NL7907737A - LINT PLAYER. - Google Patents
LINT PLAYER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7907737A NL7907737A NL7907737A NL7907737A NL7907737A NL 7907737 A NL7907737 A NL 7907737A NL 7907737 A NL7907737 A NL 7907737A NL 7907737 A NL7907737 A NL 7907737A NL 7907737 A NL7907737 A NL 7907737A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ribbon
- deck
- operating
- sliding
- cassette
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B15/00—Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
- G11B15/18—Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
- G11B15/1883—Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof for record carriers inside containers
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B15/00—Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
- G11B15/675—Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes
- G11B15/67581—Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes with pivoting movement of the cassette holder
- G11B15/67592—Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes with pivoting movement of the cassette holder inside the apparatus
Landscapes
- Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
- Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)
- Impression-Transfer Materials And Handling Thereof (AREA)
Description
* * vo asos* * vo asos
Lintspeler.Ribbon player.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een lintspeler, sn meer in het bijzonder op een verbetering van een grendelmechanisme en een uitstootmechanisme van een lintspeler.The invention generally relates to a ribbon player, more particularly to an improvement of a locking mechanism and an expulsion mechanism of a ribbon player.
Het is reeds bekend, dat het laden of lossen van een 5 lintcassette wordt gebruikt voor het bedienen van een hefplaat, waaraan een kop en een drukrol zijn gemonteerd, voor het in standen plaatsen daarvan voor het registreren/weergeven of voor het bereiken van het uitstoten van de lintcassette. Bij dit bekende mechanisme is het echter nodig de hefplaat, enz., nauwkeu-10 rig in een stand te plaatsen en te grendelen voor het registre-ren/weergeven tijdens de laatste fase van het laden van de lintcassette. Hiervoor is het nodig het grendelmechanisme tijdens de laatste fase van het laden te vergrendelen voor het tot stand brengen van een nauwkeurig grendelen. Een aanzienlijk gro-15 te bedieningskracht is dus nodig tijdens de laatste fase van het laden, waarbij de overblijvende terugtrekslag van de lintcassette klein is. Verder is in het algemeen het doordrukken nodig voor het tot stand brengen van het grendelen. Om deze redenen is het moeilijk een goede grendeling tot stand te brengen. Bo-20 vendien heeft een mechanisme, dat in het bijzonder is aangepast voer het bereiken van een dergelijke goede grendeling, in het algemeen het bezwaar, dat het moeilijk is de grendeling los te maken wanneer het uitstoten van de lintcassette gewenst is.It is already known that the loading or unloading of a ribbon cassette is used for operating a lifting plate on which a head and a pressure roller are mounted, for positioning them for recording / displaying or for achieving the ejection of the ribbon cartridge. With this known mechanism, however, it is necessary to accurately position and lock the lifting plate, etc. for recording / reproducing during the final stage of loading the ribbon cartridge. For this it is necessary to lock the locking mechanism during the final stage of loading to achieve accurate locking. Thus, a considerable amount of actuation force is required during the final stage of loading, with the remaining ribbon cartridge retraction stroke being small. Furthermore, press-through is generally required to effect the locking. For these reasons, it is difficult to achieve a proper bolt. Moreover, a mechanism which is particularly adapted to achieve such good locking generally has the drawback that it is difficult to release the lock when ejection of the ribbon cartridge is desired.
//
Het is derhalve een doel van de uitvinding een lintspeler 25 te verschaffen, die vrij is van de in de stand van de techniek vervatte nadelen.It is therefore an object of the invention to provide a ribbon player 25 which is free from the drawbacks of the prior art.
790 77 37 » * - 2 -790 77 37 »* - 2 -
Het is een ander doel van de uitvinding een lintspeler te verschaffen, die daarin is voorzien van een elektromagnetische trekplunjer in een grendelmechanisme daarvan voor het bereiken van het goed grendelen door een betrekkelijk gemakkelijke bedie-5 ning, en het toch gemakkelijk en gelijkmatig bereiken van het losmaken van de grendeling en uitstoten van de lintcassette.It is another object of the invention to provide a tape player having an electromagnetic pull plunger therein in a locking mechanism thereof for achieving good locking by a relatively easy operation, yet achieving the same easily and evenly. release the latch and eject the ribbon cartridge.
Overeenkomstig de uitvinding is een lintspeler verschaft, die een deck omvat, voorzien van magnetische registreer/weer-geefmiddelen, verder een opneemraam, aangebracht aan het deck, 10 een schuifdeel, dat overeenkomstig het laden van een lintcassette verschuifbaar is, een hefdeel, aangebracht aan het deck, welk hefdeel omhoog of omlaag kan worden bewogen in antwoord op het verschuiven van het schuifdeel, een grendeldeel, dat werkzaam is bij het verschuiven van het schuifdeel, een aan te trek-15 ken deel, aangebracht aan het grendeldeel, en elektromagnetische grendelmiddelen, aangebracht aan het deck, waarbij het aan te trekken deel kan worden aangetrokken door de elektromagnetische middelen voor het in een vooraf bepaalde stand houden van het hefdeel.In accordance with the invention there is provided a tape player comprising a deck provided with magnetic recording / reproducing means, further a recording frame mounted on the deck, a sliding part slidable according to the loading of a tape cassette, a lifting part arranged on the deck, which lifting member can be moved up or down in response to sliding the sliding member, a locking member operative in sliding the sliding member, a pull-on member arranged on the locking member, and electromagnetic locking means mounted on the deck, the part to be attracted being able to be attracted by the electromagnetic means for holding the lifting part in a predetermined position.
20 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:The invention is further elucidated with reference to the drawing, in which:
Fig.l een ruimtelijk aanzicht is van een uitvoeringsvorm van de onderhavige lintspeler,·Fig. 1 is a spatial view of an embodiment of the present ribbon player,
Fig.2 een bovenaanzicht is van de lintspeler volgens 25 fig.1,waarbij de toestand is weergegeven vlak voor het laden van een lintcassette;Fig. 2 is a top view of the ribbon player of Fig. 1, showing the condition just before loading a ribbon cartridge;
Fig.3 een bovenaanzicht is van de lintspeler volgens fig.l, waarbij de toestand is weergegeven na het voltooien van het laden van de lintcassette; 30 Fig.4 een bovenaanzicht is van de lintspeler volgens fig.l, waarbij het bedieningshefboommechanismegedeelte daarvan is weergegeven;Fig. 3 is a top view of the ribbon player of Fig. 1, showing the state after the loading of the ribbon cartridge has been completed; Fig. 4 is a top view of the ribbon player of Fig. 1, showing the operating lever mechanism portion thereof;
Fig.5 een bovenaanzicht is van de lintspeler volgens 790 7 7 37 ♦ * - 3 - fig.l, waarbij de toestand is weergegeven waarin een eerste be-dieningshefboom is ingedrukt;Fig. 5 is a top view of the ribbon player according to 790 7 7 37 ♦ * - 3 - Fig. 1 showing the state in which a first operating lever is depressed;
Fig.S een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen delen van de met de verschillende bedieningshefbomen samenhangende 5 onderdelen;Fig. S is an exploded spatial view of the parts associated with the different operating levers;
Fig.7 het werkverband verduidelijkt tussen leisleuven en aangrijppennen van de betrokken bedieningshefbomen;Fig. 7 illustrates the working relationship between guide slots and engagement pins of the respective operating levers;
Fig.S een bovenaanzicht is van een bedieningstoestand, waarin de bedieningshefbomen gelijktijdig zijn ingedrukt; 10 Fig.9 een bovenaanzicht is van een bedieningstoestand, waarin de tweede bedieningshefboom is ingedrukt;Fig. S is a top plan view of an operating state in which the operating levers are depressed simultaneously; Fig. 9 is a top view of an operating state in which the second operating lever is depressed;
Fig.10 een ruimtelijk aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige lintspeler;Fig. 10 is a spatial view of another embodiment of the present ribbon player;
Fig.ll een zijaanzicht is van de lintspeler volgens 15 fig.10, waarbij de toestand is weergegeven, waarin een lint- cassette gaat worden ingestoken;Fig. 11 is a side view of the tape player of Fig. 10, showing the state in which a tape cassette is going to be inserted;
Fig.12 een soortgelijk aanzicht is, waarbij de toestand is weergegeven waarin de lintcassette in de achterste stand is geladen ander aannemen van een schuine stand; 20 Fig.13 een soortgelijk zijaanzicht is, waarbij de toe stand is weergegeven, waarin de lintcassette naar beneden op een deck is geplaatst;Fig. 12 is a similar view showing the state in which the ribbon cartridge is loaded in the rearmost position assuming an inclined position; Fig. 13 is a similar side view showing the state in which the ribbon cartridge is placed down on a deck;
Fig.14 een bovenaanzicht is van de lintspeler volgens fig.10, en 25 Fig.15 een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen de len van de belangrijkste onderdelen van de lintspeler volgens fig.10.Fig. 14 is a plan view of the tape player of Fig. 10, and Fig. 15 is a spatial view with the parts of the main components of the tape player of Fig. 10 taken apart.
Onder het thans verwijzen naar de fig.l - 9 is een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. Zoals weer- 30 gegeven in fig.l is een opneemraam 150 aangebracht·aan een deck 100, in welk raam en waaruit een lintcassette 200 met twee haspels wordt geladen en gelost, waarbij de kortere zijden daarvan naar voren en naar achteren wijzen. Aan een zijde van het op- 790 77 37 - 4 - neemraam 150 zijn een kopplaat 160 en een.drukrolgestel 170 aangebracht, gedragen door een gemeenschappelijke as 151 bij de betrokken einden daarvan. De gemeenschappelijke as 151 is voorzien van een hefplaat 120 bij het inwendige gedeelte daarvan.Referring now to Figs. 1-9, a preferred embodiment of the invention is shown. As shown in Fig. 1, a receiving frame 150 is mounted on a deck 100, in which frame and from which a ribbon cassette 200 with two reels is loaded and unloaded, the shorter sides of which point forward and backward. On one side of the receiving frame 150 are disposed a head plate 160 and a pressure roller frame 170 supported by a common shaft 151 at its respective ends. The common shaft 151 is provided with a lifting plate 120 at its interior portion.
5 De as 151 is verticaal en horizontaal verschuifbaar door aan-grijping tussen een aangrijpdeel 29 en een samenwerkende sleuf 28. De hefplaat 120 heeft een aangrijppen 121, die aangrijpt op een aangrijpdeel 141, aangebracht bij een achterste einde van een schuifgestel 140, gemonteerd aan het opneemraam 150 10 voor het zodoende naar voren en naar achteren verschuifbaar zijn daarvan. Bij het indrukken van de cassette 200 worden de pennen 143 van het schuifgestel 140 naar achteren gedrukt in de betrokken leisleuven 142. De hefplaat 120 wordt naar achteren gedrukt en omhoog door de pen 121 door middel van geleiding 15 door aangrijping tussen de pennen 122a, aangebracht aan tegenover elkaar liggende zijden van de hefplaat 120 en diagonale leisleuven 102, 102, gevormd in een zijwand van het deck 100.The shaft 151 is slidable vertically and horizontally by engaging between an engaging part 29 and a cooperating slot 28. The lifting plate 120 has an engaging 121, which engages an engaging part 141, mounted at a rear end of a sliding frame 140, mounted on the receiving frame 150 10 for thus being slidable forwards and backwards. When the cassette 200 is pushed in, the pins 143 of the sliding frame 140 are pushed back into the respective guide slots 142. The lifting plate 120 is pushed back and mounted upwardly by the pin 121 by guide 15 through engagement between the pins 122a. on opposite sides of the lifting plate 120 and diagonal guide slots 102, 102 formed in a side wall of the deck 100.
De pen 121 wordt teruggetrokken in een sleuf 101, gevormd in het deck 100. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm is een grendel-20 deel 60 aangebracht langs de sleuf 101, welk deel op een tussenliggende plaats draaibaar wordt gedragen op het deck 100 door een pen 62 op een plaats in het inwendige van de sleuf 101. Het grendeldeel 60 heeft een aangrijparmged'eelte 81 bij een voorste gedeelte daarvan, welk armgedeelte zich in het algemeen uit-25 strekt langs de leisleuf 101, zoals weergegeven in de fig.2 en 3. Een aangrijptrap 63 is gevormd aan het grendeldeel 60 op een plaats naar voren ten opzichte van de pen 62, waarbij verder een grendelgedeelte 64 is gevormd aan het grendeldeel 60 op een plaats naar voren ten opzichte van de aangrijptrap 63. Het 30 is dus duidelijk, dat de pen 121 werkzaam is op de aangrijptrap 63 tijdens de laatste fase van de terugtrekbaan daarvan voor het rechtsom draaien van het grendeldeel 60 in fig.2, en het in het grendelgedeelte 64 plaatsen van de pen 121. Het grendel- 790 77 37 - 5 - deel 3D bevat een aan te trekken deel 65 op een plaats in het inwendige van het grendeldeel 6D. Een elektromagnetisch grenoel-mechanisme BB is aangebracht aan het deck 100 in samenhang met hei aan te trekken deel 65. Tijdens de terugtrekbaan van het 5 schuifgestel 140 wordt een gewoonlijk open schakelaarmechanisme 95, dat .is aangebracht aan de zijde van het deck 100, gesloten voor het geleidend maken van het elektromagnetisch mechanisme SS, zodat dit het aan te trekken deel 65, tot aanligging trekt. Dan grijpt de pen 121 de trap S3 aan van het grendelgedeelte 64 10 waardoor een positieve grendeling wordt verkregen, zoals weergegeven in' fig.3. Tegelijkertijd wordt de hefplaat 120 in een verhoogde stand gehouden, waardoor de cassette 200 in zijn binnenste geladen stand wordt gehouden. Het aan te trekken deel 65 is draaibaar verbonden met het achterste eindgedeelte van het 15 grendeldeel 60 door een as 67. Een aanslag 68 is gevormd aan het grendeldeel 60 voor het voorkomen van het te verdraaien van het aan te trekken deel 65, zodat het elektromagnetische mechanisme B6 zonder falen en betrouwbaar het aan te trekken deel 65 kan aantrekken.The pin 121 is retracted into a slot 101 formed in the deck 100. In the present embodiment, a latch 20 portion 60 is provided along the slot 101, which portion is rotatably supported on the deck 100 at an intermediate location by a pin 62 at a location in the interior of the slot 101. The locking member 60 has a gripping arm portion 81 at a front portion thereof, which arm portion generally extends along the guide slot 101, as shown in FIGS. 2 and 3 An engagement stage 63 is formed on the locking member 60 in a forward position relative to the pin 62, furthermore, a locking portion 64 is formed on the locking portion 60 in a forward position relative to the engagement stage 63. Thus, it is clear that the pin 121 acts on the engagement stage 63 during the final phase of its retraction path for rotating the latch member 60 clockwise in FIG. 2, and inserting the pin 121 into the latch portion 64. latch 790 77 37 - 5 - part 3D includes a pull-on part 65 at a location in the interior of the latch part 6D. An electromagnetic barrier mechanism BB is mounted on the deck 100 in conjunction with the part 65 to be attracted. During the retraction path of the sliding frame 140, a normally open switch mechanism 95 mounted on the side of the deck 100 is closed. for making the electromagnetic mechanism SS conductive, so that it pulls the part 65 to be attracted into contact. Then the pin 121 engages the stage S3 of the latch portion 64, thereby obtaining a positive latch, as shown in FIG. 3. At the same time, the lifting plate 120 is held in an elevated position, keeping the cassette 200 in its innermost loaded position. The pull-on portion 65 is pivotally connected to the rear end portion of the locking portion 60 by a shaft 67. A stop 68 is formed on the locking portion 60 to prevent twisting of the pulling portion 65 so that the electromagnetic mechanism B6 can fail without failure and reliably attract the part 65 to be attracted.
20 De kopplaat 160 heeft een haak 161 aan een voorste einde daarvan. Een spanveer 162 is aangebracht tussen de haak 161 en het deck 100. De kopplaat 160 heeft een ombuiging 163 op een tussenliggende plaats daarvan, welke ombuiging kan aanliggen tegen een uitstekend gedeelte 173, gevormd aan een voorste eind-25 gedeelte van het drukrolgestel 170. Een spanveer 172 is aangebracht tussen een haak 171, gevormd bij het draaipunt van het drukrolgestel 170, en het deck 100 en strekt zich evenwijdig uit aan de spanveer 162. Een kop 165 is gemonteerd aan de kopplaat ISO op een plaats naar voren ten opzichte van de ombuiging 30 163. Een drukrol 175 is gemonteerd aan het drukrolgestel 170.The head plate 160 has a hook 161 at a front end thereof. A tension spring 162 is disposed between the hook 161 and the deck 100. The head plate 160 has a deflection 163 at an intermediate location thereof, which deflection can abut a protruding portion 173 formed at a front end portion of the pressure roller frame 170. A tension spring 172 is disposed between a hook 171 formed at the pivot of the pressure roller frame 170, and the deck 100 and extends parallel to the tension spring 162. A head 165 is mounted on the head plate ISO in a position forward from the bend 30 163. A pressure roller 175 is mounted on the pressure roller frame 170.
De kop 165 en de drukrol 175 bevinden zich in een opening 155, gevormd in een zijde van het opneemraam 150, en kunnen voortbewegen naar een registreer/weergeefvlak 201 van de cassette 79077 37 • 4 - 6 - 200 die in het opneemraam 150 is geplaatst. Voor het voortbewegen en terugbrengen van de Kop 165 en de druKrol 175 is een bedieningsas 166, coaxiaal met een as 164, voor het monteren van de Kop 165 daaraan, aangebracht, welKe as uitsteeKt vanaf 5 het ondervlaK van de Kopplaat 160. Tijdens de werKing, waarbij de cassette 200 in de achterste geladen stand van het opneemraam 150 wordt gestoKen en gegrendeld, wordt de hefplaat 120 met de cassette teruggetroKKen binnen de begrenzing van de lengte van de leisleuf 102, 102. De Kopplaat 160 en het druKrolgestel 170 10 worden ooK naar achteren gebracht door de gemeenschappelijKe as 151, die aangrijpt op de hefplaat 120. Het vasthouden van de bedieningsas 166 door een noKrand 106a van de noKsleuf 106, wordt opgeheven, zodat de Kop 165 en de druKrol 175 worden voortbewogen in de opening 155 door de werKing van de veer 162. Wan-15 neer daarentegen de cassette 200 wordt gelost, is de noKrand 106a werKzaam voor het zodanig leiden van de bedieningsas 166, dat de Kop 165 en de druKrol 175 van de opening worden weggebracht.The head 165 and the pressure roller 175 are located in an opening 155 formed in one side of the receiving frame 150 and can advance to a recording / reproducing surface 201 of the cassette 79077 37 • 4 - 6 - 200 placed in the receiving frame 150 . For advancing and returning the Head 165 and the pressure roller 175, an actuation shaft 166, coaxial with a shaft 164, for mounting the Head 165 thereto, is provided, which axis protrudes from 5 the under surface of the Head plate 160. During operation wherein the cassette 200 is inserted into the rear loaded position of the receiving frame 150 and latched, the lifting plate 120 with the cassette is retracted within the length limit of the guide slot 102, 102. The head plate 160 and the roller frame 170 are also supported. brought back by the common shaft 151, which engages the lifting plate 120. The holding of the operating shaft 166 by a cam rim 106a of the cam slot 106 is lifted, so that the Head 165 and the pressure roller 175 are advanced into the opening 155 by the operation of the spring 162. On the other hand, when the cassette 200 is released, the rim 106a is effective for guiding the operating shaft 166 such that the Head 165 and the pressure roller 175 of the The opening will be removed.
De gemeenschappelijKe as 151 grijpt aan in een hoeKige 20 leisleuf 103 van het decK 100 door een rol, coaxiaal met de gemeenschappelijKe as 151. De gemeenschappelijKe as 151 grijpt verder aan op de hefplaat 120 door de aangrijping van een andere rol, eveneens coaxiaal met de as 151, in een zijdelingse leisleuf voor een zijdelingse beweging. Wanneer derhalve de hef-25 plaat 120 wordt voortbewogen en omhoog, wordt de gemeenschappelij Ke as 151 vanuit de in fig.2 weergegeven stand enigszins naar het opneemraam 150 bewogen langs de leisleuf 103 en in de in fig.2 weergegeven stand gebracht. Niet alleen het druKrolgestel 170 maar ooK de Kopplaat 160 wordt dus naar het opneem-30 raam 150 getroKKen, zodat de Kop 165 nauwKeurig tegen een lint Kan druKKen. Wanneer de Kopplaat 160 en het druKrolgestel 170 terugKeren, worden de Kop 165 en de druKrol 175 gescheiden van het lint in de cassette 200. De hefplaat 120 heeft een uitge- 790 7 7 37 « 4 - 7 - spaard gedeelts 126, dat naar boven uitsteekt voor het opnemen van een vliegwiel daarin. Het vliegwiel is aangebracht aan het ondervlak van de hefplaat 120 en bevindt zich zodoende in het uitgespaarde gedeelte 126. Een kaapstander 10, coaxiaal met 5 het vliegwiel, wordt met de hefplaat 120 omhoog of omlaag bewogen en in een gat 202 geplaatst van de cassette 200, gestoken in het opneemraam 150. De drukrol 175 kan door het lint tegen de kaapstander drukken op een plaats voor het tot stand brengen van een gewenste linttoevoer. Met het verwijzingscijfer 104a 10 is een leias aangeduid, die is gestoken in een leisleuf 124, gevormd in de hefplaat 120 voor het leiden van het omhoog en omlaag bewegen van de hefplaat 120.The common shaft 151 engages in a cover 20 guide slot 103 of the DECK 100 by a roller coaxial with the common shaft 151. The common shaft 151 further engages the lift plate 120 by engaging another roller, also coaxial with the shaft 151, in a lateral guide slot for lateral movement. Therefore, as the lifting plate 120 is advanced and raised, the common shaft 151 is moved slightly from the position shown in Figure 2 to the receiving frame 150 along the guide slot 103 and brought into the position shown in Figure 2. Thus, not only the pressure roller frame 170, but also the head plate 160 is drawn to the receiving frame 150, so that the Head 165 can PRINT accurately against a ribbon. When the Head Plate 160 and the Pressure Roller Frame 170 return, the Head 165 and Pressure Roller 175 are separated from the ribbon in the cassette 200. The lift plate 120 has a recessed portion 790 7 7 37 37 4 - 7 that extends upwardly. protrudes to receive a flywheel therein. The flywheel is mounted on the bottom surface of the lift plate 120 and is thus located in the recessed portion 126. A capstan 10, coaxial with the flywheel, is raised or lowered with the lift plate 120 and placed in a hole 202 of the cassette 200 inserted into the receiving frame 150. The pressure roller 175 may press through the ribbon against the capstan at a location to accomplish a desired ribbon supply. Reference numeral 104a 10 denotes a slate inserted into a slit 124 formed in the lift plate 120 for guiding the lift plate 120 up and down.
Een eerste bedieningshefboom 20 is aangebracht aan een zijgedeelte van het deck 100 voor het tot stand brengen van het 15 snel toevoeren, en is voorzien van een terugstslveer 23. Bij het indrukken van de hefboom 20 wordt een kanteldeel 108 in de stand volgens fig.4 gedwongen te draaien. Een punteindgedeelte van een overschakelplaat 40 wordt dan gedraaid rond een as 86.A first operating lever 20 is mounted on a side portion of the deck 100 to effect fast feeding, and is provided with a return spring 23. When the lever 20 is depressed, a tilting member 108 becomes in the position of FIG. 4 forced to run. A tip end portion of a shift plate 40 is then rotated about an axis 86.
Als gevolg hiervan wordt een vergrendelend draaiorgaan 42 in 20 aangrijping gebracht in een klein tandwiel 51, dat samenhangt met een andere haspelaandrijfdeel 122. Een tweede bedieningshef-boom 30 is aangebracht bij de eerste bedieningshefboom 20 op een plaats naar buiten ten opzichte van de hefboom 20. De tweede bedieningshefboom 30 is in horizontale richting naar binnen 25 gebogen. Een langwerpige sleuf 32, gevormd in de tweede bedieningshefboom 30, ligt in lijn met een langwerpige sleuf 22 van de eerste bedieningshefboom 20. Deze sleuven 22 en 32 grijpen leipennen 107, 107 aan voor het zodoende daarin laten verschuiven van de betrokken hefbomen. Een terugstelveer 33 is aange-30 bracht tussen de hefboom 30 en het deck 100. De hefbomen 20 en 30 hebben aan de betrokken punteinden daarvan diagonale randen 24 en 34. Deze diagonale randen 24 en 34 kunnen aanliggen tegen de bedieningsas 166 van de kopplaat 160. Wanneer een van de 790 77 37 • * - a - of beide hefbomen 20 en 30 worden ingedrukt, wordt de kopplaat 160 teruggetrokken vanuit de stand volgens fig.4 door de bedie-ningsas 166. Dienovereenkomstig wordt ook het drukrolgestel 170 teruggetrokken, waarbij het draait rond de gemeenschappelijke 5 as 151. De kop 165 en de drukrol 175 worden dus verwijderd vanaf de k®pstander 100 en het lintvlak. Wanneer beide hefbomen 20 en 30 worden ingedrukt, wordt een pen 117 van een verbindings-orgaan 116 tussen de randen 27 en 37' gedrukt, gevormd in de leisleuven 26 en 36 van de hefbomen 20 en 30 voor het vergren-10 delen van het verbindingsorgaan 116. Een L-vormig verbindings-orgaan 147 wordt gedraaid voor het via een bedieningsgedeelte daarvan bedienen van een contactdeel 145 van een schakelaar 144 opgenomen in een keten, die samenhangt met het elektromagnetische mechanisme 66 voor het openen van de schakelaar 144. Bij 15 het openen van de schakelaar 144 wordt het aantrekken van het aan te trekken deel 65 opgeheven, zodat het grendeldeel 50 wordt gedraaid vanuit de stand volgens fig.3 voor het terugbrengen van de pen 121 naar zijn oorspronkelijke stand. Zodoende wordt het opheffen van de grendeling bereikt.As a result, a locking pivot 42 is engaged in a small gear 51 associated with another reel drive member 122. A second operating lever 30 is provided at the first operating lever 20 at a location outwardly of the lever 20 The second operating lever 30 is bent inward in a horizontal direction. An elongated slot 32 formed in the second actuating lever 30 is aligned with an elongated slot 22 of the first actuating lever 20. These slots 22 and 32 engage guide pins 107, 107 to thereby slide the respective levers therein. A return spring 33 is mounted between the lever 30 and the deck 100. The levers 20 and 30 have diagonal edges 24 and 34 at their respective tip ends. These diagonal edges 24 and 34 can abut the operating shaft 166 of the head plate 160 When either of the 790 77 37 * a - or both levers 20 and 30 are depressed, the head plate 160 is retracted from the position of FIG. 4 by the actuator shaft 166. Accordingly, the pressure roller frame 170 is also retracted, thereby it rotates about the common axis 151. Thus, the head 165 and the pressure roller 175 are removed from the k-stand 100 and the ribbon face. When both levers 20 and 30 are depressed, a pin 117 of a connector 116 is pressed between the edges 27 and 37 'formed in the guide slots 26 and 36 of the levers 20 and 30 for locking the connector 116. An L-shaped connector 147 is rotated for operating a contact portion 145 of a switch 144 included in a circuit associated with the electromagnetic mechanism 66 for opening the switch 144 through an operating portion thereof. opening the switch 144, the pulling of the pull-on portion 65 is released, so that the locking portion 50 is rotated from the position of FIG. 3 to return the pin 121 to its original position. Thus, the release of the lock is achieved.
20 In overeenstemming met deze uitvoeringsvorm wordt de hefplaat 120 bediend in antwoord op het laden en lossen van de cassette 200 voor het tot stand brengen en grendelen van de re-gistreer/weergeefwerking . Meer in het bijzonder kan het schuifraam 140 met de cassette 200 verschuiven voor het bedienen van 25 het grendeldeel 60, waartegen het aan te trekken deel 65 is aangetrokken, en dat kan worden aangetrokken en gegrendeld door het elektromagnetische mechanisme 66. Zodoende wordt dus het goed grendelen verder verzekerd. Bovendien is bij deze uitvoeringsvorm de moeilijkheid opgeheven van het naar binnen drukken 30 van de cassette 200 tijdens de laatste fase van het laden, en de noodzaak van het doordrukken van de cassette voor het grendelen, in plaats waarvan een eenvoudig en geleidelijk laden en grendelen is verschaft. Omdat bovendien de trekkracht van het 790 77 37 - 9 - elektromagnetische mechanisme wordt gebruikt bij het grendelen, kan de mechaniscne constructie voor het grendelen worden vereenvoudigd. Derhalve kan ook het uitstoten gemakkelijk worden uitgevoerd door het eenvoudig uitschakelen van stroom.In accordance with this embodiment, the lifting plate 120 is operated in response to loading and unloading the cassette 200 to effect and lock the record / playback operation. More specifically, the sliding window 140 can slide with the cassette 200 to operate the latch member 60 against which the member 65 to be attracted is attracted, and which can be attracted and latched by the electromagnetic mechanism 66. Thus, it becomes good locking further insured. In addition, in this embodiment, the difficulty of pushing the cassette 200 inward during the final loading phase, and the need to push the cassette through for locking, has been eliminated, instead of which is simple and gradual loading and locking provided. In addition, since the tensile force of the 790 77 37 - 9 electromagnetic mechanism is used when locking, the mechanical construction for locking can be simplified. Therefore, the ejection can also be easily performed by simply turning off the power.
5 Thans wordt een bedieningshefboommechanisme in de onder havige lintspeler beschreven.An operating lever mechanism in the present ribbon player is now described.
In het algemeen vereist een lintspeler verschillende bedieningen, zoals uitstoten, terugwinden, stilzetten, schakelaar-werkingen, enz. Deze bedieningen worden in het algemeen uitge-10 voerd door afzonderlijke bedieningshefbomen. Derhalve zijn evenveel bedieningshefbomen nodig als bedieningen, waardoor een niet juiste bediening als gevolg van een niet juiste keuze van de hefbomen, mogelijk wordt veroorzaakt. Wanneer twee naburige hefbomen verkeerd gelijktijdig worden ingedrukt, is een mecha-15 nisme van de lintspeler mogelijk onderhevig aan beschadiging of vervorming, waardoor een ongewenste foute bediening of fatale beschadiging van het totale mechanisme van de lintspeler wordt veroorzaakt.Generally, a ribbon player requires various operations, such as ejection, rewind, shutdown, switch operations, etc. These operations are generally performed by separate operating levers. Therefore, as many actuation levers are required as actuations, possibly causing improper actuation due to improper lever selection. When two adjacent levers are incorrectly depressed simultaneously, a tape player mechanism may be subject to damage or deformation, causing unwanted misoperation or fatal damage to the ribbon player's overall mechanism.
3ij een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige lint-20 speler, is verder een mechanisme aangebracht, dat twee bedieningshef bomen omvat, welke hefbomen elk bij het afzonderlijk indrukken bijbehorende bedieningen tot stand kunnen brengen, en bij het gezamenlijk indrukken een andere bediening tot stand kunnen brengen.In a preferred embodiment of the present ribbon-20 player, a mechanism is further provided which comprises two operating levers, each of which levers can perform corresponding actuations when pressed separately, and can accomplish different actuation when pressed together.
25 Twee haspelaandrijfdelen 122 en een motor 126 zijn aange bracht aan de hefplaat 120. Rond één van de haspelaandrijfdelen 122 is coaxiaal daarmee een opneemdraaiorgaan 50 aangebracht, voorzien van een tandwiel rond de omtrek daarvan, zoals weergegeven in de fig.4 en 5. Het opneemdraaiorgaan 50 kan draaien in 30 een gebruikelijke richting wanneer het in aangrijping is met een tussenliggend draaiorgaan 41, zoals weergegeven in fig.4. In de toestand volgens fig.5 daarentegen waarin het kleine tandwiel 51, coaxiaal met het andere haspelaandrijfdeel 122, in aan- 790 77 37 » « - 10 - grijping is met een vergrendelend draaiorgaan 42, vergrendeld door het tussenliggende draaiorgaan 41 en een uit een stuk daarmee gevormd klein tandwiel 43, wordt het andere haspelaandrijf-deel 122 gedraaid, waarbij het ene haspelaandrijfdeel 122 vrij-5 loopt voor het tot stand brengen van een omgekeerd toevoeren.Two reel drive parts 122 and a motor 126 are mounted on the lifting plate 120. Around one of the reel drive parts 122 there is arranged a pick-up rotary member 50 provided with a gear wheel around the circumference thereof, as shown in Figs. 4 and 5. take-up pivot 50 can rotate in a conventional direction when engaged with an intermediate pivot 41, as shown in FIG. 4. In the state of Figure 5, on the other hand, in which the small gear 51, coaxial with the other reel drive portion 122, engages a locking pivot 42, locked by the intermediate pivot 41 and one of a piece of small gear 43 formed therewith, the other reel drive portion 122 is rotated, with one reel drive portion 122 idling to effect reverse feeding.
Een eerste aandrijfriem 112 is gewonden tussen een motorschijf 129 en twee tussenschijven 111, 111, aangebracht aan het ondervlak van de hefplaat 120, waarbij een tweede aandrijfriem 113 is gewonden tussen een van de tussenschijven 111 en een over-10 brengingsdraaiorgaan 85, aangebracht aan de hefplaat 120 door een draaizitting 125. Het overbrengingsdraaiorgaan 85 heeft een klein tandwiel 87, coaxiaal daarmee, dat in aangrijping kan zijn met het tussenliggende draaiorgaan 41. De draaiaandrijving vanaf een motor 128 wordt dus overgebracht naar het opneemdraai-15 orgaan 50 en het tussenliggende draaiorgaan 41. Het tussenliggende draaiorgaan 41 wordt gedragen door een onderste eindge-deelte van de overschakelplaat 40, die kan draaien rond een as 86 van het overbrengingsdraaiorgaan 85. De overschakelplaat 40 heeft het vergrendelende draaiorgaan 42 op een tussenliggende 20 plaats daarvan, en een langwerpige leisleuf 44 in een punteind-gedeelte daarvan, in welke sleuf een pen 123 aangrijpt van de hefplaat 120 voor het zodoende verschuiven ten opzichte van de hefplaat 120. Het punteinde van de overschakelplaat 40 heeft een bedieningsgedeelte 45, dat naar beneden is gebogen en kan 25 aanliggen tegen een veerkrachtig deel 109 van het kanteldeel 108, aangebracht aan de onderkant van het deck 100.A first drive belt 112 is wound between a motor disc 129 and two intermediate discs 111, 111 mounted on the bottom surface of the lifting plate 120, a second drive belt 113 wound between one of the intermediate discs 111 and a transmission turning member 85 mounted on the lift plate 120 through a pivot seat 125. The transmission pivot 85 has a small gear 87, coaxial thereto, which may engage the intermediate pivot 41. Thus, the pivot drive from a motor 128 is transferred to the pivot pivot 50 and the intermediate pivot 41. The intermediate pivot 41 is supported by a lower end portion of the shift plate 40 which can rotate about an axis 86 of the gear pivot 85. The pivot plate 40 has the locking pivot 42 at an intermediate location thereof, and an elongated guide slot 44 in a tip end portion thereof, in which slot a pin 123 engages v of the lifting plate 120 for sliding therewith relative to the lifting plate 120. The tip end of the switching plate 40 has an operating portion 45 which is bent down and can abut a resilient part 109 of the tilting part 108 arranged at the bottom of the deck 100.
Het kanteldeel 108 heeft een uitsteeksel 108a, dat is opgenomen in een aangrijpgedeelte 21, gevormd aan een zijde van de eerste bedieningshefboom 20. De hefboom 20 is verschuif-30 baar ten opzichte van het deck 100 door aangrijping van de lei-pen 107 van het deck 100 in de langwerpige sleuf 22 van de hefboom 20. Een terugstelveer 23 is aangebracht tussen de hefboom 20 en het deck 100.The tilting part 108 has a projection 108a, which is received in an engaging portion 21, formed on one side of the first operating lever 20. The lever 20 is slidable with respect to the deck 100 by engaging the guides 107 of the deck 100 in the elongated slot 22 of the lever 20. A return spring 23 is arranged between the lever 20 and the deck 100.
790 7 7 37 - 11 -790 7 7 37 - 11 -
De algemene bedieningen van de eerste en tweede bedie-ningshefbomen zijn zoals hiervoor vermeld. De bedieningshefboom 20 en/of de bedieningshefboom 30 wordt in de ingedrukte stand gehouden door aangrijping van de trap 25 en/of de trap 35, 5 gevormd bij een onderste gedeelte of gedeelten van de diagonale rand of randen 24, 34, op de bedieningsas 186. Wanneer echter de bedieningshefboom 30 (of 20) wordt ingedrukt onder omstandigheden, waarin de bedieningshefboom 20 (of 30) wordt aangegrepen, wordt de aangrijping van de hefboom 20 (of 30) opgeheven. De 10 aangrijping kan dus gemakkelijk worden opgeheven waarbij de bedieningshefboom kan worden teruggesteld vanuit zijn ingedrukte stand door een betrekkelijk kleine kracht.The general operations of the first and second operating levers are as mentioned above. The operating lever 20 and / or the operating lever 30 is held in the depressed position by engagement of the step 25 and / or the step 35, 5 formed at a lower portion or portions of the diagonal edge or edges 24, 34, on the operating shaft 186 However, when the operating lever 30 (or 20) is depressed under conditions in which the operating lever 20 (or 30) is engaged, the engagement of the lever 20 (or 30) is released. Thus, the engagement can be easily released, whereby the operating lever can be reset from its depressed position by a relatively small force.
Zoals gezegd zijn de bedieningshefbomen 20 en 30 zodanig geplaatst, dat de betrokken leisleuven 26 en 36 daarvan in lijn 15 kunnen liggen, waarbij de sleuven 26 en 36 halzen 27 en 37 hebben, die onderling symmetrisch zijn gevormd, zoals weergegeven in fig.S. In de leisleuven 26 en 35 is de aangrijppen 117 geplaatst van het verbindingsorgaan 116, dat aan het onderste einde daarvan draaibaar is verbonden met de onderkant van het 20 deck 100. Een schakelaarmechanisme 144, opgenomen in een elek trische keten van het elektromagnetische mechanisme 66, is aangebracht aan het deck 100. Het schakelaarmechanisme 144 heeft een beweegbaar contactdeel 145, dat kan aanliggen tegen een be-dieningsgedeelte 148 van een L-vormig deel 147. Het L-vormige 25 deel 147 wordt op een tussenliggende plaats daarvan draaibaar gedragen door de onderkant van het deck 100, en is aan een einde daarvan door een as 118 draaibaar verbonden met een eindge-deelte van het verbindingsorgaan 116. Wanneer beide bedieningshef bomen 20 en 30 worden ingedrukt, wordt de aangrijppen 117 30 verplaatst onder het vasthouden daarvan tussen de halzen 27 en 37, zoals weergegeven in fig.7(D). Het L-vormige deel 147 wordt dan gedraaid rond 149 voor het losmaken van het beweegbare contactdeel 145 vanaf een contact 146 door het bedieningsgedeelte 790 7 7 37 / - 12 - 148. Als gevolg hiervan wordt het elektromagnetische mechanisme 66 stroomloos gemaakt voor het mogelijk maken van het uitstoten.As mentioned, the operating levers 20 and 30 are positioned so that the respective guide slots 26 and 36 thereof can be in line 15, the slots 26 and 36 having necks 27 and 37 mutually symmetrical, as shown in FIG. In the guide slots 26 and 35, the engagements 117 of the connector 116, which is rotatably connected at the lower end thereof to the bottom of the deck 100, are placed. A switch mechanism 144, included in an electrical circuit of the electromagnetic mechanism 66, is mounted on the deck 100. The switch mechanism 144 has a movable contact portion 145 which can abut an operating portion 148 of an L-shaped portion 147. The L-shaped portion 147 is rotatably supported at an intermediate location thereof. bottom of the deck 100, and at one end thereof is rotatably connected by a shaft 118 to an end portion of the connector 116. When both operating levers 20 and 30 are depressed, the engagements 117 30 are moved between the two necks 27 and 37, as shown in Figure 7 (D). The L-shaped portion 147 is then rotated around 149 to release the movable contact portion 145 from a contact 146 through the operating portion 790 7 7 37 / - 12 - 148. As a result, the electromagnetic mechanism 66 is de-energized to allow of emitting.
Het werkverband tussen de leisleuven 26 en 36 is weergegeven in fig.7. Wanneer geen van de bedieningshefbomen 20 en 30 5 is ingedrukt, bevinden de halzen 27 en 37 en de aangrijppen 117 zich in het in fig.7(A) weergegeven verband. Het geval, waarin een van de bedieningshefbomen 20 en 30 is ingedrukt, is weergegeven in fig.7(B] en (C). De aangrijppen 117 wordt naar een zijde gedrukt maar niet naar achteren verplaatst. In tegen-10 stelling daarmee wordt, wanneer beide bedieningshefbomen 20 en 30 worden ingedrukt, de aangrijppen geklemd tussen de halzen 27 en 37 en naar achteren gebracht voor het tot stand brengen van het uitstoten.The working relationship between the guide slots 26 and 36 is shown in Figure 7. When none of the operating levers 20 and 30 are depressed, the necks 27 and 37 and the engagements 117 are in the relationship shown in Figure 7 (A). The case where one of the operating levers 20 and 30 is depressed is shown in Figures 7 (B] and (C). The engagements 117 are pushed to one side but not moved backward. when both operating levers 20 and 30 are depressed, the engagements are clamped between necks 27 and 37 and brought back to effect the ejection.
Thans wordt het uitstoten besproken. Bij het indrukken 15 van de eerste bedieningshefboom 20 wordt het kanteldeel 108 door het uitsteeksel 108a daarvan, opgenomen in het aangrijpgedeelte 21, gedraaid. De overschakelplaat 40 wordt dan verplaatst vanuit de stand volgens fig.4 naar de stand volgens fig.5 voor het in aangrijping in het kleine tandwiel 51 brengen van het vergrende-20 lende draaiorgaan 42. Tegelijkertijd is de diagonale rand 24 van de hefboom 20 werkzaam op de bedieningsas 166 voor het terugtrekken van de kopplaat 160 en het drukrolgestel 170 voor het tot stand brengen van het omgekeerd toevoeren. Bij het indrukken van de tweede bedieningshefboom 30 daarentegen is de diagonale 25 rand 34 werkzaam voor het terugtrekken van de kopplaat 160 en het drukrolgestel 170. Derhalve wordt de linttoevoer door de kaapstander uitgeschakeld, en wordt het aandrijven door het has-pelaandrijfdeel 122 werkzaam. Het linttoevoeren door het haspel-aandrijfdeel wordt uitgevoerd met een snelheid, die hoger ligt 30 dan die door de kaapstander 10. Zodoende wordt dus een snel toevoeren tot stand gebracht. Door het gelijktijdig indrukken van de bedieningshefbomen 20 en 30, wordt verder de aangrijppen 117 naar achteren bewogen voor het openen van het schakelaarmecha- 790 7 7 37 - 13 - nisme 144 en het stroomloos maken van het elektromagnetische mechanisme SS voor het uitvoeren van het uitstoten.Ejection is now discussed. When the first operating lever 20 is pressed, the tilting part 108 is rotated through the projection 108a thereof, received in the engaging part 21. The shift plate 40 is then moved from the position of FIG. 4 to the position of FIG. 5 to engage the small gear 51 in engagement with the locking gear 42. At the same time, the diagonal edge 24 of the lever 20 operates on the actuator shaft 166 for retracting the head plate 160 and the pressure roller frame 170 for effecting reverse feeding. When the second operating lever 30 is depressed, on the other hand, the diagonal rim 34 acts to retract the head plate 160 and the pressure roller frame 170. Therefore, the ribbon supply is turned off by the capstan, and the driving by the reel drive portion 122 is activated. The ribbon feeding through the reel drive part is performed at a speed higher than that of the capstan 10. Thus, fast feeding is accomplished. Further, by simultaneously depressing the operating levers 20 and 30, the engagements 117 are moved backward to open the switch mechanism 144 and de-energize the electromagnetic mechanism SS to perform the ejection .
Overeenkomstig de onderhavige uitvoeringsvorm kunnen het weer opwinden en het snel toevoeren tot stand worden gebracht 5 door resp. de eerste en de tweede bedieningshefboom. Bovendien kan een uitstoten eveneens tot stand worden gebracht door het gelijktijdig indrukken van de eerste en tweede bedieningshef-bomen. Drie werkingen, die gewoonlijk worden aangevoerd door drie bedieningshefbomen, kunnen dus tot stand worden gebracht 10 door twee bedieningshefbomen, waardoor de constructie van het gehele mechanisme wordt vereenvoudigd. Verder heeft de uitvoeringsvorm het voordeel, dat mogelijke beschadiging of vervorming, veroorzaakt in het bekende mechanisme door een foute bediening, zoals het gelijktijdig indrukken van twee hefbomen, 15 kan worden opgeheven.In accordance with the present embodiment, the rewinding and fast feeding can be accomplished by resp. the first and second operating levers. In addition, ejection can also be accomplished by simultaneously depressing the first and second operating levers. Thus, three operations, usually supplied by three operating levers, can be accomplished by two operating levers, simplifying the construction of the entire mechanism. Furthermore, the embodiment has the advantage that possible damage or deformation caused in the known mechanism by incorrect operation, such as pressing two levers simultaneously, can be eliminated.
3ij een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige lintspeler wordt een ander verbeterd uitstootmechanisme gebruikt .In another preferred embodiment of the present ribbon player, another improved ejection mechanism is used.
In een bekende lintspeler, die het uitstoten tot stand 20 kan brengen, hangt het uitstoten samen met verplaatsing van een kop en een drukrol met betrekking tot een geladen cassette. Derhalve is in het algemeen een mechanisme voor het uitvoeren van het uitstoten, samengevoegd met of geplaatst op een mechanisme voor het verplaatsen, meer in het bijzonder voortbewegen en te-25 rugtrekken van de kop en de drukrol. Dit veroorzaakt een vergroting van de dikte van een gedeelte van de lintspeler, waar het met de verplaatsing van de kop en de drukrol samenhangende mechanisme, is samengevoegd met of geplaatst op het met het uitstoten samenhangende mechanisme. De totale dikte van de lintspe-30 Ier wordt eveneens vergroot. Dit is niet gewenst voor een lintspeler, die moet worden gemonteerd in een automobiel. Voor het tot stand brengen van het uitstoten van een cassette, die gewoonlijk kan worden onderworpen aan een dergelijk uitstoten, 79077 37 - 14 - is het verder essentieel een cassettelaadbasis of een hefbasis, voorzien van haspelbases daaraan, ten opzichte van een decK op te heffen. Hiervoor worden in het algemeen asdelen gebruikt* als leimiddelen voor het uitvoeren van het nauwkeurig opheffen. Der-5 gelijke asdelen vereisen echter een aanzienlijke bedieningsruim-te, zodat de totale afmeting van de lintspeler groot wordt. Hoewel de leimiddelen een constructie kunnen hebben, die gemeenschappelijk bruikbaar is voor andere mechanismen in de lintspeler voor het verkleinen van de afmeting daarvan, is het in een 10 dergelijk geval moeilijk een nauwkeurige werking te verwachten van de mechanismen. Deze mogelijkheid voorkomt een goede bediening van de lintspeler. Wanneer vergrendelende verbindingsorga- ' nen worden gebruikt voor een vergrendelstelsel, wordt bovendien de totale constructie van de lintspeler, omvangrijk.In a known ribbon player, which can effect the ejection, the ejection is associated with displacement of a head and a pressure roller with respect to a loaded cassette. Thus, generally, a knockout mechanism is associated with, or placed on, a mechanism for moving, more particularly, advancing and retracting the head and pressure roller. This causes an increase in the thickness of a portion of the tape player where the mechanism associated with the movement of the head and the pressure roller is joined to or placed on the ejection associated mechanism. The overall thickness of the ribbon tape is also increased. This is not desirable for a tape player to be mounted in an automobile. In order to effect the ejection of a cassette, which can usually be subjected to such ejection, it is further essential to lift a cassette loading base or a lifting base, provided with reel bases thereon, with respect to a decK . Shaft parts are generally used for this purpose * as guiding means for performing precise lifting. However, such shaft parts require considerable operating space, so that the overall size of the tape player becomes large. Although the guide means may have a construction which is common to other mechanisms in the ribbon player for reducing their size, in such a case it is difficult to expect accurate operation of the mechanisms. This feature prevents proper operation of the ribbon player. Moreover, when locking connectors are used for a locking system, the overall construction of the tape player becomes bulky.
15 Bij de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige lint speler zijn derhalve voor het opheffen van de nadelen van de bekende lintspeler het mechanisme voor het verplaatsen van de kop en de drukrol, en het mechanisme voor het opheffen en neerlaten van de cassettelaadbasis, gescheiden van elkaar, en aange-20 bracht aan weerszijden van een cassettelaadgebied, dat in het midden in de lintspeler is gevormd.Accordingly, in the preferred embodiment of the present ribbon player, in order to overcome the drawbacks of the known ribbon player, the mechanism for moving the head and the pressure roller, and the mechanism for lifting and lowering the cassette loading base, are separated from each other, and arranged on either side of a cassette loading area formed in the center of the ribbon player.
Meer in het bijzonder heeft, zoals weergegeven in fig.More specifically, as shown in FIG.
10, een deck 400, dat naar beneden is gebogen bij een cassette-laadingangsgedeelte, een draaizitting 401 bij een voorste zijge-25 deelte, en een draaizitting 401a bij een voorste eindgedeelte van een leiplaat 305, bevestigd aan een andere zijde van het deck 400 tegenover de draaizitting 401. Leigedeelten 410, gevormd aan tegenover elkaar liggende einden van een cassette-opneemraam 310, en daartussen een cassettelaadgebied vormende, 30 zijn draaibaar verbonden met de draaizittingen 401 en 401a. Het opneemraam 310 heeft de constructie, die is weergegeven in fig. 15. Een stijve drukplaat 411 en een veerkrachtig dun deel 412 zijn op elkaar geplaatst aangebracht aan een zijde van het cas- 790 7 7 37 - 15 - setteopneemraam 310. De drukplaat 411 is gebogen tot een L-vormi-ge gedaante, zoals weergegeven in fig.16, waarbij het veerkrachtige deel 412 een ingangsdrukgedeelte 413 heeft, en tussenliggende drukgedeelten 414, 414, gevormd aan een gedeelte, dat zich 5 verder uitstrekt dan een punteinde van de drukplaat 411 voor het veerkrachtig drukken van een cassette 500, geladen zoals weergegeven in de fig.10 en 11, tegen het opneemraam 310.10, a deck 400 bent down at a cassette loading input section, a swivel seat 401 at a front side section, and a swivel seat 401a at a front end section of a baffle plate 305, attached to another side of the deck 400 opposite the rotary seat 401. Slate portions 410 formed at opposite ends of a cassette receiving frame 310, and forming a cassette loading region therebetween, are pivotally connected to the rotary seats 401 and 401a. The receiving frame 310 has the construction shown in Fig. 15. A rigid pressure plate 411 and a resilient thin portion 412 are superposed on one side of the case 790 7 7 37 - 15 set receiving frame 310. The printing plate 411 is bent into an L-shaped shape, as shown in Fig. 16, with the resilient portion 412 having an input pressure portion 413, and intermediate pressure portions 414, 414 formed at a portion extending beyond a tip end of the pressure plate 411 for resiliently pressing a cassette 500 loaded as shown in Figs. 10 and 11 against the receiving frame 310.
Het cassetteopneemraam 310 heeft verder aan het ondergedeelte daarvan openingen 415 voor het opnemen van haspelaan-10 grijpdelen 515, verder een uitstekend gedeelte 416, gevormd door het buigen van een ingangsgedeelte van het opneemraam 310, en een uitsteeksel 417 aan het achterste gedeelte daarvan. Een punteinde van het uitsteeksel 417 grijpt aan in een eerste sleuf 361 van een schuifdeel 306, bevestigd aan de leiplaat 305. 15 Het uitsteeksel 417 past verder in een gat 368, gevormd in een eindgedeelte van een L-vormig bedieningsdeel 360, geplaatst tussen het opneemraam 310 en het schuifdeel 306. Een onderlegring 367 is los aangebracht tussen het schuifdeel 306 en het L-vormi-ge bedieningsdeel 360 voor het verminderen van de wrijving tus-20 sen het schuifdeel 306 en het bedieningsdeel 360.The cassette receiving frame 310 further has openings 415 at its lower portion for receiving reel engaging portions 515, further a projection 416 formed by bending an entrance portion of the recording frame 310, and a projection 417 at the rear portion thereof. A tip end of the protrusion 417 engages in a first slot 361 of a slider 306 attached to the baffle plate 305. The protrusion 417 further fits into a hole 368 formed in an end portion of an L-shaped actuator 360 positioned between the receiving frame 310 and the sliding part 306. A washer 367 is loosely fitted between the sliding part 306 and the L-shaped operating part 360 to reduce the friction between the sliding part 306 and the operating part 360.
De leiplaat 305 heeft een belangrijke werking bij het ophef f en en neerlaten van de opneembasis 310, en is stevig bevestigd aan het deck 400 door schroeven 455, zoals weergegeven in de fig.10 en 13. Het schuifdeel 306 heeft de eerste aangrijp-25 sleuf 361 met een gebogen gedeelte 361a, zoals weergegeven in fig.15, en een tweede aangrijpsleuf 362. Een pen 350, aangebracht op een tussenliggende plaats van de leiplaat 305, is gestoken door de tweede sleuf 362 en in een gat 360a, gevormd in een hoek van het bedieningsdeel 360. Het schuifdeel 306 heeft 30 een opneemgedeelte 306a, gebogen tot een L-vormige gedaante bij een achterste eindgedeelte van het schuifdeel 306. Het schuifdeel 306 heeft op een plaats daarvan naar voren ten opzichte van de tweede aangrijpsleuf 362, een pen 364, die kan aangrij- 790 77 37 - 16 - pen in een eerste leisleuf 351, gevormd in een voorste gedeelte van de leiplaat 305, en op een achterste plaats, een pen 363, die Kan aangrijpen in een derde leisleuf 353. De leisleuven 351 en 353 strekken zich naar achteren en enigszins schuin naar 5 boven uit. Een aangrijpgedeelte 366 is gevormd aan een achterste onderste gedeelte van het schuifdeel 306, welk gedeelte een pen 340a van een bedieningsorgaan 340 kan aangrijpen en daarvan kan loskomen, zoals hierna gedetailleerd wordt beschreven.The baffle plate 305 has an important function in lifting and lowering the pickup base 310, and is securely attached to the deck 400 by screws 455, as shown in FIGS. 10 and 13. The sliding member 306 has the first engagement 25. slot 361 with a curved portion 361a, as shown in Figure 15, and a second engagement slot 362. A pin 350, disposed at an intermediate location of the baffle plate 305, is inserted through the second slot 362 and into a hole 360a formed in a corner of the operating part 360. The sliding part 306 has a receiving portion 306a bent into an L-shaped shape at a rear end portion of the sliding part 306. The sliding part 306 is in a forward position relative to the second engagement slot 362, a pin 364 engageable in a first guide slot 351 formed in a front portion of the guide plate 305, and in a rear position, a pin 363 capable of engaging a third guide slot 353. The l egg slots 351 and 353 extend backward and slightly obliquely upwards. An engaging portion 366 is formed on a rear lower portion of the sliding portion 306, which portion can engage and release a pin 340a of an actuator 340 as described in detail below.
De leiplaat 305 heeft verder een tweede leisleuf 352 10 in een voorste onderste gedeelte, en een vierde en een vijfde leisleuf 354 en 355 in achterste onderste gedeelten, zoals weergegeven in fig.15. De tweede en vijfde leisleuven 352 en 355 kunnen pennen 342 en 345 opnemen, gevormd aan een schuifdeel 304, bevestigd aan de buitenzijde van de leiplaat 305 voor het 15 zodoende geleiden van het schuiven van het schuifdeel 304. De vierde leisleuf 354 heeft leigedeelten 354a en 354b, die zich naar beneden uitstrekken en kunnen worden aangegrepen door de pen 340a, aangebracht bij het achterste gedeelte van het bedieningsorgaan 340, dat door een draaipunt 343 draaibaar is beves-20 tigd aan de buitenzijde van het schuifdeel 304. Het schuifdeel 304 heeft een uitsnijding 341 voor het mogelijk maken van een verticale beweging rond het draaipunt 343 van de pen 340a, aangrijpende in de vierde leisleuf 354. Een horizontaal nokgedeel-te 344 is gevormd bij een voorste gedeelte van het schuifdeel 25 304 evenwijdig aan de onderkant van het'deck 400. Een aangrijp gedeelte 346 is gevormd bij een onderste gedeelte van het schuifdeel 304 en strekt zich naar beneden vandaar uit. Een veer 602 is aangebracht tussen een steun 347, gevormd aan het achtereinde van het schuifdeel 304, en een srste steun 359a 30 van de leiplaat 305. Ook is een veer 604 aangebracht tussen een steun 348, gevormd aan een voorste bovenste gedeelte van het schuifdeel 304, en een steun 349, gevormd aan een voorste eind-gedeelte van het bedieningsorgaan 340, zoals weergegeven in de 79077 37 - 17 - fig.11 - 13.The guide plate 305 further has a second guide slot 352 in a front lower portion, and a fourth and a fifth guide slot 354 and 355 in rear lower portions, as shown in Fig. 15. The second and fifth guide slots 352 and 355 may receive pins 342 and 345 formed on a sliding member 304 attached to the outside of the guide plate 305 to thereby guide sliding of the sliding member 304. The fourth guide slot 354 has guide portions 354a and 354b, which extend downwardly and can be engaged by the pin 340a disposed at the rear portion of the actuator 340, which is pivotally mounted on the outside of the sliding portion 304 by a pivot 343. The sliding portion 304 has a cutout 341 to allow vertical movement about the pivot point 343 of the pin 340a, engaging the fourth guide slot 354. A horizontal cam portion 344 is formed at a front portion of the sliding portion 304 304 parallel to the bottom of the blade. deck 400. An engaging portion 346 is formed at a bottom portion of the sliding portion 304 and extends downwardly therefrom. A spring 602 is interposed between a support 347 formed at the rear end of the sliding member 304 and a first support 359a 30 of the baffle plate 305. Also, a spring 604 is arranged between a support 348 formed on a front upper portion of the sliding member. 304, and a support 349 formed on a front end portion of the actuator 340, as shown in 79077 37-17 - Figures 11-13.
Een verbindingsdeel 369, aangebracht bij een onderste gedeelte van het L-vormige bedieningsdeel 360, is verbonden met een onderste gedeelte van een vergrendeldeel 303, zoals weerge-5 geven in fig.15, dat zich aan de buitenzijde van het bedienings-orgaan 340 bevindt. Een bovenste gedeelte van het vergrendeldeel 303 wordt draaibaar gedragen door een pen 350 van de lei-plaat 3G5. Een veer 603 is aangebracht tussen een steun 303a, gevormd op een plaats, die hoger ligt dan het draaisteungedeel-10 te, en een tweede steun 359b van de leiplaat 305. De leiplaat 305 heeft een getrapt gedeelte 305b bij het achterste gedeelte daarvan, en een elektromagnetisch mechanisme 357 op een plaats naar achteren ten opzichte van het getrapte gedeelte 305b.A connecting portion 369, provided at a bottom portion of the L-shaped actuating portion 360, is connected to a bottom portion of a locking portion 303, as shown in Fig. 15, which is located on the outside of the actuating member 340 . An upper portion of the locking member 303 is rotatably supported by a pin 350 of the slate plate 3G5. A spring 603 is disposed between a support 303a formed at a location higher than the pivot support portion 10 and a second support 359b of the baffle plate 305. The baffle plate 305 has a stepped portion 305b at its rear portion, and an electromagnetic mechanism 357 in a rearward position relative to the stepped portion 305b.
Een pen 356 is aangebracht aan de leiplaat 305 op een plaats, 15 dis lager ligt dan het elektromagnetische mechanisme 357, en grijpt aan in een leisleuf 371 van een vergrendelend verbindingsorgaan 307. Het vergrendelende verbindingsorgaan 307 heeft op een plaats naar voren ten opzichte van het getrapte gedeelte 405b, een uitgespaard grendelgedeelte 372, dat kan worden aange-20 grepen door de pen 340a. Een achtereinde van het vergrendelende verbindingsorgaan 307 is verbonden met een onderste einde van een aan te trekken steundeel 370 door een verbindingsdeel 373.A pin 356 is mounted on the baffle plate 305 at a location 15 which is lower than the electromagnetic mechanism 357, and engages a guide slot 371 of a locking connector 307. The locking connector 307 has a location forward of the stepped portion 405b, a recessed locking portion 372, which can be engaged by the pin 340a. A rear end of the locking connector 307 is connected to a lower end of a pull-on support member 370 by a connector portion 373.
De steun 370 heeft op een tussenliggende plaats een draaipunt 374, dat naar binnen uitsteekt en is opgenomen in een sleuf 25 305c, gevormd in een achtergedeelte van de leiplaat 305. Een aan te trekken deel 358 is kantelbaar gemonteerd door een as 375, aangebracht bij het bovenste gedeelte van de steun 370.The bracket 370 has an intermediate pivot 374 which projects inwardly and is received in a slot 25 305c formed in a rear portion of the baffle plate 305. A pull-on portion 358 is pivotally mounted by a shaft 375 provided at the upper part of the support 370.
Een aanslagorgaan 376 is gevormd bij de as 375 voor het tegengaan van bovenmatig draaien van het aan te trekken deel 358 30 rond de as 375.A stop member 376 is formed at the shaft 375 to prevent excessive rotation of the part 358 to be tightened about the shaft 375.
Een draaibaar deel 311 is bij een einde daarvan draaibaar verbonden met een hulpdeck 450, aangebracht aan een ondervlak van het deck 400. Een pen 311a, die naar beneden uitsteekt van- 790 77 37 -18- af een middengedeelte van het draaibare deel 311, Kan aanliggen tegen het nokgedeelte 344 van het schuifdeel 304. Het draaibare deel 311 heeft een verbindingsdeel 311b aan het puntgedeelte daarvan voor verbinding met een einde van een vergrendelende 5 stang 312. Een ander einde van de vergrendelende stang 312 is verbanden met een pen 430 aan een ondervlak van de kopplaat 313, voorzien van de daaraan gemonteerde kop 301. Een as 431, aangebracht aan een middengedeelte van het bovenvlak van de kopplaat 313, wordt aangegrepen door een punteinde van een drukrolgestel 10 432, voorzien van een daaraan gemonteerde drukrol 302. Een veer 433 is aangebracht aan de as 431, zoals weergegeven in de fig.A rotatable portion 311 is rotatably connected at one end to an auxiliary deck 450 mounted on a bottom surface of the deck 400. A pin 311a protruding downward from a center portion of the rotatable portion 311, Can abut the cam portion 344 of the sliding portion 304. The rotatable portion 311 has a connecting portion 311b at the tip portion thereof for connection to one end of a locking bar 312. Another end of the locking bar 312 is connected with a pin 430 on the a bottom surface of the head plate 313, provided with the head 301 mounted thereon. A shaft 431, mounted on a central portion of the top surface of the head plate 313, is engaged by a tip end of a pressure roller frame 432 provided with a pressure roller 302 mounted thereon. A spring 433 is mounted on the shaft 431, as shown in FIG.
10 en 13, voor het drukken tegen de vrije einden van de kopplaat 313 en het drukrolgestel 432. De vergrendelende stang 312 heeft verder een aangrijpgedeelte 420, dat een pen 424 kan aan-15 grijpen van een veerkrachtig deel 425, dat aan het ene einde daarvan is verbonden met de onderkant van het hulpdeck 450.10 and 13, for pressing against the free ends of the head plate 313 and the pressure roller frame 432. The locking rod 312 further has an engaging portion 420 which can engage a pin 424 of a resilient member 425 which is attached at one end. of which is connected to the bottom of the auxiliary deck 450.
Het veerkrachtige deel 425 kan een bedieningsgedeelte 418 aangrijpen gevormd bij een voorste zijgedeelte van het opneemraam 310 op een plaats, die zich op een passende afstand bevindt van-20 af de draaizitting 401 van het raam 310, is neergelaten, drukt het bedieningsgedeelte 418 het veerkrachtige deel 425 in voor het opheffen van de aangrijping tussen de pen 424 en het aangrijpgedeelte 420.The resilient portion 425 may engage an operating portion 418 formed at a front side portion of the receiving frame 310 in a location spaced an appropriate distance away from the rotary seat 401 of the window 310, the operating portion 418 presses the resilient section 425 to release the engagement between the pin 424 and the engagement portion 420.
Leiassen 402 en 403 zijn aangebracht aan het deck 400 25 bij een voorste gedeelte daarvan, en verbonden met een haspel-basisbed 510, weergegeven in fig.15. Meer in het bijzonder is de leias 402 aangebracht in een cilindrische geleiding 511, aangebracht aan het haspelbasisbed 510 voor het leiden van de opeen neergaande beweging van het bed 510. De leias 403 is aange-30 bracht in een opening 512 en werkzaam voor het voorkomen van het draaien van het bed 510 wanneer dit op en neer wordt bewogen. Een haspelbasis 520, voorzien van een haspelaandrijfdeel 515, wordt draaibaar gedragen door een eindgedeelte van het has- 790 7 7 37 - 19 - pelbasisbed 51G. Een aangrijpplaat 514 is door een schroef 513 bevestigd aan de haspelbasis 520. De aangrijpplaat 514 heeft een getrapt gedeelte 514a en een openinggedeelte 51B. Draaizit-tingen 404, 404 zijn aangebracht aan het deck 400 op plaatsen 5 bij een haspelbasisopening 405. Een bedieningsdeel 406 is aan een einde daarvan draaibaar verbonden met de draaizittingen 404, 404 door een pen 407. Een punteinde van het bedieningsdeel 406 past in het openinggedeelte 51S. Meer in het bijzonder ligt een vierkante sleuf 406a, gevormd in het punteinde van het be-10 dieningsdeel 406, in lijn met het openinggedeelte 516 van de aangrijpplaat 514 voor het opnemen van de geleiding 511 en de leias 402. Een basiseinde 408 van het bedieningsdeel 406 is hoog geplaatst boven het deck 400 op een plaats naar achteren ten opzichte van de draaizittingen 404, 404 voor het zodoende 15 aangrijpen van het ondervlak van het opneemraam 310.Slate shafts 402 and 403 are mounted on deck 400 at a front portion thereof and connected to a reel base bed 510 shown in FIG. 15. More specifically, the leias 402 are disposed in a cylindrical guide 511 disposed on the reel base bed 510 to direct the ascending movement of the bed 510. The leias 403 is disposed in an opening 512 and operable to prevent of rotating the bed 510 as it is moved up and down. A reel base 520, provided with a reel drive part 515, is rotatably supported by an end portion of the reel 790 7 7 37 - 19 peel base bed 51G. An engagement plate 514 is attached to the reel base 520 by a screw 513. The engagement plate 514 has a stepped portion 514a and an opening portion 51B. Pivot seats 404, 404 are mounted to deck 400 at locations 5 at a reel base opening 405. An actuating member 406 is pivotally connected at one end thereof to the pivoting seats 404, 404 by a pin 407. A tip end of the actuating member 406 fits into the opening portion 51S. More specifically, a square slot 406a formed in the tip end of the operating portion 406 is aligned with the opening portion 516 of the engagement plate 514 for receiving the guide 511 and the slate 402. A base end 408 of the operating portion. 406 is positioned high above the deck 400 in a rearward position relative to the pivot seats 404, 404 to thereby engage the bottom surface of the receiving frame 310.
Een schakelaarbedieningsdeel 426 is draaibaar aangebracht bij een achterzijgedeelte van het deck 400, en heeft een opneem-gedeelte 426a, dat in het achterste gedeelte kan worden gedrukt van het cassettelaadgebied door de werking van een veer. Een be-20 dieningsgedeelte 426b van het schakelaarbedieningsdeel 426 kan een öedieningsgedeelte 427a aangrijpen van een schakelaar 427.A switch operating part 426 is rotatably mounted at a rear side portion of the deck 400, and has a receiving portion 426a which can be pressed into the rear portion of the cartridge loading area by the action of a spring. An operating portion 426b of the switch operating portion 426 may engage an operating portion 427a of a switch 427.
Een haspelbasis 530 is aangebracht tegenover de haspelbasis 520, en heeft een magneetdeel 531, dat is voorzien van een tongschake-laar 532 voor het waarnemen van het draaien van de haspelbasis 25 530. Wanneer dus een signaal voor het stilzetten van de haspel basis 530 wordt verkregen, wordt een transistor, die is geschakeld in de gedrukte ketenplaat 375, weergegeven in fig.10, bediend voor het openen van de elektrische keten voor het elektromagnetische mechanisme 357.A reel base 530 is disposed opposite the reel base 520, and has a magnet portion 531, which includes a tongue switch 532 for sensing the rotation of the reel base 530. Thus, when a signal for stopping the reel base 530 becomes A transistor connected in the printed circuit board 375 shown in FIG. 10 is operated to open the electrical circuit for the electromagnetic mechanism 357.
30 De schakelaar 427 kan eveneens worden geopend door het indrukken van een uitstoothefboom 308, aangebracht bij een zitgedeelte van de lintspeler. Meer in het bijzonder wordt wanneer de uitstoothefboom 308 wordt ingedrukt, ook een vergrendelings- 790 77 37 - 20 - deel 380 tegelijkertijd ingsdrukt. Een bedieningsgedeelte 381, gevormd bij een achterste einde van het vergrendelende deel 380, kan het bedieningsgedeelte 427a bedienen van de schakelaar 427 voor het openen daarvan, welke schakelaar was gesloten door 5 het laden van de cassette 500. Het openen van de schakelaar 427 brengt een reeks uitstootwerkingen op gang, zoals hierna gedetailleerd wordt beschreven. De uitstoothefboom 308 vormt dus een met de hand bedienbaar uitstootmechanisme. De uitstoothefboom 308 bevindt zich op een plaats boven de kopplaat 313 en tegen-10 over de leiplaat 305. Een bedieningsstang 383 grijpt aan in een langwerpige sleuf 382, gevormd in de hefboom 308, en in een uitsparing 388 van een draaibaar deel 384, verbonden door een as 389. Uitsteeksels 385, aangebracht aan tegenover elkaar liggende zijden van het draaibare deel 384, kunnen aanliggen tegen 15 een schuifplaat 386. Wanneer de hefboom 308 wordt gedraaid, wordt de schuifplaat 386 naar achteren teruggetrokken, De schuifbeweging van de schuifplaat 386 en de daarmee samenhangende werkingen bepalen het snel toevoeren en het terugwinden.Switch 427 can also be opened by depressing an ejection lever 308 disposed at a seat portion of the ribbon player. More specifically, when the ejection lever 308 is depressed, a locking 790 77 37 - 20 - part 380 is also depressed simultaneously. An operating portion 381, formed at a rear end of the locking portion 380, can operate the operating portion 427a of the switch 427 before opening it, which switch was closed by loading the cassette 500. Opening the switch 427 brings a a series of ejection actions are in progress, as described in detail below. Thus, the ejection lever 308 forms a manually operable ejection mechanism. The ejection lever 308 is located above the head plate 313 and counter-10 over the baffle plate 305. An actuating rod 383 engages an elongated slot 382 formed in the lever 308, and connected in a recess 388 of a rotatable member 384. by a shaft 389. Projections 385, disposed on opposite sides of the rotatable member 384, can abut a sliding plate 386. When the lever 308 is rotated, the sliding plate 386 is retracted backward, The sliding movement of the sliding plate 386 and the associated actions determine rapid feeding and rewinding.
387 is een veer voor het terugstellen van de schuifplaat 386.387 is a spring for resetting the slide plate 386.
20 Hoewel bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm een elektromagnetisch trekmechanisme wordt toegepast, kan ook een ander elektromagnetisch mechanisme worden gebruikt. Voor wat betreft de cassettelaadbasis, kan een insleufstelsel worden gebruikt, waarbij een cassettelaadbasis horizontaal wordt opgehe-25 ven of neergelaten, in plaats van het hiervoor genoemde kantel-laadstelsel. In dit geval is de uitvinding toepasbaar door het slechts op passende wijze aanpassen van de opstelling van de leisleuven van de leiplaat 305 en de daarmee samenhangende onderdelen van het stelsel, waarbij de gewenste gevolgen worden 30 verschaft.Although an electromagnetic pulling mechanism is used in the above-described embodiment, another electromagnetic mechanism can also be used. As for the cassette loading base, a slot system can be used, in which a cassette loading base is raised or lowered horizontally, instead of the aforementioned tilt loading system. In this case, the invention is applicable by only suitably adjusting the arrangement of the guide slots of the baffle plate 305 and associated components of the system to provide the desired consequences.
Thans wordt het uitstoten van deze uitvoeringsvorm beschreven. Zoals weergegeven in de fig.10 - 12 wordt het achtereinde van de cassette 500, wanneer deze is geladen in het op- 7907 7 37 - 21 - neemraam 310, dat omhoog is bewogen rond de draaizittingen 401, 401a bij het achtereinde daarvan, in aanraking gebracht met het aangrijpgedeelte 306a van het schuifdeel 306 voor het naar achteren drukken daarvan tegen de werking van een veer 601. Het 5 schuifdeel 306 wordt diagonaal naar boven geleid langs de hellingen van de leisleuven 351 en 343. Tegelijkertijd met het verschuiven van het schuifdeel 306 grijpt een aangrijpgedeelte 366 de pen 340a aan van het bedieningsorgaan 340, dat naar achteren wordt verplaatst. Een ander schuifdeel 304, gekoppeld met 10 het bedieningsorgaan 340 door een pen 343, wordt gelijktijdig tevens naar achteren verplaatst tegen de werking van de veer 302. Een uitstootkracht wordt zodoende opgeslagen door de veer 602. Gedurende de verplaatsing heeft het bedieningsorgaan 340, omdat de veer 604 is aangebracht tussen het bedieningsorgaan 15 340 en het schuifdeel 304, een draaikracht rechtsom in de toe stand volgens fig.ll of 12.The ejection of this embodiment is now described. As shown in Figs. 10-12, the rear end of the cassette 500, when loaded in the receiving frame 310, which is raised around the pivot seats 401, 401a at the rear end thereof, is contacted with the engaging portion 306a of the sliding portion 306 for pushing it back against the action of a spring 601. The sliding portion 306 is guided diagonally upward along the slopes of the guide slots 351 and 343. Simultaneously with the sliding portion sliding 306, an engagement portion 366 engages the pin 340a of the actuator 340, which is moved backward. Another slider 304, coupled to the actuator 340 by a pin 343, is simultaneously also moved rearwardly against the action of the spring 302. Thus, an ejection force is stored by the spring 602. During the actuation, the actuator 340 has because the spring 604 is disposed between the actuator 340 and the slider 304, a clockwise rotation in the state of FIGS. 11 or 12.
Wanneer de pen 340a, die zoals hiervoor vermeld naar achteren wordt verplaatst, het achterste einde bereikt van de vierde leisleuf 354, en het aangrijpgedeelte 366 van het schuif-20 deel 306 diagonaal naar boven wordt verplaatst, wordt het aangrijpgedeelte 366 van het schuifdeel 306 diagonaal naar boven verplaatst en opgeheven met betrekking tot de pen 340a. Dan is een gebogen gedeelte 366a, gevormd aan een punteindgedeelte van het aangrijpgedeelte 366 werkzaam op een omtreksvlak van de 25 pen 340a voor het naar beneden drukken daarvan en het brengen daarvan in een leigedeelte 354b van de leisleuf 354. Gedurende deze werking is de pen 340a werkzaam op een einde 377 van het vergrendelende verbindingsorgaan 307, dat zich aan de binnenzijde van het leigedeelte 354b bevindt, voor het in aanraking 30 plaatsen van het aan te trekken deel 35Θ met het elektromagnetische mechanisme 357 door het vergrendelende verbindingsorgaan 307. Bij het in het inwendige van de lintspeler steken van de cassette 500 daarentegen, drukt het achterste einde van de cas- 790 7 7 37 - 22 - sette 500 tegen het schakelaarbedieningsdeel 426 voor het sluiten van de schakelaar 427 voor het bekrachtigen van het elektromagnetische mechanisme 357. Derhalve wordt het aan te trekken deel 358, in aanraking met het elektromagnetische mechanisme 5 357, op zijn plaats gehouden. De pen 340a wordt in een grendel- gedeelte 372 gehouden voor het tot stand brengen van een gegrendelde toestand. Na het tot stand brengen van de gegrendelde toestand, loopt het aangrijpgedeelte 366 van het schuifdeel 306 over de pen 340a, en wordt het naar achteren verplaatst totdat 10 de pen 417 het gebogen gedeelte 361a bereikt van de eerste aan-grijpsleuf 361 van het schuifdeel 306. Dan wordt een ander vergrendelend deel 303 rechtsom gedraaid, gezien in fig.12, door de werking van de veer 603, zodat het achterste gedeelte van het opneemraam 310 wordt neergelaten op het deck 400 door het 15 uitsteeksel 363 voor het in een registreer/weergeefstand plaatsen van de cassette 500.When the pin 340a, which is moved rearwardly as mentioned above, reaches the rear end of the fourth guide slot 354, and the engaging portion 366 of the slider 306 is moved diagonally upward, the engaging portion 366 of the slider 306 becomes diagonal moved up and raised with respect to pin 340a. Then, a curved portion 366a formed at a tip end portion of the engaging portion 366 acts on a peripheral surface of the pin 340a for pushing it down and inserting it into a guide portion 354b of the guide slot 354. During this operation, the pin 340a acting on an end 377 of the locking connector 307, which is located on the inside of the guide portion 354b, for contacting the part 35 to be attracted to the electromagnetic mechanism 357 through the locking connector 307. protruding from the tape player interior of the cassette 500, on the other hand, the rear end of the cassette 790 7 7 37 - 22 - set 500 presses against the switch actuator 426 to close the switch 427 to actuate the electromagnetic mechanism 357. Therefore, the part to be attracted, held in contact with the electromagnetic mechanism 5 357, in place. The pin 340a is held in a locking portion 372 to establish a locked state. After establishing the latched state, the engaging portion 366 of the sliding portion 306 runs over the pin 340a, and is moved backward until the pin 417 reaches the curved portion 361a of the first engaging slot 361 of the sliding portion 306. Then, another locking portion 303 is rotated clockwise, as seen in Fig. 12, by the action of the spring 603, so that the rear portion of the receiving frame 310 is lowered onto the deck 400 through the projection 363 for registration. insert display position of cassette 500.
Wanneer het opneemraam 310 met de daarin geladen cassette 500, wordt neergelaten op het deck 400, drukt een bedienings-gedeelte 418, aangebracht aan het ondervlak van het opneemraam 20 310, een veerkrachtig deel 425 in. Het aangrijpgedeelte 420 van de vergrendelende stang 312, welk gedeelte een uitsteeksel 424 heeft aangegrepen van het veerkrachtige deel 425, wordt losgemaakt, waarbij de kopplaat 313 wordt verplaatst door de werking van een veer 309. De kop 301 en de drukrol 302 worden gedwongen 25 voort te bewegen voor het drukken tegen het lint van de cassette, die dan in de registreer/weergeefstand is geplaatst. Het lint wordt gedreven tussen de drukrol 302 en een kaapstander 303, die wordt aangedreven door een motor 331 via de schakelaar 427 in de gesloten stand. Overeenkomstig de onderhavige uit-30 voeringsvorm wordt dus de bediening van de kopplaat 313 uitgevoerd onder de omstandigheden, waarin de plaatsing van het opneemraam 310 en de cassette 500 in de registreer/weergeefstan-den daarvan, wordt waargenomen door het bedieningsdeel 418 en 790 7 7 37 - 23 - het veerkrachtige deel 425. Dienovereenkomstig is de volgorde van de werkingen altijd juist, waarbij het verplaatsen van de kopplaat nimmer plaats vindt voordat de cassette in de regi-streer/weergeefstand is geplaatst. Er bestaat dus geen mogelijk-5 heid van foute bediening.When the recording frame 310 with the cassette 500 loaded therein is lowered onto the deck 400, an operating portion 418 disposed on the bottom surface of the recording frame 310 impresses a resilient portion 425. The engaging portion 420 of the locking bar 312, which portion has engaged a projection 424 of the resilient portion 425, is released, the head plate 313 being moved by the action of a spring 309. The head 301 and the pressure roller 302 are urged to press against the tape of the cassette, which is then placed in the record / playback position. The ribbon is driven between the pressure roller 302 and a capstan 303, which is driven by a motor 331 via the switch 427 in the closed position. Thus, in accordance with the present embodiment, the operation of the head plate 313 is performed under the conditions in which the placement of the recording frame 310 and the cassette 500 in its recording / reproducing states is observed by the operating portion 418 and 790 7 37-23 - the resilient portion 425. Accordingly, the sequence of operations is always correct, with the movement of the head plate never taking place before the cassette is placed in the recording / reproducing position. So there is no possibility of incorrect operation.
Zoals hiervoor vermeld, drukt, wanneer het opneemraam 310 is neergezet op de registreer/weergeefstand, het ondervlak daarvan naar beneden op het basiseindgedeelte 408 van het bedienings-deel 406 op een plaats, die hoger ligt dan het vlak van het IQ deck 400 voor het omhoogbewegen van een punteindgedeelte, voorzien van de opening 406a. Als gevolg worden het haspelbasisbed 510, de haspelbasis 520 op het bed 510 en het haspelaandrijf-deel 515 omhoogbewogen door de aangrijpplaat 514. Het haspel-aandrijfdeel 515, dat zich bij het ingangsgedeelte bevindt, dat 15 zich in een verlaagde stand bevindt om zodoende het laden van de cassette 500 niet te belemmeren, wordt zodoende omhoogbewo-gen cm in de haspel te worden geplaatst van de cassette 500.As mentioned above, when the recording frame 310 is set to the recording / reproducing position, its bottom surface presses down on the base end portion 408 of the operating portion 406 at a location higher than the plane of the IQ deck 400 for upward movement of a tip end portion provided with the opening 406a. As a result, the reel base bed 510, the reel base 520 on the bed 510, and the reel drive portion 515 are moved upwardly by the engagement plate 514. The reel drive portion 515 located at the entry portion, which is in a lowered position, thus so as not to hinder loading of the cassette 500, it is thus moved upwardly to be placed in the reel of the cassette 500.
Met deze constructie kan de dikte van de lintspeler worden verkleind met althans een dikte, die overeenkomt met een ophef-20 slag van het naspelaandrijfdeel 515, enz.With this construction, the thickness of the tape player can be reduced by at least a thickness corresponding to a lift stroke of the rewind drive portion 515, etc.
Wanneer de achterste haspelbasis 530 van de lintspeler die zich in een weergeeftoestand bevond, voor wat betreft de werking daarvan, wordt stilgezet door een signaal van het waarnemen van het linteinde of door het terugwinden, wordt de be-25 krachtiging van het elektromagnetische mechanisme 357 stilgezet door een waarneemsignaal, verkregen door een tongschakelaar 532. Bij het opheffen van de aantrekking van het elektromagnetische mechanisme 357 wordt de aangrijping tussen het grendelgedeelte 372 van het vergrendelende verbindingsorgaan 307 en de pen 345 30 uitgeschakeld. Het schuifdeel 304 keert terug naar zijn oorspronkelijke voorste stand door een terugstelkracht, opgeslagen door de veer 802. Tijdens een eerste fase van dit terugstellen is het nokgedeelte 344 werkzaam op de pen 311a voor het terug- 790 7737 - 24 - trekken door de vergrendelende stang 312 van de kopplaat 313 vanuit een voortbewogen stand, waarin de kop en de drukrol in de cassette zijn voortbewogen. Dan is het aangrijpgedeelte 346 van het L-vormige bedieningsdeel 360 werkzaam voor het linksom 5 draaien van het bedieningsdeel 360 en het omhoogbewegen van het achterste gedeelte van het opneemraam 310, verbonden door het gat 36Θ. Omdat het aangrijpgedeelte 420 van de vergrendelende stang 312 ook wordt teruggesteld tijdens het terugtrekken van de kopplaat 313, en het indrukken door het bedieningsgedeelte 418 10 op het veerkrachtige deel 425 eveneens wordt opgeheven door het omhoogbewegen van het opneemraam 310, wordt het aangrijpgedeelte 420 weer in aangrijping gebracht op het uitsteeksel 424 van het veerkrachtige deel 425, dat is teruggesteld vanuit de ingedrukte stand. De kopplaat 313 wordt dus positief vastgehouden 15 op de teruggetrokken plaats daarvan wanneer het achterste gedeelte van de cassette 500 en het opneemraam 310 zich in de verhoogde standen bevinden. Wanneer het opneemraam 310 de volledig omhooggebrachte stand daarvan bereikt, wordt het verbindingsdeel 369 verplaatst naar het bovenste einde van het gebogen ge-20 deelte 361a van de eerste aangrijpsleuf 361. Dan wordt het schuifdeel 306 teruggesteld naar zijn oorspronkelijke stand door de terugstelwerking van de veer 601. I*leer in het bijzonder plaatst het terugstellen van het schuifdeel 306, het verbindingsdeel 369 in het horizontale gedeelte van de aangrijpsleuf 25 361, waarbij de cassette 500 in de geladen stand naar voren wordt gedrukt door het achterste eindaangrijpgedeelte 306a voor het voltooien van het uitstoten.When the tape player's rear reel base 530, which was in a display state, in operation thereof, is stopped by a signal from detecting the ribbon end or by rewinding, the activation of the electromagnetic mechanism 357 is stopped by a sensing signal obtained by a reed switch 532. When the attraction of the electromagnetic mechanism 357 is released, the engagement between the latch portion 372 of the locking connector 307 and the pin 345 is released. The sliding member 304 returns to its original front position by a restoring force stored by the spring 802. During a first stage of this restoring, the cam portion 344 acts on the pin 311a for retraction by the locking rod. 312 of the head plate 313 from an advanced position, in which the head and pressure roller are advanced in the cassette. Then, the engaging portion 346 of the L-shaped actuator 360 operates to rotate the actuator 360 counterclockwise and raise the rear portion of the receiving frame 310 connected through the hole 36Θ. Since the engaging portion 420 of the locking bar 312 is also reset during retraction of the head plate 313, and the pressing by the operating portion 418 10 on the resilient portion 425 is also released by raising the receiving frame 310, the engaging portion 420 is again engaged with the projection 424 of the resilient portion 425 which is reset from the depressed position. Thus, the head plate 313 is positively held in its retracted position when the rear portion of the cassette 500 and the receiving frame 310 are in the raised positions. When the receiving frame 310 reaches its fully raised position, the connecting portion 369 is moved to the upper end of the curved portion 361a of the first engagement slot 361. Then, the sliding portion 306 is reset to its original position by the spring reset action. 601. Specifically, resetting the slider 306 places the connecting member 369 in the horizontal portion of the engagement slot 361, the cassette 500 being pushed forward in the loaded position by the rear end engaging portion 306a to complete emitting it.
Overeenkomstig de voornoemde uitvoeringsvorm is de kopplaat , voorzien van de daaraan gemonteerde kop, en verplaats-30 baar naar en vanaf het cassettelaadgebied, aangebracht aan een zijde van het deck, waarbij de leiplaat, voorzien van het schuifdeel, dat door schuiven kan aangrijpen op de geladen cassette voor het uitvoeren van het uitstoten, is aangebracht aan de andere zijde van het deck. De kopplaat en het uitstootmechanisme 790 7 7 37 - 2§ - zijn dus aan weerszijden van het deck geplaatst, zodat de dikte van de lintspeler kan worden verkleind in vergelijking met de bekende lintspeler, waarin de kopplaat en het uitstootmechanisme op elkaar op het deck zijn geplaatst. Bovendien kan het schuif-5 deel schuiven langs de leisleuf van het leideel, hetgeen gewenst: is voor het geleidelijk en nauwkeurig tot stand brengen van het uitstoten. De constructie van de onderhavige uitvoeringsvorm is dus in het bijzonder geschikt voor een lintspeler in automobielen.According to the aforementioned embodiment, the head plate, provided with the head mounted thereon, and movable to and from the cassette loading area, is disposed on one side of the deck, the guide plate having the sliding part, which can slide on the loaded cassette to perform the ejection is arranged on the other side of the deck. The head plate and ejection mechanism 790 7 7 37 - 2§ - are thus placed on either side of the deck, so that the thickness of the ribbon player can be reduced compared to the known ribbon player, in which the head plate and the ejection mechanism are on top of each other on the deck placed. In addition, the slide member can slide along the guide slot of the guide member, which is desirable for the gradual and accurate effecting of the ejection. Thus, the construction of the present embodiment is particularly suitable for an automotive ribbon player.
790 77 37790 77 37
Claims (7)
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP14332678U JPS6029063Y2 (en) | 1978-10-20 | 1978-10-20 | Lever operation mechanism in tape player |
JP14332678 | 1978-10-20 | ||
JP14643678 | 1978-10-26 | ||
JP14643678U JPS611572Y2 (en) | 1978-10-26 | 1978-10-26 | |
JP2763979A JPS55122261A (en) | 1979-03-12 | 1979-03-12 | Tape player equipped with inject mechanism |
JP2763979 | 1979-03-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7907737A true NL7907737A (en) | 1980-04-22 |
Family
ID=27285884
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7907737A NL7907737A (en) | 1978-10-20 | 1979-10-19 | LINT PLAYER. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4374401A (en) |
AU (1) | AU533112B2 (en) |
DE (1) | DE2942404A1 (en) |
GB (1) | GB2034098B (en) |
NL (1) | NL7907737A (en) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS576454A (en) * | 1980-06-13 | 1982-01-13 | Toshiba Corp | Head moving mechanism of tape recorder |
FR2490391B1 (en) * | 1980-09-12 | 1985-12-13 | Sony Corp | APPARATUS FOR RECORDING AND / OR REPRODUCING SIGNALS ON A MAGNETIC TAPE CASSETTE |
DE3042745C2 (en) * | 1980-11-13 | 1982-09-30 | Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg | Magnetic tape cassette device with at least two push buttons |
NL8103832A (en) * | 1981-08-17 | 1983-03-16 | Philips Nv | MAGNETIC BAND TAPE DEVICE. |
US4514775A (en) * | 1982-05-03 | 1985-04-30 | Mfe Corporation | Streaming cassette tape transport |
JPH07118123B2 (en) * | 1982-06-23 | 1995-12-18 | ソニー株式会社 | Operation switching mechanism in electronic equipment |
JPS60109056A (en) * | 1983-11-18 | 1985-06-14 | Sony Corp | Cassette type tape recorder |
US4746999A (en) * | 1985-03-25 | 1988-05-24 | Clarion Co., Ltd. | Eject mechanism for cassette player |
JP2517552B2 (en) * | 1985-05-23 | 1996-07-24 | フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ | Magnetic tape cassette device |
DE3819096A1 (en) * | 1988-06-04 | 1989-12-14 | Philips Patentverwaltung | MAGNETIC TAPE CASSETTE DEVICE WITH A DRIVE USED TO PLAY MAGNETIC TAPE CASSETTE |
US5764433A (en) * | 1994-05-20 | 1998-06-09 | Sony Corporation | Short-side-loading tape cassette recording and/or reproducing apparatus |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7224348U (en) * | 1972-09-28 | Motorola Inc | Cassette ejector for cassette tape recorders | |
US3633922A (en) * | 1968-11-11 | 1972-01-11 | Pioneer Electronic Corp | Interlocking mechanism for holding a tape cartridge in inserted position |
CH556590A (en) * | 1972-09-01 | 1974-11-29 | Blaupunkt Werke Gmbh | CASSETTE MAGNETIC SOUND DEVICE. |
US3987486A (en) * | 1974-04-16 | 1976-10-19 | Clarion Co., Ltd. | Magnetic tape cassette player with head positioning and ejection structure |
US4115826A (en) * | 1976-02-13 | 1978-09-19 | Clarion Company Limited | Cartridge type magnetic tape recorders |
JPS52141208A (en) * | 1976-05-19 | 1977-11-25 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | Magnetic recording and reproducing apparatus |
IT1068822B (en) * | 1976-05-25 | 1985-03-21 | Righi Nardino | A MECHANICAL IMPROVEMENT OF AUTOMATIC ELECTRICAL APPLIANCES RECORDERS AND SOUND PLAYERS ON MAGNETIC TAPE |
DE2904992A1 (en) * | 1978-02-10 | 1979-08-23 | Clarion Co Ltd | MAGNETIC TAPE RECORDER / PLAYBACK DEVICE |
US4167997A (en) * | 1978-03-15 | 1979-09-18 | Libbey-Owens-Ford Company | Conveyor roll construction |
-
1979
- 1979-10-18 US US06/086,054 patent/US4374401A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-10-18 AU AU51925/79A patent/AU533112B2/en not_active Ceased
- 1979-10-19 NL NL7907737A patent/NL7907737A/en not_active Application Discontinuation
- 1979-10-19 DE DE19792942404 patent/DE2942404A1/en active Granted
- 1979-10-19 GB GB7936360A patent/GB2034098B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU5192579A (en) | 1980-04-24 |
US4374401A (en) | 1983-02-15 |
DE2942404A1 (en) | 1980-04-30 |
GB2034098A (en) | 1980-05-29 |
DE2942404C2 (en) | 1989-01-19 |
AU533112B2 (en) | 1983-11-03 |
GB2034098B (en) | 1983-04-13 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4071859A (en) | Tape cartridge positioning and ejection device | |
US3987486A (en) | Magnetic tape cassette player with head positioning and ejection structure | |
US4320424A (en) | Tape recorder having cassette loading apparatus | |
NL7907737A (en) | LINT PLAYER. | |
NL7909366A (en) | AUTOMATICALLY ACTIVE CHARGING MECHANISM FOR A MAGNETIC REGISTER / DISPLAY DEVICE. | |
US4337487A (en) | Magnetic recording/reproducing apparatus | |
US4150410A (en) | Cassette tape loading device | |
CS122187A2 (en) | Recording and/or reproducing apparatus | |
US3940800A (en) | Mode selecting device having a time delay between selection and establishment of an operating mode for tape recording and/or recording apparatus | |
JPS6141056B2 (en) | ||
NL192704C (en) | Cassette loading device. | |
US4188647A (en) | Cassette type tape recorder | |
JPS5927017B2 (en) | Cassette loading/unloading device | |
NL8001514A (en) | LOCKING MECHANISM FOR USE WITH A TIRE DISPLAY DEVICE. | |
US4491889A (en) | Cassette tape player | |
NL8006257A (en) | APPARATUS FOR RECORDING AND / OR DISPLAYING SIGNALS ON A MAGNETIC BAND. | |
JPH039149Y2 (en) | ||
JP2760623B2 (en) | Magnetic tape cassette device | |
JP2799618B2 (en) | Disk drive with cartridge | |
JPH0135317Y2 (en) | ||
NL8103831A (en) | MAGNETIC BAND TAPE DEVICE. | |
JPS5834015B2 (en) | tape recorder | |
JPS5815862B2 (en) | Cassette type magnetic recording and reproducing device | |
JPH0124776Y2 (en) | ||
JPH076461A (en) | Cassette shutter opening/closing device |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |