NL7908766A - Behendigheidsspel. - Google Patents

Description

. _ «fc VO 8762

Behendigheidsspel.

De onderhavige uitvinding· heeft Betrekking op een behendige heidsspel, dat leuk is om mee te spelen en dat nuttig is- voor het verbeteren van de handigheid en de concentratie van de spelers.

De uitvinding voorziet in een behendigheidsspel, dat een 5 platform omvat met een hellend bovenvlak, voor het dragen van een rol lende hal, die daarop op een hoger gelegen niveau geplaatst is voor een rollende beweging naar een lager gelegen niveau, middelen voor het dragen van het platform opdat dit kan draaien rond een hellende as, die zich vanuit een centraal gedeelte daarop omhoog uitstrekt, en een 10- aantal uitstekende pennen, die op afstanden van elkaar rond die as op het bovenvlak geplaatst zijn opdat deze aan kunnen grijpen op de rollende bal wanneer het platform gedraaid wordt om zo de voortgang daarvan van het hoger gelegen niveau naar het lager gelegen niveau te belemmeren.

15 De uitvinding zal in het hierna volgende aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven worden, onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont: figuur 1 een aanzicht in perspectief, van een nieuw; en verbeterd behendigheidsspel, dat overeenkomstig de uitvinding ongebouwd is-20 en in gebruiksklare toestand is; figuur 2 een bovenaanzicht van het spel uit figuur 1; figuur 3 een gedeeltelijk aanzicht van een vertikale dwarsdoorsnede in hoofdzaak langs de lijnen ΙΙΓ-ΙΙΧ uit figuur 2; en figuur k een gedeeltelijk aanzicht in dwarsdoorsnede in 25 hoofdzaak langs de lijnen IV-I7 uit figuur 3.

De figuren tonen een nieuw en verbeterd behendigheidsspel dat overeenkomstig de. uitvinding ongebouwd is en dat in zijn geheel aangegeven is met vervijzingscij fer 10. Het spel omvat een basisopbouw 12, welke ingericht is om op een vloer of een ander speelvlak te rusten 3Q en deze basisopbouw draagt een in het algemeen cylindrisch gevormd li chaam 1¾ opddt dit met de hand gedraaid kan worden rond een omhoog staan- 79 0 57 6 3 35 * 2 ...

de as, met instelbare helling, welke aangegeven is in figuur 3 met de lijn A-A.

Het lichaam 1H omvat een centraal geplaatst, cirkelvormig platform 16 met een vlak bovenvlak 18, dat een hellend draagvlak vormt 5 voor een bol vormige bal 20, welke aanvankelijk op een hoger gelegen niveau op het oppervlak geplaatst wordt en losgelaten wordt, opdat deze omlaag, naar een lager niveau rolt, terwijl het lichaam 1 b met de hand in een van beide richtingen rond de hellende as A-A gedraaid wordt.

Het lichaam omvat een ringvormige goot 20, rond de buitenom-10 trek van het centrale platform 16 en deze goot omvat een binnenwand 2b welke neerwaarts vanaf de buitenrand van het rol vlak 18 uitsteekt rond de omtrek daarvan en een buitenwand 2β, welke concentrisch daarmee op een afstand naar buiten toe aangebracht is en een geheel vormt met een cirkel vormige bodem 28 (zie figuur 3). De cirkelvormige buitengoot— 15 wand. 26. voorziet in een geschikte rand voor het met de hand doen draai- ’ en. van het lichaam 1U, zodat het cirkelvormige platform 16 in elk van beide richtingen rond de omhoog staande, hellende as A-A kan bewegen, om. zo te verhinderen, dat de bal van een rand in de goot rolt.

Overeenkomstig de uitvinding is voorzien in een aantal uit-20 stekende pennen 30, welke als een geheel gevormd zijn op het lichaam 1U waarbij zij omhoog uitsteken vanaf het vlakke, cirkelvormige rolvlak 18, onder rechte hoeken, en waarbij deze pennen voorzien in een doolhof of een hihdernisbaan, waardoorheen de rollende bal 20 passeert.

Zoals in figuur 2 getoond is, zijn de pennen 30 geplaatst 25 - in een aantal op afstand van elkaar gelegen concentrische cirkels met een toenemende straal rond een centraal aangebrachte pen 30a, welke coaxiaal is met de hellende omhoog staande as A-A.

In het algemeen is iedere -pen in. iedere richting op een afstand gelegen van aangrenzende pennen, die groter is dan de diameter 30 van de rollende bal 20, zodat deze vrijelijk tussen de pennen door kan passeren.

De pennen in de ene concentrische cirkel zijn, waar mogelijk, op een afstand versprongen aangebracht tussen de pennen van een volgende aangrenzende cirkel, om zo een ruim verdeeld penpatroon te ver-35 schaffen, zoals getoond is. f 79 0 3 7 6"? 3 * f

Er moet op gewezen worden 3 dat de afstand tussen da pennen hij enkele van de buitenste concentrische cirkels· aanzienlijk groter is dan de nabij de pen 3Qa op de centrale as meer naar binnen toe ge— legen cirkels en dat dienovereenkomstig wanneer de bal 20 in de nahij— j heid van de buitencirkels is, het waarschijnlijk, is,dat deze van de omtrëksrand van het cirkelvonnige vlak 18 in de goot 22 rolt, tenzij een pen het pad van de bal blokkeert, tengevolge van een tijdig mani— puleren van het cilindrische lichaam

Bij het. spelen van het spel wordt de hal 20. eerst van e.en IQ hoger gelegen niveau of de rand van het platform l6 op een plaats, die in stippellijnen in figuur 1 aangegeven is,, losgelaten. Vanwege de helling van het oppervlak 18 Begint de Bal omlaag te rollen naar een lager gelegen randgedeelte van het platform. 16, Wanneer dit gebeurt, draait een speler met de hand het. lichaam ik in een van Beide richt in—

Ij gen door de Buitenwand 26 van de goot vast te pakken. Bij het draaien van de ophouw wordt de reeks pennen 30 Bewogen om in contact te komen met een neerwaarts gericht, vlak van de rollende Bal om deze tegen te houden of de neerwaartse voortgang van de Bal zolang mogelijk- te verhinderen. Het doel van het spel is om de Bal op het cirkelvormige opper— 2q vlak 18 te houden, terwijl zo veel mogelijk volledige omwentelingen van het platform 16 verkregen worden.

Hst lichaam 1k wordt op de Basisophouw 12- gedragen door een omlaag uitstekende huls 32, die als een geheel gevormd is op de onderzijde van het platform 16, coaxiaal met de as A—A. pj De huls wordt ondersteund op een omhoog stekende aspen 3^, die als een geheel gevormd is op een Basis of beer. 36”, dat opwaarts helt en in radiale richting Buitenwaarts uitsteekt ten opzichte van de hellende draaiingsas A-A. Een een geheel vormènd onderst euningsoor 38 steekt naar Beneden toe uit vanaf de onderzij de van het Been 36 en 30 dit oor is draaibaar Bevestigd op een horizontale aspen UCt, welke zich.

dwars uitstrekt tussen de Boveneindgedeelten van een paar opstaande, op een afstand-en elkaar gelegen ondersteuningen k2, die aLs een geheel gevormd zijn op het Bovenvlak van een rechthoekig gevormde Basis· Uiv van de BasisopBouw 12.

35 Om een instelling van de helling van de. draaiingsas A—A naar 7903756 ~ <r k — «* keuze te maken, en dientengevolge van de hellingshoek van het cirkelvormige platform 18, is het oor 38 voorzien van een aantal op een afstand van elkaar gelegen openingen 38a die aangebracht zijn op een cirkelvormige baan, die concentrisch is met de aspen HO. Een vergrendel-5 pen b6 wordt in een gekozen opening 38a geplaatst en een buiteneindge- deelte of buiteneindgedeelten van de vergrendelpen worden geplaatst in een in een lijn liggende opening of openingen, die aangebracht zijn in een of in beide opstaande basissteunen b2. Afhankelijk Aan in welke van de openingen 38a de vergrendelpen b6 geplaatst is, kan de hellingshoek * 10 van het platform 18 gekozen worden en dus kan de moeilijkheidsgraad voor het gedurende langere tijdsperioden op het oppervlak houden van de bal 20 vergroot' worden met een toenemende hellingshoek of verkleind worden met een kleinere hoek, al naar- gewenst.

Wanneer bijv. de hellingshoek of de helling van het de bal 15 dragende vlak 18 relatief steil is, is er meer vaardigheiarnodig om het doolhof van de pennen 30 snel te doen draaien om aan te grijpen op de bal 20 op het platform 18 en deze daarop te houden. Wanneer de' hellingshoek of de helling relatief flauw is, is er minder vaardigheid nodig. Het spel 10 kan dus gebruikt worden door spelers met een sterk 20 variërende vaardigheid of handigheid en concentratie.

Om het aantal volledige omwentelingen van het lichaam 1 dat door een speler verkregen is te tellen en weer te geven, omvat het spel 10 een digitaal uitleesbaar telmechanisme W (figuren 3 en U).

De teller omvat een cirkelvormige indicatieschijf 50, met op afstanden 25 rond de omtrek aangebrachte cijfers, zoals getoond is, waarbij het cijfer "0" aangegeven is als een begincijfer wanneer de bal losgelaten wordt. De schijf 50 is draaibaar bevestigd op een korte pen 52, die ----- ------------ als een geheel gevormd is met en aangrenzend aan een buiteneindgedeel-te van het radiale basisbeen 3β en op de pen is een tandwiel 5b beves-30 tigd dat verbonden is om de schijf 50 in een richting tegen de wijzers van de klok in aan te drijven, zoals aangegeven door de pijl ,TB", onafhankelijk van het feit· of het lichaam 1^ in de richting van de wijzers van de klok of daartegenin gedraaid wordt. Er is voorzien in een indicatievergrendelveer.56, welke koppelt met de tanden van het tand-35 wiel 5b en de schijf 50 in elketindicatiestand vasthoudt, waarbij een 7908766 van de indices daarop gehouden. wordt in een centrale of weergeef-stand, totdat een volledige omwenteling van liet lichaam lU plaatsgevonden heeft.

Wanneer een complete omwenteling verkregen is, wordt de Indi-5 catieschijf 50 in een richting tegen de wijzers van de klok. in ge draaid om het volgende groter getal in een veergeefpositie te orengen op een lijn, welke zich radiaal naar buiten uit strekt vanaf de centrale pen 30a en samenvalt met de dwarsdoorsnedelijn 111-111 in figuur 2.

Een toenemende verdraaiing van het tandwiel 5^- om de steeds 10 groter wordende getallen op de indicatieschijf !+0 weer te geven, wordt verkregen door een heen en weer gaande beweging van een pal 58 met een gekromd buiteneindgedeelte 60, dat rechtstreeks aangrijpt op de tanden van het tandwiel 5^. Ce pal is als een geheel gevormd, met en steekt radiaal naar huiten toe uit vanaf een doosachtige nokvolgeropbouw 62 15 met een grote rechthoekige opening, waardoorheen de huls 32 en de on— dersteuningsaspen 3b zich uitstrekken, zoals getoond in figuur De huls 32 is voorzien van een radiale huls 32a, waarop daarop naar - buiten toe uitsteekt en deze nok kan aangrijpen met een oppervlak. 62a aan een zij de van de rechthoekige opening van de doosachtige ophouw 62 20 om de pal naar buiten toe voor te spannen iedere keer wanneer de nok. zodanig gedraaid wordt, dat deze beweegt tussen de aspen 3^ en het aangrenzende nokvolgeroppervlak. 62a gedurende de draaiing van het lichaam 14.

De doosachtige nokvolgeropbouw 62 is voortdurend naar binnen 25 toe voorgespannen naar de pen 3¾ door middel van een er als een geheel mee uitgevoerde, veerachtige vinger 6k met een relatief dun, vrij uit— eindgedeelte, dat voortdurend aangrijpt op een pen 66, die aangehracht is op het been 36, zoals getoond in de figuren 3 en k. De doosachtxge nokvolger wordt voor een lineaire, heen en weer gaande geleidende he— 30 weging geleid in een geleidïngsbaan 68, die gevormd is door een paar geleidingsribben 70 aan tegenover elkaar gelegen zijden van de penas 3^, in het algemeen evenwijdig met de pal 58. Een ïneengrijpen tussen de tegenover gelegen randvlakken van de doosachti'ge nokvolger 62 en de oppervlakken van de geleidingsbaan 68, welke gevormd is door de ribben 35 T0, verzekert, dat de lineaire heen en weergaande beweging van de pal 79 0 2 7-3 6 * · -.6-- 58 in een in het algemeen radiale richting naar en van het tandwiel 5b gehouden wordt.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat draaiing van de nok 32 in contact met en weg van het hinnenvlak 62a van de doosachtige 5 nokvolger 62 er voor zorgt, dat het tandwiel 5^ en derhalve, de weergeef schijf 50 over een "bepaalde afstand verdraait, onafhankelijk van het feit of de nok in een richting tegen de .wijzers van de klok in, of met de- wijzers van de klok mee gedraaid is.

Dienovereenkomstig zal gedurende het spel een volledige om-10 wenteling van het lichaam 1¼ in elk van beide richtingen het op de weergeefpositie weergegeven cijfer doen toenemen om een telling te verschaffen van. het aantal, volledige omwentelingen van het lichaam 1U, dat ten opzichte van de basis 12 uitgevoerd is.

Het. in het voorgaande beschreven behendigheidsspel 10 is 15 leuk. om mee te spelen en vraagt zowel -geestelijke concentratie .als.

handigheid. Het spel kan voor wedstrijden gebruikt worden en de mate van moeilijkheid kan door het veranderen van de-helling van de draaiings-as A-A naar keuze ingesteld worden. Het spel kan gevormd worden uit gespoten, plastic in een massaproduktieproces, en is aantrekkelijk voor 20 een groot aantal mensen om vele uren plezier voor zowel ouderen als jongeren te verschaffen.

* 7δ 0 3 7 S 6

Claims (11)

1. Behendigheidsspel, gekenmerkt door een platform met een hellend bovenvlak voor het dragen van een daarop op een hoger gelegen niveau voor een rollende beweging naar een lager gelegen niveau ge- 5 plaatste rollenbal, middelen voor het draaibaar ondersteunen van dat platform rond een hellende as, welke zich omhoog uitstrekt vanaf een centraal gedeelte daarop, en een aantal opstaande pennen, die op een afstand van elkaar rond die as op het bovenvlak bevestigd zijn om aan te kunnen grijpen op de rollende bal, wanneer het platform gedraaid 10 wordt om zodoende de voortgang daarvan van het hoger gelegen niveau naar het lager gelegen niveau te verhinderen.

2. Behendigheidsspel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een goot rond de omtrek van het platform op een lager niveau can het oppervlak, welke bestemd is voor het opnemen en bevatten van een bal, 15 die van een rand van het oppervlak afrolt.

3. Behendigheidsspel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de. ondersteuningsmiddelen naar- keuze instelbaar zijn tussen verschillende hellingshoeken voor de draaiingsas. h. Behendigheidsspel volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat het bovenvlak van het platform vlak is en dat de pennen daarvandaan opwaarts en loodrecht daarop uitsteken.

5. Behendigheidsspel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pennen op het platform geplaatst zijn met een afstand tussen aangrenzende pennen, die groter is dan de diameter van de bal.

6. Behendigheidsspel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de pennen in concentrische cirkelvormige patronen met toenemende stralen rond de draaiingsas geplaatst zijn.

7. Behendigheidsspel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de pennen in een cirkelvormig patroon versprongen aangebracht zijn 30 tussen de pennen van een volgend aangrenzend cirkelvormig patroon.

3. Behendigheidsspel volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen voor het tellen van de omwentelingen van het platform rond de as vanaf het moment, dat de bal losgelaten is op het hoger gelegen niveau, totdat de bal het lager gelegen niveau bereikt.

9. Behendigheidsspel volgens conclusie 8, met het kenmerk, ^ ^ Λ ** **: λ C ~ t- / \j Ö -8-. " * dat de telmiddelen op da ondersteuningsmiddelen bevestigd zijn en tomen reageren op een relatieve draaiing- van het'platform rond de. as om zo een aantal volledige omwentelingen van Eet platform ί-CL te ^ven.

5 IQ. Behendigheidsspel volgens conclusie 8, met Eet henmerh., dat de tel.middelen een schijf omvatten met daarop indices;' voor het weergeven van het aantal omwentelingen van het platform rond de. as,

11 Behendigheidsspel volgens conclusie 105 met'het henmerh, dat de schijf met de hand terug te zetten is om een start index aan 10. te geven.

12. Behendigheidsspel volgens conclusie IQ,.met Eet henmerh, dat de telmiddelen. een tandwiel omvattens dat de snhijf aandrijft en palorganen, die door draaiing van het platform voor het doen draaien van het wiel geactiveerd worden om de scEijf hij iedere omwenteling 15 van het platform weer te indiceren. 79 0 8 7 6 6 . ..