezette wijze over de boiring 10 tussen de rammen R en S in het vlak, waar de afschuiving van het voorwerp T heeft plaats gevonden.
Zoals verder in het bijzonder uit fig. 3 blijkt, heeft de ram S 20 een draagblok 70 met een daarin gevormde uitsparing 71 voor verbinding met een knop, welke is gevormd op het binneneinde 26 van de zuigerstang 28.
Een onderste spelingszak of -ruimte 72 is gevormd in het draagblok 70 voor het opnemen van een stomp of onderst e afgesneden einde 73 van het voorwerp T (fig. 5). Een ringvormige afdichtzak 74 is gevormd in het draag-25 blok 40 bij een bovenvlak 76 voor het opnemen van een geschikt afdichtend elastomeer 78 met een althans in hoofdzaak hoefijzervormige vorm, in het algemeen synthetisch rubber, voor het vormen van een afdichting tussen de bovenste omferek van de ram S en het lichaam 12 om de omtrek van de bo~ ' ring 10.
30 Vergrote kop of voorste gedeelten 80 zijn gevormd op het afdicht orgaan 78 van een geschikt afdichtend elastomeer in voorste zakken 82 in het blok 70 om in ingrijping te komen met de kopgedeelten 60 in het afdichtorgaan 58 van de ram R voor het vormen van verticale afdichtingen langs de boring 10 tussen de rammen S en R. Verticaal verlopende uit-35 stekende ribben 36 ’zijn bjj voorkeur gevormd op de voorvlakken van de voorste gedeelten 60 en 80 om een elastomeerstroming te waarborgen voor het bewerkstelligen van een stevige afdichting met het lichaam 12 door de af-dichtorganen 58 en 78. Verder zijn gebruikelijk verstijvingsorganen van 800 1 ς f»*i
r I
-6- 21224/CV/jl een geschikte vormgeving, zoals die in stippellijnen' bij” 88 in fig. 6 aangeduid, gevormd in de afdichtorganen 58 en 78 in de kopgedeelten 60 respectievelijk 80 door hechting daarin voor vergrote sterkte van dergelijke afdichtorganen.
5 De ram S kan verder ook zijn voorzien van een schroefdraad bezitten de uitsparing, welke is gevormd in-het bovenvlak 76 van het blok 70 voor het daarin opneraen van een geschikte verbindingsbout of dergelijke, zodat de ram S uit de inrichting B kan worNden verwijderd voor onderhoud, reparatie of dergelijke.
10 De ram S omvat verder een bovenste afschuifblad 92 , dat is aange bracht op een binnenste gedeelte van het blok 70 op een bovenste vlakge-deelte 96 met behulp van bevestigingsbauten 97 of andere geschikte beves-tigingsorganen. Het bovenste afschuifblad 92 heeft een zich naar achteren uitstrekkend tongvormig orgaan 98,dat is aangepast om te passen in een 15 zich dwars uitstrekkende sleuf 100 (fig. 6), welke is gevormd in het bovenste vlakgedeelte van het blok 70. Een aantal van zich naar beneden uitstrekkende van schroefdraad·' voorziens openingen 102 zijn aangebracht in het bovenvlak 76 van het draagblok 70 en strekken zich naar beneden toe uit, zodanig, dat borgbouten 104 daarin kunnen worden ingestoken voor in-20 grijping met het tongvormige orgaan 98 van het afschuifblad 94 (fig. 3).
De bevestigingsopstelling tussen het tongvormige orgaan 98, de sleuf 100 en de bouten 104 heeft een belangrijke functie. Tijdens afschuifhandelin-gen is het zeer belangrijk, dat de afstand tussen de afschuifbladen 92 en 42 van de Eammen S en R binnen een acceptabele tolerantie wordt gehouden, 25 ten einde een juiste afschuifwerking te waarborgen. Indien de ruimte tussen de twee bladvormige organen overmatig groot wordt kan het voorwerp T zeer bestendig worden tegen afschuifkrachten en kan het zijn, dat de rammen S en R niet in staat zullen zijn om voldoende afschuifkrachten uit te oefenen voor het afschuiven van een dergelijk voorwerp. Door mid-30 del van de borgbouten 104 kan de aanbrenging van het bladvormige orgaan 92 van de ram S worden ingesteld, zodat de ruimte tusseh de bladvormige organen 92 en 42 kan worden afgesteld op de gewenste tussenruimte, die wordt vereist voor een juist afschuiven tussen de rammen S en R. Verder heeft het zich naar achteren uitstrekkende tongvormige orgaan 98 van het 35 afschuifblad 92 een aanvullende functie, namelijk het sterkte geven aan het bladvormige orgaan 92 ten einde weerstand te kunnen bieden aan eventuele buig- of>ringmomenten, die daarop worden uitgeoefend door het bovenste deel van het voorwerp B tijdens afschuifhandelingen.
800 1 5 85 * -7- 21224/CV/jl
Een zijdelings afdichtorgaan 110 is in de ram S aangebracht tussen het draagblok 70 en het afschuifblad 92 over de breedte van de ram S en is aangepast om in ingrijping met een bovenvlak 112 van de ram R te- worden bewogen voor het vormen van een afdichting dwars tussen de ram S en de 5 ram R over de boring 10. Het afdichtorgaan 110 in samenhang met afdiclt-organen 58 en 78 dichten zodoende de boring ' 10 af tegen ; putdrukken.
Het afdichtorgaan 110 is vervaardigd uit een geschikt elastomeer materiaal en omvat een onderste afdichtorgaan 116, dat is aangebracht bij een van een uitsparing voorzien deel van het oppervlak 114 tijdens 10 afschuifhandelingen en beweegt daarna naar beneden in contact daarmede voor het vormen van de afdichting tussen de rammen S en R dwars over de boring 10. De afdichting 110 omvat verder een bovenste drukgedeelte 118, dat is gescheiden van het onderste afgedichte gedeelte 116 door een dwars verlopende scheidingssleuf 120, (fig. 6 en 7) met het oog op hieronder 15 nog nader uiteen te zetten redenen. Opgemerkt wordt, dat het afdichtorgaan 110 bij een uitgespaarde plaats is in de ram S tijdens de afdicht-handelingen om het gevaar van beschadiging of inkeping door afgesneden einden van het voorwerp T of ander afval te verminderen.
Het afdichtorgaan 110 omvat verder zijcontactkussens 112, welke 20 zich vanaf het draagblok 70 naar buiten uitstrekken- nabij zijgedeelten 124 van het afschuifblad 92. De contactkussens 124 zijn aangepast om in ingrijping te komen met de contactvlakken 64 van de ram R nadat het voorwerp T is afgeschoven, zodat relatieve beweging tussen de rammen S en R kan worden gebruikt om beweging te veroorzaken van het materiaal van de 25 afdichtingen 58 en 78 voor afdichting met het lichaam 12 van de inrichting B en ook neerwaartse bewegingen van het gedeelte 116 van het afdichtorgaan 110 voor het vormen van de afdichting tussen de rammen S en R.
Een verstijvingsorgaan 126 is gehecht binnen de contactkussen 124 nabij een boveneinde ervan ter voorkoming van opwaartse extrusie van het 30 elastomere materiaal van de contactkussens 124 indien deze in ingrijping komen met de contactvlakken 64.
Een aantal verstijvingspennen 127 zijn aangebracht binnen de contactkussens 124 voor het verkrijgen van een constructieve ondersteuning voor het afdichtorgaan 110, waarbij een achterste gedeelte daarvan zich 35 naar achteren uitstrekt voor insteking in passende uitsparingen, die zijn gevormd in het voorvlak van het draagblok 70, ten einde het afdichtorgaan 110 te ondersteunen in een stand tussen het draagblok 70 en het afschuifblad 92. Het afdichtgedeelte 116 en het drukgedeelte 118 zijn integraal
onnuoR
-8- 21224/CV/jl verbonden met de contactkussens 124, zodat het afdichtorgaan een uit een \ • stuk bestaand elastomeer orgaaiis, waarin de sleuf 120 is gevormd. Dienovereenkomstig woiiden op de contactkussens 124 uitgeoefende krachten overgedragen in andere ,delen van heb afdichtorgaan 110.
5 De contactkussens 124 strekken zich vanaf het draagblok 70 naar buiten toe uit over een geschikte afstand in de niet in ingrijping zijnde stand (fig. 2), waardoor een oppervlak wordt verkregen voor contact met de contactvlakken 64. Bij dergelijk contact begint bij verdere relatieve beweging tussen de rammen S en R verplaatsing van elastomeer materiaal van 10 de contactkussens 124 in de delen 116 en 118.
Het bovenste gedeelte 118 van het afdichtorgaan 110 loopt taps naar binnen toe van het contactkussen 124 ten einde de stroming van elastomeer in het bovenste gedeelte 118 van het afdichtorgaan 110 te geleiden, zoals schematisch in fig. 7 is aangeduid. De tapsheid van het gedeelte 15 118 begint met een eerste aanzienlijke tapsheid langs een deel 130 daarvan en een tweede meer geleidelijk verlopende tapsheid langs een deel 132 daarvan naar een middelpunt 134. Geschikte oppervlakken 136 en 138 zijn gevormd op het draagblok 70 en eveneens op het achtervlak van het afschuif blad 92 om opsluiting van het elastomeermateriaal van het afdicht-20 orgaan 110 binnen deze taps verlopende delen te waarborgen.
Indien gewenst kan een geschikt taps’ vedopend verstijvingsorgaan zijn aangebracht in het afdichtgedeelte 116 van het afdichtorgaan 110, zoals weergegeven bij 140 in de figuren, ter voorkoming van de extrusie van het materiaal daarvan door middel van een druk binnen de boring 10 25 nadat de afdichting tussen de rammen S en R is bewerkstelligd.
Tijdens de werking van de inrichting volgens de uitvinding wordt het voorwerp T afgeschoven door de afschuifbladen 42 en 92 in antwoord op fluldumdruk op· de zujgers 30. In het geval dat de boring 10 moet worden afgedicht in de afwezigheid van een voorwerp daarin en de rammen 30 R en S dus dienst doen als "blinde” rammen, worden de rammen ten opzichte van elkaar bewogen door fluldumdruk. Aanvankelijk contact wordt gemaakt tussen de ribben 86 van de ram S en R.Daarna wordt contact gemaakt tussen de kop of voorste gedeelten 80 en 60 van de rammen voor het vormen van een verticale afdichting langs de boring 10 tussen de rammen S en R.
35 Bij verdere relatieve beweging tussen de rammen R en S zal elastomere verplaatsing plaats vinden in het elastomere materiaal van de afdicht-organen 58 en 78 voor het vormen van een afdichting tussen de bovenvlakken van de rammen S en R met het lichaam 12 van de inrichting B.
800 1 5 85 » » -9- 21224/CV/jl
Kort daarna komen de contactvlakken 64 van de ram R in ingrijping met de contactvlakken 124 van het elastomere materiaal van de afdichting 110 bij ieder einde daarvan. Verdere beweging van de ram R ten opzichte van de ram S verplaatst het elastomere materiaal van de contactvlakken 5 124 naar beneden en zijdelings over het bovenste pers- of duworgaan 118 van het afdichtorgaan 110. Ten gevolge van de aanwezigheid van de dwars-sleuf 120 tussen het bovenste gedeelte 118 en het onderste afdichtgedeelte 116 van het afdichtorgaan 110 treedt verplaatsing van het elastomeer van het eontactkussen 12¾ op in een dwarsrichting (zoals afgebeeld in fig. 7) Ί0 in het bovenste gedeelte 118 De aanwezigheid van de dwarssleuf maakt echter de vorming van de contactvlakken mogelijk tussen het bovenste duwgedeelte 118 en het onderste afdichtgedeelte 116, zodat verplaatsing van elastomeer in dwarsrichting in het bovenste duworgaan 118 volgens de huidige uitvinding wordt omgezet in althans in hoofdzaak neerwaartse ver-15 plaatsing van het afdichtorgaan 116 waardoor het afdichtorgaan 116 uit een een uitsparing opgenomen stand binnen de ram S naar beneden wordt gedrongen om in ingrijping te komen met het oppervlak 114 van de ram S, waardoor een dwarsafdichting tussen de ram S en de ram R wordt gevormd over de boring 10 van de inrichting B.
20 Verplaatsing van de afdichting 110 in antwoord op de beweging tus sen de ram R en de ram S gaat door totdat metaalingrijping is gevormd tussen het contactvlak 64 van de ram R en een metalen contactoppervlak 42 (fig. 5) in de ram S, waardoor verdere relatieve beweging tussen de rammen R en S wordt voorkomen. Een geschikte elastomeerverplaatsing heeft 25 echter plaatsgevonden in het binnenste gedeelte van de afdichting 110 en in de bovenste afdichtingen 58 en 78 voor het compenseren'van eventuele afdichtbeschadiging, welke voordien kan hebben plaatsgevonden door het voeden van reserve-elastomeer in de beschadigde gebieden.
De hierboven gegeven beschrijving en uiteenzetting van de huidige 30 uitvinding is ter illustratie en uiteenzetting daarvan, maar het zal duidelijk zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding hierop wijzigingen en/of aanvullingen kunnen worden aangebracht.
-CONCLUSIES- 35 800 1 5 85

Claims (31)

1. Ram aangepast voor beweging in een inrichting voor het tegengaan van spuien dwars op een boring in deze inrichting van het afschui- 5 ven van een voorwerp in de boring , in samenhang met een verdere ram en voor het daarna afdichten van de boring , met het kenmerk, dat de ram is * voorzien van een draagblok, dat naar en van de boring ; kan bewegen, van een afschuifblad aangebiracht met een binnenste gedeelte van het draagblok, dat het dichtste bij de boring is gelegen voor het afschuiven van het 10 voorwerp, van een afdichtorgaan, dat is aangebracht tussen het afschuifblad en het draagblok voor het afdichten van de boring » waarbij dit afdichtorgaan is voohzien van een onderste afdichtgedeelte, dat naar beneden beweegbaar is naar een verdere ram voor het daartegen afdichten en een bovenste duworgaan, dat reageert op relatieve beweging tussen de ram 15 en de verdere ram votendop het afschuiven om te bewerkstelligen, dat het onderste afdichtgedeelte naar beneden beweegt en afdicht tegen de andere ram voor het afdichten van de bering.
2. Ram volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het onderste afdichtorgaan en het bovenste duworgaan van elkaar zijn gescheiden door een 20 dwarsverlopende scheidingssleuf welke vlakke contactoppervlakken daartussen vórmt.
3. Ram volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan verder is voorzien van contactkussens, welke zich vanaf het draagblok naar voren uitstreken bij de buitenste eindgedeelten van het af- 25 schuifblad voor ingrijping met de andere ram na het afschuiven van het voorwerp.
4. Ram volgens een der· voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste afdichtgedeelte, het bovenste duworgaan en de contactkussens integrale delen van het afdichtorgaan omvatten.
5. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de contactkussens verstijvingsorganen zijn aangebracht, ter voorkoming van een opwaartse extrusie daarvan.
6. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de contactkussens steunpennen zijn aangebracht, die zich uitstrekken 35 in steunuitsparingen, die zijn gevormd in het draagblok voor het ondersteunen van het afdichtorgaan.
7. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een opneemsleuf is gevormd in het afschuifbladorgaan, en het draagblok 800 1 5 85 .Λ -11- 21224/CV/jl voor het opnemen van het afdichtorgaan.
8. Ram volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de opneemsleuf voor het opnemen van het duworgaan een eerste hoogte heeft bij een buitenste gedeelte daarvan en in hoogte afneemt naar een kleinere hoogte bij 5 een middelgedeelte daarvan.
9. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ram is voorzien van draagorganen voor de beweging van de ram door de inrichting.
10. ïïam volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 10 bovenste afdichtorganen zijn aangebracht voor het afdichten tussen de ram en de inrichting voor het tegengaan van spuien.
11. Ram volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de bovenste afdichtorganen verstijvingsmiddelen. voor het verstijven van de afdichtorganen zijn aangebracht.
12. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan is uitgespaard binnen het draagblok en het afschuif-blad tijdens het afschuiven.
13. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het bevestigen van het afschuifblad aan 20 het draagblok.
14. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met. het kenmerk, dat het draagblok is voorzien van een daarin aangebrachte bevestigingssleuf en het afschuifblad een naar achteren uitstekende bevestigingstong bezit, welke tong in de bevestigingssleuf in te steken is, terwijl verder midde-25 len zijn aangebracht voor het verbinden van de bevestigingstong aan het draagblok.
15. Ram volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bevestigingsorganen zijn ingestoken door openingen in een voorste gedeelte van het afschuifblad en zich daardoor naar achteren uitstrekken 30 voor bevestiging van het afschuifblad aan het draagblok.
16. Afschuifram voor het afschuiven van een voorwerp in een boring van een inrichting voor het tegengaan van spuien in samenwerking met een verdere ram voorzien van: (a) een draagblok, dat naar en van de boring te bewegen is; 35 (b) een afschuifblad, dat is aangebracht aan een binnenste deel van het draagblok, dat het dichts bij de boring is gelegen voor het afschuiven van het voorwerp; (c) een bevestigingstong op het afschuifblad, welke zich uitstrekt 800 1 5 85 -12- 21224/CV/jl in een in het draagblok gevormde sleuf voor het ondersteunen van het af-schuifblad tegen · neerwaartse beweging bij het in contact komen met het voorwerp tijdens het afschuiven, en (d) door openingen in een voorste gedeelte van het afschuifblad 5 gestoken bevestigingsorganen, welke zich door het afschuifblad naar achteren uitstrekken en met behulp waarvan het afschuifblad aan het draagblok is bevestigd.
17. Afschuifram voor het afschuiven van een voorwerp in een boor-ring van een inrichting voor het tegengaan van spuien in samenwerking met 10 een verdere ram voorzien van: (a) een draagblok, dat naar en van de boring te bewegen is; (b) een afschuifblad, dat is aangebracht op een binnenste deel van het draagblok, dat het dichtst bij de boring is gelegen voor het afschuiven van voorwerpen; 15 (c) door openingen in een voorste gedeelte van een afschuifblad gestoken bevestigingsorganen, welke zich door het afschuifblad naar achteren uitstrekken voor het bevestigen van het afschuifblad aari het draagblok; (d) een in een in het draagblok gevormde sleuf uitstekende beves- 20 tigingstong voor het bevestigen van het afschuifblad aan het draagblok;en (e) instelbare bevestigingsorganen voor het verbinden van de beves-tigingstong en het draagblok aan het afschuifblad in een stand welke een juiste tussenruimte ten opzichte van de andere ram waarborgt.voor het afschuiven.
18. Inrichting voor het tegengaan van spuien met een ram, welke in de inrichting dwars op een boring van de inrichting te bewegen is voor het afschuiven van een voorwerp in de boring in samenwerking met een verdere ram en voor het daarna afdichten van de boorring voorzien van: (a) een naar en van de boring te bewegen draagblok; 30 (b) een afschuifblad aangebracht met een binnenste gedeelte van het draagblok het dichts bij de boring voor het afschuiven van het voorwerp; (c) een afdichtorgaan aangebracht tussen het afschuifblad en het draagblok voor het afdichten van de boring , waarbij het afdichtorgaan 35 is voorzien van: C1) een onderste afdichtgedeelte, dat naar beneden naar de andere ram beweegbaar is voor het daartegen afdichten; (2) een bovenste duworgaan, dat reageert op relatieve beweging tus- 800 1 5 85 ‘ 1 -13- 21224/CV/jl sen de ram en de andere ram volgend op de afschuiving om te bewerkstelligen, dat het onderste afdiehtgedeelte naar beneden beweegt en afdicht tegen de andere ram voor het afdichten van de boring.
19. Inrichting volgens conclusie 1§, met het kenmerk, dat de in- 5 richting is voorzien van een tweede ram met een daarop aangebracht afschuif orgaan voor het afschuiven van het voorwerp in samenwerking met het af schuifblad.
20. Inrichting voor het tegengaan van spuien met een afschuifram voor het afschuiven van een voorwerp in een boring : van de inrichting in 10 samenwerking met een verdere ram, voorzien van: (a) een naar en van de bo.ring : beweegbaar draagblok; (b) een afschuifblad aangebracht met een binnenste gedeelte van het draagblok het dichtst bij de boring · voor het afschuiven van het voorwerp; (c) een bevestigingstong op het afschuifblad, welke zich uit- 15 strekt in een sleuf, die in het draagblok is gevormd voor het ondersteunen van het afschuifblad tegen neerwaartse beweging bij het in contact komen met het voorwerp tijdens het afschuiven ; en (d) door openingen in een voorste gedeelte van het afschuifblad gestoken vastzetorganen, welke zich door het afschuifvlak naar achteren uit- 20 strekken voor bevestiging van het afschuifblad aan· het draagblok.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een tweede ram met een afschuiforgaan voor het afschuiven van het voorwerp in samenwerking met het afschuifblad.
22. Inrichting voor het tegengaan van spuien met een afschuifram 25 voor het afschuiven van een voorwerp in een bo>ring van de inrichting in samenwerking met een verdere ram voorzien van: (a) een naar en van de boring beweegbaar draagblok; (b) een afsnijblad aangebracht met een binnenste gedeelte van het draagblok het dichtdt bij de boring voor het afschuiven van het voorwerp; 30 (c) door openingen in een voorste gedeelte van het afschuifblad gestoken bevestigingsorganen,welke zich door het afschuifblad naar achteren uitstrekken voor bevestiging van het afschuifblad aan het draagblok; (d) een bevestigingstong, welke zich uitstrekt in een sleuf, die is gevormd in het draagblok voor de bevestiging van het afschuifblad met 35 het draagblok; en (e) instelbare bevestigingsmiddelen voor de verbinding van de bevestigingstong en het draagblok met het afschuifblad in een stand welke een juiste afstand van de andere ram voor het afschuiven waarborgt. 800 1 5 -14- 21224/CV/jl
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een tweede ram met een afschuiforgaan voor het afschuiven van het voorwerp in samenhang met het afschuifblad.
24. Afdichtorgaan voor aanbrengen achter een afschuifblad in een 5 ram van een inrichting voor het tegengaan van spuien ter afdichting van de bo>ring ; van de inrichting in samenwerking met een verdere ram voorzien van: (a) een onderste afdichtgedeelte, dat naar beneden beweegbaar is naar de andere ram voor afdichting daartegen; en 10 (b) een bovenste duworgaan,vdat is aangepast om te reageren op relatieve beweging tussen de ram en de andere ram volgend op het afschuiven om te bewerkstelligen, dat het onderste afdichtgedeelte naar beneden beweegt en afdicht tegen de andere ram voor het afdichten van de boorring.
25. Afdichtorgaan volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het 15 onderste afdichtorgaan en het bovenste duworgaan van elkaar zijn gescheiden door een dwars-verlopende scheidingssleuf, welke vlakke contactoppervlakken daartussen vormen.
26. Afdichtorgaan volgens conclusie 24, of 25, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan verder is voorzien van contactkussens, welke zich 20 vanaf het draagblok bij de buitenste eindgedeelten van het afschuifblad naar voren uitstrekken voor ingrijping met de andere ram na het afschuiven van het voorwerp.
27. Afdichtorgaan volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het onderste afdichtgedeelte, het bovenste duwgedeelte en de contactkussens 25 integrale delen van het afdichtorgaan omvatten.
28. Afdichtorgaan volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat in de contactkussens verstijvingsorganen zijn aangebracht ter voorkoming van een opwaartse extrusie daarvan.
29. Afdichtorgaan volgens een.'.der conclusies 26-28, met het ken-30 merk, dat in de contactkussens steunpennen zijn aangebracht, itelke zich uitstrekken in steunuitsparingen, die zijn gevormd in een draagblok van de ram voor het ondersteunen van het afdichtorgaan.
30. Afschuifblad, dat is aan te brengen op een van een sleuf voorzien draagblok van een ram van een inrichting voor het tegengaan van 35 spuien voor het afschuiven van een voorwerp in een bd7lnS van een derge-, lijk.inrichting, met het kenmerk, dat het afschuifblad een voorste en een achterste gedeelte heeft en op het achterste gedeelte een bevestigings-tong is gevormd, welke zich van het blad naar achteren uitstrekt in een 800 1 5 85 -15- 21224/CV/jl insteeknis in een sleuf van het draagblok voor het ondersteunen van het afschuifblad tegen neerwaartse beweging bij het in contact komen van het afschuifblad met het voorwerp, terwijl het afschuifblad verder is voorzien van openingen welke zich daardoorheen uitstrekken vanaf het voorste 5 gedeelte naar het achterste gedeelte ten einde daarin bevestigingsorga-nen in te kunnen steken voor bevestiging van het afschuifblad aan het draagblok.
31. Afschuifblad volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat in de bevestigingstong een aantal zich naar beneden toe uitstrekkende ope-10 ningen zijn gevormd voor het opnemen van instelbare bevestigingsorganen ter verbinding van het afschuifblad aan’ het draagblok in een stand welke een juiste tussenruimte voor afschuiven waarborgt. 800 1 5 85
NL8001585A 1979-05-01 1980-03-18 Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien. NL8001585A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/034,982 US4240503A (en) 1979-05-01 1979-05-01 Blowout preventer shearing and sealing rams
US3498279 1979-05-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001585A true NL8001585A (nl) 1980-11-04

Family

ID=21879877

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001585A NL8001585A (nl) 1979-05-01 1980-03-18 Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4240503A (nl)
JP (1) JPS55150910A (nl)
CA (1) CA1136544A (nl)
GB (1) GB2051927B (nl)
NL (1) NL8001585A (nl)
NO (1) NO155589C (nl)

Families Citing this family (38)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4392633A (en) * 1979-10-29 1983-07-12 Winkle Denzal W Van Valve structure having movable seat means
US4313496A (en) * 1980-04-22 1982-02-02 Cameron Iron Works, Inc. Wellhead shearing apparatus
US4341264A (en) * 1980-10-15 1982-07-27 Cameron Iron Works, Inc. Wellhead shearing apparatus
US4347898A (en) * 1980-11-06 1982-09-07 Cameron Iron Works, Inc. Shear ram blowout preventer
US4646825A (en) * 1986-01-02 1987-03-03 Winkle Denzal W Van Blowout preventer, shear ram, shear blade and seal therefor
CA1291923C (en) * 1989-01-16 1991-11-12 Stanley W. Wachowicz Hydraulic power system
US5360061A (en) * 1992-10-14 1994-11-01 Womble Lee M Blowout preventer with tubing shear rams
US5515916A (en) * 1995-03-03 1996-05-14 Stewart & Stevenson Services, Inc. Blowout preventer
US6173770B1 (en) * 1998-11-20 2001-01-16 Hydril Company Shear ram for ram-type blowout preventer
US6260817B1 (en) * 1999-10-29 2001-07-17 Stream-Flo Industries, Ltd. Hydraulic blowout preventer assembly for production wellhead
US6244336B1 (en) * 2000-03-07 2001-06-12 Cooper Cameron Corporation Double shearing rams for ram type blowout preventer
US6510897B2 (en) * 2001-05-04 2003-01-28 Hydril Company Rotational mounts for blowout preventer bonnets
US7096960B2 (en) * 2001-05-04 2006-08-29 Hydrill Company Lp Mounts for blowout preventer bonnets
US7086467B2 (en) * 2001-12-17 2006-08-08 Schlumberger Technology Corporation Coiled tubing cutter
NO316189B1 (no) * 2002-01-16 2003-12-22 Norsk Hydro As Kontrollanordning for stigeror
US6719042B2 (en) 2002-07-08 2004-04-13 Varco Shaffer, Inc. Shear ram assembly
US7699554B2 (en) 2003-06-03 2010-04-20 Hydril Usa Manufacturing Llc Removable seal carrier for blowout preventer bonnet assembly
GB0423016D0 (en) * 2004-10-16 2004-11-17 Enovate Systems Ltd Blow out preventers
US7234530B2 (en) * 2004-11-01 2007-06-26 Hydril Company Lp Ram BOP shear device
US7703739B2 (en) * 2004-11-01 2010-04-27 Hydril Usa Manufacturing Llc Ram BOP shear device
US7552765B2 (en) 2006-01-27 2009-06-30 Stream-Flo Industries Ltd. Wellhead blowout preventer with extended ram for sealing central bore
US7673674B2 (en) 2006-01-31 2010-03-09 Stream-Flo Industries Ltd. Polish rod clamping device
US8720564B2 (en) * 2006-04-25 2014-05-13 National Oilwell Varco, L.P. Tubular severing system and method of using same
US8720565B2 (en) * 2006-04-25 2014-05-13 National Oilwell Varco, L.P. Tubular severing system and method of using same
US7367396B2 (en) 2006-04-25 2008-05-06 Varco I/P, Inc. Blowout preventers and methods of use
US20080105436A1 (en) * 2006-11-02 2008-05-08 Schlumberger Technology Corporation Cutter Assembly
US7832480B1 (en) 2008-07-08 2010-11-16 Fanguy Robert P Apparatus and method for extracting a tubular string from a bore hole
US8439327B2 (en) * 2009-12-21 2013-05-14 Hydril Usa Manufacturing Llc Shear block and blade interface and method
WO2011148190A2 (en) * 2010-05-28 2011-12-01 National Oilwell Varco, L.P. Tubular severing system and method of using same
US8844613B2 (en) * 2011-12-28 2014-09-30 Hydrill USA Manufacturing LLC Shear blade and method of attachment to shear rams
BR112015020108B1 (pt) 2013-02-21 2021-11-09 National Oilwell Varco, L.P. Unidade de controlador preventivo de erupção, e, método de monitoramento de um controlador preventivo de erupção
KR101583220B1 (ko) * 2014-03-14 2016-01-07 삼성중공업 주식회사 비오피 스택 테스트 장치
US9428984B2 (en) 2014-08-22 2016-08-30 Baker Hughes Incorporated Drive off method from subsea well with pipe retention capability
US9822602B2 (en) 2014-10-07 2017-11-21 Hydril Usa Distribution, Llc Blind shear ram
BR112018007987A2 (pt) * 2015-11-09 2018-10-30 Hydril Usa Distrib Llc sistema e conjunto de gaveta de cisalhamento
US10655420B2 (en) 2017-03-21 2020-05-19 Baker Hughes, A Ge Company, Llc Blowout prevention system including blind shear ram
US10370927B2 (en) 2017-03-30 2019-08-06 General Electric Company Blowout prevention system including blind shear ram
WO2024118216A1 (en) * 2022-11-28 2024-06-06 Kinectic Pressure Control Ltd. Gate conduit apparatus

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2919111A (en) * 1955-12-30 1959-12-29 California Research Corp Shearing device and method for use in well drilling
US2969838A (en) * 1956-07-23 1961-01-31 Shaffer Tool Works Combination shearing and shut-off ram
US3590920A (en) * 1969-03-12 1971-07-06 Shaffer Tool Works Remote-controlled oil well pipe shear and shutoff apparatus
US3766978A (en) * 1969-03-12 1973-10-23 Shaffer Tool Works Remote controlled oil well pipe shear and shut-off apparatus
US3561526A (en) * 1969-09-03 1971-02-09 Cameron Iron Works Inc Pipe shearing ram assembly for blowout preventer
US3736982A (en) * 1972-05-01 1973-06-05 Rucker Co Combination shearing and shut-off ram for blowout preventer
US3817326A (en) * 1972-06-16 1974-06-18 Cameron Iron Works Inc Ram-type blowout preventer
US3946806A (en) * 1972-06-16 1976-03-30 Cameron Iron Works, Inc. Ram-type blowout preventer
US4132267A (en) * 1978-04-06 1979-01-02 Cameron Iron Works, Inc. Pipe shearing ram assembly for blowout preventer
US4132266A (en) * 1978-04-06 1979-01-02 Cameron Iron Works, Inc. Pipe shearing ram assembly for blowout preventer
US4132265A (en) * 1978-04-06 1979-01-02 Cameron Iron Works, Inc. Pipe shearing ram assembly for blowout preventer

Also Published As

Publication number Publication date
JPS6311517B2 (nl) 1988-03-14
NO155589B (no) 1987-01-12
JPS55150910A (en) 1980-11-25
NO155589C (no) 1987-04-22
GB2051927B (en) 1983-08-10
GB2051927A (en) 1981-01-21
CA1136544A (en) 1982-11-30
US4240503A (en) 1980-12-23
NO801270L (no) 1980-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001585A (nl) Ram voor een inrichting voor het tegengaan van spuien.
US4229012A (en) Variable bore packer assembly for ram-type blowout preventers
US4458876A (en) Annular blowout preventer
US5515916A (en) Blowout preventer
US6032390A (en) Tooth assembly for excavation bucket
US4716666A (en) Wear runner for excavating bucket
US3561526A (en) Pipe shearing ram assembly for blowout preventer
CA2512292C (en) Unitary blade seal for a shearing blind ram in a ram type blowout preventer
US4313496A (en) Wellhead shearing apparatus
EP0149528B1 (en) Device for replacing mains
US5307571A (en) High production system bucket
US4323256A (en) Front packer seal for ram blowout preventer
US5009289A (en) Blowout preventer string support
US5603481A (en) Front packer for ram-type blowout preventer
US4265424A (en) Blowout preventer and improved ram packer structure
EP0439896A1 (en) Variable bore packer for a ram type blowout preventer
US4134255A (en) Drag chain
EP0140490B1 (en) Ram-type blowout preventer and packer therefor
US2830792A (en) Collar for drill steels
US5125620A (en) Ram type blowout preventer having improved ram front packing
EP0647763B1 (en) Blowout preventer with removable packer
US20060237916A1 (en) Sealing arrangement
US5988042A (en) Rodless cylinder with internal bearings
US5054677A (en) Pipe burster
CA1142427A (en) Blowout preventer shearing and sealing rams

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed